Перевод: со всех языков на все языки

со всех языков на все языки

they're+not+going+to+hand+it+to+me+on+a+plate

Толкование Перевод

1 hand

hand

1 [lichaamsdeel] hand

2 [handschrift, stijl] hand ⇒ (hand)writing

3 [figuurlijk] [kant] hand ⇒ side

♦voorbeelden:

1   op handen en voeten kruipen • crawl on all fours

     zich met handen en voeten verweren • 〈 figuurlijk〉 defend oneself tooth and nail

     aan/met handen en voeten gebonden zijn • 〈 ook figuurlijk〉 be tied hand and foot

     in andere handen komen • change hands

     blote handen • bare hands

     die zaak is in goede/slechte handen • that matter is in good/bad hands

     in goede/verkeerde handen vallen • 〈 figuurlijk〉 fall into the right/wrong hands

     〈 figuurlijk〉 gouden handen hebben • be good with one's hands

     〈 figuurlijk〉 met harde hand opvoeden • bring up the hard way

     iemand de helpende hand bieden • lend someone a (helping) hand

     〈 figuurlijk〉 bevelen van hoger hand • orders from above

     〈 figuurlijk〉 de laatste hand aan iets leggen • put the finishing touches to something

     niet met lege handen komen • not come empty-handed

     〈 figuurlijk〉 uit de losse hand • roughly, in an improvised way

     〈 figuurlijk〉 iets uit de losse hand doen • do something off the cuff

     iets met vaste hand doen • do something with a sure touch

     〈 figuurlijk〉 met vaste/krachtige hand regeren • rule with a firm/iron hand

     hij is in veilige handen • he is in safe hands

     iemand (de) handen vol werk geven • give someone no end of work/trouble

     de handen vol hebben aan iemand/iets • have one's hands full with someone/something

     hij heeft de handen meer dan vol • he has enough/too much on his plate

     dat kost handen vol geld • that costs lots of money

     iets aan vreemde handen toevertrouwen • entrust something to strangers

     hij heeft de handen niet vrij • he does not have a free hand

     〈 figuurlijk〉 iemand de vrije hand laten • give someone a free hand

     〈 figuurlijk〉 de vrije hand hebben/krijgen • have/acquire a free hand

     ergens zijn handen niet aan vuil willen maken • refuse to soil one's hands with something

     〈 figuurlijk〉 met zachte hand • with a light touch

     de handen van iemand aftrekken • 〈 figuurlijk〉 wash one's hands of someone

     hij mag zijn handen dichtknijpen • 〈 figuurlijk〉 he may call himself lucky

     〈 figuurlijk〉 ik draai er mijn hand niet voor om • 〈 ik heb er geen moeite mee〉 I think nothing of it; 〈 het kan me niet schelen〉 I don't care a rap (for it)

     iemand de hand drukken/geven/schudden • give someone one's hand, shake hands with someone

     dan kunnen we elkaar de hand geven • we're in the same boat

     elkaar de hand geven 〈 om kring te vormen〉 • link hands

     de hand in iets hebben • 〈 figuurlijk〉 have a hand in something

     〈 figuurlijk〉 iemand de hand boven het hoofd houden • 〈 aan zijn kant staan〉 stand by someone; 〈 iemand beschermen die iets misdaan heeft〉 protect someone

     ergens streng de hand aan houden 〈 regel, voorschrift〉 • adhere strictly to something

     de handen ineenslaan • 〈 van verbazing〉 clasp/throw up one's hands; 〈 figuurlijk〉 join hands/forces

     mijn handen jeuken • 〈 figuurlijk〉 I'm itching to give (someone) a good hiding

     〈 figuurlijk〉 de handen op elkaar krijgen • earn/get applause

     〈 figuurlijk〉 de hand op iets/iemand leggen • lay hands on someone/something

     iemands hand lezen • read someone's palm

     de hand lichten met het reglement • disregard the regulations

     de hand ophouden • 〈 figuurlijk〉 hold out one's hand for a tip; beg

     elkaar de hand reiken • hold out a hand to each other 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 reach out to each other

     handen schudden • shake hands

     〈 figuurlijk〉 de hand aan zichzelf slaan • take one's own life

     hij steekt geen/nooit een hand uit • he never does a stroke of work

     zijn handen uit de mouwen steken • 〈 figuurlijk〉 put one's shoulder to the wheel

     〈 figuurlijk〉 de hand in eigen boezem steken • acknowledge blame

     de hand over het hart strijken • 〈 figuurlijk〉 be lenient/soft-hearted

     hij kan zijn handen niet thuishouden • he can't keep his hands to himself

     zijn hand uitsteken • 〈 in het verkeer〉 indicate

     〈 figuurlijk〉 zijn handen in onschuld wassen • have clean hands

     daar wordt vaak de hand mee gelicht • that is often skimped/not taken seriously

     (mijn) hand erop! • you have/here's my hand on it!

     handen omhoog! (of ik schiet) • hands up!/ 〈 informeel〉stick 'em up! (or I'll shoot)

     handen thuis! • hands off!

     〈 figuurlijk〉 iets aan de hand hebben • 〈 met iets bezig zijn〉 have something going/on; 〈 bij iets betrokken zijn〉 be involved in something

     〈 handel〉 goederen die aan de hand blijven • goods that are left on one's hands

     〈 figuurlijk〉 iemand iets aan de hand doen • get someone something

     aan de hand van deze berekeningen • on the basis of these calculations

     iemand een middel aan de hand doen tegen huiduitslag • put someone on to a good remedy for a rash

     niks aan de hand! • there's nothing the matter

     aan de hand van deze ervaringen concludeer ik … • in view of these experiences I conclude …

     iets achter de hand hebben • 〈 figuurlijk〉 have something to fall back on; 〈 heimelijk〉 have something up one's sleeve

     iets achter de hand houden • 〈 figuurlijk〉 keep something in reserve

     wat geld achter de hand houden • keep some money for a rainy day

     ik heb mijn gummetje altijd vlak bij de hand • I always have my rubber near at hand

     zo iets heb ik wel meer bij de hand gehad • 〈 figuurlijk〉 I am an old hand at this

     in de handen klappen • clap one's hands

     goed/gemakkelijk in de hand liggen • 〈 stuk gereedschap〉 have a handy grip; 〈 boek〉 be nice to hold

     iemand in handen vallen • 〈 figuurlijk〉 fall into the hands of someone

     iemand iets in handen spelen • put something someone's way

     iemand iets in de hand duwen/stoppen • slip/thrust something into someone's hands; 〈 figuurlijk〉 palm/fob someone off with something

     〈 figuurlijk〉 een auto goed in de hand hebben • have a good control of a car

     〈 figuurlijk〉 iets in de hand hebben • have something under control

     〈 figuurlijk〉 iets zelf in de hand hebben • have something in one's own hands

     een bewijs in handen hebben • have evidence

     het onderzoek is in handen van N. • the investigation is being conducted by N.

     de markt in handen hebben • control/have control of the market

     de politie heeft de zaak nu in handen • the police have the case in hand

     iets in handen krijgen • get hold of something; 〈 toevallig〉 chance on something

     de macht in handen hebben • have power

     de toestand in de hand hebben • have the situation in hand

     in handen vallen van de politie/de vijand • fall into the hands of the police/enemy

     hand in hand gaan met 〈 ook figuurlijk〉 • go hand in hand with 〈 ook figuurlijk〉

     〈 figuurlijk〉 met de handen in het haar zitten • be at one's wits' end

     〈 figuurlijk〉 iets met beide handen aangrijpen • jump at something; 〈 aanbod, gelegenheid ook〉 seize (upon) something

     zich met hand en tand verzetten • 〈 figuurlijk〉 fight tooth and nail

     met de hand wassen 〈 tegenover in de machine〉 • wash by hand

     met de hand gemaakt/geschreven • hand-made/handwritten

     〈 figuurlijk〉 met de hand op het hart iets verklaren • swear to something faithfully

     〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • force/mould/bend someone to one's will, manage someone, twist someone round one's (little) finger

     〈 figuurlijk〉 hij zet alles naar zijn hand • he has it all his own way

     iets om handen hebben • have something to do

     〈 figuurlijk〉 iets onder handen hebben • be at work on something

     〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • take someone in hand/to task

     iemand op de handen kijken • 〈 figuurlijk〉 breathe down someone's neck

     iemand op (de) handen dragen • 〈 figuurlijk〉 worship/idolize someone

     hand over hand toenemen • increase hand over fist, gain ground rapidly

     iemand iets ter hand stellen • hand something (over) to someone

     iets ter hand nemen • take something up, take something in hand, undertake something

     〈 figuurlijk〉 iets uit handen geven • part with something

     er komt niets uit zijn handen • he doesn't get anything done

     uit de hand lopen • get out of hand

     〈 figuurlijk〉 ik heb die informatie uit de eerste hand • I have this information at first hand

     iemand het werk uit (de) handen nemen • take work off someone's hands

     iets van de hand doen • sell/part with/dispose of something

     van hand tot hand gaan • be passed from hand to hand

     goed/duur van de hand gaan • sell well/at high prices 〈 van koopwaren〉

     dat ligt voor de hand • 〈 figuurlijk〉 that speaks for itself

     dat is de meest voor de hand liggende conclusie • that is the most obvious conclusion

     geen hand voor iemand/iets uitsteken • not lift a finger for someone/something

     hij heeft er geen hand naar uitgestoken • 〈 niets aan gedaan〉 he hasn't done a stroke of work on it; 〈 niets van gegeten〉 he hasn't touched it

     geen hand voor ogen kunnen zien • 〈 figuurlijk〉 not be able to see one's hand in front of one('s face)

     〈 informeel〉 het zijn twee handen op één buik • 〈 figuurlijk〉 they are hand in glove

     ik heb maar twee handen! • I have only (got) one pair of hands!

     〈 figuurlijk〉 handen te kort komen • not have enough hands

     〈 spreekwoord〉 vele handen maken licht werk • many hands make light work

2   een brief van dezelfde hand • a letter from the same hand

     een verhaal van de hand van • a story (written) by

3   de zieke is aan de beterende hand • the patient is on the mend/getting better

     aan mijn rechter/linker hand • on my right/left (hand/side)

     aan de winnende hand zijn • be winning

     〈 figuurlijk〉 iemand op zijn hand hebben/krijgen • have/get someone on one's side

¶   wat is er daar aan de hand? • what's going on there?

     〈 figuurlijk〉 alsof er niets aan de hand was • as if nothing had happened/was wrong

     er is iets aan de hand • there's something the matter/up

     iets/iemand in de hand werken • encourage something/someone; 〈 iets ook〉 make for something; 〈 iemand ook〉 play into someone's hands

     elkaar in de hand werken • 〈van dingen/situaties〉 reinforce one another

     〈 van personen〉 zwaar op de hand zijn • be heavy/ponderous

     op handen zijn • be (near) at hand/imminent/forthcoming

     van de hand in de tand leven • live from hand to mouth

     een verzoek/voorstel van de hand wijzen • refuse a request 〈 verzoek〉; turn down a proposal 〈 voorstel〉

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hand
2 cara

f.

1 face (rostro).

esa cara me suena de algo I remember that face from somewhere, I've seen that face somewhere before

2 face (person).

acudieron muchas caras famosas a lot of famous faces were there

3 side (lado).

cara A A side (de disco)

4 heads.

cara o cruz heads or tails ( Andes, Venezuelan Spanish RP)

cara o sello heads or tails ( Andes, Venezuelan Spanish RP)

cara o ceca heads or tails ( Andes, Venezuelan Spanish RP)

echar algo a cara o cruz to toss (a coin) for something, to flip a coin for something (United States)

5 front (parte frontal).

6 cheek, nerve (informal) (desvergüenza).

tener (mucha) cara, tener la cara muy dura to have a lot of cheek o nerve, to have a real brass neck (British)

tener la cara de hacer algo to have the nerve to do something

7 appearance, aspect, image, countenance.

8 dial.

9 Cara.

10 expression, look.

* * *

cara

► nombre femenino

1 (rostro) face

■ tiene una cara muy bonita she's got a pretty face

2 (expresión) face, expression

■ tenía la cara muy triste he looked sad

■ nos miró con cara de asco he looked at us with disgust

3 (lado) side; (de moneda) right side

■ mira la hoja por la otra cara look at the other side of the sheet

■ ¿cara o cruz? heads or tails?

4 (superficie) face

5 figurado (aspecto) look

■ este pastel tiene muy buena cara this cake looks very good

6 familiar figurado (desvergüenza) cheek, nerve

■ ¡vaya cara! what a cheek!

■ ¡vaya cara que tienes! you've got a cheek!, you've got a nerve!

► nombre masulino o femenino

1 familiar (caradura) cheeky person

\

FRASEOLOGÍA

a la cara to somebody's face

■ se lo dijo a la cara he said it to her face

caérsele a uno la cara de vergüenza familiar to die of shame

cara a facing

■ cara al sol facing the sun

■ cara a la pared facing the wall

cara a cara face to face

dar la cara figurado to face the consequences

dar la cara por alguien figurado to stand up for somebody

■ el padre dio la cara por su hijo the father stood up for his son

de cara facing

■ tenemos el viento de cara we're facing into the wind

echar algo a cara o cruz to toss for something

echar en cara figurado to reproach for

■ le echó en cara su comportamiento he reproached her for her behaviour

en la cara in somebody's face

■ se le rió en la cara he laughed in her face

jugar algo a cara o cruz to toss for something

lavar la cara a algo figurado to give something a facelift, give something a once-over

■ si le lavamos la cara al piso lo venderemos más caro if we give the flat a once-over we'll get more for it

no saber qué cara poner not to know what to do with oneself

no tener cara para hacer algo figurado not to dare do something

■ no tengo cara para decírselo I daren't tell her

plantar cara a alguien figurado to face up to somebody

poner al mal tiempo buena cara to put on a brave face, grin and bear it

poner buena cara to look pleased

poner mala cara to pull a long face

romperle la cara a alguien familiar to smash somebody's face in

tener buena cara to look well

tener cara de to look

■ tenía cara de asustada she looked frightened

■ tenía cara de haber llorado he looked as if he had been crying

tener mala cara to look bad

tener más cara que espalda familiar to have a lot of cheek

verse las caras figurado to come face to face

volver la cara to look the other way

cara de circunstancias figurado serious look

cara de perro familiar scowling face

cara de pocos amigos familiar unfriendly face

cara dura figurado cheek, nerve

■ ¡qué cara más dura! what a cheek!, what a nerve!

cara larga figurado long face

* * *
1. noun f.
1) face

2) side

3) look, appearance

4) nerve, cheek
2. f., (m. - caro)
* * *

SF

1) (=rostro) face

tiene la cara alargada — he has a long face

en la fiesta me encontré con varias caras conocidas — I saw several familiar faces at the party

se los tiré a la cara — I threw them in his face

los banqueros sin cara — the faceless bankers

conocido como "cara cortada" — known as "Scarface"

cara a cara: se encontraron cara a cara — they met face to face

un encuentro cara a cara — a face-to-face encounter

• asomar la cara — to show one's face

• de cara, corrimos con el viento de cara — we ran into the wind

el sol les daba de cara — the sun was shining in their eyes

el viento me pegaba de cara — the wind was blowing into my face

• de cara a, nos sentamos de cara al sol — we sat facing the sun

de cara al norte — facing north

reformas de cara a las próximas elecciones — reforms with an eye on the next elections o for the next elections

no soy nada optimista de cara al futuro — I'm not at all optimistic about the future

hay que estar prevenidos de cara a afrontar los cambios — we have to be prepared for the changes

• volver la cara hacia algn — to turn one's face towards sb

no vuelvas la cara atrás — don't look back

no se puede volver la cara ante la corrupción — you cannot turn a blind eye to corruption

caérsele a algn la cara de vergüenza —

se le tendría que caer la cara de vergüenza — she ought to be ashamed of herself

se le caía la cara de vergüenza — he blushed with embarrassment

- cruzar la cara a algn

- dar la cara

- dar la cara por algn

- a cara descubierta

- decir algo en la cara de algn

a dos caras —

actuar a dos caras — to engage in double-dealing

echar algo a la cara * —

lo mejor que te puedes echar a la cara — the very best you could wish for

- echar algo en cara a algn

echaron en cara a los estudiantes su escasa participación — they reproached the students for not joining in enough

le echan en cara haber abandonado su país — they accuse him of having abandoned his country

- hacer cara a

- huir la cara a algn

- lavar la cara a algo

le lavó la cara al piso — she made the flat look presentable

querían lavar la cara al partido — they wanted to make the party look better

- mirar a algn a la cara

- partir la cara a algn

cuidado con lo que dices o te parto la cara — just watch it or I'll smash your face in

- partirse la cara con algn

- partirse la cara por algo

- plantar cara a

por la cara * —

entrar por la cara en una fiesta — to gatecrash a party

es alcalde por la cara — he's only mayor because of his connections

está viviendo con sus padres y cobrando el paro por la cara — he's living with his parents and getting away with claiming dole money at the same time

no me lo van a dar por mi cara bonita — they're not going to hand it to me on a plate

- romper la cara a algn

- sacar la cara por algn

- nos veremos las caras

2) (=expresión)

• poner mala cara — to grimace, make a (wry) face

no pongas esa cara — don't look like that

puso cara de alegría — his face lit up

• tener cara de, tenía cara de querer pegarme — he looked as if he wanted to hit me

tener cara de estar aburrido — to look bored

tener buena cara — [enfermo] to be looking well; [comida] to look appetizing

tener mala cara — [enfermo] to look ill; [comida] to look bad

- poner cara de circunstancias

- tener cara de acelga

- tener cara de aleluya

- tener cara de chiste

- tener cara de corcho

- tener cara de estatua

- tener cara de hereje

- tener cara de justo juez

- tener cara de monja boba

- tener cara de palo

- tener cara de pascuas

- tener cara de pocos amigos

- tener cara de vinagre

3) * (=descaro) cheek *, nerve *; (=valor) nerve *

¡qué cara más dura! — * what a cheek o nerve! *

¡qué cara tienes! — what a cheek you've got! *, you've got a nerve! *

¿con qué cara le voy a pedir eso? — how do you expect me to have the nerve to ask her for that? *

• tener cara para hacer algo — to have the nerve to do sth *

- tener más cara que espalda

4) (=lado) [de moneda, montaña, figura geométrica] face; [de disco, planeta, papel] side; [de tela] face, right side; (Arquit) face, front

escribir por ambas caras — to write on both sides

intentaron ascender por la cara norte — they tried to climb the north face

cara A — [en disco] A side

cara adelante — facing forwards

cara atrás — facing backwards

• cara o cruz, cara o ceca — Arg heads or tails

echar o jugar o sortear algo a cara o cruz — to toss for sth

lo echamos a cara o cruz — we tossed for it

cara y cruz —

cara y cruz de una cuestión — both sides of a question

* * *

femenino

1)

a) (Anat) face

las mismas caras conocidas — the same old faces

dímelo a la cara — say it to my face

se le rió en la cara — she laughed in his face

mírame a la cara — look at me

no lo pienso mirar más a la cara — I don't ever want to set eyes on him again

b) (en locs)

cara a cara — face to face

de cara: llevaban el viento de cara they were running (o riding etc) into the wind; el sol me da de cara the sun is in my eyes; de cara a: se puso de cara a la pared she turned to face the wall, she turned her face to the wall; la campaña de cara a las próximas elecciones the campaign for the forthcoming elections; las medidas a tomar (de) cara a esta situación the measures to take in view of o in the light of this situation; a cara descubierta openly; cruzarle la cara a alguien to slap somebody's face; dar or (Col) poner la cara: nunca da la cara he never does his own dirty work; dar or sacar la cara por alguien to stand up for somebody; echarle algo en cara a alguien to throw something back in somebody's face; echarle cara a algo (Esp fam) to be bold; echarse algo a la cara (Esp fam): es lo más antipático que te puedes echar/que me he echado a la cara he's the most unpleasant person you could ever wish to meet/I've ever met (colloq); hacer cara a algo to face (up to) something; hacerle caritas a alguien (Méx) to give somebody the eye; me/le/nos volteó (AmL) or (Esp) volvió or (CS) dio vuelta la cara she turned her head away; partirle or romperle la cara a alguien (fam) to smash somebody's face in (colloq); plantarle cara a alguien ( resistir) to stand up to somebody; por tu cara bonita or (CS) tu linda cara: si crees que por tu cara bonita vas a conseguirlo todo... if you think everything is just going to fall into your lap...; se te/le debería caer la cara de vergüenza you/he should be ashamed of yourself/himself; verse las caras: ya nos veremos las caras tú y yo — you haven't seen the last of me

2)

a) ( expresión)

no pongas esa cara que no es para tanto — don't look like that, it's not that bad

alegra esa cara — cheer up

no pongas cara de bueno — don't play o act the innocent

puse cara de circunstancias — I tried to look serious

anda con cara de pocos amigos or (fam) de vinagre — he has a sour look on his face

poner cara de perro or de sargento — (fam) to look fierce

andaba con/puso cara larga — (fam) he had/he pulled a long face

puso mala cara — he pulled a face

tiene cara de cansado/de no haber dormido — he looks tired/as if he hasn't slept

tienes mala cara — you don't look well

b) ( aspecto) look

qué buena cara tiene la comida! — the food looks delicious!

3)

a) (Mat) face

b) (de disco, papel) side

salió cara — it came up heads

cara o cruz or (Arg) ceca or (Andes, Ven) sello — heads or tails

lo echaron a cara o cruz — they tossed for it

la otra cara de la moneda — the other side of the coin

c) ( de situación) face, side

4)

a) (fam) (frescura, descaro) nerve (colloq), cheek (BrE colloq)

qué cara (más dura) tienes! — you have some nerve!

lo dijo con toda la cara del mundo — he said it as cool as you like

tiene más cara que espalda — he has such a nerve! (colloq)

b) cara masculino y femenino: tb

cara dura — (fam) ( persona) sassy devil (AmE colloq), cheeky swine (BrE colloq)

* * *

= face, face, side.

Ex. They are followed in turn by the see and see also references to the heading: HEAD see also BRAIN; EAR; EYE; FACE; HAIR; NOSE.

Ex. The genesis of this brave new world of solid state logic, in which bibliographic data are reduced to phantasmagoria on the faces of cathode-ray tubes (CRT), extends at most only three-quarters of a decade into the dim past.

Ex. The red ON/OFF switch for the terminal is located at the left side of the screen.

----

* acabar con mejor cara = end up on + a high note.

* actuar de cara a la galería = play to + the gallery.

* cambiar de cara = arrange + countenance.

* cara a cara = face-to-face [face to face], face-to-face [face to face], double-faced, head-to-head, confrontational, one-on-one, eyeball-to-eyeball, eyeball-to-eyeball confrontation, in person.

* cara B, la = flip side, the.

* cara de póker = poker face, deadpan expression.

* cara de póquer = deadpan expression, poker face.

* cara dura = impudence, effrontery, blatancy, shameless, shamelessness.

* cara expresiva = expressive face.

* cara inexpresiva = poker face.

* cara inmutable = poker face.

* cara larga = straight face.

* cara o cruz = heads or tails.

* cara oculta = underside.

* cara oculta, la = dark side, the.

* carapálida = white man [white men, -pl.].

* caras de Chernoff = Chernoff faces.

* cara seria = straight face.

* con cara de cansado = bleary-eyed.

* con cara de sueño = bleary-eyed.

* con dos caras = double-faced.

* costar un ojo de la cara = cost + the earth, cost + an arm and a leg, cost + a pretty penny, cost + a fortune.

* dar de cara a = front.

* dar un lavado de cara = spruce up.

* dar un ojo de la cara por Algo = give + an eye-tooth for/to.

* de cara a = facing.

* de dos caras = two-sided, two-faced.

* de la cara = facial.

* echar en cara = fault.

* edición cara = hardcover.

* encontrarse cara a cara = come + face to face.

* enfrentamiento cara a cara = eyeball-to-eyeball confrontation.

* enfrentarse a Algo cara a cara = address + Nombre + head-on, meet + Nombre + head-on, tackle + Nombre + head-on, face + Nombre + head-on.

* enfrentarse cara a cara con = go + eyball to eyeball with.

* hacer Algo de cara a la galería = play to + the gallery.

* hacer cara a = brave.

* lavar la cara = spin-doctor.

* lavarse la cara = wash + Posesivo + face.

* otra cara, la = flip side, the.

* pagar un ojo de la cara = pay through + the nose.

* paño para la cara = facecloth, face flannel, washcloth, washrag.

* paño para lavarse la cara = washcloth, facecloth, face flannel, washrag.

* partirse la cara por = work + Reflexivo + to death, work + Reflexivo + to the ground.

* poner a mal tiempo buena cara = keep + Posesivo + chin up.

* sin cara = faceless.

* tener cara de muerto = look like + death warmed (over/up).

* tener la cara de = have + the nerve(s) to, have + the cheek to.

* tener la cara descompuesta = look like + death warmed (over/up).

* tener muy mala cara = look like + death warmed (over/up).

* terminar con mejor cara = end up on + a high note.

* valer un ojo de la cara = cost + the earth, cost + an arm and a leg, cost + a pretty penny, cost + a fortune.

* viento de cara = headwind.

* * *

femenino

1)

a) (Anat) face

las mismas caras conocidas — the same old faces

dímelo a la cara — say it to my face

se le rió en la cara — she laughed in his face

mírame a la cara — look at me

no lo pienso mirar más a la cara — I don't ever want to set eyes on him again

b) (en locs)

cara a cara — face to face

de cara: llevaban el viento de cara they were running (o riding etc) into the wind; el sol me da de cara the sun is in my eyes; de cara a: se puso de cara a la pared she turned to face the wall, she turned her face to the wall; la campaña de cara a las próximas elecciones the campaign for the forthcoming elections; las medidas a tomar (de) cara a esta situación the measures to take in view of o in the light of this situation; a cara descubierta openly; cruzarle la cara a alguien to slap somebody's face; dar or (Col) poner la cara: nunca da la cara he never does his own dirty work; dar or sacar la cara por alguien to stand up for somebody; echarle algo en cara a alguien to throw something back in somebody's face; echarle cara a algo (Esp fam) to be bold; echarse algo a la cara (Esp fam): es lo más antipático que te puedes echar/que me he echado a la cara he's the most unpleasant person you could ever wish to meet/I've ever met (colloq); hacer cara a algo to face (up to) something; hacerle caritas a alguien (Méx) to give somebody the eye; me/le/nos volteó (AmL) or (Esp) volvió or (CS) dio vuelta la cara she turned her head away; partirle or romperle la cara a alguien (fam) to smash somebody's face in (colloq); plantarle cara a alguien ( resistir) to stand up to somebody; por tu cara bonita or (CS) tu linda cara: si crees que por tu cara bonita vas a conseguirlo todo... if you think everything is just going to fall into your lap...; se te/le debería caer la cara de vergüenza you/he should be ashamed of yourself/himself; verse las caras: ya nos veremos las caras tú y yo — you haven't seen the last of me

2)

a) ( expresión)

no pongas esa cara que no es para tanto — don't look like that, it's not that bad

alegra esa cara — cheer up

no pongas cara de bueno — don't play o act the innocent

puse cara de circunstancias — I tried to look serious

anda con cara de pocos amigos or (fam) de vinagre — he has a sour look on his face

poner cara de perro or de sargento — (fam) to look fierce

andaba con/puso cara larga — (fam) he had/he pulled a long face

puso mala cara — he pulled a face

tiene cara de cansado/de no haber dormido — he looks tired/as if he hasn't slept

tienes mala cara — you don't look well

b) ( aspecto) look

qué buena cara tiene la comida! — the food looks delicious!

3)

a) (Mat) face

b) (de disco, papel) side

salió cara — it came up heads

cara o cruz or (Arg) ceca or (Andes, Ven) sello — heads or tails

lo echaron a cara o cruz — they tossed for it

la otra cara de la moneda — the other side of the coin

c) ( de situación) face, side

4)

a) (fam) (frescura, descaro) nerve (colloq), cheek (BrE colloq)

qué cara (más dura) tienes! — you have some nerve!

lo dijo con toda la cara del mundo — he said it as cool as you like

tiene más cara que espalda — he has such a nerve! (colloq)

b) cara masculino y femenino: tb

cara dura — (fam) ( persona) sassy devil (AmE colloq), cheeky swine (BrE colloq)

* * *

= face, face, side.

Ex: They are followed in turn by the see and see also references to the heading: HEAD see also BRAIN; EAR; EYE; FACE; HAIR; NOSE.

Ex: The genesis of this brave new world of solid state logic, in which bibliographic data are reduced to phantasmagoria on the faces of cathode-ray tubes (CRT), extends at most only three-quarters of a decade into the dim past.

Ex: The red ON/OFF switch for the terminal is located at the left side of the screen.

* acabar con mejor cara = end up on + a high note.

* actuar de cara a la galería = play to + the gallery.

* cambiar de cara = arrange + countenance.

* cara a cara = face-to-face [face to face], face-to-face [face to face], double-faced, head-to-head, confrontational, one-on-one, eyeball-to-eyeball, eyeball-to-eyeball confrontation, in person.

* cara B, la = flip side, the.

* cara de póker = poker face, deadpan expression.

* cara de póquer = deadpan expression, poker face.

* cara dura = impudence, effrontery, blatancy, shameless, shamelessness.

* cara expresiva = expressive face.

* cara inexpresiva = poker face.

* cara inmutable = poker face.

* cara larga = straight face.

* cara o cruz = heads or tails.

* cara oculta = underside.

* cara oculta, la = dark side, the.

* carapálida = white man [white men, -pl.].

* caras de Chernoff = Chernoff faces.

* cara seria = straight face.

* con cara de cansado = bleary-eyed.

* con cara de sueño = bleary-eyed.

* con dos caras = double-faced.

* costar un ojo de la cara = cost + the earth, cost + an arm and a leg, cost + a pretty penny, cost + a fortune.

* dar de cara a = front.

* dar un lavado de cara = spruce up.

* dar un ojo de la cara por Algo = give + an eye-tooth for/to.

* de cara a = facing.

* de dos caras = two-sided, two-faced.

* de la cara = facial.

* echar en cara = fault.

* edición cara = hardcover.

* encontrarse cara a cara = come + face to face.

* enfrentamiento cara a cara = eyeball-to-eyeball confrontation.

* enfrentarse a Algo cara a cara = address + Nombre + head-on, meet + Nombre + head-on, tackle + Nombre + head-on, face + Nombre + head-on.

* enfrentarse cara a cara con = go + eyball to eyeball with.

* hacer Algo de cara a la galería = play to + the gallery.

* hacer cara a = brave.

* lavar la cara = spin-doctor.

* lavarse la cara = wash + Posesivo + face.

* otra cara, la = flip side, the.

* pagar un ojo de la cara = pay through + the nose.

* paño para la cara = facecloth, face flannel, washcloth, washrag.

* paño para lavarse la cara = washcloth, facecloth, face flannel, washrag.

* partirse la cara por = work + Reflexivo + to death, work + Reflexivo + to the ground.

* poner a mal tiempo buena cara = keep + Posesivo + chin up.

* sin cara = faceless.

* tener cara de muerto = look like + death warmed (over/up).

* tener la cara de = have + the nerve(s) to, have + the cheek to.

* tener la cara descompuesta = look like + death warmed (over/up).

* tener muy mala cara = look like + death warmed (over/up).

* terminar con mejor cara = end up on + a high note.

* valer un ojo de la cara = cost + the earth, cost + an arm and a leg, cost + a pretty penny, cost + a fortune.

* viento de cara = headwind.

* * *

cara

feminine

A

1 [ Vocabulary notes (Spanish) ] ( Anat) face

esa cara me suena I know that face (from somewhere), that face is familiar

le encuentro cara conocida his face is familiar

mírame a la cara cuando te hablo look at me when I'm talking to you

las mismas caras conocidas the same old faces

no se atreve a decírmelo a la cara he doesn't dare say it to my face

se le rió en la cara she laughed in his face

no pienso mirarlo más a la cara I don't ever want to set eyes on him again

2 ( en locs):

cara a cara face to face

de cara: llevaban el viento de cara they were running ( o riding etc) into the wind

no puedo conducir cuando el sol me da de cara I can't drive with the sun in my eyes

de cara a: se puso de cara a la pared she turned to face the wall, she turned her face to the wall

la campaña de propaganda de cara a las próximas elecciones the advertising campaign for the forthcoming elections

la importancia de estas reuniones de cara a su futuro the importance of these meetings vis-à-vis o for their future

las medidas a tomar (de) cara a esta situación the measures to take in view of o in the light of o vis-à-vis this situation

a cara descubierta openly

cara de pan ( Esp): tiene cara de pan he has a round face o is moon-faced

cara de póquer poker face

cara de poto ( Chi fam) (cara — fea) ugly mug ( colloq); (— de enfermo) pasty face ( colloq); (— larga) long face

cara larga or de dos metros ( fam): puso cara larga (de depresión) he put on o pulled a long face; (de disgusto) he pulled a face

cruzarle la cara a algn to slap sb's face

dar or ( Col) poner la cara: nunca da la cara, siempre me manda a mí he never does his own dirty work, he always sends me

hacen lo que les da la gana y luego tengo que dar la cara yo they do what they want and then I'm the one who has to suffer the consequences

dar or sacar la cara por algn to stand up for sb

echarle or sacarle algo en cara a algn to throw sth back in sb's face

echarle cara a algo ( Esp fam): anímate, échale cara al asunto go on, have a try

echarse algo a la cara ( Esp fam): es lo más antipático que te puedes echar/que me he echado a la cara he's the most unpleasant person you could ever wish to meet/I've ever met ( colloq)

hacerle caritas a algn ( Méx); to give sb the eye

lavarle la cara a algo to give sth a quick once-over

me/le/nos volteó la cara ( AmL) or ( Esp) me volvió la caraor (CS) me dio vuelta la cara she turned her head away, she turned the other way

partirle or romperle or volverle la cara a algn ( fam); to smash sb's face in ( colloq)

partirse la cara por algn: yo me parto la cara por ti I work myself to death o into the ground for you

se parte la cara por sus empleados she really puts herself out for her employees

plantarle cara a algn (resistir) to stand up to sb

no le plantes cara a tu madre don't answer your mother back

por tu cara bonita or (CS) tu linda cara: si crees que por tu cara bonita vas a conseguirlo todo … if you think everything is just going to fall into your lap …

se te/le debería caer la cara de vergüenza you/he should be ashamed of yourself/himself

verse las caras: ha logrado escapar pero ya nos veremos las caras he's managed to escape but he hasn't seen the last of me

los dos boxeadores que se verán las caras el jueves the two boxers who will come face to face o meet on Thursday

volver la cara atrás to look back

cuando se proponía algo no volvía la cara atrás once she decided to do something, she would never look back

Compuesto:

cara a cara

masculine face-to-face o head-to-head debate

B

1

(expresión): no pongas esa cara que no es para tanto don't look like that, it's not that bad

alegra esa cara, vamos come on, cheer up

no pongas cara de bueno don't play o act the innocent

puse cara de circunstancias I tried to look serious

siempre anda con cara de pocos amigos or de vinagre he always has such a sour look on his face

si no pongo cara de perro or de sargento no me hacen caso if I don't look fierce they don't take any notice of me

puso mala cara cuando le pedí que me ayudara he pulled a face when I asked him to help me

tiene cara de cansado/de no haber dormido he looks tired/as if he hasn't slept

tienes mala cara you don't look well

2 (aspecto) look

no me gusta la cara de esa herida I don't like the look of that wound

¡qué buena cara tiene la comida! the food looks delicious!

le cambiará la cara al país it will change the face of the country

C

1 ( Mat) face

2 (de un disco, un papel) side

salió cara it came up heads

cara o cruz or ( Arg) ceca or (Andes, Ven) sello heads or tails

lo echaron a cara o cruz they tossed for it

dos caras de la misma moneda two sides of the same coin

la otra cara de la moneda the other side of the coin

3 (de una situación) face, side

la otra cara del régimen the other face of the regime

D

1 ( fam) (frescura, descaro) nerve ( colloq), cheek ( BrE colloq)

¡qué cara (más dura) tienes! you have some nerve!, you've got a nerve o cheek!

se lo llevó por la cara he just took it quite openly

entraron en la fiesta por la cara they gatecrashed the party ( colloq)

lo dijo con toda la cara del mundo he said it as cool as you like

tiene más cara que espalda he has such a nerve! ( colloq)

2

cara masculine and feminine tb cara dura ( fam) (persona) sassy devil ( AmE colloq), cheeky swine ( BrE colloq)

* * *

cara sustantivo femenino
1
a) (Anat) face;

◊ dímelo a la cara say it to my face;

se le rio en la cara she laughed in his face;
mírame a la cara look at me
b) ( en locs)

◊ cara a cara face to face;

de cara: el sol me da de cara the sun is in my eyes;
se puso de cara a la pared she turned to face the wall, she turned her face to the wall;
dar la cara: nunca da la cara he never does his own dirty work;
dar la cara por algn to stand up for sb;
echarle algo en cara a algn to throw sth back in sb's face;
romperle la cara a algn (fam) to smash sb's face in (colloq
2
a) ( expresión):

◊ no pongas esa cara que no es para tanto don't look like that, it's not that bad;

alegra esa cara cheer up;
le cambió la cara cuando … her face changed when …;
poner cara de bueno to play o act the innocent;
poner cara de asco to make o (BrE) pull a face;
andaba con/puso cara larga (fam) he had/he pulled a long face
b) ( aspecto) look;

◊ tiene cara de cansado he looks tired;

tienes mala cara you don't look well;
¡qué buena cara tiene la comida! the food looks delicious!
3
a) (Mat) face

b) (de disco, papel) side;

cara o cruz or (Arg) ceca or (Andes, Ven) sello heads or tails;
◊ lo echaron a cara o cruz they tossed for it

4 (fam) (frescura, descaro) nerve (colloq), cheek (BrE colloq);
◊ ¡qué cara (más dura) tienes! you have some nerve!

■ sustantivo masculino y femenino: tb
◊ cara dura (fam) ( persona) sassy devil (AmE colloq), cheeky swine (BrE colloq)

caro,-a
I adjetivo expensive, dear
II adverbio (en el precio) el piso nos costó caro, we paid a lot for the flat
(en las consecuencias) pagará caro su desprecio, he'll pay dearly for his scorn
cara
I sustantivo femenino
1 face: quise darle un beso, pero me torció la cara, I wanted to give her a kiss but she turned her face away
2 (expresión del rostro) puse cara de póquer, I tried to look as if nothing was happening
tiene buena/mala cara, he looks good/bad
tienes cara de circunstancias, you look serious
3 familiar (desfachatez) cheek, nerve: ¡qué cara tienes!, what a cheek you've got!
4 (de un folio, disco) side: está escrito por las dos caras, it's written on both sides
5 (anverso de una moneda) right side: ¿cara o cruz?, heads or tails?
echar algo a cara o cruz, to toss (a coin) for sthg
II mf familiar (fresco, descarado) cheeky person
♦ Locuciones: figurado dar la cara, to face the consequences (of one's acts)
figurado dar o sacar la cara por alguien, to stand up for somebody
figurado echarle a alguien algo en cara, to reproach sb for sthg
plantarle cara a alguien, to face up to sb
figurado poner mala cara, to pull a long face
cara a cara, face to face
cara a la pared, facing the wall
de cara, (en dirección a uno, directamente): el sol me da de cara, the sun is right in my face
(a favor) hoy tengo la suerte de cara, this is my lucky day
figurado (de) cara a, (pensando en) with a view to: ya tienen un nuevo modelo de cara al próximo año, they've already got a new model for the following year
(mirando a) facing: una casa cara a la montaña, a house facing the mountain
familiar por la cara, for nothing: quería que hiciese el trabajo por la cara, he wanted me to do the work for nothing
familiar irón por su cara bonita, because they like her face

' cara' also found in these entries:
Spanish:
abotargada
- abotargado
- arruga
- arrugar
- arrugarse
- barba
- bobalicón
- bobalicona
- cachete
- capaz
- comer
- cruz
- decir
- denotar
- estampar
- evanescente
- galería
- incapaz
- jeta
- lavado
- maquillar
- marca
- momentáneamente
- mona
- mono
- ojo
- plantar
- plena
- pleno
- poema
- reconocer
- rozar
- salir
- santa
- santo
- señalar
- simiesca
- simiesco
- sonar
- sur
- taparse
- tête à tête
- ubicar
- vislumbrar
- abotagado
- alargar
- alegrar
- amarillo
- ancho
- apergaminado
English:
angular
- antiallergenic
- ashen
- best
- black
- blank
- bomb
- bright
- brighten
- brim
- carp
- cheek
- close
- coin
- contort
- cost
- cover
- craggy
- deadpan
- dearly
- deflect
- disappointment
- disfigure
- distort
- drawn
- everyplace
- exasperation
- expression
- face
- fall
- familiar
- feature
- flip side
- florid
- flush
- flushed
- forlorn
- freckle
- frightful
- full
- furrow
- furtive
- glow
- glowing
- grin
- head
- hideous
- hollow
- ill
- job

* * *

cara¹ nf

1. [rostro] face;

tiene una cara muy bonita she has a very pretty face;

me ha salido un grano en la cara I've got a spot on my face;

esa cara me suena de algo I remember that face from somewhere, I've seen that face somewhere before;

los atracadores actuaron a cara descubierta the robbers didn't bother covering their faces;

castigar a alguien de cara a la pared to make sb stand facing the wall (as a punishment);

arrugar la cara to screw up one's face;
también Fig
asomar la cara to show one's face;

¡mira quién asoma la cara! look who's here!;

cara a cara face-to-face;

un (encuentro) cara a cara entre los dos candidatos a head-to-head (debate) between the two candidates

2. [expresión, aspecto]
¡alegra esa cara, ya es viernes! cheer up o don't look so miserable, it's Friday!;

cuando se enteró de la noticia, puso muy buena cara when she heard the news, her face lit up;

no supe qué cara poner I didn't know how to react;

¡no pongas mala cara! don't look so miserable!;

cuando le contamos nuestro plan, puso muy mala cara when we told her our plan, she pulled a face;

tener buena/mala cara [persona] to look well/awful;

tiene cara de buena persona she has a kind face, she looks like a nice person;

tener cara de enfadado to look angry;

tienes cara de no haber dormido you look like you haven't slept;

tiene cara de querer comer she looks as if she'd like something to eat;

tiene cara de ponerse a llover it looks as if it's going to rain;

esta comida tiene buena cara this meal looks good

Comp
Esp Fam cara de acelga:
tener cara de acelga to have a pale face;

cara de ángel: [m5] tener cara de ángel to look like an angel;

cara de asco: [m5] poner cara de asco to pull a face, to look disgusted;
Fam cara bonita eye candy, glamourpuss; Fam cara de circunstancias:
puso cara de circunstancias his face took on a serious expression o turned serious;
RP Fam cara de culo:
tener cara de culo to look really Br hacked off o US pissed;
Fam cara de hereje:
tener cara de hereje to have an ugly mug;
Fam cara larga:
poner cara larga to pull a long face;
Esp Fam cara de pascua:
tener cara de pascua to have a happy face;
Fam cara de perro:
no pongas esa cara de perro don't look so miserable;

tiene cara de perro he has an unfriendly face;

un enfrentamiento a cara de perro a crunch match;

cara de pocos amigos: [m5] tener cara de pocos amigos to have an unfriendly face;
Esp Fam cara de póquer:
tener/poner cara de póquer to have/pull a poker face;

cara de tonto: [m5]tener/poner cara de tonto to have/pull a stupid face;
Fam cara de viernes:
tener cara de viernes to have a long face;
Fam cara de vinagre:
tener cara de vinagre to have a sour face

3. [persona] face;

acudieron muchas caras famosas a lot of famous faces were there;

veo muchas caras nuevas I see a lot of new faces here

4. [lado] side;

cara A [de disco] A side

5. Geom face

6. [parte frontal] front

7. [de moneda] heads;
Fig
la otra cara de la moneda the other side of the coin;

cara o cruz o Andes, Ven [m5] sello o RP [m5] ceca heads or tails;

echar algo a cara o cruz to toss (a coin) for sth, US to flip a coin for sth;

si sale cara, elijo yo if it's heads, I get to choose

8. [indicando posición]
cara a facing;

quiero un apartamento cara al mar I want an apartment that looks out on to the sea;

cara al futuro with regard to the future, in future;

cara arriba/abajo face up/down;
Esp
de cara [sol, viento] in one's face;

los ciclistas tenían el viento de cara the cyclists were riding into the wind

9.
de cara a [indicando objetivo] with a view to;

de cara a mejorar with a view to improving

10. Comp

se le cayó la cara de vergüenza she blushed with shame;

¡no sé cómo no se te cae la cara de vergüenza al hablar así a tu madre! you should be ashamed of yourself, talking to your mother like that!;

dar cara a algo to face o confront sth;

dar la cara [responsabilizarse] to face up to the consequences;

siempre que quiere mandar un mensaje me manda a mí, en vez de dar la cara él whenever he has a message to deliver, he always sends me instead of doing it himself;

ya estoy harto de ser yo el que siempre dé la cara I'm fed up of always being the one who takes the flak;

dar la cara por alguien [disculpar] to make excuses for sb;
[defender] to stick up for sb; RP
dar vuelta la cara a alguien to look away from sb;
Fam
decir algo a alguien Esp [m5] a la cara o Am [m5] en la cara to say sth to sb's face;

si tiene algo que decir, que me lo diga Esp [m5] a la cara o Am [m5] en la cara if she has something to say to me, she can say it to my face;
Fam
echar algo en cara a alguien to reproach sb for sth;
Esp Fam
es lo más grosero/estúpido que me he echado a la cara he's the rudest/most stupid person I've ever met;
Fam
hacer cara a to stand up to;

lavar la cara a algo to make cosmetic changes to sth;

mirar a alguien a la cara to look sb in the face;
Fam
partir la cara a alguien to smash sb's face in;
Esp
plantar cara a alguien to confront sb;
Andes, RP
poner la cara [responsabilizarse] to face up to the consequences;
Esp Fam
por la cara: entrar por la cara [sin pagar] to get in without paying;
[sin ser invitado] to gatecrash; Fam
por su cara bonita, por su linda cara: le dieron el trabajo por su cara bonita o [m5] por su linda cara she got the job because her face fitted;

reírse de alguien en su cara to laugh in sb's face;

en mi cara no se me ríe nadie nobody laughs at me to my face;
Fam
romper la cara a alguien to smash sb's face in;

sacar la cara por alguien to stick up for sb;

saltar a la cara to be blindingly obvious;

tener dos caras to be two-faced;

verse las caras [pelearse] to have it out;
[enfrentarse] to fight it out; Andes
voltear la cara a alguien to look away from sb

cara² Fam

♦ nf
[desvergüenza] cheek, nerve;
tener la cara de hacer algo to have the nerve to do sth;

tener mucha cara, tener la cara muy dura to have a lot of cheek o nerve, Br to have a real brass neck;

¡qué cara más dura! what a cheek o nerve!;

¡qué cara, ahora me echa las culpas a mí! the cheek of it! now he's trying to put the blame on me!;

¡hay que tener cara para decir eso! what a cheek o nerve to say a thing like that!;

Comp
Esp
tener más cara que espalda to have a cheek o nerve

♦ nmf
Fam
ser un(a) cara (dura) to have a lot of cheek o nerve, Br to have a real brass neck

* * *

cara

f

1 face;

a cara descubierta not wearing a mask;

cara a algo facing sth;

cara a cara face to face;

en el cara a cara face to face;

de cara a facing; fig with regard to;

de cara al exterior on the surface, outwardly;

hacer cara a face up to;

dar la cara face the consequences;

sacar la cara por alguien stick one’s neck out for s.o.;

plantar cara a stand up to;

echar algo en cara a alguien remind s.o. of sth;

decir algo en o

a la cara de alguien say sth to s.o.’s face;

lo hizo por su cara bonita o

por su linda cara fig he did it just because he felt like it;

cruzar la cara a alguien slap s.o. in the face, slap s.o.’s face;

romper o

partir la cara a alguien pop smash s.o.’s face in;

¡nos veremos las caras! you haven’t heard the last of this!;

tenían el viento/el sol de cara they had the wind in their faces/the sun in their eyes;

todo le sale de cara everything goes right for him

2 ( expresión) look;

tiene cara de pocos amigos he doesn’t look very friendly;

tiene cara de preocupación/alegría he looks worried/happy;

cara larga long face;

tener buena/mala cara de comida look good/bad; de persona look well/sick;

poner buena cara a mal tiempo look on the bright side

3 fig

nerve;

tener cara dura have a nerve

4

:

la otra cara de la moneda fig the other side of the coin

* * *

cara nf

1) : face

2) aspecto: look, appearance

¡qué buena cara tiene ese pastel!: that cake looks delicious!

3) fam : nerve, gall

4)

cara a or

de cara a : facing

5)

de cara a : in view of, in the light of

* * *

cara n

1. (en general) face

tiene una cara muy bonita she's got a really nice face

¿veo una cara nueva? do I see a new face?

2. (de página, disco) side

no escribas por la otra cara del folio don't write on the other side of the sheet

un cubo tiene seis caras a cube has got six sides

3. (expresión) look

tenía mala cara she didn't look well

tienes cara de sueño you look tired

4. (descaro) cheek / nerve

tuvo la cara de pedirme un favor he had the cheek to ask me a favour

¡vaya cara! what a cheek!

cara a cara face to face

¿cara o cruz? heads or tails?

de cara (sol) in your eyes (viento) against you

el sol me daba de cara the sun was (shining) in my eyes

tenemos el viento de cara we've got the wind against us

de cara a (mirando) facing (con vistas a) with a view to

está castigado de cara a la pared he's got to stand facing the wall

echar a cara o cruz to toss for it

Spanish-English dictionary > cara
3 sin

prep.

without.

buscan gente sin experiencia previa they are looking for people with no o without previous experience

sin alcohol alcohol-free

ha escrito cinco libros sin (contar) las novelas he has written five books, not counting his novels

está sin hacer it hasn't been done yet

estamos sin vino we're out of wine

muchos se quedaron sin casa a lot of people were left homeless, a lot of people lost their homes

lleva tres noches sin dormir she hasn't slept for three nights

sin que without

sin que nadie se enterara without anyone noticing

sin más (ni más) just like that

m.

INS, Immigration and Naturalization Service.

* * *

sin

► preposición

1 (carencia) without

2 (además de) not counting

\

FRASEOLOGÍA

estar sin algo to be out of something

■ estamos sin leche we're out of milk

estar sin + inf not to have been + past participle

■ está sin planchar it hasn't been ironed

■ estaba todo sin acabar it was all unfinished

■ estoy sin comer nada desde las ocho I haven't eaten anything since eight o'clock

quedarse sin algo to run out of something

seguir sin to still not

■ sigue sin saberlo she still doesn't know

■ sigo sin entenderlo I still can't understand it

sin casar unmarried

sin lo cual otherwise

sin más ni más without further ado

sin que + subjuntivo without + - ing

■ entró sin que lo oyéramos he came in without us hearing him

sin querer accidentally, by mistake

■ lo hizo sin querer he didn't mean to do it

sin vergüenza shameless

* * *

prep.

without

- sin embargo

* * *

1. PREP

1) [seguido de sustantivo, pronombre] without

¿puedes abrirla sin llave? — can you open it without a key?

lo hice sin la ayuda de nadie — I did it without anybody's help

llevamos diez meses sin noticias — it's been ten months since we've had any news, we've been ten months without news

parejas jóvenes, sin hijos — young couples with no children

cerveza sin alcohol — alcohol-free beer, non-alcoholic beer

un producto sin disolventes — a solvent-free product

un vestido sin tirantes — a strapless dress

los sin techo — the homeless

un hombre sin escrúpulos — an unscrupulous man

agua mineral sin gas — still mineral water

• estar sin algo, estuvimos varias horas sin luz — we had no electricity for several hours

estoy sin dinero — I've got no money

• quedarse sin algo — (=terminarse) to run out of sth; (=perder) to lose sth

me he quedado sin cerillas — I've run out of matches

se ha quedado sin trabajo — he's lost his job

sin papeles — SMF illegal immigrant

2) (=no incluyendo) not including, excluding

ese es el precio de la bañera sin los grifos — that is the price of the bath, excluding o not including the taps

cuesta 550 euros, sin IVA — it costs 550 euros, exclusive of VAT o not including VAT

3) + infin

a) [indicando acción]

se fueron sin despedirse — they left without saying goodbye

murió sin haber hecho testamento — he died without having made a will

nos despedimos, no sin antes recordarles que... — (TV) before saying goodnight we'd like to remind you that...

no me gusta estar sin hacer nada — I don't like having nothing to do, I don't like doing nothing

b) [indicando continuidad]

son las doce y el cartero sin venir — it's twelve o'clock and the postman still hasn't come

• llevan mucho tiempo sin hablarse — they haven't spoken to each other for a long time

llevamos dos meses sin cobrar — we haven't been paid for two months

• seguir sin, las camas seguían sin hacer — the beds still hadn't been made

sigo sin entender para qué sirven — I still don't understand what they are for

c) [tras sustantivo pasivo]

un montón de recibos sin pagar — a pile of unpaid bills

4)

• sin que — + subjun without

salieron sin que nadie se diera cuenta — they left without anyone realizing

sin que él lo sepa — without him knowing, without his knowing

no lo haré sin que me lo pidan — I won't do it unless they ask me to

2.

SF (=cerveza sin alcohol) alcohol-free beer

* * *

preposición

1) without

lo tomo sin azúcar — I don't take sugar

seguimos sin noticias — we still haven't had any news

sin previo aviso — with no advance warning

salta! sin miedo! — jump! don't be scared!

agua mineral sin gas — still mineral water

cerveza sin alcohol — non-alcoholic beer, alcohol-free beer

una pareja sin hijos — a couple with no children, a childless couple

me quedé sin pan — I ran out of bread

se quedó sin trabajo — he lost his job

2)

a)

sin + inf — ( con significado activo) without -ing

se fue sin pagar — he left without paying

son diez sin contar éstos — there are ten not counting these (ones)

estuvo una semana sin hablarme — she didn't speak to me for a week

sigo sin entender — I still don't understand

la pisé sin querer — I accidentally trod on her foot

a la cama sin cenar — off to bed without dinner

b)

sin + inf — ( con significado pasivo)

preguntas sin contestar — unanswered questions

esto está aún sin terminar — it still isn't finished

3)

sin que + subj: no voy a ir sin que me inviten I'm not going if I haven't been invited; quítaselo sin que se dé cuenta — get it off him without his o without him noticing

* * *

= without.

Ex. Without AACR is doubtful whether computerised cataloguing would have been implemented so relatively painlessly and successfully = Sin las RCAA es dudoso que la catalogación automatizada se hubiera implementado tan fácilmente y con tanto éxito, relativamente hablando.

----

* abogado sin escrúpulos = shyster.

* acercarse sin ser visto = sidle up to.

* afable pero sin sinceridad = suave.

* agua sin gas = still water.

* andar sin prisa = mosey.

* arreglárselas sin = live without, get along without.

* aunque sin ningún resultado = but (all) to no avail.

* barato pero sin avergonzarse de ello = cheap and cheerful.

* biblioteca sin muros = library without walls.

* biblioteca sin paredes = library without walls.

* bordado sin consido = needlepoint lace.

* callejón sin salida = blind alley, catch 22, cul-de-sac, dead end, impasse.

* camino sin rumbo = the road to nowhere.

* casi sin previo aviso = without much notice.

* coche sin caballos = horseless carriage automobile, horseless carriage.

* colocado sin escalón entre pieza y pieza = edge-flush.

* continuar sin detenerse = go straight ahead.

* conversación sin trascendencia = small-talk.

* decir rápidamente sin parar = rattle off.

* dejar a Alguien sin aliento = leave + Nombre + breathless.

* dejar sin cambiar = leave + unchanged.

* dejar sin hacer = leave + undone.

* dejar sin referente a una referencia anafórica = dangle + anaphoric reference.

* dejar sin tocar = leave + Nombre + alone.

* dejar sin trabajo = put + Nombre + out of work.

* demanda sin variaciones = inelastic demand.

* demostrar sin lugar a dudas = prove + conclusively.

* demostrar sin ninguna duda = demonstrate + beyond any doubt, prove + beyond any doubt, prove + beyond all doubt.

* demostrar sin ningún género de duda = demonstrate + beyond (all) doubt, demonstrate + emphatically, demonstrate + beyond any doubt, prove + beyond any doubt, prove + beyond any doubt.

* desarrollarse sin problemas = go + smoothly.

* estar sin vivir = be worried sick.

* evaluación sin intervención del examinador = unobtrusive testing.

* hablando sin rodeos = crudely put.

* hablar sin parar = burble on.

* hablar sin ser entendido = speak in + tongues.

* hacerlo sin la ayuda de nadie = do + it + on + Posesivo + own.

* homicidio sin premeditación = manslaughter.

* ir a un Sitio sin prisa = mosey.

* lanzarse sin ton ni son = dive + head-first.

* más largo que un día sin pan = as long as (my/your) arm.

* medicamento sin receta médica = over the counter medicine.

* método de la media sin ponderar = unweighted means method.

* nación sin estado = stateless nation.

* noche sin poder dormir = sleepless night.

* no hay dos sin tres = things + come in threes.

* no miel sin hiel = no pain, no gain.

* no sin fundamento = not without basis.

* oficina sin papel = paperless office.

* papel sin acidez = acid-free paper.

* pasar desadvertido, pasar sin ser visto = sneak under + the radar.

* pasar sin = live without, live without.

* pasar sin ser visto = go + unnoticed.

* película sin fin = filmloop [film loop/film-loop].

* permanecer sin cambios = remain + unchanged.

* permanecer sin especificar = remain + undefined.

* pero sin conseguirlo = but no dice.

* pero sin suerte = but no dice.

* persona sin problemas de vista = sighted person.

* personas sin hogar = homelessness.

* personas sin techo = homelessness.

* político sin escrúpulos = shyster.

* pozo sin fondo = bottomless pit.

* pregunta sin respuesta = unanswerable question.

* publicación sin papel = paperless publishing.

* quedarse sin aliento = run out of + breath.

* quedarse sin habla = stun into + speechlessness.

* quedarse sin negocio = go out of + business.

* quedarse sin palabras = stun into + speechlessness.

* rechazar sin más = dismiss + out of hand.

* referencia anafórica sin referente = dangling anaphoric reference.

* rima sin sentido = nonsense, nonsense verse.

* salir sin ser visto = slip out.

* sin abrir = unopened.

* sin abrirse = unfolded.

* sin abrochar = undone.

* sin acabar = unfinished.

* sin acentuar = unaccented.

* sin acontecimientos que destacar = uneventful.

* sin adornos = unadorned, unvarnished.

* sin afectar = unaffected.

* sin afeitar = unshaven.

* sin afeitar desde hace varios días = stubbly [stubblier -comp., stubbliest -sup.].

* sin afiliación a un partido político = non-partisan [nonpartisan].

* sin afiliación religiosa = non-sectarian [nonsectarian].

* sin agua = waterless.

* sin aguja = needleless.

* sin ajustar = unadjusted, loosely hanging, baggy [baggier -comp., baggiest -sup.], saggy [saggier -comp., saggiest -sup.].

* sin alcohol = alcoholfree.

* sin aliento = breathlessly, breathless.

* sin alinear = unjustified.

* sin alterar = unaltered, unmodified.

* sin ambigüedad = unambiguous.

* sin amor = loveless.

* sin analizar = unexamined, unanalysed.

* sin ánimo = despondently.

* sin ánimo de lucro = non-profit [nonprofit], non-profit making, not-for-profit, generously.

* sin apenas ser oído = as quiet as a mouse.

* sin apoyo = unsupported.

* sin apretar = loosely hanging, baggy [baggier -comp., baggiest -sup.], saggy [saggier -comp., saggiest -sup.].

* sin árboles = treeless.

* sin arreglo = beyond repair.

* sin arrepentimiento = no-looking-back.

* sin asignar = unallocated.

* sin asignar todavía = unassigned.

* sin asimilar = undigested.

* sin atajar = unconfronted.

* sin atractivo = unattractive.

* sin atrasos = paid-up, in good standing.

* sin autorización = unauthorised [unauthorized, -USA], unlicensed.

* sin avergonzarse = unashamed.

* sin avisar = unannounced, out of the blue, like a bolt out of the blue, like a bolt from the blue.

* sin aviso previo = without warning.

* sin ayuda = unaided, unassisted.

* sin ayuda de nadie = all by + Reflexivo, by + Reflexivo.

* sin barba = beardless.

* sin barnizar = unvarnished.

* sin base = unsupported, ill-founded.

* sin blanca = broke, skint.

* sin blanquear = unbleached.

* sin blindar = unshielded.

* sin bombo(s) ni platillo(s) = without much ado.

* sin brillo = dull, tarnished.

* sin cabeza = headless, decapitated.

* sin cables = wireless.

* sin cafeina = decaffeinated.

* sin calorías = calorieless.

* sin cambio = inviolate.

* sin cambios = monotone, stable, undisturbed, unchanged, unmodified, unaltered, unedited.

* sin cancelar = uncancelled.

* sin canjear = unredeemed.

* sin cansancio = indefatigably.

* sin capacidad de discernimiento = undiscriminating.

* sin cara = faceless.

* sin carácter = boneless, spineless.

* sin carne = meatless.

* sin castigo = impunitive, unpunished.

* sin catalogar = uncatalogued [uncataloged, -USA].

* sin causa alguna = for no reason, for no specific reason, for no particular reason, for no good reason.

* sin causa aparente = for no apparent reason, for apparently no reason.

* sin causa justificada = without justified reason.

* sin causar daño = harmlessly.

* sin ceremonias = unceremonious, unceremoniously.

* sin cerrar con llave = unlocked.

* sin certeza de cobrar = on spec.

* sin cesar = steadily.

* sin clases sociales = classless.

* sin clavos = studless.

* sin clemencia = mercilessly.

* sin cobrar = free of charge, unredeemed, uncollected.

* sin cohesión = scrappily, scrappy [scrappier -comp., scrappiest -sup.], bitty [bittier -comp., bittiest -sup.].

* sin cohibiciones = unselfconsciously.

* sin cola = ecaudate.

* sin columnas = single-column.

* sin comentar = unannotated.

* sin comerlo ni beberlo = without having anything to do with it.

* sin comérselo ni bebérselo = without having anything to do with it.

* sin compasión = mercilessly.

* sin complicaciones = smoothly, boilerplate [boiler plate], uncomplicated, straightforward, uncomplicatedly, hassle-free.

* sin comprimir = uncompressed.

* sin comprobar = untested.

* sin compromiso = without obligation, fancy-free.

* sin compromisos = with no strings attached.

* sin concluir = unfinished.

* sin concretar = to be decided.

* sin condiciones = unconditionally.

* sin condiciones especiales = with no strings attached.

* sin confirmar = unconfirmed, unsubstantiated, unvalidated, to be confirmed.

* sin conocer = ignorant of.

* sin conocimiento = unconscious.

* sin conocimiento de causa = unbeknown to, unbeknownst to.

* sin conservar información sobre las consultas realizadas anteriormente = stateless.

* sin conservar información sobre las consultas realizadas anterior = stateless.

* sin constancia de ello = unrecorded.

* sin consumir = nonconsumptive.

* sin contacto = non-contact.

* sin contaminar = untainted, uncontaminated.

* sin contar = not including, excluding.

* sin contar con = in the absence of.

* sin contenido = contentless, trivial.

* sin contratiempos = smoothly.

* sin control = uncontrolled.

* sin controlar = unsupervised.

* sin convicción = doubtfully, lamely.

* sin coordinación = uncoordinated [unco-ordinated].

* sin corregir = unamended, uncorrected, unrevised.

* sin correlacionar = uncorrelated.

* sin corroborar = unsubstantiated.

* sin cortapisas = untrammelled.

* sin cortar = uncut.

* sin coscarse = without batting an eyelid, without turning a hair.

* sin costas = land-bound [landbound], land-locked [landlocked].

* sin coste alguno = at no personal cost, at no cost, without cost, costless, without charge, free of charge, free of cost, cost free, for free, at no charge.

* sin costo adicional alguno = at no extra charge, at no extra cost, at no extra charge.

* sin costuras = seamless.

* sin crecimiento = non-growth.

* sin créditos = non-credit.

* sin criterio alguno = indiscriminate, indiscriminately.

* sin cuajar = runny [runnier -comp., runniest -sup.].

* sin cuantificar = unmeasured.

* sin cubrir = unfilled.

* sin cuestionarlo = uncritically.

* sin cultura = uncultured.

* sin daños = undamaged.

* sin dar basto = left, right and centre.

* sin darle importancia = airily.

* sin darme cuenta = before I know what's happened.

* sin darnos cuenta = out of sight.

* sin darse cuenta = inadvertently, unwittingly, unknowingly, without realising, without noticing, unconsciously.

* sin debatir = undiscussed.

* sin decir nada = dumbly.

* sin decir ni mú = as quiet as a mouse.

* sin decir ni pío = as quiet as a mouse.

* sin decir una palabra = without saying a word.

* sin defecto = untainted, unblemished.

* sin dejar huella = into thin air.

* sin dejar nada fuera = the works!.

* sin dejar rastro = into thin air.

* sin dejarse amedrentar por = undaunted by.

* sin dejarse amilanar por = undaunted by.

* sin dejarse desanimar = undaunted.

* sin dejarse intimidar por = undaunted by.

* sin delimitar = unmapped.

* sin demora = on the spot, straight away, without delay, at short notice, promptly, right away, at once.

* sin demorarse un (solo) minuto = without a moment wasted, without a wasted moment, without a minute wasted, without a wasted minute.

* sin demoras = in a timely fashion, in a timely manner.

* sin desarrollar = undeveloped.

* sin descansar = without (a) rest.

* sin descanso = relentlessly, restlessly, breathlessly, unabated, without a break, without (a) rest, day in and day out, without respite.

* sin descanso, sin un descanso, sin parar, sin descansar, sin interrupción = without a break.

* sin descubrir = undiscovered.

* sin descuento = undiscounted.

* sin desdoblarse = unfolded.

* sin desearlo = unwantedly.

* sin desgastar = unworn.

* sin desperdiciar un (solo) minuto = without a moment wasted, without a wasted moment, without a minute wasted, without a wasted minute.

* sin determinación de culpabilidad = no-fault.

* sin determinar = undefined.

* sin detonar = unexploded.

* sin deudas = debt free.

* sin dientes = toothless.

* sin diferencias = undifferentiated.

* sin dificultad = without difficulty.

* sin dificultad alguna = without a hitch.

* sin diluir = undiluted.

* sin dinero = impecunious.

* sin dinero en metálico = cashless.

* sin discapacidad = able-bodied.

* sin discapacidades = able-bodied.

* sin disciplina = undisciplined, ill-disciplined.

* sin discriminar = indiscriminate, on equal terms.

* sin discutir = no arguments!, undiscussed.

* sin disminuir = non-decreasing, unabated.

* sin disolver = undiluted.

* sin disponer de = in the absence of.

* sin división espacial = spatially unstructured.

* sin doblarse = unfolded.

* sin documentar = undocumented.

* sin dolor = painless.

* sin domicilio fijo = of no fixed abode.

* sin drenar = undrained.

* sin duda = doubtless, no doubt, of course, surely, to be sure, undoubtedly, indubitably, without a doubt, without doubt, no mistake, hands down.

* sin duda alguna = without any doubt.

* sin dudar = without a doubt.

* sin dudarlo = without hesitation.

* sin editar = unedited.

* sin el menor asomo de duda = without a shadow of a doubt, beyond a shadow of a doubt, beyond a shadow of a doubt.

* sin embargo = however, nevertheless, still, yet, that being said, all this said.

* sin emitir humo = smokeless.

* sin empleo = jobless.

* sin encuadernar = unbound.

* sin energía = lethargic.

* sin engorros = hassle-free.

* sin entallar = loosely hanging, baggy [baggier -comp., baggiest -sup.], saggy [saggier -comp., saggiest -sup.].

* sin enterrar = unburied.

* sin entusiasmo = half-hearted [halfhearted].

* sin envolver = unwrapped.

* sin errores = error-free.

* sin escatimar = without stint, unstintingly.

* sin escenificar = unproduced.

* sin escrúpulos = unscrupulous, unconscionable, without scruples, unprincipled.

* sin escurrir = undrained.

* sin esfuerzo = effortless, effortlessly.

* sin esfuerzo alguno = effortlessly.

* sin especializar = non-specialised.

* sin especificar = unspecified.

* sin esperanza = hopeless, dispiritedly, hopelessly.

* sin esperarlo = out of the blue, like a bolt out of the blue, like a bolt from the blue.

* sin espinas = boneless.

* sin estar obstaculizado por = untrammelled by.

* sin estilo = dowdy [dowdier -comp., dowdiest -sup.].

* sin estructura = unstructured.

* sin estudios = ill-educated.

* sin evaluar = unevaluated.

* sin examinar = unexamined.

* sin exceder el presupuesto = budgetable.

* sin excepción = without exception, without fail.

* sin excesivo rigor = loosely.

* sin excusa justificada = unexcused.

* sin existencias = out-of-stock.

* sin éxito = unsuccessful.

* sin experiencia = inexperience, callow [callower -comp., callowest -sup.].

* sin explicar = unexplained.

* sin explorar = unexplored.

* sin explotar = untapped, unexploded.

* sin extras = no-frills.

* sin fallar = without fail.

* sin fallos = flawlessly.

* sin falta = without fail.

* sin fecha = undated.

* sin fechar = undated.

* sin fianza = without bail.

* sin fin = never-finishing, never-ending, bottomless, interminably, unending.

* sin finalidad = purposeless.

* sin financiación = unfunded.

* sin fines lucrativos = non-profit [nonprofit], non-profit making.

* sin firma = unsigned.

* sin firmar = unsigned.

* sin fondo = bottomless.

* sin forma = bodilessly, formless.

* sin formación = ill-educated.

* sin formación previa = untrained.

* sin forrar = uncovered.

* sin fronteras = borderless.

* sin fundamento = unwarranted, unsupported, ungrounded, without foundation, without basis.

* sin fundamento alguno = without any basis.

* sin ganas = half-heartedly.

* sin gastos = no cost(s).

* sin grabar = unengraved.

* sin gracia = dowdy [dowdier -comp., dowdiest -sup.].

* sin grasa = nonfat.

* sin grasas = nonfat, fat free.

* sin guardar una correlación = uncorrelated.

* sin haber contacto = non-contact.

* sin haber pasado por la calandria = uncalendered.

* sin habla = speechless.

* sin hacer = undone.

* sin hacer caso = regardless.

* sin hacer distinciones = one size fits all.

* sin hacer ruido = as quiet as a mouse, furtively, softly.

* sin herrar = unshod.

* sin hilación = rambling.

* sin hogar = homeless.

* sin hueso = boneless.

* sin humo = smokeless.

* sin humor = humourless [humorless, -USA].

* sin humos = smoke-free.

* sin idea = clueless.

* sin ideas preconcebidas = open mind.

* sin identificar = unidentified, unmapped, unnamed.

* sin igual = unequalled, unexampled, unsurpassed, unique unto itself, unrivalled [unrivaled, -USA], without equal, matchless.

* sin impedimentos = unimpeded.

* sin importancia = negligible, unimportant, trifling, immaterial, of no consequence.

* sin importar = regardless of, independently of, disregarding.

* sin importar + Adjetivo/Adverbio + que sea = however + Adjetivo/Adverbio.

* sin importar el tiempo = all-weather.

* sin importar las consecuencias = regardless of the consequences.

* sin importar qué = no matter what/which.

* sin impuestos = duty-free, tax-free.

* sin impurezas = purified.

* sin incluir = unlisted, exclusive of, not including, excluding.

* sin incluir las comidas = self-catering.

* sin índice = indexless.

* sin + Infinitivo = without + Gerundio.

* sin información sobre el estado anterior = stateless.

* sin inhibiciones = uninhibited.

* sin inmutarse = undeterred, impassively, without batting an eyelid, without turning a hair.

* sin intención = involuntarily.

* sin interés = unexciting, uninteresting, unmoving, vapid.

* sin interrupción = continuously, without a break, without (a) rest, in an unbroken line.

* sin interrupciones = in a single phase.

* sin intervención de un intermediario = disintermediated.

* sin intervención directa = nonobtrusive.

* sin investigar = unresearched.

* sin justificación = unreasonably, unjustified.

* sin justificación alguna = wantonly.

* sin justificar = unjustified.

* sin la amenaza de = unthreatened (by).

* sin la ayuda de nadie = single-handed, single-handedly.

* sin la debida autorización = unauthorised [unauthorized, -USA], warrantless.

* sin la debida consideración = without due consideration.

* sin la más mínima duda = without the shadow of a doubt, without a shadow of a doubt.

* sin la más mínima duda = beyond a shadow of a doubt.

* sin la menor duda = no mistake, no doubt.

* sin la menor idea = clueless.

* sin la menor sombra de duda = without a shadow of a doubt.

* sin la suficiente financiación = underfinanced [under-financed].

* sin lavar = unwashed.

* sin leer = unread.

* sin levadura = unleavened.

* sin licencia = unlicensed.

* sin líder = leaderless.

* sin limitaciones = without stint, without limit.

* sin límite = without limit, without stint, interminably.

* sin límite(s) = unbounded, unfettered, unstinting, unstintingly, the sky is the limit.

* sin litoral = land-bound [landbound], land-locked [landlocked].

* sin llamar la atención = inconspicuously.

* sin lógica ni explicación = without rhyme or reason.

* sin lugar a dudas = conclusively, undeniably, unquestionably, without any doubt, by all accounts, no mistake, no doubt, without a shadow of a doubt, beyond a shadow of a doubt, to be sure.

* sin lujos = no-frills.

* sin luna = moonless.

* sin luz de luna = moonless.

* sin madera = woodfree.

* sin madurar = unripened.

* sin maldad = guileless.

* sin malicia = guileless.

* sin mancha = unblemished, untainted, stainless.

* sin mangas = sleeveless.

* sin mantenimiento = maintenance-free.

* sin marcar = unpriced.

* sin marca registrada = non-proprietary.

* sin más = out of hand, unceremoniously, unceremonious.

* sin más dilación = without (any) further ado, without (any) more ado, without warning.

* sin más ni más = unceremoniously, unceremonious, for the love of it, without much ado.

* sin más preámbulos = without (any) further ado, without (any) more ado.

* sin medir = unmeasured.

* sin mencionar = not to mention, not to say, not to speak of.

* sin meternos en el hecho de que = to say nothing of.

* sin mezcla = unmixed.

* sin mezclar = unmixed.

* sin miedo = with confidence.

* sin miramientos = unceremoniously.

* sin misericordia = ruthlessly.

* sin modificar = unmodified, unaltered, unedited.

* sin molestias = hassle-free.

* sin motivo alguno = wantonly.

* sin motivo aparente = for no apparent reason, for apparently no reason.

* sin motivo justificado = without justified reason.

* sin moverse del sitio = in place.

* sin movimiento = unmoving, motionless.

* sin mucha antelación = at short notice.

* sin mucha anticipación = at short notice.

* sin mucha dificultad = painlessly.

* sin muchas contemplaciones = unceremoniously.

* sin muchos inconvenientes = without much grudging.

* sin nada de gracia = unfunny.

* sin nada que destacar = uneventful.

* sin necesidad de ello = gratuitous, gratuitously.

* sin necesidad de pensar = thought-free.

* sin ninguna duda = without question, without any doubt, beyond doubt, beyond any doubt, no mistake, no doubt.

* sin ningún cosste = without cost.

* sin ningún coste = without charge, free of charge, at no cost, free of cost, cost free, for free, costless, at no charge.

* sin ningún esfuerzo = effortlessly.

* sin ningún esfuerzo mental = thought-free.

* sin ningún género de duda = without any doubt whatsoever, without any doubt whatsoever.

* sin ningún género de dudas = indisputably.

* sin ningún motivo = for no reason, for no specific reason, for no particular reason, for no good reason.

* sin ningún nivel de especialización = unskilled.

* sin ningún otro motivo = (just) for the hell of (doing) it.

* sin ningún remedio posible = beyond redemption.

* sin ningún reparo = unabashed.

* sin ningún resultado = to no avail, without any avail, of no avail.

* sin ningún tipo de restricciones = no holds barred.

* sin nombrar = unnamed.

* sin norte = aimless, off course, rudderless.

* sin notar la diferencia = seamlessly, seamless.

* sin nubes = unclouded, uncloudy, cloudless.

* sin numeración = unnumbered.

* sin numerar = unnumbered.

* sin obligaciones = at leisure.

* sin obstáculos = unchecked, unhindered, unimpeded, unobstructed.

* sin obstáculos de por medio = uncluttered.

* sin obstrucciones = unobstructed.

* sin olor = odourless [odorless, -USA].

* sin olvidar = not to mention.

* sin operario = unmanned.

* sin oposición = without opposition, unchallenged, unopposed.

* sin orden = unordered.

* sin ordenar = unordered, unsorted.

* sin orden ni concierto = higgledy-piggledy, without rhyme or reason.

* sin originalidad = unoriginal.

* sin palabras = wordless.

* sin papel = paperless.

* sin par = unequalled, unexampled, unsurpassed, unique unto itself, unique, without peer, unrivalled [unrivaled, -USA], without equal, matchless.

* sin paralelo = unparalleled.

* sin parangón = unparalleled, unequalled, without peer, matchless.

* sin parar = steadily, non-stop, without a break, without (a) rest, on-the-go, interminably, without respite, without stopping.

* sin parar a pensárselo = off-hand [offhand].

* sin pararse a pensar = off-the-cuff, off the top of + Posesivo + head.

* sin patente = non-proprietary.

* sin pausa = breathlessly.

* sin peculio = impecunious.

* sin peligro alguno = safely.

* sin pelo = hairless.

* sin pelos en la lengua = outspokenly.

* sin pensar = mindlessly.

* sin pensar (en) = unmindful of, with little or no thought of, without thinking (about).

* sin pensarlo = spur-of-the-moment, on the spur of the moment.

* sin pensarlo demasiado = off-the-cuff, off the top of + Posesivo + head.

* sin pensarlo detenidamente = out of + Posesivo + head.

* sin pensarlo mucho = off the top of + Posesivo + head, right off the bat.

* sin pensárselo = spur-of-the-moment, on the spur of the moment.

* sin pensárselo dos veces = without a second thought, spur-of-the-moment, on the spur of the moment, at the drop of a hat.

* sin pepitas = seedless.

* sin percatarse = without realising, without noticing, unconsciously, unknowingly, unwittingly.

* sin perder de vista = with an eye on.

* sin perder un (solo) minuto = without a moment wasted, without a wasted moment, without a minute wasted, without a wasted minute.

* sin pérdida = lossless.

* sin perjuicio de = notwithstanding.

* sin perjuicios = open mind.

* sin permiso = without permission, unlicensed.

* sin pestañear = impassively, without batting an eyelid, without turning a hair.

* sin pico = flat-topped.

* sin piedad = ruthlessly, remorseless, mercilessly.

* sin piel = skinless.

* sin pies ni cabeza = without rhyme or reason.

* sin pistas = clueless.

* sin planificar = unplanned.

* sin poblar = unpopulated.

* sin poder contenerse = helplessly.

* sin poder dormir = sleepless.

* sin poder extinguirlo = inextinguishably.

* sin poder hacer nada = helplessly.

* sin poner en duda la veracidad de Algo temporalmente = suspension of disbelief.

* sin poner en escena = unproduced.

* sin ponerlo en duda = uncritically.

* sin ponerse en duda = unquestioned.

* sin precedente = unparalleled, unexampled.

* sin precedentes = unprecedented, record breaking, record-high, all-time.

* sin precio = unpriced.

* sin preguntar = unasked.

* sin prejuicios = open-minded, fair-minded [fairminded].

* sin prentesiones = unpretentious.

* sin preocupaciones = carefree, worry-free.

* sin preparación técnica = non-technical.

* sin préstamo = non-circulating [noncirculating].

* sin prestar atención = mindlessly.

* sin pretensiones = unassuming, humble [humbler -comp., humblest -sup.].

* sin previo aviso = unannounced, without warning, without notice, without prior notice, without prior notification, on spec, at the drop of a hat, without (any) further notice.

* sin principios = unscrupulous, unprincipled.

* sin prisa(s) = unhurriedly, leisurely.

* sin problemas = smoothly, smooth [smoother -comp., smoothest -sup.], problem-free, trouble free [trouble-free], without a hitch, unproblematically, carefree, without difficulty, in good standing.

* sin problemas de vista = sighted.

* sin procesar = unprocessed.

* sin propiedades = propertyless.

* sin propiedad rural = landless.

* sin protección = unprotected.

* sin provocación = unprovoked.

* sin publicar = unpublished.

* sin pulir = unpolished.

* sin quejarse = uncomplaining, uncomplainingly.

* sin quemar = unburned.

* sin querer = involuntarily, unwilling, by accident, accidentally, unintentionally, unwantedly.

* sin querer + Infinitivo = unwilling to + Infinitivo.

* sin quererlo = unwantedly.

* sin que se entienda = slurred.

* sin que se note la diferencia = seamlessly.

* sin rabo = ecaudate.

* sin razón = wanton, for no reason, for no specific reason, for no particular reason, for no good reason.

* sin razón alguna = for no reason, for no specific reason, for no particular reason, for no good reason.

* sin razón aparente = for no apparent reason, for apparently no reason.

* sin razón justificada = for no reason, for no specific reason, for no good reason.

* sin razón justificda = for no particular reason.

* sin recelo = with confidence.

* sin receta médica = over the counter.

* sin reclamar = unredeemed.

* sin recoger = uncollected.

* sin reconocer = unrecognised [unrecognized, -USA].

* sin reconocimiento de créditos = non-credit.

* sin recopilar = uncollected.

* sin recursos = resource-starved.

* sin refinar = unrefined.

* sin reflexionar = rashly.

* sin registrar = unlisted.

* sin reglamentar = unregulated.

* sin regular = unregulated.

* sin regularizar = unregulated.

* sin relación = unrelated, unconnected.

* sin relación con = unrelated to.

* sin remedio = beyond repair, incurably, incorrigibly.

* sin remordimientos = no-looking-back.

* sin reparar = unrepaired.

* sin reparo = unashamed.

* sin reparos = unshielded.

* sin representación = unrepresented.

* sin reserva = unconditionally, unreserved.

* sin reservas = unshielded, wholehearted [whole-hearted], go + the whole hog, the full monty, without reservation, wholeheartedly [whole-heartedly], forthright, categorical, uncompromising, uncompromisingly, unqualified, categoric, unmitigaged, unreserved, unreservedly.

* sin residencia fija = of no fixed abode.

* sin resistencia = unchallenged, unopposed.

* sin resistirse = passively.

* sin resolver = unresolved, unsolved, unsettled, uncleared.

* sin respiro = without a break, without (a) rest, without respite.

* sin responder = unanswered.

* sin restricciones = unrestricted, unlimited, uninhibited, unrestrictive, unfettered, free-flowing, without stint, without limit, no holds barred, unencumbered.

* sin restricciones de horario = unscheduled.

* sin retirar = uncleared, uncollected.

* sin retrasos = in a timely fashion, in a timely manner.

* sin revelar = undisclosed, unrevealed.

* sin revestir = uncoated.

* sin revisar = unrevised.

* sin riesgo = riskless.

* sin rodeos = head-on, baldly, bluntly, outspokenly.

* sin ruido = soundless.

* sin rumbo = aimless, off course, rudderless.

* sin saberlo = unbeknown to, unbeknownst to.

* sin saber qué decir = nonplussed [nonplused].

* sin sabor = tasteless.

* sin saldar = uncollected.

* sin salida al mar = land-bound [landbound], land-locked [landlocked].

* sin sanción = unsanctioned.

* sin seleccionar = unselected.

* sin semillas = seedless.

* sin sentido = meaningless, purposeless, pointless, senseless, wanton, nonsensical, unconscious.

* sin sentir ningún reparo = unashamed.

* sin sentir vergüenza = shamelessly.

* sin ser afectado = untouched.

* sin ser anunciado de antemano = unannounced.

* sin ser consciente de ello = unbeknownst to, unbeknown to.

* sin ser detectado = undetected.

* sin ser evaluado por expertos = unrefereed.

* sin ser necesario = gratuitous, gratuitously.

* sin ser percibido = out of sight.

* sin ser superado = unsurpassed.

* sin ser visto = unseen, undetected, unobserved, out of sight.

* sin significado = meaningless.

* sin simplificar = unabridged.

* * *

preposición

1) without

lo tomo sin azúcar — I don't take sugar

seguimos sin noticias — we still haven't had any news

sin previo aviso — with no advance warning

salta! sin miedo! — jump! don't be scared!

agua mineral sin gas — still mineral water

cerveza sin alcohol — non-alcoholic beer, alcohol-free beer

una pareja sin hijos — a couple with no children, a childless couple

me quedé sin pan — I ran out of bread

se quedó sin trabajo — he lost his job

2)

a)

sin + inf — ( con significado activo) without -ing

se fue sin pagar — he left without paying

son diez sin contar éstos — there are ten not counting these (ones)

estuvo una semana sin hablarme — she didn't speak to me for a week

sigo sin entender — I still don't understand

la pisé sin querer — I accidentally trod on her foot

a la cama sin cenar — off to bed without dinner

b)

sin + inf — ( con significado pasivo)

preguntas sin contestar — unanswered questions

esto está aún sin terminar — it still isn't finished

3)

sin que + subj: no voy a ir sin que me inviten I'm not going if I haven't been invited; quítaselo sin que se dé cuenta — get it off him without his o without him noticing

* * *

= without.

Ex: Without AACR is doubtful whether computerised cataloguing would have been implemented so relatively painlessly and successfully = Sin las RCAA es dudoso que la catalogación automatizada se hubiera implementado tan fácilmente y con tanto éxito, relativamente hablando.

* abogado sin escrúpulos = shyster.

* acercarse sin ser visto = sidle up to.

* afable pero sin sinceridad = suave.

* agua sin gas = still water.

* andar sin prisa = mosey.

* arreglárselas sin = live without, get along without.

* aunque sin ningún resultado = but (all) to no avail.

* barato pero sin avergonzarse de ello = cheap and cheerful.

* biblioteca sin muros = library without walls.

* biblioteca sin paredes = library without walls.

* bordado sin consido = needlepoint lace.

* callejón sin salida = blind alley, catch 22, cul-de-sac, dead end, impasse.

* camino sin rumbo = the road to nowhere.

* casi sin previo aviso = without much notice.

* coche sin caballos = horseless carriage automobile, horseless carriage.

* colocado sin escalón entre pieza y pieza = edge-flush.

* continuar sin detenerse = go straight ahead.

* conversación sin trascendencia = small-talk.

* decir rápidamente sin parar = rattle off.

* dejar a Alguien sin aliento = leave + Nombre + breathless.

* dejar sin cambiar = leave + unchanged.

* dejar sin hacer = leave + undone.

* dejar sin referente a una referencia anafórica = dangle + anaphoric reference.

* dejar sin tocar = leave + Nombre + alone.

* dejar sin trabajo = put + Nombre + out of work.

* demanda sin variaciones = inelastic demand.

* demostrar sin lugar a dudas = prove + conclusively.

* demostrar sin ninguna duda = demonstrate + beyond any doubt, prove + beyond any doubt, prove + beyond all doubt.

* demostrar sin ningún género de duda = demonstrate + beyond (all) doubt, demonstrate + emphatically, demonstrate + beyond any doubt, prove + beyond any doubt, prove + beyond any doubt.

* desarrollarse sin problemas = go + smoothly.

* estar sin vivir = be worried sick.

* evaluación sin intervención del examinador = unobtrusive testing.

* hablando sin rodeos = crudely put.

* hablar sin parar = burble on.

* hablar sin ser entendido = speak in + tongues.

* hacerlo sin la ayuda de nadie = do + it + on + Posesivo + own.

* homicidio sin premeditación = manslaughter.

* ir a un Sitio sin prisa = mosey.

* lanzarse sin ton ni son = dive + head-first.

* más largo que un día sin pan = as long as (my/your) arm.

* medicamento sin receta médica = over the counter medicine.

* método de la media sin ponderar = unweighted means method.

* nación sin estado = stateless nation.

* noche sin poder dormir = sleepless night.

* no hay dos sin tres = things + come in threes.

* no miel sin hiel = no pain, no gain.

* no sin fundamento = not without basis.

* oficina sin papel = paperless office.

* papel sin acidez = acid-free paper.

* pasar desadvertido, pasar sin ser visto = sneak under + the radar.

* pasar sin = live without, live without.

* pasar sin ser visto = go + unnoticed.

* película sin fin = filmloop [film loop/film-loop].

* permanecer sin cambios = remain + unchanged.

* permanecer sin especificar = remain + undefined.

* pero sin conseguirlo = but no dice.

* pero sin suerte = but no dice.

* persona sin problemas de vista = sighted person.

* personas sin hogar = homelessness.

* personas sin techo = homelessness.

* político sin escrúpulos = shyster.

* pozo sin fondo = bottomless pit.

* pregunta sin respuesta = unanswerable question.

* publicación sin papel = paperless publishing.

* quedarse sin aliento = run out of + breath.

* quedarse sin habla = stun into + speechlessness.

* quedarse sin negocio = go out of + business.

* quedarse sin palabras = stun into + speechlessness.

* rechazar sin más = dismiss + out of hand.

* referencia anafórica sin referente = dangling anaphoric reference.

* rima sin sentido = nonsense, nonsense verse.

* salir sin ser visto = slip out.

* sin abrir = unopened.

* sin abrirse = unfolded.

* sin abrochar = undone.

* sin acabar = unfinished.

* sin acentuar = unaccented.

* sin acontecimientos que destacar = uneventful.

* sin adornos = unadorned, unvarnished.

* sin afectar = unaffected.

* sin afeitar = unshaven.

* sin afeitar desde hace varios días = stubbly [stubblier -comp., stubbliest -sup.].

* sin afiliación a un partido político = non-partisan [nonpartisan].

* sin afiliación religiosa = non-sectarian [nonsectarian].

* sin agua = waterless.

* sin aguja = needleless.

* sin ajustar = unadjusted, loosely hanging, baggy [baggier -comp., baggiest -sup.], saggy [saggier -comp., saggiest -sup.].

* sin alcohol = alcoholfree.

* sin aliento = breathlessly, breathless.

* sin alinear = unjustified.

* sin alterar = unaltered, unmodified.

* sin ambigüedad = unambiguous.

* sin amor = loveless.

* sin analizar = unexamined, unanalysed.

* sin ánimo = despondently.

* sin ánimo de lucro = non-profit [nonprofit], non-profit making, not-for-profit, generously.

* sin apenas ser oído = as quiet as a mouse.

* sin apoyo = unsupported.

* sin apretar = loosely hanging, baggy [baggier -comp., baggiest -sup.], saggy [saggier -comp., saggiest -sup.].

* sin árboles = treeless.

* sin arreglo = beyond repair.

* sin arrepentimiento = no-looking-back.

* sin asignar = unallocated.

* sin asignar todavía = unassigned.

* sin asimilar = undigested.

* sin atajar = unconfronted.

* sin atractivo = unattractive.

* sin atrasos = paid-up, in good standing.

* sin autorización = unauthorised [unauthorized, -USA], unlicensed.

* sin avergonzarse = unashamed.

* sin avisar = unannounced, out of the blue, like a bolt out of the blue, like a bolt from the blue.

* sin aviso previo = without warning.

* sin ayuda = unaided, unassisted.

* sin ayuda de nadie = all by + Reflexivo, by + Reflexivo.

* sin barba = beardless.

* sin barnizar = unvarnished.

* sin base = unsupported, ill-founded.

* sin blanca = broke, skint.

* sin blanquear = unbleached.

* sin blindar = unshielded.

* sin bombo(s) ni platillo(s) = without much ado.

* sin brillo = dull, tarnished.

* sin cabeza = headless, decapitated.

* sin cables = wireless.

* sin cafeina = decaffeinated.

* sin calorías = calorieless.

* sin cambio = inviolate.

* sin cambios = monotone, stable, undisturbed, unchanged, unmodified, unaltered, unedited.

* sin cancelar = uncancelled.

* sin canjear = unredeemed.

* sin cansancio = indefatigably.

* sin capacidad de discernimiento = undiscriminating.

* sin cara = faceless.

* sin carácter = boneless, spineless.

* sin carne = meatless.

* sin castigo = impunitive, unpunished.

* sin catalogar = uncatalogued [uncataloged, -USA].

* sin causa alguna = for no reason, for no specific reason, for no particular reason, for no good reason.

* sin causa aparente = for no apparent reason, for apparently no reason.

* sin causa justificada = without justified reason.

* sin causar daño = harmlessly.

* sin ceremonias = unceremonious, unceremoniously.

* sin cerrar con llave = unlocked.

* sin certeza de cobrar = on spec.

* sin cesar = steadily.

* sin clases sociales = classless.

* sin clavos = studless.

* sin clemencia = mercilessly.

* sin cobrar = free of charge, unredeemed, uncollected.

* sin cohesión = scrappily, scrappy [scrappier -comp., scrappiest -sup.], bitty [bittier -comp., bittiest -sup.].

* sin cohibiciones = unselfconsciously.

* sin cola = ecaudate.

* sin columnas = single-column.

* sin comentar = unannotated.

* sin comerlo ni beberlo = without having anything to do with it.

* sin comérselo ni bebérselo = without having anything to do with it.

* sin compasión = mercilessly.

* sin complicaciones = smoothly, boilerplate [boiler plate], uncomplicated, straightforward, uncomplicatedly, hassle-free.

* sin comprimir = uncompressed.

* sin comprobar = untested.

* sin compromiso = without obligation, fancy-free.

* sin compromisos = with no strings attached.

* sin concluir = unfinished.

* sin concretar = to be decided.

* sin condiciones = unconditionally.

* sin condiciones especiales = with no strings attached.

* sin confirmar = unconfirmed, unsubstantiated, unvalidated, to be confirmed.

* sin conocer = ignorant of.

* sin conocimiento = unconscious.

* sin conocimiento de causa = unbeknown to, unbeknownst to.

* sin conservar información sobre las consultas realizadas anteriormente = stateless.

* sin conservar información sobre las consultas realizadas anterior = stateless.

* sin constancia de ello = unrecorded.

* sin consumir = nonconsumptive.

* sin contacto = non-contact.

* sin contaminar = untainted, uncontaminated.

* sin contar = not including, excluding.

* sin contar con = in the absence of.

* sin contenido = contentless, trivial.

* sin contratiempos = smoothly.

* sin control = uncontrolled.

* sin controlar = unsupervised.

* sin convicción = doubtfully, lamely.

* sin coordinación = uncoordinated [unco-ordinated].

* sin corregir = unamended, uncorrected, unrevised.

* sin correlacionar = uncorrelated.

* sin corroborar = unsubstantiated.

* sin cortapisas = untrammelled.

* sin cortar = uncut.

* sin coscarse = without batting an eyelid, without turning a hair.

* sin costas = land-bound [landbound], land-locked [landlocked].

* sin coste alguno = at no personal cost, at no cost, without cost, costless, without charge, free of charge, free of cost, cost free, for free, at no charge.

* sin costo adicional alguno = at no extra charge, at no extra cost, at no extra charge.

* sin costuras = seamless.

* sin crecimiento = non-growth.

* sin créditos = non-credit.

* sin criterio alguno = indiscriminate, indiscriminately.

* sin cuajar = runny [runnier -comp., runniest -sup.].

* sin cuantificar = unmeasured.

* sin cubrir = unfilled.

* sin cuestionarlo = uncritically.

* sin cultura = uncultured.

* sin daños = undamaged.

* sin dar basto = left, right and centre.

* sin darle importancia = airily.

* sin darme cuenta = before I know what's happened.

* sin darnos cuenta = out of sight.

* sin darse cuenta = inadvertently, unwittingly, unknowingly, without realising, without noticing, unconsciously.

* sin debatir = undiscussed.

* sin decir nada = dumbly.

* sin decir ni mú = as quiet as a mouse.

* sin decir ni pío = as quiet as a mouse.

* sin decir una palabra = without saying a word.

* sin defecto = untainted, unblemished.

* sin dejar huella = into thin air.

* sin dejar nada fuera = the works!.

* sin dejar rastro = into thin air.

* sin dejarse amedrentar por = undaunted by.

* sin dejarse amilanar por = undaunted by.

* sin dejarse desanimar = undaunted.

* sin dejarse intimidar por = undaunted by.

* sin delimitar = unmapped.

* sin demora = on the spot, straight away, without delay, at short notice, promptly, right away, at once.

* sin demorarse un (solo) minuto = without a moment wasted, without a wasted moment, without a minute wasted, without a wasted minute.

* sin demoras = in a timely fashion, in a timely manner.

* sin desarrollar = undeveloped.

* sin descansar = without (a) rest.

* sin descanso = relentlessly, restlessly, breathlessly, unabated, without a break, without (a) rest, day in and day out, without respite.

* sin descanso, sin un descanso, sin parar, sin descansar, sin interrupción = without a break.

* sin descubrir = undiscovered.

* sin descuento = undiscounted.

* sin desdoblarse = unfolded.

* sin desearlo = unwantedly.

* sin desgastar = unworn.

* sin desperdiciar un (solo) minuto = without a moment wasted, without a wasted moment, without a minute wasted, without a wasted minute.

* sin determinación de culpabilidad = no-fault.

* sin determinar = undefined.

* sin detonar = unexploded.

* sin deudas = debt free.

* sin dientes = toothless.

* sin diferencias = undifferentiated.

* sin dificultad = without difficulty.

* sin dificultad alguna = without a hitch.

* sin diluir = undiluted.

* sin dinero = impecunious.

* sin dinero en metálico = cashless.

* sin discapacidad = able-bodied.

* sin discapacidades = able-bodied.

* sin disciplina = undisciplined, ill-disciplined.

* sin discriminar = indiscriminate, on equal terms.

* sin discutir = no arguments!, undiscussed.

* sin disminuir = non-decreasing, unabated.

* sin disolver = undiluted.

* sin disponer de = in the absence of.

* sin división espacial = spatially unstructured.

* sin doblarse = unfolded.

* sin documentar = undocumented.

* sin dolor = painless.

* sin domicilio fijo = of no fixed abode.

* sin drenar = undrained.

* sin duda = doubtless, no doubt, of course, surely, to be sure, undoubtedly, indubitably, without a doubt, without doubt, no mistake, hands down.

* sin duda alguna = without any doubt.

* sin dudar = without a doubt.

* sin dudarlo = without hesitation.

* sin editar = unedited.

* sin el menor asomo de duda = without a shadow of a doubt, beyond a shadow of a doubt, beyond a shadow of a doubt.

* sin embargo = however, nevertheless, still, yet, that being said, all this said.

* sin emitir humo = smokeless.

* sin empleo = jobless.

* sin encuadernar = unbound.

* sin energía = lethargic.

* sin engorros = hassle-free.

* sin entallar = loosely hanging, baggy [baggier -comp., baggiest -sup.], saggy [saggier -comp., saggiest -sup.].

* sin enterrar = unburied.

* sin entusiasmo = half-hearted [halfhearted].

* sin envolver = unwrapped.

* sin errores = error-free.

* sin escatimar = without stint, unstintingly.

* sin escenificar = unproduced.

* sin escrúpulos = unscrupulous, unconscionable, without scruples, unprincipled.

* sin escurrir = undrained.

* sin esfuerzo = effortless, effortlessly.

* sin esfuerzo alguno = effortlessly.

* sin especializar = non-specialised.

* sin especificar = unspecified.

* sin esperanza = hopeless, dispiritedly, hopelessly.

* sin esperarlo = out of the blue, like a bolt out of the blue, like a bolt from the blue.

* sin espinas = boneless.

* sin estar obstaculizado por = untrammelled by.

* sin estilo = dowdy [dowdier -comp., dowdiest -sup.].

* sin estructura = unstructured.

* sin estudios = ill-educated.

* sin evaluar = unevaluated.

* sin examinar = unexamined.

* sin exceder el presupuesto = budgetable.

* sin excepción = without exception, without fail.

* sin excesivo rigor = loosely.

* sin excusa justificada = unexcused.

* sin existencias = out-of-stock.

* sin éxito = unsuccessful.

* sin experiencia = inexperience, callow [callower -comp., callowest -sup.].

* sin explicar = unexplained.

* sin explorar = unexplored.

* sin explotar = untapped, unexploded.

* sin extras = no-frills.

* sin fallar = without fail.

* sin fallos = flawlessly.

* sin falta = without fail.

* sin fecha = undated.

* sin fechar = undated.

* sin fianza = without bail.

* sin fin = never-finishing, never-ending, bottomless, interminably, unending.

* sin finalidad = purposeless.

* sin financiación = unfunded.

* sin fines lucrativos = non-profit [nonprofit], non-profit making.

* sin firma = unsigned.

* sin firmar = unsigned.

* sin fondo = bottomless.

* sin forma = bodilessly, formless.

* sin formación = ill-educated.

* sin formación previa = untrained.

* sin forrar = uncovered.

* sin fronteras = borderless.

* sin fundamento = unwarranted, unsupported, ungrounded, without foundation, without basis.

* sin fundamento alguno = without any basis.

* sin ganas = half-heartedly.

* sin gastos = no cost(s).

* sin grabar = unengraved.

* sin gracia = dowdy [dowdier -comp., dowdiest -sup.].

* sin grasa = nonfat.

* sin grasas = nonfat, fat free.

* sin guardar una correlación = uncorrelated.

* sin haber contacto = non-contact.

* sin haber pasado por la calandria = uncalendered.

* sin habla = speechless.

* sin hacer = undone.

* sin hacer caso = regardless.

* sin hacer distinciones = one size fits all.

* sin hacer ruido = as quiet as a mouse, furtively, softly.

* sin herrar = unshod.

* sin hilación = rambling.

* sin hogar = homeless.

* sin hueso = boneless.

* sin humo = smokeless.

* sin humor = humourless [humorless, -USA].

* sin humos = smoke-free.

* sin idea = clueless.

* sin ideas preconcebidas = open mind.

* sin identificar = unidentified, unmapped, unnamed.

* sin igual = unequalled, unexampled, unsurpassed, unique unto itself, unrivalled [unrivaled, -USA], without equal, matchless.

* sin impedimentos = unimpeded.

* sin importancia = negligible, unimportant, trifling, immaterial, of no consequence.

* sin importar = regardless of, independently of, disregarding.

* sin importar + Adjetivo/Adverbio + que sea = however + Adjetivo/Adverbio.

* sin importar el tiempo = all-weather.

* sin importar las consecuencias = regardless of the consequences.

* sin importar qué = no matter what/which.

* sin impuestos = duty-free, tax-free.

* sin impurezas = purified.

* sin incluir = unlisted, exclusive of, not including, excluding.

* sin incluir las comidas = self-catering.

* sin índice = indexless.

* sin + Infinitivo = without + Gerundio.

* sin información sobre el estado anterior = stateless.

* sin inhibiciones = uninhibited.

* sin inmutarse = undeterred, impassively, without batting an eyelid, without turning a hair.

* sin intención = involuntarily.

* sin interés = unexciting, uninteresting, unmoving, vapid.

* sin interrupción = continuously, without a break, without (a) rest, in an unbroken line.

* sin interrupciones = in a single phase.

* sin intervención de un intermediario = disintermediated.

* sin intervención directa = nonobtrusive.

* sin investigar = unresearched.

* sin justificación = unreasonably, unjustified.

* sin justificación alguna = wantonly.

* sin justificar = unjustified.

* sin la amenaza de = unthreatened (by).

* sin la ayuda de nadie = single-handed, single-handedly.

* sin la debida autorización = unauthorised [unauthorized, -USA], warrantless.

* sin la debida consideración = without due consideration.

* sin la más mínima duda = without the shadow of a doubt, without a shadow of a doubt.

* sin la más mínima duda = beyond a shadow of a doubt.

* sin la menor duda = no mistake, no doubt.

* sin la menor idea = clueless.

* sin la menor sombra de duda = without a shadow of a doubt.

* sin la suficiente financiación = underfinanced [under-financed].

* sin lavar = unwashed.

* sin leer = unread.

* sin levadura = unleavened.

* sin licencia = unlicensed.

* sin líder = leaderless.

* sin limitaciones = without stint, without limit.

* sin límite = without limit, without stint, interminably.

* sin límite(s) = unbounded, unfettered, unstinting, unstintingly, the sky is the limit.

* sin litoral = land-bound [landbound], land-locked [landlocked].

* sin llamar la atención = inconspicuously.

* sin lógica ni explicación = without rhyme or reason.

* sin lugar a dudas = conclusively, undeniably, unquestionably, without any doubt, by all accounts, no mistake, no doubt, without a shadow of a doubt, beyond a shadow of a doubt, to be sure.

* sin lujos = no-frills.

* sin luna = moonless.

* sin luz de luna = moonless.

* sin madera = woodfree.

* sin madurar = unripened.

* sin maldad = guileless.

* sin malicia = guileless.

* sin mancha = unblemished, untainted, stainless.

* sin mangas = sleeveless.

* sin mantenimiento = maintenance-free.

* sin marcar = unpriced.

* sin marca registrada = non-proprietary.

* sin más = out of hand, unceremoniously, unceremonious.

* sin más dilación = without (any) further ado, without (any) more ado, without warning.

* sin más ni más = unceremoniously, unceremonious, for the love of it, without much ado.

* sin más preámbulos = without (any) further ado, without (any) more ado.

* sin medir = unmeasured.

* sin mencionar = not to mention, not to say, not to speak of.

* sin meternos en el hecho de que = to say nothing of.

* sin mezcla = unmixed.

* sin mezclar = unmixed.

* sin miedo = with confidence.

* sin miramientos = unceremoniously.

* sin misericordia = ruthlessly.

* sin modificar = unmodified, unaltered, unedited.

* sin molestias = hassle-free.

* sin motivo alguno = wantonly.

* sin motivo aparente = for no apparent reason, for apparently no reason.

* sin motivo justificado = without justified reason.

* sin moverse del sitio = in place.

* sin movimiento = unmoving, motionless.

* sin mucha antelación = at short notice.

* sin mucha anticipación = at short notice.

* sin mucha dificultad = painlessly.

* sin muchas contemplaciones = unceremoniously.

* sin muchos inconvenientes = without much grudging.

* sin nada de gracia = unfunny.

* sin nada que destacar = uneventful.

* sin necesidad de ello = gratuitous, gratuitously.

* sin necesidad de pensar = thought-free.

* sin ninguna duda = without question, without any doubt, beyond doubt, beyond any doubt, no mistake, no doubt.

* sin ningún cosste = without cost.

* sin ningún coste = without charge, free of charge, at no cost, free of cost, cost free, for free, costless, at no charge.

* sin ningún esfuerzo = effortlessly.

* sin ningún esfuerzo mental = thought-free.

* sin ningún género de duda = without any doubt whatsoever, without any doubt whatsoever.

* sin ningún género de dudas = indisputably.

* sin ningún motivo = for no reason, for no specific reason, for no particular reason, for no good reason.

* sin ningún nivel de especialización = unskilled.

* sin ningún otro motivo = (just) for the hell of (doing) it.

* sin ningún remedio posible = beyond redemption.

* sin ningún reparo = unabashed.

* sin ningún resultado = to no avail, without any avail, of no avail.

* sin ningún tipo de restricciones = no holds barred.

* sin nombrar = unnamed.

* sin norte = aimless, off course, rudderless.

* sin notar la diferencia = seamlessly, seamless.

* sin nubes = unclouded, uncloudy, cloudless.

* sin numeración = unnumbered.

* sin numerar = unnumbered.

* sin obligaciones = at leisure.

* sin obstáculos = unchecked, unhindered, unimpeded, unobstructed.

* sin obstáculos de por medio = uncluttered.

* sin obstrucciones = unobstructed.

* sin olor = odourless [odorless, -USA].

* sin olvidar = not to mention.

* sin operario = unmanned.

* sin oposición = without opposition, unchallenged, unopposed.

* sin orden = unordered.

* sin ordenar = unordered, unsorted.

* sin orden ni concierto = higgledy-piggledy, without rhyme or reason.

* sin originalidad = unoriginal.

* sin palabras = wordless.

* sin papel = paperless.

* sin par = unequalled, unexampled, unsurpassed, unique unto itself, unique, without peer, unrivalled [unrivaled, -USA], without equal, matchless.

* sin paralelo = unparalleled.

* sin parangón = unparalleled, unequalled, without peer, matchless.

* sin parar = steadily, non-stop, without a break, without (a) rest, on-the-go, interminably, without respite, without stopping.

* sin parar a pensárselo = off-hand [offhand].

* sin pararse a pensar = off-the-cuff, off the top of + Posesivo + head.

* sin patente = non-proprietary.

* sin pausa = breathlessly.

* sin peculio = impecunious.

* sin peligro alguno = safely.

* sin pelo = hairless.

* sin pelos en la lengua = outspokenly.

* sin pensar = mindlessly.

* sin pensar (en) = unmindful of, with little or no thought of, without thinking (about).

* sin pensarlo = spur-of-the-moment, on the spur of the moment.

* sin pensarlo demasiado = off-the-cuff, off the top of + Posesivo + head.

* sin pensarlo detenidamente = out of + Posesivo + head.

* sin pensarlo mucho = off the top of + Posesivo + head, right off the bat.

* sin pensárselo = spur-of-the-moment, on the spur of the moment.

* sin pensárselo dos veces = without a second thought, spur-of-the-moment, on the spur of the moment, at the drop of a hat.

* sin pepitas = seedless.

* sin percatarse = without realising, without noticing, unconsciously, unknowingly, unwittingly.

* sin perder de vista = with an eye on.

* sin perder un (solo) minuto = without a moment wasted, without a wasted moment, without a minute wasted, without a wasted minute.

* sin pérdida = lossless.

* sin perjuicio de = notwithstanding.

* sin perjuicios = open mind.

* sin permiso = without permission, unlicensed.

* sin pestañear = impassively, without batting an eyelid, without turning a hair.

* sin pico = flat-topped.

* sin piedad = ruthlessly, remorseless, mercilessly.

* sin piel = skinless.

* sin pies ni cabeza = without rhyme or reason.

* sin pistas = clueless.

* sin planificar = unplanned.

* sin poblar = unpopulated.

* sin poder contenerse = helplessly.

* sin poder dormir = sleepless.

* sin poder extinguirlo = inextinguishably.

* sin poder hacer nada = helplessly.

* sin poner en duda la veracidad de Algo temporalmente = suspension of disbelief.

* sin poner en escena = unproduced.

* sin ponerlo en duda = uncritically.

* sin ponerse en duda = unquestioned.

* sin precedente = unparalleled, unexampled.

* sin precedentes = unprecedented, record breaking, record-high, all-time.

* sin precio = unpriced.

* sin preguntar = unasked.

* sin prejuicios = open-minded, fair-minded [fairminded].

* sin prentesiones = unpretentious.

* sin preocupaciones = carefree, worry-free.

* sin preparación técnica = non-technical.

* sin préstamo = non-circulating [noncirculating].

* sin prestar atención = mindlessly.

* sin pretensiones = unassuming, humble [humbler -comp., humblest -sup.].

* sin previo aviso = unannounced, without warning, without notice, without prior notice, without prior notification, on spec, at the drop of a hat, without (any) further notice.

* sin principios = unscrupulous, unprincipled.

* sin prisa(s) = unhurriedly, leisurely.

* sin problemas = smoothly, smooth [smoother -comp., smoothest -sup.], problem-free, trouble free [trouble-free], without a hitch, unproblematically, carefree, without difficulty, in good standing.

* sin problemas de vista = sighted.

* sin procesar = unprocessed.

* sin propiedades = propertyless.

* sin propiedad rural = landless.

* sin protección = unprotected.

* sin provocación = unprovoked.

* sin publicar = unpublished.

* sin pulir = unpolished.

* sin quejarse = uncomplaining, uncomplainingly.

* sin quemar = unburned.

* sin querer = involuntarily, unwilling, by accident, accidentally, unintentionally, unwantedly.

* sin querer + Infinitivo = unwilling to + Infinitivo.

* sin quererlo = unwantedly.

* sin que se entienda = slurred.

* sin que se note la diferencia = seamlessly.

* sin rabo = ecaudate.

* sin razón = wanton, for no reason, for no specific reason, for no particular reason, for no good reason.

* sin razón alguna = for no reason, for no specific reason, for no particular reason, for no good reason.

* sin razón aparente = for no apparent reason, for apparently no reason.

* sin razón justificada = for no reason, for no specific reason, for no good reason.

* sin razón justificda = for no particular reason.

* sin recelo = with confidence.

* sin receta médica = over the counter.

* sin reclamar = unredeemed.

* sin recoger = uncollected.

* sin reconocer = unrecognised [unrecognized, -USA].

* sin reconocimiento de créditos = non-credit.

* sin recopilar = uncollected.

* sin recursos = resource-starved.

* sin refinar = unrefined.

* sin reflexionar = rashly.

* sin registrar = unlisted.

* sin reglamentar = unregulated.

* sin regular = unregulated.

* sin regularizar = unregulated.

* sin relación = unrelated, unconnected.

* sin relación con = unrelated to.

* sin remedio = beyond repair, incurably, incorrigibly.

* sin remordimientos = no-looking-back.

* sin reparar = unrepaired.

* sin reparo = unashamed.

* sin reparos = unshielded.

* sin representación = unrepresented.

* sin reserva = unconditionally, unreserved.

* sin reservas = unshielded, wholehearted [whole-hearted], go + the whole hog, the full monty, without reservation, wholeheartedly [whole-heartedly], forthright, categorical, uncompromising, uncompromisingly, unqualified, categoric, unmitigaged, unreserved, unreservedly.

* sin residencia fija = of no fixed abode.

* sin resistencia = unchallenged, unopposed.

* sin resistirse = passively.

* sin resolver = unresolved, unsolved, unsettled, uncleared.

* sin respiro = without a break, without (a) rest, without respite.

* sin responder = unanswered.

* sin restricciones = unrestricted, unlimited, uninhibited, unrestrictive, unfettered, free-flowing, without stint, without limit, no holds barred, unencumbered.

* sin restricciones de horario = unscheduled.

* sin retirar = uncleared, uncollected.

* sin retrasos = in a timely fashion, in a timely manner.

* sin revelar = undisclosed, unrevealed.

* sin revestir = uncoated.

* sin revisar = unrevised.

* sin riesgo = riskless.

* sin rodeos = head-on, baldly, bluntly, outspokenly.

* sin ruido = soundless.

* sin rumbo = aimless, off course, rudderless.

* sin saberlo = unbeknown to, unbeknownst to.

* sin saber qué decir = nonplussed [nonplused].

* sin sabor = tasteless.

* sin saldar = uncollected.

* sin salida al mar = land-bound [landbound], land-locked [landlocked].

* sin sanción = unsanctioned.

* sin seleccionar = unselected.

* sin semillas = seedless.

* sin sentido = meaningless, purposeless, pointless, senseless, wanton, nonsensical, unconscious.

* sin sentir ningún reparo = unashamed.

* sin sentir vergüenza = shamelessly.

* sin ser afectado = untouched.

* sin ser anunciado de antemano = unannounced.

* sin ser consciente de ello = unbeknownst to, unbeknown to.

* sin ser detectado = undetected.

* sin ser evaluado por expertos = unrefereed.

* sin ser necesario = gratuitous, gratuitously.

* sin ser percibido = out of sight.

* sin ser superado = unsurpassed.

* sin ser visto = unseen, undetected, unobserved, out of sight.

* sin significado = meaningless.

* sin simplificar = unabridged.

* * *

sin

prep

[ Grammar notes (Spanish) ]

A without

lo tomo con leche y sin azúcar I take milk but no sugar

reserva garantizada sin recargo guaranteed reservation at no extra cost

seguimos sin noticias we still haven't had any news

solicite más información sin compromiso send for more details without obligation

sin previo aviso with no advance warning

¡tírate! ¡sin miedo! jump! don't be scared!

¿qué harías tú sin mí? what would you do without me?

agua mineral sin gas still mineral water

cerveza sin alcohol non-alcoholic beer, alcohol-free beer

una pareja sin hijos a couple with no children, a childless couple

un vuelo sin escalas a non-stop o direct flight

me quedé sin pan I ran out of bread

se quedó sin trabajo he lost his job

una persona totalmente sin escrúpulos a completely unscrupulous person

B

1 sin + INF (con significado activo) without -ING

se fue sin pagar she left without paying

lo mandaron a la cama sin cenar they sent him to bed without any dinner

somos diez sin contarlos a ellos there are ten of us not counting them

estuvo una semana entera sin hablarme she didn't speak to me for a whole week, she went a whole week without speaking to me

sigo sin entender I still don't understand

la pisé sin querer I accidentally trod on her foot

2 sin + INF

(con significado pasivo): una camisa sin planchar an unironed shirt, a shirt that hasn't/hadn't been ironed

esto está aún sin terminar this still isn't finished

C sin QUE + SUBJ:

los días pasan sin que dé señales de vida the days go by and there is still no word from him, the days go by with no word from him o without any word from him

no voy a ir sin que me inviten I'm not going if I haven't been invited

quítaselo sin que se dé cuenta get it off him without his o without him noticing

embargo

Compuesto:

sin hueso

feminine sinhueso

* * *

sin preposición
1 without;
◊ sin azúcar without sugar;

seguimos sin noticias we still haven't had any news;
agua mineral sin gas still mineral water;
cerveza sin alcohol non-alcoholic beer, alcohol-free beer;
me quedé sin pan I ran out of bread
2
a) ( con significado activo) without;

◊ se fue sin pagar he left without paying;

estuvo una semana sin hablarme she didn't speak to me for a week;
sigo sin entender I still don't understand;
la pisé sin querer I accidentally trod on her foot
b) ( con significado pasivo):

◊ preguntas sin contestar unanswered questions;

esto está aún sin terminar it still isn't finished
3 sin que + subj:
◊ no voy a ir sin que me inviten I'm not going if I haven't been invited;

quítaselo sin que se dé cuenta get it off him without his o without him noticing;
See Also→ embargo 2
sin preposición without: se marchó sin ellos, he left without them
costó mil pesetas, sin contar el IVA, it cost one thousand pesetas, not including VAT
el edificio estaba sin terminar, the building was unfinished
entre sin llamar, come in without knocking
saldré sin que me vea, I'll go out without him seeing
una bebida sin alcohol, a non-alcoholic drink
' sin' also found in these entries:
Spanish:
A
- abierta
- abierto
- absoluta
- absoluto
- accidental
- acéfala
- acéfalo
- agotar
- agotada
- agotado
- agreste
- ahora
- ahorcarse
- ajena
- ajeno
- alguna
- alguno
- aliento
- alquilar
- ambages
- amorfa
- amorfo
- aparente
- asesinar
- aviso
- ayunas
- bagatela
- baja
- bajo
- bañera
- berrido
- bien
- blanca
- blanco
- bocado
- bregar
- bruta
- bruto
- burbuja
- caldo
- calle
- callejón
- calva
- camino
- caprichosa
- caprichoso
- causa
- cazo
- cero
English:
ability
- accident
- accidental
- accidentally
- accustom
- ado
- afraid
- age
- agree
- aimless
- aimlessly
- all-time
- ammunition
- another
- antsy
- anyhow
- arrogant
- at
- attach
- away
- AWOL
- babble
- backbencher
- backing
- bare
- barge in
- basic
- bat
- bean
- begin
- behave
- beyond
- blank
- blind alley
- blue
- blunt
- bluntly
- blurt out
- boarding card
- boarding pass
- book
- boorish
- bootstrap
- bottomless
- break
- breath
- breathless
- broke
- busywork
- buzz off

* * *

SIN nf

1. (abrev de Servicio de Inteligencia Nacional del Perú) = Peruvian national intelligence department

2. (abrev de Servicio de Inmigración y Naturalización) INS [US Immigration and Naturalization Service]

* * *

sin

prp without;

sin preguntar without asking;

sin decir nada without (saying) a word;

sin paraguas without an umbrella;

sin que without;

y sin más and without further ado;

me lo dijo así, sin más that’s all he said to me, just that

* * *

sin prep

1) : without

sin querer: unintentionally

sin refinar: unrefined

2)

sin que : without

lo hicimos sin que él se diera cuenta: we did it without him noticing

* * *

sin prep

1. (en general) without

no conduzcas la moto sin casco don't ride the bike without a crash helmet

me he pasado toda la noche sin dormir I didn't sleep a wink all night

2. (por hacer)

el edificio está sin terminar the building is unfinished

está sin planchar it hasn't been ironed

un diamante sin tallar an uncut diamond

sin embargo however

Spanish-English dictionary > sin
4 de

prep.

1 of.

el coche de mi padre/mis padres my father's/parents' car

es de ella it's hers

la pata de la mesa the table leg

La casa de mi padre The house of my father [My father's house]

2 from (procedencia, distancia).

salir de casa to leave home

soy de Bilbao I'm from Bilbao

de la playa al apartamento hay 100 metros it's 100 meters from the beach to the apartment

3 (made) of (materia).

un vaso de plástico a plastic cup

un reloj de oro a gold watch

4 about (asunto).

hablábamos de ti we were talking about you

libros de historia history books

5 as.

trabaja de bombero he works as a fireman

6 from (time) (since).

trabaja de nueve a cinco she works from nine to five

de madrugada early in the morning

a las cuatro de la tarde at four in the afternoon

trabaja de noche y duerme de día he works at night and sleeps during the day

7 with (causa, modo).

morirse de hambre to die of hunger

llorar de alegría to cry with joy

de una patada with a kick

de una sola vez in one go

de tres en tres three at a time

8 if.

de ir a verte, sería este domingo if I do visit you, it'll be this Sunday

de no ser por ti, me hubiese hundido if it hadn't been for you, I wouldn't have made it

9 to.

Está ansiosa de obtener ese trabajo She is anxious to have that job.

f.

1 letter d.

2 SD, standard deviation.

3 ED, dose of erythema, erythema dose.

* * *

de

► nombre femenino

1 name of the letter d

————————

de

► preposición

1 (posesión, pertenencia) of

■ el libro de Juan Juan's book

■ el coche de mis padres my parents' car

■ el hermano de mi padre my father's brother

■ la mesa de mi habitación the table in my bedroom

2 (procedencia, origen) from

■ soy de Córdoba I'm from Córdoba

■ viene de Barcelona she comes from Barcelona

3 (descripción) with

■ la niña de ojos castaños the girl with dark eyes, the dark-eyed girl

■ el señor del abrigo azul the man in the blue coat

4 (tema) of, on, about

■ hablaron del tiempo they talked about the weather

5 (materia) made of, of

■ una mesa de madera a wooden table

■ un anillo de oro a gold ring

■ lo hicieron de plástico they made it out of plastic

6 (contenido) of

■ un vaso de agua a glass of water

7 (uso) for

■ aguja de calcetar knitting needle

■ gallo de pelea fighting cock

8 (oficio) by, as

■ trabaja de profesor he works as a teacher

■ es médico de profesión he's a doctor by profession

9 (modo) on, in, as

■ de pie standing up

■ estar de moda to be in fashion

10 (tiempo) at, by, in

■ de día by day, during the day

■ de noche at night

■ a las diez de la mañana at ten in the morning

11 (lugar) varias traducciones

■ la vecina de arriba our upstairs neighbour

■ el lavabo de abajo the downstairs toilet

■ la ventana de la derecha the window on the right

■ la puerta de la calle the street door

12 (precio) at

■ manzanas de dos euros el kilo apples at two euros a kilo

13 (medida) measuring

■ una botella de dos litros a two litre bottle

■ una mesa de un metro de ancho a metre-wide table

14 (causa) with, because of, of

■ llorar de alegría to cry with joy

■ morir de frío to die of cold

15 (agente) by

■ es una obra de Lope a play by Lope

16 (con superlativo) in, of

■ el mejor de España the best in Spain

■ el mayor de los tres the eldest of the three

17 (suposición) if

■ de haberlo dicho if he had told us

18 (en una aposición) of

■ la ciudad de Barcelona the city of Barcelona Table 1 NOTA See also del/Table 1

* * *

prep.

1) of

2) from

3) in, at

4) than

5) by

* * *

PREPOSITION

1) [relación] of

las calles de Madrid — the streets of Madrid

el alcalde de Valencia — the mayor of Valencia

cabo de Buena Esperanza — Cape of Good Hope

la ciudad de Madrid — the city of Madrid

en el mes de agosto — in the month of August

un libro de consulta — a reference book

un millón de euros — a million euros

la carretera de Valencia — the Valencia road, the road to Valencia

el interés del préstamo — the interest on the loan

la llave de mi cuarto — the key to my room

en el día de hoy — today

tuvieron la desgracia de perder el partido — they were unlucky enough to lose the match

ya era hora de que vinieses — it's about time you got here

el hecho de que yo no supiera nada — the fact that I didn't know anything about it

2) [pertenencia]

la casa de Isabel — Isabel's house

el coche de mi amigo — my friend's car

un familiar de mi vecina — a relative of my neighbour's

los coches de mis amigos — my friends' cars

el vestuario de las actrices — the actresses' dressing room

la señora de Pérez — Pérez's wife, Mrs Pérez

es de ellos — it's theirs

esa contestación es muy de ella — that answer is typical of her

3) [característica, material]

una cadena de oro — a gold chain

no es de oro — it's not gold

una puerta de cristal — a glass door

una cocina de gas — a gas cooker

este modelo es de electricidad — this model uses electricity, this is an electric model

ropa de buena calidad — good-quality clothes

un billete de primera clase — a first-class ticket

la niña de pelo largo — the girl with the long hair

ese tío del sombrero — that chap with o in the hat

pintado de rojo — painted red

lo tengo de varios colores distintos — I have it in several different colours

4) [contenido]

una caja de bombones — a box of chocolates

una copa de vino — [llena] a glass of wine; [vacía] a wine glass

una bolsita de té — a tea bag

estaba hecha un saco de nervios — she was a bundle of nerves

5) [origen, distancia, espacio temporal] from

soy de Galicia — I'm from Galicia

Julia no es de aquí — Julia is not from round here

los de Madrid son los mejores — the ones from Madrid are the best, the Madrid ones are the best

es de buena familia — he's from a good family

vuelo 507 (procedente) de Londres — flight 507 from London

vive a 20km de Madrid — she lives 20km from Madrid

aléjate del fuego — move away from the fire

marcó un gol a dos minutos del final del partido — he scored two minutes from the end of the match

el tren de Santiago — the Santiago train

el avión pasó a muy poca altura del suelo — the plane flew by at very low altitude

salir del cine — to come out of the cinema
de... a...
vivió de 1898 a 1937 — he lived from 1898 to 1937

de mi casa a la suya hay 5km — it is 5km from my house to his

de mayo a julio — from May to July

del 15 al 30 — from the 15th to the 30th

6) [causa]

murió de viejo — he died from old age

me dolían los pies de tanto andar — my feet were sore from all that walking

de puro cansado — out of sheer tiredness

no podía moverse de miedo — he was rigid with fear

estar loco de alegría — to be wild with joy

saltar de alegría — to jump for joy

7) [manera]

lo derribó de un solo puñetazo — he felled him with a single blow

se puso a mi lado de un salto — he jumped to my side

se lo bebió de un trago — he drank it all down in one go
de... en...
iban entrando de dos en dos — they came in two by two

bajó la escalera de tres en tres — he came down the stairs three at a time

de puerta en puerta — from door to door

8) (=respecto de)

estar mejor de salud — to be in better health, be better

es fuerte de brazos — he has strong arms

paralizado de las dos piernas — paralysed in both legs

es muy estrecho de hombros — he doesn't have very broad shoulders

9) [tema] about

un libro de biología — a biology book, a book on o about biology

hablaba de política — he was talking about politics

no sé nada de él — I don't know anything about him

una clase de francés — a French class

10) [uso]

máquina de coser — sewing machine

goma de mascar — chewing gum

11) [cantidad, medida, valor]

un chico de quince años — a fifteen-year-old boy

un viaje de dos días — a two-day journey

un embarazo de siete meses — a seven-month pregnancy

una moneda de 5 pesos — a 5-peso coin

tiene un metro de alto — it's a metre high

12) [con horas y fechas]

a las siete de la mañana — at seven o'clock in the morning, at seven a.m.

son las dos de la tarde — it's two o'clock in the afternoon, it's two p.m.

muy de mañana — very early in the morning

el 3 de mayo — 3 May ( leído May the third {o}2} the third of May)

13) [tiempo]

de día — during the day(time)

de noche — at night

de niño — as a child

de mayor voy a ser médico — when I grow up I'm going to be a doctor

14) [proporción]

tres de cada cuatro — three out of every four

15) [uso partitivo] of

uno de nosotros — one of us

comió un poco de pastel — she ate a bit of cake

¡había una de gente! — * there were loads of people there! *

16) [autoría] by

un libro de Cela — a book by Cela, a book of Cela's

las películas de Almodóvar — Almodóvar's films

17) [como complemento agente] by

fue amado de todos — he was loved by all

el rey entró seguido de su séquito — the king entered, followed by his entourage

tiene dos hijos de su primera mujer — he has two children by his first wife

18) [en aposición a sustantivos o adjetivos]

el bueno/pobre de Pedro — good/poor old Pedro

el imbécil de Fernández — that idiot Fernández

es un encanto de persona — he's a lovely person

19) [en comparaciones] than

es más difícil de lo que creía — it's more difficult than I thought

más/menos de siete — more/less than seven

más de 500 personas — more than o over 500 people

20) [con superlativos] in

el peor alumno de la clase — the worst pupil in the class

el más caro de la tienda/mundo — the most expensive in the shop/world

es el coche más caro del mercado — it's the dearest car on the market

21) + infin

un problema fácil de resolver — an easily solved problem

un libro agradable de leer — a nice book to read
ser de ({+ infin}8})
es de admirar su lealtad — his loyalty is admirable

es de esperar que recibamos una pronta respuesta — it is to be hoped that we receive a prompt reply

sería de desear que actualizaran su información — it would be desirable for them to update their information

22) [dependiente de formas verbales]

la acusaban de hipócrita — they accused her of being a hypocrite

colmar de elogios a algn — to shower praise on sb

se dio cuenta de que lo sabía — she realized (that) she knew it

de esto se deduce que... — from this it can be deduced that...

disfrutar de la vida — to enjoy life

¿qué esperabas de él? — what did you expect from him?

limpiar algo de polvo — to dust sth

llenar algo de algo — to fill sth with sth

se sirvió de sus amigos para salir de un mal trago — he turned to his friends to help him through a difficult patch

trabaja de camarero — he works as a waiter

lo uso de despensa — I use it as a pantry

vestido de azul — dressed in blue

23) [uso condicional] if

de ser posible — if possible

de haberlo sabido no habría venido — if I had known, I wouldn't have come

de resultar esto así — if this turns out to be true

de no ser así — if it were not so, were it not so

de no — LAm (=si no) otherwise

* * *
I
preposición

Sentido I

1) (en relaciones de pertenencia, posesión)

la casa de mis padres/de la actriz — my parents'/the actress's house

el rey de Francia — the king of France

el cumpleaños de Luis — Luis's birthday

no es de él/de ella/de ellos — it isn't his/hers/theirs

su padre de usted — (frml) your father

es un amigo de mi hijo/de la familia — he's a friend of my son's/the family

un estudiante de quinto año — a fifth-year student

la correa del perro — the dog's leash

un avión de Mexair — a Mexair plane

la tapa de la cacerola — the saucepan lid

las calles de la capital — the streets of the capital

la subida de los precios — the rise in prices

al término de la reunión — at the end of the meeting

2)

a) ( introduciendo un nombre en aposición) of

la ciudad de Lima — the city of Lima

el aeropuerto de Barajas — Barajas airport

el mes de enero — the month of January

b) ( con apellidos)

[de is also part of certain surnames like de León and de la Peña]

Sra. Mónica Ortiz de Arocena — ≈Mrs Mónica Arocena

los señores de Díaz — (frml) Mr and Mrs Díaz

las señoritas de Paz — (frml) the Misses Paz (frml)

c) ( en exclamaciones)

pobre de él! — poor him!

ay de mí! — (liter) woe is me! (liter)

Sentido II

3) (expresando procedencia, origen, tiempo) from

volvía del banco — I was on my way back from the bank

es de Bogotá — she's/she comes from Bogotá

una carta de Julia — a letter from Julia

lo saqué de la biblioteca — I got it out of the library

lo recogió del suelo — she picked it up off the floor

un hijo de su primera mujer — a son by his first wife

al salir de la tienda — as he left the store

un amigo de la infancia — a childhood friend

la literatura de ese período — the literature of o from that period

de un día para otro — from one day to the next

de... a... — from... to...

de aquí a tu casa — from here to your house

de nueve a cinco — it's open from nine to five

4) (al especificar material, contenido, composición)

son de plástico — they're (made of) plastic

una mesa de caoba — a mahogany table

una inyección de morfina — an injection of morphine, a morphine injection

un curso de secretariado — a secretarial course

un vaso de agua — a glass of water

una colección de sellos — a stamp collection

un millón de dólares — a million dollars

5) (expresando causa, modo)

murió de viejo — he died of old age

verde de envidia — green with envy

estaba ronco de tanto gritar — he was hoarse from shouting so much

temblando de miedo — trembling with fear

de memoria — by heart

lo tumbó de un golpe — he knocked him down with one blow

de dos en dos or (CS) de a dos — two at a time

de a poco/de a uno — (CS) little by little/one by one

Sentido III

6)

a) (introduciendo cualidades, características)

es de una paciencia increíble — he is incredibly patient

objetos de mucho valor — objects of great value

¿de qué color lo quiere? — what color do you want it?

tiene cara de aburrido — he looks bored

tienes cosas de niño — sometimes you act like a child

una botella de un litro — a liter bottle

un niño de tres meses — a three-month-old child

la chica de azul/del abrigo rojo — the girl in blue/in the red coat

un hombre de pelo largo — a man with long hair

b) ( refiriéndose a una etapa en la vida) as

de niño — as a o when he was a child

7) (indicando uso, destino, finalidad)

el cepillo de la ropa — the clothes brush

copas de vino — wine glasses

ropa de cama — bed clothes

dales algo de comer — give them something to eat

¿qué hay de postre? — what's for dessert?

8)

a) (al definir, especificar)

el botón de abajo — the bottom button

el vecino de al lado — the next-door neighbor

es muy bonita de cara — she has a pretty face

¿qué tal vamos de tiempo? — how are we doing for time?

tiene dos metros de ancho — it's two meters wide

es fácil/difícil de pronunciar — it's easy/difficult to pronounce

b) ( sentido partitivo) of

¿quién de ustedes fue? — which (one) of you was it?

se llevó uno de los míos — she took one of mine

el mayor de los Soto — the eldest of the Soto children

9) ( con sentido ponderativo)

lo encontré de viejo...! — he seemed so old!

qué de coches! — (fam) what a lot of cars!

10)

a) ( con cifras)

el número de estudiantes es de 480 — there are 480 students

pagan un interés del 15% — they pay 15% interest o interest at 15%

b) ( en comparaciones de cantidad) than

cuesta más de £100 — it costs more than o over £100

pesa menos de un kilo — it weighs less than o under a kilo

un número mayor/menor de 29 — a number over/under 29

c) ( con un superlativo)

es el más caro de todos — it's the most expensive one

la ciudad más grande del mundo — the biggest city in the world

11) ( refiriéndose a una parte del día)

duerme de día y trabaja de noche — she sleeps during the day and works at night

salieron de madrugada — they left very early in the morning

12) ( en calidad de) as

trabaja de secretaria — she works as a secretary

hace de rey en la obra — he plays (the part of) a king in the play

13) (en expresiones de estado, actividad)

de mal humor — in a bad mood

estamos de limpieza general/fiesta — we're spring-cleaning/having a party

14) ( en oraciones pasivas) by

una novela de Goytisolo — a novel by Goytisolo

una casa rodeada de árboles — a house surrounded by trees

Sentido IV

15) ( con sentido condicional)

a)

de + inf: de haberlo sabido, habría venido antes if I had known o had I known, I would have come earlier; de no ser así no será considerada — otherwise it will not be considered

b)

ser de + inf — (expresando necesidad, inevitabilidad)

es de esperar que... — it is to be hoped that...

es de destacar su actuación — her performance is worthy of note
II
femenino: name of the letter d

* * *

= across, in respect for, of, off, out of, from, featuring.

Ex. This arrangement may facilitate browsing across different kinds of materials.

Ex. The author of a document is the person or organisation responsible for its creation, that is, the writer of a text, the illustrator in respect for illustrations and others responsible for the intellectual content of a work.

Ex. These institutes brought together some of the most influential people in the field.

Ex. Having entered the next state and a highway off the turnpike, he was amazed by the extraordinary flatness of the land, especially in contrast to the hilly terrain he had grown up with back home.

Ex. However, out of the enormous abundance of information produced, only 50% is new while the rest is redundant.

Ex. From the analysis of some 5760 questions, Wilkinson and Miller developed a 'step approach' to differentiate reference questions according to how many judgmental steps were required to answer them.

Ex. The exhibition also contains a group of ink drawings featuring self-portraits and portraits inspired by classical sculpture.

----

* abogado de oficio = legal aid.

* actuar de otro modo = do + otherwise.

* alabanza de boquilla = lip service.

* alabar de boquilla = give + lip service.

* autorizado de antemano = pre-authorised [pre-authorized, -USA].

* cambiar de una vez a otra = change from + time to time, vary + from time to time.

* comenzar de nuevo = start + all over again.

* de... a = through.

* de abajo hacia arriba = bottom-up.

* de abolengo = well-born.

* de abordo = in-flight.

* de absorción = absorptive.

* de acá para allá = back and forth, to and fro.

* de acceso público = publicly accessible.

* de acceso rápido = fast-access.

* de acceso restringido = closed access.

* de acción = action-centered.

* de acompañante = in tow.

* de actitud = attitudinal.

* de actuación = for action.

* de actualidad = topical.

* de acuerdo = okay, granted, all right, in concert, in agreement, okeydokey! [okidoki], in consort.

* de acuerdo a = according to.

* de acuerdo con = according to, as far as + Nombre + be + concerned, consistent with, in harmony with, in accordance with, in concert with, in keeping with, in line with, in step with, in tune with, by, pursuant to, in concurrence with, based on, in agreement with, as far as + Sujeto + Verbo, in consonance with, in accord with, judging by, to judge by, in conformity with, in + Posesivo + view, judging from.

* de acuerdo con el tema = thematically.

* de acuerdo con este documento = hereunder.

* de acuerdo con esto = accordingly.

* de acuerdo con la búsqueda de cadenas de caracteres = on a string search basis.

* de acuerdo con la estación del año = seasonally.

* de acuerdo con la ley = according to law.

* de acuerdo con la tendencia hacia = in the trend towards.

* de acuerdo con + Nombre = going on + Nombre.

* de acuerdo con + Posesivo + opinión = in + Posesivo + view, in + Posesivo + opinion.

* de acuerdo con + Posesivo + parecer = in + Posesivo + view, in + Posesivo + opinion.

* de acuerdo con + Posesivo + bolsillo = according to + Posesivo + pocket.

* de acuerdo con + Pronombre = in + Posesivo + opinion, in + Posesivo + opinion.

* de adaptación = adaptive.

* de †frica = African.

* de Africa occidental = West African.

* de agua = water-based.

* de aguas profundas = deep-sea.

* de ahí = therefrom.

* de ahí que = hence.

* de ahora en adelante = from now on, from this point on.

* de Alaska = Alaskan.

* de Albania = Albanian.

* de alcance estatal = nationwide [nation-wide].

* de alcance nacional = nationwide [nation-wide].

* de alcohol = spirit-based.

* de alguna forma = in one way or another, one way or another.

* de alguna manera = in some sense, in some way, somehow, in any sense, some way.

* de alguna otra forma = in any other way.

* de algún modo = in any way [in anyway], somehow, after a fashion, in some form, some way.

* de algún modo + Adjetivo = otherwise + Adjetivo.

* de algún modo u otro = of some sort.

* de algún tiempo a esta parte = for some time now.

* de algún tipo = of some description.

* de algún tipo u otro = of some sort.

* de alta alcurnia = well-born.

* de alta cuna = well-born.

* de alta densidad = high-density.

* de alta energía = high energy.

* de alta fidelidad = hi-fi.

* de alta mar = offshore, sea-going, ocean-going.

* de alta potencia = high power.

* de alta presión = high-pressured, high-pressure.

* de alta productividad = high-performance.

* de alta resistencia = heavy-duty.

* de alta tecnología = high-tech, high-technology.

* de alta tensión = heavy-current.

* de alta velocidad = high-speed.

* de alto abolengo = well-born.

* de alto ahorro energético = energy-saving.

* de alto nivel = of a high order, high level [high-level], high-powered.

* de alto rango = high-ranking, highly placed.

* de alto rendimiento = high-performance, heavy-duty.

* de altos vuelos = high-flying, high-powered.

* de alto voltaje = high-voltage.

* de altura = high, top-notch.

* de altura regulable = height-adjustable.

* de aluvión = alluvial.

* de ámbito estatal = statewide [state-wide].

* de amplio alcance = broad in scope.

* de antaño = of old, age-old, old-time, of yore, of olden days, of yesteryear, bygone, gone by.

* de antemano = in advance (of), beforehand.

* de antes de la guerra = pre-war [prewar].

* de antigua generación = low-end.

* de antiguo = from time immemorial.

* de apariencia = cosmetic.

* de apariencia engañosa = meretricious.

* de aplicación específica = special-purpose.

* de aplicación específica a un equipo de ordenador = hardware-based.

* de aplicación general = general-purpose, of general application.

* de apoyo = enabling, supportive.

* de aprovechamiento = exploitative.

* de aquel entonces = of that day.

* de aquí para allá = back and forth.

* de aquí te espero = tremendous, enormous, humongous [humungous], gianormous.

* de Arabia Saudí = Saudi Arabian.

* de archivo = archival, archive.

* de armas tomar = redoubtable.

* de arranque = bootable.

* de arriba abajo = from top to bottom, from head to toe, from head to foot.

* de arriba hacia abajo = top-down.

* de ascendencia + Adjetivo = of + Adjetivo + descent.

* de asesoramiento = consultative.

* de aspecto = looking.

* de aspecto antiguo = old-face.

* de aspecto complicado = complicated-looking.

* de aspecto delgado = lean-looking.

* de aspecto digno = dignified.

* de aspecto impresionante = impressive-looking.

* de aspecto nuevo = new-looking.

* de aspecto poco profesional = botched-up.

* de aspecto profesional = professional-looking.

* de aspecto ruinoso = run-down.

* de aspecto solemne = dignified.

* de atención básica = preattentive.

* de atención primaria = preattentive.

* de atrás = rear.

* de atrás para adelante = back and forth.

* de aupa = royal.

* de autodesprecio = self-deprecating.

* de autogestión = self-managing.

* de autoprotección = self-protective.

* de autosuficiencia = self-satisfied.

* de baja calidad = poor in detail, low-grade [lowgrade], low-quality, third rate [third-rate], low-end, trashy [trashier -comp., trashiest -sup.].

* de baja intensidad = low-intensity [low intensity].

* de baja ralea = ignoble.

* de bajísima calidad = shoddy.

* de bajo consumo = low energy.

* de bajo contenido en grasas = low fat.

* de bajo crecimiento = low-growing.

* de bajo nivel = lower-level, low-level.

* de bajo precio = low-priced.

* de bajo riesgo = low-risk.

* de balde = for free.

* de barrio = neighbourhood-based.

* de base popular = grassroots [grass-roots].

* de bienvenida = salutatory.

* de boca en boca = word-of-mouth, by word of mouth.

* de bodas = bridal.

* de Boole = Boolean.

* de bote en bote = packed to capacity, choc-a-block, chock-full, densely packed, packed, packed to the rafters.

* de broma = humorously, teasingly.

* de bronce = brass.

* de buena calidad = good-quality.

* de buena disposición = good-natured.

* de buena fama = of good repute.

* de buena fe = bona fide, in good faith.

* de buena manera = good-humouredly, good-humoured.

* de buena reputación = of good repute.

* de buenas = on good terms.

* de buenas a primeras = right off the bat, suddenly, without warning, all of a sudden, just like that.

* de buena vecindad = neighbourly [neighborly, -USA].

* de buena voluntad = in good faith.

* de buen corazón = kind-hearted, good-hearted, big-hearted.

* de buen grado = willing, good-humouredly, good-humoured, good-naturedly.

* de buen gusto = tasteful.

* de buen humor = good-humouredly, good-humoured, in good humour.

* de buenos modales = well-mannered.

* de buen vecino = neighbourly [neighborly, -USA].

* de buen ver = good looking.

* de bulla y corriendo = in a rush.

* de caballo = huge, humongous [humungous], massive, gianormous.

* de cabo a rabo = lock, stock and barrel, from head to toe, from head to foot.

* de cachondeo = teasingly.

* de cada día = day to day [day-to-day].

* de cada + Número + veces + Número = Número + times out of + Número.

* de caderas anchas = wide-hipped.

* de cajón = no-brainer.

* de calidad = authoritative, qualitative, quality, well-made, high-end, quality assured, value-added.

* de calidad inferior = low-grade [lowgrade], substandard [sub-standard], low-end.

* de calidad superior = best-quality, top quality.

* de camino = on the way, while we're at it.

* de camino a = en route for, on + Posesivo + way to, en route to.

* de campo = free-range.

* de campos fijos = fixed-field.

* de campus = campus-wide [campuswide].

* de capa caída = at a low ebb, in (the) doldrums.

* de capa y espada = cloak-and-dagger.

* de capital importancia = momentous, of cardinal importance.

* de cara a = face-to-face [face to face], facing.

* de carácter = in character.

* de carácter público = state-owned, government-owned, state-run, government-run, publicly owned [publicly-owned], publicly supported, publicly held.

* de carne = meaty [meatier -comp., meatiest -sup.].

* de carne y hueso = flesh-and-blood.

* de castigo = punitive.

* de casualidad = by accident, by a fluke, by chance, accidentally, by a stroke of (good) luck, by luck.

* de causas desconocidas = idiopathic.

* de cerámica = ceramic.

* de cerca = at close range, at close quarters.

* de chiripa = by a fluke, by a stroke of (good) luck, by chance, by luck.

* de cierto tipo = of a sort, of sorts.

* de cinco años = five yearly [five-yearly].

* de cinco días de duración = five-day.

* de cinco estrellas = 5-star [five-star].

* de cinco meses de duración = five-month-long.

* de civil = in plain clothes.

* de clasificación = classificatory.

* de clausura = cloistered.

* de clausura de congreso = end-of-conference.

* de cobre = cupric.

* de cojones = badass.

* de colegas = collegial, buddying.

* de Colombia = Colombian.

* de color = coloured [colored, -USA], non-white [nonwhite], full-colour, in colour.

* de color crema = creamy [creamier -comp., creamiest -sup.], creamy [creamier -comp., creamiest -sup.], cream-coloured.

* de color de bronce = brassy.

* de colores = full-colour, multi-colour [multi-color -USA].

* de colores vivos = colourful [colorful, -USA].

* de colorines = brightly coloured.

* de color marroncillo = brownish tinged.

* de color rojo = red-coloured.

* de color rosa = rose-coloured.

* de color verde botella = bottle green.

* de color verde oscuro = bottle green.

* de color y textura parecidos al carbón = carbonaceous.

* de comienzos de + Expresión Temporal = earliest + Expresión Temporal.

* de cómo = as to how.

* de compañeros = collegial.

* de complicidad = knowing.

* de comportamiento = behavioural [behavioral, -USA].

* de comportamiento impecable = prim and proper.

* de conceptos = concept-based.

* de conceptos múltiples = multiple-concept.

* de conducta = behavioural [behavioral, -USA].

* de confianza = reliable, trusted, trusting, reputable.

* de confirmación = confirmatory.

* de conformidad con = in compliance with, in keeping with.

* de conformidad con eso = accordingly.

* de conífera = coniferous.

* de construcción básica = brick and frame.

* de construcción sólida = solidly-built.

* de consulta fácil = scannable.

* de consulta mediante órdenes = command-based.

* de consumo = consumptive.

* de contenido enriquecido = content-enriched.

* de contrabando = bootleg.

* de contrapunto = contrapuntal.

* de Corea = Korean.

* de Corea del Sur = South Korean.

* de corral = free-range.

* de corta duración = short term [short-term].

* de corte + Adjetivo = of a + Adjetivo + nature.

* de cosecha propia = home-grown [home grown/homegrown].

* de costa a costa = coast-to-coast.

* de coste cero = zero-cost.

* de costumbre = usual, usually.

* de creación = authorial.

* de crecimiento continuo = steadily growing.

* de crecimiento más rápido = fastest-growing.

* de crecimiento rápido = fast-growing, fast-evolving.

* de cría intensiva = battery-caged.

* de crianza intensiva = battery-caged.

* de Crimea = Crimean.

* de cristal = glass.

* de crucial importancia = crucially important.

* de cualquier forma = in any event, in any way [in anyway], in any case, in any way at all.

* de cualquier forma posible = in any and all ways.

* de cualquier manera = anyhow, higgledy-piggledy, willy-nilly, in any way at all, in any way [in anyway].

* de cualquier modo = however, either way.

* de cualquier tipo = in any way [in anyway], in all forms.

* de cuando en cuando = every once in a while, every so often, every now and then, every now and again.

* de cuatro días de duración = four-day.

* de cuatro estrellas = four-star.

* de Cuba = Cuban.

* de cuerpo largo = long-bodied.

* de deficiente calidad = poor-quality, of poor quality.

* de delante hacia atrás = front to back, fore and aft.

* de densidad doble = double-density.

* de dentro hacia fuera = inside outwards.

* de derechas = right-wing.

* de derecho = de jure [iure].

* de derecho pero no de hecho = in name only.

* de desarrollo = developmental.

* de desarrollo autónomo = self-evolving.

* de desarrollo rápido = fast-evolving.

* de descargo = exonerating, exculpatory.

* de desconexión = cut-off.

* de descubrimiento reciente = newly-discovered.

* de desecho = discarded.

* de desempate = tie-breaker [tiebreaker], tie-breaking [tiebreaking].

* de desguace = written-off.

* de despedida = valedictory.

* de día = in the daytime, during the daytime, during daytime.

* de día a día = from day to day.

* de diámetro = in diameter.

* de diario = everyday.

* de día y de noche = day and night, night and day.

* de diesel = diesel-powered.

* de diferente modo = differently.

* de diferentes niveles = multi-tiered [multitiered], multi-tier [multitier].

* de diferentes tonalidades de gris = grey scale [gray scale].

* de difícil solución = intractable.

* de dinero = well-to-do, well-off.

* de dirección = directorial, administrative.

* de diseño abierto = open-plan, open-planned.

* de diversa índole = kaleidoscopic, of one type or another, of one sort or another, of one kind or another.

* de diversos tipos = of one type or another, of one sort or another, of one kind or another.

* de diverso tipo = of one type or another, of one sort or another, of one kind or another.

* de doble cara = double-hinged, double-sided.

* de doble filo = double-edged.

* de doble hoja = double-hinged.

* de doble sentido = double-edged, two-way.

* de doble uso = dual-use.

* de dolor = in pain.

* de dominio público = publicly owned [publicly-owned].

* de donde = whence, whence, from whence.

* ¿de dónde si no...? = where else...?, where else...?.

* de dos caras = two-sided, two-faced.

* de dos días de duración = two-day [2-day].

* de dos en dos = two at a time.

* de dos letras = two-letter.

* de dos niveles = two-tier.

* de dos páginas = two-page.

* de dos partidos políticos = bipartisan [bi-partisan].

* de dos patas = two-legged.

* de dos piernas = two-legged.

* de dos pies = two-legged.

* de dos plantas = two-storey [two-story].

* de dos tonalidades = bitonal.

* de dos tonos = bitonal.

* de dos volúmenes = two-volume.

* de duelo = in mourning.

* de duración limitada = timebound [time-bound].

* de Ecuador = Ecuadorian.

* de edad = elderly.

* de edad avanzada = over the hill.

* de edad escolar = school-age.

* de edad mediana = middle-aged.

* de edad universitaria = college-age.

* de elaboración de políticas = policy-forming.

* de ello = thereof, therefrom.

* de ellos = theirs.

* de embalsamar = embalming.

* de emisor a receptor = downstream.

* de encaje = lacy.

* de enmienda = amendatory.

* de ensueño = dream-like [dreamlike], picture-perfect.

* de entonces = of the day.

* de entreguerras = interwar.

* de entre los nuestros = in our ranks.

* de entretenimiento = recreational.

* de envergadura = heavy lifting.

* de época = vintage.

* de epopeya = epic.

* de esa época = of the period.

* de escándalo = outrageous.

* de ese modo = in doing so, in this,, thereby.

* de eso = thereof.

* de espaldas anchas = broad-shouldered.

* de especial importancia = of particular note.

* de espíritu cívico = public-spirited.

* de espíritu comunitario = public-spirited.

* de espíritu libre = free-spirited.

* de esta forma = in this fashion, in this manner, in this way.

* de esta manera = in this fashion, in this manner, in this way.

* de este modo = accordingly, by so doing, by this means, in so doing, in this fashion, in this manner, thereby, this way, thus, this way round, in this way, by doing so, in these ways, this is how, in doing so.

* de este modo, de esta forma, de esta manera = in this way.

* de esto, de lo otro y de lo de más allá = about this and that and everything else.

* de Estonia = Estonian.

* de esto y de lo otro = about this and that.

* de estructura de acero = steel-framed.

* de estructura de madera = timber-framed.

* de Europa del Este = Eastern European.

* de Europa Occidental = Western-European, West European.

* de evaluación = evaluative.

* de éxito = successful.

* de éxito asegurado = sure-fire [surefire].

* de éxito garantizado = sure-fire [surefire].

* de éxito seguro = sure-fire [surefire].

* de expansión = expanded.

* de explotación = exploitative.

* de extensión = in length.

* de extensión normal = standard-length.

* de extremada urgencia = serious.

* de fabricación casera = homemade.

* de fácil acceso = easily available, over the counter, handy.

* de fácil alcance para = within easy reach of.

* de fácil manejo = liftable.

* de facto = de facto.

* de fama = of note.

* de fama internacional = of international renown.

* de fama mundial = world-renowned, internationally renowned, world-renown.

* de felpa = plush.

* de fiar = legit.

* de fichas = card-based.

* de fijación de normas = standard(s) setting.

* de final de año = end-year.

* de final de mes = end-of-the-month.

* de finales del siglo XIX y principios del XX = turn-of-the-century.

* de fin de año = end of the year.

* de fin de milenio = millennial.

* de forma = in form.

* de forma abrumadora = overwhelmingly.

* de forma aceptable = adequately, acceptably.

* de forma adecuada = adequately, fitly, appropriately.

* de forma alternada = in alternating fashion.

* de forma alternativa = alternatively.

* de forma anónima = anonymously.

* de forma aplastante = overwhelmingly.

* de forma apreciable = markedly.

* de forma apropiada = properly, fitly, appropriately.

* de forma audible = audibly.

* de forma autónoma = autonomously.

* de forma caprichosa = capriciously.

* de formación = formative.

* de forma clara = clearly.

* de forma cognitiva = cognitively.

* de forma colegiada = collegially.

* de forma combinada = in combination.

* de forma competitiva = competitively.

* de forma complemenetaria = complimentarily.

* de forma completa = in full.

* de forma completa, en su totalidad, completamente, por extenso = in full.

* de forma concisa = concisely.

* de forma conjunta con = in partnership with.

* de forma considerable = considerably.

* de forma continuada = continuously.

* de forma cuadrada = squarish, square-shaped.

* de forma deductiva = deductively.

* de forma desastrosa = disastrously.

* de forma deshonesta = dishonestly.

* de forma diferente = differently shaped.

* de forma digital = digitally.

* de forma divertida = funnily.

* de forma económica = cost-effectively.

* de forma errática = erratically.

* de forma escandalosa = outrageously.

* de forma especulativa = speculatively.

* de forma estructurada = in a structured fashion.

* de forma exquisita = exquisitely.

* de forma extraña = oddly, funnily.

* de forma federal = federally.

* de forma general = widely, bulk.

* de forma global = holistically.

* de forma graciosa = funnily.

* de forma gratis = on a complimentary basis.

* de forma gratuita = on a complimentary basis.

* de forma grotesca = grotesquely.

* de forma heterogénea = heterogeneously [heterogenously].

* de forma heurística = heuristically.

* de forma humorística = in a humorous vein.

* de forma imaginativa = imaginatively.

* de forma indirecta = circuitous route.

* de forma inesperada = out of the blue, like a bolt out of the blue, like a bolt from the blue.

* de forma innata = innately.

* de forma irregular = erratically.

* de forma lamentable = miserably.

* de forma lógica = in a meaningful way.

* de forma mágica = magically.

* de forma mecánica = mechanically.

* de forma mordaz = pungently.

* de forma mordaz, mordazmente, con sarcasmo = pungently.

* de forma muy parecida a = in much the same way as.

* de forma muy similar a = in much the same way as.

* de forma negativa = in a negative light.

* de forma neutral = neutrally.

* de forma notoria = markedly.

* de forma opcional = optionally.

* de forma óptima = optimally.

* de forma personalizada = on a one-to-one basis.

* de forma poco ética = unethically.

* de forma poco imaginativa = unimaginatively.

* de forma poco profesional = unprofessionally.

* de forma poco razonable = unreasonably.

* de forma positiva = in a positive light, constructively.

* de forma práctica = pragmatically.

* de forma precisa = precisely.

* de forma provocativa = provocatively.

* de forma puntual = occasionally, when necessary.

* de forma que = in ways that.

* de forma que resulta más fácil de entender = in digestible form.

* de forma rara = oddly, funnily.

* de forma recíproca = reciprocally.

* de forma rentable = cost-effectively.

* de forma residual = residually.

* de forma ridícula = grotesquely.

* de forma saludable = healthily.

* de forma sana = healthily.

* de forma significativa = to any significant extent, to a significant extent.

* de forma sistemática = in a systematic fashion.

* de forma sofisticada = sophisticatedly.

* de forma subconsciente = subconsciously.

* de forma sublime = subliminally.

* de forma suscinta = in brief.

* de forma terapéutica = therapeutically.

* de forma tosca = in crude form.

* de forma trágica = tragically.

* de fotograma completo = full-frame.

* de fotograma doble = half-frame.

* de frente = head-on, frontal.

* de fuera = outside, off-side.

* de fuera de la ciudad = out-of-town.

* de fuerza = forceful.

* de funcionamiento = operating, operational.

* de fundamental importancia = of prime importance, critically important.

* de gala = gala.

* de Galileo = Galilean.

* de Gambia = Gambian.

* de gas = gas-powered.

* de generación a generación = from generation to generation.

* de generación en generación = from generation to generation.

* de geofísica = geophysical.

* de gestión = managerial, back-office.

* de gestión del museo = curatorial.

* de Glasgow = Glaswegian.

* de golpe = in one lump, all at once, all at once.

* de grado básico = junior grade.

* de gran ahorro energético = energy-saving.

* de gran belleza = scenic.

* de gran calibre = high-calibre.

* de gran calidad = high-quality, high-grade [high grade], high-calibre.

* de gran capacidad = large-capacity, high capacity.

* de gran colorido = brightly coloured.

* de gran corazón = big-hearted.

* de gran efecto = wide-reaching.

* de gran éxito comercial = high selling.

* de gran formato = oversized, oversize.

* de gran impacto = high impact [high-impact].

* de gran influencia = seminal.

* de granja = free-range.

* de gran lucidez = clear-sighted.

* de gran lujo = top-class.

* de gran potencia = high-powered.

* de gran repercusión = far-reaching, wide-reaching, far-ranging.

* de gran talento = talented.

* de gran valor = highly valued, highly valuable.

* de gran valor histórico = of great historical value.

* de gran venta = high selling.

* de guardia = on duty, duty + Profesión, on call.

* de guasa = teasingly.

* de habla afrikaans = Afrikaans-speaking.

* de habla alemana = German-speaking.

* de habla francesa = French-speaking.

* de habla inglesa = English-speaking.

* de habla portuguesa = Portuguese-speaking.

* de hace años = of years ago.

* de hace muchos años = long-standing.

* de hace mucho tiempo = age-old, long-lost.

* de hace siglos = of yore.

* de hace varios siglos = centuries-old.

* de hasta + Número = of up to + Número.

* de hecho = actually, as a matter of fact, as it happened, de facto, in actual fact, in effect, in fact, indeed, in point of fact, in actuality, as it happens, as it is, effectively, for all intents and purposes, to all intents and purposes, for that matter.

* de hierbas = herbal.

* de hierro = iron, ferric.

* de higos a brevas = once in a blue moon.

* de hoja caduca = deciduous.

* de hoja perenne = evergreen.

* de hojas largas = long-leaved.

* de Homero = Homeric.

* de hongos = fungal.

* de horticultura = horticultural.

* de hoy = present-day.

* de hoy día = of today.

* de hoy en adelante = as from today.

* de hoy en día = of today.

* de huelga = striking.

* de humor = funny [funnier -comp., funniest -sup.].

* de ida y vuelta = return, round-trip.

* de ideas afines = like-minded.

* de igual a igual = as a peer.

* de igual forma = in like manner, in a like manner, in like fashion, in like vein.

* de igual longitud = of equal length.

* de igual manera = by the same token, in like fashion, in like manner, in like vein, in equal measure(s).

* de igual modo = alike, equally, in like fashion, in like manner, in like vein.

* de igual modo que = just as, just as well... as..., along the lines of, on the lines (of).

* de igual + Nombre = equally + Adjetivo.

* de ilusiones vive el hombre = We are such stuff as dreams are made on.

* de imitación = copycat.

* de importancia = of note, of consequence.

* de importancia creciente = of growing importance.

* de importancia crucial = crucially important.

* de importancia fundamental = critically important.

* de improviso = unawares, spur-of-the-moment, on the spur of the moment, unexpectedly.

* de incalculable valor = priceless.

* de incógnito = incognito.

* de inferior calidad = low-end, sub-par.

* de inflexión = inflexional [inflectional].

* de inmediato = immediately.

* de inspiración = inspirational.

* de interés especial = of particular concern, special-interest.

* de intereses similares = of like interest.

* de interés general = general-interest, of general interest.

* de interés humano = human interest.

* de interés periodístico = newsworthy.

* de investigación = exploratory.

* de isótopos = isotopic.

* de izquierdas = left-wing, leftist, lefty.

* de jabón = soapy [soapier -comp., soapiest -sup.].

* de jarana = out on the town, a (late) night out on the town.

* de juerga = out on the town, a (late) night out on the town.

* de Kenia = Kenyan.

* de la "a" a la "zeta" = a to z [a/z o a-z].

* de la adolescencia = teenage.

* de la alcaldía = mayoral.

* de la cabeza a los pies = from head to foot, from head to toe.

* de la cara = facial.

* de la Ceca a la Meca = from pillar to post.

* de la clase blanca, protestante y anglosajona americana = WASPish.

* de la cóclea = cochlear.

* de la columna vertebral = spinal.

* de la comedia = comedic.

* de la corteza = crustal, cortical.

* de la cría de aves = avicultural.

* de la duramadre = dural.

* de la edad media = dark-age.

* de la embajada = ambassadorial.

* de la época = of the time(s), of the day.

* de la época isabelina = Elizabethan.

* de la época victoriana = Victorian.

* de la espina dorsal = spinal.

* de la extensión de un libro = book-length.

* de la fama al olvido = riches to rags.

* de la forma más difícil = the hard way.

* de la forma más fácil = the easy way .

* de la fortuna a la pobreza = riches to rags.

* de la fóvea = foveal.

* de la gama alta = high-end.

* de la gama baja = low-end.

* de la gama inferior = low-end.

* de la guerra = wartime [wart-time].

* de la hipótesis = hypothesised [hypothesized, -USA].

* de la localidad = locally based [locally-based].

* de la malaria = malarial.

* de la mama = mammary.

* de la mandíbula inferior = mandibular.

* de la mandíbula superior = maxillar, maxillary.

* de la manera normal = in the normal manner.

* de la mañana = a.m. (latín - ante meridiam), in the morning.

* de la máquina y el hombre = human-machine.

* de la marina = marine.

* de la mejor forma posible = to the best of + Posesivo + abili.

* * *
I
preposición

Sentido I

1) (en relaciones de pertenencia, posesión)

la casa de mis padres/de la actriz — my parents'/the actress's house

el rey de Francia — the king of France

el cumpleaños de Luis — Luis's birthday

no es de él/de ella/de ellos — it isn't his/hers/theirs

su padre de usted — (frml) your father

es un amigo de mi hijo/de la familia — he's a friend of my son's/the family

un estudiante de quinto año — a fifth-year student

la correa del perro — the dog's leash

un avión de Mexair — a Mexair plane

la tapa de la cacerola — the saucepan lid

las calles de la capital — the streets of the capital

la subida de los precios — the rise in prices

al término de la reunión — at the end of the meeting

2)

a) ( introduciendo un nombre en aposición) of

la ciudad de Lima — the city of Lima

el aeropuerto de Barajas — Barajas airport

el mes de enero — the month of January

b) ( con apellidos)

[de is also part of certain surnames like de León and de la Peña]

Sra. Mónica Ortiz de Arocena — ≈Mrs Mónica Arocena

los señores de Díaz — (frml) Mr and Mrs Díaz

las señoritas de Paz — (frml) the Misses Paz (frml)

c) ( en exclamaciones)

pobre de él! — poor him!

ay de mí! — (liter) woe is me! (liter)

Sentido II

3) (expresando procedencia, origen, tiempo) from

volvía del banco — I was on my way back from the bank

es de Bogotá — she's/she comes from Bogotá

una carta de Julia — a letter from Julia

lo saqué de la biblioteca — I got it out of the library

lo recogió del suelo — she picked it up off the floor

un hijo de su primera mujer — a son by his first wife

al salir de la tienda — as he left the store

un amigo de la infancia — a childhood friend

la literatura de ese período — the literature of o from that period

de un día para otro — from one day to the next

de... a... — from... to...

de aquí a tu casa — from here to your house

de nueve a cinco — it's open from nine to five

4) (al especificar material, contenido, composición)

son de plástico — they're (made of) plastic

una mesa de caoba — a mahogany table

una inyección de morfina — an injection of morphine, a morphine injection

un curso de secretariado — a secretarial course

un vaso de agua — a glass of water

una colección de sellos — a stamp collection

un millón de dólares — a million dollars

5) (expresando causa, modo)

murió de viejo — he died of old age

verde de envidia — green with envy

estaba ronco de tanto gritar — he was hoarse from shouting so much

temblando de miedo — trembling with fear

de memoria — by heart

lo tumbó de un golpe — he knocked him down with one blow

de dos en dos or (CS) de a dos — two at a time

de a poco/de a uno — (CS) little by little/one by one

Sentido III

6)

a) (introduciendo cualidades, características)

es de una paciencia increíble — he is incredibly patient

objetos de mucho valor — objects of great value

¿de qué color lo quiere? — what color do you want it?

tiene cara de aburrido — he looks bored

tienes cosas de niño — sometimes you act like a child

una botella de un litro — a liter bottle

un niño de tres meses — a three-month-old child

la chica de azul/del abrigo rojo — the girl in blue/in the red coat

un hombre de pelo largo — a man with long hair

b) ( refiriéndose a una etapa en la vida) as

de niño — as a o when he was a child

7) (indicando uso, destino, finalidad)

el cepillo de la ropa — the clothes brush

copas de vino — wine glasses

ropa de cama — bed clothes

dales algo de comer — give them something to eat

¿qué hay de postre? — what's for dessert?

8)

a) (al definir, especificar)

el botón de abajo — the bottom button

el vecino de al lado — the next-door neighbor

es muy bonita de cara — she has a pretty face

¿qué tal vamos de tiempo? — how are we doing for time?

tiene dos metros de ancho — it's two meters wide

es fácil/difícil de pronunciar — it's easy/difficult to pronounce

b) ( sentido partitivo) of

¿quién de ustedes fue? — which (one) of you was it?

se llevó uno de los míos — she took one of mine

el mayor de los Soto — the eldest of the Soto children

9) ( con sentido ponderativo)

lo encontré de viejo...! — he seemed so old!

qué de coches! — (fam) what a lot of cars!

10)

a) ( con cifras)

el número de estudiantes es de 480 — there are 480 students

pagan un interés del 15% — they pay 15% interest o interest at 15%

b) ( en comparaciones de cantidad) than

cuesta más de £100 — it costs more than o over £100

pesa menos de un kilo — it weighs less than o under a kilo

un número mayor/menor de 29 — a number over/under 29

c) ( con un superlativo)

es el más caro de todos — it's the most expensive one

la ciudad más grande del mundo — the biggest city in the world

11) ( refiriéndose a una parte del día)

duerme de día y trabaja de noche — she sleeps during the day and works at night

salieron de madrugada — they left very early in the morning

12) ( en calidad de) as

trabaja de secretaria — she works as a secretary

hace de rey en la obra — he plays (the part of) a king in the play

13) (en expresiones de estado, actividad)

de mal humor — in a bad mood

estamos de limpieza general/fiesta — we're spring-cleaning/having a party

14) ( en oraciones pasivas) by

una novela de Goytisolo — a novel by Goytisolo

una casa rodeada de árboles — a house surrounded by trees

Sentido IV

15) ( con sentido condicional)

a)

de + inf: de haberlo sabido, habría venido antes if I had known o had I known, I would have come earlier; de no ser así no será considerada — otherwise it will not be considered

b)

ser de + inf — (expresando necesidad, inevitabilidad)

es de esperar que... — it is to be hoped that...

es de destacar su actuación — her performance is worthy of note
II
femenino: name of the letter d

* * *

= across, in respect for, of, off, out of, from, featuring.

Ex: This arrangement may facilitate browsing across different kinds of materials.

Ex: The author of a document is the person or organisation responsible for its creation, that is, the writer of a text, the illustrator in respect for illustrations and others responsible for the intellectual content of a work.

Ex: These institutes brought together some of the most influential people in the field.

Ex: Having entered the next state and a highway off the turnpike, he was amazed by the extraordinary flatness of the land, especially in contrast to the hilly terrain he had grown up with back home.

Ex: However, out of the enormous abundance of information produced, only 50% is new while the rest is redundant.

Ex: From the analysis of some 5760 questions, Wilkinson and Miller developed a 'step approach' to differentiate reference questions according to how many judgmental steps were required to answer them.

Ex: The exhibition also contains a group of ink drawings featuring self-portraits and portraits inspired by classical sculpture.

* abogado de oficio = legal aid.

* actuar de otro modo = do + otherwise.

* alabanza de boquilla = lip service.

* alabar de boquilla = give + lip service.

* autorizado de antemano = pre-authorised [pre-authorized, -USA].

* cambiar de una vez a otra = change from + time to time, vary + from time to time.

* comenzar de nuevo = start + all over again.

* de... a = through.

* de abajo hacia arriba = bottom-up.

* de abolengo = well-born.

* de abordo = in-flight.

* de absorción = absorptive.

* de acá para allá = back and forth, to and fro.

* de acceso público = publicly accessible.

* de acceso rápido = fast-access.

* de acceso restringido = closed access.

* de acción = action-centered.

* de acompañante = in tow.

* de actitud = attitudinal.

* de actuación = for action.

* de actualidad = topical.

* de acuerdo = okay, granted, all right, in concert, in agreement, okeydokey! [okidoki], in consort.

* de acuerdo a = according to.

* de acuerdo con = according to, as far as + Nombre + be + concerned, consistent with, in harmony with, in accordance with, in concert with, in keeping with, in line with, in step with, in tune with, by, pursuant to, in concurrence with, based on, in agreement with, as far as + Sujeto + Verbo, in consonance with, in accord with, judging by, to judge by, in conformity with, in + Posesivo + view, judging from.

* de acuerdo con el tema = thematically.

* de acuerdo con este documento = hereunder.

* de acuerdo con esto = accordingly.

* de acuerdo con la búsqueda de cadenas de caracteres = on a string search basis.

* de acuerdo con la estación del año = seasonally.

* de acuerdo con la ley = according to law.

* de acuerdo con la tendencia hacia = in the trend towards.

* de acuerdo con + Nombre = going on + Nombre.

* de acuerdo con + Posesivo + opinión = in + Posesivo + view, in + Posesivo + opinion.

* de acuerdo con + Posesivo + parecer = in + Posesivo + view, in + Posesivo + opinion.

* de acuerdo con + Posesivo + bolsillo = according to + Posesivo + pocket.

* de acuerdo con + Pronombre = in + Posesivo + opinion, in + Posesivo + opinion.

* de adaptación = adaptive.

* de frica = African.

* de Africa occidental = West African.

* de agua = water-based.

* de aguas profundas = deep-sea.

* de ahí = therefrom.

* de ahí que = hence.

* de ahora en adelante = from now on, from this point on.

* de Alaska = Alaskan.

* de Albania = Albanian.

* de alcance estatal = nationwide [nation-wide].

* de alcance nacional = nationwide [nation-wide].

* de alcohol = spirit-based.

* de alguna forma = in one way or another, one way or another.

* de alguna manera = in some sense, in some way, somehow, in any sense, some way.

* de alguna otra forma = in any other way.

* de algún modo = in any way [in anyway], somehow, after a fashion, in some form, some way.

* de algún modo + Adjetivo = otherwise + Adjetivo.

* de algún modo u otro = of some sort.

* de algún tiempo a esta parte = for some time now.

* de algún tipo = of some description.

* de algún tipo u otro = of some sort.

* de alta alcurnia = well-born.

* de alta cuna = well-born.

* de alta densidad = high-density.

* de alta energía = high energy.

* de alta fidelidad = hi-fi.

* de alta mar = offshore, sea-going, ocean-going.

* de alta potencia = high power.

* de alta presión = high-pressured, high-pressure.

* de alta productividad = high-performance.

* de alta resistencia = heavy-duty.

* de alta tecnología = high-tech, high-technology.

* de alta tensión = heavy-current.

* de alta velocidad = high-speed.

* de alto abolengo = well-born.

* de alto ahorro energético = energy-saving.

* de alto nivel = of a high order, high level [high-level], high-powered.

* de alto rango = high-ranking, highly placed.

* de alto rendimiento = high-performance, heavy-duty.

* de altos vuelos = high-flying, high-powered.

* de alto voltaje = high-voltage.

* de altura = high, top-notch.

* de altura regulable = height-adjustable.

* de aluvión = alluvial.

* de ámbito estatal = statewide [state-wide].

* de amplio alcance = broad in scope.

* de antaño = of old, age-old, old-time, of yore, of olden days, of yesteryear, bygone, gone by.

* de antemano = in advance (of), beforehand.

* de antes de la guerra = pre-war [prewar].

* de antigua generación = low-end.

* de antiguo = from time immemorial.

* de apariencia = cosmetic.

* de apariencia engañosa = meretricious.

* de aplicación específica = special-purpose.

* de aplicación específica a un equipo de ordenador = hardware-based.

* de aplicación general = general-purpose, of general application.

* de apoyo = enabling, supportive.

* de aprovechamiento = exploitative.

* de aquel entonces = of that day.

* de aquí para allá = back and forth.

* de aquí te espero = tremendous, enormous, humongous [humungous], gianormous.

* de Arabia Saudí = Saudi Arabian.

* de archivo = archival, archive.

* de armas tomar = redoubtable.

* de arranque = bootable.

* de arriba abajo = from top to bottom, from head to toe, from head to foot.

* de arriba hacia abajo = top-down.

* de ascendencia + Adjetivo = of + Adjetivo + descent.

* de asesoramiento = consultative.

* de aspecto = looking.

* de aspecto antiguo = old-face.

* de aspecto complicado = complicated-looking.

* de aspecto delgado = lean-looking.

* de aspecto digno = dignified.

* de aspecto impresionante = impressive-looking.

* de aspecto nuevo = new-looking.

* de aspecto poco profesional = botched-up.

* de aspecto profesional = professional-looking.

* de aspecto ruinoso = run-down.

* de aspecto solemne = dignified.

* de atención básica = preattentive.

* de atención primaria = preattentive.

* de atrás = rear.

* de atrás para adelante = back and forth.

* de aupa = royal.

* de autodesprecio = self-deprecating.

* de autogestión = self-managing.

* de autoprotección = self-protective.

* de autosuficiencia = self-satisfied.

* de baja calidad = poor in detail, low-grade [lowgrade], low-quality, third rate [third-rate], low-end, trashy [trashier -comp., trashiest -sup.].

* de baja intensidad = low-intensity [low intensity].

* de baja ralea = ignoble.

* de bajísima calidad = shoddy.

* de bajo consumo = low energy.

* de bajo contenido en grasas = low fat.

* de bajo crecimiento = low-growing.

* de bajo nivel = lower-level, low-level.

* de bajo precio = low-priced.

* de bajo riesgo = low-risk.

* de balde = for free.

* de barrio = neighbourhood-based.

* de base popular = grassroots [grass-roots].

* de bienvenida = salutatory.

* de boca en boca = word-of-mouth, by word of mouth.

* de bodas = bridal.

* de Boole = Boolean.

* de bote en bote = packed to capacity, choc-a-block, chock-full, densely packed, packed, packed to the rafters.

* de broma = humorously, teasingly.

* de bronce = brass.

* de buena calidad = good-quality.

* de buena disposición = good-natured.

* de buena fama = of good repute.

* de buena fe = bona fide, in good faith.

* de buena manera = good-humouredly, good-humoured.

* de buena reputación = of good repute.

* de buenas = on good terms.

* de buenas a primeras = right off the bat, suddenly, without warning, all of a sudden, just like that.

* de buena vecindad = neighbourly [neighborly, -USA].

* de buena voluntad = in good faith.

* de buen corazón = kind-hearted, good-hearted, big-hearted.

* de buen grado = willing, good-humouredly, good-humoured, good-naturedly.

* de buen gusto = tasteful.

* de buen humor = good-humouredly, good-humoured, in good humour.

* de buenos modales = well-mannered.

* de buen vecino = neighbourly [neighborly, -USA].

* de buen ver = good looking.

* de bulla y corriendo = in a rush.

* de caballo = huge, humongous [humungous], massive, gianormous.

* de cabo a rabo = lock, stock and barrel, from head to toe, from head to foot.

* de cachondeo = teasingly.

* de cada día = day to day [day-to-day].

* de cada + Número + veces + Número = Número + times out of + Número.

* de caderas anchas = wide-hipped.

* de cajón = no-brainer.

* de calidad = authoritative, qualitative, quality, well-made, high-end, quality assured, value-added.

* de calidad inferior = low-grade [lowgrade], substandard [sub-standard], low-end.

* de calidad superior = best-quality, top quality.

* de camino = on the way, while we're at it.

* de camino a = en route for, on + Posesivo + way to, en route to.

* de campo = free-range.

* de campos fijos = fixed-field.

* de campus = campus-wide [campuswide].

* de capa caída = at a low ebb, in (the) doldrums.

* de capa y espada = cloak-and-dagger.

* de capital importancia = momentous, of cardinal importance.

* de cara a = face-to-face [face to face], facing.

* de carácter = in character.

* de carácter público = state-owned, government-owned, state-run, government-run, publicly owned [publicly-owned], publicly supported, publicly held.

* de carne = meaty [meatier -comp., meatiest -sup.].

* de carne y hueso = flesh-and-blood.

* de castigo = punitive.

* de casualidad = by accident, by a fluke, by chance, accidentally, by a stroke of (good) luck, by luck.

* de causas desconocidas = idiopathic.

* de cerámica = ceramic.

* de cerca = at close range, at close quarters.

* de chiripa = by a fluke, by a stroke of (good) luck, by chance, by luck.

* de cierto tipo = of a sort, of sorts.

* de cinco años = five yearly [five-yearly].

* de cinco días de duración = five-day.

* de cinco estrellas = 5-star [five-star].

* de cinco meses de duración = five-month-long.

* de civil = in plain clothes.

* de clasificación = classificatory.

* de clausura = cloistered.

* de clausura de congreso = end-of-conference.

* de cobre = cupric.

* de cojones = badass.

* de colegas = collegial, buddying.

* de Colombia = Colombian.

* de color = coloured [colored, -USA], non-white [nonwhite], full-colour, in colour.

* de color crema = creamy [creamier -comp., creamiest -sup.], creamy [creamier -comp., creamiest -sup.], cream-coloured.

* de color de bronce = brassy.

* de colores = full-colour, multi-colour [multi-color -USA].

* de colores vivos = colourful [colorful, -USA].

* de colorines = brightly coloured.

* de color marroncillo = brownish tinged.

* de color rojo = red-coloured.

* de color rosa = rose-coloured.

* de color verde botella = bottle green.

* de color verde oscuro = bottle green.

* de color y textura parecidos al carbón = carbonaceous.

* de comienzos de + Expresión Temporal = earliest + Expresión Temporal.

* de cómo = as to how.

* de compañeros = collegial.

* de complicidad = knowing.

* de comportamiento = behavioural [behavioral, -USA].

* de comportamiento impecable = prim and proper.

* de conceptos = concept-based.

* de conceptos múltiples = multiple-concept.

* de conducta = behavioural [behavioral, -USA].

* de confianza = reliable, trusted, trusting, reputable.

* de confirmación = confirmatory.

* de conformidad con = in compliance with, in keeping with.

* de conformidad con eso = accordingly.

* de conífera = coniferous.

* de construcción básica = brick and frame.

* de construcción sólida = solidly-built.

* de consulta fácil = scannable.

* de consulta mediante órdenes = command-based.

* de consumo = consumptive.

* de contenido enriquecido = content-enriched.

* de contrabando = bootleg.

* de contrapunto = contrapuntal.

* de Corea = Korean.

* de Corea del Sur = South Korean.

* de corral = free-range.

* de corta duración = short term [short-term].

* de corte + Adjetivo = of a + Adjetivo + nature.

* de cosecha propia = home-grown [home grown/homegrown].

* de costa a costa = coast-to-coast.

* de coste cero = zero-cost.

* de costumbre = usual, usually.

* de creación = authorial.

* de crecimiento continuo = steadily growing.

* de crecimiento más rápido = fastest-growing.

* de crecimiento rápido = fast-growing, fast-evolving.

* de cría intensiva = battery-caged.

* de crianza intensiva = battery-caged.

* de Crimea = Crimean.

* de cristal = glass.

* de crucial importancia = crucially important.

* de cualquier forma = in any event, in any way [in anyway], in any case, in any way at all.

* de cualquier forma posible = in any and all ways.

* de cualquier manera = anyhow, higgledy-piggledy, willy-nilly, in any way at all, in any way [in anyway].

* de cualquier modo = however, either way.

* de cualquier tipo = in any way [in anyway], in all forms.

* de cuando en cuando = every once in a while, every so often, every now and then, every now and again.

* de cuatro días de duración = four-day.

* de cuatro estrellas = four-star.

* de Cuba = Cuban.

* de cuerpo largo = long-bodied.

* de deficiente calidad = poor-quality, of poor quality.

* de delante hacia atrás = front to back, fore and aft.

* de densidad doble = double-density.

* de dentro hacia fuera = inside outwards.

* de derechas = right-wing.

* de derecho = de jure [iure].

* de derecho pero no de hecho = in name only.

* de desarrollo = developmental.

* de desarrollo autónomo = self-evolving.

* de desarrollo rápido = fast-evolving.

* de descargo = exonerating, exculpatory.

* de desconexión = cut-off.

* de descubrimiento reciente = newly-discovered.

* de desecho = discarded.

* de desempate = tie-breaker [tiebreaker], tie-breaking [tiebreaking].

* de desguace = written-off.

* de despedida = valedictory.

* de día = in the daytime, during the daytime, during daytime.

* de día a día = from day to day.

* de diámetro = in diameter.

* de diario = everyday.

* de día y de noche = day and night, night and day.

* de diesel = diesel-powered.

* de diferente modo = differently.

* de diferentes niveles = multi-tiered [multitiered], multi-tier [multitier].

* de diferentes tonalidades de gris = grey scale [gray scale].

* de difícil solución = intractable.

* de dinero = well-to-do, well-off.

* de dirección = directorial, administrative.

* de diseño abierto = open-plan, open-planned.

* de diversa índole = kaleidoscopic, of one type or another, of one sort or another, of one kind or another.

* de diversos tipos = of one type or another, of one sort or another, of one kind or another.

* de diverso tipo = of one type or another, of one sort or another, of one kind or another.

* de doble cara = double-hinged, double-sided.

* de doble filo = double-edged.

* de doble hoja = double-hinged.

* de doble sentido = double-edged, two-way.

* de doble uso = dual-use.

* de dolor = in pain.

* de dominio público = publicly owned [publicly-owned].

* de donde = whence, whence, from whence.

* ¿de dónde si no...? = where else...?, where else...?.

* de dos caras = two-sided, two-faced.

* de dos días de duración = two-day [2-day].

* de dos en dos = two at a time.

* de dos letras = two-letter.

* de dos niveles = two-tier.

* de dos páginas = two-page.

* de dos partidos políticos = bipartisan [bi-partisan].

* de dos patas = two-legged.

* de dos piernas = two-legged.

* de dos pies = two-legged.

* de dos plantas = two-storey [two-story].

* de dos tonalidades = bitonal.

* de dos tonos = bitonal.

* de dos volúmenes = two-volume.

* de duelo = in mourning.

* de duración limitada = timebound [time-bound].

* de Ecuador = Ecuadorian.

* de edad = elderly.

* de edad avanzada = over the hill.

* de edad escolar = school-age.

* de edad mediana = middle-aged.

* de edad universitaria = college-age.

* de elaboración de políticas = policy-forming.

* de ello = thereof, therefrom.

* de ellos = theirs.

* de embalsamar = embalming.

* de emisor a receptor = downstream.

* de encaje = lacy.

* de enmienda = amendatory.

* de ensueño = dream-like [dreamlike], picture-perfect.

* de entonces = of the day.

* de entreguerras = interwar.

* de entre los nuestros = in our ranks.

* de entretenimiento = recreational.

* de envergadura = heavy lifting.

* de época = vintage.

* de epopeya = epic.

* de esa época = of the period.

* de escándalo = outrageous.

* de ese modo = in doing so, in this,, thereby.

* de eso = thereof.

* de espaldas anchas = broad-shouldered.

* de especial importancia = of particular note.

* de espíritu cívico = public-spirited.

* de espíritu comunitario = public-spirited.

* de espíritu libre = free-spirited.

* de esta forma = in this fashion, in this manner, in this way.

* de esta manera = in this fashion, in this manner, in this way.

* de este modo = accordingly, by so doing, by this means, in so doing, in this fashion, in this manner, thereby, this way, thus, this way round, in this way, by doing so, in these ways, this is how, in doing so.

* de este modo, de esta forma, de esta manera = in this way.

* de esto, de lo otro y de lo de más allá = about this and that and everything else.

* de Estonia = Estonian.

* de esto y de lo otro = about this and that.

* de estructura de acero = steel-framed.

* de estructura de madera = timber-framed.

* de Europa del Este = Eastern European.

* de Europa Occidental = Western-European, West European.

* de evaluación = evaluative.

* de éxito = successful.

* de éxito asegurado = sure-fire [surefire].

* de éxito garantizado = sure-fire [surefire].

* de éxito seguro = sure-fire [surefire].

* de expansión = expanded.

* de explotación = exploitative.

* de extensión = in length.

* de extensión normal = standard-length.

* de extremada urgencia = serious.

* de fabricación casera = homemade.

* de fácil acceso = easily available, over the counter, handy.

* de fácil alcance para = within easy reach of.

* de fácil manejo = liftable.

* de facto = de facto.

* de fama = of note.

* de fama internacional = of international renown.

* de fama mundial = world-renowned, internationally renowned, world-renown.

* de felpa = plush.

* de fiar = legit.

* de fichas = card-based.

* de fijación de normas = standard(s) setting.

* de final de año = end-year.

* de final de mes = end-of-the-month.

* de finales del siglo XIX y principios del XX = turn-of-the-century.

* de fin de año = end of the year.

* de fin de milenio = millennial.

* de forma = in form.

* de forma abrumadora = overwhelmingly.

* de forma aceptable = adequately, acceptably.

* de forma adecuada = adequately, fitly, appropriately.

* de forma alternada = in alternating fashion.

* de forma alternativa = alternatively.

* de forma anónima = anonymously.

* de forma aplastante = overwhelmingly.

* de forma apreciable = markedly.

* de forma apropiada = properly, fitly, appropriately.

* de forma audible = audibly.

* de forma autónoma = autonomously.

* de forma caprichosa = capriciously.

* de formación = formative.

* de forma clara = clearly.

* de forma cognitiva = cognitively.

* de forma colegiada = collegially.

* de forma combinada = in combination.

* de forma competitiva = competitively.

* de forma complemenetaria = complimentarily.

* de forma completa = in full.

* de forma completa, en su totalidad, completamente, por extenso = in full.

* de forma concisa = concisely.

* de forma conjunta con = in partnership with.

* de forma considerable = considerably.

* de forma continuada = continuously.

* de forma cuadrada = squarish, square-shaped.

* de forma deductiva = deductively.

* de forma desastrosa = disastrously.

* de forma deshonesta = dishonestly.

* de forma diferente = differently shaped.

* de forma digital = digitally.

* de forma divertida = funnily.

* de forma económica = cost-effectively.

* de forma errática = erratically.

* de forma escandalosa = outrageously.

* de forma especulativa = speculatively.

* de forma estructurada = in a structured fashion.

* de forma exquisita = exquisitely.

* de forma extraña = oddly, funnily.

* de forma federal = federally.

* de forma general = widely, bulk.

* de forma global = holistically.

* de forma graciosa = funnily.

* de forma gratis = on a complimentary basis.

* de forma gratuita = on a complimentary basis.

* de forma grotesca = grotesquely.

* de forma heterogénea = heterogeneously [heterogenously].

* de forma heurística = heuristically.

* de forma humorística = in a humorous vein.

* de forma imaginativa = imaginatively.

* de forma indirecta = circuitous route.

* de forma inesperada = out of the blue, like a bolt out of the blue, like a bolt from the blue.

* de forma innata = innately.

* de forma irregular = erratically.

* de forma lamentable = miserably.

* de forma lógica = in a meaningful way.

* de forma mágica = magically.

* de forma mecánica = mechanically.

* de forma mordaz = pungently.

* de forma mordaz, mordazmente, con sarcasmo = pungently.

* de forma muy parecida a = in much the same way as.

* de forma muy similar a = in much the same way as.

* de forma negativa = in a negative light.

* de forma neutral = neutrally.

* de forma notoria = markedly.

* de forma opcional = optionally.

* de forma óptima = optimally.

* de forma personalizada = on a one-to-one basis.

* de forma poco ética = unethically.

* de forma poco imaginativa = unimaginatively.

* de forma poco profesional = unprofessionally.

* de forma poco razonable = unreasonably.

* de forma positiva = in a positive light, constructively.

* de forma práctica = pragmatically.

* de forma precisa = precisely.

* de forma provocativa = provocatively.

* de forma puntual = occasionally, when necessary.

* de forma que = in ways that.

* de forma que resulta más fácil de entender = in digestible form.

* de forma rara = oddly, funnily.

* de forma recíproca = reciprocally.

* de forma rentable = cost-effectively.

* de forma residual = residually.

* de forma ridícula = grotesquely.

* de forma saludable = healthily.

* de forma sana = healthily.

* de forma significativa = to any significant extent, to a significant extent.

* de forma sistemática = in a systematic fashion.

* de forma sofisticada = sophisticatedly.

* de forma subconsciente = subconsciously.

* de forma sublime = subliminally.

* de forma suscinta = in brief.

* de forma terapéutica = therapeutically.

* de forma tosca = in crude form.

* de forma trágica = tragically.

* de fotograma completo = full-frame.

* de fotograma doble = half-frame.

* de frente = head-on, frontal.

* de fuera = outside, off-side.

* de fuera de la ciudad = out-of-town.

* de fuerza = forceful.

* de funcionamiento = operating, operational.

* de fundamental importancia = of prime importance, critically important.

* de gala = gala.

* de Galileo = Galilean.

* de Gambia = Gambian.

* de gas = gas-powered.

* de generación a generación = from generation to generation.

* de generación en generación = from generation to generation.

* de geofísica = geophysical.

* de gestión = managerial, back-office.

* de gestión del museo = curatorial.

* de Glasgow = Glaswegian.

* de golpe = in one lump, all at once, all at once.

* de grado básico = junior grade.

* de gran ahorro energético = energy-saving.

* de gran belleza = scenic.

* de gran calibre = high-calibre.

* de gran calidad = high-quality, high-grade [high grade], high-calibre.

* de gran capacidad = large-capacity, high capacity.

* de gran colorido = brightly coloured.

* de gran corazón = big-hearted.

* de gran efecto = wide-reaching.

* de gran éxito comercial = high selling.

* de gran formato = oversized, oversize.

* de gran impacto = high impact [high-impact].

* de gran influencia = seminal.

* de granja = free-range.

* de gran lucidez = clear-sighted.

* de gran lujo = top-class.

* de gran potencia = high-powered.

* de gran repercusión = far-reaching, wide-reaching, far-ranging.

* de gran talento = talented.

* de gran valor = highly valued, highly valuable.

* de gran valor histórico = of great historical value.

* de gran venta = high selling.

* de guardia = on duty, duty + Profesión, on call.

* de guasa = teasingly.

* de habla afrikaans = Afrikaans-speaking.

* de habla alemana = German-speaking.

* de habla francesa = French-speaking.

* de habla inglesa = English-speaking.

* de habla portuguesa = Portuguese-speaking.

* de hace años = of years ago.

* de hace muchos años = long-standing.

* de hace mucho tiempo = age-old, long-lost.

* de hace siglos = of yore.

* de hace varios siglos = centuries-old.

* de hasta + Número = of up to + Número.

* de hecho = actually, as a matter of fact, as it happened, de facto, in actual fact, in effect, in fact, indeed, in point of fact, in actuality, as it happens, as it is, effectively, for all intents and purposes, to all intents and purposes, for that matter.

* de hierbas = herbal.

* de hierro = iron, ferric.

* de higos a brevas = once in a blue moon.

* de hoja caduca = deciduous.

* de hoja perenne = evergreen.

* de hojas largas = long-leaved.

* de Homero = Homeric.

* de hongos = fungal.

* de horticultura = horticultural.

* de hoy = present-day.

* de hoy día = of today.

* de hoy en adelante = as from today.

* de hoy en día = of today.

* de huelga = striking.

* de humor = funny [funnier -comp., funniest -sup.].

* de ida y vuelta = return, round-trip.

* de ideas afines = like-minded.

* de igual a igual = as a peer.

* de igual forma = in like manner, in a like manner, in like fashion, in like vein.

* de igual longitud = of equal length.

* de igual manera = by the same token, in like fashion, in like manner, in like vein, in equal measure(s).

* de igual modo = alike, equally, in like fashion, in like manner, in like vein.

* de igual modo que = just as, just as well... as..., along the lines of, on the lines (of).

* de igual + Nombre = equally + Adjetivo.

* de ilusiones vive el hombre = We are such stuff as dreams are made on.

* de imitación = copycat.

* de importancia = of note, of consequence.

* de importancia creciente = of growing importance.

* de importancia crucial = crucially important.

* de importancia fundamental = critically important.

* de improviso = unawares, spur-of-the-moment, on the spur of the moment, unexpectedly.

* de incalculable valor = priceless.

* de incógnito = incognito.

* de inferior calidad = low-end, sub-par.

* de inflexión = inflexional [inflectional].

* de inmediato = immediately.

* de inspiración = inspirational.

* de interés especial = of particular concern, special-interest.

* de intereses similares = of like interest.

* de interés general = general-interest, of general interest.

* de interés humano = human interest.

* de interés periodístico = newsworthy.

* de investigación = exploratory.

* de isótopos = isotopic.

* de izquierdas = left-wing, leftist, lefty.

* de jabón = soapy [soapier -comp., soapiest -sup.].

* de jarana = out on the town, a (late) night out on the town.

* de juerga = out on the town, a (late) night out on the town.

* de Kenia = Kenyan.

* de la "a" a la "zeta" = a to z [a/z o a-z].

* de la adolescencia = teenage.

* de la alcaldía = mayoral.

* de la cabeza a los pies = from head to foot, from head to toe.

* de la cara = facial.

* de la Ceca a la Meca = from pillar to post.

* de la clase blanca, protestante y anglosajona americana = WASPish.

* de la cóclea = cochlear.

* de la columna vertebral = spinal.

* de la comedia = comedic.

* de la corteza = crustal, cortical.

* de la cría de aves = avicultural.

* de la duramadre = dural.

* de la edad media = dark-age.

* de la embajada = ambassadorial.

* de la época = of the time(s), of the day.

* de la época isabelina = Elizabethan.

* de la época victoriana = Victorian.

* de la espina dorsal = spinal.

* de la extensión de un libro = book-length.

* de la fama al olvido = riches to rags.

* de la forma más difícil = the hard way.

* de la forma más fácil = the easy way.

* de la fortuna a la pobreza = riches to rags.

* de la fóvea = foveal.

* de la gama alta = high-end.

* de la gama baja = low-end.

* de la gama inferior = low-end.

* de la guerra = wartime [wart-time].

* de la hipótesis = hypothesised [hypothesized, -USA].

* de la localidad = locally based [locally-based].

* de la malaria = malarial.

* de la mama = mammary.

* de la mandíbula inferior = mandibular.

* de la mandíbula superior = maxillar, maxillary.

* de la manera normal = in the normal manner.

* de la mañana = a.m. (latín - ante meridiam), in the morning.

* de la máquina y el hombre = human-machine.

* de la marina = marine.

* de la mejor forma posible = to the best of + Posesivo + abili

* * *

de¹

prep

[ Grammar notes (Spanish) ]

Sentido I

A

(en relaciones de pertenencia, posesión): la casa de mi hermano/de mis padres/de la actriz my brother's/my parents'/the actress's house

el rey de Francia the king of France

el cumpleaños de Luis Luis's birthday

el cumpleaños de la esposa de un compañero a colleague's wife's birthday, the birthday of the wife of one of my colleagues

no es de él/de ella/de ellos it isn't his/hers/theirs

su padre de usted ( frml); your father

un amigo de mi hijo a friend of my son's

es un amigo de la familia he's a friend of the family o a family friend

un estudiante de quinto año a fifth-year student

el nieto de los Arteaga the Arteagas' grandson

la mesa de la cocina the kitchen table

la correa del perro the dog's leash

un avión de Mexair a Mexair plane

la tapa de la cacerola the saucepan lid

las calles de la capital the streets of the capital, the capital's streets

la subida de los precios the rise in prices

al término de la reunión at the end of the meeting

B

1 (introduciendo un nombre en aposición) of

la ciudad de Lima the city of Lima

el aeropuerto de Barajas Barajas airport

el mes de enero the month of January

el imbécil de tu hermano that stupid brother of yours, your stupid brother

el bueno de Ricardo le aguanta cualquier cosa Ricardo is so good, he puts up with anything from her

2

(en exclamaciones): ¡pobre de él! poor him!

¡triste de quien no conozca ese sentimiento! ( liter); pity the person who has never experienced that feeling! ( liter)

C

(con apellidos): Sra. Mónica Ortiz de Arocena ≈ Mrs Mónica Arocena

los señores de Rucabado ( frml); Mr and Mrs Rucabado

las señoritas de Paz ( frml); the Misses Paz ( frml) [de is also part of certain surnames like de León and de la Peña]

D

( Arg crit) (a casa de): voy del médico I'm going to the doctor's

Sentido II

A

1

(expresando procedencia, origen): volvía de clase/del banco I was on my way back from my class/from the bank

es de Bogotá she's from Bogotá, she comes from Bogotá

lo saqué de la biblioteca I got it out of the library

lo recogió del suelo she picked it up off the floor

mis amigos de América my American friends, my friends from America

he recibido carta de Julia I've had a letter from Julia

un hijo de su primera mujer a son by his first wife

al salir de la tienda as he left the store

DE … A …:

de aquí a tu casa from here to your house

2 (en el tiempo) from

un amigo de la infancia a childhood friend

data del siglo XVII it dates from the 17th century

la literatura de ese período the literature of o from that period

lo conozco de cuando estuve en Rosales I know him from when I was in Rosales

de un día para otro from one day to the next

DE … A …:

está abierto de nueve a cinco it's open from nine to five o between nine and five

de aquí a que termine tenemos para rato it'll be a while yet before he finishes, he won't be finished for a while yet

B

(expresando causa): murió de viejo he died of old age

verde de envidia green with envy

estaba ronco de tanto gritar he was hoarse from shouting so much

eso es de comer tan poco that's what comes from o of eating so little

Sentido III

A

(introduciendo cualidades, características): es de una paciencia increíble he is incredibly patient, he is a man of incredible patience

un chiste de muy mal gusto a joke in very bad taste

objetos de mucho valor objects of great value

un pez de agua dulce a freshwater fish

¿de qué color lo quiere? what color do you want it?

tiene cara de aburrido he looks bored

ese gesto es muy de su madre that gesture is very reminiscent of his mother

tienes cosas de niño malcriado sometimes you act like a spoiled child

una botella de un litro a liter bottle

un niño de tres meses a three-month-old child

déme de las de 200 pesos el kilo give me some of those o some of the ones at 200 pesos a kilo

la chica del abrigo rojo the girl with o in the red coat

la señora de azul the lady in blue

un hombre de pelo largo a man with long hair

un anciano de bastón an old man with a stick [de is part of many compounds like cinturón de seguridad, hombre de negocios, válvula de escape, etc ]

B

(al especificar material, contenido, composición): una mesa de caoba a mahogany table

una inyección de morfina an injection of morphine, a morphine injection

el complemento ideal de todo plato de pescado the ideal complement to any fish dish

son de plástico they're (made of) plastic

un curso de secretariado a secretarial course

nos sirvió una copa de champán she gave us a glass of champagne

una colección de sellos a stamp collection, a collection of stamps

un millón de dólares a million dollars

C

(con sentido ponderativo): ¡lo encontré de viejo …! he seemed so old!

¡qué de coches! ( fam); what a lot of cars!

D

(al definir, especificar): tuvo la suerte de conseguirlo she was lucky enough to get it

aprieta el botón de abajo press the bottom button

E

1

(con cifras): el número de estudiantes es de 480 the number of students is 480, there are 480 students

pagan un interés del 15% they pay 15% interest o interest at 15%

2 (en comparaciones de cantidad) than

cuesta más de £100 it costs more than o over £100

pesa menos de un kilo it weighs less than o under a kilo

un número mayor/menor de 29 a number over/under 29

3

(en expresiones de modo): lo tumbó de un golpe he knocked him down with one blow

subió los escalones de dos en dos he went up the stairs two at a time

de a poco (CS); little by little, gradually

4

(CS): de a cuatro/ocho/diez: colócalos de a dos/cuatro put them in twos/fours

entraron de a uno they went in one by one o one at a time [de is part of many expressions entered under frente² m A 2. (↑ frente (2)), improviso, prisa etc]

F (en calidad de) as

está de profesor en una academia he's working as a teacher in a private school

le ofrecieron un puesto de redactor they offered him a job as an editor

hace de enanito en la obra he plays (the part of) a dwarf in the play

le habló de hombre a hombre he talked to him man to man

G

1

(limitando lo expresado a determinado aspecto): es muy bonita de cara she has a pretty face

es corto de talle/ancho de hombros he's short-waisted/broad-shouldered

es sorda de un oído she's deaf in one ear

¿qué tal vamos de tiempo? how are we doing for time?

tiene dos metros de ancho it's two meters wide

2

(refiriéndose a una etapa de la vida): de niño as a child, when he was a child

H

(en expresiones de estado, actividad): estaba de mal humor she was in a bad mood

estamos de limpieza general we're spring-cleaning [de is part of many expressions entered under juerga, picnic, obra etc]

I

(indicando uso, destino, finalidad): el cepillo de la ropa the clothes brush

el trapo de limpiar la plata the cloth for cleaning the silver

lo sirvió en copas de champán he served it in champagne glasses

dales algo de comer give them something to eat

¿qué hay de postre? what's for dessert? [de is part of many compounds like cuchara de servir, máquina de coser, saco de dormir, etc]

J (introduciendo el complemento agente) by

una novela de Goytisolo a novel by Goytisolo, a Goytisolo novel

seguidos del resto de la familia followed by the rest of the family

una casa rodeada de árboles a house surrounded by trees

viene acompañado de arroz it is served with rice

acompañado de su señora esposa ( frml); accompanied by his wife

Sentido IV

A

1 (sentido partitivo) of

¿quién de ustedes fue? which (one) of you was it?

se llevó uno de los míos she took one of mine

el mayor de los Rodríguez the eldest of the Rodríguez children

un cigarrillo de ésos que apestan one of those cigarettes that stink

2

(con un superlativo): eligió el más caro de todos she chose the most expensive one of all

la ciudad más grande del mundo the biggest city in the world

B

(refiriéndose a una parte del día): a las once de la mañana/de la noche at eleven in the morning/at night

duerme de día y trabaja de noche she sleeps during the day and works at night

salieron de madrugada they left very early in the morning

ver tb mañana³ f A. (↑ mañana (3)), tarde² (↑ tarde (2)), etc

Sentido V (con sentido condicional)

A DE + INF:

de haberlo sabido, habría venido antes if I had known, I would have come earlier o had I known, I would have come earlier

de no ser así no será considerada otherwise it will not be considered

de continuar este estado de cosas if this state of affairs persists

B SER DE + INF

(expresando necesidad, inevitabilidad): es de esperar que … it is to be hoped that …, one hopes that …

no son de fiar they are not to be trusted

es de destacar la actuación de Marta Valverde Marta Valverde's performance is worthy of note

C

de no ( AmL); if not

de²

feminine

name of the letter D

* * *

Del verbo dar: ( conjugate dar)

dé es:

1ª persona singular (yo) presente subjuntivo

3ª persona singular (él/ella/usted) presente subjuntivo

3ª persona singular (él/ella/usted) imperativo

Multiple Entries:
dar
de
dé
dar ( conjugate dar) verbo transitivo
1
a) ( entregar) to give;

◊ dale las llaves a Pedro give the keys to Pedro;

déme un kilo de peras can I have a kilo of pears?;
See Also→ conocer verbo transitivo 3 b, entender verbo transitivo
b) ‹cartas/mano› to give

2
a) (donar, regalar) ‹sangre/limosna› to give;

◊ me dio su reloj she gave me her watch

b) ( proporcionar) ‹fuerzas/valor/esperanza› to give;

‹información/idea› to give
3
a) (conferir, aportar) ‹sabor/color/forma› to give

b) ( aplicar) ‹mano de pintura/barniz› to give

c) ‹sedante/masaje› to give

4 ( conceder) ‹prórroga/permiso› to give;
◊ el dentista me dio hora para el miércoles I have an appointment with the dentist on Wednesday;

nos dieron un premio we won o got a prize
5
a) (expresar, decir) ‹parecer/opinón› to give;

◊ ¿le diste las gracias? did you thank him?, did you say thank you?;

dales saludos give/send them my regards;
tuve que déle la noticia I was the one who had to break the news to him
b) (señalar, indicar): me da ocupado or (Esp) comunicando the line's busy o (BrE) engaged;

◊ el reloj dio las cinco the clock struck five

1
a) ( producir) ‹fruto/flor› to bear;

‹ dividendos› to pay;
◊ un negocio que da mucho dinero a business which makes a lot of money

b) (AmL) ( alcanzar hasta):

◊ da 150 kilómetros por hora it can do o go 150 kilometres an hour;

venía a todo lo que daba it was travelling at full speed;
ponen la radio a todo lo que da they turn the radio on full blast
2 (causar, provocar) ‹placer/susto› to give;
‹ problemas› to cause;
◊ dé trabajo to be hard work;

el calor le dio sueño/sed the heat made him sleepy/thirsty
1 ( presentar) ‹ concierto› to give;
◊ ¿qué dan esta noche en la tele? what's on TV tonight? (colloq);

¿dónde están dando esa película? where's that film showing?
2
a) ‹fiesta/conferencia› to give;

‹baile/banquete› to hold;
‹ discurso› (AmL) to make
b) (CS) ‹ examen› to take o (BrE) sit;

ver tb clase 4
( realizar la accion que se indica) ‹ grito› to give;
◊ dé un paso atrás to take a step back;

dame un beso give me a kiss;
ver tb golpe, paseo, vuelta, etc
( considerar) dé algo/a algn por algo:
◊ lo dieron por muerto they gave him up for dead;

ese tema lo doy por sabido I'm assuming you've already covered that topic;
¡dalo por hecho! consider it done!
verbo intransitivo
1
◊ dar a [ puerta] to give onto, open onto;

[ventana/balcón] to look onto, give onto;
[fachada/frente] to face
2 (ser suficiente, alcanzar) dé para algo/algn to be enough for sth/sb;
◊ no me dio (el) tiempo I didn't have time;

dé de sí ‹zapatos/jersey› to stretch
3 ( arrojar un resultado):
◊ el análisis le dio positivo her test was positive;

¿cuánto da la cuenta? what does it come to?;
a mí me dio 247 I made it (to be) 247
4 ( importar):
◊ da lo mismo it doesn't matter;

¡qué más da! what does it matter!;
¿qué más da? what difference does it make?;
me da igual I don't mind
5 ( en naipes) to deal
1
a) (pegar, golpear): déle a algn to hit sb;

( como castigo) to smack sb;
◊ dale al balón kick the ball;

el balón dio en el poste the ball hit the post
b) ( acertar) to hit;

◊ dé en el blanco to hit the target

2 (accionar, mover) déle a algo ‹a botón/tecla› to press sth;
‹ a interruptor› to flick sth;
‹a manivela/volante› to turn sth
3
◊ dar con ( encontrar) ‹ persona› to find;

‹ solución› to hit upon, find;
‹ palabra› to come up with
4 (hablando de manías, ocurrencias) déle a algn por hacer algo ‹por pintar/cocinar› to take to doing sth;
◊ le ha dado por decir que … he's started saying that …

5 [sol/luz]:
◊ aquí da el sol toda la mañana you get the sun all morning here;

la luz le daba de lleno en los ojos the light was shining right in his eyes
darse verbo pronominal
1 ( producirse) [fruta/trigo] to grow
2 ( presentarse) [oportunidad/ocasión] to arise
3 ( resultar) (+ me/te/le etc):
◊ se le dan los idiomas she's good at languages

a) ( refl) ( realizar lo que se indica) ‹ducha/banquete› to have;

◊ dárselas de algo: se las da de valiente/de que sabe mucho he likes to make out he's brave/he knows a lot;

dárselas de listo to act smart
b) (golpearse, pegarse):

◊ se dio con el martillo en el dedo he hit his finger with the hammer;

se dieron contra un árbol they crashed into a tree;
se dio dé un golpe en la rodilla he hit his knee
( considerarse) dése por algo:
◊ con eso me déía por satisfecha I'd be quite happy with that;

ver tb aludir a, enterado 1
de 1 preposición
1
a) (pertenencia, posesión):

◊ la casa dé dé mis padres my parents' house;

el rey dé Francia the king of France;
no es dé él it isn't his;
es un amigo dé mi hijo he's a friend of my son's;
un estudiante dé quinto año a fifth-year student;
la tapa dé la cacerola the saucepan lid;
un avión dé Mexair a Mexair plane
b) ( con un nombre en aposición) of;

◊ la ciudad dé Lima the city of Lima;

el aeropuerto dé Barajas Barajas airport;
el mes dé enero the month of January
2
a) (procedencia, origen, tiempo) from;

◊ es dé Bogotá she's/she comes from Bogotá;

una carta dé Julia a letter from Julia;
un amigo dé la infancia a childhood friend;
la literatura dé ese período the literature of o from that period;
dé aquí a tu casa from here to your house
b) (material, contenido, composición):

◊ son dé plástico they're (made of) plastic;

una mesa dé caoba a mahogany table;
un vaso dé agua a glass of water;
un millón dé dólares a million dollars
c) (causa, modo):

◊ murió dé viejo he died of old age;

dé tanto gritar from shouting so much;
verde dé envidia green with envy;
temblando dé miedo trembling with fear;
dé memoria by heart;
lo tumbó dé un golpe he knocked him down with one blow
d) ( en oraciones pasivas) by;

◊ un poema dé Neruda a poem by Neruda;

rodeada dé árboles surrounded by trees
3
a) (cualidades, características):

◊ de gran inteligencia of great intelligence;

objetos dé mucho valor objects of great value;
¿dé qué color lo quiere? what color do you want it?;
tiene cara dé aburrido he looks bored;
una botella dé un litro a liter bottle;
la chica dé azul the girl in blue
b) (al definir, especificar):

◊ el botón dé abajo the bottom button;

tiene dos metros dé ancho it's two meters wide;
es fácil de pronunciar it's easy to pronounce;
uno dé los míos one of mine;
el mayor dé los Soto the eldest of the Soto children
4
a) ( con cifras):

◊ pagan un interés dél 15% they pay 15% interest o interest at 15%

b) ( en comparaciones de cantidad) than;

◊ más dé £100 more than o over £100;

pesa menos dé un kilo it weighs less than o under a kilo;
un número mayor/menor dé 29 a number over/under 29
c) ( con un superlativo):

◊ es el más caro dé todos it's the most expensive one;

la ciudad más grande dél mundo the biggest city in the world
d) ( refiriéndose a una parte del día):

◊ dé día/noche during the day/at night;

dé madrugada early in the morning
5
a) ( en calidad de) as;

◊ trabaja dé secretaria she works as a secretary;

hace dé rey en la obra he plays (the part of) a king in the play
b) (en expresiones de estado, actividad):

◊ dé mal humor in a bad mood;

estamos dé fiesta we're having a party
c) (indicando uso, destino, finalidad):

◊ el cepillo dé la ropa the clothes brush;

copas dé vino wine glasses;
ropa dé cama bed clothes;
dales algo dé comer give them something to eat;
¿qué hay dé postre? what's for dessert?
6 ( con sentido condicional):
◊ dé haberlo sabido if I had known, had I known;

dé no ser así otherwise
de 2 sustantivo femenino: name of the letter d
dé see
◊ dar

dar
I verbo transitivo
1 to give: dame la mano, hold my hand
2 (conceder) to give: mi padre me dio permiso, my father gave me permission
le doy toda la razón, I think he is quite right
3 (transmitir una noticia) to tell
(un recado, recuerdos) to pass on, give
dar las gracias, to thank
4 (retransmitir u ofrecer un espectáculo) to show, put on
5 (organizar una fiesta) to throw, give
6 (producir lana, miel, etc) to produce, yield
(fruto, flores) to bear
(beneficio, interés) to give, yield
7 (causar un dolor, malestar) dar dolor de cabeza, to give a headache
(un sentimiento) dar pena, to make sad
le da mucha vergüenza, he's very embarrassed
8 (proporcionar) to provide: su empresa da trabajo a cincuenta personas, his factory gives work to fifty people
9 (una conferencia, charla) to give
(impartir clases) to teach
(recibir una clase) to have
US to take
10 (presentir) me da (en la nariz/en el corazón) que eso va a salir bien, I have a feeling that everything is going to turn out well
11 (estropear) to ruin: me dio la noche con sus ronquidos, he spoilt my sleep with his snoring
12 (abrir el paso de la luz) to switch on
(del gas, agua) to turn on
13 (propinar una bofetada, un puntapié, etc) to hit, give
14 (aplicar una mano de pintura, cera) to apply, put on
(un masaje, medicamento) to give
15 (considerar) dar por, to assume, consider: lo dieron por muerto, he was given up for dead
ese dinero lo puedes dar por perdido, you can consider that money lost
dar por supuesto/sabido, to take for granted, to assume
16 (la hora, un reloj) to strike: aún no habían dado las ocho, it was not yet past eight o'clock
17 (realizar la acción que implica el objeto) dar un abrazo/susto, to give a hug/fright
dar un paseo, to go for a walk
dar una voz, to give a shout
II verbo intransitivo
1 (sobrevenir) le dio un ataque de nervios, she had an attack of hysterics
2 dar de comer/cenar, to provide with lunch/dinner 3 dar a, (mirar, estar orientado a) to look out onto, to overlook
(una puerta) to open onto, lead to: esa puerta da al jardín, this door leads out onto the garden 4 dar con, (una persona, objeto) to come across: no fuimos capaces de dar con la contraseña, we couldn't come up with the password
dimos con él, we found him 5 dar de sí, (una camiseta, bañador) to stretch, give 6 dar en, to hit: el sol me daba en los ojos, the sun was (shining) in my eyes 7 dar para, to be enough o sufficient for: ese dinero no me da para nada, this money isn't enough for me
♦ Locuciones: dar a alguien por: le dio por ponerse a cantar, she decided to start singing
le dio por nadar, he got it into his head to go swimming
dar a entender a alguien que..., to make sb understand that...
dar la mano a alguien, to shake hands with sb
dar para: el presupuesto no da para más, the budget will not stretch any further
dar que hablar, to set people talking
dar que pensar: el suceso dio que pensar, the incident gave people food for thought
dar a conocer, (noticia) to release
de preposición
1 (pertenencia, posesión) of
la dirección de mis padres, my parents' address
el teclado de este ordenador, this computer's keyboard
la primera página del libro, the first page of the book
2 (material) of: está hecho de madera, it's made of wood
una pajarita de papel, a paper bird
(contenido) un vaso de vino, a glass of wine
3 (asunto) about, on: sabe mucho de economía, she knows a lot about economics
un curso de inglés, an English course
un libro de arte, a book on art
4 (oficio) as: está/trabaja de enfermera, she is working as a nurse
5 (cualidad) una persona de carácter, a person with character
una rubia de pelo largo, a blonde with long hair
6 (procedencia) from: es de Bilbao, he is o comes from Bilbao
de Madrid a Cáceres, from Madrid to Cáceres
7 (parte) un poco de leche, a little milk
un trozo de carne, a piece of meat
8 (causa) with, because of
llorar de alegría, to cry with joy
morir de hambre, to die of hunger
9 (modo) lo bebió de un trago, she downed it in one
un gesto de satisfacción, an expression of satisfaction
10 (localización) el señor de la camisa azul, the man in the blue shirt
la casa de la esquina, the house on the corner
11 (tiempo) a las cinco de la mañana, at five in the morning
de año en año, year in year out
de día, by day
de noche, at night
de miércoles a viernes, from Wednesday to Friday
de pequeño, as a child
12 (finalidad) jornada de reflexión, eve of polling day
libro de consulta, reference book
máquina de escribir, typewriter
13 (instrumento) derribó la puerta de una patada, he kicked the door down
lo mataron de una puñalada, he was stabbed to death
14 (comparación) el discurso fue más largo de lo esperado, the speech was longer than expected
(con superlativo) in
el coche más caro del mundo, the most expensive car in the world
15 (precio) for
un pantalón de dos mil pesetas, a pair of trousers costing two thousand pesetas 16 una avenida de quince kilómetros, an avenue fifteen kilometres long
una botella de litro, a litre bottle
17 (condicional) de haberlo sabido no le hubiera invitado, if I had known I wouldn't have invited him
de no ser así, if that wasn't o weren't the case
de ser cierto, if it was o were true
18 (reiteración) de puerta en puerta, from door to door
de tres en tres, in threes o three at a time

'dé' also found in these entries:
Spanish:
A
- a. C.
- a.m.
- abajo
- abanderada
- abanderado
- abandonar
- abandonarse
- abandono
- abanico
- abarrotar
- abarrotada
- abarrotado
- abarrotería
- abastecer
- abastecerse
- abastecimiento
- abasto
- abatir
- abatimiento
- abatirse
- abdicar
- abertura
- abierta
- abierto
- abismo
- ablandar
- abogar
- abogacía
- abogada
- abogado
- abominar
- abominable
- abono
- abortar
- abrir
- abridor
- abrigo
- abrupta
- abrupto
- absoluta
- absolutamente
- absoluto
- abstenerse
- abstención
- abstinencia
- abstraerse
- abuelo
- abuhardillada
- abuhardillado
English:
A
- A-level
- a.m.
- AA
- abandon
- ABC
- ability
- ablaze
- aboard
- about
- about-face
- about-turn
- above
- abreast
- abroad
- abrupt
- absence
- absent
- absolve
- absorb
- abstain
- abstract
- abundance
- abuse
- AC
- accepted
- access road
- accident
- accidental
- acclaim
- accommodate
- accommodation
- accomplished
- accomplishment
- accordance
- account
- account for
- accountable
- accumulation
- accuracy
- accurate
- accurately
- accuse
- accused
- accusingly
- accustom
- ache
- Achilles heel
- aching
- acid test

* * *

de prep de combines with the article el to form the contraction del (e.g. del hombre of the man).

1. [posesión, pertenencia] of;

el automóvil de mi padre/mis padres my father's/parents' car;

es de ella it's hers;

la maleta es de Eva the suitcase is Eva's o belongs to Eva;

el padre de la niña the girl's father;

el director de la empresa the manager of the company, the company's manager;

la boda o [m5] el casamiento de un amigo de mi hermano the wedding of a friend of my brother's, a friend of my brother's wedding;

un equipo de segunda división a second division team;

la comida del gato the cat's food;

el título de la novela the novel's title, the title of the novel;

la pata de la mesa the table leg;

una subida de precios a price rise;

los señores de Navarro Mr and Mrs Navarro

2. [procedencia, distancia] from;

salir de casa to leave home;

soy de Bilbao I'm from Bilbao;

no soy de aquí I'm not from round here;

de la playa al apartamento hay 100 metros it's 100 metres from the beach to the apartment;

estamos a 10 kilómetros de Buenos Aires we're 10 kilometres away from Buenos Aires;

el rey de España the king of Spain;

tuvo dos hijos de su primera esposa he had two children by his first wife;

b de Barcelona [deletreando] b for Barcelona

3. [en razonamiento]
de su sonrisa se deduce que todo ha ido bien you can tell from o by her smile that it all went well;

del resultado del experimento concluyo que la fórmula no funciona I infer from the result of the experiment that the formula doesn't work

4. [con nombre en aposición]
la ciudad de Caracas the city of Caracas;

el túnel del Canal the Channel Tunnel;

el signo de tauro the sign of Taurus;

el puerto de Cartagena the port of Cartagena

5. [en descripciones]
una película de terror a horror movie o Br film;

la señora de verde the lady in green;

el chico de la coleta the boy with the ponytail;

una actriz de veinte años a twenty-year-old actress;

¿de qué tamaño? what size?;

un político de fiar a trustworthy politician

6. [materia] (made) of;

un vaso de plástico a plastic cup;

un reloj de oro a gold watch;

una mesa de madera a wooden table

7. [contenido]
un vaso de agua a glass of water;

un plato de lentejas a plate of lentils

8. [precio]
he comprado las peras de 80 céntimos el kilo I bought the pears that were 80 cents a kilo;

un sello de 50 céntimos a 50-cent stamp

9. [uso]
una bici de carreras a racing bike;

ropa de deporte sportswear;

una máquina de escribir a typewriter;

una máquina de coser a sewing machine;

esta sartén es la del pescado y ésta la de las tortillas this frying pan's for fish and this one's for omelettes

10. [asunto] about;

hablábamos de ti we were talking about you;

libros de historia history books

11. [en calidad de] as;

trabaja de bombero he works as a fireman;

aparece de cosaco he appears as a Cossack, he plays a Cossack;

estás muy guapa de uniforme you look very pretty in uniform;

al desfile de carnaval iré de Napoleón I'll go as Napoleon in the carnival parade

12. [tiempo] [desde] from;
[durante] in;
trabaja de nueve a cinco she works from nine to five;

vivió en Bolivia de 1975 a 1983 she lived in Bolivia between 1975 and 1983, she lived in Bolivia from 1975 to 1983;

de madrugada early in the morning;

a las cuatro de la tarde at four in the afternoon;

trabaja de noche y duerme de día he works at night and sleeps during the day;

es de día it's daytime;

de niño solía jugar en la calle as a child I used to play in the street;

¿qué quieres ser de mayor? what do you want to be when you grow up?;

un compañero del colegio a friend from school;
Urug
de mañana/tarde in the morning/afternoon;
Urug
de noche at night;
Urug
ayer salimos de noche we went out last night

13. [causa] with;

morirse de hambre to die of hunger;

llorar de alegría to cry with joy;

temblar de miedo to tremble with fear;

eso es de fumar tanto that's what comes from smoking so much

14. [manera, modo] with;

de una patada with a kick;

rompió el cristal de una pedrada he shattered the window with a stone;

de una sola vez in one go;

lo bebió de un trago he drank it down in one go;

de tres en tres/cuatro en cuatro/ etc[m5]. three/four/ etc at a time;
CSur
de a tres/cuatro/ etc[m5]. in threes/fours/ etc;

de fácil manejo user-friendly;

ponerse de rodillas to kneel down

15. [con valor partitivo] of;

uno de los nuestros one of ours;

varios de nosotros several of us;

¿quién de vosotros sabe la respuesta? which of you knows the answer?

16. Literario [sobre]
de la paz y la guerra of war and peace

17. [en valoración]
lo tacharon de vulgar they branded him as vulgar, they accused him of being vulgar

18. [en lugar de]
yo de ti no lo haría I wouldn't do it if I were you;

yo de Eduardo le pediría perdón if I were Eduardo, I'd say sorry to her

19. [en comparaciones]
más/menos de… more/less than…;
[con superlativos]
el mejor de todos the best of all;

el más importante del mundo the most important in the world;

la peor película del año the worst film this year o of the year;

la impresora más moderna del mercado the most up-to-date printer on the market

20. (antes de infinitivo) [condición] if;

de querer ayudarme, lo haría if she wanted to help me, she'd do it;

de no ser por ti, me hubiese hundido if it hadn't been for you, I wouldn't have made it;

de ir a verte, sería este domingo if I do visit you, it'll be this Sunday

21. (después de adjetivo y antes de sustantivo) [enfatiza cualidad]
el idiota de tu hermano your stupid brother;

la buena de Susana good old Susana;

¡pobre de mí! poor me!

22. (después de adjetivo y antes de infinitivo)
es difícil de creer it's hard to believe;

una velada imposible de olvidar an unforgettable evening

23. (después del verbo “haber”) [obligación]
he de trabajar más I have to work harder;

has de gastar menos you should spend less

24. (antes de complemento agente)
una película de Buñuel a film by Buñuel, a Buñuel film;

vino acompañado de su familia he was accompanied by his family

25. (antes de adverbio de lugar)
el apartamento de abajo the downstairs Br flat o US apartment;

la fila de delante the front row

♦ de no loc conj
Am otherwise;
dime la verdad, de no te castigaré tell me the truth, otherwise I'm going to punish you

* * *

de

prp

1 origen from;

de Nueva York from New York;

de … a from … to

2 posesión of;

el coche de mi amigo my friend’s car

3 material (made) of;

un anillo de oro a gold ring

4 contenido of;

un vaso de agua a glass of water

5 cualidad

:

una mujer de 20 años a 20 year old woman

6 causa with;

temblaba de miedo she was shaking with fear

7 hora

:

de noche at night, by night;

de día by day

8 en calidad de as;

trabajar de albañil work as a bricklayer;

de niño as a child

9 agente by;

de Goya by Goya

10 condición if;

de haberlo sabido if I’d known

11 en aposición

:

la ciudad de Lima the city of Lima

* * *

de prep

1) : of

la casa de Pepe: Pepe's house

un niño de tres años: a three-year-old boy

2) : from

es de Managua: she's from Managua

salió del edificio: he left the building

3) : in, at

a las tres de la mañana: at three in the morning

salen de noche: they go out at night

4) : than

más de tres: more than three

dé dar

* * *

de prep

1. (posesión de alguien) 's

el coche de Alberto Alberto's car

los gatos de Emma Emma's cats

la profesora de Marta Marta's teacher

es de mi hermano it's my brother's

2. (posesión de algo) of

la ciudad de Roma the city of Rome

el mes de noviembre the month of November

el teléfono del colegio the school phone

los árboles del jardín the trees in the garden

3. (materia)

un balón de cuero a leather ball

muebles de madera wooden furniture

un vaso de plástico a plastic cup

4. (contenido) of

una botella de agua a bottle of water

un paquete de arroz a packet of rice

un vaso de leche a glass of milk

5. (materia, tema)

profesor de inglés English teacher

novela de aventuras adventure story

película de terror horror film

6. (origen, procedencia) from

es de Asturias he's from Asturias

esta carretera va de Salamanca a Zamora this road goes from Salamanca to Zamora

7. (descripción) with / in

la chica del pelo largo the girl with long hair

el hombre de negro the man in black

un chico de doce años a twelve year old boy

8. (agente) by

un libro de Rosa Montero a book by Rosa Montero

9. (con expresiones de tiempo)

es la una de la tarde it's one o'clock in the afternoon

el tren de las diez the ten o'clock train

abren de nueve a siete they open from nine until seven

nunca viajamos de noche we never travel at night

de niño when I was a child

10. (con números, una parte) than / of

había más de mil personas there were more than a thousand people

pesa menos de 5 kilos it weighs less than 5 kilos

un trozo de pan a piece of bread

Spanish-English dictionary > de
5 cabeza

f.

1 head.

me duele la cabeza I've got a headache

lavarse la cabeza to wash one's hair

por cabeza per head

tirarse de cabeza (al agua) to dive (into the water)

cabeza de ajo head of garlic

cabeza (lectora) (gen)&(computing) head

cabeza nuclear nuclear warhead

2 unit.

3 lead, leading position.

* * *

cabeza

► nombre femenino

1 (gen) head

■ diez mil por cabeza ten thousand a head

■ dos mil cabezas de ganado two thousand head of cattle

2 figurado (juicio) good judgement; (talento) talent, intelligence

■ tiene una buena cabeza she's intelligent

3 (de región) main town

► nombre masculino

1 (jefe) head, leader

■ el cabeza de familia the head of the family

\

FRASEOLOGÍA

a la cabeza de at the front of, at the top of

■ a la cabeza de la lista at the top of the list

andar de cabeza / ir de cabeza to be rushed off one's feet

■ andamos de cabeza estos días we've been rushed off our feet for the past few days

andar de cabeza por alguien to be crazy about somebody

cabeza abajo upside down

cabeza arriba the right way up, upright

calentarse la cabeza por algo to get worked up about something

de cabeza (mentalmente) in one's head 2 (de memoria) from memory

darse de cabeza contra algo to bang one's head against something

de pies a cabeza from head to toe, from top to toe

estar mal de la cabeza figurado not to be right in the head

írsele a uno la cabeza figurado to feel dizzy

meterse algo en la cabeza familiar to get something into one's head

no levantar cabeza familiar (en deporte) not to find form 2 (en negocios) not to get off the ground

no tener ni pies ni cabeza figurado to be absurd, make no sense

pasarle a alguien por la cabeza figurado to occur to somebody

perder la cabeza figurado to lose one's head

quitarle a alguien algo de la cabeza figurado to talk somebody out of something

quitarse algo de la cabeza to get something out of one's head, forget something

ser un cabeza dura to be stubborn

subirse algo a la cabeza figurado to go to one's head

tengo la cabeza como un bombo familiar my head is splitting

tirarse de cabeza to dive head first (a/en, into)

traer a alguien de cabeza / llevar a alguien de cabeza to drive somebody crazy, drive somebody mad

volver la cabeza to look round

cabeza cuadrada familiar bigot

cabeza de ajo bulb of garlic

cabeza de chorlito familiar scatterbrain

cabeza de espárrago asparagus tip

cabeza de lista main candidate

cabeza de partido administrative capital

cabeza de puente bridgehead

cabeza de turco scapegoat

cabeza hueca scatterbrain

cabeza loca familiar scatterbrain

cabeza rapada skinhead

* * *

noun f.

head

- cabeza de familia
- cabeza de serie
- cabeza de turco
- cabeza dura
* * *

1. SF

1) [de persona] head

se rascó la cabeza — he scratched his head

me duele la cabeza — I've got a headache, my head aches

los aviones pasan por encima de nuestras cabezas — the planes are flying overhead

• afirmar con la cabeza — to nod (one's head)

• agarrarse la cabeza — to hold one's head in one's hands

• asentir con la cabeza — to nod (one's head)

• caer de cabeza — to fall headfirst o headlong

se tiró al agua de cabeza — he dived headfirst into the water

marcar de cabeza — (Dep) to score with a header

• lavarse la cabeza — to wash one's hair

• levantar la cabeza — (=mirar) to look up

• negar con la cabeza — to shake one's head

• por cabeza, cinco dólares por cabeza — five dollars a head, five dollars per person

• se me va la cabeza — I feel giddy

• volver la cabeza — to look round, turn one's head

al oírlos volví la cabeza — when I heard them I looked round o turned my head

• me da vueltas la cabeza — my head's spinning

2)

- andar o ir de cabeza

- andar en cabeza

cortar cabezas —

será necesario cortar cabezas — heads will have to roll

- esconder la cabeza

írsele a algn de la cabeza —

se me fue de la cabeza — it went right out of my mind

- jugarse la cabeza

- lanzarse de cabeza a

- levantar cabeza

el Sporting sigue sin levantar cabeza — Sporting still haven't managed to end their poor run of form, Sporting haven't managed to turn the corner

el país no termina de levantar cabeza — the country still hasn't managed to turn the corner

hay sectores como la construcción que empiezan a levantar cabeza — some sectors, such as construction, are starting to pick up

estar mal de la cabeza *, no estar bien de la cabeza * —

hace falta estar mal de la cabeza para hacer eso — you'd have to be out of your mind to do that

no quiero acabar mal de la cabeza — I don't want to go off my head

- mantener la cabeza fuera del agua

- meter la cabeza en la arena

meter algo en la cabeza a algn —

por fin le metimos en la cabeza que... — we finally got it into his head that...

metérsele a algn en la cabeza —

se le ha metido en la cabeza hacerlo solo — he's taken o got it into his head to do it alone

esa melodía la tengo metida en la cabeza — I can't get that tune out of my head

pasársele a algn por la cabeza —

jamás se me pasó por la cabeza — it never entered my head

- perder la cabeza por

- es cabeza de pescado

- hablar cabezas de pescado

- tener cabeza de pollo

quitar algo de la cabeza a algn — to get sth out of sb's head

- romper la cabeza a algn

- romperse la cabeza

- sacarse una idea de la cabeza

- sentar cabeza

subirse a la cabeza —

el vino se me subió a la cabeza — the wine went to my head

- tener cabeza

- tengo la cabeza como un bombo

- tener la cabeza dura

- tener la cabeza sobre los hombros

- tener mala cabeza

- estar tocado de la cabeza

- traer de cabeza a algn

- vestirse por la cabeza

3) (=frente)

• a la cabeza de, a la cabeza de la manifestación — at the head o front of the demonstration

con Pérez a la cabeza del gobierno — with Pérez at the head of the government

• ir en cabeza — to be in the lead

ir en cabeza de la lista — to be at the top of the list, head the list

4) (=distancia) head

ganar por una cabeza (escasa) — to win by a (short) head

le saca una cabeza a su hermano — he is a head taller than his brother

5) [de montaña] top, summit

6) (=objeto)

cabeza atómica — atomic warhead

cabeza buscadora — homing head, homing device

cabeza de ajo — bulb of garlic

cabeza de biela — (Mec) big end

cabeza de dragón — (Bot) snapdragon

cabeza de escritura — (Tip) golf ball

cabeza de guerra — warhead

cabeza de impresión — (Inform) head, printhead

cabeza de partido — administrative centre

cabeza de plátanos — LAm bunch of bananas

cabeza de playa — beachhead

cabeza de puente — bridgehead

cabeza explosiva — warhead

cabeza grabadora — recording head

cabeza impresora — (Inform) head, printhead

cabeza nuclear — nuclear warhead

cabeza sonora — recording head

2. SMF

1) (=líder) head, leader

es cabeza de las fuerzas armadas — he's head o the leader of the armed forces

es cabeza del grupo rebelde — he's the leader of the rebel group

2)

cabeza caliente — extremist

cabeza cuadrada — * bigot

cabeza de chorlito — * scatterbrain

cabeza de familia — head of the household

cabeza de serie — (Dep) seed

cabeza de serrín — * airhead *

cabeza de turco — scapegoat

cabeza dura — stubborn person

es un cabeza dura — he's as stubborn as a mule

cabeza hueca — idiot

cabeza pelada — ( Hist) Roundhead

cabeza rapada — skinhead

cabeza sin seso — idiot

cabeza visible — head, leader

* * *

femenino

1)

a) (Anat) head

me duele la cabeza — I've got a headache

marcó de cabeza — he scored with a header

un día vas a perder la cabeza — (fam & hum) you'd lose your head if it wasn't screwed on (colloq & hum)

de la cabeza a los pies — from head to toe o foot

pararse en la or de cabeza — (AmL) to do a headstand

b) ( medida) head

ganó por una cabeza — he won by a head

le lleva or saca una cabeza a su hermana — he's a head taller than his sister

c) ( pelo) hair

me lavé la cabeza — I washed my hair

d) ( inteligencia)

tiene cabeza — he's bright, he has a good head on his shoulders

usa la cabeza — use your head

qué poca cabeza! — have you/has he no sense?

e) ( mente)

que cabeza la mía! se me había olvidado — what a memory! I had forgotten

tenía la cabeza en otra cosa — my mind was on other things

tú estás mal de la cabeza — you're out of your mind

se me ha ido de la cabeza — it's gone right out of my head

se le ha metido en la cabeza que... — she's got it into her head that...

lo primero que me vino a la cabeza — the first thing that came into my head

no se me pasó por la cabeza — it didn't cross my mind

andar or ir de cabeza — (fam)

ando de cabeza con tanto trabajo — I'm up to my eyeballs o eyes in work

anda de cabeza por ella — he's crazy about her

calentarle a algn la cabeza con algo — (fam) to fill sb's head with sth

calentarse la cabeza — (fam) to get worked up (colloq)

cortar cabezas: en cuanto asumió el cargo entró a cortar cabezas as soon as she took up her post, heads started to roll; darse (con) la cabeza contra la pared ver cabezazo; ir con la cabeza ( bien) alta to hold one's head high; írsele a algn la cabeza: se me va la cabeza I feel dizzy; jugarse la cabeza (RPl fam): va a llegar tarde, me juego la cabeza you can bet your bottom dollar she'll be late (colloq); levantar cabeza (fam) ( superar problemas) to get back on one's feet; levantar la cabeza: ha estado estudiando sin levantar la cabeza she's had her head buried in her work; si tu padre levantara la cabeza! if your father was alive today...!; meterse de cabeza en algo (fam) to throw oneself into sth; no caberle a algn en la cabeza (fam): no me cabe en la cabeza que te guste I just can't understand how you can like it; en qué cabeza cabe! how could anyone be so stupid!; perder la cabeza: no perdamos la cabeza let's not panic o lose our heads; perdió la cabeza por esa mujer he lost his head over that woman; quebrarse la cabeza (Andes fam) to rack one's brains; quitarle a algn algo de la cabeza to get sth out of sb's head; quitarse algo de la cabeza < idea> to get sth out of one's head; romperse la cabeza (fam) ( preocuparse) to rack one's brains; ( lastimarse) to break one's neck (colloq); sentar (la) cabeza (fam) to settle down; subírsele a algn a la cabeza vino/éxito to go to one's head; tener la cabeza sobre los hombros (fam) to have one's head screwed on tight (AmE colloq) o (BrE colloq) screwed on; tener la cabeza llena de pájaros (fam) to have one's head in the clouds; tengo/tiene la cabeza como un bombo (fam) (me/le duele) my/his/her head feels ready to burst (colloq); (estoy/está confundido) my/his/her head's spinning; traer or llevar a algn de cabeza (fam) to drive sb crazy (colloq); nadie escarmienta en cabeza ajena — people only learn from their own mistakes

- cabeza de chorlito

- cabeza de jabalí

- cabeza de turco

- cabeza dura

- cabeza hueca

- cabeza rapada

2)

a) ( individuo)

por cabeza — each, a head

b) ( de ganado) head

50 cabezas de ganado — 50 head of cattle

3) (primer lugar, delantera)

a la or en cabeza: estamos a la cabeza del sector we are the leading company in this sector; se colocaron a la cabeza de los otros partidos they took the lead over the other parties; iban a la cabeza de la manifestación they were at the front o head of the demonstration; el equipo va en cabeza de la clasificación — the team is at the top of the division

- cabeza de familia

- cabeza de la Iglesia

- cabeza de lista

- cabeza de partido

- cabeza de puente

- cabeza de serie

4)

a) (de alfiler, clavo, fósforo) head

b) ( de misil) warhead

- cabeza atómica

- cabeza nuclear

5) (Audio, Video) head

6) ( de plátanos) hand, bunch

•

- cabeza de ajo

* * *

= head, knocker.

Ex. From the way his left shoulder is tipped forward, from the set of his head and the length of his stride, one gets the feeling that he is a fully clothed sprinter just leaving the starting blocks.

Ex. He got hit with a cricket ball, smack right on top of his knocker.

----

* abrirse la cabeza = smash + Posesivo + head, smash + Posesivo + head open.

* águila de cabeza blanca = bald eagle.

* a la cabeza de = in the forefront of/in.

* apostarse la cabeza = bet + Posesivo + life.

* asentimiento con la cabeza = head-nod [head nod], nodding assent, nod.

* asentir con la cabeza = nod, nod + assent, concur with + an assenting nod, agree with + a nod.

* asomar la cabeza = poke + Posesivo + head, pop + Posesivo + head.

* caber en la cabeza = get + Posesivo + head around, wrap + Posesivo + head around.

* cabeza de ajo = head of garlic, bulb of garlic.

* cabeza de chorlito = scatterbrain, ditzy [ditzier -comp., ditziest -sup.], ditz, dits, ditsy [ditsier -comp., ditsiest -sup.], airhead, airheaded, empty-headed, bonehead, birdbrain, nong, ning-nong.

* cabeza de familia = head of the household, householder, head of the family.

* cabeza de impresión = print head.

* cabeza de la manada = leader of the pack.

* cabeza de lanza = spearhead.

* cabeza de lectura = scanning head.

* cabeza de línea = railhead.

* cabeza de muñeco que se balancea ligeramente = bobble head.

* cabeza de playa = beachhead.

* cabeza de puente = bridgehead.

* cabeza de puente aéreo = airhead.

* cabeza de semillas = seed head.

* cabeza de serrín = ditz, dits, airhead, airheaded.

* cabeza de turco = patsy, scapegoat, whipping boy.

* cabeza dura = pigheaded.

* cabeza fría = cool head.

* cabeza hueca = empty-headed, ditzy [ditzier -comp., ditziest -sup.], ditz, dits, ditsy [ditsier -comp., ditsiest -sup.], airhead, airheaded, bonehead, nong, ning-nong.

* cabeza lectora = read head, reading head.

* cabeza lectora de disco = disc reading head.

* cabeza llena de pájaros = head in the clouds.

* cabeza nuclear = warhead.

* cabeza + rodar = head + roll.

* caer de cabeza = go over + Posesivo + head.

* cigüeña de cabeza pelada = wood stork.

* con la cabeza en las nubes = ditzy [ditzier -comp., ditziest -sup.], ditsy [ditsier -comp., ditsiest -sup.].

* cortar la cabeza = behead.

* dar quebraderos de cabeza = give + headaches.

* declarar la guerra a muerte a = declare + open season on.

* de la cabeza a los pies = from head to foot, from head to toe.

* de pies a cabeza = from head to toe, from head to foot.

* desde la cabeza hasta los pies = from head to toe.

* desde la cabeza hasta los pies = head to toe, from head to foot.

* destornillador de cabeza plana = flathead screwdriver.

* dolor de cabeza = headache.

* dolor de cabeza espantoso = splitting headache.

* echar una cana al aire antes de sentar la cabeza = sow + Posesivo + wild oats.

* en + Posesivo + cabeza = on + Posesivo + mind.

* entrar en la cabeza = get + Posesivo + head around, wrap + Posesivo + head around, get it into + Posesivo + head.

* esconder la cabeza como el avestruz = bury + Posesivo + head in the sand (like an ostrich), stick + Posesivo + head in the sand.

* herida en la cabeza = head injury.

* irse la cabeza = go + bananas.

* írsele la cabeza = go off + Posesivo + head.

* jugarse la cabeza = bet + Posesivo + life.

* lanzarse de cabeza = jump in with + both feet.

* lavarse la cabeza = wash + Posesive + hair, shampoo + Posesivo + hair.

* lesión en la cabeza = head injury.

* levantar la cabeza = cock + Posesivo + head.

* liarse la manta a la cabeza = jump in + head first, jump in at + the deep end, throw + caution to the wind.

* mantener la cabeza = keep + Posesivo + head, keep + Posesivo + head together.

* mantener la cabeza alta = hold + Posesivo + head high.

* mantener la cabeza fría = keep + a cool head, remain + cool-headed, play it + cool.

* mantenerse a la cabeza = stay + ahead of the pack.

* meter en la cabeza = get it into + Posesivo + head.

* mover la cabeza = shake + head.

* mover la cabeza de arriba abajo = bob.

* mover la cabeza de forma brusca hacia delante y hacia atrás = jerk + head.

* no dejar títere con cabeza = turn + everything upside down.

* no encontrar ni el pie ni la cabeza = can't make head(s) or tail(s) of.

* no perder la cabeza = keep + a cool head, remain + cool-headed, play it + cool.

* no poder quitarse Algo de la cabeza = can't get it out of my mind.

* no tener ni pies ni cabeza = can't make head(s) or tail(s) of, be pointless.

* pasar por encima de la cabeza = go over + Posesivo + head.

* pedir la cabeza de Alguien = bay for + Posesivo + blood.

* pensamiento que ronda la cabeza de uno = thought + run through + Posesivo + head.

* perder la cabeza = lose + Posesivo + mind, lose + Posesivo + head, lose + Posesivo + marbles, go + bonkers, fly off + the handle, go (right) off + Posesivo + rocker, go out of + Posesivo + mind, go + soft in the head.

* piojo de la cabeza = head louse.

* poner a + Nombre + a la cabeza de = put + Nombre + ahead in.

* poner precio a la cabeza de Alguien = put + a price on + Posesivo + head.

* por cabeza = per person.

* quebradero de cabeza = headache.

* rascarse la cabeza = scratch + Posesivo + head.

* reventarse la cabeza = smash + Posesivo + head.

* romperse la cabeza = puzzle + Reflexivo, scratch + Posesivo + head, rack + Posesivo + brains.

* sentar la cabeza = settle down.

* señal con la cabeza = nod.

* sin cabeza = headless, decapitated.

* sin pies ni cabeza = without rhyme or reason.

* subírsele a la cabeza, creérselo = go to + Posesivo + head.

* subírsele los humos a la cabeza = get + too big for + Posesivo + boots, get + too big for + Posesivo + breeches.

* tirarse de cabeza = jump in + head first, dive in, dive + head-first.

* * *

femenino

1)

a) (Anat) head

me duele la cabeza — I've got a headache

marcó de cabeza — he scored with a header

un día vas a perder la cabeza — (fam & hum) you'd lose your head if it wasn't screwed on (colloq & hum)

de la cabeza a los pies — from head to toe o foot

pararse en la or de cabeza — (AmL) to do a headstand

b) ( medida) head

ganó por una cabeza — he won by a head

le lleva or saca una cabeza a su hermana — he's a head taller than his sister

c) ( pelo) hair

me lavé la cabeza — I washed my hair

d) ( inteligencia)

tiene cabeza — he's bright, he has a good head on his shoulders

usa la cabeza — use your head

qué poca cabeza! — have you/has he no sense?

e) ( mente)

que cabeza la mía! se me había olvidado — what a memory! I had forgotten

tenía la cabeza en otra cosa — my mind was on other things

tú estás mal de la cabeza — you're out of your mind

se me ha ido de la cabeza — it's gone right out of my head

se le ha metido en la cabeza que... — she's got it into her head that...

lo primero que me vino a la cabeza — the first thing that came into my head

no se me pasó por la cabeza — it didn't cross my mind

andar or ir de cabeza — (fam)

ando de cabeza con tanto trabajo — I'm up to my eyeballs o eyes in work

anda de cabeza por ella — he's crazy about her

calentarle a algn la cabeza con algo — (fam) to fill sb's head with sth

calentarse la cabeza — (fam) to get worked up (colloq)

cortar cabezas: en cuanto asumió el cargo entró a cortar cabezas as soon as she took up her post, heads started to roll; darse (con) la cabeza contra la pared ver cabezazo; ir con la cabeza ( bien) alta to hold one's head high; írsele a algn la cabeza: se me va la cabeza I feel dizzy; jugarse la cabeza (RPl fam): va a llegar tarde, me juego la cabeza you can bet your bottom dollar she'll be late (colloq); levantar cabeza (fam) ( superar problemas) to get back on one's feet; levantar la cabeza: ha estado estudiando sin levantar la cabeza she's had her head buried in her work; si tu padre levantara la cabeza! if your father was alive today...!; meterse de cabeza en algo (fam) to throw oneself into sth; no caberle a algn en la cabeza (fam): no me cabe en la cabeza que te guste I just can't understand how you can like it; en qué cabeza cabe! how could anyone be so stupid!; perder la cabeza: no perdamos la cabeza let's not panic o lose our heads; perdió la cabeza por esa mujer he lost his head over that woman; quebrarse la cabeza (Andes fam) to rack one's brains; quitarle a algn algo de la cabeza to get sth out of sb's head; quitarse algo de la cabeza < idea> to get sth out of one's head; romperse la cabeza (fam) ( preocuparse) to rack one's brains; ( lastimarse) to break one's neck (colloq); sentar (la) cabeza (fam) to settle down; subírsele a algn a la cabeza vino/éxito to go to one's head; tener la cabeza sobre los hombros (fam) to have one's head screwed on tight (AmE colloq) o (BrE colloq) screwed on; tener la cabeza llena de pájaros (fam) to have one's head in the clouds; tengo/tiene la cabeza como un bombo (fam) (me/le duele) my/his/her head feels ready to burst (colloq); (estoy/está confundido) my/his/her head's spinning; traer or llevar a algn de cabeza (fam) to drive sb crazy (colloq); nadie escarmienta en cabeza ajena — people only learn from their own mistakes

- cabeza de chorlito

- cabeza de jabalí

- cabeza de turco

- cabeza dura

- cabeza hueca

- cabeza rapada

2)

a) ( individuo)

por cabeza — each, a head

b) ( de ganado) head

50 cabezas de ganado — 50 head of cattle

3) (primer lugar, delantera)

a la or en cabeza: estamos a la cabeza del sector we are the leading company in this sector; se colocaron a la cabeza de los otros partidos they took the lead over the other parties; iban a la cabeza de la manifestación they were at the front o head of the demonstration; el equipo va en cabeza de la clasificación — the team is at the top of the division

- cabeza de familia

- cabeza de la Iglesia

- cabeza de lista

- cabeza de partido

- cabeza de puente

- cabeza de serie

4)

a) (de alfiler, clavo, fósforo) head

b) ( de misil) warhead

- cabeza atómica

- cabeza nuclear

5) (Audio, Video) head

6) ( de plátanos) hand, bunch

•

- cabeza de ajo

* * *

= head, knocker.

Ex: From the way his left shoulder is tipped forward, from the set of his head and the length of his stride, one gets the feeling that he is a fully clothed sprinter just leaving the starting blocks.

Ex: He got hit with a cricket ball, smack right on top of his knocker.

* abrirse la cabeza = smash + Posesivo + head, smash + Posesivo + head open.

* águila de cabeza blanca = bald eagle.

* a la cabeza de = in the forefront of/in.

* apostarse la cabeza = bet + Posesivo + life.

* asentimiento con la cabeza = head-nod [head nod], nodding assent, nod.

* asentir con la cabeza = nod, nod + assent, concur with + an assenting nod, agree with + a nod.

* asomar la cabeza = poke + Posesivo + head, pop + Posesivo + head.

* caber en la cabeza = get + Posesivo + head around, wrap + Posesivo + head around.

* cabeza de ajo = head of garlic, bulb of garlic.

* cabeza de chorlito = scatterbrain, ditzy [ditzier -comp., ditziest -sup.], ditz, dits, ditsy [ditsier -comp., ditsiest -sup.], airhead, airheaded, empty-headed, bonehead, birdbrain, nong, ning-nong.

* cabeza de familia = head of the household, householder, head of the family.

* cabeza de impresión = print head.

* cabeza de la manada = leader of the pack.

* cabeza de lanza = spearhead.

* cabeza de lectura = scanning head.

* cabeza de línea = railhead.

* cabeza de muñeco que se balancea ligeramente = bobble head.

* cabeza de playa = beachhead.

* cabeza de puente = bridgehead.

* cabeza de puente aéreo = airhead.

* cabeza de semillas = seed head.

* cabeza de serrín = ditz, dits, airhead, airheaded.

* cabeza de turco = patsy, scapegoat, whipping boy.

* cabeza dura = pigheaded.

* cabeza fría = cool head.

* cabeza hueca = empty-headed, ditzy [ditzier -comp., ditziest -sup.], ditz, dits, ditsy [ditsier -comp., ditsiest -sup.], airhead, airheaded, bonehead, nong, ning-nong.

* cabeza lectora = read head, reading head.

* cabeza lectora de disco = disc reading head.

* cabeza llena de pájaros = head in the clouds.

* cabeza nuclear = warhead.

* cabeza + rodar = head + roll.

* caer de cabeza = go over + Posesivo + head.

* cigüeña de cabeza pelada = wood stork.

* con la cabeza en las nubes = ditzy [ditzier -comp., ditziest -sup.], ditsy [ditsier -comp., ditsiest -sup.].

* cortar la cabeza = behead.

* dar quebraderos de cabeza = give + headaches.

* declarar la guerra a muerte a = declare + open season on.

* de la cabeza a los pies = from head to foot, from head to toe.

* de pies a cabeza = from head to toe, from head to foot.

* desde la cabeza hasta los pies = from head to toe.

* desde la cabeza hasta los pies = head to toe, from head to foot.

* destornillador de cabeza plana = flathead screwdriver.

* dolor de cabeza = headache.

* dolor de cabeza espantoso = splitting headache.

* echar una cana al aire antes de sentar la cabeza = sow + Posesivo + wild oats.

* en + Posesivo + cabeza = on + Posesivo + mind.

* entrar en la cabeza = get + Posesivo + head around, wrap + Posesivo + head around, get it into + Posesivo + head.

* esconder la cabeza como el avestruz = bury + Posesivo + head in the sand (like an ostrich), stick + Posesivo + head in the sand.

* herida en la cabeza = head injury.

* irse la cabeza = go + bananas.

* írsele la cabeza = go off + Posesivo + head.

* jugarse la cabeza = bet + Posesivo + life.

* lanzarse de cabeza = jump in with + both feet.

* lavarse la cabeza = wash + Posesive + hair, shampoo + Posesivo + hair.

* lesión en la cabeza = head injury.

* levantar la cabeza = cock + Posesivo + head.

* liarse la manta a la cabeza = jump in + head first, jump in at + the deep end, throw + caution to the wind.

* mantener la cabeza = keep + Posesivo + head, keep + Posesivo + head together.

* mantener la cabeza alta = hold + Posesivo + head high.

* mantener la cabeza fría = keep + a cool head, remain + cool-headed, play it + cool.

* mantenerse a la cabeza = stay + ahead of the pack.

* meter en la cabeza = get it into + Posesivo + head.

* mover la cabeza = shake + head.

* mover la cabeza de arriba abajo = bob.

* mover la cabeza de forma brusca hacia delante y hacia atrás = jerk + head.

* no dejar títere con cabeza = turn + everything upside down.

* no encontrar ni el pie ni la cabeza = can't make head(s) or tail(s) of.

* no perder la cabeza = keep + a cool head, remain + cool-headed, play it + cool.

* no poder quitarse Algo de la cabeza = can't get it out of my mind.

* no tener ni pies ni cabeza = can't make head(s) or tail(s) of, be pointless.

* pasar por encima de la cabeza = go over + Posesivo + head.

* pedir la cabeza de Alguien = bay for + Posesivo + blood.

* pensamiento que ronda la cabeza de uno = thought + run through + Posesivo + head.

* perder la cabeza = lose + Posesivo + mind, lose + Posesivo + head, lose + Posesivo + marbles, go + bonkers, fly off + the handle, go (right) off + Posesivo + rocker, go out of + Posesivo + mind, go + soft in the head.

* piojo de la cabeza = head louse.

* poner a + Nombre + a la cabeza de = put + Nombre + ahead in.

* poner precio a la cabeza de Alguien = put + a price on + Posesivo + head.

* por cabeza = per person.

* quebradero de cabeza = headache.

* rascarse la cabeza = scratch + Posesivo + head.

* reventarse la cabeza = smash + Posesivo + head.

* romperse la cabeza = puzzle + Reflexivo, scratch + Posesivo + head, rack + Posesivo + brains.

* sentar la cabeza = settle down.

* señal con la cabeza = nod.

* sin cabeza = headless, decapitated.

* sin pies ni cabeza = without rhyme or reason.

* subírsele a la cabeza, creérselo = go to + Posesivo + head.

* subírsele los humos a la cabeza = get + too big for + Posesivo + boots, get + too big for + Posesivo + breeches.

* tirarse de cabeza = jump in + head first, dive in, dive + head-first.

* * *

cabeza

feminine

A

1 ( Anat) [ Vocabulary notes (Spanish) ] head

negó con la cabeza she shook her head

asintió con la cabeza he nodded, he nodded his head

sacó la cabeza por la ventanilla he stuck o put his head out of the window

volvió la cabeza para ver si lo seguían he looked around o turned his head to see if he was being followed

bajó la cabeza avergonzado he lowered his head in shame

me duele la cabeza I've got a headache, my head aches

es para darse de or la cabeza contra la pared it's enough to make you cry

se tiró al agua de cabeza she dived into the water (head first)

marcó de cabeza he scored with a header o with his head, he headed the ball into the net

un día vas a perder la cabeza ( fam hum); you'd lose your head if it wasn't screwed on ( colloq hum)

me unté de grasa de la cabeza hasta los pies I got covered in grease from head to toe o foot

pararse en la or de cabeza ( AmL); to stand on one's head, to do a headstand

2 (medida) head

ganó por una cabeza he won by a head

le lleva una cabeza a su hermana he's a head taller than his sister, his sister only comes up to his shoulder

3 (pelo) hair

me tengo que lavar la cabeza I have to wash my hair

4

(inteligencia): tiene cabeza, pero es muy vago he's bright o ( AmE) smart o he has a good head on his shoulders, but he's very lazy

al pobre niño no le da la cabeza the poor kid doesn't have the brains for it

usa la cabeza use your head

nunca tuve cabeza para las ciencias I never had a head for science

no lo copié, salió todo de mi cabeza I didn't copy it, it was all out of my own head

¡qué poca cabeza! have you/has he no sense?

5

(mente): ¡que cabeza la mía! se me había olvidado completamente su cumpleaños what a memory! I had totally forgotten her birthday

tenía la cabeza en otra cosa my mind was elsewhere o I was thinking about something else

tú estás mal or no estás bien de la cabeza you're crazy, you're out of your mind, you're out of ( AmE) o ( BrE) off your head ( colloq)

con tantos halagos se le llenó la cabeza de humos all that praise went to his head

se me ha ido de la cabeza it's gone right out of my head

¿quién te ha metido esas ideas en la cabeza? who's put those ideas into your head?

se le ha metido en la cabeza que se quiere casar she's got it into her head that she wants to get married

le dije lo primero que me vino a la cabeza I said the first thing that came into my head

jamás se me pasó por la cabeza semejante idea the idea never even crossed my mind

ya te puedes ir quitando or sacando a esa mujer de la cabeza you'd better start getting that woman out of your head, you'd better start forgetting about that woman

andar or ir de cabeza ( fam): ando de cabeza con tanto trabajo I'm up to my eyeballs o eyes in work

anda de cabeza por ella he's crazy about her

calentarle a algn la cabeza con algo ( fam); to fill sb's head with sth

calentarse la cabeza ( fam); to get worked up ( colloq)

como malo de la cabeza ( fam): se puso a comer como malo de la cabeza he stuffed himself silly ( colloq), he ate like there was no tomorrow ( colloq)

cortar cabezas: en cuanto asumió el cargo entró a cortar cabezas as soon as she took up her post, heads started to roll

darle por la cabeza a algn ( RPl); to criticize sb, knock sb ( colloq)

darse (con) la cabeza contra la pared ver cabezazo:

esconder la cabeza ( Chi fam); to make oneself scarce

ir con la cabeza alta to hold one's head high

írsele a algn la cabeza: se me va la cabeza I feel dizzy

jugarse la cabeza ( RPl fam): seguro que llega tarde, me juego la cabeza you can bet your life o your bottom dollar she'll be late ( colloq)

levantar cabeza ( fam); to get back on one's feet

aún tienen muchas deudas pero ya levantarán cabeza they've still got a lot of debts but they'll pull through o pick themselves up o get back on their feet

la selección no levanta cabeza the national team can't get out of its rut

levantar la cabeza: ha estado estudiando todo el día sin levantar la cabeza she's had her head buried in her work all day

¡si tu padre levantara la cabeza! your father would turn in his grave!, if your father was alive today … !

meterse de cabeza en algo ( fam); to throw oneself into sth

no caberle a algn en la cabeza ( fam): no me cabe en la cabeza que te guste vivir aquí I just can't understand how you like living here

¡en qué cabeza cabe meter un plato de plástico en el horno! who'd be stupid enough to put a plastic plate in the oven?

perder la cabeza: tranquilidad, no perdamos la cabeza keep calm, let's not panic o lose our heads

¿has perdido la cabeza? have you gone crazy?, are you out of your mind?

perdió la cabeza por esa mujer he lost his head over that woman

romperse or ( Andes) quebrarse la cabeza ( fam) (preocuparse) to rack one's brains; (lastimarse) to break one's neck ( colloq)

sentar (la) cabeza ( fam); to settle down

ser duro de cabeza ( fam); to be stupid

subírsele a algn a la cabeza: el vino/éxito se le ha subido a la cabeza the wine/her success has gone to her head

tener la cabeza como un bombo ( fam): tengo la cabeza como un bombo (me duele) I have o I've got a splitting headache! ( colloq), my head feels ready o ( BrE) fit to burst ( colloq) (estoy confundido) my head's spinning, my head feels ready o ( BrE) fit to burst ( colloq)

tener la cabeza como un colador to have a head like a sieve

tener la cabeza en su sitio or bien puesta or sobre los hombros ( fam); to have one's head screwed on tight ( AmE colloq), to have one's head screwed on ( BrE colloq)

tener la cabeza llena de pájaros ( fam); to have one's head in the clouds, be living in a fantasy world, be living in cloud-cuckoo-land

traer or llevar a algn de cabeza ( fam); to drive sb crazy ( colloq)

trae a los hombres de cabeza she drives men wild o crazy ( colloq)

más vale ser cabeza de ratón que cola de león it's better to be a big fish in a small pond than a small fish in a big pond

nadie escarmienta en cabeza ajena people only learn from their own mistakes, you have to make your own mistakes

Compuestos:

● cabeza caliente

masculine and feminine ( Ven fam) pinko ( AmE colloq), leftie ( BrE colloq)

● cabeza de chorlito

masculine and feminine ( fam) scatterbrain ( colloq)

● cabeza de jabalí

headcheese ( AmE), brawn ( BrE)

● cabeza de ñame

masculine and feminine ( Ven fam) clumsy idiot ( colloq)

● cabeza de pescado

feminine ( Chi fam): salió con su cabeza de pescado he made a silly remark

hablaban cabezas de pescado they were talking a load of nonsense ( colloq)

● cabeza de pollo

masculine and feminine ( Chi fam) scatterbrain ( colloq)

● cabeza de turco

masculine and feminine scapegoat

● cabeza dura

A

masculine and feminine ( fam): es un cabeza dura he's so stubborn o ( colloq) pigheaded

B adjective pigheaded ( colloq), stubborn

● cabeza hueca

masculine and feminine ( fam) scatterbrain ( colloq)

● cabeza rapada

masculine and feminine skinhead

B

1

(individuo): por cabeza each, a head

pagamos $50 por cabeza we paid $50 a head o each

2 (de ganado) head

tienen más de 600 cabezas (de ganado) they have more than 600 head of cattle

C

(primer lugar, delantera): se hizo con la cabeza she got to the front, she went into the lead

a la or en cabeza: estamos a la cabeza de las empresas del sector we are the leading company in this sector

se colocaron a la cabeza de los otros partidos en los sondeos they took the lead over the other parties in the opinion polls

iban a la cabeza de la manifestación they were at the front o head of the demonstration, they were leading o heading the demonstration

el equipo va en cabeza de la clasificación the team is at the top of o leads the division

Compuestos:

● cabeza de cordada

masculine and feminine leader, lead climber

● cabeza de familia

masculine and feminine head of the family

● cabeza de la Iglesia

masculine head of the Church

● cabeza de lista

masculine and feminine candidate at the top of an electoral list

● cabeza de partido

feminine administrative center of a partido² m E. (↑ partido (2))

● cabeza de playa

feminine beachhead

● cabeza de puente

feminine bridgehead

● cabeza de serie

masculine and feminine seed

derrotó a Guillén, cabeza de serie número cuatro he beat Guillén, seeded number four o the fourth seed o the number four seed

D

1 (de un alfiler, un clavo, una cerilla) head

2 (de un misil) warhead

Compuestos:

● cabeza atómica

atomic warhead

● cabeza de biela or émbolo

main bearing, big end ( BrE)

● cabeza explosiva

warhead

● cabeza nuclear

nuclear warhead

E ( Audio, Vídeo) head

Compuestos:

● cabeza de escritura

write head

● cabeza de grabación

recording head

● cabeza de reproducción

playback head

● cabeza lectora

playback head

F (de plátanos) hand, bunch

Compuesto:

cabeza de ajo

bulb of garlic

G (de un camión) tractor unit

* * *

cabeza sustantivo femenino
1
a) (Anat) head;

◊ de la cabeza a los pies from head to toe o foot;

me duele la cabeza I've got a headache;
marcó de cabeza he scored with a header;
pararse en la or de cabeza (AmL) to do a headstand;
cabeza rapada skinhead
b) ( medida) head;

◊ me saca una cabeza he's a head taller than me

c) ( pelo) hair;

◊ me lavé la cabeza I washed my hair

d) ( inteligencia):

◊ usa la cabeza use your head;

¡qué poca cabeza! have you/has he no sense?
e) ( mente):

◊ ¡que cabeza la mía! what a memory!;

tú estás mal de la cabeza you're out of your mind;
se me ha ido de la cabeza it's gone right out of my head;
se le ha metido en la cabeza que … she's got it into her head that …;
no se me pasó por la cabeza it didn't cross my mind;
cabeza de chorlito sustantivo masculino y femenino (fam) scatterbrain (colloq);
írsele a algn la cabeza to feel dizzy;
levantar cabeza (fam) ( superar problemas) to get back on one's feet;
perder la cabeza: no perdamos la cabeza let's not panic o lose our heads;
perdió la cabeza por esa mujer he lost his head over that woman;
quitarle a algn algo de la cabeza to get sth out of sb's head;
romperse la cabeza (fam) ( preocuparse) to rack one's brains;

( lastimarse) to break one's neck (colloq);
◊ subírsele a algn a la cabeza [vino/éxito] to go to one's head;

tener la cabeza llena de pájaros (fam) to have one's head in the clouds
2
a) ( individuo):

◊ por cabeza each, a head

b) ( de ganado) head;

◊ 50 cabezas de ganado 50 head of cattle

3 (primer lugar, delantera):
◊ estamos a la cabeza del sector we are the leading company in this sector;

a la cabeza de la manifestación at the front o head of the demonstration;
el equipo va en cabeza de la clasificación the team is at the top of the division;
cabeza de familia head of the family;
cabeza de serie seed
4
a) (de alfiler, clavo, fósforo) head

b) ( de misil) warhead

5 (Audio, Video) head
6 ( de plátanos) hand, bunch;
◊ cabeza de ajo bulb of garlic

cabeza sustantivo femenino
1 head: le dolía la cabeza, she had a headache
2 (sentido común) sense
3 (mente) mind, head: no se me pasó por la cabeza it didn't even occur to me
no puedo quitármelo de la cabeza, I can't get it out of my mind
me vino a la cabeza la idea, the idea sprang to my mind
4 (habilidad) no tiene cabeza para los negocios, he hasn't got a good head for business
5 (cabellera) hair: se lavó la cabeza, he washed his hair
6 (responsable, líder) es la cabeza pensante de la banda, he's the brains behind the gang
la cabeza de la Iglesia Anglicana, the head of the Anglican Church
cabeza de familia, head of the family 7 cabeza de ajo, bulb of garlic
8 familiar cabeza de chorlito, scatterbrain, featherhead
cabeza dura, stubborn o obstinate person
cabeza de turco, scapegoat
cabeza rapada, skinhead
Dep cabeza de serie, heat, seed: jugará contra el cabeza de serie número 2, she's going to play against the second seed
9 cabeza de ganado, head of cattle
♦ Locuciones: a la cabeza de, at the front o top of
con la cabeza alta, with one's head held high: puedes decirlo con la cabeza bien alta, you can say it with your head held high
de cabeza, (de lleno) completely
(en natación) se tiró de cabeza a la piscina, he dived headfirst into the pool
Dep metió un gol de cabeza, he headed a goal
en cabeza, in the lead
estar mal/tocado de la cabeza, to be a mental case
perder la cabeza, to lose one's temper
rodar cabezas: si baja la cotización, van a rodar cabezas, if the share price goes down heads will roll
romperse la cabeza, to rack one's brains
traer a alguien de cabeza, to drive sb mad
por cabeza, per person: debemos poner cinco mil pesetas por cabeza, we should charge five thousand pesetas per head
sentar la cabeza: ya tienes edad de sentar la cabeza, it's about time you settled down
' cabeza' also found in these entries:
Spanish:
acéfala
- acéfalo
- ajo
- asentir
- bajar
- brecha
- cabecear
- caber
- cabezazo
- cabezón
- cabezona
- cabezudo
- calentar
- calentarse
- cantidad
- casco
- chorlito
- coco
- dar
- descolgarse
- descontar
- desgraciada
- desgraciado
- entrar
- escalabrar
- escarmentar
- gacha
- gacho
- girar
- hueca
- hueco
- inclinar
- infernal
- jaqueca
- ladear
- matar
- melón
- mover
- negación
- pájaro
- pañuelo
- pie
- por
- quebradero
- reclinar
- remate
- reposar
- romperse
- rondar
- sacar
English:
above
- ache
- aching
- ahead
- bad
- balance
- bang
- bare
- bash
- bash in
- bend
- bonk
- bow
- bump
- catch up
- clear
- cock
- crack
- crush
- crushing
- dive
- dizzy
- excruciating
- giddy
- grave
- hair
- hammer
- hang
- head
- head-first
- headache
- headroom
- hit
- hold
- idea
- incline
- keep down
- knock
- lead
- lift
- look round
- lose
- mind
- monstrous
- nod
- nut
- one-track
- overhead
- pat
- per capita

* * *

cabeza

♦ nf

1. [de persona, animal] head;

me duele la cabeza I've got a headache;

bajar o [m5] doblar la cabeza to bow one's head;

de cabeza [en fútbol] with a header;

marcó de cabeza he scored with his head o with a header, he headed a goal;

tirarse de cabeza (al agua) to dive (into the water);

se tiró de cabeza a la piscina she dived into the pool;
Am
en cabeza [sin sombrero] bareheaded;

le lleva una cabeza a su madre she's a head taller than her mother;
Fam
le abrieron la cabeza de un ladrillazo they split his skull with a brick;

lavarse la cabeza to wash one's hair;

Comp
Fam
alzar o [m5] levantar cabeza to get back on one's feet, to recover;

desde que perdieron la final, no han conseguido alzar o [m5] levantar cabeza they still haven't recovered from losing the final, they still haven't managed to pick themselves up after losing the final;

no hay manera de que alce o [m5] levante cabeza it's hard to see her recovering o getting over it;

Comp

¡si tu padre levantara la cabeza…! your father would turn in his grave…!;

Comp
Fam
calentar o [m5] hinchar la cabeza a alguien to drive sb mad;

no te calientes más la cabeza, no hay nada que hacer stop getting worked up o Br het up about it, there's nothing we can do;

Comp

con la cabeza (bien) alta with one's head held high;

Comp
Fam
la cabeza me da vueltas my head's spinning;

Comp

darse de cabeza en la pared: se dio de cabeza en la pared por haber actuado tan torpemente she kicked herself for behaving so stupidly;

Comp
Fam
se me va la cabeza [me mareo] I feel dizzy;

Comp
RP Fam
jugarse la cabeza to be absolutely sure;

¿te parece que al final se van a casar? – ¡me juego la cabeza! do you think that they'll end up getting married? – you can bet on it!;

me juego la cabeza que hoy gana Nacional I'll give you any odds Nacional wins today;

Comp

meter la cabeza to get one's foot in the door;

Comp

meterse de cabeza en algo to plunge into sth;

Comp
Fam
tengo la cabeza como un bombo my head is throbbing;
Fam
me estás poniendo la cabeza como un bombo con tantas preguntas estúpidas you're making my head spin o hurt with all those stupid questions;

Comp
Fam
rodar cabezas: si no se producen resultados, rodarán cabezas if things don't get better, heads will roll;

Comp
Fam
romperse o [m5] quebrarse la cabeza to Br rack o US cudgel one's brains;

le amenazó con romperle la cabeza he threatened to smash her head in o to bash her brains in;

Comp

sacar la cabeza [aparecer] to show one's face;
[atreverse] to speak up;
Comp
Fam
subirse a la cabeza: se le subió a la cabeza it went to his head;

el vino se le subió a la cabeza the wine went to her head;

se le ha subido a la cabeza el ascenso his promotion has gone to his head;

Comp
Fam
tener la cabeza a pájaros o [m5] llena de pájaros to have one's head in the clouds;

Comp
Fam
tener la cabeza como una olla de grillos to be round the bend;

Comp
Fam
tenía la cabeza en otra parte my mind was wandering, my thoughts were elsewhere;

Comp
Fam
tener la cabeza en su sitio o [m5] bien puesta to have a sound head on one's shoulders, to have one's head screwed on (properly);

Comp

volver la cabeza [negar el saludo] to turn away;

Prov

más vale ser cabeza de ratón que cola de león it's better to reign in Hell than to serve in Heaven

Comp
Culin cabeza de jabalí Br brawn, US headcheese
2. [mente]
tiene buena cabeza para los números she has a (good) head for numbers;

Comp
Fam
andar o [m5]estar mal de la cabeza, RP [m5] estar de la cabeza to be funny in the head;

Comp

no me cabe en la cabeza I simply can't understand it;

no me cabe en la cabeza que haya sido él I can't believe it was him;

Comp

írsele a alguien de la cabeza: se me ha ido completamente de la cabeza it's gone clean out of my mind o head;

no consigo que el accidente se me vaya de la cabeza I can't get the accident out of my mind;

Comp

meter algo en la cabeza a alguien to get sth into sb's head;

métete en la cabeza que no vas a poder ir get it into your head that you're not going to be able to go;

se le ha metido en la cabeza que… he has got it into his head that…;

Comp

se me pasó por la cabeza it crossed my mind;

Comp

venir a la cabeza to come to mind;

ahora no me viene a la cabeza I can't think of it right now;

Comp

me he olvidado, ¡qué mala cabeza tengo! how silly of me to forget!

Comp

tener mucha cabeza to have brains

3. [juicio] sense;

tener poca cabeza to have no sense;

obrar con cabeza to use one's head;

tener mala cabeza to act foolishly;

perder la cabeza to lose one's head;

Pedro ha perdido la cabeza por esa chica Pedro has lost his head over that girl;

¿has perdido la cabeza o qué? are you out of your mind?

4. [posición] front, head;

cabeza abajo upside down;

cabeza arriba the right way up;

a la o [m5] en cabeza [en competición] in front, in the lead;
[en lista] at the top o head;
el equipo francés está a la cabeza de la clasificación the French team is top of the league;

está situado en (la) cabeza del pelotón he's at the front of the pack, he's amongst the leaders of the pack;

a la cabeza de [delante de] at the head of;
[al cargo de] in charge of;
estar a la cabeza de la empresa to run the company;

Juan está a la cabeza de la expedición Juan is the leader of the expedition;

la cabeza visible del movimiento the public face of the movement

Comp
cabeza de mina coalface; Mil cabeza de playa beachhead; Mil & Fig cabeza de puente bridgehead;
5. [de clavo, alfiler, fémur, cometa] head

Comp
cabeza de ajo head of garlic;
cabeza atómica nuclear warhead;
Aut cabeza de biela big end; Informát & TV cabeza de borrado erase head;
cabeza buscadora [en misil] homing device;

cabeza de combate warhead;

cabeza grabadora [en vídeo, casete] recording head;

cabeza de guerra warhead;

cabeza lectora [en vídeo, casete] (read) head;
Informát cabeza lectora-grabadora read-write head;
cabeza magnética magnetic head;

cabeza nuclear nuclear warhead;

cabeza reproductora [en vídeo, casete] (playback) head

6. [animal cuadrúpedo]
cabeza (de ganado) head (of cattle)

7.
por cabeza [persona] per head;

costará 500 por cabeza it will cost 500 per head;

pagamos diez euros por cabeza we paid ten euros each

8. [población] cabeza de partido Br ≈ county town, US ≈ county seat

9. Comp
Esp Fam
andar o [m5] ir de cabeza [muy atareado] to be snowed under;

esta semana voy de cabeza y no he tenido tiempo de llamar a nadie I'm really snowed under this week and I haven't had time to call anyone;
Esp
escarmentar en cabeza ajena to learn from another's mistakes;
RP
darle por la cabeza a alguien to really lay o slang into sb;
Fam
ir de cabeza a to head straight for;
Esp Fam
ir de cabeza con alguien [enamorado] to be head over heels in love with sb;
Esp Fam
llevar a alguien de cabeza: los hijos la llevan de cabeza the children drive her up the wall;
Fam
sentar la cabeza to settle down;
Fam
(estar) tocado de la cabeza (to be) touched;
Esp Fam
traer de cabeza a alguien to drive sb mad

♦ nmf
Fam cabeza de chorlito [despistado] scatterbrain; [estúpido] airhead; Fam cabeza cuadrada:
es un cabeza cuadrada he's got his ideas and he won't listen to anyone else;
Fam cabeza dura:
es un cabeza dura he's got his ideas and he won't listen to anyone else;

cabeza de familia head of the family;
Fam cabeza hueca airhead; Pol cabeza de lista = person who heads a party's list of candidates;
va como cabeza de lista por Salamanca he's the head of the party list for Salamanca;
Fam cabeza loca airhead; RP cabeza de novia airhead;
cabeza pensante: [m5] las cabezas pensantes de la derecha venezolana the policy-makers of the Venezuelan right;

las cabezas pensantes de la organización the brains behind the organization;

cabeza rapada skinhead;
Dep cabeza de serie seed;
el primer cabeza de serie se enfrenta al segundo the top o number one seed will play the second o number two seed;

cabeza de turco scapegoat

* * *

cabeza

I f

1 ANAT head;

de cabeza caerse, tirarse etc headlong;

estar mal o

no estar bien de la cabeza fam not be right in the head fam ;

írsele la cabeza feel giddy o dizzy;

con la cabeza alta with one’s head held high;

subírsele a alguien a la cabeza fig go to s.o.’s head;

llevarse las manos a la cabeza fig throw one’s hands up (in the air);

andar o

ir de cabeza be snowed under;

sentar la cabeza settle down;

levantar cabeza ( recuperarse) pick up;

no levantar cabeza fig be knocked sideways;

tras la derrota, el equipo no consiguió levantar cabeza the team was knocked sideways by the defeat

2 ( razón)

:

perder la cabeza fig lose one’s head;

llevar o

traer a alguien de cabeza drive s.o. crazy;

3 ( memoria)

:

tener mala cabeza have a bad memory

4 ( pensamiento)

:

pasarle a alguien por la cabeza occur to s.o.;

se me viene a la cabeza … it occurs to me …;

meterse algo en la cabeza get sth into one’s head;

quitarse algo de la cabeza get sth out of one’s head;

calentarle la cabeza a alguien fig fill s.o.’s head with ideas;

calentarse la cabeza get worked up;

mantener la cabeza fría keep a cool head;

romperse la cabeza fig rack one’s brains

5 ( persona)

:

por cabeza per head, per person

6

:

el equipo a la cabeza o

en cabeza the team at the top;

estar a la cabeza be out in front, be the leader

II m/f de familia, grupo head

* * *

cabeza nf

1) : head

2)

cabeza hueca : scatterbrain

3)

de cabeza : head first

4)

dolor de cabeza : headache

* * *

cabeza n

1. (en general) head

se ha dado un golpe en la cabeza he's bumped his head

2. (seso) intelligence

tiene muy buena cabeza she's very intelligent

3. (memoria) memory

tiene mala cabeza he's forgetful

ir a la cabeza / ir en cabeza to be at the top / to lead [pt. & pp. led]

meter en la cabeza to get into your head

perder la cabeza to lose your head [pt. & pp. lost]

tener la cabeza dura to be stubborn

de cabeza headlong / headfirst

por cabeza a head / per head

cabeza de ajo head of garlic

cabeza de familia head of the family

cabeza de serie seed

cabeza rapada skinhead

Spanish-English dictionary > cabeza
6 aguantar

v.

1 to bear.

está aguantando bien las presiones she's holding o bearing up well under the pressure

esa estantería no va a aguantar el peso de los libros that shelf won't take the weight of the books

2 to bear, to stand.

no lo aguanto I can't bear him

no sé cómo la aguantas I don't know how you put up with her

no sabe aguantar una broma he doesn't know how to take a joke

3 to hold.

aguanta los libros mientras limpio la estantería hold the books while I dust the shelf

Aguante su respiración Hold your breath.

4 to hold (contener) (respiración, mirada).

apenas pude aguantar la risa it was all I could do not to laugh

5 to hold on (time).

aguanta un poco más hold on a bit longer

no aguanto más I can't take any more

Ella aguantará porque es fuerte She will hold on because she is strong.

6 to wait for (esperar). (Mexican Spanish, River Plate)

7 to last.

estas botas aguantarán hasta al año que viene these boots should last me till next year

aguantar hasta el final to stay the course o the distance

8 to endure, to abide, to bear, to tolerate.

Noel aguanta muchas penas Noel endures many sorrows.

9 to withstand, to hold, to uphold, to support.

El barrote aguanta el techo The crosspiece holds the roofing.

10 to tolerate to, to suffer to, to bear to, to endure to.

Silvia aguanta estudiar de noche Silvia tolerates to study nights.

* * *

aguantar

► verbo transitivo

1 (contener) to hold (back)

2 (sostener) to hold, support

3 (soportar) to tolerate

■ no aguanto más I can't stand any more, I can't take any more

► verbo pronominal aguantarse

1 (contenerse) to keep back; (risa, lágrimas) to hold back

2 (resignarse) to resign oneself

\

FRASEOLOGÍA

¡que se aguante! familiar that's her/his tough luck!

* * *

verb

1) to bear, endure, withstand

2) hold

•

- aguantarse

* * *

1. VT

1) (=soportar deliberadamente) to put up with, endure

aguanté el dolor como pude — I bore o put up with o endured the pain as best as I could

tenemos que estar aguantando continuas ofensas — we have to put up with o endure continual insults

no aguantaré tus impertinencias ni un minuto más — I won't stand for o take o put up with your cheek a minute longer

- aguantar el chaparrón

2) (=tener capacidad de resistir) to stand up to

esta planta aguanta bien el calor — this plant withstands o can take heat well, this plant stands up well to heat

aguanta bastante bien el trabajo en la mina — he stands up pretty well to the work in the mine

no sé si podré aguantar ese ritmo — I don't know if I'll be able to stand the pace

sabe aguantar bien las bromas — he can take a joke

• no aguantar, no aguanto a los cotillas — I can't bear o stand gossips

no aguanto ver sufrir a un animal — I can't bear o stand to see an animal suffering

no aguantaba la rutina de los entrenamientos — he couldn't cope with o take the training programme

• no hay quien te aguante — you're impossible o insufferable

este frío no hay quien lo aguante — this cold is just unbearable

no hay quien aguante una ópera tan larga — who could sit through an opera that long?

3) (=sostener) [persona] to hold; [muro, columna] to support, hold up

aguanta un momento el paquete — hold the parcel a minute

la pierna que aguanta la guitarra — the leg that supports the guitar

se rompió el cable que aguantaba la antena — the cable holding up o supporting the aerial broke

estas vigas pueden aguantar cualquier peso — these beams can take any weight

esta estantería no podrá aguantar tantos libros — these shelves won't take so many books

4) (=contener) [+ respiración] to hold; [+ risa, llanto] to hold back

soy capaz de aguantar la respiración durante dos minutos — I can hold my breath for two minutes

el mundo aguantó la respiración temiendo un desastre — the world waited with bated breath, fearing a disaster

apenas podía aguantar la risa — she couldn't hold back her laughter

• aguantar las ganas de hacer algo — to resist the urge to do sth

no pude aguantar las ganas de decirle lo que pensaba — I couldn't resist telling her what I thought, I couldn't resist the urge to tell her what I thought

se tuvo que aguantar las ganas de llorar — she had to stifle her desire to cry

5) (=durar) to last

este abrigo no aguantará otro invierno — this coat won't last another winter

2. VI

1) [persona]

ya no aguanto más — I can't bear it o stand it o take it any longer, I can't bear o stand o take any more

cuando empezaba a correr no aguantaba más de diez minutos — when she started running she couldn't keep going o last for more than ten minutes

aguantaré en Madrid hasta que pueda — I'll hang on o hold on in Madrid as long as I can

yo me emborracho enseguida, pero él aguanta mucho — I get drunk straight away but he can really hold his drink

tienes que aguantar hasta el año que viene con esos zapatos — you'll have to make do with those shoes until next year

yo ya no aguanto mucho, a las diez estoy en la cama — I can't take the pace any more, I'm in bed by ten

aguantan poco sin aburrirse — they have a low boredom threshold, they're easily bored

bailaremos hasta que el cuerpo aguante — we'll dance till we drop

es de guapo que no se puede aguantar — * he's drop dead gorgeous *, he's to die for *

2) [clavo, columna] to hold

¿crees que este clavo aguantará? — do you think this nail will hold?

esa columna va a aguantar poco — that pillar won't hold (out) much longer

3) LAm * (=esperar) to hang on *, hold on

¡aguanta! — hang on * o hold on a minute!

3.

See:

aguantarse

* * *
1.
verbo transitivo

1) <dolor/sufrimiento> to bear, endure

aguanto bien el calor — I can take the heat

tuvieron que aguantar temperaturas altísimas — they had to endure extremely high temperatures

no tengo por qué aguantar esto — I don't have to put up with this

su madre le aguanta todo — his mother lets him get away with murder

aguantó su mirada un momento — he held her stare for a moment

este calor no hay quien lo aguante — this heat is unbearable

no sabes aguantar una broma — you can't take a joke

no los aguanto — I can't stand them

no puedo aguantar este dolor de muelas — this toothache's unbearable

2)

a) <peso/carga> to support, bear; < presión> to withstand

ella aguanta el doble que yo bebiendo — she can take twice as much drink as I can

b) ( durar)

estas botas aguantarán otro invierno — these boots will last (me/you/him) another winter

han aguantado el paso del tiempo — they have survived the passing of time

3) ( sostener) to hold

aguántame los paquetes — hold (on to) the parcels for me

4) (contener, reprimir) <risa/lágrimas> to hold back

aguantar la respiración — to hold one's breath

ya no aguanto las ganas de decírselo — I can't resist the temptation to tell him any longer
2.
aguantar vi

ya no aguanto más! — I can't take any more!

con ese tren de vida no hay salud que aguante — that sort of lifestyle would be enough to destroy anyone's health

¿puedes aguantar hasta que lleguemos? — can you hang o hold on until we arrive?

no creo que este clavo aguante — I don't think this nail will hold
3.
aguantarse v pron

1) (conformarse, resignarse)

me tendré que aguantar — I'll just have to put up with it

si no le gusta, que se aguante — if he doesn't like it, he can lump it (colloq)

2) (euf) (reprimirse, contenerse)

no me pude aguantar y me puse a llorar — I couldn't contain myself and burst into tears

aguántate un poquito que ya llegamos — just hold o hang on a minute, we'll soon be there

no se aguanta las ganas de abrirlos — he can't resist opening them

3) (AmL fam) ( esperarse) to hang on (colloq)

* * *

= stand up to, bear, withstand, endure, hold + fire, put up with, hold off, stand + the gaff, stomach, weather, hold + Nombre + in.

Ex. However, he would prefer a binding that will stand up to being stuffed into after-hours book drops and being hauled from one library to another.

Ex. One is tempted to say that the enthusiasts for postcoordinate systems, being forced to admit reluctantly that control was necessary, couldn't bear to use the old-fashioned term 'list of subject headings'.

Ex. While the current problems associated with serial economics have driven a wedge between vendors, librarians and publishers, they should be cooperating and communicating in order to withstand the information explosion.

Ex. On the other hand people passionately devoted to a hobby or sport or their work will endure without complaint conditions which less ardent folk think outrageously insupportable.

Ex. However, in producing a bulletin one is often torn between including the scanty, undigested and possibly inaccurate details of a new proposal and holding fire until fuller information is available, and thereby missing a publication deadline.

Ex. Have reading foisted on you as a duty, a task to be put up with, from which you expect no delight, and it can appear a drab business gladly to be given up.

Ex. A dam at the Strait of Gibraltar could be constructed to limit the outflow and reverse the climate deterioration, thus holding off the next ice age.

Ex. Thus far the oil companies have stood the gaff well, considering the burden thrown on them by declining prices and mounting stocks.

Ex. Early man couldn't stomach milk, according to research.

Ex. The small publishers seem to be weathering the industry changes, and have expectations of growth.

Ex. The longer a fart is held in, the larger the proportion of inert nitrogen it contains, because the other gases tend to be absorbed into the bloodstream through the walls of the intestine.

----

* aguantar con resignación = take it on + the chin.

* aguantar el acoso de = run + the gauntlet of.

* aguantar el aliento = hold + Posesivo + breath.

* aguantar estoicamente = weather, take it on + the chin.

* aguantar hasta el final = stick it out.

* aguantar la respiración = hold + Posesivo + breath.

* aguantarlo = live with it.

* aguantarlo bien = take it in + Posesivo + stride.

* aguantar mecha = stick it out, stand + the gaff.

* aguantarse = hold + Posesivo + horses.

* aguantar un golpe = take + a hit.

* aguántate = lump it.

* no aguantar más = have had enough.

* no aguantar ver Algo o Alguien = can't stand + sight.

* no poder aguantar a Alguien = have + it in for + Nombre.

* no puedo aguantarlo = can't take it.

* no voy a aguantarlo más = not going to take it any more.

* si no aguantas el calor, sal de la cocina = if you can't stand the heat, get out of the kitchen.

* si no te gusta, te aguantas = like it or lump it, if you don't like it you can lump it.

* tener que aguantar Algo = be stuck with, get + stuck with.

* * *
1.
verbo transitivo

1) <dolor/sufrimiento> to bear, endure

aguanto bien el calor — I can take the heat

tuvieron que aguantar temperaturas altísimas — they had to endure extremely high temperatures

no tengo por qué aguantar esto — I don't have to put up with this

su madre le aguanta todo — his mother lets him get away with murder

aguantó su mirada un momento — he held her stare for a moment

este calor no hay quien lo aguante — this heat is unbearable

no sabes aguantar una broma — you can't take a joke

no los aguanto — I can't stand them

no puedo aguantar este dolor de muelas — this toothache's unbearable

2)

a) <peso/carga> to support, bear; < presión> to withstand

ella aguanta el doble que yo bebiendo — she can take twice as much drink as I can

b) ( durar)

estas botas aguantarán otro invierno — these boots will last (me/you/him) another winter

han aguantado el paso del tiempo — they have survived the passing of time

3) ( sostener) to hold

aguántame los paquetes — hold (on to) the parcels for me

4) (contener, reprimir) <risa/lágrimas> to hold back

aguantar la respiración — to hold one's breath

ya no aguanto las ganas de decírselo — I can't resist the temptation to tell him any longer
2.
aguantar vi

ya no aguanto más! — I can't take any more!

con ese tren de vida no hay salud que aguante — that sort of lifestyle would be enough to destroy anyone's health

¿puedes aguantar hasta que lleguemos? — can you hang o hold on until we arrive?

no creo que este clavo aguante — I don't think this nail will hold
3.
aguantarse v pron

1) (conformarse, resignarse)

me tendré que aguantar — I'll just have to put up with it

si no le gusta, que se aguante — if he doesn't like it, he can lump it (colloq)

2) (euf) (reprimirse, contenerse)

no me pude aguantar y me puse a llorar — I couldn't contain myself and burst into tears

aguántate un poquito que ya llegamos — just hold o hang on a minute, we'll soon be there

no se aguanta las ganas de abrirlos — he can't resist opening them

3) (AmL fam) ( esperarse) to hang on (colloq)

* * *

= stand up to, bear, withstand, endure, hold + fire, put up with, hold off, stand + the gaff, stomach, weather, hold + Nombre + in.

Ex: However, he would prefer a binding that will stand up to being stuffed into after-hours book drops and being hauled from one library to another.

Ex: One is tempted to say that the enthusiasts for postcoordinate systems, being forced to admit reluctantly that control was necessary, couldn't bear to use the old-fashioned term 'list of subject headings'.

Ex: While the current problems associated with serial economics have driven a wedge between vendors, librarians and publishers, they should be cooperating and communicating in order to withstand the information explosion.

Ex: On the other hand people passionately devoted to a hobby or sport or their work will endure without complaint conditions which less ardent folk think outrageously insupportable.

Ex: However, in producing a bulletin one is often torn between including the scanty, undigested and possibly inaccurate details of a new proposal and holding fire until fuller information is available, and thereby missing a publication deadline.

Ex: Have reading foisted on you as a duty, a task to be put up with, from which you expect no delight, and it can appear a drab business gladly to be given up.

Ex: A dam at the Strait of Gibraltar could be constructed to limit the outflow and reverse the climate deterioration, thus holding off the next ice age.

Ex: Thus far the oil companies have stood the gaff well, considering the burden thrown on them by declining prices and mounting stocks.

Ex: Early man couldn't stomach milk, according to research.

Ex: The small publishers seem to be weathering the industry changes, and have expectations of growth.

Ex: The longer a fart is held in, the larger the proportion of inert nitrogen it contains, because the other gases tend to be absorbed into the bloodstream through the walls of the intestine.

* aguantar con resignación = take it on + the chin.

* aguantar el acoso de = run + the gauntlet of.

* aguantar el aliento = hold + Posesivo + breath.

* aguantar estoicamente = weather, take it on + the chin.

* aguantar hasta el final = stick it out.

* aguantar la respiración = hold + Posesivo + breath.

* aguantarlo = live with it.

* aguantarlo bien = take it in + Posesivo + stride.

* aguantar mecha = stick it out, stand + the gaff.

* aguantarse = hold + Posesivo + horses.

* aguantar un golpe = take + a hit.

* aguántate = lump it.

* no aguantar más = have had enough.

* no aguantar ver Algo o Alguien = can't stand + sight.

* no poder aguantar a Alguien = have + it in for + Nombre.

* no puedo aguantarlo = can't take it.

* no voy a aguantarlo más = not going to take it any more.

* si no aguantas el calor, sal de la cocina = if you can't stand the heat, get out of the kitchen.

* si no te gusta, te aguantas = like it or lump it, if you don't like it you can lump it.

* tener que aguantar Algo = be stuck with, get + stuck with.

* * *

aguantar [A1 ]

vt

A

1

(tolerar, soportar): aguanto bien el calor I can take the heat

tuvieron que aguantar temperaturas altísimas en el desierto they had to endure extremely high temperatures in the desert

y como no tengo donde ir tengo que aguantar sus bromas estúpidas and since I have nowhere to go I have to put up with o suffer his stupid jokes

aguantó el dolor con gran fortaleza she bore o endured the pain very bravely

lo aguantó durante años she put up with him for years

no tengo por qué aguantar que me traten así I don't have to stand for this kind of treatment, I don't have to put up with being treated like this

a ése le aguantan todo porque es el hijo del jefe he gets away with anything because he's the boss's son

aguantó su mirada un momento y desvió los ojos he held her stare for a moment, then averted his eyes

2

(uso hiperbólico): este calor no hay quien lo aguante this heat is unbearable

no sabes aguantar una broma you can't take a joke

no puedo aguantarlo I can't stand him

no puedo aguantar este dolor de muelas this toothache's unbearable

B

1 ‹peso/presión›

aguanta todo el peso del tejado it supports o bears the whole weight of the roof

el puente no aguanta más de cierto tonelaje the bridge will only withstand o take o stand a certain tonnage

no aguantó la presión it didn't take o withstand the pressure

el mástil no aguantaría otra embestida del viento the mast wouldn't stand up to o take another gust

ella aguanta el doble que yo bebiendo she can take twice as much drink as I can

2

(durar): estas botas aguantarán otro invierno these boots will last (me/you/him) another winter

construcciones que han aguantado el paso del tiempo buildings that have survived the passing of time

aguantó tres meses en ese trabajo he lasted three months in that job

C (sostener) to hold

aguántame los paquetes mientras compro las entradas hold (on to) the parcels for me while I buy the tickets

una cuña para aguantar la puerta a wedge to hold the door open

D (contener, reprimir) ‹risa/lágrimas› to hold back

aguanta la respiración todo lo que puedas hold your breath for as long as you can

ya no aguanto las ganas de decírselo I can't resist the temptation to tell him any longer

■ aguantar

vi

¡ya no aguanto más! yo renuncio I can't take any more! I quit

con ese tren de vida no hay salud que aguante that sort of lifestyle would be enough to destroy anyone's health

¿puedes aguantar hasta que lleguemos? can you hang o hold on until we arrive?

no puedo aguantar hasta enero con este abrigo I can't last till January with this coat, this coat won't last me till January

tenemos que aguantar hasta fin de mes con este dinero we have to make this money last o stretch till the end of the month, we have to get by on o manage on o survive on this money till the end of the month

no creo que este clavo aguante I don't think this nail will hold

■ aguantarse

v pron

A

(conformarse, resignarse): no me apetece ir pero me tendré que aguantar I don't feel like going, but I'll just have to grin and bear it o put up with it

si no le gusta, que se aguante if he doesn't like it, he can lump it ( colloq)

me he quedado sin cena — te aguantas, por no haber llegado antes there's no dinner left for me — tough, you should have got(ten) here earlier ( colloq)

B ( euf)

(reprimirse, contenerse): aguántate un poquito que enseguida llegamos just hold o hang on a minute, we'll soon be there

ya no se aguanta las ganas de abrir los paquetes he can't resist the temptation to open the packages any longer

se aguantó hasta que no pudo más y se lo dijo todo she kept quiet as long as she could and then she told him everything

C ( AmL fam) (esperarse) to hang on ( colloq)

* * *

aguantar ( conjugate aguantar) verbo transitivo
1 ‹dolor/sufrimiento› to bear, endure;
◊ aguanto bien el calor I can take the heat;

no tengo por qué aguantar esto I don't have to put up with this;
este calor no hay quien lo aguante this heat is unbearable;
no sabes aguantar una broma you can't take a joke;
no los aguanto I can't stand them;
no puedo aguantar este dolor de muelas this toothache's unbearable
2
a) ‹peso/carga› to support, bear;

‹ presión› to withstand
b) ( durar):

◊ estas botas aguantarán otro invierno these boots will last (me/you/him) another winter

3 ( sostener) to hold
4 (contener, reprimir) ‹risa/lágrimas› to hold back;
◊ aguantar la respiración to hold one's breath

verbo intransitivo:
◊ ¡ya no aguanto más! I can't take any more!;

no creo que este clavo aguante I don't think this nail will hold
aguantarse verbo pronominal
1 (conformarse, resignarse):
◊ me tendré que aguantar I'll just have to put up with it;

si no le gusta, que se aguante if he doesn't like it, he can lump it (colloq)
2 (euf) (reprimirse, contenerse):
◊ no me pude aguantar y me puse a llorar I couldn't contain myself and burst into tears;

aguántate un poquito que ya llegamos just hold o hang on a minute, we'll soon be there
3 (AmL fam) ( esperarse) to hang on (colloq)
aguantar
I verbo transitivo
1 (soportar, tolerar) to tolerate: no puedo aguantar más tu prepotencia, I can't stand your arrogance any longer ➣ Ver nota en bear y stand
2 (sujetar) to support, hold: por favor, aguanta la escalera mientras cambio la bombilla, please hold the ladder while I change the bulb
3 (reprimirse) aguantó la respiración tres minutos, he held his breath for three minutes
II verbo intransitivo
1 (durar) to last
2 (soportar) aguanta un poco más, hold on a bit longer
' aguantar' also found in these entries:
Spanish:
calibre
- mecha
- pasar
- resistir
- saber
- sufrir
- tipo
- soplar
- tragar
English:
abide
- bear
- bear up
- brave
- bullet
- endure
- going
- hang on
- hold
- hold on
- hold out
- last
- pace
- put up with
- ride out
- ridicule
- sit out
- sit through
- stand
- stay
- stick
- stick out
- stomach
- suffer
- sweat out
- take
- go
- hang
- keep
- put
- ride
- sit
- stuck
- support
- tolerate

* * *

aguantar

♦ vt

1. [sostener] to hold;

aguanta los libros mientras limpio la estantería hold the books while I dust the shelf

2. [peso, presión] to bear;

esa estantería no va a aguantar el peso de los libros that shelf won't take the weight of the books;

la presa no aguantará otro terremoto the dam won't withstand another earthquake;

está aguantando bien las presiones she's holding o bearing up well under the pressure

3. [tolerar, soportar] to bear, to stand;

estas plantas no aguantan bien el calor these plants don't like the heat;

no aguantó el ritmo de sus rivales she couldn't keep up with her rivals;

a tu hermana no hay quien la aguante your sister's unbearable;

no puedo aguantarlo, no lo aguanto I can't bear him;

no sé cómo la aguantas I don't know how you put up with her;

ya no aguanto más este dolor this pain is unbearable;

no sabe aguantar una broma he doesn't know how to take a joke

4. [tiempo] to hold out for;

aguantó dos meses en el desierto he survived for two months in the desert;

no creo que aguante mucho tiempo fuera su país I don't think he'll be able to last long abroad;

¿cuánto tiempo aguantas sin fumar un cigarillo? how long can you go without smoking a cigarette?;

este abrigo me ha aguantado cinco años this coat has lasted me five years

5. [contener] [respiración, mirada] to hold;
[risa] to contain;
debes aguantar la respiración para hacerte la radiografía you'll have to hold your breath when you have the X-ray;

apenas pude aguantar la risa it was all I could do not to laugh

6. Méx, RP Fam [esperar] to wait for

♦ vi

1. [tiempo] to hold on;

aguanta un poco más, en seguida nos vamos hold on a bit longer, we'll be going soon;

no aguanto más – necesito un vaso de agua I can't take any more, I need a glass of water;

¡ya no aguanto más, vámonos! I've had enough, let's go!

2. [resistir] to last;

estas botas aguantarán hasta al año que viene these boots should last me till next year;

aguantar hasta el final to stay the course o the distance;

a pesar de estar lesionado, aguantó hasta el final despite his injury, he carried on until the end

3. Taurom to stand firm

♦ See also the pronominal verb aguantarse

* * *

aguantar

I v/t

1 un peso bear, support

2 respiración hold

3 ( soportar) put up with;

no lo puedo aguantar I can’t stand o bear it

II v/i

:

no aguanto más I can’t take (it) any more, I can’t bear it any longer

* * *

aguantar vt

1) soportar: to bear, to tolerate, to withstand

2) : to hold

3)

aguantar las ganas : to resist an urge

no pude aguantar las ganas de reír: I couldn't keep myself from laughing

aguantar vi

: to hold out, to last

♦ See also the reflexive verb aguantarse

* * *

aguantar vb

1. (sufrir frases afirmativas) to put up with [pt. & pp. put]

no sé cómo aguanta a su marido I don't know how she puts up with her husband

2. (sufrir frases negativas) to stand [pt. & pp. stood]

no aguanto a gente como él I can't stand people like him

3. (peso) to take [pt. took; pp. taken]

la estantería no aguantó el peso de los libros the shelf couldn't take the weight of the books

4. (durar) to last

el coche tendrá que aguantar un año más the car will have to last another year

5. (esperar) to hold on [pt. & pp. held]

aguanta, que falta poco hold on, we're nearly there

6. (en la mano) to hold

¿me aguantas la carpeta un momento? can you hold my folder for a minute?

aguantar la respiración to hold your breath

aguantar las lágrimas to hold back your tears

Spanish-English dictionary > aguantar
7 side

1. noun
1) (also Geom.) Seite, die

this side up — oben

lie on its side — auf der Seite liegen

on both sides — auf beiden Seiten

2) (of animal or person) Seite, die

sleep on one's right/left side — auf der rechten/linken Seite schlafen

side of mutton/beef/pork — Hammel-/Rinder-/ Schweinehälfte, die

side of bacon — Speckseite, die

split one's sides [laughing] — (fig.) vor Lachen platzen

walk/stand side by side — nebeneinander gehen/stehen

work/fight etc. side by side [with somebody] — Seite an Seite [mit jemandem] arbeiten/kämpfen usw.

3) (part away from the centre) Seite, die

the eastern side of the town — der Ostteil der Stadt

the sides of somebody's mouth — jemandes Mundwinkel

right[-hand]/left[-hand] side — rechte/linke Seite

on the right[-hand]/left[-hand] side of the road — auf der rechten/linken Straßenseite

from side to side — (right across) quer hinüber; (alternately each way) von einer Seite auf die andere od. zur anderen

to one side — zur Seite

on one side — an der Seite

stand on or to one side — an od. auf der Seite stehen

on the side — (fig.): (in addition to regular work or income) nebenbei; nebenher

4) (space beside person or thing) Seite, die

at or by somebody's side — an jemandes Seite (Dat.); neben jemandem

at or by the side of the car — beim od. am Auto

at or by the side of the road/ lake/grave — an der Straße/am See/ am Grab

on all sides or every side — von allen Seiten [umzingelt, kritisiert]

5) (in relation to dividing line) Seite, die

[on] either side of — beiderseits, auf beiden Seiten (+ Gen.)

[to or on] one side of — neben (+ Dat.)

this/the other side of — (with regard to space) diesseits/ jenseits (+ Gen.); (with regard to time) vor/nach (+ Dat.)

he is this side of fifty — er ist unter fünfzig; see also academic.ru/120644/right_side">right side; wrong side

6) (aspect) Seite, die

there are two sides to every question — alles hat seine zwei Seiten

look on the bright/ gloomy side [of things] — die Dinge von der angenehmen/düsteren Seite sehen

be on the high/expensive etc. side — [etwas] hoch/teuer usw. sein

7) (opposing group or position) Seite, die; Partei, die; (Sport): (team) Mannschaft, die

put somebody's side — jemandes Seite vertreten

be on the winning side — (fig.) auf der Seite der Gewinner stehen

let the side down — (fig.) versagen

change sides — zur anderen Seite überwechseln

time is on somebody's side — die Zeit arbeitet für jemanden

take somebody's side — sich auf jemandes Seite stellen

take sides [with/against somebody] — [für/gegen jemanden] Partei ergreifen

8) (of family) Seite, die

on one's/somebody's father's/mother's side — väterlicher-/ mütterlicherseits
2. intransitive verb
side with somebody — sich auf jemandes Seite (Akk.) stellen

side against somebody — sich gegen jemanden stellen
3. adjective
seitlich; Seiten-

* * *
1. noun
1) ((the ground beside) an edge, border or boundary line: He walked round the side of the field; He lives on the same side of the street as me.) die Seite

2) (a surface of something: A cube has six sides.) die Seite

3) (one of the two of such surfaces which are not the top, bottom, front, or back: There is a label on the side of the box.) die Seite

4) (either surface of a piece of paper, cloth etc: Don't waste paper - write on both sides!) die Seite

5) (the right or left part of the body: I've got a pain in my side.) die Seite

6) (a part or division of a town etc: He lives on the north side of the town.) der Teil

7) (a slope (of a hill): a mountain-side.) der Hang

8) (a point of view; an aspect: We must look at all sides of the problem.) die Seite

9) (a party, team etc which is opposing another: Whose side are you on?; Which side is winning?) die Partei
2. adjective
(additional, but less important: a side issue.) neben-...

- -side
- -sided
- sidelong
- sideways
- sideburns
- side effect
- sidelight
- sideline
- sidelines
- side road
- sidestep
- side-street
- sidetrack
- sidewalk
- from all sides
- on all sides
- side by side
- side with
- take sides
* * *

side

[saɪd]

I. n

1. (vertical surface) of a car, box Seite f; of a hill, cliff Hang m; (wall) of a house, cave, caravan [Seiten]wand f

I have a small table at the \side of my bed ich habe einen kleinen Tisch neben meinem Bett

don't store the box on its \side den Karton nicht auf der Seite liegend lagern

2. (of somebody) Seite f

to stay at sb's \side jdm zur Seite stehen

\side by \side Seite an Seite

the children sat \side by \side die Kinder saßen nebeneinander

3. (face, surface) of a coin, record, material, box, cube Seite f

this \side up! (on a parcel) oben!

the right/wrong \side of the fabric/material die rechte/linke Seite des Stoffes

turn the right \side out and stitch opening closed rechte Seite nach außen wenden und Öffnung zunähen

4. (page) Seite f

please write on one \side of the paper only bitte beschreiben Sie das Papier nur einseitig

5. (edge, border, line) of a plate, clearing, field Rand m; of a table, square, triangle Seite f; of a river [Fluss]ufer nt; of a road [Straßen]rand m

at/on the \side of the road am Straßenrand

on all \sides [or every \side] auf allen Seiten

they were surrounded on all \sides by the children sie wurden von allen Seiten von Kindern umringt

from \side to \side von rechts nach links

6. (half) of a bed, house Hälfte f; of a town, road, brain, room Seite f; of a butchered animal [Tier]hälfte f

in Britain, cars drive on the left \side of the road in Großbritannien fahren die Autos auf der linken Straßenseite

three \sides of pork/lamb drei Schweine-/Lammhälften

7. no pl (part) of a deal, agreement Anteil m; (in space)

this \side of... jenseits + gen; (in time)

to be on the right/wrong \side of 40/50 noch unter/schon über 40/50

this \side of... vor + dat

this is the best pizza I've tasted this \side of Italy das ist die beste Pizza, die ich jenseits von Italien gegessen habe

we don't expect to see him this \side of Christmas wir erwarten nicht, ihn vor Weihnachten zu sehen

she's still this \side of forty sie ist noch unter vierzig

to keep one's \side of a bargain seinen Anteil eines Geschäftes behalten

8. (direction) Seite f

move to one \side please bitte treten Sie zur Seite

don't just stand to the \side — help me! stehen Sie doch nicht nur rum — helfen Sie mir!

to put sth on [or to] one \side etw beiseitelassen

to take sb on [or to] one \side jdn auf die Seite nehmen

from all \sides von allen Seiten

on all \sides [or every \side] auf allen Seiten

9. + sing/pl vb (opposing party) of a dispute, contest Partei f, Seite f

to be on the \side of sb [or on sb's \side] auf jds Seite sein [o stehen]

whose \side are you on anyway? auf wessen Seite stehst du eigentlich?

don't worry, time is on our \side keine Angst, die Zeit arbeitet für uns

to change [or switch] \sides sich akk auf die andere Seite schlagen

to take \sides Partei ergreifen

to take sb's \side sich akk auf jds Seite schlagen

10. + sing/pl vb (team) Mannschaft f, Seite f

our \side lost again on Saturday wir haben am Samstag wieder verloren

11. (aspect) Seite f

there are at least two \sides to every question jede Frage kann von mindestens zwei Seiten beleuchtet werden

I've listened to your \side of the story ich habe jetzt deine Version der Geschichte gehört

I've looked at life from both \sides ich habe das Leben von beiden Seiten kennengelernt

to be on the right/wrong \side of the law auf der richtigen/falschen Seite des Gesetzes stehen

to look on the bright[er] \side of life zuversichtlich sein

sb's good/bad/funny \side jds gute/schlechte/komische Seite

12. + sing/pl vb (of a family)

the maternal/paternal \side of the family die mütterliche/väterliche Seite der Familie

the rich/religious/Irish \side of the family der reiche/religiöse/irische Teil der Familie

on sb's mother's [or maternal] /father's [or paternal] \side mütterlicherseits/väterlicherseits

he's a cousin on my mother's \side er ist ein Cousin mütterlicherseits

she has noble ancestors on her paternal \side sie hat väterlicherseits [o auf der väterlichen Seite] adlige Vorfahren

13. BRIT (TV station) Sender m

what \side is ‘Coronation Street’ on? auf welchem Sender [o in welchem Programm] läuft ‚Coronation Street‘?

14. esp AM (side dish) Beilage f; (extra)

on the \side extra

I'd like some sauce on the \side, please ich hätte gerne etwas Soße extra

with a \side of broccoli/rice/French fries mit Brokkoli/Reis/Pommes frites als Beilage

15. no pl esp BRIT (in billiards) Effet m fachspr

to put some \side on the ball die Kugel mit Effet spielen

16. no pl BRIT ( fam: boastfulness)

there's absolutely no \side to her sie ist überhaupt nicht eingebildet

17.

▶ the other \side of the coin die Kehrseite der Medaille fig

▶ to come down on one \side of the fence or other sich akk für das eine oder andere entscheiden

▶ to get/keep on the right \side of sb jdn für sich akk einnehmen/es sich dat mit jdm nicht verderben

▶ to get on the wrong \side of sb es sich dat mit jdm verderben

▶ this \side/the other \side of the grave im Diesseits/Jenseits

▶ to have a bit on the \side ( fam: have an affair) noch nebenher etwas laufen haben fam, fremdgehen fam; (have savings) etw auf der hohen Kante haben fam

▶ to have sb on the \side nebenher mit jdm eine Affäre haben

▶ to be on the large/small \side zu groß/klein sein

▶ to let the \side down esp BRIT (fail) alle im Stich lassen; (disappoint) alle enttäuschen

▶ to make a little money on the \side [sich dat] nebenbei etwas Geld verdienen

▶ to put money on [or to] one \side Geld auf die Seite [o fam auf die hohe Kante] legen

▶ [in order] to be on the safe \side um sicherzugehen [o fam auf Nummer Sicher zu gehen]

▶ [in order] to stay on the safe \side vorsichtshalber

II. n modifier

1. (lateral) (window, mirror) Seiten-

2. (not main) (job, room) Neben-

\side job Nebenbeschäftigung f, Nebenjob m fam

\side vegetables Gemüsebeilage f

III. vi

▪ to \side against sb sich akk gegen jdn stellen

▪ to \side with sb zu jdm halten

* * *
[saɪd]
1. n

1) (= wall, vertical surface of car, box, hole, ditch) Seite f; (of cave, artillery trench, mining shaft, boat, caravan) Wand f; (of cliff, mountain) Hang m

the sides of the hill — die Berghänge pl

2) (= flat surface, line of triangle, cube, coin, paper, material, record) Seite f

this side up! (on parcel etc) — oben!

right/wrong side (of cloth) — rechte/linke Seite

this pillowcase is right/wrong side out — dieser Kopfkissenbezug ist rechts/links (herum)

3) (= edge) Rand m

at the side of the road — am Straßenrand

the body was found on the far side of the wood — die Leiche wurde am anderen Ende des Waldes gefunden

at or on the side of his plate — auf dem Tellerrand

4) (= not back or front, area to one side) Seite f

by/at the side of sth — seitlich von etw

the destroyer rammed the side of the boat — der Zerstörer rammte das Boot seitlich

to drive on the left(-hand) side — auf der linken Straßenseite fahren

the path goes down the side of the house — der Weg führt seitlich am Haus entlang

it's this/the other side of London (out of town) — es ist auf dieser/auf der anderen Seite Londons; (in town) es ist in diesem Teil/am anderen Ende von London

the south/respectable side of Glasgow — der südliche/vornehme Teil Glasgows

the debit/credit side of an account — die Soll-/Habenseite eines Kontos

the enemy attacked them on or from all sides — der Feind griff sie von allen Seiten an

this statement was attacked on or from all sides — diese Behauptung wurde von allen angegriffen

he moved over or stood to one side — er trat zur Seite

the car moved to one side of the road and stopped — der Wagen fuhr seitlich heran und hielt

he stood to one side and did nothing (lit) — er stand daneben und tat nichts; (fig) er hielt sich raus

to put sth on one side — etw beiseitelegen or auf die Seite legen; (shopkeeper) etw zurücklegen

I'll put that issue on or to one side — ich werde diese Frage vorerst zurückstellen

to take sb to or on one side —

just this side of the boundary (lit) (fig) — (noch) diesseits der Grenze gerade an der Grenze

on the other side of the boundary — jenseits der Grenze

this side of Christmas — vor Weihnachten

just this side of legal (inf) — am Rande der Legalität

just this side of the line between sanity and madness —

with one's head on one side — mit zur Seite geneigtem Kopf

from side to side — hin und her

to shake one's head from side to side — den Kopf schütteln

5)

to be on the safe side — sichergehen

we'll take an extra £50 just to be on the safe side — wir werden vorsichtshalber or für alle Fälle £ 50 mehr mitnehmen

to get on the right side of sb — jdn für sich einnehmen

to stay on the right side of sb — es (sich dat )

to get on the wrong side of sb ( ) — essich dat mit jdm verderben

to be on the right/wrong side of 40 — noch nicht 40/über 40 sein

on the right side of the law — auf dem Boden des Gesetzes

only just on the right side of the law — an der Grenze der Legalität

to make a bit (of money) on the side (inf) — sich (dat) etwas nebenher or nebenbei verdienen

to have a bit on the side (inf) (for longer) — einen Seitensprung machen noch nebenher etwas laufen haben (inf)

I'm not going to be your bit on the side (inf) — ich will nicht deine Nebenfrau/dein Nebenmann sein (inf)

6) (of person ANAT) Seite f

side of bacon — Speckseite f

by sb's side — neben jdm

side by side — nebeneinander, Seite an Seite

to stand/sit side by side with sb —

to fight side by side with sb — Seite an Seite mit jdm kämpfen

I'll be by your side (fig) — ich werde Ihnen zur Seite stehen

to hold one's sides (with laughter) — sich (dat) den Bauch halten (vor Lachen)

See:

→ split

7) (= branch of family) Seite f; (of business, school) Zweig m

the Catholic/intellectual side of the family — der katholische Teil/die Intelligenz der Familie

on one's father's/mother's side —

there's French blood on the paternal/maternal side — von väterlicher/mütterlicher Seite ist französisches Blut da

8) (= aspect) Seite f

there are always two sides to every story — alles hat seine zwei Seiten

let's hear your side of the story — erzählen Sie mal Ihre Version (der Geschichte)

the management's side of the story was quite different —

to hear both sides of the question — bei einer Frage beide Seiten (an-)hören

the bright/seamy side of life — die Sonnen-/Schattenseite des Lebens

you don't know his cruel side — Sie kennen ihn nicht von seiner grausamen Seite

9)

(a bit) on the large/high/formal etc side — etwas groß/hoch/förmlich etc; (for somebody) etwas zu groß/hoch/förmlich etc

he errs on the side of generosity — er ist eher etwas zu großzügig

10) (= team etc SPORT in quiz) Mannschaft f; (fig) Seite f

there are two sides in the dispute —

the management side refused to give in — die Managementseite weigerte sich nachzugeben

with a few concessions on the government side — mit einigen Zugeständnissen vonseiten or von Seiten der Regierung

to change sides — sich auf die andere Seite schlagen; (Sport) die Seiten wechseln

to take sides — parteiisch sein

to take sides with sb —

he's on our side — er steht auf unserer Seite

whose side are you on? (supporting team) — für wen sind Sie?; (playing for team) bei wem spielen Sie mit?; (in argument) zu wem halten Sie eigentlich?

See:

→ angel

11) (dated inf

= superiority) there's no side to him — er sitzt nicht auf dem hohen Ross

to put on side — sich aufplustern

2. adj attr
(= on one side) Seiten-; (= not main) Neben-
side door — Seiten-/Nebentür f

side road — Seiten-/Nebenstraße f

3. vi

to side with/against sb — Partei für/gegen jdn ergreifen

* * *

side [saıd]

A s

1. allg Seite f:

side by side Seite an Seite;

they lined up side by side sie stellten sich nebeneinander auf;

at ( oder by) the side of an der Seite von (od gen), neben (dat), fig a. verglichen mit;

on the left side of the road auf der linken Straßenseite;

on all sides überall;

on the side umg nebenbei (verdienen etc);

do some work on the side umg (ein bisschen) nebenbei arbeiten;

on the side of

a) auf der Seite von,

b) seitens (gen);

on this (the other) side (of) diesseits (jenseits) (gen);

on this side of the grave poet hienieden, im Diesseits;

“this side up” „Vorsicht, nicht stürzen!“;

the right side of his face seine rechte Gesichtsseite oder -hälfte;

not leave sb’s side jemandem nicht von der Seite weichen;

stand by sb’s side fig jemandem zur Seite stehen;

be on the small side ziemlich klein sein;

keep on the right side of sich gut stellen mit;

cast to one side fig über Bord werfen;

put to one side eine Frage etc zurückstellen, ausklammern;

he gave his side of the story er erzählte seine Version der Geschichte; → bit² Bes Redew, bright A 5, dark A 4, err 1, right A 6, safe A 3, sunny 2, wrong A 2

2. MATH Seite f (auch einer Gleichung), auch Seitenlinie f, -fläche f

3. a) (Seiten)Rand m:

on the side of the plate am Tellerrand

b) (Brillen) Bügel m

4. (Körper)Seite f:

burst ( oder shake, split) one’s sides with laughter sich vor Lachen schütteln

5. (Speck-, Hammel- etc) Seite f:

side of bacon

6. Seite f, Teil m/n:

the east side of the city der Ostteil der Stadt

7. Seite f:

a) (Ab)Hang m, Flanke f, auch Wand f (eines Berges)

b) Ufer(seite) n(f)

8. Seite f, (Charakter)Zug m

9. Seite f:

a) Partei f ( auch JUR, SPORT)

b) SPORT (Spielfeld)Hälfte f:

be on sb’s side auf jemandes Seite stehen;

change sides ins andere Lager überwechseln; SPORT die Seiten wechseln;

take sides → C;

win sb over to one’s side jemanden auf seine Seite ziehen

10. SPORT besonders Br Mannschaft f

11. Seite f, Abstammungslinie f:

on one’s father’s ( oder paternal) (on one’s mother’s oder maternal) side väterlicherseits (mütterlicherseits)

12. besonders Br sl Angabe f, Allüren pl:

put on side angeben, großtun

13. Billard: Br Effet n

14. GASTR umg Beilage f

B adj

1. seitlich (liegend oder stehend etc), Seiten…:

side elevation Seitenriss m;

side pocket Seitentasche f

2. von der Seite (kommend), Seiten…:

side blow Seitenhieb m

3. Seiten…, Neben…:

side door ( entrance, etc);

side window Seitenfenster n

C v/i (with) Partei ergreifen (gen oder für), es halten (mit)

* * *
1. noun
1) (also Geom.) Seite, die

this side up — oben

lie on its side — auf der Seite liegen

on both sides — auf beiden Seiten

2) (of animal or person) Seite, die

sleep on one's right/left side — auf der rechten/linken Seite schlafen

side of mutton/beef/pork — Hammel-/Rinder-/ Schweinehälfte, die

side of bacon — Speckseite, die

split one's sides [laughing] — (fig.) vor Lachen platzen

walk/stand side by side — nebeneinander gehen/stehen

work/fight etc. side by side [with somebody] — Seite an Seite [mit jemandem] arbeiten/kämpfen usw.

3) (part away from the centre) Seite, die

the eastern side of the town — der Ostteil der Stadt

the sides of somebody's mouth — jemandes Mundwinkel

right[-hand]/left[-hand] side — rechte/linke Seite

on the right[-hand]/left[-hand] side of the road — auf der rechten/linken Straßenseite

from side to side — (right across) quer hinüber; (alternately each way) von einer Seite auf die andere od. zur anderen

to one side — zur Seite

on one side — an der Seite

stand on or to one side — an od. auf der Seite stehen

on the side — (fig.): (in addition to regular work or income) nebenbei; nebenher

4) (space beside person or thing) Seite, die

at or by somebody's side — an jemandes Seite (Dat.); neben jemandem

at or by the side of the car — beim od. am Auto

at or by the side of the road/ lake/grave — an der Straße/am See/ am Grab

on all sides or every side — von allen Seiten [umzingelt, kritisiert]

5) (in relation to dividing line) Seite, die

[on] either side of — beiderseits, auf beiden Seiten (+ Gen.)

[to or on] one side of — neben (+ Dat.)

this/the other side of — (with regard to space) diesseits/ jenseits (+ Gen.); (with regard to time) vor/nach (+ Dat.)

he is this side of fifty — er ist unter fünfzig; see also right side; wrong side

6) (aspect) Seite, die

there are two sides to every question — alles hat seine zwei Seiten

look on the bright/ gloomy side [of things] — die Dinge von der angenehmen/düsteren Seite sehen

be on the high/expensive etc. side — [etwas] hoch/teuer usw. sein

7) (opposing group or position) Seite, die; Partei, die; (Sport): (team) Mannschaft, die

put somebody's side — jemandes Seite vertreten

be on the winning side — (fig.) auf der Seite der Gewinner stehen

let the side down — (fig.) versagen

change sides — zur anderen Seite überwechseln

time is on somebody's side — die Zeit arbeitet für jemanden

take somebody's side — sich auf jemandes Seite stellen

take sides [with/against somebody] — [für/gegen jemanden] Partei ergreifen

8) (of family) Seite, die

on one's/somebody's father's/mother's side — väterlicher-/ mütterlicherseits
2. intransitive verb
side with somebody — sich auf jemandes Seite (Akk.) stellen

side against somebody — sich gegen jemanden stellen
3. adjective
seitlich; Seiten-

* * *

n.

Flanke -n f.

Rand ¨-er m.

Seite -n f.

English-german dictionary > side
8 zu

Präp. (+ Dat)

1. räumlich, Richtung: to, toward(s); bis zu up to; zu jemandem gehen go and ( oder to) see s.o.; zu Tal fahren, gleiten etc.: downhill; Boden 2, Kopf 2 etc.

2. räumlich, Lage: at, in; zu Berlin in ( amtlich: at) Berlin; der Dom zu Köln Cologne Cathedral; zu ebener Erde at ground level; zu jemandes Füßen at s.o.’s feet; zu Hause at home; zu beiden Seiten des Rheins on both sides of the Rhine; zu Wasser und zu Lande on land and at sea; Gasthof zu den drei Eichen the Three Oaktrees (Inn)

3. zeitlich, Zeitpunkt: at; Zeitraum: over; Anlass: for; noch zehn Minuten ( bis) zu... another ten minutes before...; zu Beginn at the beginning; zu Weihnachten at Christmas; schenken etc.: for Christmas; Lebzeiten

4. (für) Zweck, Ziel: for; zu etw. gut sein be good for s.th.; Stoff zu einem Kleid material for a dress

5. Ergebnis ausdrückend: (in)to; es kam zu einem Skandal it blew up into a scandal, a scandal resulted; zu Asche verbrennen burn to ashes; zu etw. werden turn into s.th.; Person: auch become s.th.; zu meiner Freude / Überraschung to my delight / surprise

6. Beziehung ausdrückend: for; thematisch: about, on; sich äußern zu say s.th. about; gehören zu belong to; gemein / nett zu nasty / nice to; passen zu suit; der Schlüssel zur Gartentür the key to the garden door; Liebe / Zuneigung zu jemandem love / affection for s.o.; aus Freundschaft zu ihr out of friendship for her

7. Zusammensein: (mit) with; (hinzu) to; sich zu jemandem setzen sit with s.o., join s.o., sit (down) next to s.o.; Brot zum Ei essen have bread with one’s egg; Zucker zum Kaffee nehmen take sugar in one’s coffee; zu alledem kommt noch hinzu, dass... and on top of all that...

8. Art und Weise: zu Fuß on foot; zu Pferd kommen come on horseback; zu Deutsch in German

9. Menge, Zahl, Häufigkeit, Verhältnis etc.: in; nur zu einem kleinen Teil only to a small extent; ein Potenzial, das nur zu einem kleinen Teil genutzt wird a potential only a small part of which is actually used; zu zweit nebeneinander gehen walk along two by two; sie kamen zu sechst six of them came; zu hunderten oder Hunderten in hundreds; es ist zu 20% / einem Viertel falsch 20% / a quarter of it is incorrect; ein Fass zu 50 Litern a 50-lit|re (Am. -er) barrel; zehn Karten zu zwei Euro (а, je) ten tickets at two euros (a ticket); insgesamt: ten tickets for two euros

10. Zahlenverhältnis: 3 zu 1 three to one; SPORT bei Ergebnisangaben: three-one

11. Adelsprädikat: Graf zu Pappenheim Count of Pappenheim; Hilfe 1 etc., zum, zur

—

zu2

Adv.

1. (übermäßig) too; zu sehr too much; zu sehr betonen overemphasize; das Loch ist zu groß, als dass man es noch flicken könnte the hole is too big to be mended; ( viel) zu viel / viele (far oder much) too much / many; einer etc. zu viel one etc. too many; einmal zu viel once too often; ein gutes Gehalt wäre zu viel gesagt a good salary would be a bit of an overstatement; ich krieg zu viel! umg. well blow me down!; was zu viel ist, ist zu viel! enough is enough!; zu wenig not enough, too little (Pl. few); viel zu wenig not nearly enough, far too little (Pl. few); einer etc. zu wenig one etc. short, one etc. too few; du isst zu wenig you don’t eat enough, you need to eat more

2. umg. (sehr) too, so, terribly; zu niedlich! how terribly sweet!; das ist ja zu nett! (sehr nett) that’s really very nice!; iro. (sehr gemein) how terribly nice (of you)!; (sehr ärgerlich) a fine thing, I must say!

3. umg.: immer oder nur zu! go on!; na, dann ( mal) zu! OK, go ahead; beim Aufbruch: OK, let’s go, off we (bzw. you) go then

4. Richtung: nach Norden zu toward(s) the north; zeitlich: auf oder gegen... zu toward(s)

—

zu3

I Adj. umg.

1. zu sein Fenster, Mund etc.: be closed, be shut; eine zu(n) e Tür etc. a closed door etc.

2. zu sein (verstopft) Nase: be blocked; Ader, Straße, Zufahrt: be blocked

3. zu sein (ausgebucht) Flug: be full

4. zu sein (betrunken) be plastered, be pissed Sl.; (im Drogenrausch) be out of it

II Adv. (Ggs. offen) closed, shut; Augen zu! close your eyes; Tür zu! shut the door!

—

zu4

Konj.

1. (+ Inf.): ich habe zu arbeiten I’ve got work to do; es ist nicht zu übersehen it can’t be overlooked; gut zu gebrauchen sein be perfectly usable; ich erinnere mich, ihn gesehen zu haben I remember seeing him; auch im Wort: auszuhalten sein be bearable

2. (+ Part. Präs.): ein sorgfältig zu erwägender Plan a plan requiring careful consideration; auch im Wort: die auszuwechselnden Fahrzeugteile the parts to be exchanged

* * *

at (Präp.); on (Präp.); upon (Präp.); too (Adv.); to (Präp.); unto (Präp.); for (Präp.); into (Präp.);

(geschlossen) closed (Adj.)

* * *
[tsuː]
1. PRÄPOSITION (+dat)

1) örtlich: Richtung, Ziel to

zum Bahnhof — to the station

zur Stadt gehen — to go to town

zur Stadtmitte gehen — to go to the town centre (Brit) or center (US)

zum Bäcker/Arzt gehen — to go to the baker's/doctor's

zum Theater gehen (beruflich) — to go on the stage

zum Militär gehen, zu den Soldaten gehen — to join the army, to join up

bis zu — as far as

(bis) zum Bahnhof sind es 5 km — it's 5 kms to the station

zum Meer hin — toward(s) the sea

zum Himmel weisen — to point heavenwards

zur Decke sehen — to look up at the ceiling

zu jdm/etw hinaufsehen — to look up at sb/sth

zu jdm herübersehen/hinübersehen — to look across at sb

sie wandte sich zu ihm hin — she turned to him

sie sah zu ihm hin — she looked toward(s) him

die Tür zum Keller — the door to the cellar

sich zu Tisch setzen (geh) — to sit down at the table

sich zu jdm setzen — to sit down next to or beside sb

setz dich doch zu uns — come and sit with us

etw zu sich stecken — to take sth

zum Fenster herein/hinaus — in (at)/out of the window

zur Tür hinaus/herein — out of/in the door

das Zimmer liegt zur Straße hin — the room looks out onto the street

2) örtlich: Lage bei Stadt in

zu Frankfurt (old) — in Frankfurt

der Dom zu Köln — the cathedral in Cologne, Cologne cathedral

der Reichstag zu Worms (Hist) — the Diet of Worms

zu Hause — at home

zu seiner Linken saß... (geh) — on his left sat...

zu beiden Seiten (des Hauses) — on both sides (of the house)

zu Lande und zu Wasser — on land and sea

jdm zur Seite stehen — to stand beside sb

jdm zur Seite sitzen (geh) — to sit at sb's side

3) zeitlich at

zu früher/später Stunde — at an early/late hour

zu Ostern — at Easter

letztes Jahr zu Weihnachten — last Christmas

(bis) zum 15. April/Donnerstag/Abend — until 15th April/Thursday/(this) evening

zum Wochenende hat sich Besuch angesagt — we're having visitors at the weekend

die Zahlung ist zum 15. April fällig — the payment is due on 15th April

zum 31. Mai kündigen — to give in (Brit) or turn in (US) one's notice for 31st May

4)

Zusammengehörigkeit, Begleitung, Zusatz Wein zum Essen trinken — to drink wine with one's meal

der Deckel zu diesem Topf — the lid for this pan

nehmen Sie Milch zum Kaffee? — do you take milk in your coffee?

zur Gitarre singen — to sing to (Brit) or with (US) a/the guitar

Lieder zur Laute — songs accompanied by the lute

die Melodie zu dem Lied — the tune of the song

Vorwort/Anmerkungen zu etw — preface/notes to sth

zu dem kommt noch, dass ich... — on top of that I...

etw zu etw tragen (Kleidung) — to wear sth with sth

etw zu etw legen — to put sth with sth

5) Zweck, Bestimmung for

Wasser zum Waschen — water for washing

Papier zum Schreiben — paper to write on, writing paper

ein Bett zum Schlafen — a bed to sleep in

der Knopf zum Abstellen — the off button

Stoff zu einem Kleid — material for a dress

die Luke zum Einsteigen — the entrance hatch

das Zeichen zum Aufbruch — the signal to leave

etw zur Antwort geben — to say sth in reply

zur Einführung... — by way of (an) introduction...

zu seiner Entschuldigung muss man sagen... — in his defence (Brit) or defense (US) one must say...

zu seiner Entschuldigung sagte er... — by way of apology he said...

zur Erklärung — by way of explanation

er sagte das nur zu ihrer Beruhigung — he said that just to set her mind at rest

zu nichts taugen, zu nichts zu gebrauchen sein — to be no use to anyone (inf)

6)

Anlass etw zum Geburtstag/zu Weihnachten bekommen — to get sth for one's birthday/for Christmas

ein Geschenk zum Hochzeitstag — a wedding anniversary present

zu Ihrem 60. Geburtstag — on your 60th birthday

jdm zu etw gratulieren — to congratulate sb on sth

jdn zum Essen einladen — to invite sb for a meal

zu Ihrem schweren Verlust — on your sad loss

Ausstellung zum Jahrestag der Revolution — exhibition to mark the anniversary of the revolution

zu dieser Frage möchte ich Folgendes sagen — my reply to this question is as follows, on this I would like to say the following

was sagen Sie zu diesen Preisen? — what do you think of these prices?

zum Thema Gleichberechtigung — on the subject of equal rights

eine Rede zu Schillers Todestag — a speech on the anniversary of Schiller's death

"Zum Realismusbegriff" — "On the Concept of Realism"

jdn zu etw vernehmen — to question sb about sth

7)

Folge, Umstand zu seinem Besten — for his own good

zum Glück — luckily

zu meiner Schande/Freude etc — to my shame/joy etc

es ist zum Lachen — it's really funny

es ist zum Weinen — it's enough to make you cry, it makes you want to cry

8)

Mittel, Art und Weise zu Fuß/Pferd — on foot/horseback

zu Schiff — by ship

zu Deutsch — in German

etw zu einem hohen Preis verkaufen — to sell sth at a high price

etw zu einem hohen Preis versteigern — to bid up the price of sth

9) Veränderung into

zu etw werden — to turn into sth; (Mensch auch) to become sth

Leder zu Handtaschen verarbeiten — to make handbags out of leather

jdn/etw zu etw machen — to make sb/sth (into) sth

jdn zum Mann machen — to make a man of sb

zu Asche verbrennen — to burn to ashes

wieder zu Staub werden — to return to dust

etw zu Pulver zermahlen — to grind sth into powder

sie ist zu einer wahren Schönheit herangewachsen — she has grown up into a real beauty

jdn zum Major befördern — to promote sb to (the rank of) major

10) = als as

jdn zum König wählen — to choose sb as king

jdn zu etw ernennen — to nominate sb sth

er machte mich zu seinem Stellvertreter — he made me his deputy

jdn zum Freund haben — to have sb as a friend

er machte sie zu seiner Frau, er nahm sie zur Frau — he made her his wife

zum Künstler geboren sein — to be born to be an artist

11)

Verhältnis, Beziehung Liebe zu jdm — love for sb

aus Freundschaft zu jdm — because of one's friendship with sb

Vertrauen zu jdm/etw — trust in sb/sth

meine Beziehung zu ihm — my relationship with him

12)

in Vergleichen im Vergleich zu — in comparison with, compared with

im Verhältnis drei zu zwei (Math) — in the ratio (of) three to two

Wasser und Saft im Verhältnis drei zu eins mischen — take three parts water to one of juice

drei zu zwei (Sport) — three-two

3:2 — the score is 3-2 or (gesprochen) three-two

wir haben 4 zu 3 gewonnen — we won 4-3

See:

→ Verhältnis

13)

bei Zahlenangaben zu zwei Prozent — at two per cent (Brit) or percent (US)

wir verkaufen die Gläser jetzt das Stück zu 99 Cent — we're selling the glasses now at or for 99 cents each

fünf (Stück) zu 80 Cent — five for 80 cents

zu zwei Dritteln (gefüllt) — two-thirds (full)

zum halben Preis — at half price

die Arbeit ist schon zur Hälfte getan — the work is already half done

zum ersten Mal(e) — for the first time

zum Ersten..., zum Zweiten... (Aufzählung) — first..., second...

zum Ersten, zum Zweiten, zum Dritten (bei Auktion) — for the first time, for the second time, for the third time

See:

→ vier, bis

14)

mit Fragepronomen zu wem wollen Sie? — who do you want?

zu wem gehen Sie? — who are you going to see?

zu wem sprechen Sie morgen bei der Konferenz? — who will you be speaking to or who will you be addressing at the conference tomorrow?

zu was (inf) (Zweck) — for what

15)

bei Namen der Graf zu Ehrenstein — the Count of Ehrenstein

Gasthof zum goldenen Löwen — the Golden Lion (Inn)

16)

getrenntes "dazu" inf da komme ich nicht zu — I can't get (a)round to it

See:

→ dazu

17)

andere Wendungen zum Beispiel — for example

zu Hilfe! — help!

jdm zu Hilfe kommen — to come to sb's aid

zu jds Gedächtnis — in memory of sb

zum Gedächtnis von jdm — in sb's memory

zum Lobe von jdm/etw — in praise of sb/sth

zur Strafe — as a punishment

zur Belohnung — as a reward

zur Warnung — as a warning

zur Beurteilung/Einsicht — for inspection

zur Probe/Ansicht — on trial/approval

zur Unterschrift — for signature

2. ADVERB

1) = allzu too

zu sehr — too much

sie liebte ihn zu sehr, als dass sie ihn verraten hätte — she loved him too much to betray him

zu verliebt — too much in love

das war einfach zu dumm! (inf) — it was so stupid!

ich wäre zu gern mitgekommen — I'd have loved to come

2) = geschlossen shut, closed

auf/zu (an Hähnen etc) — on/off

Tür zu! (inf) — shut the door

die Geschäfte haben jetzt zu — the shops are shut or closed now

3)

= los, weiter inf dann mal zu! — right, off we go!

du wolltest mir was vorsingen, dann mal zu — you wanted to sing me something? OK, go ahead

immer or nur zu! — just keep on!

ihr seid auf dem richtigen Wege, nur zu! — you're on the right track, just keep going

schreie nur zu, es hilft doch nichts! — scream then, but it won't do any good!

mach zu! — get a move on!

lauft schon zu, ich komme nach — you go on, I'll catch you up

4) örtlich toward(s)

nach hinten zu — toward(s) the back

auf den Wald zu — toward(s) the forest

dem Ausgang zu — toward(s) the exit

See:

→ ab

3. ADJEKTIV
(= geschlossen inf) Tür, Geschäft, Kiste etc shut; Kleid, Verschluss done up
die zue or zune Tür (strictly incorrect) — the shut door

See:

→ zu sein

4. BINDEWORT

1) mit Infinitiv to

etw zu essen — sth to eat

der Fußboden ist noch zu fegen — the floor still has to be swept

er hat zu gehorchen — he has to do as he's told

jdm befehlen or den Auftrag erteilen, etw zu tun — to order sb to do sth

das Material ist noch/nicht mehr zu gebrauchen — the material is still/is no longer usable

diese Rechnung ist bis Montag zu bezahlen — this bill has to be paid by Monday

zu stehen kommen — to come to a stop

zu liegen kommen — to come to rest

ich habe noch zu arbeiten — I have still got (esp Brit) or I still have some work to do

ohne es zu wissen — without knowing it

um besser sehen zu können — in order to see better

ich komme, um mich zu verabschieden — I've come to say goodbye

2)

mit Partizip noch zu bezahlende Rechnungen — outstanding bills

nicht zu unterschätzende Probleme — problems (that are) not to be underestimated

das sind alles nur winzige, leicht zu übersehende Punkte — these are just small points that can easily be overlooked

der zu prüfende Kandidat, der zu Prüfende — the candidate to be examined

* * *

1) (position: They are not at home; She lives at 33 Forest Road) at

2) (direction: He looked at her; She shouted at the boys.) at

3) (to the state or condition of: A tadpole turns into a frog; I've sorted the books into piles.) into

4) (towards: They marched on the town.) on

5) ((moving, facing etc) in the direction of: He walked toward the door; She turned towards him.) towards

6) ((moving, facing etc) in the direction of: He walked toward the door; She turned towards him.) toward

7) (towards; in the direction of: I cycled to the station; The book fell to the floor; I went to the concert/lecture/play.) to

8) (sometimes used to introduce the indirect object of a verb: He sent it to us; You're the only person I can talk to.) to

9) (used in expressing various relations: Listen to me!; Did you reply to his letter?; Where's the key to this door?; He sang to (the accompaniment of) his guitar.) to

10) to

11) (showing the purpose or result of an action etc: He came quickly to my assistance; To my horror, he took a gun out of his pocket.) to

12) (used instead of a complete infinitive: He asked her to stay but she didn't want to.) to

13) (into a closed or almost closed position: He pulled/pushed the door to.) to

14) (an old word for `to'.) unto

* * *

zu

[tsu:]

I. PRÄPOSITION MIT DATIV

1. (wohin: Ziel) to

\zum Schwimmbad geht es da lang! the swimming pool is that way!

fahr mich bitte \zur Arbeit/Kirche/Schule please drive me to work/church/school

wie weit ist es von hier \zum Bahnhof? how far is it from here to the train station?

wie komme ich [von hier] \zur Post? how do I get [from here] to the post office?

ich muss gleich \zum Arzt/ \zum Bäcker/ \zum Supermarkt I must go to the doctor's/baker's/supermarket

morgen gehe ich \zu Rainer I'm going to see Rainer tomorrow

\zu Bett gehen (geh) to go to bed

\zum Militär gehen to join the army

\zum Theater gehen to go on the stage [or into the theatre]

sich akk \zu Tisch setzen (geh) to sit down to dinner

2. (wohin: Richtung)

das Zimmer liegt \zur Straße hin the room looks out onto the street

der Kerl vom Nachbartisch sieht dauernd \zu uns rüber the bloke at the next table keeps looking across at us

\zur Decke sehen to look [up] at the ceiling

\zum Fenster hinaus/herein out of/in through the window

\zur Tür hinaus/herein out of/in through the door

\zum Himmel weisen to point heavenwards [or up at the heavens]

\zu jdm/etw hinaufsehen to look up at sb/sth

\zum Meer/zur Stadtmitte hin towards the sea/town centre

3. (wohin: neben)

▪ \zu jdm/etw next to sb/sth

darf ich mich \zu Ihnen setzen? may I sit next to [or beside] you?

setz dich \zu uns [come and] sit with us

legen Sie \zu den Tellern bitte jeweils eine Serviette put one serviette next to each plate

4. (wo: Lage) at; (geh)

sie ist schon \zu Bett she's already gone to bed

\zu Hause at home

\zu jds Rechten/Linken on sb's right/left [hand side]

jdm \zur Seite sitzen (geh) to sit at sb's side

5. (wo: vor Eigennamen, Ortnamen)

der Dom \zu Köln the cathedral in Cologne, Cologne cathedral

der Graf \zu Blaubeuren the Count of Blaubeuren

der Gasthof \zum blauen Engel the Blue Angel Inn

der Reichstag \zu Worms (hist) the Diet of Worms

6. wann: Zeitpunkt at

\zum 1. Januar fällig due on January 1st

es muss [bis] zum Abend/14. März fertig sein it must be finished by this evening/March 14th

\zum Wochenende fahren wir weg we are going away at [or AM on] the weekend

\zu früher/später Stunde at an early/late hour

\zu Mittag at [or by] midday/noon

\zum Monatsende kündigen to give in one's notice for [or to take effect from] the end of the month

\zu Ostern/Pfingsten/Weihnachten at Easter/Whitsun/Christmas

letztes Jahr \zu Weihnachten last Christmas; s.a. Anfang, bis, Schluss, Zeit

7. (wann, wozu: Anlass)

eine Feier \zum Jahrestag der Revolution a celebration to mark the anniversary of the revolution

\zum Frühstück trinkt sie immer Tee she always has tea at breakfast

etw \zum Geburtstag/ \zu Weihnachten bekommen to get sth for one's birthday/for Christmas

jdm \zu etw gratulieren to congratulate sb on sth

\zu Ihrem 80. Geburtstag möchte ich Ihnen herzlichst gratulieren I'd like to congratulate you on the occasion of your 80th birthday

8. (worüber: Thema)

\zu dieser Frage möchte ich Folgendes sagen to this question I should like to say the following

was sagst du \zu diesen Preisen? what do you say to these prices?

eine Rede \zum Thema Umwelt a speech on the subject of the environment

jdn \zu etw vernehmen to question sb about sth

9. (wozu: Zweck, Ziel)

der Knopf \zum Abstellen the off-button

Papier \zum Schreiben paper to write on, writing paper

Wasser \zum Trinken drinking water

wir haben nichts \zum Essen we have nothing to eat

gib dem Kind doch etwas \zum Spielen give the child something to play with

auf die Reise habe ich mir etwas \zum Lesen mitgenommen I've brought something to read on the trip

bei dem Regenwetter habe ich keine Lust \zum Wandern I don't fancy walking if it is raining

das Zeichen \zum Aufbruch the signal to leave

\zum Arzt geboren sein to be born to be a doctor

sie sagte das nur \zu seiner Beruhigung she said that just to set his mind at rest

\zur Ansicht on approval

\zur Einsicht for inspection

\zur Einführung... by way of an introduction...

\zu seiner Entschuldigung/ \zur Erklärung in apology/explanation, by way of an apology/explanation

jdn \zum Essen einladen to invite sb for a meal

\zum Gedächtnis von jdm in memory of sb, in sb's memory

\zu Hilfe! help!

jdm \zu Hilfe kommen to come to sb's aid

\zum Lobe von jdm/etw in praise of sb/sth

\zu nichts taugen [o zu gebrauchen sein] to be no use at all

\zur Probe as a trial [or test]

\zur Unterschrift for signature [or signing]

\zu was (fam) for what, why

\zu was soll das gut sein? what do you need that for?, what is that for?

10. (als was)

er nahm sie \zur Frau he took her as his wife

etw \zur Antwort geben to say sth in reply

\zum Beispiel for example

\zur Belohnung as a reward

\zur Strafe as a punishment

▪ jdn/etw \zum Vorbild nehmen to take sb/sth as one's example, to model oneself on sb/sth

\zur Warnung as a warning

11. (womit zusammen: Begleitung)

mögen Sie Milch/Zucker \zum Kaffee? do you take your coffee white [or with milk]/with sugar?

\zu Lachs passt kein Rotwein red wine does not go with salmon

etw \zu etw tragen to wear sth with sth

12. (zu was: Zugehörigkeit)

\zu den Lehrbüchern gehören auch Kassetten there are cassettes to go with the text books

wo ist der Korken \zu der Flasche? where is the cork for this bottle?

mir fehlt nur der Schlüssel \zu dieser Tür I've only got to find the key to this door

13. (wie: Umstand, Art und Weise)

sie erledigt alles \zu meiner Zufriedenheit she does everything to my complete satisfaction

die Firma verkauft alles \zu niedrigsten Preisen the company sells everything at rock-bottom prices

du hast dich \zu deinem Vorteil verändert you've changed for the better

das ist ja \zum Lachen that's ridiculous [or really funny]

das ist \zum Weinen it's enough to make you want to cry [or weep]

\zu jds Bestem/Vorteil sein to be for one's own good/to one's advantage

\zu Deutsch (veraltend) in German

\zum Glück luckily

14. (wie: Fortbewegungsart)

\zu Fuß/Pferd on foot/horseback

\zu Fuß gehen Sie etwa 20 Minuten it will take you about 20 minutes on foot

\zu Schiff (veraltet) by ship [or sea

15. (zu was: Ergebnis eines Vorgangs)

\zu Asche verbrennen to burn to ashes

Eiweiß \zu Schnee schlagen to beat the egg white until stiff

Kartoffeln \zu einem Brei zerstampfen to mash potatoes

\zum Erliegen/Stehen kommen to come to rest/a halt

etw \zu Pulver zermahlen to grind sth [in]to powder

\zu etw werden to turn into [or become] sth

manch einer wird aus Armut \zum Dieb often it is poverty that turns sb into a thief

wieder \zu Staub werden to [re]turn to dust

16. (in welche Position)

er ist \zum Kapitän befördert worden he was promoted to captain

sie wurde \zur Vorsitzenden gewählt she was elected chairman

jdn \zu etw ernennen to nominate sb for sth

jdn/etw \zu etw machen to make sb/sth into sth

er machte sie \zu seiner Frau he made her his wife

17. (zu wem: Beziehung)

meine Beziehung \zu ihr my relationship with her

Liebe \zu jdm love for sb

aus Freundschaft \zu jdm because of one's friendship with sb

Vertrauen \zu jdm/etw trust in sb/sth

18. (wie: im Verhältnis zu) in relation [or proportion] to

im Verhältnis 1 \zu 4 MATH in the ratio of one to four

unsere Chancen stehen 50 \zu 50 our chances are fifty-fifty

im Vergleich \zu... in comparison with..., compared to...

19. SPORT

Bayern München gewann mit 5 \zu 1 Bayern Munich won five-one

das Fußballspiel ging unentschieden 0 \zu 0 aus the football match ended in a nil-nil draw

20. bei Mengenangaben

\zu drei Prozent at three percent

diese Äpfel habe ich \zu ein Euro das Stück gekauft I bought these apples for [or at] one euro each

sechs [Stück] \zu fünfzig Cent six for fifty cents

\zum halben Preis at half price

wir sind \zu fünft in den Urlaub gefahren five of us went on holiday together

sie kommen immer \zu zweit those two always come as a pair

der Pulli ist nur \zur Hälfte fertig the jumper is only half finished

hast du das Buch nur \zu einem Viertel gelesen? have you only read a quarter of the book?

\zum ersten Mal for the first time

\zum Ersten..., \zum Zweiten firstly..., secondly

\zum Ersten, \zum Zweiten, \zum Dritten (bei Auktionen) going once, going twice, sold

21. SCHWEIZ (in Wendungen)

\zur Hauptsache mainly

\zum Rechten schauen to look to the right

\zum Voraus in front of

\zum Vorn[e]herein from in front

II. ADVERB

1. (allzu) too

ich wäre \zu gern mitgefahren I would have loved to have gone along

\zu sehr too much

er hat sich nicht \zu sehr bemüht he didn't try too [or very] hard

2. (emph: zur Steigerung)

das ist ja \zu schön! that's marvellous!; (iron) that's just great! iron

das ist einfach \zu dumm! that's really too stupid!

3. nachgestellt (örtlich) towards

dem Ausgang \zu towards the exit

nach hinten/vorne \zu towards the back/front

4. (fam: weiter, los)

dann mal \zu! go ahead!, off we go

immer [o nur] \zu! go ahead!

schimpf nur \zu, es hilft doch nichts go on, scream, it won't do any good

mach \zu! hurry up!, get a move on!

lauf schon \zu, ich komme nach you go on [or go on ahead], I'll catch up

III. ADJEKTIV

1. meist präd (geschlossen) shut, closed

Tür \zu, es zieht! shut the door, there's a draught!

dreh den Wasserhahn \zu! turn the tap off!

[mach die] Augen \zu, ich hab da was für dich close your eyes, I've got sth for you

\zu haben [o sein] to be shut [or closed]

die Geschäfte haben [o sind] sonntags \zu stores are closed on Sundays

vor der \zunen Tür stehen (sl) to stand in front of the closed door

2. präd (fam: betrunken)

▪ \zu sein to be pissed fam!, to have had a skinful fam

3. präd (fam: emotional unzugänglich)

▪ \zu sein:

sie ist total \zu you can't get through to her

IV. KONJUNKTION

1. mit Infinitiv to

was gibt es heute Mittag \zu essen? what are we having for lunch today?

ohne es \zu wissen without knowing it

▪ jd hat etw \zu tun:

ich habe \zu arbeiten I have some work to do

sie hat \zu gehorchen she has to obey [or do as she is told]

ich habe heute einiges \zu erledigen I have got a few things to do today

▪ etw ist \zu tun:

die Rechnung ist bis Freitag \zu bezahlen the bill has to be paid by Friday

dieser Auftrag ist unverzüglich \zu erledigen this task must be completed straight away

▪ um etw \zu tun:

ich komme, um mich \zu verabschieden I have come to say goodbye

2. mit Partizip

da sind noch einige \zu bezahlende Rechnungen there are some outstanding bills

es gibt verschiedene noch \zu kaufende Gegenstände some things still have to be bought

der \zu Prüfende the candidate to be examined

nicht \zu unterschätzende Probleme problems [that are] not to be underestimated

* * *
1.
Präposition mit Dat

1) (Richtung) to

zu... hin — towards...

er kommt zu mir — (besucht mich) he is coming to my place

2) (zusammen mit) with

zu dem Käse gab es Wein — there was wine with the cheese

das passt nicht zu Bier/zu dem Kleid — that doesn't go with beer/with that dress

3) (Lage) at

zu beiden Seiten — on both sides

zu seiner Linken — (geh.) on his left

er kam zu dieser Tür herein — he came in by this door

der Dom zu Speyer — (veralt.) Speyer Cathedral

das Gasthaus ‘Zu den drei Eichen’ — the Three Oaks Inn

4) (zeitlich) at

zu Weihnachten — at Christmas

was schenkst du ihnen zu Weihnachten — what will you give them for Christmas?

er will zu Ostern verreisen — he wants to go away for Easter

zu dieser Stunde — at this time

5) (Art u. Weise)

zu meiner Zufriedenheit/Überraschung — to my satisfaction/surprise

zu seinem Vorteil/Nachteil — to his advantage/disadvantage; (bei Mengenangaben o. Ä)

zu Dutzenden/zweien — by the dozen/in twos

sie sind zu einem Drittel/zu 50 % arbeitslos — a third/50 % of them are jobless

zu einem großen Teil — largely; to a large extent

6) (ein Zahlenverhältnis ausdrückend)

ein Verhältnis von 3 zu 1 — a ratio of 3 to 1

das Ergebnis war 2 zu 1 — the result was 2-1 or 2 to 1

7) (einen Preis zuordnend) at; for

fünf Briefmarken zu fünfzig [Cent] — five 50-cent stamps

8) (eine Zahlenangabe zuordnend)

ein Fass zu zehn Litern — a ten-litre barrel

Portionen zu je einem Pfund — portions weighing a pound each

9) (Zweck) for

sie sagte das zu seiner Beruhigung — she said it to allay his fears

10) (Ziel, Ergebnis) into

zu etwas werden — turn into something

die Kartoffeln zu einem Brei zerstampfen — mash the potatoes into a puree

11) (über) about; on

sich zu etwas äußern — comment on something

zu welchem Thema spricht er? — what is he going to speak about?

was sagst du zu meinem Vorschlag? — what do you say to my proposal?

12) (gegenüber)

freundlich/ hässlich zu jemandem sein — be friendly/nasty to somebody; s. auch zum; zur
2.
Adverb

1) (allzu) too

zu sehr — too much

er ist zu alt, um diese Reise zu unternehmen — he is too old to undertake this journey

das ist ja zu schön/komisch! — that's really wonderful/hilarious!; that's too wonderful/hilarious for words!

2) nachgestellt (Richtung) towards

der Grenze zu — towards the border

3) (ugs.)

zu sein — be shut

der Laden ist zu — the shop has shut

Augen/Tür zu! — shut your eyes/the door!

4) (ugs.): (Aufforderung)

nur zu! — (fang/fangt an!) get going!; get down to it!; (mach/macht weiter!) get on with it!
3.
Konjunktion

1) (mit Infinitiv) to

du hast zu gehorchen — you must obey

was gibts da zu lachen? — what is there to laugh about?

das ist nicht zu glauben — it is unbelievable

Haus zu verkaufen/vermieten — house for sale/to let

2) (mit 1. Part.)

die zu gewinnenden Preise — the prizes to be won

die zu erledigende Post — the letters pl. to be dealt with

* * *

zu¹ präp (+dat)

1. räumlich, Richtung: to, toward(s);

bis zu up to;

zu jemandem gehen go and ( oder to) see sb;

zu Tal fahren, gleiten etc: downhill; → Boden 2, Kopf 2 etc

2. räumlich, Lage: at, in;

zu Berlin in ( amtlich: at) Berlin;

der Dom zu Köln Cologne Cathedral;

zu ebener Erde at ground level;

zu jemandes Füßen at sb’s feet;

zu Hause at home;

zu beiden Seiten des Rheins on both sides of the Rhine;

zu Wasser und zu Lande on land and at sea;

Gasthof zu den drei Eichen the Three Oaktrees (Inn)

3. zeitlich, Zeitpunkt: at; Zeitraum: over; Anlass: for;

noch zehn Minuten (bis) zu … another ten minutes before …;

zu Beginn at the beginning;

zu Weihnachten at Christmas; schenken etc: for Christmas; → Lebzeiten

4. (für) Zweck, Ziel: for;

zu etwas gut sein be good for sth;

Stoff zu einem Kleid material for a dress

5. Ergebnis ausdrückend: (in)to;

es kam zu einem Skandal it blew up into a scandal, a scandal resulted;

zu Asche verbrennen burn to ashes;

zu etwas werden turn into sth; Person: auch become sth;

zu meiner Freude/Überraschung to my delight/surprise

6. Beziehung ausdrückend: for; thematisch: about, on;

sich äußern zu say sth about;

gehören zu belong to;

gemein/nett zu nasty/nice to;

passen zu suit;

der Schlüssel zur Gartentür the key to the garden door;

Liebe/Zuneigung zu jemandem love/affection for sb;

aus Freundschaft zu ihr out of friendship for her

7. Zusammensein: (mit) with; (hinzu) to;

sich zu jemandem setzen sit with sb, join sb, sit (down) next to sb;

Brot zum Ei essen have bread with one’s egg;

Zucker zum Kaffee nehmen take sugar in one’s coffee;

zu alledem kommt noch hinzu, dass … and on top of all that …

8. Art und Weise:

zu Fuß on foot;

zu Pferd kommen come on horseback;

zu Deutsch in German

9. Menge, Zahl, Häufigkeit, Verhältnis etc: in;

nur zu einem kleinen Teil only to a small extent;

ein Potenzial, das nur zu einem kleinen Teil genutzt wird a potential only a small part of which is actually used;

zu zweit nebeneinandergehen walk along two by two;

sie kamen zu sechst six of them came;

zu hunderten oder

Hunderten in hundreds;

es ist zu 20%/einem Viertel falsch 20%/a quarter of it is incorrect;

ein Fass zu 50 Litern a 50-litre (US -er) barrel;

zehn Karten zu zwei Euro (à, je) ten tickets at two euros (a ticket); insgesamt: ten tickets for two euros

10. Zahlenverhältnis:

3 zu 1 three to one; SPORT bei Ergebnisangaben: three-one

11. Adelsprädikat:

Graf zu Pappenheim Count of Pappenheim; → Hilfe 1 etc, zum, zur

zu² adv

1. (übermäßig) too;

zu sehr too much;

zu sehr betonen overemphasize;

das Loch ist zu groß, als dass man es noch flicken könnte the hole is too big to be mended;

(viel) zu viel/viele (far oder much) too much/many;

einer etc

zu viel one etc too many;

einmal zu viel once too often;

ein gutes Gehalt wäre zu viel gesagt a good salary would be a bit of an overstatement;

ich krieg zu viel! umg well blow me down!;

was zu viel ist, ist zu viel! enough is enough!;

zu wenig not enough, too little (pl few);

viel zu wenig not nearly enough, far too little (pl few);

einer etc

zu wenig one etc short, one etc too few;

du isst zu wenig you don’t eat enough, you need to eat more

2. umg (sehr) too, so, terribly;

zu niedlich! how terribly sweet!;

das ist ja zu nett! (sehr nett) that’s really very nice!; iron (sehr gemein) how terribly nice (of you)!; (sehr ärgerlich) a fine thing, I must say!

3. umg:

immer oder

nur zu! go on!;

na, dann (mal) zu! OK, go ahead; beim Aufbruch: OK, let’s go, off we (bzw you) go then

4. Richtung:

nach Norden zu toward(s) the north; zeitlich:

auf oder

gegen … zu toward(s)

zu³

A. adj umg

1.

zu sein Fenster, Mund etc: be closed, be shut;

eine zu(n)e Tür etc a closed door etc

2.

zu sein (verstopft) Nase: be blocked; Ader, Straße, Zufahrt: be blocked

3.

zu sein (ausgebucht) Flug: be full

4.

zu sein (betrunken) be plastered, be pissed sl; (im Drogenrausch) be out of it

B. adv (Ggs offen) closed, shut;

Augen zu! close your eyes;

Tür zu! shut the door!

zu⁴ konj

1. (+inf):

ich habe zu arbeiten I’ve got work to do;

es ist nicht zu übersehen it can’t be overlooked;

gut zu gebrauchen sein be perfectly usable;

ich erinnere mich, ihn gesehen zu haben I remember seeing him; auch im Wort:

auszuhalten sein be bearable

2. (+ ppr):

ein sorgfältig zu erwägender Plan a plan requiring careful consideration; auch im Wort:

die auszuwechselnden Fahrzeugteile the parts to be exchanged

* * *
1.
Präposition mit Dat

1) (Richtung) to

zu... hin — towards...

er kommt zu mir — (besucht mich) he is coming to my place

2) (zusammen mit) with

zu dem Käse gab es Wein — there was wine with the cheese

das passt nicht zu Bier/zu dem Kleid — that doesn't go with beer/with that dress

3) (Lage) at

zu beiden Seiten — on both sides

zu seiner Linken — (geh.) on his left

er kam zu dieser Tür herein — he came in by this door

der Dom zu Speyer — (veralt.) Speyer Cathedral

das Gasthaus ‘Zu den drei Eichen’ — the Three Oaks Inn

4) (zeitlich) at

zu Weihnachten — at Christmas

was schenkst du ihnen zu Weihnachten — what will you give them for Christmas?

er will zu Ostern verreisen — he wants to go away for Easter

zu dieser Stunde — at this time

5) (Art u. Weise)

zu meiner Zufriedenheit/Überraschung — to my satisfaction/surprise

zu seinem Vorteil/Nachteil — to his advantage/disadvantage; (bei Mengenangaben o. Ä)

zu Dutzenden/zweien — by the dozen/in twos

sie sind zu einem Drittel/zu 50 % arbeitslos — a third/50 % of them are jobless

zu einem großen Teil — largely; to a large extent

6) (ein Zahlenverhältnis ausdrückend)

ein Verhältnis von 3 zu 1 — a ratio of 3 to 1

das Ergebnis war 2 zu 1 — the result was 2-1 or 2 to 1

7) (einen Preis zuordnend) at; for

fünf Briefmarken zu fünfzig [Cent] — five 50-cent stamps

8) (eine Zahlenangabe zuordnend)

ein Fass zu zehn Litern — a ten-litre barrel

Portionen zu je einem Pfund — portions weighing a pound each

9) (Zweck) for

sie sagte das zu seiner Beruhigung — she said it to allay his fears

10) (Ziel, Ergebnis) into

zu etwas werden — turn into something

die Kartoffeln zu einem Brei zerstampfen — mash the potatoes into a puree

11) (über) about; on

sich zu etwas äußern — comment on something

zu welchem Thema spricht er? — what is he going to speak about?

was sagst du zu meinem Vorschlag? — what do you say to my proposal?

12) (gegenüber)

freundlich/ hässlich zu jemandem sein — be friendly/nasty to somebody; s. auch zum; zur
2.
Adverb

1) (allzu) too

zu sehr — too much

er ist zu alt, um diese Reise zu unternehmen — he is too old to undertake this journey

das ist ja zu schön/komisch! — that's really wonderful/hilarious!; that's too wonderful/hilarious for words!

2) nachgestellt (Richtung) towards

der Grenze zu — towards the border

3) (ugs.)

zu sein — be shut

der Laden ist zu — the shop has shut

Augen/Tür zu! — shut your eyes/the door!

4) (ugs.): (Aufforderung)

nur zu! — (fang/fangt an!) get going!; get down to it!; (mach/macht weiter!) get on with it!
3.
Konjunktion

1) (mit Infinitiv) to

du hast zu gehorchen — you must obey

was gibts da zu lachen? — what is there to laugh about?

das ist nicht zu glauben — it is unbelievable

Haus zu verkaufen/vermieten — house for sale/to let

2) (mit 1. Part.)

die zu gewinnenden Preise — the prizes to be won

die zu erledigende Post — the letters pl. to be dealt with

* * *

adv.

too adv. konj.

for conj. präp.

at prep.

to prep.

toward prep.

towards prep.

unto prep.

Deutsch-Englisch Wörterbuch > zu
9 manger

manger [mɑ̃ʒe]

➭ TABLE 3

1. transitive verb

   a. to eat

• manger dans un bol to eat out of a bowl

• il ne mange rien en ce moment he's off his food at present

• faire manger qn to feed sb

• faire manger qch à qn to give sb sth to eat

• donner à manger à un bébé to feed a baby

• finis de manger ! eat up!

• on mange bien ici the food is good here

• on mange mal ici the food is bad here

• les enfants ne mangent pas à leur faim à l'école the children don't get enough to eat at school

• manger au restaurant to eat out

• c'est l'heure de manger (midi) it's lunchtime ; (soir) it's dinnertime

• inviter qn à manger to invite sb for a meal

• boire en mangeant to drink with one's meal

• manger à tous les râteliers to cash in in every way possible (inf)

• manger le morceau (inf) ( = parler) to spill the beans (inf!)

   b. [+ fortune, économies] to squander

• l'entreprise mange de l'argent the business is swallowing up money

• manger ses mots to swallow one's words

2. reflexive verb

► se manger

   a. ( = être mangé)

le concombre se mange en salade cucumbers are usually eaten as a salad

• cela se mange ? can you eat it?

• ce plat se mange très chaud this dish should be eaten piping hot

   b. ( = se cogner dans) se manger une porte (inf!) to walk into a door

* * *
mɑ̃ʒe
1.

verbe transitif

1) ( consommer) to eat

il n'y a rien à manger dans la maison — there's no food in the house

qu'est-ce qu'on mange à midi? — what's for lunch?

je ne vais pas te manger! — (colloq) fig I won't eat you! (colloq); enragé, grive, soupe

2) ( dépenser) to use up [économies]; to go through [héritage]; [activité] to take up [temps]

3) ( attaquer) [rouille, acide] to eat away [métal]; [mites] to eat [laine]

être mangé aux or par les rats — to be gnawed by rats

se faire manger par les moustiques — to be eaten alive by mosquitoes

se faire manger par son concurrent — to be devoured by one's competitor

4) ( mal articuler)

manger ses mots — to mumble

2.

verbe intransitif ( se nourrir) to eat

ils viendront te manger dans la main — lit, fig you'll have them eating out of your hand

manger à sa faim — to eat one's fill

donner à manger à — to feed [bébé]; to give [somebody] something to eat [pauvre]

faire à manger — to cook

manger froid — ( un plat refroidi) to eat [something] cold; ( un repas froid) to have a cold meal

inviter quelqu'un à manger — to invite somebody for a meal

je vous invite à manger dimanche midi — ( au restaurant) let me take you to lunch on Sunday; ( chez soi) come to lunch on Sunday

manger chinois — to have a Chinese meal

manger au restaurant — to eat out

on mange mal ici — the food is not good here

3.

se manger verbe pronominal

le gaspacho se mange froid — gazpacho is served cold

le poulet peut se manger avec les doigts — you can eat chicken with your fingers; loup

••

manger la consigne — to forget one's orders

* * *
mɑ̃ʒe
1. vt

1) (= se nourrir) to eat

2) (= ronger) to eat into

3) (= utiliser, consommer) to eat up

2. vi

to eat

* * *

manger verb table: manger

A ○nm ( nourriture) food; apporter son manger to bring one's own food.

B vtr

1 ( consommer) to eat [nourriture]; manger du pain/des cerises/un poulet to eat bread/cherries/a chicken; il n'y a rien à manger dans la maison there's no food in the house; qu'est-ce qu'on mange à midi? what's for lunch?; je ne vais pas te/la manger○! fig I won't eat you/her○!; on en mangerait he/she/it is good enough to eat; ⇒ blé, enragé, grive, pain, soupe;

2 ( dépenser) [personne] to use up [capital, économies]; to go through [fortune, héritage]; [inflation] to eat away at [profits, économies]; [activité] to take up [temps, journées]; manger l'argent de qn [dépenses] to eat up sb's money; [personne] to go through sb's money;

3 ( recouvrir) [barbe] to hide [visage]; visage mangé par la barbe face hidden by a beard;

4 ( attaquer) [rouille, pluie, acide] to eat away [métal]; [mites] to eat [laine]; être mangé aux rats to be gnawed by rats; être mangé or se faire manger par les moustiques to be eaten alive by mosquitoes; être mangé par l'inquiétude to be consumed with anxiety; se faire manger par son concurrent to be devoured by the competition;

5 ( mal articuler) manger ses mots not to speak clearly, to mumble.

C vi ( se nourrir) to eat; manger dans une assiette/dans un bol to eat from ou off a plate/out of a bowl; manger dans la main de qn lit to eat out of sb's hand; ils viendront te manger dans la main fig you'll have them eating out of your hand; manger à sa faim to eat one's fill; donner à manger à to feed [bébé, animal]; to give [sb] something to eat [pauvre]; donner or faire à manger à to cook for [famille]; je leur ai donné des légumes à manger I gave them some vegetables; manger froid ( un plat refroidi) to eat [sth] cold [soupe, quiche]; ( un repas froid) to have a cold meal; inviter qn à manger to invite sb for a meal; je vous invite à manger à midi let me take you to lunch; manger chinois/grec to have a Chinese/Greek meal; manger au restaurant to eat out; on mange mal ici the food is not good here; avoir fini de manger to have finished one's meal.

D se manger vpr le gaspacho se mange froid gazpacho is served cold; le poulet peut se manger avec les doigts you can eat chicken with your fingers; ⇒ loup, vengeance.

Idiome

manger la consigne or commission to forget one's orders.

I

[mɑ̃ʒe] nom masculin

food, meal

je suis en train de lui faire son manger (familier) I'm getting his food ready (for him)

II

[mɑ̃ʒe] verbe transitif

1. [pour s'alimenter] to eat

manger un sandwich

a. to eat a sandwich

b. [au lieu d'un repas] to have a sandwich

elle mange de tout she'll eat anything, she's not a fussy eater

elle a tout mangé she's eaten it all up

tu mangeras bien un morceau? you'll have a bite to eat, won't you?

qu'est-ce que vous avez mangé aujourd'hui à la cantine, les enfants? what did you have (to eat) for dinner at school today, children?

on en mangerait it looks good enough to eat

on s'est fait manger par les moustiques (familier & figuré) we were bitten to death by mosquitoes

manger de la vache enragée (familier) to have a hard time of it

il a mangé du lion aujourd'hui (familier) he's full of beans today

il ne mange pas de ce pain-là he doesn't go in for that sort of thing, that's not his cup of tea

il peut me manger la soupe sur la tête

a. (familier) [il est beaucoup plus grand] he's a head taller than me

b. [il est bien meilleur] he's miles better than me

manger le morceau (familier) to talk, to sing (très familier)

manger les pissenlits par la racine (familier) to be pushing up (the) daisies

2. (figuré) to eat

elle ne va pas te manger! she's not going to eat ou to bite you!

elle le mangeait des yeux

a. [personne] she (just) couldn't take her eyes off him

b. [objet] she gazed longingly at it

manger quelqu'un de baisers to smother somebody with kisses

il est mignon, on le mangerait! he's so cute I could eat him (all up)!

3. [ronger]

manger ses ongles to bite one's nails

couvertures mangées aux mites ou par les mites moth-eaten blankets

une statue mangée par l'air marin a statue eaten away by the sea air

4. [prendre toute la place dans]

tes cheveux te mangent la figure your hair is hiding your face

elle avait de grands yeux qui lui mangeaient le visage her eyes seemed to take up her whole face

5. [négliger]

manger ses mots ou la moitié des mots to swallow one's words, to mumble, to mutter

6. [dépenser] to get through (inseparable)

manger son capital to eat up one's capital

la chaudière mange un stère de bois tous les cinq jours the boiler gets through ou eats up ou consumes a cubic metre of wood every five days

manger son blé en herbe to spend one's money even before one gets it

on peut toujours essayer, ça ne mange pas de pain (familier) we can always have a go, it won't cost us anything

————————

[mɑ̃ʒe] verbe intransitif

1. [s'alimenter] to eat

manger dans une assiette to eat off a plate

apprends-lui à manger correctement à table teach her some (proper) table manners

il a bien mangé [en quantité ou en qualité] he's eaten well

il faut manger léger you should eat light meals

manger à sa faim to eat one's fill

nous ne mangions pas tous les jours à notre faim we didn't always have enough food ou enough to eat

faire manger quelqu'un to feed somebody

manger comme un cochon (familier) to eat like a pig

manger comme quatre (familier) ou comme un ogre ou comme un chancre (très familier) to eat like a horse

manger comme un moineau to eat like a sparrow

manger du bout des dents to pick at one's food

manger sur le pouce to have a snack, to grab a bite to eat

il faut manger pour vivre et non pas vivre pour manger Molière (allusion) one must eat to live and not live to eat

il mange à tous les râteliers (péjoratif) he's got a finger in every pie

2. [participer à un repas] to eat

venez manger! [à table!] come and get it!

venez manger demain soir come to dinner tomorrow evening

ils m'ont demandé de rester manger they asked me to stay for a meal

inviter quelqu'un à manger

a. [chez soi] to ask somebody round to eat

b. [au restaurant] to ask somebody out for a meal

allez, je vous invite à manger [au restaurant] come on, I'll buy you a meal

on a eu les Michaud à manger (familier) we had the Michauds round for a meal

manger dehors ou au restaurant to eat out

c'est un restaurant simple mais on y mange bien it's an unpretentious restaurant, but the food is good

3. [comme locution nominale]

je veux à manger I want something to eat

as-tu eu assez à manger? have you had enough to eat?

donne à manger au chat feed the cat

faire à manger à quelqu'un to make something to eat for somebody

que veux-tu que je fasse à manger ce soir? what would you like me to cook ou to make for dinner (tonight)?

————————

se manger verbe pronominal (emploi passif)

to be eaten

ça se mange avec de la mayonnaise you eat it ou it is served with mayonnaise

cette partie ne se mange pas you don't eat that part, that part shouldn't be eaten ou isn't edible

————————

se manger verbe pronominal (emploi réciproque)

(familier) [se disputer] to have a set-to

se manger le nez to quarrel

Dictionnaire Français-Anglais > manger
10 mi

1. m music E

nel solfeggio della scala me, mi

2. pron me

riflessivo myself

eccomi here I am

* * *

mi¹ pron.pers.m. e f. 1^a pers.sing.

1 (compl. ogg. di io) me: mi rimproverano sempre, they're always telling me off; mi considera (come) un fratello, he looks on me as a brother; non mi ha visto, he didn't see me; mi obbligò a firmare, he made me sign; non mi lasciarono partire, they wouldn't let me leave; mi sentite?, can you hear me?; mi porteranno con loro, they'll take me with them; mi puoi accompagnare alla stazione?, can you take me to the station?; io parlo, ma tu non mi stai ad ascoltare, I talk, but you don't listen to me; non mi aveva riconosciuto, he hadn't recognized me; mi hai chiamato?, did you call me?; guardami!, look at me!; lasciatemi stare!, leave me alone! // eccomi!, here I am!

2 (compl.termine) (to, for) me: dammi quel libro, per favore, give me that book, please; mi presenti tua moglie?, will you introduce me to your wife?; mi parlava sempre dei suoi progetti, he always talked to me about his plans; mi hanno comprato un bel regalo, they bought a lovely present for me (o they bought me a lovely present); mi vai a comprare un giornale?, will you go and get me a newspaper (o will you go and get a newspaper for me)?; mi daranno un incarico di fiducia, they're going to entrust me with an important job; mi consegneranno la merce domani, they are delivering the goods to me tomorrow; non mi ha voluto leggere la lettera, he wouldn't read the letter to me; non mi hanno ancora telefonato, they have not phoned me yet

◆ pron. rifl. 1^a pers.sing.

1 myself (spesso sottointeso): mi sono tagliato, I cut myself; non mi sono affatto divertito alla festa, I didn't enjoy myself at the party at all; mi comprerò un nuovo computer, I'm going to buy myself a new computer; alla fine mi decisi a parlare, in the end I decided to talk; mi vestii in fretta e mi precipitai giù per le scale, I hurriedly dressed and rushed downstairs; mi guardai intorno, I looked around me; non mi posso lamentare, I can't complain // il cuore mi batteva forte, my heart beat hard; mi hanno rubato il portafoglio, my wallet's been stolen; devo mettermi gli occhiali, I must put my glasses on; vorrei lavarmi le mani, I'd like to wash my hands; mi mise una mano sulla spalla, he put his hand on my shoulder

2 (con uso pleonastico o enfatico): che cosa mi combini?, what have you been up to?; mi mangerei un bel gelato, I fancy a nice ice-cream; statemi bene!, look after yourselves!

mi² s.m. (mus.) E, mi: chiave in mi bemolle, key of E flat.

mi³ s.m. o f. (lettera dell'alfabeto greco) mu.

* * *

sigla

(= Milano)

* * *
I [mi]
pronome personale

1) (complemento oggetto) me

mi conosce — he knows me

lasciami andare — let me go

guardami — look at me!

2) (complemento di termine) me

mi ha scritto — he wrote to me

passami il tuo piatto — pass me your plate

3) (con verbi pronominali)

mi sono fatto male — I've hurt myself

mi sto lavando le mani — I'm washing my hands

4) (pleonastico)

stammi bene! — take care!

salutami tuo fratello — say hello to your brother for me
II [mi]
sostantivo maschile invariabile mus. E, mi, me

* * *

mi¹

/mi/

v. la nota della voce io.

pron.pers.

1 (complemento oggetto) me; mi conosce he knows me; lasciami andare let me go; guardami look at me!

2 (complemento di termine) me; mi ha scritto he wrote to me; passami il tuo piatto pass me your plate

3 (con verbi pronominali) mi sono fatto male I've hurt myself; mi sto lavando le mani I'm washing my hands

4 (pleonastico) stammi bene! take care! salutami tuo fratello say hello to your brother for me.

————————

mi²

/mi/

m.inv.

mus. E, mi, me.

Dizionario Italiano-Inglese > mi
11 piece

pi:s
1. сущ.
1) а) кусок, часть piece by piece ≈ по кускам, постепенно, частями to take to pieces ≈ разобрать на части Syn: part б) мн. обломки, ошметки, огрызки, осколки in pieces ≈ разбитый на части to pieces ≈ на части, вдребезги в) штука, кусок, определенное количество;
отдельный предмет, штука piece of wall-paper ≈ рулон обоев per piece, by the piece ≈ поштучно a piece of furniture ≈ мебель( отдельная вещь, напр., стул, стол и т. п.) a piece of plate ≈ посудина
2) а) шахматная фигура heavy pieces ≈ тяжелые фигуры minor pieces ≈ легкие фигуры б) монета (тж. a piece of money) two penny piece ≈ монета в два пенни в) воен. орудие, огневое средство;
винтовка;
пистолет piece of ordnance ≈ артиллерийское орудие г) амер. музыкальный инструмент д) бочонок вина е) вставка, заплата
3) а) картина б) литературное или музыкальное произведение( обыкн. короткое) в) пьеса ∙ piece of art ≈ художественное произведение piece of music ≈ музыкальное произведение piece of poetry ≈ стихотворение dramatical piece ≈ драма;
пьеса;
драматическое произведение museum piece ≈ музейный экспонат или музейная редкость тж. перен.
4) образец, пример a piece of impudence ≈ образец наглости a piece of bravery ≈ образец храбрости
5) тех. деталь;
обрабатываемое изделие ∙ a piece of goods шутл. ≈ девушка, женщина a piece of cake ≈ пустячное дело to say one's piece ≈ высказаться of a piece with of one piece with all to pieces
2. гл.
1) а) чинить, латать, штопать (платье) (тж. piece up) She was piecing the skirt with a patch of black silk. ≈ Она ставила заплату на юбку из черного шелка. б) соединять в одно целое, собирать из кусочков;
комбинировать to piece a cable ≈ соединять концы кабеля
2) присучивать (нить) ∙ piece down piece on piece out piece together piece up кусок;
часть - a * of bread кусок хлеба - a * of paper лист(ок) /клочок/ бумаги - to tear off a small * of paper оторвать клочок бумаги - to take to *s разобрать на (составные) части - to take a machine to *s разобрать /демонтировать/ машину - to take a dress to *s распороть платье - a * of the road is now under repair один участок дороги сейчас ремонтируется - a * out of the book отрывок из книги - there is one * missing одной части не хватает - * by * по кускам;
по частям;
постепенно - in /of/ one * целым куском, целиком обломки, осколки - in *s разбитый на куски;
расколовшийся;
полный противоречий - the statue was in *s статуя была разбита на мелкие кусочки - I am torn in *s меня раздирают противоречия - the army at once fell in *s армия сразу же распалась - to *s на части;
вдребезги - to break smth. (in) to *s разбить что-л. вдребезги - the tea-pot fell and was broken to *s чайник упал и разбился вдребезги - to burst /to fly/ to *s разлететься на мелкие кусочки - to come /to fall, to go/ to *s разбиться вдребезги;
развалиться на части;
погибнуть, пропасть;
распадаться;
потерять присутствие духа;
"сломаться" - his clothes are comint /falling/ to *s его одежда превращается в лохмотья - when he heard of his son's death he went to *s когда он узнал, что его сын погиб, он стал сам не свой - things are going to *s все идет к черту - following the election defeat the party went to *s после поражения на выборах в партии произошел раскол - under cross-examination his story went to *s на перекрестном допросе все его объяснения рухнули - in the secong half the team went all to *s во второй половине игры команда выдохлась - to pull /to tear/ to *s разорвать на мелкие кусочки, растерзать( жертву) - to pull /to tear/ smb. to *s беспощадно критиковать кого-л. - they will tear you to *s! вас же растерзают! - to tear an argument to *s (начисто) разбить довод участок - he has bought a * of land он приобрел участок земли - a * of potatoes участок под картофелем - * of water водоем, бассейн, пруд штука, кусок;
определенное количество - a * of wall-paper кусок /рулон/ обоев - a * of calico is 28 yards в куске коленкора 28 ярдов - per /by the/ * поштучно - to sell goods by the * продавать товары поштучно /штуками/ отдельный предмет, штука - the /each, every/ * каждая штука - a * of clothing предмет одежды - a * of furniture мебель (отдельная вещь) - a * of plate предмет из сервиза - a dinner service of 50 *s обеденный сервиз из 50 предметов - he was turning a * of china in his hands он вертел в руках фарфоровую вещицу - a rare * of architecture редкое произведение зодчества - she was allowed to take one * of luggage ей разрешили взять только одно место багажа картина;
произведение искусства - a * of art художественное произведение - two allegorical *s by Holbein две аллегорические картины Гольбейна - the finest *s of his collection лучшие вещи в его коллекции - a museum * музейная вещь /редкость/ короткое литературное произведение - a * of poetry стихотворение - he began to write theatrical *s он начал писать пьесы для театра - to speak /to say, to recite/ a * продекламировать стихотворение;
прочитать отрывок;
выступать с речью и т. п. статья, заметка, сообщение( музыкальное) пьеса - to play a * сыграть пьесу монета (тж. a * of money) - penny * пенни - two penny * монета в два пенни - crown * крона, монета в одну крону - they did not have a penny * between them у них не было ни гроша за душой - a * of gold золотая монета шашка;
фишка( в играх) (шахматное) фигура - pawns and *s пешки и фигуры - heavy *s тяжелые фигуры (военное) огневое средство;
орудие, винтовка, пистолет и т. п. - * of ordnance артиллерийское орудие (американизм) (разговорное) пистолет, "пушка" (спортивное) гимнастический снаряд деталь;
обрабатываемое изделие вставка, заплата бочонок вина (американизм) легкий второй завтрак (диалектизм) кусок, ломоть хлеба - she had nothing more than a * all day за весь день она съела лишь кусок хлеба образец, пример (поведения и т. п.) - a * of bravery образец храбрости - a * of impudence /of insolence, of impertinence/ пример /образец/ наглости - a * of carelessness небрежность - a * of extravagance расточительность в выражениях - a * of news новость - a * of bad news неприятная новость - an interesting * of news интересная новость - a * of (good) luck удача - a * of injustice несправедливость - a * of nonsense чепуха - these *s of advice were not good эти советы никуда не годились (разговорное) девушка, женщина - a pretty( nice) * милашка - a saucy * дерзкая девчонка преим. (американизм) место, вещь;
багаж - the cases in which *s go astray are rare случаи, когда багаж попадает не по адресу, редки ( американизм) (разговорное) доля, пай( в каком-л. предприятии) (the *) (разговорное) дело, вопрос - he will fight the * out with you он этого так не оставит > a * of cake пустячное дело;
раз плюнуть > a * of work (отдельно выполненная) работа, произведение;
трудное дело;
шум, скандал;
(презрительное) тип, человек > it will be a tedious * of work это будет очень скучная работа > a splendid * of work великолепная работа > this translation is such a * of work этот перевод - трудное дело > he kept jawing us, and making a * of work all the time он все время ругал нас и скандалил без конца > he is a nasty * of work до чего мерзкий тип > he is a bossy * этот тип любит командовать > I hate this man, he is such a forward * терпеть не могу этого человека, он такой наглец > thirty *s of silver( библеизм) тридцать сребренников > * of flesh( грубое) "товар", бабенка, девка > * of muslin /of calico/ "юбка", девушка, женщина > a * of change /of jack/ (американизм) хороший куш, кругленькая сумма > to make a nice * of jack огрести кругленькую сумму > (all) of a *, of one * with такой же, такого же качества;
целиком (и полностью) ;
образующий единое целое;
гармонирующий;
в соответствии( с чем-л.) > they are all of a * все они одним миром мазаны > the harness and the horse were all of a * и упряжь была под стать лошади > an expedition like this must be all of a * in the leader's hand такая экспедиция должна целиком находиться под контролем начальника > the hangings are of a * with the furniture занавеси прекрасно подходят к мебели > his conduct is of a * with his words у него слова не расходятся с делом > all to *s измученный, в изнеможении;
разорившийся;
(американизм) совершенно, полностью, с начала до конца > to know smth. all to *s знать что-л. в совершенстве;
знать что-л. как свои пять пальцев > I know him all to *s я знаю его как облупленного > to say one's * высказаться > to hit smb. to *s ошеломить кого-л. > to puzzle smb. to *s поставить кого-л. в тупик соединять (в единое целое;
тж. * together) ;
собирать из кусочков;
надставлять( одежду;
тж. * down) - to * a quilt сшить лоскутное одеяло - to * a cable соединять концы кабеля присоединяться;
объединяться - she has *d herself to the strongest side она присоединилась к сильнейшей стороне чинить, латать, штопать - she was piecing the skirt with a patch of blach silk она латала юбку куском черного шелка (текстильное) присучивать (нить) (разговорное) хватать куски, перехватить (перед обедом и т. п.) all to ~s вдребезги all to ~s измученный, в изнеможении all to ~s совершенно, полностью, с начала до конца;
to go to pieces пропасть, погибнуть;
a piece of goods шутл. девушка, женщина a ~ of plate посудина;
by the piece поштучно, сдельно curve ~ стр. кружало a dramatical ~ драма, драматическое произведение;
a museum piece музейная вещь или редкость (тж. перен.) all to ~s совершенно, полностью, с начала до конца;
to go to pieces пропасть, погибнуть;
a piece of goods шутл. девушка, женщина ~ обломок, обрывок;
a piece of paper клочок бумаги;
in pieces разбитый на части;
to pieces на части, вдребезги machine ~ деталь машины a dramatical ~ драма, драматическое произведение;
a museum piece музейная вещь или редкость (тж. перен.) of a (или of one) ~ with в согласии (с чем-л.) of a (или of one) ~ with образующий единое целое (с чем-л.) of a (или of one) ~ with одного и того же качества с a ~ of music музыкальное произведение;
a piece;
of poetry стихотворение piece бочонок вина ~ вставка, заплата ~ тех. деталь;
обрабатываемое изделие ~ деталь ~ картина;
литературное или музыкальное произведение (обыкн. короткое) ;
пьеса;
a piece of art художественное произведение ~ кусок, часть;
a piece of water пруд, озерко;
piece by piece по кускам, постепенно, частями ~ кусок ~ монета (тж. a piece of money) ~ монета ~ амер. музыкальный инструмент ~ обломок, обрывок;
a piece of paper клочок бумаги;
in pieces разбитый на части;
to pieces на части, вдребезги ~ обрабатываемое изделие ~ образец, пример;
a piece of impudence образец наглости ~ определенное количество ~ воен. орудие, огневое средство;
винтовка;
пистолет ~ отдельный предмет, штука;
a piece of furniture мебель (отдельная вещь, напр., стул, стол и т. п.) ~ отдельный предмет ~ присучивать (нить) ;
piece down надставлять (одежду) ;
piece on прилаживать( to - к чему-л.) ~ соединять в одно целое, собирать из кусочков;
комбинировать ~ участок (земли) ~ участок земли ~ часть ~ чинить, латать (платье, тж. piece up) ~ шахматная фигура ~ штука, кусок, определенное количество;
piece of wallpaper рулон обоев ~ штука a ~ of music музыкальное произведение;
a piece;
of poetry стихотворение ~ кусок, часть;
a piece of water пруд, озерко;
piece by piece по кускам, постепенно, частями ~ присучивать (нить) ;
piece down надставлять (одежду) ;
piece on прилаживать (to - к чему-л.) ~ картина;
литературное или музыкальное произведение (обыкн. короткое) ;
пьеса;
a piece of art художественное произведение ~ отдельный предмет, штука;
a piece of furniture мебель (отдельная вещь, напр., стул, стол и т. п.) all to ~s совершенно, полностью, с начала до конца;
to go to pieces пропасть, погибнуть;
a piece of goods шутл. девушка, женщина ~ образец, пример;
a piece of impudence образец наглости ~ of information вчт. порция информации ~ a ~ of luck удача;
a piece of news новость;
a piece of information сообщение;
a piece of work( отдельно выполненная) работа, произведение a ~ of music музыкальное произведение;
a piece;
of poetry стихотворение ~ of news новость ~ a ~ of luck удача;
a piece of news новость;
a piece of information сообщение;
a piece of work (отдельно выполненная) работа, произведение ~ обломок, обрывок;
a piece of paper клочок бумаги;
in pieces разбитый на части;
to pieces на части, вдребезги a ~ of plate посудина;
by the piece поштучно, сдельно ~ штука, кусок, определенное количество;
piece of wallpaper рулон обоев ~ кусок, часть;
a piece of water пруд, озерко;
piece by piece по кускам, постепенно, частями ~ a ~ of luck удача;
a piece of news новость;
a piece of information сообщение;
a piece of work (отдельно выполненная) работа, произведение ~ присучивать (нить) ;
piece down надставлять (одежду) ;
piece on прилаживать (to - к чему-л.) ~ out восполнять ~ out надставлять ~ out составлять( целое из частей) ~ a ~ of luck удача;
a piece of news новость;
a piece of information сообщение;
a piece of work (отдельно выполненная) работа, произведение ~ together систематизировать ~ together соединять ~ up чинить, латать ~ обломок, обрывок;
a piece of paper клочок бумаги;
in pieces разбитый на части;
to pieces на части, вдребезги test ~ образец для испытаний think ~ разг. обзорная статья (в газете, журнале), в которой дается история вопроса, анализ событий

Большой англо-русский и русско-английский словарь > piece
12 po

praep. 1. (później niż) after
- po śniadaniu/pracy/wojnie after breakfast/work/the war

- po chwili after a bit a. moment

- po godzinie/dwóch latach an hour/two years later, after an hour/two years

- po dwuletnim pobycie w więzieniu after two years in prison

- po południu in the afternoon

- pięć/kwadrans po czwartej five/a quarter past four

- wróciła po dwunastej she came back after twelve

- po ukończeniu studiów rozpoczął pracę w szkole after a. on graduating he began working at a school

- zdrzemnął się po wyjściu gości he nodded off after the guests had left pot.

- po pięćdziesiątce musisz zacząć dbać o siebie when you’re over fifty you need to take care of yourself

- po czym and then, after which

- oprowadził mnie po starym mieście, po czym zaprosił na piwo he showed me around the Old Town and then invited me for a beer

- po czasie late

- oddał referat pięć dni po czasie he handed in his paper five days late
2. (w przestrzeni, w różnych miejscach) (all) over, around, round GB
- po całym mieście/kraju/domu all over (the) town/the country/the house

- po całej Europie all over Europe, throughout the whole of Europe

- ubrania porozrzucane po pokoju clothes flung all over a. scattered around the room

- porozlewać wodę po podłodze to spill water all over the floor

- biegać po sklepach to run round the shops pot.

- chodzić po korytarzu/pokoju to walk up and down the corridor/around the room

- chodzić po lesie/górach to walk in the forest/mountains

- oprowadzić kogoś po zamku to show sb around a castle

- szukać czegoś po encyklopediach to look a. hunt through encyclopedias for sth

- szepczą o tym po kawiarniach tongues are beginning to wag (about it)
3. (o powierzchni) (na) on; (wzdłuż) along
- chodzić po piasku/trawie to walk on sand/grass

- poruszać się po szynach to move (along) on rails

- jechać na rowerze po szosie/ścieżce to cycle along a. on a road/path

- ślizgać się po zamarzniętym jeziorze to skate on a frozen lake

- bębnić palcami po stole to drum one’s fingers on the table

- wchodzić/schodzić po schodach to walk up/down the stairs

- zjeżdżać po poręczy to slide down the banisters

- zupa ściekała mu po brodzie the soup was dripping down his chin

- poruszać się po linii prostej to move in a straight line

- przechodzić przez jezdnię po pasach to cross the road at a zebra crossing

- głaskać kogoś po włosach/policzku to stroke sb’s hair/cheek

- całować kogoś po rękach to kiss sb’s hands

- pokrzywy parzyły go po nogach nettles were stinging his legs
4. (o stronie) on
- po tej/drugiej stronie ulicy on this/on the other side of the street

- po prawej stronie drogi to the right of the road

- po obu stronach kartki on both sides of the paper

- kawałek chleba posmarowany po wierzchu dżemem a piece of bread with jam spread on top

- placek przypalony po brzegach a pie burnt along the edges
5. (do górnej granicy) (przestrzennej) (up) to, as far as; (czasowej) up to, till, until
- po szyję/czubek głowy up to the neck/the top of one’s head

- silne wiatry od Bałkanów po Skandynawię strong winds from the Balkans up to Scandinavia

- wody było po kolana the water was knee-deep

- talerz pełen po brzegi a plate full to the brim

- od średniowiecza po schyłek Oświecenia from the Middle Ages up to a. until the end of the Enlightenment

- od profesora po sekretarkę from the professor down to the secretary
6. (w hierarchii, kolejności) after
- była w naszym domu pierwszą osobą po ojcu she was the second most important person in our home after father

- miał piąty po zwycięzcy czas na mecie he had the fifth best time (after the winner)

- jeden po drugim one after the other a. another

- przesłuchiwał taśmę po taśmie he listened to one tape after another

- krok po kroku step by step

- dzień po dniu day after day; day in, day out
7. (dziedziczenie) from (kimś sb)
- odziedziczyć coś po kimś to inherit sth from sb

- objąć stanowisko po kimś to take over sb’s position, to succeed sb

- objął tron po wuju he succeeded his uncle to a. on the throne

- dom miał po dziadku he inherited the house from his grandfather

- po matce miała talent muzyczny she had inherited her mother’s musical talent

- prowadził po ojcu sklep mięsny he ran a butcher’s shop inherited from his father

- nosić imię po dziadku to be named after one’s grandfather
8. (następstwo) [sprzątać, zmywać] after (kimś sb)
- rozpaczać po kimś to grieve over a. for sb

- płakać po kimś to mourn sb

- obiecywać sobie coś a. oczekiwać czegoś po kimś/czymś to expect sth from sb/sth

- nie obiecuj sobie po nim zbyt wiele don’t expect too much from him

- czego oczekujesz po tym zebraniu? what are you expecting from the meeting?

- butelka po mleku/piwie a milk/beer bottle

- pusty worek po ziemniakach an empty potato sack
9 (na podstawie) by
- poznać kogoś po głosie/ruchach to recognize sb by their voice/movements

- po czym go poznałeś? how did you recognize him?

- widać po twoich oczach, że jesteś zmęczona I can see a. tell by your eyes that you’re tired

- sądząc po akcencie, (on) pochodzi z Dublina judging by a. from his accent, he comes from Dublin
10 (cel) for (kogoś/coś sb/sth)
- stać w kolejce po mięso to stand in the meat queue, to queue up for meat

- zadzwonić po lekarza/taksówkę to phone for the doctor/a taxi

- poszła do sklepu po chleb she went to the shop for some bread

- poszedł po wnuczkę he went to collect his granddaughter

- zatelefonowała do niego po radę she called him to ask for some advice

- przyszedłem tu tylko po to, żeby wyjaśnić całą sprawę I just came here to explain the whole thing a. business pot.

- nie po to przez pięć lat studiowałam prawo, żeby pracować jako kelnerka I didn’t study law for five years (in order) to work as a waitress

- co a. cóż ci po pękniętej filiżance? what do you need a cracked cup for?

- nic mi po takich radach what’s the use of advice like that?

- nic tu po mnie I’m not needed here; I may as well go a. be off pot

- po co what for?, why?

- po cóż whatever for?

- po co ci nóż? what do you need a knife for?

- nie wiem, po co tu przyszła I don’t know what she came here for a. why she came here
11 (wyrażające miarę, liczbę, wartość) po trzy z każdej strony three on each side
- po parę razy dziennie several times a day

- trzy pliki po sto banknotów (każdy) three bundles of a hundred banknotes each

- po 2 złote za sztukę (at) 2 zlotys each a. apiece

- po 5 złotych za kilo (at) 5 zlotys a a. per kilo

- po ile? a. po czemu? przest. how much?

- po ile te pomidory? how much are these tomatoes?

- wchodziły po jednej they entered one by one a. one at a time

- podchodzić do stołu po dwóch/trzech to come up to a. approach the table in twos/threes

- po trochu bit by bit, little by little

- zapłaciliśmy po dziesięć złotych we paid ten zlotys each

- dostali po dwa jabłka they each got two apples

- każde dziecko dostało po zabawce each child a. each of the children got a toy

- Adam i Robert wygrali po książce Adam and Robert each won a book
12 (w wyrażeniu przysłówkowym) po ojcowsku/profesorsku/chłopięcemu like a father/professor/boy
- zrób to po swojemu do it your own way

- czy mówisz po litewsku/włosku? can you speak Lithuanian/Italian?

- powiedz to po angielsku say it in English

■ po temu (stosowny) for it

- to nie miejsce i czas po temu this is not the (right) time or place for it

- powiem jej, kiedy nadarzy się po temu okazja I’ll tell her when I get the chance a. opportunity

- mam po temu powody I have my reasons

- miała wszelkie warunki po temu, żeby być dobrą aktorką she had all the makings of a good actress

* * *

abbr ( SZKOL: = Przysposobienie Obronne)

civil defence course

* * *

po

prep.

+ Loc.

1. ( czas) after; past; dziesięć po trzeciej ten past l. after three; już po wszystkim it's all over now; mądry Polak po szkodzie everybody's got 20/20 hindsight, (it's easy to be) wise after the event; po chwili after a while, a moment later; po lecie przychodzi jesień summer is followed by fall l. autumn; po kilku latach after a few years, (a) few years later; po śniadaniu after breakfast; po zmroku after dark; przyjadę po świętach I'll come after Christmas.

2. ( kolejność) after; jeden po drugim one after another.

3. ( pochodzenie) from, of; butelka po winie (empty) wine bottle; garnek po mleku dirty milk pot; puszka po rybach empty fish can; rzeczy po kimś hand-me-downs.

4. (= na podstawie) by; nie dać czegoś znać po sobie not let sth show; rozpoznać kogoś po akcencie/głosie recognize l. tell sb by his l. her accent/voice.

5. ( dziedziczenie) after, from; dostała imię po babce she was named after her grandmother; głos mam po ojcu I get my voice from my father; objąć stanowisko po kimś take over from sb; spadek po wujku inheritance from one's uncle.

6. ( hierarchia) after, next to; najważniejszy po prezydencie next to president; pierwszy po Bogu next to God; po Mickiewiczu after Mickiewicz.

7. (przestrzeń, powierzchnia) in, around, on, over, along; całować kogoś po policzkach/rękach kiss sb's cheeks/hand; chodzić po linie walk on a rope; dreszcz przebiegł mi po plecach chill ran down my spine; głaskać kogoś po włosach stroke sb's hair; po drugiej stronie on the other side; po kładce over the footbridge; po korytarzu in l. along the corridor; po kraju around the country; po lesie/górach in the forest/mountains; po linii prostej in a straight line; po niebie in the sky; po mieście around the city; po okolicy around the neighborhood; po pokoju around the room; po trawie on grass; schodzić po schodach/drabinie go down the stairs/ladder; wchodzić po schodach/drabinie go up the stairs/ladder; wędrować po górach walk l. hike the mountains.

8. ( rozciągłość w przestrzeni) around, round; chodzić po ludziach go from door to door; przesiadywać po kawiarniach sit around in cafes; jeździć po sanatoriach go from one sanatorium to another; włóczyć się po sądach drag o.s. from court to court.

9. ( rozciągłość w czasie) to, till, until; pisać po całych dniach write for days on end; ślęczeć po nocach sit up late.

10. ( systematyczność) by; po kawałku piece by piece, bit by bit; po trochu bit by bit; little by little.

11. + Acc. ( zasięg) (up) to; stać w wodzie po kolana stand knee-deep in water; kufel wypełniony po brzegi beer mug full to the brim; uśmiać się po pachy laugh one's head off.

12. + Acc. ( kres) till, until, to; aż po wszystkie czasy przest. till l. to the end of time; po dziś dzień przest. to this day.

13. + Acc. ( cel) for; przyjść po poradę come for advice; dzwonić po lekarza call a doctor; sięgać po poradnik reach for a handbook; po co? what for?; po co to robisz? what are you doing this for?; nie pójdę tam, bo i po co? I'm not going there, what's the use?; po co o tym myślisz? what's the use of thinking about it?; nie wiem, po co to zrobiłem I don't know what I did it for; licho wie po co god knows why; po co ta mowa? pot. save your breath; po jakie licho l. kiego grzyba? pot. what the heck l. hell for?

14. + Acc. (okeślona, powtarzająca się ilość, liczba) a, per; po trzy złote za kilogram three zloty a kilo; po pięć sztuk w paczce five items per pack.

15. + Acc. ( wyliczanie) po pierwsze firstly; po trzecie thirdly; po wtóre l. drugie secondly.

16. + Dat. ( sposób) in; po angielsku/polsku in English/Polish; po bożemu in a godly fashion; po cichu silently; po góralsku highlanders' fashion; po koleżeńsku friendly; po ludzku humanely; po mistrzowsku in a masterly way; po nowemu in a new way; po ojcowsku like a father; po pijanemu when drunk; po prostu just like that; po staremu in the (same) old way; posuwać się po omacku grope in the dark.

The New English-Polish, Polish-English Kościuszko foundation dictionary > po
13 ekarri

iz.

1. ( hitz etorria) eloquence, glib, fluency, palaver formala. ; \ekarri ederra du he's glib | he's got the gift of gab ; ez daukat modurik haren \ekarriari erantzuteko I'm unable to answer his glibness; \ekarri handiko hizlaria an eloquent speaker ; \ekarri oneko well-spoken, articulate, eloquent

2. ( irabazia) income, earnings; aitaren \ekarria ez zen nahikoa etxeko gastuei aurre egiteko Dad's income wasn't enough to meet household expenses

3.

a. ( lilura, joera) propensity, liking, penchant

b. inclination, fondness, liking, bent

4.

a. ( fruitua) fruit, product

b. ( zeremana) contribution; Aita Barandiaranen \ekarria Aita Barandiaren's contribution

c. ( emaitza) production; baratza honek \ekarri onak izan ditu this vegetable garden's had a good yield

5. (G) ( zurrustada) spurt, jet, gush

6. ( zeremana) contribution du/ad.

1.

a. to bring, fetch, get; \ekarri hona! bring it over here!; berriz \ekarri to bring back; zer dakarzu? what are you bringing? egunero zer ekartzen duzu? what do you bring every day? ; \ekarri! hand it over! ; \ekarriko ditut behiak tegira I'll bring the cows to the stable

b. ( garraioek) to carry, transport

c. to hold, bear; burua gora ekartzen du he holds his head high

d. ( izen) to bear \ekarri behar duzu arbasoen izena you must bear your ancestors' name; Georges Pompidou zenaren izena dakarren erakundea the organization that bears the name of the late Georges Pompidou

e. (l andareak, animali mota) to introduce ( -ra: to)

2. ( aldizkaria, egunkaria) to carry, have, print ; egunkari honek ez dakar ezer Mongoliako politikari buruz this paper doesn't carry anything about Mongolian politics

3. ( sorrarazi, behartu)

a. to bring up; hori erran nion, solasak \ekarririk I told him that as it came up in the conversation; arazoak besterik ez dizkizu ekartzen it {causes || brings} you nothing but problems ; erabaki horrek kalteak \ekarriko ditu that decision will bring about harm

b. ( behartu; bultzatu) to make, bear down on i-r e-r egitera \ekarri to bear down on sb to do sth ; honek nakar zuri idaztera that {made || induced} me to write you ; mendera \ekarri to subdue

c. ( gorrotoa) to bring about, stir up, cause, give rise to ; eztabaida horiek gorrotoa dakarte those arguments cause hatred

d. gogora \ekarri to remind ; egoera horrek Lehenengo Mundu Gerra gogora dakarkit that reminds me of the First World War

4. ( aipatu, aitatu) to quote, cite; ekartzen dizkizut haren hitz berak I'll quote you his very words ; istorioak ekartzen du the story mentions him ; nitaz dakarren lekutasuna the testimony referring to me

5.

a. ( lege) to invoke, evoke

b. ( salapen, e.a.) to bring ; ez zen salapena \ekarri the charge wasn't brought

6.

a. ( eman) to hand, pass; \ekarri plater hori! hand me that plate!

b. ( maitatasuna, obedientzia, e.a.) to have, bear; gurasoei obedientzia \ekarri behar diegu we must obey our parents ; gurasoei begirunea \ekarri behar diezu you must have respect for your parents ; gain-gaineko amodioa ekartzen dio she loves him intensely

7. ( suposatu) to mean; gerlak heriotza dakar berarekin war means death; horrek diru asko dakar berarekin that means a lot of money

8. ( sinestarazi) to bring round, persuade; nahi dudanera \ekarriko dut I'll bring her round to what I want

9. ( nozitu, oinazetu) to suffer ; min handiak \ekarri ditu she's suffered great pain

10. ( tratatu) to treat gogorki ekartzea mistreatment

11. ( itzuli) to translate (- ra: into)

12. ( landareak, alea) to bear, produce

13. ( gutxitu) to bring down, reduce nire zorra hutsera \\ erdira \ekarri nahi dut I want to bring my debt down to zero \\ by half

14. ( gertu izan) to be near; euria dakar it's going to rain | rain's just around the corner ; laster umea dakar she's going to have a baby soon

15. Mat. to multiply; bi hamarrek ekartzen dute hogei two multiplied by ten equals twenty

16. ( joera ukan) to tend towards; hordikeriara \ekarria with a propensity for drunkenness

17. Kir. (pilota) to return; aise \ekarri\\\ekarridu Galartzak sakez botatakoa he easily returned Galartza's serve

18. ( jarraitu) to follow egunak eguna eta ez dira elkar iduriak one day follows the next and they're not alike Oharra: ekarri duten esaerak aurkitzeko, bila itzazu izenaren, adjektiboaren eta abarren adieran, adib., gogora ekarri aurkitzeko, bila ezazu gogora adieran

Euskara Ingelesa hiztegiaren > ekarri
14 piece

1. [pi:s] n
1. 1) кусок; часть

a piece of bread - кусок хлеба

a piece of paper - лист(ок) /клочок/ бумаги

to tear off a small piece of paper - оторвать клочок бумаги

to take to pieces - разобрать на (составные) части

to take a machine to pieces - разобрать /демонтировать/ машину

to take a dress to pieces - распороть платье

a piece of the road is now under repair - один участок дороги сейчас ремонтируется

a piece out of the book - отрывок из книги

there is one piece missing - одной части не хватает

piece by piece - а) по кускам; по частям; б) постепенно

in /of/ one piece - целым куском, целиком

2) pl обломки; осколки

in pieces - а) разбитый на куски

the statue was in pieces - статуя была разбита на мелкие кусочки; б) расколовшийся; полный противоречий

I am torn in pieces - меня раздирают противоречия

the army at once fell in pieces - армия сразу же распалась

to pieces - на части; вдребезги

to break smth. (in)to pieces - разбить что-л. вдребезги

the tea-pot fell and was broken to pieces - чайник упал и разбился вдребезги

to burst /to fly/ to pieces - разлететься на мелкие кусочки

to come /to fall, to go/ to pieces - а) разбиться вдребезги; развалиться на части; his clothes are coming /falling/ to pieces - его одежда превращается в лохмотья; б) погибнуть, пропасть

when he heard of his son's death he went to pieces - когда он узнал, что его сын погиб, он стал сам не свой; things are going to pieces - всё идёт к чёрту; в) распадаться

following the election defeat the party went to pieces - после поражения на выборах в партии произошёл раскол; under cross-examination his story went to pieces - на перекрёстном допросе все его объяснения рухнули; г) потерять присутствие духа, «сломаться»

in the second half the team went all to pieces - во второй половине игры команда выдохлась

to pull /to tear/ to pieces - разорвать на мелкие кусочки, растерзать ( жертву)

to pull /to tear/ smb. to pieces - беспощадно критиковать кого-л.

they will tear you to pieces! - вас же растерзают!

to tear an argument to pieces - (начисто) разбить довод

2. участок

he has bought a piece of land - он приобрёл участок земли

a piece of potatoes - участок под картофелем

piece of water - водоём, бассейн, пруд

3. штука, кусок; определённое количество

a piece of wall-paper - кусок /рулон/ обоев

a piece of calico is 28 yards - в куске коленкора 28 ярдов

per /by the/ piece - поштучно

to sell goods by the piece - продавать товары поштучно /штуками/

4. отдельный предмет, штука

the /each, every/ piece - каждая штука

a piece of clothing - предмет одежды

a piece of furniture - мебель ( отдельная вещь)

a piece of plate - предмет из сервиза

a dinner service of 50 pieces - обеденный сервиз из 50 предметов

he was turning a piece of china in his hands - он вертел в руках фарфоровую вещицу

a rare piece of architecture - редкое произведение зодчества

she was allowed to take one piece of luggage - ей разрешили взять только одно место багажа

5. 1) картина; произведение искусства

a piece of art - художественное произведение

two allegorical pieces by Holbein - две аллегорические картины Гольбейна

the finest pieces of his collection - лучшие вещи в его коллекции

a museum piece - музейная вещь /редкость/

2) короткое литературное произведение

a piece of poetry - стихотворение

he began to write theatrical pieces - он начал писать пьесы для театра

to speak /to say, to recite/ a piece - а) продекламировать стихотворение; прочитать отрывок; б) выступать с речью и т. п.

3) статья, заметка, сообщение

6. муз. пьеса

to play a piece - сыграть пьесу

7. монета (тж. a piece of money)

penny piece - пенни

two penny piece - монета в два пенни

crown piece - крона, монета в одну крону

they did not have a penny piece between them - у них не было ни гроша за душой

a piece of gold [of silver] - золотая [серебряная] монета

8. 1) шашка; фишка ( в играх)

2) шахм. фигура

pawns and pieces - пешки и фигуры

heavy [minor] pieces - тяжёлые [лёгкие] фигуры

9. 1) воен. огневое средство; орудие, винтовка, пистолет и т. п.

piece of ordnance - артиллерийское орудие

2) амер. разг. пистолет, «пушка»

10. спорт. гимнастический снаряд

11. деталь; обрабатываемое изделие

12. вставка, заплата

13. бочонок вина

14. амер. лёгкий второй завтрак

15. диал. кусок, ломоть хлеба

she had nothing more than a piece all day - за весь день она съела лишь кусок хлеба

16. образец, пример (поведения и т. п.)

a piece of bravery - образец храбрости

a piece of impudence /of insolence, of impertinence/ - пример /образец/ наглости

a piece of carelessness - небрежность

a piece of extravagance - расточительность

17. в выражениях:

a piece of news - новость

a piece of bad news - неприятная новость

an interesting piece of news - интересная новость

a piece of (good) luck - удача

a piece of in justice - несправедливость

a piece of nonsense - чепуха

these pieces of advice were no good - эти советы никуда не годились

18. разг. девушка, женщина

a pretty (nice) piece - милашка

a saucy piece - дерзкая девчонка

19. преим. амер. место, вещь; багаж

the cases in which pieces go astray are rare - случаи, когда багаж попадает не по адресу, редки

20. амер. разг. доля, пай (в каком-л. предприятии)

21. (the piece) разг. дело, вопрос

he will fight the piece out with you - он этого так не оставит

♢ a piece of cake - пустячное дело; ≅ раз плюнуть

a piece of work - а) (отдельно выполненная) работа, произведение; a splendid piece of work - великолепная работа; it will be a tedious piece of work - это будет очень скучная работа; б) трудное дело; this translation is such a piece of work - этот перевод - трудное дело; в) шум, скандал; he kept jawing us, and making a piece of work all the time - он всё время ругал нас и скандалил без конца; г) презр. тип, человек

he is a nasty piece of work - до чего мерзкий тип

he is a bossy piece - этот тип любит командовать

I hate this man, he is such a forward piece - терпеть не могу этого человека, он такой наглец

thirty pieces of silver - библ. тридцать сребреников

piece of flesh - груб. «товар», бабёнка, девка

piece of muslin /of calico/ - «юбка», девушка, женщина

a piece of change /of jack/ - амер. хороший куш, кругленькая сумма

to make a nice piece of jack - огрести кругленькую сумму

(all) of a piece, of one piece with - а) такой же, того же качества; they are all of a piece - все они одним миром мазаны; the harness and the horse were all of a piece - и упряжь была под стать лошади; б) целиком (и полностью); an expedition like this must be all of a piece in the leader's hand - такая экспедиция должна целиком находиться под контролем начальника; в) образующий единое целое; гармонирующий; the hangings are of a piece with the furniture - занавеси прекрасно подходят к мебели; г) в соответствии с (чем-л.)

his conduct is of a piece with his words - у него слова не расходятся с делом

all to pieces - а) измученный, в изнеможении; б) разорившийся; в) амер. совершенно, полностью, с начала до конца

to know smth. all to pieces - знать что-л. в совершенстве; ≅ знать что-л. как свои пять пальцев

I know him all to pieces - ≅ я знаю его как облупленного

to say one's piece - высказаться

to hit smb. to pieces - ошеломить кого-л.

to puzzle smb. to pieces - поставить кого-л. в тупик
2. [pi:s] v
1. 1) соединять (в единое целое; тж. piece together); собирать из кусочков; надставлять ( одежду; тж. piece down)

to piece a quilt - сшить лоскутное одеяло

to piece a cable - соединять концы кабеля

2) refl присоединяться; объединяться

she has pieced herself to the strongest side - она присоединилась к сильнейшей стороне

2. чинить, латать, штопать

she was piecing the skirt with a patch of black silk - она латала юбку куском чёрного шёлка

3. текст. присучивать ( нить)

4. разг. хватать куски, перехватить (перед обедом и т. п.)

НБАРС > piece
15 tirar

v.

1 to throw.

tirar algo a algo/alguien to throw something to something/somebody (para que lo agarre) to throw something at something/somebody (para hacer daño)

tírame una manzana throw me an apple

Ella tira bolas She throws balls.

2 to drop (dejar caer) (object).

3 to knock over (derribar) (botella, lámpara).

4 to throw away.

tirar algo a la basura to throw something away

eso es tirar el dinero that's a complete waste of money

5 to fire (disparar) (bala, misil).

tirar una foto to take a picture

6 to play (jugar) (carta).

7 to take (sport) (falta, penalti).

tirar a gol to shoot, to have a shot at goal

8 to print.

La imprenta tiró la primera edición The printer printed the first edition.

9 to fail (informal) (suspender).

10 to shoot.

tirar a matar to shoot to kill

11 to have a pull (informal) (atraer).

me tira la vida del campo I feel drawn toward life in the country

tirar de algo to attract something

12 to draw (cigarrillo, chimenea).

13 to go, to work (informal) (funcionar).

14 to go, to head.

tira por esa calle go up o take that street

15 to (have one's) go.

16 to kick (sport) (con el pie).

17 to last.

18 to knock down, to break down, to batter down.

La policía tiró la puerta The police broke down the door.

19 to pull.

El tractor tira fuerte The tractor pulls hard.

* * *

tirar

► verbo transitivo

1 (echar) to throw, fling

2 (dejar caer) to drop

3 (desechar) to throw away

4 (derribar) to knock down; (casa, árbol) to pull down

5 (derramar) to spill

6 (vaso, botella) to knock over

7 (estirar) to pull

8 (imprimir) to print

9 (hacer - foto) to take; (línea, plano) to draw

10 (un tiro) to fire; (una bomba) to drop; (cohete) to launch

11 (beso) to blow; (pellizco) to give; (patada, coz) to kick

12 DEPORTE to take

13 figurado (malgastar) to waste, squander

14 familiar figurado (suspender) to fail

► verbo intransitivo

1 (cuerda, puerta) to pull (de, -)

2 (carreta, carro) to draw (de, -)

3 (atraer) to draw, attract

4 (estufa, chimenea) to draw

5 (en juegos) to be a player's move, be a player's turn

■ tira él it's his turn

6 familiar (funcionar) to work, run

■ esto ya no tira this doesn't work any more

7 familiar (durar) to last

■ con esta reparación tirará un par de meses after these repairs it'll last for a couple of months

8 (quedar estrecho) to be tight on

■ esta camisa me tira de la espalda this shirt's tight on me

9 figurado (tender) to tend (a, towards); (ser un poco) to be a bit

■ tira a verde it's greenish in colour

■ tira a dulce it's a bit sweet

10 familiar figurado (atraer) to attract, appeal

■ no le tira la mecánica mechanics doesn't appeal to him

11 figurado (inclinarse) to be attracted (a/hacia, to), be drawn (a/hacia, to)

■ esta chica tira hacia las artes this girl is drawn to the arts

12 figurado (parecerse) to take after (a, -)

■ tira a su padre she takes after her father

13 figurado (ir) to go, turn

■ tira a la derecha turn right

14 figurado (mantenerse) to get by, get along

■ ella tira con poco dinero she gets by with little money

15 (disparar) to shoot, fire

16 DEPORTE (fútbol) to shoot; (ciclismo) to set the pace

► verbo pronominal tirarse

1 (lanzarse) to throw oneself, hurl oneself

2 (abalanzarse) to rush ( sobre, at), jump ( sobre, on)

3 (tumbarse) to lie down

4 familiar (tiempo) to spend

■ se tiró una hora en la ducha he spent an hour in the shower

5 argot (fornicar) to lay (a, -)

\

FRASEOLOGÍA

a todo tirar figurado at the most, at the latest

ir tirando (espabilarse) to manage, get by 2 (tener buena salud) to be okay

tira y afloja figurado give and take

tirando familiar so-so

tirar abajo (gen) to demolish, pull down 2 (puerta) to smash in

tirar al blanco to shoot at a target

tirar de familiar to use

■ cuando no tiene dinero tira de tarjeta when he hasn't got any money he uses his credit card

tirar a alguien de la lengua figurado to draw somebody out

tirar de cartera to dip into one's wallet

tirar la casa por la ventana figurado to spare no expense, push the boat out

tirar la primera piedra figurado to cast the first stone

tirar una moneda al aire to toss a coin

tirarse de cabeza al agua to dive into the water

* * *

verb

1) to throw, hurl, toss

2) throw away

3) shoot, fire

4) pull, draw

5) attract

6) print

•

- ir tirando
- tirar a
- tirar de la cadena
- tirar para
* * *
Para las expresiones como tirar de la lengua, tirar de la manta, tirar por la borda, tirar por tierra, ver la otra entrada.
1. VERBO TRANSITIVO

1) (=lanzar) to throw

tiró un papel por la ventanilla — he threw a piece of paper out of the window

tirar algo a algn — [para que lo coja] to throw sth to sb; [para hacer daño] to throw sth at sb

tírame la pelota — throw me the ball

les tiraban piedras a los soldados — they were throwing stones at the soldiers

me tiró un beso — she blew me a kiss

2) (=derribar) [+ edificio] to pull down; [+ jarrón, silla, estatua] to knock over; [+ pared, verja] to knock down

van a tirar la casa — they are going to demolish {o} pull down the house

la moto la tiró al suelo — the motorbike knocked her over

el viento ha tirado la valla — the wind has knocked the fence down

¡abre, o tiro la puerta abajo! — open up, or I'll break the door down!

3) (=dejar caer) to drop

tropezó y tiró la bandeja — she tripped and dropped the tray

han tirado muchas bombas en la capital — many bombs have been dropped on the capital

4) (=desechar) to throw away

no tires las sobras, que se las voy a dar al perro — don't throw away the leftovers, I'll give them to the dog

tira las sobras a la basura — throw the leftovers in the bin

no tires el aceite por el sumidero — don't tip {o} pour the oil down the drain

estos pantalones están para tirarlos — these trousers have had it, these trousers are about ready for the dustbin

no hay que tirar la comida — you shouldn't waste food

5) (=malgastar) [+ dinero] to waste; [+ fortuna] to squander

has tirado el dinero comprando eso — it was a waste of money buying that, you wasted your money buying that

6) (=disparar) [+ tiro] to fire; [+ flecha] to shoot; [+ cohete] to launch, fire

el aparato tira el proyectil a 2.000m — the machine throws the projectile 2,000m

7) [+ foto] to take

8) (=dar, pegar)

deja ya de tirar patadas — stop kicking

la mula le tiró una coz — the mule kicked him {o} gave him a kick

¡mamá, Carlos me ha tirado un mordisco! — Carlos has bitten me, Mum!

9) (Tip) (=imprimir) to print, run off

10) (=trazar) [+ línea] to draw, trace

11) * (=suspender)

ya me han vuelto a tirar en química — I've failed chemistry again, I've flunked chemistry again ( esp EEUU) *

12) And (=usar) to use

tirar brazo — to swim

13) And, Caribe, Cono Sur (=acarrear) to cart, haul, transport

14)

• tirarla [de] — † (=dárselas de) to fancy oneself as, pose as

2. VERBO INTRANSITIVO

1) [haciendo fuerza]

a) (=traer hacia sí) to pull

¡tira un poco más fuerte! — pull a bit harder!

• tirar [de] — [+ soga, cuerda] to pull

tire de ese cabo — pull that end

¡no le tires de la trenza a tu hermana! — don't pull your sister's pigtail!

tirar de la cadena (del wáter) — to flush the toilet, pull the chain

tirar de la manga a algn — to tug at sb's sleeve

tirar — Esp [en puerta etc] pull

tire — LAm [en puerta etc] pull

b) (=llevar tras sí)

• tirar [de] — to pull

un burro tiraba de la carreta — a donkey was pulling the cart along, the cart was drawn by a donkey

los niños tiraban del trineo — the children were pulling the sledge along

2) * (=atraer)

no le tira el estudio — studying does not appeal to him, studying holds no attraction for him

la patria tira siempre — one's native land always exerts a powerful pull

3) (=estar tirante) [ropa] to be tight

este vestido tira un poco de aquí — this dress is a bit tight here

me tira de sisa — it's tight round my armpits

4) (=usar)

• tirar [de] — [+ espada, navaja] to draw

tiraron de cuchillos — they drew their knives

tiramos de diccionario y lo traducimos en un minuto — * if we use a dictionary it will just take a minute to translate

5) (=disparar) to shoot

¡no tires! — don't shoot!

tirar con bala — to use live ammunition

• tirar al [blanco] — to aim

• tirar a [matar] — to shoot to kill

los guardas tiraban a matar — the guards were shooting to kill

mi jefa es de las que tiran a matar — my boss is the sort of person who goes for the kill

6) (Dep) [con balón] to shoot; [con fichas, cartas etc] to go, play

¡tira! — shoot!

tiró fuera de la portería — he shot wide of the goal

tira tú ahora — it's your go now

• tirar a [puerta] — Esp to shoot at goal

7) * (=arreglárselas) to get by

podemos tirar con menos dinero — we can get by on less money

ir tirando — to get by, manage

-¿qué tal esa salud? -vamos tirando — "how's your health?" - "we're getting by"

8) (=funcionar) [motor] to pull; [chimenea, puro] to draw, pull

el motor no tira — the engine isn't pulling

esta moto no tira — there's no life in this motorbike

9) (=ir) to go

tire usted adelante — go straight on

¡tira de una vez! — get on with it!, go on, then!

tirar a la derecha — to turn right

tirar por una calle — to turn down a street, go off along a street

10) * (=durar) to last

esos zapatos tirarán todavía otro invierno — those shoes will last another winter yet

11) [seguido de preposición]
tirar a (=tender)
tiene el pelo rubio tirando a rojizo — he has reddish blond hair

es mediocre tirando a malo — it's middling to bad, it's mediocre verging on bad

tira más bien a cuidadoso — he's on the careful side

tira a su padre — he takes after his father
tirar para (=aspirar a ser)
la pequeña tira para actriz — the little girl has ambitions of becoming an actress

tira para médico — he's attracted towards a career in medicine

12)

- a todo tirar

nos queda gasolina para 20km a todo tirar — we have only enough petrol for 20kms at the most {o} at the outside

llegará el martes a todo tirar — he'll arrive on Tuesday at the latest

13) LAm *** [sexualmente] to screw ***

3.

See:

tirarse

* * *
1.
verbo transitivo

1)

a) ( arrojar) to throw

tiró la pelota al aire — he threw the ball up in the air

no tires los papeles al suelo — don't throw o drop the wrappers on the ground

tirarle algo a alguien — ( para que lo agarre) to throw somebody something; ( con agresividad) to throw something at somebody

tírame las llaves — throw me the keys

me tiró una piedra — she threw a stone at me

le tiró los brazos — he stretched his arms out to her

tirarle un beso a alguien — to blow somebody a kiss

b) (desechar, deshacerse de) to throw out o away

estos zapatos ya están para tirar(los) — these shoes are about ready to be thrown away o out

c) ( desperdiciar) to waste

qué manera de tirar el dinero! — what a waste of money!

2)

a) ( hacer caer) to knock over

cuidado, que vas a tirar la leche! — be careful, you're going to knock the milk over!

tiró el jarrón al suelo de un codazo — he knocked the vase off the table (o shelf etc) with his elbow

b) ( derribar) to knock down

van a tirar (abajo) esta pared — they're going to knock this wall down

tiraron la puerta abajo — they broke the door down

3)

a) < bomba> to drop; < cohete> to fire, launch; < flecha> to shoot; < tiros> to fire

b) < foto> to take

4) (AmL) ( atrayendo hacia sí) to pull

tiró la cadena — he pulled the chain

no le tires el pelo — don't pull her hair

le tiró la oreja — she tweaked his ear

le tiraba la manga — he was tugging at her sleeve

5) (Impr) to print, run off

6) (Mat) < línea> to draw

7) (Chi) < lotería> to draw the winning number in; < rifa> to draw
2.
tirar vi

1) ( atrayendo hacia sí) to pull

tirar de algo — to pull something

tirar de la cadena — to pull the chain

no le tires del pelo — don't pull her hair

dos caballos tiraban del carro — the cart was drawn by two horses

le tiró de la oreja — she tweaked his ear

2) ( atraer)

le sigue tirando México — she misses Mexico

la sangre tira — blood is thicker than water

no le tira el deporte — he's not interested in sports

3)

a) ( disparar) to shoot

no tiren! — don't shoot!

le tiró a traición — she shot him in the back

tirar a dar — to shoot to wound ( not to kill)

tirar al blanco — to aim at the target

tirar a matar — to shoot to kill

b) (Dep) to shoot

tirar al arco (AmL) or (Esp) a puerta — to shoot at goal

tirando por lo bajo/alto — at the (very) least/most

c) (Jueg) ( descartarse) to throw away; ( en juegos de dados) to throw; ( en dardos) to throw; ( en bolos) to bowl

4)

a) chimenea/cigarro to draw

b) coche/motor to pull

5)

a) (fam) ( arreglárselas) to get by

con $100 podemos tirar — with $100 we could get by

b) tirando gerundio (fam)

ganamos poco pero vamos tirando — we don't earn much but we're managing

¿qué tal andas? - tirando... — how are things? - not too bad

6) (Esp fam) ( desplazarse)

vamos, tira — get a move on

si tiras para atrás cabe otro coche — if you back up a bit we can get another car in

tira (p'alante) no te pares — keep going don't stop now

tira por esta calle abajo — go o turn down this street

7) (AmL vulg) ( en sentido sexual) to screw (vulg), to fuck (vulg)

8) tirar a ( tender a)

tira más bien a azul — it's more of a bluish color

un erotismo que tira a pornográfico — an eroticism which verged on the pornographic

es de estatura normal, tirando a bajito — he's average to short in height

los niños tiran más a la madre — the children take after their mother more
3.
tirarse v pron

1)

a) (lanzarse, arrojarse) (+ compl) to throw oneself

tirarse en paracaídas — to parachute; ( en emergencia) to bale out

tirarse al agua — to dive/jump into the water

tirarse del trampolín — to dive off the springboard

tirarse de cabeza — to dive in, to jump in headfirst

se le tiró a los brazos — she threw herself into his arms

b) (AmL) ( tumbarse) to lie down

tirárselas de algo — (AmL fam)

se las tira de valiente — he makes out he's so brave

2) (fam) <horas/días> to spend

se tiró dos años escribiéndolo — he spent two years writing it

3) (vulg) ( en sentido sexual)

tirarse a alguien — to screw somebody (vulg), to lay somebody (sl)

4) (fam) ( expulsar)

tirarse un pedo — to fart (sl)

tirarse un eructo — to burp (colloq)

5) (Col fam) ( echar a perder) to ruin

el aguacero se tiró el paseo — the downpour ruined our walk

se tiró el examen — he flunked the exam (colloq)

* * *

= dump, haul, run off, throw, throw out, throw away, tear down, toss out, fling, toss, pull down, knock down, jettison, pitch, turf out, toss away, hurl, chuck + Nombre + out.

Ex. The books may simply be laid before the librarian as they are found, ' dumped in his lap', as one writer puts it.

Ex. However, he would prefer a binding that will stand up to being stuffed into after-hours book drops and being hauled from one library to another.

Ex. Not only are they the same work, they were run off from the same plates.

Ex. The point to be made for the novice abstractor is that editors are not ghouls who must be thrown raw meat before a check is issued.

Ex. Well, I happened to inherit a full set of Trollope, and I had the guts to throw it out.

Ex. The person who never throws away a newspaper is regarded as an eccentric; the person who never throws away a book is more likely to be regarded as a bibliophile no matter what the resulting motley assortment of books may be.

Ex. A group opposing the incumbent alderman decided that the board's feasibility study amounted to a covert plan to tear down the house that served as the library and erect an ugly building.

Ex. In preparation for computerization, let us not toss out old standards that were good.

Ex. A gust of wind flung a powder of snow from the window-sill into the room.

Ex. Everything being online, the exquisite oaken cabinets housing the card files were tossed.

Ex. Evacuation of the building was followed by a recovery process which included covering stacks with plastic, locating damaged books, pulling down water-soaked ceiling tiles and removing computer terminals.

Ex. Your note attempts to knock down an assertion not made.

Ex. The whole usually has more meaning than the sum of its parts, but care must be taken not to jettison some of the more subtle parts.

Ex. They pitched him unceremoniously out of the window, laming him for life, on a brick pavement below.

Ex. You will be disliked and turfed out as a sacrificial goat once your job is done but there will be many others queuing up for your services.

Ex. It's a waste to toss them away, so I decided to make them into this pair of lovely bobby pins.

Ex. Palestinians hurled Molotov cocktails Friday at Israeli soldiers operating south of Nablus, the army said.

Ex. Now to start chucking out stuff that I don't need; being a bit of a magpie, that might be difficult!.

----

* cuchillo de usar y tirar = disposable knife.

* de tirar la piedra y esconder la mano = hit-and-run.

* de usar y tirar = disposable, throwaway, single-use.

* introducir tirando = haul in.

* ir tirando = shuffle along, tick over, muddle along, keep + the wolves from the door.

* persona que tira basura al suelo = litterbug, litter lout.

* plato de usar y tirar = disposable plate.

* sacar tirando = haul out.

* seguir tirando el dinero = throw + good money after bad.

* servilleta de usar y tirar = disposable napkin.

* tenedor de usar y tirar = disposable fork.

* tirando a bajo = shortish.

* tirando a corto = shortish.

* tirando a marrón = brownish.

* tirando a morado = purplish.

* tirar a Alguien al suelo = knock + Nombre + to the ground, knock + Nombre + to the floor.

* tirar a Alguien al suelo de un golpe = knock + Nombre + to the floor, knock + Nombre + to the ground.

* tirar a lo bajo = low-ball.

* tirar al suelo = upset.

* tirar a matar = go for + the jugular, deadly force, shoot to + kill.

* tirar bombas = bomb.

* tirar de = pull (at/on/from), tug, pull back, lug, leverage.

* tirar de la cadena = flush + the toilet.

* tirar de la cisterna = flush + the toilet.

* tirar de la manta = let + the cat out of the bag, blow + the gaff, spill + the beans.

* tirar de las orejas = tell + Nombe + off.

* tirar del carro = pull + Posesivo + (own) weight, pull together, lend + a (helping) hand, put + Posesivo + shoulder to the wheel, set + Posesivo + shoulder to the wheel, muck in, pitch in.

* tirar de una manivela = pull + lever.

* tirar de una palanca = depress + lever.

* tirar dinero y esfuerzo por la borda = be money and effort down the drain.

* tirar el dinero = throw + Posesivo + money down the drain.

* tirar el dinero por la ventana = be money and effort down the drain, throw + Posesivo + money down the drain, be money down the drain.

* tirar la casa por la ventana = lash out (on), go to + town on.

* tirar la esponja = throw in/up + the sponge.

* tirar la toalla = throw in + the towel.

* tirar ligeramente de = tug on.

* tirar los tejos = flirt, throw + hints.

* tirar piedras contra tu propio tejado = cut + the branch + you sit on, cut + the branch + you sit on, cut off + Posesivo + nose to spite + Posesivo + face.

* tirar por el desagüe = pour down + the drain.

* tirarse a la calle = go out on + the road.

* tirarse a la jugular = go for + the jugular.

* tirarse a la piscina = take + a dive.

* tirarse a las calles = spill (out) into + the streets.

* tirarse con ala delta = hang-glide.

* tirarse de cabeza = jump in + head first, dive in, dive + head-first.

* tirarse de las barbas = tear + Posesivo + hair out.

* tirarse de los pelos = tear + Posesivo + hair out.

* tirarse en paracaídas = parachute.

* tirarse flores = blow + Posesivo + own trumpet.

* tirarse piedras contra el propio tejado = shoot + Reflexivo + in the foot.

* tirarse una plancha = put + Posesivo + foot in it, put + Posesivo + foot in + Posesivo + mouth, stick + Posesivo + foot in it, drop + a clanger, drop + a bollock, make + a blunder, make + a bloomer, blunder.

* tirarse un eructo = belch, burp.

* tirarse un farol = bullshit.

* tirarse un pedo = fart, trump, break + wind, trumpet.

* * *
1.
verbo transitivo

1)

a) ( arrojar) to throw

tiró la pelota al aire — he threw the ball up in the air

no tires los papeles al suelo — don't throw o drop the wrappers on the ground

tirarle algo a alguien — ( para que lo agarre) to throw somebody something; ( con agresividad) to throw something at somebody

tírame las llaves — throw me the keys

me tiró una piedra — she threw a stone at me

le tiró los brazos — he stretched his arms out to her

tirarle un beso a alguien — to blow somebody a kiss

b) (desechar, deshacerse de) to throw out o away

estos zapatos ya están para tirar(los) — these shoes are about ready to be thrown away o out

c) ( desperdiciar) to waste

qué manera de tirar el dinero! — what a waste of money!

2)

a) ( hacer caer) to knock over

cuidado, que vas a tirar la leche! — be careful, you're going to knock the milk over!

tiró el jarrón al suelo de un codazo — he knocked the vase off the table (o shelf etc) with his elbow

b) ( derribar) to knock down

van a tirar (abajo) esta pared — they're going to knock this wall down

tiraron la puerta abajo — they broke the door down

3)

a) < bomba> to drop; < cohete> to fire, launch; < flecha> to shoot; < tiros> to fire

b) < foto> to take

4) (AmL) ( atrayendo hacia sí) to pull

tiró la cadena — he pulled the chain

no le tires el pelo — don't pull her hair

le tiró la oreja — she tweaked his ear

le tiraba la manga — he was tugging at her sleeve

5) (Impr) to print, run off

6) (Mat) < línea> to draw

7) (Chi) < lotería> to draw the winning number in; < rifa> to draw
2.
tirar vi

1) ( atrayendo hacia sí) to pull

tirar de algo — to pull something

tirar de la cadena — to pull the chain

no le tires del pelo — don't pull her hair

dos caballos tiraban del carro — the cart was drawn by two horses

le tiró de la oreja — she tweaked his ear

2) ( atraer)

le sigue tirando México — she misses Mexico

la sangre tira — blood is thicker than water

no le tira el deporte — he's not interested in sports

3)

a) ( disparar) to shoot

no tiren! — don't shoot!

le tiró a traición — she shot him in the back

tirar a dar — to shoot to wound ( not to kill)

tirar al blanco — to aim at the target

tirar a matar — to shoot to kill

b) (Dep) to shoot

tirar al arco (AmL) or (Esp) a puerta — to shoot at goal

tirando por lo bajo/alto — at the (very) least/most

c) (Jueg) ( descartarse) to throw away; ( en juegos de dados) to throw; ( en dardos) to throw; ( en bolos) to bowl

4)

a) chimenea/cigarro to draw

b) coche/motor to pull

5)

a) (fam) ( arreglárselas) to get by

con $100 podemos tirar — with $100 we could get by

b) tirando gerundio (fam)

ganamos poco pero vamos tirando — we don't earn much but we're managing

¿qué tal andas? - tirando... — how are things? - not too bad

6) (Esp fam) ( desplazarse)

vamos, tira — get a move on

si tiras para atrás cabe otro coche — if you back up a bit we can get another car in

tira (p'alante) no te pares — keep going don't stop now

tira por esta calle abajo — go o turn down this street

7) (AmL vulg) ( en sentido sexual) to screw (vulg), to fuck (vulg)

8) tirar a ( tender a)

tira más bien a azul — it's more of a bluish color

un erotismo que tira a pornográfico — an eroticism which verged on the pornographic

es de estatura normal, tirando a bajito — he's average to short in height

los niños tiran más a la madre — the children take after their mother more
3.
tirarse v pron

1)

a) (lanzarse, arrojarse) (+ compl) to throw oneself

tirarse en paracaídas — to parachute; ( en emergencia) to bale out

tirarse al agua — to dive/jump into the water

tirarse del trampolín — to dive off the springboard

tirarse de cabeza — to dive in, to jump in headfirst

se le tiró a los brazos — she threw herself into his arms

b) (AmL) ( tumbarse) to lie down

tirárselas de algo — (AmL fam)

se las tira de valiente — he makes out he's so brave

2) (fam) <horas/días> to spend

se tiró dos años escribiéndolo — he spent two years writing it

3) (vulg) ( en sentido sexual)

tirarse a alguien — to screw somebody (vulg), to lay somebody (sl)

4) (fam) ( expulsar)

tirarse un pedo — to fart (sl)

tirarse un eructo — to burp (colloq)

5) (Col fam) ( echar a perder) to ruin

el aguacero se tiró el paseo — the downpour ruined our walk

se tiró el examen — he flunked the exam (colloq)

* * *

tirar(de)

(v.) = pull (at/on/from), tug, pull back, lug, leverage

Ex: Do not push or pull on the disc drawer.

Ex: Do not pull a book from the shelf by forcefully tugging the top of the spine.

Ex: The three monkeys used in this study chose the left arm as the leading arm to reach out and pull back a spring-loaded drawer containing a food morsel.

Ex: He had a tough time lugging his lumpy, oversized travelbag onto the plane and stuffing it in the overhead bin.

Ex: Information seeking in electronic environments will become a collaboration among end user and various electronic systems such that users leverage their heuristic power and machines leverage algorithmic power.

= dump, haul, run off, throw, throw out, throw away, tear down, toss out, fling, toss, pull down, knock down, jettison, pitch, turf out, toss away, hurl, chuck + Nombre + out.

Ex: The books may simply be laid before the librarian as they are found, ' dumped in his lap', as one writer puts it.

Ex: However, he would prefer a binding that will stand up to being stuffed into after-hours book drops and being hauled from one library to another.

Ex: Not only are they the same work, they were run off from the same plates.

Ex: The point to be made for the novice abstractor is that editors are not ghouls who must be thrown raw meat before a check is issued.

Ex: Well, I happened to inherit a full set of Trollope, and I had the guts to throw it out.

Ex: The person who never throws away a newspaper is regarded as an eccentric; the person who never throws away a book is more likely to be regarded as a bibliophile no matter what the resulting motley assortment of books may be.

Ex: A group opposing the incumbent alderman decided that the board's feasibility study amounted to a covert plan to tear down the house that served as the library and erect an ugly building.

Ex: In preparation for computerization, let us not toss out old standards that were good.

Ex: A gust of wind flung a powder of snow from the window-sill into the room.

Ex: Everything being online, the exquisite oaken cabinets housing the card files were tossed.

Ex: Evacuation of the building was followed by a recovery process which included covering stacks with plastic, locating damaged books, pulling down water-soaked ceiling tiles and removing computer terminals.

Ex: Your note attempts to knock down an assertion not made.

Ex: The whole usually has more meaning than the sum of its parts, but care must be taken not to jettison some of the more subtle parts.

Ex: They pitched him unceremoniously out of the window, laming him for life, on a brick pavement below.

Ex: You will be disliked and turfed out as a sacrificial goat once your job is done but there will be many others queuing up for your services.

Ex: It's a waste to toss them away, so I decided to make them into this pair of lovely bobby pins.

Ex: Palestinians hurled Molotov cocktails Friday at Israeli soldiers operating south of Nablus, the army said.

Ex: Now to start chucking out stuff that I don't need; being a bit of a magpie, that might be difficult!.

* cuchillo de usar y tirar = disposable knife.

* de tirar la piedra y esconder la mano = hit-and-run.

* de usar y tirar = disposable, throwaway, single-use.

* introducir tirando = haul in.

* ir tirando = shuffle along, tick over, muddle along, keep + the wolves from the door.

* persona que tira basura al suelo = litterbug, litter lout.

* plato de usar y tirar = disposable plate.

* sacar tirando = haul out.

* seguir tirando el dinero = throw + good money after bad.

* servilleta de usar y tirar = disposable napkin.

* tenedor de usar y tirar = disposable fork.

* tirando a bajo = shortish.

* tirando a corto = shortish.

* tirando a marrón = brownish.

* tirando a morado = purplish.

* tirar a Alguien al suelo = knock + Nombre + to the ground, knock + Nombre + to the floor.

* tirar a Alguien al suelo de un golpe = knock + Nombre + to the floor, knock + Nombre + to the ground.

* tirar a lo bajo = low-ball.

* tirar al suelo = upset.

* tirar a matar = go for + the jugular, deadly force, shoot to + kill.

* tirar bombas = bomb.

* tirar de = pull (at/on/from), tug, pull back, lug, leverage.

* tirar de la cadena = flush + the toilet.

* tirar de la cisterna = flush + the toilet.

* tirar de la manta = let + the cat out of the bag, blow + the gaff, spill + the beans.

* tirar de las orejas = tell + Nombe + off.

* tirar del carro = pull + Posesivo + (own) weight, pull together, lend + a (helping) hand, put + Posesivo + shoulder to the wheel, set + Posesivo + shoulder to the wheel, muck in, pitch in.

* tirar de una manivela = pull + lever.

* tirar de una palanca = depress + lever.

* tirar dinero y esfuerzo por la borda = be money and effort down the drain.

* tirar el dinero = throw + Posesivo + money down the drain.

* tirar el dinero por la ventana = be money and effort down the drain, throw + Posesivo + money down the drain, be money down the drain.

* tirar la casa por la ventana = lash out (on), go to + town on.

* tirar la esponja = throw in/up + the sponge.

* tirar la toalla = throw in + the towel.

* tirar ligeramente de = tug on.

* tirar los tejos = flirt, throw + hints.

* tirar piedras contra tu propio tejado = cut + the branch + you sit on, cut + the branch + you sit on, cut off + Posesivo + nose to spite + Posesivo + face.

* tirar por el desagüe = pour down + the drain.

* tirarse a la calle = go out on + the road.

* tirarse a la jugular = go for + the jugular.

* tirarse a la piscina = take + a dive.

* tirarse a las calles = spill (out) into + the streets.

* tirarse con ala delta = hang-glide.

* tirarse de cabeza = jump in + head first, dive in, dive + head-first.

* tirarse de las barbas = tear + Posesivo + hair out.

* tirarse de los pelos = tear + Posesivo + hair out.

* tirarse en paracaídas = parachute.

* tirarse flores = blow + Posesivo + own trumpet.

* tirarse piedras contra el propio tejado = shoot + Reflexivo + in the foot.

* tirarse una plancha = put + Posesivo + foot in it, put + Posesivo + foot in + Posesivo + mouth, stick + Posesivo + foot in it, drop + a clanger, drop + a bollock, make + a blunder, make + a bloomer, blunder.

* tirarse un eructo = belch, burp.

* tirarse un farol = bullshit.

* tirarse un pedo = fart, trump, break + wind, trumpet.

* * *

tirar [A1 ]

vt

A

1 (lanzar, arrojar) to throw

¿quiénes estaban tirando piedras? who was throwing stones?

tiró la colilla por la ventanilla she threw the cigarette butt out of the window

tiró la pelota al aire he threw the ball up in the air

tiraban piedrecitas al río they were throwing stones into the river

no tires los papeles al suelo don't throw o drop the wrappers on the ground

tirarle algo A algn (para que lo agarre) to throw sth TO sb, to throw sb sth; (con agresividad) to throw sth AT sb

le tiró la pelota she threw him the ball, she threw the ball to him

tírame las llaves throw me the keys

me tiró una piedra she threw a stone at me

le tiraron un cubo de agua they threw a bucket of water over him

le tiró los brazos he put o stretched his arms out to her

tírale un beso blow him a kiss

2 (desechar, deshacerse de) to throw out o away

todo esto es para tirar all this can be thrown out o away, this is all going out ( colloq)

estos zapatos ya están para tirar(los) these shoes are about ready to be thrown away o out

¡que asco! tira eso inmediatemente a la basura ugh! throw that away right now!, ugh! put that in the garbage can ( AmE) o ( BrE) the bin right now!

3 (desperdiciar) to waste

¡qué manera de tirar el dinero! what a waste of money!

B (dejar en desorden) (+ compl):

no tiren los juguetes por todos lados don't leave o strew your toys all over the place

se quitó la camisa y la tiró en un rincón he took off his shirt and threw it into a corner

C

1 (hacer caer) to knock over

¡cuidado, que vas a tirar la leche! be careful, you're going to knock the milk over!

tiró el jarrón al suelo de un codazo he knocked the vase off the table ( o shelf etc) with his elbow

2 (derribar) to knock down

el perro se le echó encima y lo tiró al suelo the dog leaped up at him and knocked him to the ground o knocked him over

tiró todos los bolos de una vez he knocked all the pins down in one go

van a tirar (abajo) esta pared or van a tirar esta pared (abajo) they're going to knock this wall down

tiraron la puerta abajo they broke the door down

D

1 ‹bomba› to drop; ‹cohete› to fire, launch; ‹flecha› to shoot; ‹tiros› to fire

le tiraron tres tiros they shot at him three times, they fired three shots at him

2 ‹foto› to take

E (dar) ‹puñetazo› to throw

tiraba puñetazos a diestra y siniestra he was throwing punches o lashing out left and right ( AmE) o ( BrE) left, right and center

el perro me tiró un mordisco the dog snapped at me

no me tires más pellizcos stop pinching me

F ( AmL) (atrayendo hacia sí) to pull

tiró la cadena he pulled the chain

no le tires el pelo don't pull his hair

te voy a tirar las orejas I'm going to tweak your ears

le tiraba la manga she was tugging o pulling at his sleeve

G ( Impr) to print, run off

H ( Mat) ‹línea› to draw

I ( Chi)

1 ‹carrera› to start, give the starting signal for

2 ‹lotería› to draw the winning number in; ‹rifa› to draw

■ tirar

vi

A

1 (atrayendo hacia sí) to pull

¡vamos, tiren todos a una! come on, everybody pull together!

[ S ] tirar pull

tirar DE algo to pull sth

no le tires del pelo don't pull her hair

dos caballos tiraban del carro the cart was drawn by two horses

tirar de la cadena to pull the chain

le tiró de la manga she tugged o pulled at his sleeve

le tiró de la oreja she tweaked his ear

2 «vestido/blusa» to be (too) tight

me tira it's too tight on me

B

(atraer): le sigue tirando México she still hankers after o misses Mexico

no parece que le tiren mucho los deportes he doesn't seem to be very interested in o keen on sport

la sangre tira blood is thicker than water

C

1

(disparar): le tiró a traición she shot him in the back

¡no tiren! don't shoot!

le tiró al corazón he shot him through the heart

tirar a dar to shoot to wound ( not to kill)

tirar a matar (literal) to shoot to kill

(para ofender, atacar): cuando empieza a criticar, tira a matar when she starts criticizing you, she really goes for the jugular o she really sticks the knife in ( colloq)

siempre que me dice algo, tira a matar whenever he says anything to me, he goes all out to hurt me

2 ( Dep) to shoot

tirar al arco ( AmL) or ( Esp) a puerta to shoot at goal

tirando por lo bajo/alto at the (very) least/most

3 ( Jueg) (descartarse) to throw away, discard; (en juegos de dados) to throw; (en dardos) to throw; (en bolos) to bowl

D

1 «chimenea/cigarro» to draw

2 «coche/motor» to pull

E

1 ( fam) (llegar, sobrevivir) to get by

con $100 podríamos tirar hasta fin de mes with $100 we could get by until the end of the month

con este uniforme podrás tirar hasta fin de año this uniform will last you o ( colloq) will do you till the end of the year

2 tirando

ger ( fam): ¿qué tal andas? — ya lo ves, tirando … how are things? — well, you know, not too bad o we're getting by

no ganamos mucho pero vamos tirando we don't earn much but we're managing

F

( Esp fam) (seguir adelante): tira, que creo que no nos ha visto go on, I don't think he's seen us

vamos, tira come on, get moving o get a move on

si tiras para atrás cabe otro coche if you back up o go back a bit we can get another car in

tira (p'alante), no te pares ahora keep going, don't stop now

hay mucho que hacer pero entre todos podemos tirar p'alante there's a lot to be done but if we all pull together we can get through it

tira por esta calle abajo go o turn down this street

en cuanto nos vieron, tiraron por otro lado as soon as they saw us they went off in a different direction/they turned off up a different street

G ( AmL vulg) (en sentido sexual) to screw ( vulg), to fuck ( vulg)

H tirar a

(tender a): un amarillo fuerte tirando a naranja a bright orangish o ( BrE) orangy yellow

no es verde, tira más bien a azul it's not green, it's more of a bluish color

los precios son más bien tirando a caros the prices are a bit on the expensive o ( colloq) steep side

el erotismo de la película tiraba a pornográfico the eroticism in the film tended toward(s) o verged on the pornographic

los niños tiran más a la madre the children take after their mother more

es de estatura normal, tirando a bajito he's average to short in height

■ tirarse

v pron

A

1 (lanzarse, arrojarse) (+ compl) to throw oneself

se tiró por la ventana he threw himself o he leapt out of the window

tirarse en paracaídas to parachute

tirarse al agua to dive/jump into the water

tirarse del trampolín to dive off the springboard

tirarse de cabeza to dive in, to jump in headfirst

intentó tirarse del tren en marcha she tried to throw herself from o to jump off the train while it was moving

se le tiró a los brazos she threw herself into his arms

2 «coche/conductor» (+ compl) to pull over

se tiró bruscamente a un lado he swerved to one side

3 ( AmL) (tumbarse) to lie down

estoy agotada, me voy a tirar un rato I'm exhausted, I'm going to lie down for a while

tirárselas de algo (Col, RPl fam): se las tira de valiente he makes out he's so brave

B ( fam); ‹horas/días› to spend

nos hemos tirado media hora para encontrar la casa it's taken us half an hour to find the house

se tiró dos años escribiéndolo he spent two years writing it

se ha tirado una hora entera hablando por teléfono he's been on the phone for a whole hour, he's spent a whole hour on the phone

C ( vulg)

(joder): tirarse a algn to screw sb ( vulg), to fuck sb ( vulg), to lay sb (sl)

D ( fam)

(expulsar): tirarse un pedo to fart (sl), to pass wind

tirarse un eructo to belch, to burp ( colloq)

E ( Col fam) (echar a perder) to ruin

el aguacero se tiró el paseo the downpour washed out o ruined our walk

se tiró el examen he flunked the exam ( colloq)

* * *

tirar ( conjugate tirar) verbo transitivo
1
a) ( lanzar) to throw;

◊ tiró la pelota al aire he threw the ball up in the air;

tirarle algo a algn ( para que lo agarre) to throw sb sth;

( con agresividad) to throw sth at sb
b) ( desechar) to throw out o away

c) ( desperdiciar) to waste;

◊ ¡qué manera de tirar el dinero! what a waste of money!

2
a) ( hacer caer) ‹jarrón/silla› to knock over;

◊ el perro me tiró al suelo the dog knocked me over

b) ( derribar) ‹pared/puerta› to knock down

3
a) ‹ bomba› to drop;

‹ cohete› to fire, launch;
‹ flecha› to shoot
b) ‹ foto› to take

4 (AmL) ( atrayendo hacia sí) to pull;
◊ tiró la cadena he pulled the chain

verbo intransitivo
1 ( atrayendo hacia sí) to pull;
tirar de algo to pull sth;
◊ no le tires del pelo don't pull her hair

2
a) ( disparar) to shoot;

◊ tirar a matar to shoot to kill

b) (Dep) to shoot;

tirar al arco (AmL) or (Esp) a puerta to shoot at goal
c) (Jueg) ( descartarse) to throw away;

( en juegos de dados) to throw;
( en dardos) to throw;
( en bolos) to bowl
3
a) [chimenea/cigarro] to draw

b) [coche/motor] to pull

4
◊ tirando ger (fam): gano poco pero vamos tirando I don't earn much but we're managing;

¿qué tal andas? — tirando how are things? — not too bad
5
◊ tirar a ( tender a): tira más bien a azul it's more of a bluish color;

ella tira más a la madre she takes after her mother more
tirarse verbo pronominal
1
a) (lanzarse, arrojarse) to throw oneself;

◊ se tiró por la ventana he threw himself out of the window;

tirarse en paracaídas to parachute;

( en emergencia) to bale out;
◊ tirarse al agua to jump into the water;

tirarse de cabeza to dive in, to jump in headfirst
b) (AmL) ( tumbarse) to lie down

2 (fam) ‹horas/días› to spend;
◊ se tiró dos años escribiéndolo he spent two years writing it

3 (fam) ( expulsar):
◊ tirarse un pedo to fart (sl)

tirar
I verbo transitivo
1 (arrojar, echar) to throw: lo tiró al agua, he threw it into the water
no tires la cáscara al suelo, don't throw o drop the peel on the floor
(enérgicamente) to fling, hurl: lo tiró al fuego, she threw it on the fire
2 (deshacerse de) to throw out o away
tiré mis zapatos viejos, I threw my old shoes away
3 (malgastar) tiraste el dinero con esa joya falsa, you've wasted your money on that fake jewel
(despilfarrar) to squander
4 (hacer caer) to knock over: tiré el vaso, I knocked the glass over
5 (derribar a alguien) to knock o push over
tirar abajo (una pared, una puerta) to knock down
(demoler) to pull down
6 (una bomba) to drop
(un tiro, un cohete) to fire
7 (una foto) to take
8 Impr to print
II verbo intransitivo
1 (hacer fuerza hacia sí) to pull: no le tires del pelo, don't pull his hair
¡tira de la cuerda!, tug on the rope!
2 (disparar) to shoot
Dep to shoot
(dados, dardos) to throw
3 fam (gustar) le tira mucho el baloncesto, he's very keen on basketball
4 (tender) tira a azul, it's bluish
(parecerse) tira a su madre, she takes after her mother
5 fam (arreglárselas) ir tirando, to get by, manage
6 (ir) tira a la derecha, turn right
' tirar' also found in these entries:
Spanish:
aire
- bala
- borda
- calle
- casa
- esconder
- palanca
- toalla
- trapo
- apedrear
- arrojar
- basura
- blanco
- botar
- cadena
- crimen
- echar
- jalar
- pinta
- zumbar
English:
aim at
- archery
- bung
- cast
- chain
- chuck
- chuck away
- chuck out
- clearout
- dash
- drag
- draw
- fling
- flush
- haul
- heave
- keep
- knock off
- knock over
- lash out
- pitch
- pull
- pull on
- pull over
- putt
- run off
- shoot
- sling
- sling out
- splash out
- sponge
- strain
- throw
- throw aside
- throw away
- throw out
- toss
- toss away
- towel
- town
- trash
- tug
- turf out
- waste
- yank
- beat
- blow
- bring
- disposable
- ditch

* * *

tirar

♦ vt

1. [lanzar] to throw;

tiraron las gorras al aire they threw their caps (up) in the air;

tirar algo a alguien [para que lo agarre] to throw sth to sb;
[para hacer daño] to throw sth at sb;
tírame una manzana throw me an apple;

le tiró un beso she blew him a kiss;

le tiraban piedras a la policía they were throwing stones at the police

2. [dejar caer] [objeto] to drop;
[líquido] [derramar] to spill;
no tiren los papeles al suelo don't throw o drop the wrappers on the ground;

tiró las maletas y se tumbó en la cama she dropped her suitcases and lay down on the bed;

me has tirado salsa en el traje you've spilt some sauce on my suit

3. [derribar] [botella, lámpara] to knock over;
[muro, tabique, edificio] to knock down;
tiró la lámpara con un codo al pasar she knocked over the lamp with her elbow as she went by;

la violencia del choque la tiró al suelo the force of the collision knocked o hurled her to the floor;

esta pared habrá que tirarla we're going to have to knock this wall down

4. [desechar] to throw away o out;

tirar algo a la basura to throw sth out;

tíralo a la papelera throw it in the wastepaper basket;

esto está para tirarlo you/we/ etc should throw this away o out;

eso es tirar el dinero that's a complete waste of money

5. [arrastrar]
un carro tirado por bueyes an ox-drawn cart

6. [disparar] [balas, misiles, disparos] to fire;
[bomba] to drop; [petardo, cohete] to let off; [dardos, flechas] to shoot; Fam
tirar una foto to take a picture

7. [jugar] [carta] to play;
[dado] to throw
8. [en deportes] [falta, penalti] to take;
[balón] to pass
9. [imprimir] to print

10. [trazar] [línea] to draw

11. Fam [suspender] to fail, US to flunk;

me han tirado en geografía I've failed o US flunked geography

♦ vi

1. [disparar] to shoot;

tirar al aire to fire shots into the air;

tirar a dar to shoot to wound, not to kill;

tirar a matar [con arma] to shoot to kill;
[con comentario] to go for the jugular
2. [estirar, arrastrar]
tirar (de algo) to pull (sth);

el ciclista colombiano tiraba del pelotón the Colombian cyclist was pulling the bunch along;

me tiró del pelo she pulled my hair;
[en letrero] pull;
me tiró del brazo/de la manga she tugged at my arm/sleeve;

Comp
RP
tirar parejo: esto no es justo, o tiramos parejo o yo me retiro this is not fair, either we all pull together or I'm dropping out

3. [estar tirante] to be tight;

la chaqueta me tira de atrás the jacket's a bit tight at the back

4. [en deportes] [con el pie] to kick;
[con la mano] to throw; [a meta, canasta] to shoot;
tirar a gol o Am [m5] al arco o Esp [m5] a puerta to shoot, to have a shot at goal

5. [dirigirse] to go ( hacia o para towards), to head ( hacia o para for o towards); Fam
¡tira! [para empezar a moverse] get moving!;
Fam
¡tira que llegamos tarde! let's get a move on or we'll be late!;

tiramos hacia la izquierda we turned left;
Fam
tira para arriba, que ahora subo yo you go on up, I'll come up in a minute;

tira por esa calle go up o take that street

6. [jugar] to go, to have one's go;

te toca tirar a ti [en naipes, dados, billar] it's your go

7. [cigarrillo, chimenea] to draw;

este tabaco no tira these cigarettes aren't drawing properly

8. Fam [funcionar] to go, to work;

el motor no tira the engine isn't working properly;

el coche tira bien the car runs well

9. [durar] to last;

estos zapatos tirarán otro año these shoes will last another year

10. Fam [atraer]
la familia tira mucho blood is thicker than water;

la tierra siempre tira de uno your homeland never loses its pull on you;

tirarle a alguien: me tira la vida del campo country life appeals to me;

no le tira la profesión de su padre his father's profession doesn't appeal to him;

no le tira viajar she doesn't feel the urge to travel;

tirar de alguien to exert a pull on sb

11. Fam [apañárselas]
aún puedo tirar con este abrigo un par de inviernos this coat should do me for another couple of winters yet;

ir tirando to get by;

voy tirando I'm OK, I've been worse

12. [tener aspecto de o tendencia a]
tirar a: tira a gris it's greyish;

tira a su abuela she takes after her grandmother;

este programa tira a (ser) hortera this programme is a bit on the tacky side;

el tiempo tira a mejorar the weather looks as if it's getting better;

es un reformista tirando a radical he's somewhere between a reformist and a radical;

es verde tirando a azul it's a bluey green;

es tirando a delgado if anything, he's rather thin;

tira para deportista he has the makings of a sportsman

13. Fam [hacer uso]
tirar de algo to use sth;

cuando no hay dinero hay que tirar del ingenio when you don't have any money, you have to rely on your wits;

hubo que tirar de los ahorros we had to draw on our savings

14. Ven Vulg [copular] to fuck

♦ See also the pronominal verb tirarse

* * *

tirar

I v/t

1 throw; edificio, persona knock down; ( volcar) knock over

2 basura throw away; dinero waste, throw away fam

3 TIP print

4 fam

en examen fail

5 foto take

6 tiro fire

II v/i

1 de coche pull;

tirar de algo pull sth

2 ( disparar) shoot

3 DEP en fútbol

:

tirar a puerta shoot at goal;

tirar fuera shoot wide

4 ( atraer) pull, attract;

no me tira la música music doesn’t turn me on

5

:

tirar a tend toward;

tirar a conservador/verde have conservative/Green tendencies

6 ( girar)

:

tirar a la derecha turn right, take a right

7

:

ir tirando fam get by, manage

* * *

tirar vt

1) : to throw, to hurl, to toss

2) botar: to throw away, to throw out, to waste

3) derribar: to knock down

4) : to shoot, to fire, to launch

5) : to take (a photo)

6) : to print, to run off

tirar vi

1) : to pull, to draw

2) : to shoot

3) : to attract

4) : to get by, to manage

va tirando: he's getting along, he's managing

5)

tirar a : to tend towards, to be rather

tira a picante: it's a bit spicy

♦ See also the reflexive verb tirarse

* * *

tirar vb

1. (lanzar) to throw [pt. threw; pp. thrown]

me tiró una piedra he threw a stone at me

tírame la pelota throw the ball to me

lo tiré a la papelera I threw it in the bin

2. (desechar) to throw away [pt. threw; pp. thrown]

voy a tirar toda esta ropa vieja I'm going to throw all these old clothes away

3. (derribar) to knock over / to knock down

los jóvenes tiraron al suelo la escultura the youths knocked the sculpture over

han tirado aquel edificio they've knocked that building down

el viento tiró el árbol the wind blew the tree down

4. (malgastar) to waste

has tirado el dinero you've wasted your money

5. (arrastrar, estirar) to pull

tira de la cadena pull the chain

6. (disparar) to shoot [pt. & pp. shot]

tirar una flecha to shoot an arrow

tirar a puerta to shoot at goal

7. (atraer, gustar) to like

le tiran mucho las motos he really likes motorbikes

ir tirando to get by

Spanish-English dictionary > tirar
16 en

prep.

1 in (place) (en el interior de).

viven en la capital they live in the capital

tiene el dinero en el banco he keeps his money in the bank

en la mesa/el plato on the table/plate

en casa/el trabajo at home/work

2 into.

el avión cayó en el mar the plane fell into the sea

entraron en la habitación they came/went into the room

3 in (time) (month, year).

nació en 1953/marzo she was born in 1953/March

en Nochebuena on Christmas Eve

en Navidades at Christmas

en aquella época at that time, in those days

en un par de días in a couple of days

4 by (medio de transporte).

ir en tren/coche/avión/barco to go by train/car/plane/boat

5 in (modo).

en voz baja in a low voice

lo dijo en inglés she said it in English

pagar en libras to pay in pounds

la inflación aumentó en un 10 por ciento inflation increased by 10 percent

todo se lo gasta en ropa he spends everything on clothes

6 in (price).

las ganancias se calculan en millones profits are calculated in millions

te lo dejo en 5.000 I'll let you have it for 5,000

7 from (causa).

lo detecté en su forma de hablar I could tell from the way he was speaking

8 in, made of (materia).

en seda in silk

9 in terms of.

lo supera en inteligencia she is more intelligent than he is

10 on, over, upon.

11 at, over at, in, over in.

En ese momento ...at that moment.

12 to.

* * *

en

► preposición

1 (lugar - gen) in, at

■ en Valencia in Valencia

■ en casa at home

■ en el trabajo at work

■ en la estación at the station

■ en la tele on TV

2 (- en el interior) in, inside

■ en el cajón in the drawer

3 (lugar - sobre) on

■ en la mesa on the table

4 (año, mes, estación) in; (día) on; (época, momento) at

■ en 1994 in 1994

■ en septiembre in September

■ en otoño in autumn

■ en aquel día on that day

■ en el día de Navidad on Christmas Day

■ en aquel momento at that moment

5 (dirección) into

■ el helicóptero cayó en el mar the helicopter fell into the sea

■ entró en su casa he went into his house

6 (transporte) by

■ ir en coche to go by car

■ ir en avión to fly

7 (tema, materia) at, in

■ experto en economía expert in economics

■ bueno en ajedrez good at chess

■ Doctor en Medicina Doctor of Medicine

8 (modo, manera) in

■ en broma in fun

■ en voz baja in a low voice

■ en inglés in English

■ lo conocí en el andar I recognized him by his walk

9 (porcentaje) by

■ los valores aumentaron en un 6% securities increased by 6%

10 en + gerund upon

■ en llegando el maestro, los niños se levantan upon the teacher's arrival, the children stand up

\

FRASEOLOGÍA

de casa en casa from house to house

en cuanto as soon as

en camino on the way

* * *

prep.

1) in

2) on

3) at

4) by

5) inside

6) into

* * *

PREP

1) [indicando lugar]

a) (=dentro de) in

está en el cajón/en el armario — it's in the drawer/in the wardrobe

curvas peligrosas en 2 kilómetros — dangerous bends 2 kilometres ahead

b) (=encima de) on

las llaves están en la mesa — the keys are on the table

lo encontré tirado en el suelo — I found it lying on the floor

la oficina está en el quinto piso — the office is on the fifth floor

c) [con países, ciudades, calles]

está en Argentina — it's in Argentina

viven en Granada — they live in Granada

está en algún lugar de Murcia — it's somewhere in Murcia

la librería está en la calle Pelayo — the bookshop is on Pelayo street

vivía en el número 17 — she lived at number 17

trabaja en una tienda — she works in a shop

d) [con edificios]

en casa — at home

en el colegio — at school

en la oficina — at the office

te esperé en la estación — I waited for you at the station

te veo en el cine — see you at the cinema

2) [indicando movimiento] into

entré en el banco — I went into the bank

me metí en la cama a las diez — I got into bed at ten o'clock

meterse algo en el bolsillo — to put sth in(to) one's pocket

entra en el coche — get in(to) the car

no entra en el agujero — it won't go in(to) the hole

ir de puerta en puerta — to go from door to door

3) [indicando modo] in

en inglés — in English

en pantalón corto — in shorts

fotografías en color — colour photographs

hablar en voz alta — to speak loudly

una escultura en madera — a wooden sculpture

una serie en diez capítulos — a ten-part series

4) [indicando proporción] by

reducir algo en una tercera parte — to reduce sth by a third

ha aumentado en un 20 por ciento — it has increased by 20 per cent

5) [indicando tiempo]

en 1605 — in 1605

en el siglo X — in the 10th century

en invierno — in (the) winter

en enero — in January

lo hice en dos días — I did it in two days

no he salido en todo el día — I haven't gone out all day

en aquella ocasión — on that occasion

mi cumpleaños cae en viernes — my birthday falls on a Friday

en aquella época — at that time

en ese momento — at that moment

en Navidades — at Christmas

ayer en la mañana — LAm yesterday morning

en la mañana del accidente — LAm on the morning of the accident

6) [indicando tema, ocupación]

un experto en la materia — an expert on the subject

es bueno en dibujo — he's good at drawing

trabaja en la construcción — he works in the building industry

Hugo en Segismundo — (Cine, Teat) Hugo as Segismundo, Hugo in the role of Segismundo

7) [con medios de transporte] by

en avión — by plane

en coche — by car

en autobús — by bus

8) [con cantidades] at, for

lo vendió en cinco dólares — he sold it at o for five dollars

estimaron las ganancias en unos trescientos mil euros — they estimated the profits to be around three hundred thousand euros

9) [con infinitivo]

fue el último en hacerlo — he was the last to do it

lo reconocí en el andar — I recognized him by his walk

10) † [con gerundio]

en viéndolo se lo dije — the moment I saw him I told him
EN Como preposición de lugar, en se traduce normalmente por on, in o at. La elección de una de estas tres preposiciones depende a menudo de cómo percibe el hablante la relación espacial. He aquí unas líneas generales: ► Se traduce por on cuando en equivale a encima de o nos referimos a algo que se percibe como una superficie o una línea, por ejemplo una mesa, una carretera {etc}: "¿Has visto mi vestido?" - "Está en la tabla de planchar" "Have you seen my dress?" - "It's on the ironing-board" Estaban tumbados en la playa They were lying on the beach Está construyendo una casa en la colina He's building a house on the hill ... un pueblo en la costa oeste...... a village on the west coast... La gasolinera está en la carretera que va a Motril The petrol station is on the road to Motril Dibujó un león en la hoja de papel He drew a lion on the piece of paper Tiene un grano en la nariz He has a spot on his nose Lo vi en la tele I saw him on TV ► Se usa in cuando equivale a dentro de o cuando nos referimos a un espacio que se percibe como limitado (calle, montañas, etc): Tus gafas están en mi bolso Your glasses are in my bag Tienes una pestaña en el ojo You've got an eyelash in your eye Lo leí en un libro I read it in a book Se han comprado un chalet en la sierra They've bought a chalet in the mountains Viven en la calle de Serrano They live in the Calle de Serrano ► Lo traducimos por at para referirnos a un edificio cuando hablamos de la actividad que normalmente se realiza en él o cuando en indica un lugar concreto. También se traduce por at cuando en la dirección incluimos el número o el nombre de la casa: ¿Por qué no comemos en el restaurante de tu hermano? Why don't we have lunch at your brother's restaurant? Voy a pasar el día en el museo I'm going to spend the day at the museum Te espero en la parada del autobús I'll meet you at the bus-stop Vivimos en la calle Dale nº 12 We live at 12 Dale Street Para otros usos y ejemplos ver la entrada
* * *

preposición

1) ( en expresiones de lugar)

a) (refiriéndose a ciudad, edificio)

viven en París/en una granja/en el número diez/en un hotel — they live in Paris/on a farm/at number ten/in a hotel

en el último piso — on the top floor

viven en la calle Goya — they live on o (BrE) in Goya Street

nos quedamos en casa — we stayed home (AmE), we stayed at home (BrE)

de puerta en puerta — from door to door

b) ( dentro de) in

en una caja — in a box

métete en la cama — get into bed

c) ( sobre) on

en la mesa — on the table

en una silla — on a chair

se le nota en la cara — you can see it in his face

2) (expresando circunstancias, ambiente, medio) in

en armonía con la naturaleza — in harmony with nature

en peligro — in danger

3)

a) (indicando tema, especialidad, cualidad)

un experto en la materia — an expert on the subject

es muy bueno en historia — he's very good at history

doctor en derecho — Doctor of Law

la supera en inteligencia — he surpasses her in intelligence

b) (indicando proporción, precio)

en un diez por ciento — by ten per cent

lo vendió en $30 — he sold it for $30

en dólares — in dollars

las pérdidas se calcularon en $50.000 — the losses were calculated at $50,000

4)

a) (indicando estado, manera) in

en buenas/malas condiciones — in good/bad condition

en llamas — in flames, on fire

estaba en camisón — she was in her nightdress

con los músculos en tensión — with (his) muscles tensed

en tono sarcástico — sarcastically

b) ( en forma de)

termina en punta — it's pointed

colóquense en círculo — get into o in a circle

c) ( en el papel de) as

Luis Girón en el Alcalde — Luis Girón as the Mayor

d) ( con medios de transporte) by

ir en taxi/barco — to go by taxi/by boat

fueron en bicicleta — they cycled, they went on their bikes

dimos una vuelta en coche — we went for a ride in the car

5)

a) ( expresando el material)

en seda natural — in natural silk

una escultura en bronce — a bronze (sculpture)

b) ( indicando el modo de presentación o expresión) in

¿lo tienen en azul? — do you have it in blue?

en ruso — in Russian

6) ( con expresiones de tiempo)

en verano — in (the) summer

en varias ocasiones — on several occasions

justo en ese momento — just at that moment

en la mañana/tarde/noche — (esp AmL) in the morning/afternoon/at night

7)

a) ( con construcciones verbales) in

no hay nada de malo en lo que hacen — there's nothing wrong in what they're doing

tardó media hora en resolverlo — it took her half an hour to work it out

fuí el último en salir — I was the last to leave

b) ( con complementos de persona) in

en él ha encontrado un amigo — she's found a friend in him

no sé qué ve en ella — I don't know what he sees in her

* * *

= in, onto, into, at, throughout.

Ex. The first institute, 'The Catalog: Its Nature and Prospects,' was held in New York City on October 9 and 10, 1975.

Ex. When one is in place, the depression of a lever causes it to be photographed onto the next blank space.

Ex. The application of a classification scheme to a set of documents should result in the ordering or arranging of that set of documents into groups or classes according to their subject content.

Ex. He also resolved to talk with Cleo Passantino, a young librarian who had been at the library for three years and with whom he had had little contact.

Ex. Throughout this chapter the term 'document' is used to refer to any item which might be found in a library or information center or data base.

----

* en absoluto = at all, in the slightest, whatsoever, not at all, in any shape or form.

* en abstracto = abstractly.

* en abundancia = in plenty, liberally, in abundance, exuberantly, in profusion, aplenty [a-plenty], prodigiously, plentifully.

* en activo = practising [practicing, -USA].

* en adelante = forward [forwards].

* en agradecimiento por = appreciative of.

* en alerta roja = on red alert.

* en alguna ocasión = on any one occasion.

* en alguna parte = someplace.

* en alguna parte de + Nombre = some way down + Nombre.

* en algún lugar = somewhere, at some point.

* en algún lugar (de por ahí) = somewhere out there.

* en algún momento = somewhere along the line, sometime, at sometime, at some point, at some point in time, at one time or another.

* en algunos casos = in some cases.

* en algunos grupos = in some quarters.

* en algunos grupos de la población = in some quarters.

* en algunos sectores = in some quarters.

* en algunos sectores de la población = in some quarters.

* en algunos sentidos = in some respects.

* en algunos sitios = in places.

* en alquiler = rented.

* en alta mar = on the open sea, offshore, on the high seas.

* en alza = on the upswing.

* en ambas direcciones = two-way.

* en ambos casos = in either case, in either instance.

* en ángulo = angled.

* en ángulo recto = at right angles.

* en antaño = in olden times, in olden days.

* en antelación = anticipatory.

* en anticipación = anticipatory.

* en años anteriores = in prior years, in years past, in past years.

* en apariencia = apparently, looking, seemingly, on the face of it, on the surface, ostensibly.

* en apenas nada = in no time at all, in next to no time, in no time.

* en apoyo a = in support of.

* en apuros = hard-pressed, beleaguered, in deep trouble, in difficulties, if it comes to the crunch, when push comes to shove, when it comes to the crunch, when the worst comes to the worst, if the worst comes to the worst, in deep water, in hot water, in dire straits.

* en aquel entonces = at the time, the then + Nombre, by this time, at that time, in the course of events, during the course of events, back then, in those days.

* en aquella época = at the time, at that time, in those days.

* en aquellas ocasiones cuando = on occasions when.

* en aquellos casos = in those cases.

* en aquellos casos en los que = in those cases where.

* en aquellos tiempos = at the time, the then + Nombre, by this time, in those days.

* en aquel momento = at the time, the then + Nombre, by this time, at that time.

* en aras a = in the name of.

* en aras de = in the interest(s) of.

* en armonía = harmoniously, in harmony.

* en armonía con = in harmony with, in harness with, in keeping with, in tune with, in sync with.

* en ascuas = on tenterhooks.

* en auge = in ascendancy, buoyant, booming, on the rise, at high tide.

* en aumento = burgeoning, growing, increasing, mounting, rising, on the rise, heightening.

* en aumento gradual = gradually quickening.

* en Babia = absent-minded.

* en balde = in vain, vainly, to no avail, of no avail.

* en bandada = in full force.

* en bandadas = in droves.

* en base a = in terms of, on the grounds that/of, on the basis of.

* en beneficio de = for the benefit of, to the benefit of.

* en beneficio propio = to + Posesivo + advantage.

* en bisel = angled.

* en blanco = blankly, blank.

* en blanco y negro = b&w (black and white).

* en bloque = en bloc.

* en boga = in vogue, in fashion, voguish.

* en bolas = stark naked, in the nod, in the buff.

* en breve = shortly, the long and (the) short of, soon [sooner -comp., soonest -sup.].

* en broma = teasingly.

* en buena compañía = in good company.

* en buena condición = in good condition, in good shape, in good nick.

* en buena forma = in good nick.

* en buena parte = for the most part.

* en buenas condiciones para navegar = seaworthy.

* en buenas manos = in a safe place, in safekeeping.

* en buen estado = in good condition, in good working condition, in good shape, in good nick.

* en buen estado de funcionamiento = in good working condition.

* en busca de quimeras = in pursuit of + windmills.

* en búsqueda de = a quest for.

* en cada fase = at each stage.

* en caída = flowing.

* en caja = boxed.

* en caliente = in the heat of the moment, on the spur of the moment.

* en cama = abed.

* en cambio = by contrast, in contrast, instead, shifting, by comparison.

* en camino = on the way.

* en cantidad = bulk.

* en + Cantidad + años = in + Cantidad + years' time.

* en capilla = on tenterhooks, in suspense.

* en carnavales = carnivalistically.

* en carne y hueso = in the flesh.

* en casa = in the home.

* en casa de herrero cuchillo de palo = the cobbler's children run barefoot.

* en casi nada = in no time at all, in next to no time, in no time.

* en casi todos los + Nombre = in just about every + Nombre.

* en caso de darse circunstancias ajenas a + Posesivo + control = in the event of circumstances beyond + Posesivo + control.

* en caso de emergencia = in an emergency, in an emergency situation.

* en caso de fuerza mayor = in the event of circumstances beyond + Posesivo + control.

* en CD-ROM = CD-ROM-based.

* en chirona = behind bars.

* en ciernes = developing, budding, in the making.

* en cierta medida = to some extent, to a certain extent, to some degree.

* en ciertas circunstancias = in certain circumstances.

* en ciertas ocasiones = at certain times.

* en cierto grado = something of.

* en cierto modo = to some extent, after a fashion, to a certain extent, in a manner of speaking, so to speak, to some degree.

* en cierto modo + Verbo = sort of + Verbo.

* en ciertos casos = in certain cases.

* en cierto sentido = in several respects, to some extent, in a sense, in some respects, to some degree.

* en circuito cerrado = looped.

* en círcuitos de segunda categoría = in the provinces.

* en circuitos de segundo orden = in the provinces.

* en circumstancias difíciles = under difficult circumstances.

* en circunstancias misteriosas = in mysterious circumstances.

* en circunstancias normales = in the course of events, during the course of events, under normal circumstances.

* en circusntancias normales = in the normal run of things.

* en coche = drive.

* en colaboración = collaborative, cooperative [co-operative], jointly, participatory, in concert, in consort, collaboratively, synergistic, synergistically, in tandem, in a tandem fashion, in partnership.

* en colaboración con = in concert with, in consultation with, in collaboration with, in alliance with, in conjunction with, in partnership with.

* en colaboración con, junto con, de manera conjunta con = in partnership with.

* en color = coloured [colored, -USA], full-colour.

* en columnas = columnar.

* en colusión con = in collusion with, in complicity with, in connivance with.

* en coma = comatose.

* en combinación con = in parallel to/with, in combination with.

* en comisión de servicios = seconded.

* en comparación = by comparison.

* en comparación con = against, as compared to, set against, in comparison with, in comparison to.

* en compensación = compensatory.

* en complicidad con = in cahoots (with), in complicity with, in complicity with, in collusion with, in connivance with.

* en común con = in common with.

* en conciencia = in good conscience.

* en conclusión = in conclusion.

* en concordancia con = in accordance with, in accord with.

* en concreto = in particular, to be specific.

* en condiciones = decent.

* en condiciones de = in the position to.

* en condiciones de igualdad = on an equal footing, on equal terms, on an equal basis.

* en condiciones difíciles = under difficult conditions.

* en conexión con = in respect of.

* en confidencia = in confidence.

* en conflicto (con) = in conflict (with).

* en conformidad con = in conformity with, in keeping with.

* en conjunción con = in conjunction with, in tandem with.

* en conjunto = altogether, on balance, bulk, all in all, overall, overall.

* en conmemoración de = in celebration of, commemorative.

* en connivencia = colluding.

* en connivencia con = in collusion with, in cahoots (with), in complicity with, in connivance with.

* en consecuencia = accordingly, consequently, hence, in consequence, as a consequence (of), it follows that, on this basis, on that basis, in doing so.

* en consecuencia lógica = by implication.

* en consideración = under consideration.

* en consideración a = for the sake of, out of consideration for, out of respect for.

* en consonacia con = in line with.

* en consonancia con = in concert with, in keeping with, in step with, in tune with, in consonance with.

* en constante cambio = ever-changing [ever changing], ever-fluid, on the move, fast changing [fast-changing], ever-shifting.

* en constante expansión = ever-expanding, ever-growing.

* en constante movimiento = on the move, on the go.

* en construcción = under development, under construction.

* en contacto = in communication.

* en contacto con la realidad = in touch with + reality.

* en contadas ocasiones = rarely, seldom, on rare occasions.

* en contenedor = containerised [containerized, -USA].

* en continua expansión = expanding.

* en continuo aumento = ever-increasing.

* en continuo cambio = constantly shifting, ever-changing [ever changing], ever-shifting.

* en contra = counterpoint, against.

* en contra de la guerra = antiwar [anti-war].

* en contra de la opinión general = contrary to popular belief.

* en contra de la raza blanca = anti-white [antiwhite].

* en contra de la raza negra = antiblack [anti-black].

* en contra de las circunstancias = against circumstances.

* en contra de las instituciones = anti-establishment.

* en contra del gobierno = anti-government.

* en contraposición a = as opposed to, in contrast (to/with), in contradistinction to.

* en contraste con = in contrast (to/with).

* en contravención de = in contravention of.

* en contubernio (con) = in cahoots (with).

* en cooperación = cooperative [co-operative].

* en cooperación con = in cooperation with.

* en cooperativa = cooperatively [co-operatively].

* en costras = caked.

* en crisis = depressed, crisis-ridden, on the rocks.

* en cuadernillo = in booklet form.

* en cualquier caso = for that matter, in any event, in any case, in either case.

* en cualquier domingo = on any given Sunday.

* en cualquier lugar = everywhere, anywhere.

* en cualquier momento = anytime, at any one time, at any point, at any point in time, at any time, at any moment, at any given point, at any moment in time, at any given moment, momentarily, on any given Sunday.

* en cualquier momento en el futuro = at some stage.

* en cualquier orden = either way round.

* en cualquier otra circunstancia = in the normal run of things, in the normal run of events.

* en cualquier otra parte = anywhere else, everywhere else.

* en cualquier otra situación = in the normal run of things, in the normal run of events.

* en cualquier otro lugar = anywhere else, everywhere else.

* en cualquier otro momento = some other time.

* en cualquier otro sitio = anywhere else.

* en cualquier parte = anywhere, everywhere.

* en cualquier sitio = everywhere, anywhere.

* en cualquier situación = in any given situation.

* en + Cuantificador + aspectos = in + Cuantificador + respects.

* en + Cuantificador + sentidos = in + Cuantificador + respects.

* en cuanto a = as to, in extent of, in regard to, in terms of, in the way of, with regard(s) to, as for, as regards, as to the matter of, in reference to, now as to, moving on to.

* en cuanto a él = as for him.

* en cuanto a ella = as for her.

* en cuanto a ellos = as for them.

* en cuanto a los hechos = factually.

* en cuanto a mí = as for me.

* en cuanto a nosotros = as for us.

* en cuanto a ti = as for you.

* en cuanto a usted = as for you.

* en cuanto a vosotros = as for you.

* en cuanto + nacer = at birth.

* en cuanto que = in that.

* en cuarto lugar = fourthly.

* en cuatro niveles = quadraplaner.

* en cuclicllas = in a squatting position.

* en cuclillas = squat, in a squat position, in a crouching position.

* en cueros = in the buff, in the nod, stark naked.

* en cuestión = at hand, concerned, in hand, individual, at issue, of concern.

* en cuestión de minutos = within minutes, in a matter of minutes.

* en cuestión de segundos = within seconds, in a matter of seconds.

* en cuestión de + Tiempo = in a matter of + Tiempo, within a matter of + Tiempo.

* en cuestiones de = in matters of.

* en cumplimiento con = in line with, in compliance with.

* en cursiva = in italic type.

* en curso = in process, underway [under way], in progress, ongoing [on-going], afoot, current, under preparation.

* en curso de = in course of.

* en cuyo caso = in which case.

* en danza = on the run.

* en decadencia = bankrupt.

* en defensa propia = in self-defence.

* en definitiva = in all, all in all, in the last analysis, in the final analysis, all things considered.

* en definitiva, bien mirado, bien considerado = all things considered.

* en demanda = in-demand.

* en demasía = excess, to excess, excessively.

* en desacuerdo = disapproving, at odds.

* en desacuerdo con = at odds with.

* en desarmonía con = out of tune with, out of keeping with.

* en desarrollo = evolving, under development.

* en descomposición = decaying, putrefying.

* en desesperación = despairing, in despair.

* en desuso = obsolete, disused.

* en detalle = at length.

* en deterioro = deteriorating, crumbling, decaying, dilapidated, disintegrating.

* en determinadas ocasiones = sometimes, on particular occasions.

* en detrimento de = to the detriment of, to + Posesivo + detriment, to the neglect of.

* en diagonal = herringbone.

* en días alternos = every other day.

* en diferente grado = differing, in varying measures.

* en diferente medida = differing, in varying measures.

* en diferentes momentos = at various times, at different times.

* en diferentes ocasiones = at different times, at various times.

* en dificultades = stranded.

* en dinero = monetised [monetized, -pl.].

* en dirección de la proa = abaft.

* en dirección este = eastward(s), eastbound.

* en dirección norte = northbound.

* en dirección oeste = westbound, westward(s).

* en dirección sur = southward(s), southbound.

* en disco = ondisc.

* en disminución = dwindling, on the wane.

* en + Distancia + a la redonda = within + Distancia.

* en distinta medida = differing, in varying measures.

* en distintas ocasiones = at different times, at various times, on several occasions.

* en distinto grado = in varying measures, differing, to varying degrees.

* en distintos formatos = multiform.

* en distintos momentos = at different times, at various times.

* en diversas lenguas = multilingually.

* en diversas ocasiones = on several occasions.

* en diverso grado = to varying extents, to varying degrees.

* en diversos formatos = multiform.

* en donde = where, wherein.

* en dos años = over a two-year period.

* en dos lenguas = bilingually.

* en dos niveles = split-level.

* en dos palabras = in a nutshell, in a nutshell.

* en dos volúmenes = two-volume.

* en duda = in doubt.

* en edad de trabajar = working-age.

* en efecto = to all intents and purposes, for all intents and purposes.

* en ejercicio = incumbent, practising [practicing, -USA].

* en el abandono = in the wilderness.

* en el acto = ipso facto, outright, on the spot, while-you-wait [while-u-wait], at the drop of a hat.

* en el aire = in mid-air, airborne.

* en el ámbito de = in the realm of.

* en el año catapún = in the dim and distant past.

* en el año del Señor = in the year of our Lord.

* en el año entrante = in the coming year.

* en el año próximo = in the coming year.

* en el año venidero = in the coming year.

* en el área de + Lugar = Lugar + area.

* en el asiento de atrás = in the back seat.

* en el asiento trasero = in the back seat.

* en el aula de clase = classroom-based.

* en el banquillo = on the bench.

* en el blanco de mira = in the spotlight, in the crosshairs.

* en el camino = along the way, en route, in the process.

* en el campo de = in the realm of, in the field of.

* en el campus universitario = campus-based.

* en el candelero = in the spotlight.

* en el cargo = in the saddle, in office.

* en el caso de = for, in association with, in the case of, in the event of, in case of, in the context of.

* en (el) caso de que = in the event that, should, in case.

* en el caso poco probable de que = in the unlikely case (that).

* en el centro de = at the heart of.

* en el cine = at the movies.

* en el clima actual de = in the present climate of.

* en el contexto de = in the realm of.

* en el culo = in the bottom.

* en el culo del mundo = in the arse of nowhere.

* en el curso de la historia = in the course of history.

* en el curso normal de = in the mainstream of.

* en el curso normal de las cosas = in the normal run of things, in the normal run of events.

* en el curso normal de las cosas, en el curso normal de los acontecimientos, = in the normal run of things.

* en el curso normal de los acontecimientos = in the normal run of events, in the normal run of things.

* en el desierto = in the wilderness.

* en el detalle = in detail.

* en el día a día = in the day to day, in the trenches.

* en el dique seco = in dry dock, in the wilderness.

* en el eje = at the core (of).

* en el entorno de = in the realm of.

* en el escenario = on stage.

* en el escenario mundial = on the world stage.

* en el espacio = spatially.

* en el estricto sentido de la palabra = strictly speaking.

* en el estudio = at study, at study.

* en el extranjero = abroad, overseas, offshore.

* en el extremo opuesto = at the far end.

* en el fin de semana = over the weekend, over the weekend, at the weekend.

* en el foco de atención = in the spotlight.

* en el fondo = at heart, deep down, in the back of + Posesivo + mind, in the back of + Posesivo + head, at the back of + Posesivo + head, bottom line, the, in the bottom.

* en el fondo de = at the root of.

* en el futuro = Número + Tiempo + ahead, down the road, in future, in time(s) to come, at + future date, in (the) years to come, at some future time, in the years to come, in the years ahead, in years to come, at some future point, in the future, for future reference, for the years to come.

* en el futuro a largo plazo = in the long-term future.

* en el futuro cercano = in the foreseeable future.

* en el futuro inmediato = in the offing, in the foreseeable future.

* en el futuro lejano = further in the future.

* en el haber de Uno = under + Posesivo + belt.

* en el horario de trabajo = on company time.

* en el horizonte = on the horizon.

* en el hospital = at the bedside.

* en el improbable caso de que = in the unlikely case (that).

* en el instante en que + Subjuntivo = the moment + Verbo.

* en el ínterin = in the interim, in the intervening years, in the intervening period, ad interim.

* en el juego = at play.

* en el lado negativo = on the debit side, on the negative side, on the downside.

* en el lado positivo = on the credit side, on the positive side, on the plus side, on the bright side.

* en ello = therein, thereupon [thereon].

* en el lugar del accidente = at the scene, at the scene of the accident.

* en el lugar de los hechos = at the scene.

* en el mandato = in office.

* en el mando = at the wheel.

* en el mar = at sea.

* en el marco de = within the ambit of, within the bounds of.

* en el más allá = dead and gone.

* en el mayor secreto = a veil of secrecy.

* en el mejor de los casos = at best, at most, ideally, in the best of circumstances, the best case scenario, at the most, at the best of times, at the very best.

* en el mejor momento de Uno = at + Posesivo + (very) best.

* en el mismo centro (de) = plumb in the middle (of).

* en el mismo número de años = in as many years.

* en el mismo orden que = in sync with.

* en el momento = on the spot.

* en el momento actual = in this day and age, at the present time.

* en el momento adecuado = at the right time.

* en el momento de = at the time (that/of).

* en el momento de escribir estas líneas = at the time of writing.

* en el momento de la impresión = at the time of going to print.

* en el momento en que se necesita = at the point-of-need, at the point of use, point of use.

* en el momento en que + Subjuntivo = the moment + Verbo.

* en el momento justo = on cue.

* en el momento más débil de Alguien = at + Posesivo + weakest.

* en el momento oportuno = at the right time, not a moment too soon, not a minute too soon.

* en el momento peor de Alguien = at + Posesivo + weakest.

* en el mundo = on the face of the earth, on the world stage.

* en el mundo antiguo = in antiquity.

* en el mundo entero = all over the world, worldwide [world-wide], all around the world, throughout the world, around the planet, the world over.

* en el mundo que nos rodea = out there.

* en el nivel básico = at grass roots level.

* en el nivel intermedio de = in the middle range of.

* en el nivel medio de = in the middle range of.

* en el norte del estado = upstate.

* en el núcleo = at the core (of).

* en el ocaso = over the hill.

* en el ojo del huracán = in the eye of the storm, in the eye of the hurricane.

* en el orden del día = on the agenda.

* en el origen (de) = in the early days (of).

* en el otro extremo = at the other extreme.

* en el otro extremo de la escala = at the other end of the scale, at the other end of the spectrum, at the other extreme.

* en el país de los ciegos el tuerto es el rey = in the land of the blind, the one-eyed man is king, in the country of the blind, the one-eyed man is king, in the kingdom of the blind, the one-eyed man is king.

* en el país de los ciegos el tuerto es el rey = be a case of the blind leading the blind.

* en el pasado = in the past, in past eras, at some point in the past, in years gone by, in days gone by, in former times.

* en el pasado remoto = in the dim and distant past.

* en el peor de los casos = at worst, in the worst of circumstances, at + Posesivo + very worst, the worst case scenario, at + Posesivo + worst, in the worst case.

* en el período penoso de = in the throes of.

* en el período previo a = in the run up to, during the run up to.

* en el piso de abajo = downstairs.

* en el piso de arriba = upstairs.

* en el poder = in office.

* en el primer caso = in the former case.

* en el proceso = in the process.

* en el propio campus universitario = campus-based.

* en el propio cortijo = on-farm.

* en el próximo año = in the year ahead, in the coming year.

* en el puesto de dirección = in the hot seat.

* en el punto álgido de = at the height of.

* en el punto de mira = in the spotlight, in the crosshairs.

* en el que = wherein.

* en el que se puede buscar = searchable.

* en el quinto coño = in the arse of nowhere.

* en el quinto pino = in the arse of nowhere.

* en el quirófano = under the knife.

* en el resto = everywhere else.

* en el resto de = elsewhere.

* en el seguimiento de = in the pursuit of.

* en el segundo caso = in the latter case.

* en el seno de = within, among.

* en el sentido de las agujas del reloj = clockwise.

* en el sentido de que = in the sense that, along the lines that, in that.

* en el sentido más amplio = in the broadest sense, in the widest sense.

* en el sentido más general = in the broadest sense.

* en el sentido que = in which.

* en el timón = in the saddle.

* en el trabajo = on-the-job, at work.

* en el transcurso de = throughout the course of, throughout the course of, in the course of, during the course of, over the course of, throughout.

* en el transcurso de algunos años = over a period of years.

* en el transcurso de la historia = in the course of history.

* en el transcurso de los siglos = over the course of the centuries.

* en el transcurso normal de + Posesivo + vida(s) = in the normal course of + Posesivo + life/lives.

* en el trasfondo de = at the root of.

* en el último caso = in the latter case.

* en el último minuto = last minute [last-minute], at the last minute.

* en el último momento = at the eleventh hour, at the very last minute, at the very last moment, at the very last, at the last minute.

* en el umbral de = on the threshold of.

* en el vuelo = in-flight.

* en entrante = recessed.

* en entredicho = under challenge.

* en episodios = episodic.

* en época de carnaval = carnivalistically.

* en época de feria = carnivalistically.

* en época de paz = in peacetime, during peacetime.

* en épocas anteriores = in former times, in past eras.

* en épocas de = in times of.

* en épocas de guerra = in time(s) of war.

* en épocas de paz = in time(s) of peace.

* en épocas de prosperidad económica = in affluent times.

* en épocas difíciles = in times of need.

* en épocas pasadas = in past ages.

* en escamas = flaky.

* en ese caso = in that case.

* en ese mismo instante = at that very moment.

* en ese mismo momento = at that very moment.

* en ese momento = at that point, at this point, at that time, just then, at that point in time.

* en esencia = in essence, essentially.

* en ese sentido = on that score, to that effect.

* en esos casos = in those cases.

* en espacios cerrados = indoors.

* en especial = especially (specially), notably, specially (especially).

* en especie = in kind.

* en espera = on hold.

* en espiga = herringbone.

* en esta coyuntura = at this juncture.

* en estado = pregnant, in the family way.

* en estado de abandono = decaying, dilapidated, dilapidated.

* en estado de alerta = on alert.

* en estado de alerta, de guardia = on standby.

* en estado de buena esperanza = pregnant, in the family way.

* en estado de cambio = in a state of flux.

* en estado de descomposición = decaying.

* en estado de deterioro = decaying, dilapidated.

* en estado de reserva = on standby.

* en estado de reserva, en estado de alerta, de guardia = on standby.

* en estado de sitio = in a state of siege, under siege.

* en estado embrionario = embryo, embryonic, in embryonic stage, in embryo, in the embryo stage.

* en esta época del año = around this time of year.

* en esta ocasión = on this occasion.

* en estas circunstancias = under these circumstances.

* en esta situación = at this juncture.

* en este caso = in this case.

* en este contexto = against this background.

* en este documento = herein, herewith, hereto.

* en este extremo = to this extent.

* en este grado = to this extent.

* en este mismo sentido = along the same lines.

* en este momento = at this point, at this stage, at this juncture, at this time, at this moment in time, right now.

* en este período = in the course of events, during the course of events.

* en este sentido = along these lines, in this connection, in this direction, in this sense, in this vein, in this spirit, in this regard, in this effort, in that spirit, on this score, to that effect.

* en estos casos = in these cases.

* en estos días = today, these days.

* en estos tiempos = in these times, in this day and age.

* en estrecha colaboración = in close collaboration.

* en estrecha colaboración con = hand-in-glove with.

* en estuche = boxed.

* en excelente estado = in tip-top condition, in tip-top form.

* en excelentes condiciones = in tip-top condition, in tip-top form.

* en exceso = overflow, overflowing, excessively, excess, to excess.

* en exclusiva = exclusively.

* en existencia = in existence.

* en expansión = expanded.

* en exposición = on exhibit, on show, on display.

* en + Expresión Temporal = as of + Expresión Temporal, come + Expresión Temporal.

* en extensión = in length.

* en extenso = at length, in full.

* en extremo = no end, to no end.

* en fase terminal = terminally ill.

* en favor de = in favour of.

* en flor = in full blossom, in blossom.

* en forma = fit [fitter -comp., fittest -sup.], toned.

* en forma de = in the form of, in the shape of.

* en forma de A = A-shaped.

* en forma de arco = arched, bowed.

* en forma de capa = cape-like.

* en forma de cruz = cross-shaped.

* en forma de cuadrado = square-shaped.

* en forma de cuña = wedge-shaped.

* en forma de cúpula = dome-shaped, domed.

* en forma de D = d-shaped.

* en forma de estrella = star-shaped [star shaped].

* en forma de L = L-shaped.

* en forma de libro = in book form.

* en forma de medialuna = crescent-shaped.

* en forma de parásito = parasitically.

* en forma de pera = pear-shaped.

* en forma de pirámide = pyramidal-shaped.

* en forma de trompeta = trumpet-shaped.

* en forma de U = U-shaped.

* en forma de V = V-shaped.

* en forma física = physically fit.

* en forma física y mental = physically and mentally fit.

* en forma ovalada = oval-shaped.

* en forma piramidal = pyramidal-shaped.

* en formato de libro moderno = in codex form.

* en formato digital = digitally.

* en formato electrónico = in electronic form.

* en formato MARC = in MARC form.

* en formato papel = paper-based, in hard copy.

* en frente = ahead, in front.

* en frente de = in front of.

* en funcionamiento = in operation.

* en función de = according to, as a function of, depending on/upon.

* en general = at large, by and large, for the most part, generally, in general, in the main, on balance, on the whole, overall, all in all, broadly, as a whole, generally speaking.

* en germinación = budding.

* en gestación = in the making.

* en grado mínimo = minimally.

* en gran cantidad = prodigiously.

* en grandes cantidades = en masse, in good number, in record numbers, in bulk.

* en grandes números = in record numbers.

* en gran formato = oversize, oversized.

* en gran medida = broadly, by and large, extensively, greatly, heavily, largely, to a considerable extent, to a high degree, to a large extent, tremendously, vastly, very much, keenly, in no small way, to any great degree, in many ways, in large part, in large measure, in no small measure, to a great extent, to a large degree, to a great degree.

* en gran número = numerously.

* en gran parte

* * *

preposición

1) ( en expresiones de lugar)

a) (refiriéndose a ciudad, edificio)

viven en París/en una granja/en el número diez/en un hotel — they live in Paris/on a farm/at number ten/in a hotel

en el último piso — on the top floor

viven en la calle Goya — they live on o (BrE) in Goya Street

nos quedamos en casa — we stayed home (AmE), we stayed at home (BrE)

de puerta en puerta — from door to door

b) ( dentro de) in

en una caja — in a box

métete en la cama — get into bed

c) ( sobre) on

en la mesa — on the table

en una silla — on a chair

se le nota en la cara — you can see it in his face

2) (expresando circunstancias, ambiente, medio) in

en armonía con la naturaleza — in harmony with nature

en peligro — in danger

3)

a) (indicando tema, especialidad, cualidad)

un experto en la materia — an expert on the subject

es muy bueno en historia — he's very good at history

doctor en derecho — Doctor of Law

la supera en inteligencia — he surpasses her in intelligence

b) (indicando proporción, precio)

en un diez por ciento — by ten per cent

lo vendió en $30 — he sold it for $30

en dólares — in dollars

las pérdidas se calcularon en $50.000 — the losses were calculated at $50,000

4)

a) (indicando estado, manera) in

en buenas/malas condiciones — in good/bad condition

en llamas — in flames, on fire

estaba en camisón — she was in her nightdress

con los músculos en tensión — with (his) muscles tensed

en tono sarcástico — sarcastically

b) ( en forma de)

termina en punta — it's pointed

colóquense en círculo — get into o in a circle

c) ( en el papel de) as

Luis Girón en el Alcalde — Luis Girón as the Mayor

d) ( con medios de transporte) by

ir en taxi/barco — to go by taxi/by boat

fueron en bicicleta — they cycled, they went on their bikes

dimos una vuelta en coche — we went for a ride in the car

5)

a) ( expresando el material)

en seda natural — in natural silk

una escultura en bronce — a bronze (sculpture)

b) ( indicando el modo de presentación o expresión) in

¿lo tienen en azul? — do you have it in blue?

en ruso — in Russian

6) ( con expresiones de tiempo)

en verano — in (the) summer

en varias ocasiones — on several occasions

justo en ese momento — just at that moment

en la mañana/tarde/noche — (esp AmL) in the morning/afternoon/at night

7)

a) ( con construcciones verbales) in

no hay nada de malo en lo que hacen — there's nothing wrong in what they're doing

tardó media hora en resolverlo — it took her half an hour to work it out

fuí el último en salir — I was the last to leave

b) ( con complementos de persona) in

en él ha encontrado un amigo — she's found a friend in him

no sé qué ve en ella — I don't know what he sees in her

* * *

= in, onto, into, at, throughout.

Ex: The first institute, 'The Catalog: Its Nature and Prospects,' was held in New York City on October 9 and 10, 1975.

Ex: When one is in place, the depression of a lever causes it to be photographed onto the next blank space.

Ex: The application of a classification scheme to a set of documents should result in the ordering or arranging of that set of documents into groups or classes according to their subject content.

Ex: He also resolved to talk with Cleo Passantino, a young librarian who had been at the library for three years and with whom he had had little contact.

Ex: Throughout this chapter the term 'document' is used to refer to any item which might be found in a library or information center or data base.

* en absoluto = at all, in the slightest, whatsoever, not at all, in any shape or form.

* en abstracto = abstractly.

* en abundancia = in plenty, liberally, in abundance, exuberantly, in profusion, aplenty [a-plenty], prodigiously, plentifully.

* en activo = practising [practicing, -USA].

* en adelante = forward [forwards].

* en agradecimiento por = appreciative of.

* en alerta roja = on red alert.

* en alguna ocasión = on any one occasion.

* en alguna parte = someplace.

* en alguna parte de + Nombre = some way down + Nombre.

* en algún lugar = somewhere, at some point.

* en algún lugar (de por ahí) = somewhere out there.

* en algún momento = somewhere along the line, sometime, at sometime, at some point, at some point in time, at one time or another.

* en algunos casos = in some cases.

* en algunos grupos = in some quarters.

* en algunos grupos de la población = in some quarters.

* en algunos sectores = in some quarters.

* en algunos sectores de la población = in some quarters.

* en algunos sentidos = in some respects.

* en algunos sitios = in places.

* en alquiler = rented.

* en alta mar = on the open sea, offshore, on the high seas.

* en alza = on the upswing.

* en ambas direcciones = two-way.

* en ambos casos = in either case, in either instance.

* en ángulo = angled.

* en ángulo recto = at right angles.

* en antaño = in olden times, in olden days.

* en antelación = anticipatory.

* en anticipación = anticipatory.

* en años anteriores = in prior years, in years past, in past years.

* en apariencia = apparently, looking, seemingly, on the face of it, on the surface, ostensibly.

* en apenas nada = in no time at all, in next to no time, in no time.

* en apoyo a = in support of.

* en apuros = hard-pressed, beleaguered, in deep trouble, in difficulties, if it comes to the crunch, when push comes to shove, when it comes to the crunch, when the worst comes to the worst, if the worst comes to the worst, in deep water, in hot water, in dire straits.

* en aquel entonces = at the time, the then + Nombre, by this time, at that time, in the course of events, during the course of events, back then, in those days.

* en aquella época = at the time, at that time, in those days.

* en aquellas ocasiones cuando = on occasions when.

* en aquellos casos = in those cases.

* en aquellos casos en los que = in those cases where.

* en aquellos tiempos = at the time, the then + Nombre, by this time, in those days.

* en aquel momento = at the time, the then + Nombre, by this time, at that time.

* en aras a = in the name of.

* en aras de = in the interest(s) of.

* en armonía = harmoniously, in harmony.

* en armonía con = in harmony with, in harness with, in keeping with, in tune with, in sync with.

* en ascuas = on tenterhooks.

* en auge = in ascendancy, buoyant, booming, on the rise, at high tide.

* en aumento = burgeoning, growing, increasing, mounting, rising, on the rise, heightening.

* en aumento gradual = gradually quickening.

* en Babia = absent-minded.

* en balde = in vain, vainly, to no avail, of no avail.

* en bandada = in full force.

* en bandadas = in droves.

* en base a = in terms of, on the grounds that/of, on the basis of.

* en beneficio de = for the benefit of, to the benefit of.

* en beneficio propio = to + Posesivo + advantage.

* en bisel = angled.

* en blanco = blankly, blank.

* en blanco y negro = b&w (black and white).

* en bloque = en bloc.

* en boga = in vogue, in fashion, voguish.

* en bolas = stark naked, in the nod, in the buff.

* en breve = shortly, the long and (the) short of, soon [sooner -comp., soonest -sup.].

* en broma = teasingly.

* en buena compañía = in good company.

* en buena condición = in good condition, in good shape, in good nick.

* en buena forma = in good nick.

* en buena parte = for the most part.

* en buenas condiciones para navegar = seaworthy.

* en buenas manos = in a safe place, in safekeeping.

* en buen estado = in good condition, in good working condition, in good shape, in good nick.

* en buen estado de funcionamiento = in good working condition.

* en busca de quimeras = in pursuit of + windmills.

* en búsqueda de = a quest for.

* en cada fase = at each stage.

* en caída = flowing.

* en caja = boxed.

* en caliente = in the heat of the moment, on the spur of the moment.

* en cama = abed.

* en cambio = by contrast, in contrast, instead, shifting, by comparison.

* en camino = on the way.

* en cantidad = bulk.

* en + Cantidad + años = in + Cantidad + years' time.

* en capilla = on tenterhooks, in suspense.

* en carnavales = carnivalistically.

* en carne y hueso = in the flesh.

* en casa = in the home.

* en casa de herrero cuchillo de palo = the cobbler's children run barefoot.

* en casi nada = in no time at all, in next to no time, in no time.

* en casi todos los + Nombre = in just about every + Nombre.

* en caso de darse circunstancias ajenas a + Posesivo + control = in the event of circumstances beyond + Posesivo + control.

* en caso de emergencia = in an emergency, in an emergency situation.

* en caso de fuerza mayor = in the event of circumstances beyond + Posesivo + control.

* en CD-ROM = CD-ROM-based.

* en chirona = behind bars.

* en ciernes = developing, budding, in the making.

* en cierta medida = to some extent, to a certain extent, to some degree.

* en ciertas circunstancias = in certain circumstances.

* en ciertas ocasiones = at certain times.

* en cierto grado = something of.

* en cierto modo = to some extent, after a fashion, to a certain extent, in a manner of speaking, so to speak, to some degree.

* en cierto modo + Verbo = sort of + Verbo.

* en ciertos casos = in certain cases.

* en cierto sentido = in several respects, to some extent, in a sense, in some respects, to some degree.

* en circuito cerrado = looped.

* en círcuitos de segunda categoría = in the provinces.

* en circuitos de segundo orden = in the provinces.

* en circumstancias difíciles = under difficult circumstances.

* en circunstancias misteriosas = in mysterious circumstances.

* en circunstancias normales = in the course of events, during the course of events, under normal circumstances.

* en circusntancias normales = in the normal run of things.

* en coche = drive.

* en colaboración = collaborative, cooperative [co-operative], jointly, participatory, in concert, in consort, collaboratively, synergistic, synergistically, in tandem, in a tandem fashion, in partnership.

* en colaboración con = in concert with, in consultation with, in collaboration with, in alliance with, in conjunction with, in partnership with.

* en colaboración con, junto con, de manera conjunta con = in partnership with.

* en color = coloured [colored, -USA], full-colour.

* en columnas = columnar.

* en colusión con = in collusion with, in complicity with, in connivance with.

* en coma = comatose.

* en combinación con = in parallel to/with, in combination with.

* en comisión de servicios = seconded.

* en comparación = by comparison.

* en comparación con = against, as compared to, set against, in comparison with, in comparison to.

* en compensación = compensatory.

* en complicidad con = in cahoots (with), in complicity with, in complicity with, in collusion with, in connivance with.

* en común con = in common with.

* en conciencia = in good conscience.

* en conclusión = in conclusion.

* en concordancia con = in accordance with, in accord with.

* en concreto = in particular, to be specific.

* en condiciones = decent.

* en condiciones de = in the position to.

* en condiciones de igualdad = on an equal footing, on equal terms, on an equal basis.

* en condiciones difíciles = under difficult conditions.

* en conexión con = in respect of.

* en confidencia = in confidence.

* en conflicto (con) = in conflict (with).

* en conformidad con = in conformity with, in keeping with.

* en conjunción con = in conjunction with, in tandem with.

* en conjunto = altogether, on balance, bulk, all in all, overall, overall.

* en conmemoración de = in celebration of, commemorative.

* en connivencia = colluding.

* en connivencia con = in collusion with, in cahoots (with), in complicity with, in connivance with.

* en consecuencia = accordingly, consequently, hence, in consequence, as a consequence (of), it follows that, on this basis, on that basis, in doing so.

* en consecuencia lógica = by implication.

* en consideración = under consideration.

* en consideración a = for the sake of, out of consideration for, out of respect for.

* en consonacia con = in line with.

* en consonancia con = in concert with, in keeping with, in step with, in tune with, in consonance with.

* en constante cambio = ever-changing [ever changing], ever-fluid, on the move, fast changing [fast-changing], ever-shifting.

* en constante expansión = ever-expanding, ever-growing.

* en constante movimiento = on the move, on the go.

* en construcción = under development, under construction.

* en contacto = in communication.

* en contacto con la realidad = in touch with + reality.

* en contadas ocasiones = rarely, seldom, on rare occasions.

* en contenedor = containerised [containerized, -USA].

* en continua expansión = expanding.

* en continuo aumento = ever-increasing.

* en continuo cambio = constantly shifting, ever-changing [ever changing], ever-shifting.

* en contra = counterpoint, against.

* en contra de la guerra = antiwar [anti-war].

* en contra de la opinión general = contrary to popular belief.

* en contra de la raza blanca = anti-white [antiwhite].

* en contra de la raza negra = antiblack [anti-black].

* en contra de las circunstancias = against circumstances.

* en contra de las instituciones = anti-establishment.

* en contra del gobierno = anti-government.

* en contraposición a = as opposed to, in contrast (to/with), in contradistinction to.

* en contraste con = in contrast (to/with).

* en contravención de = in contravention of.

* en contubernio (con) = in cahoots (with).

* en cooperación = cooperative [co-operative].

* en cooperación con = in cooperation with.

* en cooperativa = cooperatively [co-operatively].

* en costras = caked.

* en crisis = depressed, crisis-ridden, on the rocks.

* en cuadernillo = in booklet form.

* en cualquier caso = for that matter, in any event, in any case, in either case.

* en cualquier domingo = on any given Sunday.

* en cualquier lugar = everywhere, anywhere.

* en cualquier momento = anytime, at any one time, at any point, at any point in time, at any time, at any moment, at any given point, at any moment in time, at any given moment, momentarily, on any given Sunday.

* en cualquier momento en el futuro = at some stage.

* en cualquier orden = either way round.

* en cualquier otra circunstancia = in the normal run of things, in the normal run of events.

* en cualquier otra parte = anywhere else, everywhere else.

* en cualquier otra situación = in the normal run of things, in the normal run of events.

* en cualquier otro lugar = anywhere else, everywhere else.

* en cualquier otro momento = some other time.

* en cualquier otro sitio = anywhere else.

* en cualquier parte = anywhere, everywhere.

* en cualquier sitio = everywhere, anywhere.

* en cualquier situación = in any given situation.

* en + Cuantificador + aspectos = in + Cuantificador + respects.

* en + Cuantificador + sentidos = in + Cuantificador + respects.

* en cuanto a = as to, in extent of, in regard to, in terms of, in the way of, with regard(s) to, as for, as regards, as to the matter of, in reference to, now as to, moving on to.

* en cuanto a él = as for him.

* en cuanto a ella = as for her.

* en cuanto a ellos = as for them.

* en cuanto a los hechos = factually.

* en cuanto a mí = as for me.

* en cuanto a nosotros = as for us.

* en cuanto a ti = as for you.

* en cuanto a usted = as for you.

* en cuanto a vosotros = as for you.

* en cuanto + nacer = at birth.

* en cuanto que = in that.

* en cuarto lugar = fourthly.

* en cuatro niveles = quadraplaner.

* en cuclicllas = in a squatting position.

* en cuclillas = squat, in a squat position, in a crouching position.

* en cueros = in the buff, in the nod, stark naked.

* en cuestión = at hand, concerned, in hand, individual, at issue, of concern.

* en cuestión de minutos = within minutes, in a matter of minutes.

* en cuestión de segundos = within seconds, in a matter of seconds.

* en cuestión de + Tiempo = in a matter of + Tiempo, within a matter of + Tiempo.

* en cuestiones de = in matters of.

* en cumplimiento con = in line with, in compliance with.

* en cursiva = in italic type.

* en curso = in process, underway [under way], in progress, ongoing [on-going], afoot, current, under preparation.

* en curso de = in course of.

* en cuyo caso = in which case.

* en danza = on the run.

* en decadencia = bankrupt.

* en defensa propia = in self-defence.

* en definitiva = in all, all in all, in the last analysis, in the final analysis, all things considered.

* en definitiva, bien mirado, bien considerado = all things considered.

* en demanda = in-demand.

* en demasía = excess, to excess, excessively.

* en desacuerdo = disapproving, at odds.

* en desacuerdo con = at odds with.

* en desarmonía con = out of tune with, out of keeping with.

* en desarrollo = evolving, under development.

* en descomposición = decaying, putrefying.

* en desesperación = despairing, in despair.

* en desuso = obsolete, disused.

* en detalle = at length.

* en deterioro = deteriorating, crumbling, decaying, dilapidated, disintegrating.

* en determinadas ocasiones = sometimes, on particular occasions.

* en detrimento de = to the detriment of, to + Posesivo + detriment, to the neglect of.

* en diagonal = herringbone.

* en días alternos = every other day.

* en diferente grado = differing, in varying measures.

* en diferente medida = differing, in varying measures.

* en diferentes momentos = at various times, at different times.

* en diferentes ocasiones = at different times, at various times.

* en dificultades = stranded.

* en dinero = monetised [monetized, -pl.].

* en dirección de la proa = abaft.

* en dirección este = eastward(s), eastbound.

* en dirección norte = northbound.

* en dirección oeste = westbound, westward(s).

* en dirección sur = southward(s), southbound.

* en disco = ondisc.

* en disminución = dwindling, on the wane.

* en + Distancia + a la redonda = within + Distancia.

* en distinta medida = differing, in varying measures.

* en distintas ocasiones = at different times, at various times, on several occasions.

* en distinto grado = in varying measures, differing, to varying degrees.

* en distintos formatos = multiform.

* en distintos momentos = at different times, at various times.

* en diversas lenguas = multilingually.

* en diversas ocasiones = on several occasions.

* en diverso grado = to varying extents, to varying degrees.

* en diversos formatos = multiform.

* en donde = where, wherein.

* en dos años = over a two-year period.

* en dos lenguas = bilingually.

* en dos niveles = split-level.

* en dos palabras = in a nutshell, in a nutshell.

* en dos volúmenes = two-volume.

* en duda = in doubt.

* en edad de trabajar = working-age.

* en efecto = to all intents and purposes, for all intents and purposes.

* en ejercicio = incumbent, practising [practicing, -USA].

* en el abandono = in the wilderness.

* en el acto = ipso facto, outright, on the spot, while-you-wait [while-u-wait], at the drop of a hat.

* en el aire = in mid-air, airborne.

* en el ámbito de = in the realm of.

* en el año catapún = in the dim and distant past.

* en el año del Señor = in the year of our Lord.

* en el año entrante = in the coming year.

* en el año próximo = in the coming year.

* en el año venidero = in the coming year.

* en el área de + Lugar = Lugar + area.

* en el asiento de atrás = in the back seat.

* en el asiento trasero = in the back seat.

* en el aula de clase = classroom-based.

* en el banquillo = on the bench.

* en el blanco de mira = in the spotlight, in the crosshairs.

* en el camino = along the way, en route, in the process.

* en el campo de = in the realm of, in the field of.

* en el campus universitario = campus-based.

* en el candelero = in the spotlight.

* en el cargo = in the saddle, in office.

* en el caso de = for, in association with, in the case of, in the event of, in case of, in the context of.

* en (el) caso de que = in the event that, should, in case.

* en el caso poco probable de que = in the unlikely case (that).

* en el centro de = at the heart of.

* en el cine = at the movies.

* en el clima actual de = in the present climate of.

* en el contexto de = in the realm of.

* en el culo = in the bottom.

* en el culo del mundo = in the arse of nowhere.

* en el curso de la historia = in the course of history.

* en el curso normal de = in the mainstream of.

* en el curso normal de las cosas = in the normal run of things, in the normal run of events.

* en el curso normal de las cosas, en el curso normal de los acontecimientos, = in the normal run of things.

* en el curso normal de los acontecimientos = in the normal run of events, in the normal run of things.

* en el desierto = in the wilderness.

* en el detalle = in detail.

* en el día a día = in the day to day, in the trenches.

* en el dique seco = in dry dock, in the wilderness.

* en el eje = at the core (of).

* en el entorno de = in the realm of.

* en el escenario = on stage.

* en el escenario mundial = on the world stage.

* en el espacio = spatially.

* en el estricto sentido de la palabra = strictly speaking.

* en el estudio = at study, at study.

* en el extranjero = abroad, overseas, offshore.

* en el extremo opuesto = at the far end.

* en el fin de semana = over the weekend, over the weekend, at the weekend.

* en el foco de atención = in the spotlight.

* en el fondo = at heart, deep down, in the back of + Posesivo + mind, in the back of + Posesivo + head, at the back of + Posesivo + head, bottom line, the, in the bottom.

* en el fondo de = at the root of.

* en el futuro = Número + Tiempo + ahead, down the road, in future, in time(s) to come, at + future date, in (the) years to come, at some future time, in the years to come, in the years ahead, in years to come, at some future point, in the future, for future reference, for the years to come.

* en el futuro a largo plazo = in the long-term future.

* en el futuro cercano = in the foreseeable future.

* en el futuro inmediato = in the offing, in the foreseeable future.

* en el futuro lejano = further in the future.

* en el haber de Uno = under + Posesivo + belt.

* en el horario de trabajo = on company time.

* en el horizonte = on the horizon.

* en el hospital = at the bedside.

* en el improbable caso de que = in the unlikely case (that).

* en el instante en que + Subjuntivo = the moment + Verbo.

* en el ínterin = in the interim, in the intervening years, in the intervening period, ad interim.

* en el juego = at play.

* en el lado negativo = on the debit side, on the negative side, on the downside.

* en el lado positivo = on the credit side, on the positive side, on the plus side, on the bright side.

* en ello = therein, thereupon [thereon].

* en el lugar del accidente = at the scene, at the scene of the accident.

* en el lugar de los hechos = at the scene.

* en el mandato = in office.

* en el mando = at the wheel.

* en el mar = at sea.

* en el marco de = within the ambit of, within the bounds of.

* en el más allá = dead and gone.

* en el mayor secreto = a veil of secrecy.

* en el mejor de los casos = at best, at most, ideally, in the best of circumstances, the best case scenario, at the most, at the best of times, at the very best.

* en el mejor momento de Uno = at + Posesivo + (very) best.

* en el mismo centro (de) = plumb in the middle (of).

* en el mismo número de años = in as many years.

* en el mismo orden que = in sync with.

* en el momento = on the spot.

* en el momento actual = in this day and age, at the present time.

* en el momento adecuado = at the right time.

* en el momento de = at the time (that/of).

* en el momento de escribir estas líneas = at the time of writing.

* en el momento de la impresión = at the time of going to print.

* en el momento en que se necesita = at the point-of-need, at the point of use, point of use.

* en el momento en que + Subjuntivo = the moment + Verbo.

* en el momento justo = on cue.

* en el momento más débil de Alguien = at + Posesivo + weakest.

* en el momento oportuno = at the right time, not a moment too soon, not a minute too soon.

* en el momento peor de Alguien = at + Posesivo + weakest.

* en el mundo = on the face of the earth, on the world stage.

* en el mundo antiguo = in antiquity.

* en el mundo entero = all over the world, worldwide [world-wide], all around the world, throughout the world, around the planet, the world over.

* en el mundo que nos rodea = out there.

* en el nivel básico = at grass roots level.

* en el nivel intermedio de = in the middle range of.

* en el nivel medio de = in the middle range of.

* en el norte del estado = upstate.

* en el núcleo = at the core (of).

* en el ocaso = over the hill.

* en el ojo del huracán = in the eye of the storm, in the eye of the hurricane.

* en el orden del día = on the agenda.

* en el origen (de) = in the early days (of).

* en el otro extremo = at the other extreme.

* en el otro extremo de la escala = at the other end of the scale, at the other end of the spectrum, at the other extreme.

* en el país de los ciegos el tuerto es el rey = in the land of the blind, the one-eyed man is king, in the country of the blind, the one-eyed man is king, in the kingdom of the blind, the one-eyed man is king.

* en el país de los ciegos el tuerto es el rey = be a case of the blind leading the blind.

* en el pasado = in the past, in past eras, at some point in the past, in years gone by, in days gone by, in former times.

* en el pasado remoto = in the dim and distant past.

* en el peor de los casos = at worst, in the worst of circumstances, at + Posesivo + very worst, the worst case scenario, at + Posesivo + worst, in the worst case.

* en el período penoso de = in the throes of.

* en el período previo a = in the run up to, during the run up to.

* en el piso de abajo = downstairs.

* en el piso de arriba = upstairs.

* en el poder = in office.

* en el primer caso = in the former case.

* en el proceso = in the process.

* en el propio campus universitario = campus-based.

* en el propio cortijo = on-farm.

* en el próximo año = in the year ahead, in the coming year.

* en el puesto de dirección = in the hot seat.

* en el punto álgido de = at the height of.

* en el punto de mira = in the spotlight, in the crosshairs.

* en el que = wherein.

* en el que se puede buscar = searchable.

* en el quinto coño = in the arse of nowhere.

* en el quinto pino = in the arse of nowhere.

* en el quirófano = under the knife.

* en el resto = everywhere else.

* en el resto de = elsewhere.

* en el seguimiento de = in the pursuit of.

* en el segundo caso = in the latter case.

* en el seno de = within, among.

* en el sentido de las agujas del reloj = clockwise.

* en el sentido de que = in the sense that, along the lines that, in that.

* en el sentido más amplio = in the broadest sense, in the widest sense.

* en el sentido más general = in the broadest sense.

* en el sentido que = in which.

* en el timón = in the saddle.

* en el trabajo = on-the-job, at work.

* en el transcurso de = throughout the course of, throughout the course of, in the course of, during the course of, over the course of, throughout.

* en el transcurso de algunos años = over a period of years.

* en el transcurso de la historia = in the course of history.

* en el transcurso de los siglos = over the course of the centuries.

* en el transcurso normal de + Posesivo + vida(s) = in the normal course of + Posesivo + life/lives.

* en el trasfondo de = at the root of.

* en el último caso = in the latter case.

* en el último minuto = last minute [last-minute], at the last minute.

* en el último momento = at the eleventh hour, at the very last minute, at the very last moment, at the very last, at the last minute.

* en el umbral de = on the threshold of.

* en el vuelo = in-flight.

* en entrante = recessed.

* en entredicho = under challenge.

* en episodios = episodic.

* en época de carnaval = carnivalistically.

* en época de feria = carnivalistically.

* en época de paz = in peacetime, during peacetime.

* en épocas anteriores = in former times, in past eras.

* en épocas de = in times of.

* en épocas de guerra = in time(s) of war.

* en épocas de paz = in time(s) of peace.

* en épocas de prosperidad económica = in affluent times.

* en épocas difíciles = in times of need.

* en épocas pasadas = in past ages.

* en escamas = flaky.

* en ese caso = in that case.

* en ese mismo instante = at that very moment.

* en ese mismo momento = at that very moment.

* en ese momento = at that point, at this point, at that time, just then, at that point in time.

* en esencia = in essence, essentially.

* en ese sentido = on that score, to that effect.

* en esos casos = in those cases.

* en espacios cerrados = indoors.

* en especial = especially (specially), notably, specially (especially).

* en especie = in kind.

* en espera = on hold.

* en espiga = herringbone.

* en esta coyuntura = at this juncture.

* en estado = pregnant, in the family way.

* en estado de abandono = decaying, dilapidated, dilapidated.

* en estado de alerta = on alert.

* en estado de alerta, de guardia = on standby.

* en estado de buena esperanza = pregnant, in the family way.

* en estado de cambio = in a state of flux.

* en estado de descomposición = decaying.

* en estado de deterioro = decaying, dilapidated.

* en estado de reserva = on standby.

* en estado de reserva, en estado de alerta, de guardia = on standby.

* en estado de sitio = in a state of siege, under siege.

* en estado embrionario = embryo, embryonic, in embryonic stage, in embryo, in the embryo stage.

* en esta época del año = around this time of year.

* en esta ocasión = on this occasion.

* en estas circunstancias = under these circumstances.

* en esta situación = at this juncture.

* en este caso = in this case.

* en este contexto = against this background.

* en este documento = herein, herewith, hereto.

* en este extremo = to this extent.

* en este grado = to this extent.

* en este mismo sentido = along the same lines.

* en este momento = at this point, at this stage, at this juncture, at this time, at this moment in time, right now.

* en este período = in the course of events, during the course of events.

* en este sentido = along these lines, in this connection, in this direction, in this sense, in this vein, in this spirit, in this regard, in this effort, in that spirit, on this score, to that effect.

* en estos casos = in these cases.

* en estos días = today, these days.

* en estos tiempos = in these times, in this day and age.

* en estrecha colaboración = in close collaboration.

* en estrecha colaboración con = hand-in-glove with.

* en estuche = boxed.

* en excelente estado = in tip-top condition, in tip-top form.

* en excelentes condiciones = in tip-top condition, in tip-top form.

* en exceso = overflow, overflowing, excessively, excess, to excess.

* en exclusiva = exclusively.

* en existencia = in existence.

* en expansión = expanded.

* en exposición = on exhibit, on show, on display.

* en + Expresión Temporal = as of + Expresión Temporal, come + Expresión Temporal.

* en extensión = in length.

* en extenso = at length, in full.

* en extremo = no end, to no end.

* en fase terminal = terminally ill.

* en favor de = in favour of.

* en flor = in full blossom, in blossom.

* en forma = fit [fitter -comp., fittest -sup.], toned.

* en forma de = in the form of, in the shape of.

* en forma de A = A-shaped.

* en forma de arco = arched, bowed.

* en forma de capa = cape-like.

* en forma de cruz = cross-shaped.

* en forma de cuadrado = square-shaped.

* en forma de cuña = wedge-shaped.

* en forma de cúpula = dome-shaped, domed.

* en forma de D = d-shaped.

* en forma de estrella = star-shaped [star shaped].

* en forma de L = L-shaped.

* en forma de libro = in book form.

* en forma de medialuna = crescent-shaped.

* en forma de parásito = parasitically.

* en forma de pera = pear-shaped.

* en forma de pirámide = pyramidal-shaped.

* en forma de trompeta = trumpet-shaped.

* en forma de U = U-shaped.

* en forma de V = V-shaped.

* en forma física = physically fit.

* en forma física y mental = physically and mentally fit.

* en forma ovalada = oval-shaped.

* en forma piramidal = pyramidal-shaped.

* en formato de libro moderno = in codex form.

* en formato digital = digitally.

* en formato electrónico = in electronic form.

* en formato MARC = in MARC form.

* en formato papel = paper-based, in hard copy.

* en frente = ahead, in front.

* en frente de = in front of.

* en funcionamiento = in operation.

* en función de = according to, as a function of, depending on/upon.

* en general = at large, by and large, for the most part, generally, in general, in the main, on balance, on the whole, overall, all in all, broadly, as a whole, generally speaking.

* en germinación = budding.

* en gestación = in the making.

* en grado mínimo = minimally.

* en gran cantidad = prodigiously.

* en grandes cantidades = en masse, in good number, in record numbers, in bulk.

* en grandes números = in record numbers.

* en gran formato = oversize, oversized.

* en gran medida = broadly, by and large, extensively, greatly, heavily, largely, to a considerable extent, to a high degree, to a large extent, tremendously, vastly, very much, keenly, in no small way, to any great degree, in many ways, in large part, in large measure, in no small measure, to a great extent, to a large degree, to a great degree.

* en gran número = numerously.

* en gran parte

* * *

en

prep

A (en expresiones de lugar)

1

(refiriéndose a una ciudad, un edificio): viven en París/en una granja/en el número diez/en un hotel they live in Paris/on a farm/at number ten/in a hotel

en el quinto piso on the sixth ( AmE) o ( BrE) fifth floor

viven en la calle Goya they live on o ( BrE) in Goya Street

nos quedamos en casa we stayed home ( AmE), we stayed at home ( BrE)

2 (dentro de) in

métete en la cama get into bed

lo puso en una caja he put it in a box

metió la mano en el conducto she stuck her hand into ( o down etc) the pipe

3 (sobre) on

lo puso en la mesa/pared he put it on the table/wall

se sentó en una silla/en un sillón she sat down on a chair/in an armchair

tendrás que dormir en el suelo you'll have to sleep on the floor

se le nota en la cara you can see it in his face

B

1 (expresando circunstancias, ambiente, medio) in

vivir en armonía con la naturaleza to live in harmony with nature

2

de … en …: van de casa en casa/de puerta en puerta pidiendo dinero they go from house to house/from door to door asking for money

nos tienes de sorpresa en sorpresa you're full of surprises

C

1 ‹un tema/una especialidad/una cualidad›

es licenciado en filosofía he has a degree in philosophy

es un experto en la materia he's an expert on the subject

es muy bueno en historia he's very good at history

supera a su hermana en inteligencia she surpasses her sister in intelligence

2 ‹una proporción/un precio›

ha aumentado en un diez por ciento it has gone up by ten per cent

me lo vendió en $30 he sold it to me for $30

las pérdidas se calcularon en $50.000 the losses were calculated at $50,000

D

1 ‹un estado/una manera› in

en buenas/malas condiciones in good/bad condition

un edificio en llamas a building in flames o on fire

nos recibió en camisón he received us in his nightshirt

con los músculos en tensión with (his) muscles tensed

en posición vertical in an upright position

2

(con forma de): termina en punta it's pointed, it ends in o comes to a point

colóquense en círculo get into o in a circle

3 (en el papel de) as

Luis Girón en el Alcalde Luis Girón as the Mayor

4 (con medios de transporte) by

pensamos ir en taxi/en coche/en barco we plan to go by taxi/by car/by boat

¿fueron en tren? — no, en avión did you go by train? — no, by plane o no, we flew

fueron en bicicleta they cycled, they went on their bikes

fuimos a dar una vuelta en coche we went for a drive o we went for a ride in the car

E

1

(expresando el material): un modelo realizado en seda natural an outfit in natural silk

capa para la lluvia en plástico plastic raincape

2 (indicando el modo de presentación o expresión) in

¿lo tienen en azul/(un) 38? do you have it in blue/a 38?

una obra en tres actos a play in three acts

¿cuánto pesas en kilos? how much do you weigh in kilos?

en ruso/en el código Morse in Russian/in Morse Code

F

(en expresiones de tiempo): en verano in (the) summer

en mayo/1947 in May/1947

en varias ocasiones on several occasions

llegó justo en ese momento she arrived just at that moment, just then she arrived

en la mañana/tarde ( esp AmL); in the morning/afternoon

en la noche ( esp AmL); at night

no vi a nadie en todo el día I didn't see anybody all day

G

1 (con construcciones verbales) in

no hay nada de malo en lo que hacen there's nothing wrong in what they're doing

en + INF:

tardó media hora en resolverlo it took her half an hour to work it out

siempre es el último en salir he's always the last to leave

2

(con complementos de persona): en él ha encontrado un amigo she's found a friend in him

problemas que se dan en las personas de edad problems which affect old people

* * *

Multiple Entries:
en
en.
en preposición
1 ( en expresiones de lugar)
a) (refiriéndose a ciudad, edificio):

◊ viven en París/en el número diez/en un hotel they live in Paris/at number ten/in a hotel;

en el último piso on the top floor;
está en la calle Goya it's on o (BrE) in Goya Street;
en casa at home
b) ( dentro de) in;

◊ en una caja in a box

c) ( sobre) on;

◊ en una silla on a chair;

se le nota en la cara you can see it in his face
2 (expresando circunstancias, ambiente) in;
◊ en peligro in danger

3
a) (indicando tema, especialidad):

◊ un experto en la materia an expert on the subject;

doctor en derecho Doctor of Law
b) (indicando proporción, precio):

◊ en un diez por ciento by ten per cent;

en dólares in dollars
4
a) (indicando estado, manera) in;

◊ en malas condiciones in bad condition;

en llamas in flames, on fire
b) ( en forma de):

◊ termina en punta it's pointed;

colóquense en círculo get into o in a circle
c) ( con medios de transporte) by;

◊ ir en taxi to go by taxi;

fueron en bicicleta they cycled, they went on their bikes;
dimos una vuelta en coche we went for a ride in the car
5
a) ( indicando el material):

◊ en seda natural in natural silk;

una escultura en bronce a bronze (sculpture)
b) ( indicando el modo de presentación o expresión) in;

◊ en azul/ruso in blue/Russian

6 ( con expresiones de tiempo):
◊ en verano in (the) summer;

en varias ocasiones on several occasions;
en la mañana/noche (esp AmL) in the morning/at night
7
a) ( seguido de construcción verbal):

◊ no hay nada de malo en lo que hacen there's nothing wrong in what they're doing;

fuí el último en salir I was the last to leave
b) ( con complementos de persona) in;

◊ no sé qué ve en ella I don't know what he sees in her

en preposición
1 (lugar) in, on, at: nos encontramos en el autobús, we met on the bus
en Barcelona/Río, in Barcelona/Rio
en el cajón, in the drawer
en casa/el trabajo, at home/work
(sobre) en la mesa, on the table
2 (tiempo) in, on, at: cae en lunes, it falls on a Monday
en 1975, in 1975
en ese preciso instante, at that very moment
en un minuto, in a minute
en primavera, in spring
LAm en la mañana, in the morning
3 (modo) en bata, in a dressing gown
en francés, in French
en serio, seriously
4 (medio) by, in: puede venir en avión/ coche/metro/tren, she can come by air/car/tube/train
¿por qué no vienes en avión?, why don't you fly?
5 (movimiento) into: entró en la habitación, he went into the room
entró en escena, he went on stage
6 (tema, materia) at, in
es muy bueno en matemáticas, he's very good at maths
experto en finanzas, expert in finances
7 (partición, fases) in: hicimos el viaje en dos etapas, we did the journey in two stages
8 (de... en...) entraremos de tres en tres, we shall go in three by three
9 (con infinitivo) fue rápido en desenfundar, he was quick to pull out
se le nota la timidez en el hablar, you can notice his shyness by the way he speaks
'en' also found in these entries:
Spanish:
A
- abajo
- abarrotada
- abarrotado
- abasto
- abatimiento
- abdicar
- abierta
- abierto
- abogar
- abogada
- abogado
- abominar
- abonada
- abonado
- abordar
- abrir
- abreviar
- absoluta
- absoluto
- absorta
- absorto
- abstracta
- abstracto
- abstraída
- abstraído
- abuela
- abundar
- abundancia
- abundante
- abusar
- acabar
- academia
- acariciar
- acceder
- acentuar
- achantarse
- achatamiento
- achuchar
- acoger
- acomodar
- acompañar
- aconsejar
- acontecer
- acordar
- acordarse
- acostada
- acostado
- acostumbrada
- acostumbrado
English:
A
- aback
- abdicate
- abide
- ablaze
- able
- above
- above-board
- abreast
- abroad
- abscess
- absence
- absent
- absolutely
- absorbed
- abstract
- abundant
- academic
- academy
- accent
- access
- account
- accustom
- acknowledgement
- acquiesce
- acquire
- act
- acting
- action
- active
- actually
- add
- add in
- addition
- adept
- adequate
- administration
- admission
- admit
- advance
- advantage
- adventure
- advertise
- advertising
- affair
- affect
- afford
- afloat
- afraid
- after

* * *

EN nm (abrev de Encuentro Nacional)

= Paraguayan political party

* * *

en

prp

1 ( dentro de) in;

en un mes in a month;

en junio in June;

en casa at home;

en el cielo in heaven

2 ( sobre) on;

en la mesa on the table;

en la calle on the street, Br tb in the street

3 con medios de transporte

:

en coche/tren by car/train

4

:

en inglés in English;

póngamelo en la cuenta put it on my account;

aumentar en un 10 % grow (by) 10%, increase (by) 10%

* * *

en prep

1) : in

en el bolsillo: in one's pocket

en una semana: in a week

2) : on

en la mesa: on the table

3) : at

en casa: at home

en el trabajo: at work

en ese momento: at that moment

* * *

en prep

1. (en general) in

el Museo del Prado está en Madrid the Prado Museum is in Madrid

busca en tu cartera look in your wallet

¿en qué calle vives? which street do you live in?

sucedió en 1949 it happened in 1949

en verano in summer

en noviembre in November

lo acabó en tres días she finished it in three days

2. (edificios, fiestas específicas) at

está en el trabajo he's at work

están en casa they're at home

hemos quedado en el estadio we've arranged to meet at the stadium

vive en el número 24 she lives at number 24

en Navidad at Christmas

3. (superficies, días concretos) on

tus gafas están en la mesa your glasses are on the table

vivo en el segundo piso I live on the second floor

en el día de Navidad on Christmas Day

en la televisión on television

4. (medio de transporte) by

fuimos en tren we went by train

voy al colegio en autobús I go to school by bus

Spanish-English dictionary > en
17 comer

v.

1 to eat (ingerir alimentos).

no come carne casi nunca she hardly ever eats meat

¿qué hay de comer? what's for lunch?; (al mediodía) what's for dinner? (a noche)

comer fuera to go out for lunch (al mediodía)

¡a comer, chicos! lunch is/dinner's/etc ready, children!

dar de comer to feed

2 to take, to capture.

me comió un alfil he took one of my bishops

3 to eat up.

les come la envidia they're eaten up with envy

eso me come mucho tiempo that takes up a lot of my time

* * *

comer

► verbo transitivo

1 to eat

■ comer pescado to eat fish

2 (tomar) to have

■ para cenar comimos sopa we had soup for dinner

3 (color) to fade

4 (corroer) to corrode

5 figurado (gastar) to eat away; (combustible) to use, use up

6 (en ajedrez) to take, capture

► verbo intransitivo

1 (gen) to eat; (a mediodía) to have lunch, lunch; (por la noche) to have dinner, dine

■ ayer comimos a las dos yesterday we had lunch at two

■ mañana vamos a comer fuera tomorrow we're going to eat out

■ David me ha invitado a comer David's invited me to lunch

► nombre masculino

1 eating

► verbo pronominal comerse

1 to eat

■ se lo comió todo he ate all of it

2 figurado (saltarse) to omit; (párrafo) to skip; (palabra) to swallow

■ se come las palabras she doesn't pronounce her words very clearly

3 (color) to fade

4 (el mar, la tierra) to swallow

\

FRASEOLOGÍA

comer como un pajarito familiar not to eat enough to feed a sparrow

comer como una lima / comer como un regimiento / comer por cuatro familiar to eat like a horse

come con los ojos his (her, your, etc) eyes are bigger than his (her, your, etc) belly

comerse a alguien a besos figurado to smother somebody with kisses

comerse a alguien con los ojos figurado to look at somebody lovingly

comerse algo con los ojos familiar to devour something with one's eyes

comerse las uñas to bite one's nails

¿con qué se come eso? familiar what the heck is that?

dar de comer to feed

echar de comer (a los animales) to feed (the animals)

está para comérsela familiar (mujer) she's really tasty

me come la envidia figurado I'm green with envy

no tener qué comer not to have enough to live on

ser de buen comer to be a good eater

sin comerlo ni beberlo familiar without having had anything to do with it

* * *

verb

to eat

- dar de comer

* * *

1. VT

1) [+ comida] to eat

¿quieres comer algo? — would you like something to eat?

no tienen qué comer — they have nothing to eat

sin comerlo ni beberlo —

sin comerlo ni beberlo, me vi envuelto en un caso de contrabando de drogas — without really knowing how, I found myself involved in a drug smuggling case

ha recibido una herencia sin comerlo ni beberlo — he's come into an inheritance without having done anything to deserve it
coco I, 2), tarro 2)
2) (=almorzar) to have for lunch, eat for lunch

los domingos suelo comer paella — on Sundays I usually have paella for lunch

3) (=hacer desaparecer)

el pelo te come la cara — your hair's covering half your face

esto come las existencias — this devours the stocks

poco a poco el polvo fue comiendo la casa — dust gradually took over the house

• comer terreno, la derecha les está comiendo terreno — the right is gaining ground on them

el equipo se dejó comer el terreno — the team conceded a lot of ground

4) (=destruir, consumir)

un ácido que come la plata — an acid that corrodes silver

el agua comió la piedra — the water wore down the stone

eso les come la moral — that's eating away at their morale

le come la envidia por dentro — she is eaten up o consumed with envy

5) (=escocer)

el picor me come la pierna — my leg's stinging

6) (Ajedrez) to take

2. VI

1) (=ingerir alimento) to eat

¿qué hay para comer? — what have we got to eat?, what is there to eat?

los leones tienen que cazar para comer — lions have to hunt to eat

¡come y calla! — shut up and eat your food! *

• comer de algo — (=tomar comida) to eat sth; (=vivir) to live off sth

come de los platos de los demás — she eats other people's food

no todos podemos comer de lo que cultivamos — not all of us can live off what we grow ourselves

• comer fuera — to eat out

comer con los ojos —

siempre comes con o por los ojos — your eyes are bigger than your stomach

- comer como una vaca o fiera

- no comer ni dejar comer

- el mismo que come y viste

2) (=tomar la comida principal) esp Esp [a mediodía] to have lunch; LAm [por la noche] to have dinner

comemos a la una — we have lunch at one

me gusta comer fuerte y cenar poco — I like to have a big lunch and a light evening meal

3)

• dar de comer — to feed

estaba dando de comer al niño — she was feeding her child

dar de comer a las gallinas — to feed the hens

ni siquiera nos dio de comer — she didn't even give us anything to eat

4) And
***
comer a algn — to screw sb ***

3.

See:

comerse

* * *
I 1.
verbo intransitivo

1)

a) ( tomar alimentos) to eat

no tengo ganas de comer — I'm not hungry

este niño no me come nada — (fam) this child won't eat anything (colloq)

comer como un sabañón or (Esp) una lima or (Méx) un pelón de hospicio — (fam) to eat like a horse

b)

dar de comer — to feed

dar(le) de comer a alguien (en la boca) — to spoonfeed somebody

darle de comer al gato/al niño — to feed the cat/the kid

come y calla! — shut up and do as you're told

2)

a) ( tomar una comida) to eat

todavía no hemos comido — we haven't eaten yet

salir a comer (fuera) — to go out for a meal, to eat out

a comer! — lunch (o dinner etc) is ready!

¿qué hay de comer? — ( a mediodía) what's for lunch?; ( por la noche) what's for dinner o supper?

aquí se come muy bien — the food here is very good

b) (esp Esp, Méx) ( almorzar) to have lunch, have dinner (BrE colloq)

nos invitaron a comer — they asked us to lunch

c) (esp AmL) ( cenar) to have dinner

comemos a las nueve — we have o eat dinner at nine
2.
comer vt

1) <fruta/verdura/carne> to eat

no puedo comer chocolate — I can't have o eat chocolate

come un poco de queso — have a little cheese

¿puedo comer otro? — can I have another one?

no tienen qué comer — they don't have anything to eat

mira el suéter, me lo comió la polilla — look at my sweater, the moths have been at it

como un cáncer que le come las entrañas — (liter) like a cancer gnawing away at his insides

sin comerlo ni beberlo — (Esp)

me llevé el castigo sin comerlo ni beberlo — I got punished even though I didn't have anything to do with it

¿(y) eso con qué se come? — (Esp fam) what on earth's that? (colloq)

2) (fam) ( hacer desaparecer) comerse 3

3) (en ajedrez, damas) to take
3.
comerse v pron

1) ( al escribir) <acento/palabra> to leave off; <línea/párrafo> to miss out; ( al hablar) < letra> to leave off; < palabra> to swallow

2)

a) (enf) < comida> to eat

cómetelo todo — eat it all up

comerse algo de un bocado — to gulp something down in one go

está para comérsela — (fam) she's really tasty (colloq)

comerse las uñas — to bite one's nails

se lo come la envidia — he's eaten up o consumed with envy

comerse a alguien vivo — (fam) to skin somebody alive (colloq)

b) (fam) ( ser muy superior) to surpass, overshadow

3) (enf) (fam) ( hacer desaparecer)

a) acido/óxido to eat away (at); polilla/ratón to eat away (at)

b) inflación/alquiler <sueldo/ahorros> to eat away at

el colegio de los niños se come casi todo el sueldo — almost all my salary goes on the children's school fees

se los va a comer la mugre — they'll be up to their ears in muck (colloq)

4) (Col fam) ( poseer sexualmente) to have (colloq)
II
masculino eating

una persona de buen comer — someone who enjoys his/her food

* * *

= eat, graze (on), dine, munch, nosh.

Ex. Even the fearsome shark knows enough not to drive away the pilot fish while it eats, nor does it make a meal of the pilot fish when food is scarce.

Ex. Whereas, before, the land was dense with stately white pines, now apple, plum, pear, peach, and cherry orchards stood in regimented rows and cattle grazed peacefully.

Ex. They drove from the airport to the restaurant where he was to dine with the president of the 'Friends of the Library' group.

Ex. People engage in a wide range of activities in libraries, from lively dialog while munching sandwiches and sipping soda, to flirting and caressing, to the more traditional activities of reading and information searching.

Ex. Several hundred fans noshed on gourmet sandwiches, pizza, pasta and fancy chips and dips.

----

* comer a dos carrillos = stuff + Posesivo + face.

* comer Algo para matar el gusanillo = eat + Comida + to keep + Nombre + going.

* comer carroña = scavenging.

* comer como una lima = eat like + a horse.

* comer como un animal = eat like + an animal.

* comer como una vaca = eat like + a horse.

* comer como un pajarito = eat like + a bird.

* comer como un sabañón = eat like + a horse.

* comer con apetito = eat with + appetite.

* comer en casa = eat in.

* comer fuera = eat out.

* comerse = make + a meal of, prey on/upon, chew up.

* comerse Algo vivo = eat + Nombre + alive.

* comerse con los ojos = ogle.

* comerse el tarro = dwell on/upon.

* comerse las uñas = bite + Posesivo + fingers, bite + Posesivo + fingernails.

* comerse los restos de = scavenge.

* comerse los restos dejados por otro = scavenge.

* comérselo todo = eat + Posesivo + way through.

* como el perro del hortelano que ni come ni deja comer = a dog in the manger.

* dar de comer = feed.

* descanso para comer = meal break.

* estar tan bueno que no se puede dejar de comer = moreish.

* ganas de comer = appetite.

* hora de comer = mealtime [meal time].

* juntarse el hambre con las ganas de comer = made for each other, be two of a kind, be a right pair.

* lugar para comer = eating facility.

* morder la mano del que + dar de comer = bite + the hand that feeds + Pronombre.

* naranja de comer = eating orange.

* no tener ganas de comer = be off + Posesivo + food, be off + Posesivo + oats.

* salir a comer = eat out.

* ser muy delicado para comer = be a picky eater.

* ser muy melindroso para comer = be a picky eater.

* ser muy tiquismiquis para comer = be a picky eater.

* sin comerlo ni beberlo = without having anything to do with it.

* sin comérselo ni bebérselo = without having anything to do with it.

* somos lo que comemos = we are what we eat.

* tú te lo guisas, tú te lo comes = you've made your bed, now you must lie in it!.

* * *
I 1.
verbo intransitivo

1)

a) ( tomar alimentos) to eat

no tengo ganas de comer — I'm not hungry

este niño no me come nada — (fam) this child won't eat anything (colloq)

comer como un sabañón or (Esp) una lima or (Méx) un pelón de hospicio — (fam) to eat like a horse

b)

dar de comer — to feed

dar(le) de comer a alguien (en la boca) — to spoonfeed somebody

darle de comer al gato/al niño — to feed the cat/the kid

come y calla! — shut up and do as you're told

2)

a) ( tomar una comida) to eat

todavía no hemos comido — we haven't eaten yet

salir a comer (fuera) — to go out for a meal, to eat out

a comer! — lunch (o dinner etc) is ready!

¿qué hay de comer? — ( a mediodía) what's for lunch?; ( por la noche) what's for dinner o supper?

aquí se come muy bien — the food here is very good

b) (esp Esp, Méx) ( almorzar) to have lunch, have dinner (BrE colloq)

nos invitaron a comer — they asked us to lunch

c) (esp AmL) ( cenar) to have dinner

comemos a las nueve — we have o eat dinner at nine
2.
comer vt

1) <fruta/verdura/carne> to eat

no puedo comer chocolate — I can't have o eat chocolate

come un poco de queso — have a little cheese

¿puedo comer otro? — can I have another one?

no tienen qué comer — they don't have anything to eat

mira el suéter, me lo comió la polilla — look at my sweater, the moths have been at it

como un cáncer que le come las entrañas — (liter) like a cancer gnawing away at his insides

sin comerlo ni beberlo — (Esp)

me llevé el castigo sin comerlo ni beberlo — I got punished even though I didn't have anything to do with it

¿(y) eso con qué se come? — (Esp fam) what on earth's that? (colloq)

2) (fam) ( hacer desaparecer) comerse 3

3) (en ajedrez, damas) to take
3.
comerse v pron

1) ( al escribir) <acento/palabra> to leave off; <línea/párrafo> to miss out; ( al hablar) < letra> to leave off; < palabra> to swallow

2)

a) (enf) < comida> to eat

cómetelo todo — eat it all up

comerse algo de un bocado — to gulp something down in one go

está para comérsela — (fam) she's really tasty (colloq)

comerse las uñas — to bite one's nails

se lo come la envidia — he's eaten up o consumed with envy

comerse a alguien vivo — (fam) to skin somebody alive (colloq)

b) (fam) ( ser muy superior) to surpass, overshadow

3) (enf) (fam) ( hacer desaparecer)

a) acido/óxido to eat away (at); polilla/ratón to eat away (at)

b) inflación/alquiler <sueldo/ahorros> to eat away at

el colegio de los niños se come casi todo el sueldo — almost all my salary goes on the children's school fees

se los va a comer la mugre — they'll be up to their ears in muck (colloq)

4) (Col fam) ( poseer sexualmente) to have (colloq)
II
masculino eating

una persona de buen comer — someone who enjoys his/her food

* * *

= eat, graze (on), dine, munch, nosh.

Ex: Even the fearsome shark knows enough not to drive away the pilot fish while it eats, nor does it make a meal of the pilot fish when food is scarce.

Ex: Whereas, before, the land was dense with stately white pines, now apple, plum, pear, peach, and cherry orchards stood in regimented rows and cattle grazed peacefully.

Ex: They drove from the airport to the restaurant where he was to dine with the president of the 'Friends of the Library' group.

Ex: People engage in a wide range of activities in libraries, from lively dialog while munching sandwiches and sipping soda, to flirting and caressing, to the more traditional activities of reading and information searching.

Ex: Several hundred fans noshed on gourmet sandwiches, pizza, pasta and fancy chips and dips.

* comer a dos carrillos = stuff + Posesivo + face.

* comer Algo para matar el gusanillo = eat + Comida + to keep + Nombre + going.

* comer carroña = scavenging.

* comer como una lima = eat like + a horse.

* comer como un animal = eat like + an animal.

* comer como una vaca = eat like + a horse.

* comer como un pajarito = eat like + a bird.

* comer como un sabañón = eat like + a horse.

* comer con apetito = eat with + appetite.

* comer en casa = eat in.

* comer fuera = eat out.

* comerse = make + a meal of, prey on/upon, chew up.

* comerse Algo vivo = eat + Nombre + alive.

* comerse con los ojos = ogle.

* comerse el tarro = dwell on/upon.

* comerse las uñas = bite + Posesivo + fingers, bite + Posesivo + fingernails.

* comerse los restos de = scavenge.

* comerse los restos dejados por otro = scavenge.

* comérselo todo = eat + Posesivo + way through.

* como el perro del hortelano que ni come ni deja comer = a dog in the manger.

* dar de comer = feed.

* descanso para comer = meal break.

* estar tan bueno que no se puede dejar de comer = moreish.

* ganas de comer = appetite.

* hora de comer = mealtime [meal time].

* juntarse el hambre con las ganas de comer = made for each other, be two of a kind, be a right pair.

* lugar para comer = eating facility.

* morder la mano del que + dar de comer = bite + the hand that feeds + Pronombre.

* naranja de comer = eating orange.

* no tener ganas de comer = be off + Posesivo + food, be off + Posesivo + oats.

* salir a comer = eat out.

* ser muy delicado para comer = be a picky eater.

* ser muy melindroso para comer = be a picky eater.

* ser muy tiquismiquis para comer = be a picky eater.

* sin comerlo ni beberlo = without having anything to do with it.

* sin comérselo ni bebérselo = without having anything to do with it.

* somos lo que comemos = we are what we eat.

* tú te lo guisas, tú te lo comes = you've made your bed, now you must lie in it!.

* * *

comer¹ [E1 ]

vi

A

1 (tomar alimentos) to eat

no tengo ganas de comer I'm not hungry o I don't feel like eating anything

no hay nada para comer there's nothing to eat

este niño no me come nada ( fam); this child won't eat anything (I make for him) ( colloq)

las palomas comían de su mano the pigeons were eating out of o from her hand

el sueldo apenas si les alcanza para comer he hardly earns enough to feed them

comer como un sabañón or ( Esp) una lima or ( Méx) un pelón de hospicio ( fam); to eat like a horse

comer como un pajarito ( fam); to eat like a bird

2

dar de comer to feed

todavía hay que darle de comer (en la boca) we still have to spoonfeed him

darle de comer al gato to feed the cat

tengo que darles de comer a los niños I have to get the kids something to eat, I have to feed the kids

nos dieron de comer muy bien they fed us very well

ni siquiera nos dieron de comer they didn't even give us anything to eat

darle a algn de comer aparte ( fam); to treat sb with kid gloves

B

1

(tomar una comida): todavía no hemos comido we haven't eaten yet, we haven't had lunch ( o dinner etc) yet

hace mucho tiempo que no salimos a comer (fuera) we haven't been out for a meal o eaten out for ages

¿dónde comieron anoche? where did you go for dinner o have dinner last night?

no queremos comer en el hotel we don't want to have our meals in the hotel o to eat at the hotel

¡niños, a comer! lunchtime ( o dinnertime etc), children!

¿qué hay de comer? (a mediodía) what's for lunch?; (por la noche) what's for dinner o supper?

aquí se come muy bien the food here is very good

donde comen dos, comen tres there's always room for one more at the table

2 (esp Esp, Méx) (almorzar) to have lunch, have dinner ( BrE colloq)

nos invitaron a comer they asked us to lunch

3 ( esp AmL) (cenar) to have dinner

comemos a las nueve we have o eat dinner at nine

nos invitaron a comer they asked o invited us to dinner

■ comer

vt

A ‹fruta/verdura/carne› to eat

como mucha fruta I eat a lot of fruit

no puedo comer chocolate I can't have o eat chocolate

come un poco de queso have a little cheese

tienes que comer todo lo que te sirvan you must eat (up) everything they give you

¿puedo comer otro? can I have another one?

no tienen qué comer they don't have anything to eat

nadie te va a comer ( fam); nobody's going to bite your head off, nobody's going to eat you

mira el suéter, me lo comió la polilla look at my sweater, the moths have been at it o it's really moth-eaten

como un cáncer que le come las entrañas ( liter); like a cancer gnawing away at his insides

sin comerlo ni beberlo or sin comerla ni beberla: me llevé el castigo sin comerlo ni beberlo I got punished even though I didn't have anything to do with it o any part in it

¿(y) eso con qué se come? ( fam); what on earth's that? ( colloq), what's that when it's at home? ( BrE colloq)

B ( fam)

(hacer desaparecer): ese peinado le come mucho la cara that hairstyle hides half her face

estos zapatos me comen los calcetines my socks keep slipping down with these shoes

estos gastos nos han empezado a comer los ahorros these expenses have started eating into our savings

el alquiler me come la mitad del sueldo the rent swallows up half my salary, half my salary goes on the rent

si seguimos así nos va a comer la mugre if we go on like this we'll be swallowed up by dirt

C (en ajedrez, damas) to take

■ comerse

v pron

A ‹acento/palabra›

te has comido todos los acentos you've left off o forgotten o ( BrE) missed off all the accents

me comí dos líneas I missed out o skipped two lines

se comen la `s' final they don't pronounce the final `s', they leave off o drop the final `s'

se come la mitad de las palabras he swallows o he doesn't pronounce half his words

B

1 ( enf) ‹comida› to eat

cómetelo todo eat it all up

se lo comió de un bocado he gulped it down in one go

está para comérsela ( fam); she's really tasty ( colloq), she's a real dish ( colloq)

no te comas las uñas don't bite your nails

¿se te ha comido la lengua el gato? ( fam); have you lost your tongue?, has the cat got your tongue? ( colloq)

se lo come la envidia he's eaten up o consumed with envy

se comió cuatro años de cárcel ( fam); he did four years in prison o inside ( colloq)

comerse a algn vivo ( fam); to skin sb alive ( colloq)

si se entera mi madre me come viva if my mother finds out she'll skin me alive o have my guts for garters o make mincemeat of me ( colloq)

2 (estrellarse contra) ‹árbol/poste› to smash o crash into

3 (ser muy superior) to surpass, overshadow

nadando y corriendo, él se come a su hermano ( fam); he can beat his brother hollow at swimming and running ( colloq), he knocks spots off his brother when it comes to swimming and running ( colloq)

C ( fam)

(hacer desaparecer): el sol se ha ido comiendo los colores de la alfombra the sun has faded the colors in the carpet

el mar se ha comido casi toda la arena the sea has washed away nearly all the sand

el ácido se come el metal the acid eats into o eats away the metal

el colegio de los niños se me come casi todo el sueldo almost all my salary goes on the children's school fees, the children's school fees eat up almost all of my salary

D ( Col fam) (poseer sexualmente) to have ( colloq)

comer²

masculine

eating

una persona de buen comer someone who enjoys his/her food

el arte del buen comer the art of good eating

el comer es como el rascar, todo es cuestión de empezar once you start eating, you don't want to stop

* * *

comer ( conjugate comer) verbo intransitivo
a) ( en general) to eat;

◊ no tengo ganas de comer I'm not hungry;

este niño no me come nada (fam) this child won't eat anything (colloq);
dar(le) de comer a algn (en la boca) to spoonfeed sb;
darle de comer al gato/al niño to feed the cat/the kid;
salir a comer (fuera) to go out for a meal, to eat out;
¿qué hay de comer? ( a mediodía) what's for lunch?;

( por la noche) what's for dinner o supper?
b) (esp Esp, Méx) ( almorzar) to have lunch;

◊ nos invitaron a comer they asked us to lunch

c) (esp AmL) ( cenar) to have dinner

verbo transitivo
a) ‹fruta/verdura/carne› to eat;

◊ ¿puedo comer otro? can I have another one?;

no tienen qué comer they don't have anything to eat
b) (fam) ( hacer desaparecer) See Also→ comerse 3

c) (en ajedrez, damas) to take

comerse verbo pronominal
1
a) ( al escribir) ‹acento/palabra› to leave off;

‹línea/párrafo› to miss out
b) ( al hablar) ‹ letra› to leave off;

‹ palabra› to swallow
2 ( enf) ‹ comida› to eat;
◊ cómetelo todo eat it all up;

comerse las uñas to bite one's nails
3 (fam) ( hacer desaparecer)
a) [acido/óxido] to eat away (at);

[polilla/ratón] to eat away (at)
b) [inflación/alquiler] ‹sueldo/ahorros› to eat away at

comer
I verbo transitivo
1 to eat
2 (en el parchís, etc) to take
3 (estrechar) ese corte de pelo te come la cara, that haircut makes your face look thinner
ese mueble te come mucho salón, that piece of furniture makes your living room look smaller
II verbo intransitivo to eat: hay que darle de comer al perro, we have to feed the dog
♦ Locuciones: familiar comer como una lima, to eat like a horse
familiar comer el coco/tarro a alguien, to brainwash somebody
sin comerlo ni beberlo, le pusieron una sanción, although he has nothing to do with it, he was disciplined
' comer' also found in these entries:
Spanish:
acostumbrar
- aire
- algo
- alimentar
- carrillo
- cosa
- dar
- deshora
- después
- empezar
- emplazar
- enana
- enano
- estomacal
- exacerbar
- exigua
- exiguo
- gana
- hambre
- hasta
- hincharse
- jambar
- le
- leguminosa
- menda
- mierda
- picar
- reserva
- rollo
- sabañón
- saciedad
- saque
- sopor
- tarde
- tarro
- terminar
- tragar
- troglodita
- tutiplén
- a
- acabar
- ansia
- apretujado
- austero
- barato
- barbaridad
- bueno
- carta
- chocolate
- de
English:
any
- avoid
- before
- bolt
- brisk
- buffet
- company
- conscious
- craving
- crunch
- cut out
- digestion
- directive
- eat
- eat out
- entertain
- fancy
- feed
- feeding
- finish
- for
- forage
- free rein
- full
- go
- go out
- good
- grab
- grain
- guzzle
- have
- hour
- invite
- just
- leftovers
- linger
- lunch
- lunchtime
- mealtime
- mop
- nosh
- out
- overwhelming
- pick at
- plate
- plough through
- process
- put away
- spoon-feed
- spot

* * *

comer

♦ vt

1. [alimentos] to eat;

no come carne casi nunca she hardly ever eats meat;

¿quieres comer algo? would you like something to eat?;

no tengas miedo, nadie te va a comer don't be afraid, nobody's going to eat you;

Comp

ni come ni deja comer he's a dog in the manger;

Comp
Fam
comer el coco o [m5] tarro a alguien [convencer] to brainwash sb;

Comp

sin comerlo ni beberlo: sin comerlo ni beberlo, le hicieron jefe he became boss through no merit of his own;

sin comerlo ni beberlo, nos encontramos en la bancarrota through no fault of our own, we went bankrupt

2. Esp, Méx [al mediodía] to have for lunch;
esp Andes [a la noche] to have for dinner;
hoy hemos comido pescado we had fish today

3. [en juegos de mesa] to take, to capture;

me comió un alfil he took one of my bishops

4. [consumir] to eat up;

tus gastos nos comen casi todo mi sueldo your expenses eat up almost all of my salary;

esta estufa come mucha leña this stove uses o gets through a lot of wood;

los come la envidia they're eaten up with envy;

eso me come mucho tiempo that takes up a lot of my time;

me están comiendo los mosquitos the mosquitoes are eating me alive

♦ vi

1. [ingerir alimentos] to eat;

ahora no tengo ganas de comer I don't feel like eating o I'm not hungry right now;

comer fuera, salir a comer to eat out;

yo llevaré la bebida, tú compra las cosas de comer I'll get the drink, you buy the food;

comer a la carta to eat à la carte;

¡a comer, chicos! lunch is/dinner's/ etc ready, children!;

¡come y calla! shut up and eat your dinner!;

dar de comer al perro to feed the dog;

no sé qué darles de comer a mis hijos esta noche I don't know what to give the children to eat this evening;

en ese restaurante dan de comer muy bien the food is very good in that restaurant;
Fam
ser de buen comer to have a healthy appetite;
Fig
tener qué comer to have enough to live on;

Comp
Fam
comer a dos carrillos to stuff one's face;

Comp

comer como una lima o [m5] un regimiento to eat like a horse;

Comp

comimos como curas o [m5] reyes we ate like kings;

Comp

comer y callar beggars can't be choosers;

Comp
Fam
dar o [m5]echar de comer aparte a alguien: a mi profesor hay que darle o [m5] echarle de comer aparte you have to be careful how you deal with my teacher, because you never know how he's going to react;

Comp

donde comen dos comen tres there's always room for one more at the table

2. Esp, Méx [al mediodía] to have lunch;

¿qué hay de comer? what's for lunch?;

en casa comemos a las tres we have lunch at three o'clock at home;

hemos quedado para comer we've arranged to meet for lunch;

comer fuera, salir a comer to go out for lunch

3. esp Andes [a la noche] to have dinner

♦ See also the pronominal verb comerse

* * *

comer

I v/t eat; a mediodía have for lunch

II v/i eat; a mediodía have lunch;

dar de comer a alguien feed s.o.;

no tienen qué comer they haven’t a thing to eat;

sin comerlo ni beberlo fam all of a sudden

* * *

comer vt

1) : to eat

2) : to consume, to eat up, to eat into

comer vi

1) : to eat

2) cenar: to have a meal

3)

dar de comer : to feed

♦ See also the reflexive verb comerse

* * *

comer vb

1. (en general) to eat [pt. ate; pp. eaten]

hay que comer más verduras you must eat more vegetables

¿comes pescado? do you eat fish?

2. (al mediodía) to have lunch

siempre como en casa I always have lunch at home

me ha invitado a comer he's invited me to lunch

dar de comer to feed [pt. & pp. fed]

fuimos a dar de comer a los patos we went to feed the ducks

Spanish-English dictionary > comer
18 set

I [set] n
1. 1) комплект, набор; коллекция

in sets - в комплектах, в наборах

a set of surgical instruments [of weights] - набор хирургических инструментов [гирь]

a set of exchange - ком. комплект экземпляров переводного векселя

a set of chessmen - шахматы

a set of stamps - комплект марок

a set of teeth - а) зубы, ряд зубов; б) вставные зубы, вставная челюсть

a set of sails - мор. комплект парусов

well-chosen [valuable] set - хорошо подобранная [ценная] коллекция

they are sold in sets of five - они продаются по пяти штук

2) сервиз

a set of china - фарфоровый сервиз

a fine set of silver plate - прекрасный серебряный (столовый) сервиз

3) гарнитур

a set of furniture - гарнитур мебели

4) прибор

toilet /dressing-table/ set - туалетный прибор

writing /desk/ set - письменный прибор

razor set - бритвенный прибор

5) (полный) комплект издания

a set of Pravda - комплект «Правды»

a set of Dickens - (полное) собрание сочинений Диккенса

2. 1) серия, ряд

a set of houses - ряд домов

a set of lectures - цикл лекций

a set of rules - список правил

a (special) set of circumstances - (особое) стечение обстоятельств

a set of assumptions - ряд допущений /предположений/

a set of questions - ряд вопросов

2) совокупность

a set of observations - совокупность наблюдений

3. 1) группа ( лиц); состав

a set of men - группа людей

a poor set of players - плохая команда, плохие игроки

four sets of dancers /partners/ - четыре пары танцоров

a new set of customers - новый круг покупателей /клиентов/

2) набор, состав (учащихся, студентов и т. п.)

a very satisfactory set of new girls - хороший новый состав учениц

3) компания, круг

the political [the literary] set - политические [литературные] круги

the smart /the fashionable/ set - а) законодатели мод; б) фешенебельное общество

gambling set - картёжники, завсегдатаи игорных домов

they have got into a bad set - они попали в плохую компанию

he belonged to the best set in the college - в колледже он принадлежал к числу избранных

he is not in their set, he does not belong to their set - он не принадлежит к их кругу [см. тж. 4)]

4) банда, шайка

a set of hooligans - банда хулиганов

a set of thieves - шайка воров

he is not in their set, he does not belong to their set - он не из их шайки [см. тж. 3)]

4. 1) театр., кино декорация

set designer - художник по декорациям; художник кинофильма

set dresser - кино декоратор

2) кино съёмочная площадка

on the set - на съёмочной площадке

5. спец. прибор, аппарат; установка, агрегат

6. приёмник

radio set - радиоприёмник

TV set - телевизор

7. фигура ( в танце); последовательность фигур

a set of quadrilles - (все) фигуры кадрили

we danced three or four sets of quadrilles - мы протанцевали три или четыре кадрили

8. завивка и укладка волос

9. сюита духовной музыки (месса и т. п.)

10. редк. меблированная квартира

11. дор. брусчатка, каменная шашка

12. спорт.

1) партия ( часть матча)

2) сет ( теннис)

13. спорт. расстановка игроков

14. геол. свита ( пород)

15. горн. оклад крепи

16. мат. множество

theory of sets - теория множеств

17. мат. семейство ( кривых)

18. полигр. гарнитура шрифта

19. полигр. набор

20. карт. недобор взяток ( бридж)
II
1. [set] n

1. тк. sing общие очертания, линия

the set of the drapery - линия драпировки

the set of his back [of his shoulders] - линия спины [плеч]

the set of the hills - линия /очертание/ гор

I knew him by the set of his hat - я узнал его по манере носить шляпу

2. строение; конфигурация; (тело)сложение

a set of the features - черты лица

the set of smb.'s head - посадка головы

of a manly set - мужественного телосложения

he is of a big and broad set - он крупный и широкоплечий мужчина

3. тк. sing

1) направление

the set of a tide [of a current, of wind] - направление прилива [течения реки, ветра]

2) направленность; тенденция

the set of his mind is towards intolerance - он отличается нетерпимостью

the set of public opinion /of public feeling/ - тенденция общественного мнения

a set towards mathematics - склонность к математике; математический склад ума

3) психол. направленность, установка ( на принятие наркотика)

4) наклон, отклонение

a set to the right - отклонение /наклон/ вправо

4. тк. sing поэт. заход, закат ( солнца)

at the set of sun - на заходе солнца

the set of day - конец дня

at the set of life - на склоне лет

5. музыкальный вечер (особ. джазовой музыки)

6. сад. молодой побег ( растения); завязь ( плода)

a set of blackthorn - побег тёрна

7. с.-х.

1) = set onion

2) посадочный материал (клубни картофеля и т. п.)

8. охот. стойка

9. тех. разводка для пил, развод зубьев пилы, ширина развода

10. стр. осадка ( сооружений)

11. тех. остаточная деформация

12. тех. обжимка, державка

13. полигр. толщина ( литеры)

♢ to be at a dead set - завязнуть, застрять

to make a dead set at smb. - а) обрушиваться /нападать/ на кого-л.; резко критиковать кого-л.; ≅ вцепиться в кого-л. зубами и когтями; б) делать всё возможное, чтобы завоевать кого-л. /завоевать чью-л. любовь, дружбу, доверие и т. п./; в) вешаться кому-л. на шею, навязывать свою любовь, пытаться влюбить в себя (обыкн. о женщине); г) охот. делать стойку ( о собаке)

2. [set] a

1. неподвижный; застывший

set smile - застывшая улыбка

set stare - неподвижный взор

set glassy eyes - остановившиеся стеклянные глаза

with a set face /countenance/ - с каменным лицом

his movements were set - в его движениях чувствовалась скованность

2. 1) определённый, твёрдо установленный, постоянный

set wage - твёрдый оклад, постоянная заработная плата

set price - твёрдая цена

set hand - установившийся почерк

the hall holds a set number of people - зал вмещает определённое количество людей

2) неизменный, постоянный; незыблемый

set pattern - штамп

set programme - постоянная /неизменная/ программа

a very set creed - крайний догматизм

set rules - незыблемые правила

set style - постоянный стиль ( теннис)

to dine at a set hour - обедать в определённые часы /в одно и то же время/ [ср. тж. 4]

to be set in one's ways [ideas] - никогда не изменять своим привычкам [взглядам]

3) шаблонный; стереотипный

set phrase - клише

in set terms /phrases/ - в шаблонных /избитых/ выражениях, казённым /официальным/ языком

3. установленный (законом, традицией)

a set form of oath - установленная форма присяги

4. заранее установленный, оговорённый

set arrangements - заранее обусловленные обязательства

at a set time - в (заранее) назначенное время

at set hours - в установленные часы [ср. тж. 2, 2)]

set subject - обязательная тема (для сочинения и т. п.)

set speech - заранее подготовленная речь

set task - (заранее) определённая задача

everyone has his own set task - каждому дано своё задание

set visit - визит ( официального лица) по предварительной договорённости

5. упрямый, настойчивый; упорный

set defiance - упорное неповиновение

set rains - непрекращающиеся /упорные/ дожди

set mouth - упрямо сжатый рот

a man of set opinions - человек, упорно придерживающийся /не меняющий/ своих взглядов

his jaw looked too square and set - ≅ его лицо выражало упрямство

6. умышленный, преднамеренный

of set purpose - с умыслом

on set purpose - уст. нарочно

7. разг. готовый, горящий желанием (сделать что-л.)

all set - шутл. ≅ в полной боевой готовности

all set to do smth. - горящий желанием сделать что-л.

we were set for an early morning start - мы подготовились к тому, чтобы выступить рано утром

is everyone set? - все готовы?

8. встроенный, прикреплённый

♢ set affair - вечеринка с очень хорошим угощением

set dinner - а) званый обед; б) обед за общим столом ( в ресторане); в) общий обед, не включающий порционные блюда ( в ресторане)

to be keen set on - страстно желать (чего-л.)

to be hard set - находиться в затруднительном положении /в стеснённых обстоятельствах/

to be hard set for money - крайне нуждаться в деньгах

to be sharp set - быть голодным, проголодаться

to get set - толстеть, терять стройность

3. [set] v (set)

I

1. 1) ставить, помещать, класть; положить, поставить

to set a cup [a glass, a dish] (down) on the table - (по)ставить чашку [стакан, блюдо] на стол

to set the suitcase down - опустить чемодан (на землю)

to set smth. in its place again - поставить /положить/ что-л. на своё место

to set the books back - положить книги на место

to set a chair at /by/ the table - поставить стул около стола /к столу/

to set chairs for visitors - (по)ставить /расставить/ стулья для гостей

to set flowers in water - (по)ставить цветы в воду

to set one's hand on smb.'s shoulder - класть /положить/ руку на чьё-л. плечо

to set a trap /snare/ - поставить силки

to set poison for rats - положить отраву для крыс

to set an ambush - воен. устроить засаду

to set a crown on smb.'s head - возложить корону на чью-л. голову

to set smb. on a pedestal - возвести кого-л. на пьедестал

he took off his hat and set it on the floor - он снял шляпу и положил её на пол

2) ставить на какое-л. место; придавать ( то или иное) значение

to set Vergil before Homer - ставить /считать/ Вергилия выше Гомера

to set smb. among the great writers - считать кого-л. одним из великих писателей

to set smb., smth. at naught - а) ни во что не ставить, презирать кого-л., что-л.; to set smb.'s good advice at naught - пренебречь чьим-л. разумным советом; б) издеваться над кем-л., чем-л.

to set much /a great deal/ on smth. - придавать чему-л. большое значение

he sets a great deal by daily exercise - он придаёт большое значение ежедневным упражнениям

to set little on smth. - придавать чему-л. мало значения

I don't set myself up to be better than you - я не считаю себя лучше /выше/ вас

2. обыкн. pass помещаться, располагаться

a house set in a beautiful garden - дом, стоящий в прекрасном саду

a little town set north of London - маленький городок, расположенный к северу от Лондона

a little door set in a wall - маленькая дверь в стене

blue eyes set deep in a white face - голубые, глубоко посаженные глаза на бледном лице

the second act is set in a street - место действия второго акта - улица

the pudding sets heavily on the stomach - пудинг тяжело ложится на желудок

3. сажать, усаживать

to set smb. by the fire - усадить кого-л. у камина /у костра/

to set smb. on horseback - посадить кого-л. на лошадь

to set a king on a throne - посадить /возвести/ короля на трон

4. насаживать, надевать

to set the wheel on the axle - насадить колесо на ось

to set a butterfly - наколоть бабочку на булавку

5. (in) вставлять

to set glass in a window - вставлять стекло (в окно)

to set one's foot in the stirrup - вложить ногу в стремя

6. 1) направлять; поворачивать

to set one's face towards the sun - повернуться лицом к солнцу

to set a map - ориентировать карту

to set against the wind - идти против ветра

to set smb. on the right [wrong] track - направить кого-л. по правильному [ложному] следу

to set the police after a criminal - направить полицию по следам преступника

2) иметь ( то или иное) направление, ( ту или иную) тенденцию

public opinion is setting with [against] him - общественное мнение за [против] него, общественное мнение складывается в [не в] его пользу

7. подготавливать; снаряжать; приводить в состояние готовности

to set a palette - подготовить палитру

to set a piano - настроить пианино

to set the sails (of a ship) - ставить паруса (корабля)

to set the scene - описать (в общих чертах) обстановку /положение/

to set the stage - а) расставлять декорации; б) (под)готовить почву (для чего-л.)

to set the stage for the application of a new method of therapy - подготовить почву для нового метода лечения

to be set for smth. - быть готовым к чему-л.

it was all set now - теперь всё было готово /подготовлено/

it /the stage/ was all set for a first-class row - всё предвещало первостатейный скандал

I was all set for the talk - я готовился к этому разговору; я знал, что меня ждёт /мне предстоит/ этот разговор

he was all set for a brilliant career - перед ним открывалась блестящая карьера, его ждала блестящая карьера

set! - спорт. внимание!, приготовиться!

8. устанавливать, определять, назначать

to set standards - устанавливать нормы

to set requirements - определять требования

to set a limit /boundary/ - устанавливать границы /пределы/

to set a limit to smth. - установить предел чему-л., пресечь что-л.

to set bounds to smth. - ограничивать что-л.

to set the pace - а) устанавливать скорость шага /бега/; б) служить образцом, примером; [см. тж. 10]

to set a precedent - создавать прецедент

to set the style /tone/ - задавать тон

to set the course - спорт. измерить дистанцию

to set a course on a chart - назначить курс корабля по карте

to set a time [a date] - назначить время [дату]

to set a wedding day - назначать день свадьбы

to set a price - назначать цену

to set a price on smb.'s head /on smb.'s life/ - оценивать чью-л. голову /жизнь/, назначать сумму вознаграждения за поимку кого-л.

to set a fine - установить сумму штрафа

he sets no limit to his ambitions - его честолюбие безгранично /не знает пределов/

the time and date of the meeting have not yet been set - время и день собрания ещё не назначены

then it's all set for Thursday at my place - значит решено - в четверг у меня

9. 1) диал., часто ирон. идти, быть к лицу

do you think this bonnet sets me? - как вы думаете, идёт мне эта шляпка?

2) редк. сидеть ( о платье)

to set well /badly/ - хорошо [плохо] сидеть (на ком-л.)

the jacket sets badly - жакет плохо сидит

10. тех. устанавливать, регулировать

to set a tool - устанавливать резец

to set the camera lens to infinity - фото устанавливать объектив на бесконечность

to set the spark-gap - авт. отрегулировать искровой промежуток

to set the pace - регулировать скорость [см. тж. 8]

11. мор. пеленговать

12. стр. производить кладку

II А

1. садиться, заходить ( о небесных светилах)

the sun is setting - солнце заходит

his star has /is/ set - образн. его звезда закатилась

the glory of Troy had set - слава Трои померкла

2. ставить (стрелку, часы и т. п.)

to set a clock /a watch/, to set the hands of a clock - (по)ставить часы (правильно)

to set one's watch by the town clock [by the time-signal] - ставить свои часы по городским [по сигналу поверки времени]

to set an alarm-clock - поставить /завести/ будильник

to set a thermostat at seventy - поставить стрелку термостата на семьдесят

to set the speedometer to zero - авт. установить спидометр на нуль

I want you to set your watch by mine - я хочу, чтобы вы поставили свои часы по моим

3. 1) ставить (задачи, цели и т. п.)

to set a goal - поставить цель

to set a task - поставить задачу

to set oneself an ideal - создавать себе идеал

2) задавать (уроки, вопросы и т. п.)

to set a sum - задать задачу

to set the lessons for tomorrow - задать уроки на завтра

the teacher set his boys a difficult problem - учитель задал ученикам трудную задачу

what questions were set in the examination? - какие вопросы задавали на экзамене?

4. подавать ( пример)

to set good [bad] examples - подавать хорошие [дурные] примеры

he has set a good example for me to follow - он подаёт мне хороший пример

5. 1) вводить ( моду)

to set the fashion - быть законодателем мод

2) вводить, внедрять (модель и т. п.)

to set a new model - внедрять новую модель /-ый образец/

6. 1) стискивать, сжимать (зубы, губы)

to set one's teeth - а) стискивать зубы

he set his teeth doggedly [hard] - он упрямо [крепко] стиснул зубы; б) принять твёрдое решение; упрямо стоять на своём, заупрямиться

with jaws set in an effort to control himself - стиснув зубы, он пытался овладеть собой

his lips were firmly set - губы его были плотно сжаты

2) сжиматься (о губах, зубах)

his lips set stubbornly - его губы упрямо сжались

7. застывать, становиться неподвижным (о лице, глазах и т. п.)

his face set - его лицо окаменело

he was sitting there his face set - он сидел с каменным лицом

8. 1) твердеть ( о гипсе)

2) стр. схватываться (о цементе, бетоне)

the mortar joining these bricks hasn't set yet - известковый раствор, скрепляющий эти кирпичи, ещё не затвердел

3) застывать (о желе, креме)

the jelly has set - желе застыло

4) заставлять твердеть или застывать (известь и т. п.)

9. 1) загустеть; свёртываться (о крови, белке); створаживаться ( о молоке)

2) сгущать (кровь и т. п.); створаживать ( молоко)

10. 1) оформиться, сформироваться (о фигуре, характере)

his mind and character are completely set - у него зрелый ум и вполне сложившийся характер

her figure is hardly set yet - у неё ещё не оформилась фигура

2) формировать (характер и т. п.); развивать ( мускулатуру)

too much exercise sets a boy's muscles prematurely - от чрезмерного увлечения гимнастикой мускулы подростка развиваются слишком быстро ( опережая рост)

11. ставить ( рекорд)

he set a record for the half mile - он установил рекорд (в беге) на полмили

12. накрывать ( на стол)

he quickly set the table (for three) - он быстро накрыл стол (на три персоны)

the table was set for dinner - стол был накрыт к обеду

the hostess ordered to have a place set for the guest - хозяйка распорядилась поставить прибор для (нового) гостя

13. 1) вправлять (кости, суставы)

to set a bone - вправить кость

to set a broken leg [arm, a dislocated joint] - вправить ногу [руку, вывихнутый сустав]

2) срастаться ( о кости)

14. вставлять в оправу ( драгоценные камни)

to set diamonds - вставлять в оправу /оправлять/ бриллианты

a ring set with rubies - кольцо с рубинами

a ruby set in gold - рубин в золотой оправе

15. приводить в порядок, поправлять (шляпу, платок, галстук, волосы)

to set one's cap - поправить кепку

set your hat straight - поправьте вашу шляпу

16. укладывать ( волосы); сделать укладку

to set one's hair - делать причёску, укладывать волосы

17. 1) положить ( слова на музыку или музыку на слова)

to set a song to music - класть песню на музыку

to set music to words - писать музыку на слова

2) муз. аранжировать

to set a piece of music for the violin - переложить музыкальную пьесу для скрипки

to set a melody half a tone higher - транспонировать мелодию на полтона выше

18. подавать ( сигнал)

19. точить (нож, бритву и т. п.)

to set a razor - править бритву

to set a saw - разводить пилу

20. выставлять (часовых и т. п.)

to set the guard - воен. выставлять караул

to set guards [sentries, watches] - расставить караульных [часовых, стражу]

to set a guard at the door - ставить часового у двери

to set pickets around the camp - выставить дозорных вокруг лагеря

21. высаживать (на берег, остров и т. п.; тж. set ashore)

to set smb., smth. ashore - а) высаживать кого-л. на берег; б) выгружать что-л. на берег

to set troops on shore - высаживать войска на берег

22. возлагать ( надежды)

to set one's hopes on smb. - возлагать надежды на кого-л.

23. накладывать (запрет, наказание и т. п.)

to set a veto on smth. - наложить запрет на что-л.

to set a punishment [a fine] - накладывать взыскание [штраф]

24. ставить, прикладывать ( печать)

to set a seal - а) поставить печать; б) наложить отпечаток

it set a seal on all his life - это наложило отпечаток на всю его жизнь

25. сажать (растения, семена)

to set seed [plants, fruit-trees] - сажать семена [растения, фруктовые деревья]

the young plants should be set (out) at intervals of six inches - молодые растения следует высаживать на расстоянии шести дюймов друг от друга

26. 1) приниматься ( о деревьях)

2) бот. завязываться, образовывать завязи (о плодах, цветах)

fruit sets - плоды завязываются

27. разрабатывать, составлять ( экзаменационные материалы)

they had to set fresh papers - им пришлось составлять новую письменную работу

to set an examination paper - составлять письменную экзаменационную работу

to set questions in an examination - составлять вопросы для экзаменационной работы

to set a book - включить какую-л. книгу в учебную программу

28. 1) определиться (о направлении ветра, течения и т. п.)

the tide sets to the west - течение идёт на запад

the wind sets from the south - ветер дует с юга

the tide has set in his favour - его акции поднимаются

2) заставлять двигаться (в каком-л. направлении)

the current set them northward - течение понесло их на север

29. делать стойку ( об охотничьих собаках)

30. 1) сажать ( наседку на яйца)

2) подкладывать ( яйца под наседку)

31. сажать в печь ( хлебные изделия)

32. редк. устанавливаться ( о погоде)

33. спец. растягивать ( кожу)

34. закрепить ( краску)

35. полигр. набирать ( шрифт; тж. set up)

to set close [wide] - набирать плотно [свободно]

the editorial was set in boldface type - передовая была набрана жирным шрифтом

36. налаживать ( станок)

37. тех. осаживать ( заклёпку)

38. школ. распределять учеников по параллельным классам или группам в зависимости от способностей

II Б

1. 1) to set about ( doing) smth. приниматься за что-л., начинать делать что-л., приступать к чему-л.

to set about one's work - взяться /приняться/ за работу

to set about one's packing [getting dinner ready] - начинать упаковывать вещи [готовить обед]

to set about stamp-collecting [learning the German language] - взяться за собирание марок [изучение немецкого языка]

I don't know how to set about it - я не знаю, как взяться за это дело /как подступиться к этому/

2) to set smb. about ( doing) smth. засадить кого-л. за какую-л. работу, заставить кого-л. приняться за что-л., начать что-л.

to set smb. about a task - заставить кого-л. приступить к выполнению задания

2. 1) to set to do /doing/ smth. приниматься за что-л., начинать делать что-л.

to set to work - приступить к работе, приниматься за работу

to set to one's packing - приниматься за укладку вещей

they set to fighting [arguing] - они стали драться [спорить]

I set to work to wake up the boys - я принялся будить мальчиков

2) to set smb. (on) to (do) smth. заставить кого-л. приняться за что-л.; поставить кого-л. на какую-л. работу

to set smb. to work [to dictation] - усадить кого-л. за работу [за диктант]

to set smb. to saw wood [to dig a field] - заставить кого-л. пилить дрова [вскапывать поле]

to set the class to sums - дать классу (решать) задачи

who(m) did you set to do this? - кому вы поручили сделать это?

she would do what she was set to do with great thoroughness - она тщательно выполняла то, что ей поручали

3. to set oneself to smth., to set oneself to do /doing/ smth. энергично взяться за что-л.; твёрдо решить сделать что-л.

he set himself to study biology - он принялся упорно изучать биологию

he set himself to amusing me - он старался изо всех сил развлечь меня

she set herself to put him at his ease - она делала всё возможное, чтобы он чувствовал себя свободно

it is no pleasant task but let us set ourselves to it - это не очень приятное задание, но давайте приступим к его выполнению

4. 1) to be set to do smth. быть готовым что-л. сделать

we are all set to go - мы уже готовы (идти)

he was (all) set to go when I came - он уже был (совсем) готов (идти), когда я пришёл

2) to be set on doing smth. твёрдо решить сделать что-л.

we're absolutely all set on going there - мы твёрдо решили пойти туда

she was set on going on the stage - она твёрдо решила пойти на сцену

Bill was set on finding him - Билл поставил себе целью отыскать его

5. to be set (up) on smth. очень хотеть чего-л.; поставить себе целью добиться чего-л.

to be dead set on smth. - упорно /страстно/ желать чего-л.

we didn't much like the idea of his going back to New York but he was set on it - мы не очень одобряли его план вернуться в Нью-Йорк, но он твёрдо решил сделать это

6. to be set against ( doing) smth., to set oneself against ( doing) smth. быть категорически против чего-л., противиться чему-л.

he set himself against my proposal - он заупрямился и отказался принять моё предложение

the mother was violently set against the match - мать была категорически против этого брака

he (himself) was set against going there - он (сам) упорно отказывался идти туда

7. 1) to set about /at, (up)on/ smb. нападать, напускаться на кого-л.

to set upon smb. with blows - наброситься на кого-л. с кулаками

to set upon smb. with arguments - атаковать кого-л. доводами

they set upon me like a pack of dogs - они набросились на меня, как свора собак

they set about each other at once - они сразу же начали драться

I'd set about you myself if I could - если бы я мог, я бы сам отколотил тебя

2) to set smb. at /on, against/ smb. натравить, напустить кого-л. на кого-л.

to set the dog on /at/ smb. - натравить на кого-л. собаку

to set detectives on smb. /on smb.'s tracks/ - установить за кем-л. слежку

to set a friend against friend - поссорить друзей

he is trying to set you against me - он старается восстановить вас против меня

he has set everyone against me - он всех восстановил против меня

3) to set smb. on to do smth. подбить (на что-л.); подтолкнуть (к чему-л.)

to set smb. on to commit a crime - толкнуть кого-л. на преступление

8. to set smth. against smth. книжн.

1) противопоставлять что-л. чему-л., сравнивать что-л. с чем-л.

when theory is set against practice - когда теорию противопоставляют практике

when we set one language against another - когда мы сравниваем один язык с другим

against the cost of a new car, you can set the considerable saving on repairs and servicing - покупка нового автомобиля стоит денег, но, с другой стороны, это даёт экономию на ремонте и обслуживании

2) опираться чем-л. обо что-л., упираться

he set a hand against the door and shoved it - он упёрся рукой в дверь и толкнул её

9. to set smb. (up) over smb. возвысить кого-л., дать кому-л. власть над кем-л.

to set smb. (up) over a people - посадить кого-л. на трон, сделать кого-л. королём, дать кому-л. власть над народом

he was set up over his rivals - его ставили выше соперников

10. to set oneself down as smb.

1) выдавать себя за кого-л.

2) зарегистрироваться, записаться ( в гостинице)

11. to set smb. down for smb. принимать кого-л. за кого-л.

to set smb. down for an actor - принять кого-л. за актёра

he set her down for forty - он считал, что ей лет сорок

12. to set up for smth. выдавать себя за кого-л.

to set up for a professional [for a scholar] - выдавать себя за профессионала [за учёного]

to set oneself up for an atheist - объявлять себя атеистом

don't set up for a scientist - я не претендую на большую учёность

I don't set up for an angel - я не причисляю себя к святым

13. to set smth. in motion привести что-л. в движение

to set a chain reaction in motion - физ. привести в действие цепную реакцию

14. to set smth. with smth.

1) осыпать, усеивать что-л. чем-л.; украшать что-л. чем-л.

to set the top of wall with broken glass - утыкать верхнюю часть стены битым стеклом

tables set with flowers - столы, украшенные цветами

the sky set with stars - небо, усеянное звёздами

a coast set with modern resorts - побережье со множеством современных курортов

2) засевать что-л. чем-л.

to set a bed with flowers - засадить клумбу цветами

15. to be set to smth. иметь склонность к чему-л.

a soul that is set to melancholy - душа, склонная к печали

16. to set smth. to smth. подносить, прикладывать, приставлять что-л. к чему-л.; приближать что-л. к чему-л.

to set a match [a lighter] to a cigarette - поднести спичку [зажигалку] к сигарете

to set one's lips to a glass, to set a glass to one's lips - поднести стакан ко рту

to set one's shoulder to the door - налечь плечом на дверь

to set one's hand /one's name, one's signature, one's seal/ to a document - подписать документ

to set pen to paper - взяться за перо, начать писать

to set spurs to a horse - пришпорить лошадь

17. to set smth. apart /aside/ for smb., smth. отводить, предназначать, откладывать что-л. для кого-л., чего-л.

to set apart funds for some purpose - выделять фонды для какой-л. цели

to set some food apart for further use - откладывать часть продуктов на будущее

I shall set these books apart (for you) - я отложу эти книги (для вас)

the rooms set apart for the children were large and beautiful - комнаты, отведённые для детей, были просторны и красивы

18. to set smth. before smb. излагать что-л. кому-л.

to set a plan [facts] before smb. - излагать /представлять на рассмотрение/ кому-л. план [факты]

he set his plan before the council - он изложил /представил/ совету свой план

III А

1. в сочетании с последующим прилагательным, наречием или предложным оборотом означает приведение в какое-л. состояние:

to set free - освободить

to set a prisoner free /at liberty/ - освободить арестованного

to set the dog loose - спустить собаку

to set the window open - открыть окно

to set afloat - а) мор. спускать на воду; б) приводить в движение; дать (чему-л.) ход

to set a rumour afloat - пустить слух

to set afloat the latent fears - разбудить дремлющие страхи

anger set afloat all his inner grievances - гнев всколыхнул затаённые обиды

to set smb. wrong - вводить кого-л. в заблуждение

he set me at ease at once - мне сразу стало с ним легко

set your mind at ease! - не беспокойтесь!

to set smb.'s mind at rest - успокоить кого-л.

to set one's mind at rest - успокоиться

to set a question /affair/ at rest - разрешить какой-л. вопрос, покончить с каким-л. вопросом

that sets all my doubts at rest - это разрешает все мои сомнения

to set smb.'s fears at rest - рассеять чьи-л. опасения

to set smb.'s curiosity agog - возбудить /вызвать/ чьё-л. любопытство

to set smb. on the alert - заставить кого-л. насторожиться

to set at ready - воен. приводить в готовность

to set one's affairs [papers, room] in order - приводить свои дела [бумаги, комнату] в порядок

2. в сочетании с герундием или предложным оборотом означает

1) приведение в движение:

to set going - а) запускать (машину и т. п.); to set machinery going - приводить в действие механизм; б) пускать в ход, в действие

we must set things going - нужно начинать действовать

to set on foot = to set going б)

to set a top spinning - (за)пустить волчок

2) побуждение к какому-л. действию:

to set smb. laughing [in a roar] - рассмешить, заставить кого-л. смеяться [покатиться со смеху]

to set the company laughing - вызвать всеобщий смех

his jokes set the whole room [the table] laughing - все, кто был в комнате [кто сидел за столом], до упаду смеялись над его шутками

to set smb. (off) thinking, to set smb. to thinking - заставить кого-л. призадуматься

to set smb. wondering - вызывать у кого-л. удивление

to set smb. flying - обратить кого-л. в бегство

to set one's heart beating - заставить сердце забиться

to set tongues wagging - вызывать толки, давать пищу для сплетен

this incident set everybody's tongue wagging - этот инцидент наделал много шуму

the smoke set her coughing - от дыма она начала кашлять

to set the company talking - а) развязать языки; б) дать пищу злым языкам

I set him talking about the new discovery - я навёл его на разговор о новом открытии

to set bells ringing - зазвонить в колокола

♢

to set foot somewhere - ходить куда-л., появляться где-л.

he was forbidden to set foot there - ему запретили туда ходить

not to set foot in smb.'s house - не переступать порога чьего-л. дома

to set foot on shore - ступить на землю /на берег/

to set one's feet on the path - пуститься в путь /дорогу/

to set one's heart on smth. - стремиться к чему-л., страстно желать чего-л.

to set one's heart on doing smth. - стремиться сделать что-л.

he set his heart on going to the South - он очень хотел /твёрдо решил/ поехать на юг

he has set his heart on seeing Moscow - его заветной мечтой было повидать Москву

why should it be that man she has set her heart upon? - почему она полюбила именно этого человека?

to set one's wits to smb.'s (wits) - поспорить /помериться силами/ с кем-л.

to set one's wits to smth. - пытаться (раз)решить что-л.; ≅ шевелить мозгами

to set one's wits to work - ломать себе голову над чем-л.

to set people by the ears /at variance, at loggerheads/ - ссорить, натравливать людей друг на друга

he likes to set people by the ears - он любит ссорить людей между собой

to set (one's life) on a chance - ставить (жизнь) на карту

to set the axe to - приниматься за уничтожение (чего-л.)

to set smth. on fire, to set fire /a light/ to smth. - сжечь /поджечь, зажечь/ что-л.

to have smb. set - схватить кого-л. за горло, прижать кого-л. к стенке

to set the law [smb.] at defiance - бросать вызов закону [кому-л.]

the scene was set for the tragedy - всё предвещало трагедию

НБАРС > set
19 passare

1. v/i ( trasferirsi) go (in into)

sports pass

di legge be passed, pass

di tempo go by or past, pass

passare attraverso delle difficoltà have a difficult time

passare da/per Milano go through Milan

passare dal panettiere drop by the baker's

mi è passato di mente it slipped my mind

passare di moda go out of fashion

passare inosservato go unnoticed

2. v/t confine cross

( sorpassare) overstep

( porgere) pass

( trascorrere) spend

telecommunications ti passo Claudio here's Claudio

* * *

passare v. intr.

1 to pass; ( vicino) to pass by, to go* by, to get* by; ( attraverso) to go* through, to pass through, to get* through: lasciami passare, let me pass; si fece da parte per far passare l'auto, he moved aside to let the car pass; egli passò senza fermarsi, he passed without stopping; per andare a Roma da Milano si passa per Bologna, to go to Rome from Milan you pass through Bologna; la strada passa per il bosco, the road passes (o goes o runs) through the wood; passiamo per il centro?, shall we go (o pass) through the centre?; l'Arno passa da Firenze, the Arno flows through Florence; l'autobus passa davanti alla stazione, the bus goes past the station; passa sotto il ponte e gira a destra, go under the bridge and turn right; in quel cavo passa la corrente, there's electricity in that cable; si abbassò per passare dalla porta, he bent to get through the doorway; per far passare il frigorifero bisogna spostare l'armadio, we'll have to move the cupboard to get the fridge to pass; questa corda è troppo grossa, non ci passa, this string is too thick, it won't go through

2 ( penetrare) to come* in, to pass through: la luce passava attraverso le persiane, the light came in through the shutters

3 (trasferirsi da una persona all'altra, da un luogo all'altro) to pass: la palla passava da un giocatore all'altro, the ball passed from one player to the other; passare di padre in figlio, to be handed down (o passed on) from father to son; passare in altre mani, to pass into other hands; passiamo in salotto per il caffè, let's have our coffee in the drawing room // passava da un argomento all'altro con grande facilità, he passed from one subject to another with the greatest of ease // è tempo di passare dalle parole ai fatti, it's time for action (o it's time to pass from words to action)

4 ( trascorrere) to pass, to elapse, to go* by: i giorni passarono, the days went by; la gioventù passa presto, youth soon passes; man mano che passano gli anni..., as the years go by...; il tempo non passa mai quando si aspetta qlcu., time goes slowly when you're waiting for s.o.; sono già passati due anni, two years have already passed; facciamo una partita a carte tanto per far passare il tempo, let's have a game of cards, just to pass the time

5 ( cessare) to pass (away), to cease: il mal di denti mi è passato, my toothache has passed off (o gone); la sua collera passò presto, his anger soon passed (o cooled); il temporale è passato, the storm is over (o has passed o has ceased); passare di moda, to go out of fashion // passerà anche questa, it won't last for ever; tutto passa, everything comes to an end; per lui è stato un brutto colpo ma spero gli passerà presto, it was a tough blow for him but I hope he'll get over it quickly // cerca di farti passare il malumore, try to snap out of it

6 ( andare, venire) to call on (s.o.), to call at (a place): devo passare dal suo ufficio, I must call at his office; passerà di qui fra poco, he will come here soon (o before long); passerò a prenderti, I'll call for you; passerò da te questa sera, I'll drop in (on you) tonight; passare da un cliente, to call on a client; passa a portarmi quel libro, come here and bring me the book

7 ( diventare) to become*: passò capitano, he was promoted captain

8 ( essere scambiato per) to be taken for, to pass off as; ( essere reputato) to be believed, to be considered: così vestito potrebbe passare per un prete, dressed like that he could be taken for a priest; lo hanno fatto passare per pazzo, they passed him off as mad; si è fatto passare per un professore di chimica e tutti ci hanno creduto, he passed himself off as a chemistry teacher and everyone believed him; passa per bella, intelligente, she is considered (o thought) beautiful, intelligent; passare per ricco, to be thought rich

9 ( essere accettato, aver corso) to be passed, to get* through: il progetto di legge passò il mese scorso, the bill was passed last month; passare a un esame, to get through an examination; non è un capolavoro ma può passare, it's not a masterpiece but it'll do

10 ( intercorrere) to be: passa una gran differenza, there is a great difference

11 ( di cibi) ( andare a male) to go* bad, to go* off; ( di vino) to turn sour; to turn sweet

12 ( a carte) to pass

◆ v.tr.

1 ( attraversare) to pass, to cross; ( oltrepassare) to pass, to go* beyond: passare il confine, to pass (o to cross) the border; i fuggitivi sono 11riusciti a passare il fiume, the fugitives succeeded in crossing the river; dopo che hai passato il tabaccaio è la prima casa a destra, when you pass the tobacconist's it's the first house on your right; ho passato l'edicola senza vederla, I went beyond the newstand without seeing it

2 ( far passare) to pass: passare il filo nell'ago, to pass the thread through the eye of the needle; si fece passare una corda in vita, he passed the rope round his waist

3 ( essere più di) to be over: quel tipo passa i 2 metri, that fellow is over two metres tall; per me ha passato i 50 anni, I think he's over fifty; questa lettera passa il peso, this letter is overweight

4 ( trascorrere) to spend*, to pass: dove passerai le vacanze?, where are you going to spend your holidays?; passeremo il Natale insieme, we'll spend (o pass) Christmas together; sta passando un brutto periodo, he's having (o going through) a bad time; ho passato una serata molta bella, I've had a lovely evening; ha passato tre anni in prigione, he spent three years in prison

5 ( cospargere di) to put*, to spread*: passati un po' di crema in viso, put a bit of cream on your face; passare la cera sul pavimento, to wax the floor

6 ( pulire) to wipe, to clean; passare uno straccio sulla lavagna, to wipe the blackboard with a cloth; passare lo straccio sul pavimento, to wipe the floor; si passò il fazzoletto sul collo, he mopped (o wiped) his neck with his handkerchief

7 ( dare) to pass, to give*, to hand: l'albergo non passa la colazione, the hotel does not give breakfast; guarda queste fotografie e passale agli altri, look at these photographs and pass them on to the others; passami il sale, per favore, can you pass me the salt, please?; mi passa un assegno mensile, he gives me a monthly cheque; passare gli alimenti alla moglie, to pay one's wife alimony; (comm.) passare un ordine, to place an order; (sport) passare la palla, to pass the ball

8 ( sopportare) to undergo*, to pass through (sthg.): ha passato un mucchio di guai, she has gone through (o she has had) a lot of trouble; ne ho passate tante, ne ho passate di tutti i colori, te lo assicuro, I have been through a lot, I can tell you

9 ( trafiggere) to pass through; to run* through, to transfix: lo passò da parte a parte, he ran him through

10 ( approvare, promuovere; superare) to pass: ho passato tutti i miei allievi, I have passed all my pupils; passare un progetto di legge, to pass a bill; hai passato l'esame di guida?, did you pass your driving test?

11 (cuc.) ( setacciare) to sieve; ( al passaverdura) to purée // passa il pesce nella farina prima di friggerlo, flour the fish before frying; passare nell'uovo, to dip in beaten egg; passare gli spinaci nel burro, to sauté the spinach; passare nel pangrattato, to coat with breadcrumbs.

◆ FRASEOLOGIA: passare a miglior vita, to pass away // passare inosservato, to go (o to pass) unnoticed // passare di mente, to go out of one's mind; passare per la mente, to cross (o to come into) one's mind // sarà due chili e passa, it's probably two kilos or more; avrà trent'anni e passa, he must be over thirty // non posso passare sopra a così tanti errori, I can't overlook so many mistakes // faccia la coda, non cerchi di passare davanti a tutti, don't try to pass ahead of everyone (o to jump the queue); è passato in testa al gruppo, alla classifica, he moved up to the top // passi la sua ignoranza, ma non la cattiva educazione, I'm prepared to overlook his ignorance but not his bad manners // passa via!, get (o go) away, scram! // passarla liscia, to get away with sthg. (o to get off scot-free) // passarsela bene, male, ( finanziariamente) to be well off, badly off // passar parola, to pass the word on (o round) // passare qlco. sotto silenzio, to pass over sthg. in silence // non gliene passa una, she picks him up on everything ∙ Questo verbo è usato in molte frasi idiomatiche per la cui traduzione si rinvia agli altri elementi. Per esempio: passare per le armi → arma; passare in rivista → rivista; passare dei guai → guaio; passare al setaccio → setaccio ecc.

* * *
[pas'sare]
1. vi (aus essere)

1) (persona, veicolo) to go by, pass (by)

l'autobus passa davanti a casa nostra — the bus goes past our house

siamo passati davanti a casa tua — we went past your house, we walked (o drove) past your house

non è passata neanche una macchina — not one car went by

passare dall'altra parte della strada — to cross (over) to the other side of the street

2) (fare una breve sosta) to call in, (presso amico) to call o drop in, (postino) to come, call

passa quando vuoi — call in whenever you like

passare a casa di qn o da qn — to call o drop in on sb

passo da te dopo cena — I'll call in after dinner

passare a trovare/salutare qn — to drop by to see sb/say "hello" to sb

passare a prendere qc/qn — to come and pick sth/sb up

ti passo a prendere alle otto — I'll come and pick you up at eight o'clock

passare in banca/ufficio — to call in at the bank/office

devo passare in banca — I've got to call in at the bank

3) (filtrare attraverso: aria, sole, luce) to pass, get through, (acqua) to seep through

4)

(trasferirsi) passare da...a — to pass from... to

passare di mano in mano — to be passed o handed round

passare di padre in figlio — to be handed o passed down o from father to son

passare da un argomento ad un altro — to go from one subject to another

passare ad altro — to change the subject, (in una riunione) to discuss the next item

passiamo ad altro! — let's go on!

passare al nemico — to go over to the enemy

passare alla storia — to pass into history, fig to become a legend

passare di moda — to go out of fashion

passare a miglior vita euf — to pass away

5) (trascorrere: giorni, tempo) to pass, go by

sono passati molti anni dalla fine della guerra — many years have passed since the end of the war

6) (allontanarsi: temporale, dolore, voglia) to pass, go away

il peggio è passato — the worst is over

far passare a qn la voglia di qc/di fare qc — to stifle sb's desire for sth/to do sth

ti è passato il mal di testa? — has your headache gone?

gli passerà! — he'll get over it!

7) (essere accettato: proposta di legge) to be passed, (candidato) to pass

passare a un esame — to go up (to the next class) after an exam

passare di grado — to be promoted

8) Culin

passare di cottura — to be overdone

9) Carte to pass

10)

30 anni e passa — well over 30 years ago

c'erano 100 persone e passa — there were well over a 100 people

11)

(esistere) ci passa una bella differenza tra i 2 quadri — there's a big difference between the 2 pictures

12)

passare per uno stupido/un genio — to be taken for a fool/a genius

passare per buono — to be taken as valid, be accepted

passare inosservato — to go unnoticed

farsi passare per — to pass o.s. off as, pretend to be

13)

passare attraverso, per anche fig — to go through

passare sopra — to pass over o above, (fig : lasciar correre) to pass over, overlook

passare sotto — to pass below

cosa ti passa per la testa? — (a che pensi?) what is going through your mind?, (come puoi pensarlo?) what are you thinking of!

per dove si passa per arrivare in centro? — which way do I (o we) go to get into town?

lasciar passare qn/qc — to let sb/sth through

non mi hanno lasciato passare — they didn't let me through

far passare qn per o da — to let sb in (o out) by

far passare avanti qn — to let sb get past o by

questa volta non ci passo sopra — I'm not prepared to overlook it this time

2. vt

1) (attraversare) to cross

2) (esame) to pass, (dogana) to go through, clear, (visita medica) to have

hai passato l'esame? — did you pass the exam?

3) (approvare) to pass, approve

4)

(trafiggere) passare qn/qc da parte a parte — to pass right through sb/sth

5) (trascorrere) to spend, pass

passare le vacanze in montagna — to spend one's holidays in the mountains

ho passato due giorni a Parigi — I spent two days in Paris

non passerà la notte — he (o she) won't survive the night

non passa giorno che non ne combini una delle sue — hardly a day goes by without him getting up to something

6) (oltrepassare, sorpassare) to go beyond, (fig : andare oltre i limiti) to exceed, go beyond

ha passato la quarantina — he (o she) is over 40

7) (dare: oggetto) to pass, give, hand, (Sport: palla) to pass

passare qc a qn — to pass sth to sb, give sb sth, (trasmettere: messaggio) to pass sth (on) to sb

ha passato la palla a Enrico — he passed the ball to Enrico

potresti passarmi il sale? — could you pass me the salt, please?

mi hai passato l'influenza — you gave me the flu

passare indietro qc — to pass o give o hand sth back

i miei genitori mi passano 300 euro al mese — my parents give me 300 euros a month

mi passi Maria? — (al telefono) can I speak to Maria?

le passo il signor Rossi — I'm putting you through to Mr Rossi, here's Mr Rossi

8) (brodo, verdura) to strain

9)

passare lo straccio per terra — to give the floor a wipe

passare l'aspirapolvere — to hoover Brit, vacuum Am

passare una mano di vernice su qc — to give sth a coat of paint

10)

(fraseologia) passarsela bene/male — to get on well/badly, (economicamente) to manage well/badly

come te la passi? — how are you getting on o along?

passarla liscia — to get away with it

ne ha passate tante — he's been through a lot, he's had some difficult times

3. sm

col passare del tempo... — with the passing of time...

col passare degli anni — (riferito al presente) as time goes by, (riferito al passato) as time passed o went by

* * *
I 1. [pas'sare]
verbo transitivo

1) (attraversare) to go* past, to go* across, to get* across, to get* over, to pass, to cross [fiume, ponte]; to go* through, to get* through [ dogana]

passato il semaforo, giri a destra — turn right after the lights

2) (infilare) to run*; (trafiggere) to run* through

passare la corda nell'anello — to pass o run the rope through the ring

3) (trasferire) to move

passare qcn. a un altro ufficio — to move sb. to another office

4) (al telefono)

passare una telefonata a qcn. — to put a call through to sb.

mi passi il direttore commerciale, per favore — give me the sales manager, please

glielo passo — I'll put him on, I'm putting you through

5) (porgere) to hand, to pass [ oggetto]

passami il piatto — pass me your plate

potete (fare) passare il sale? — could you pass the salt along please?

passare la palla — sport to feed o pass the ball

6) (far scorrere)

passare le dita su qcs. — to run one's fingers over sth.

passare uno straccio su qcs. — to run a duster over sth

7) (trascorrere) to spend*, to pass

passare una bella giornata — to have a nice day

passare la giornata a fare — to spend the day doing

passare un brutto momento — to have a thin time of it

8) (superare) to pass, to get* through [esame, test]; to live out [ inverno]

9) (approvare) to get* through, to carry, to pass [legge, decreto]

10) (perdonare)

non me ne passa una — he doesn't let me get away with anything

11) gastr. (con il frullatore) to whizz up; to mash (up), to puree [frutta, verdura]

passare qcs. al tritacarne — to put sth. through the mincer

12) (spalmare) to rub [ crema]

passare la cera sul tavolo — to wax the table

13) (pagare)

passare gli alimenti — dir. to pay maintenance

14) rad. telev.

passo! — over

passo e chiudo! — over and out!

passiamo ora la linea ai nostri studi di Roma — now over to our Rome studios

15) (oltrepassare)

passare la cinquantina — to be over fifty years old, to be in one's fifties

hai proprio passato il limite! — you're way out of line! colloq.
2.
verbo intransitivo (aus. essere)

1) (transitare) [persona, veicolo] to pass

riesci a passare? — can you fit o get through?

passando per o da by way of; passare per il centro della città, davanti alla scuola to go through the town centre, past the school; andare in Polonia passando per la Germania to travel through Germany to Poland; passare per i campi to cut across the fields; l'autobus è appena passato the bus has just gone; passate da quella porta go straight through that door; passare dalla scala di servizio — to use the backstairs o service stairs AE

2) (snodarsi)

passare per — [ strada] to go through; (scorrere) [ acqua] to flow through

3) (andare momentaneamente) to drop in, to drop round, to pop in BE colloq.

passare da — to call at [ negozio]; to call (in) on [amico, parente]; to go round to [scuola, ufficio]

devi passare a trovarci — you must come by and see us

passare a prendere qcn., qcs. — to pick sb., sth. up

passerà oggi — he's coming round today

sono solo passata a salutare — I've just popped in to say hello

4) (penetrare) to get* through

fare passare — to let in [acqua, luce]

5) (svolgersi)

passare inosservato — to go o pass unnoticed

6) (spostarsi) to go*, to move

passare dalla sala da pranzo in salotto — to move from the dining room to the lounge

passare davanti a qcn. in una coda — to cut in front of sb. in a queue

7) (pensare)

dire quello che passa per la mente — to say things off the top of one's head

mi domando cosa le passi per la testa — I wonder what's going on in her head

non mi era mai passato per la testa che... — it never crossed o entered my mind that

8) (essere trasferito, trasmesso) [ proprietà] to pass; [ titolo] to pass down

passare alla storia come — to go down in history as

passare di padre in figlio, di generazione in generazione — to be handed down from father to son, from generation to generation

9) (variare, cambiare) to change

passare dal riscaldamento a gas a quello elettrico — to change over from gas to electric heating

passare sotto il controllo dell'ONU — to be taken over by the UN

passare al (campo) nemico — to desert to the enemy camp, to go over to the enemy

10) fig. (procedere) to go* on, to move on, to pass on

passiamo ad altro — let's move on

passare all'offensiva — to go on o take the offensive

passare alle vie di fatto — to use force, to come to blows

11) (essere approvato) [legge, regolamento] to go* through

12) (essere ammesso) [ candidato] to pass

passare alla classe superiore — to go up a class

è passato generale — he's been promoted to general

13) (cessare) [crisi, sentimento] to pass; [dolore, effetto] to pass off, to subside; [ temporale] to blow* itself out, to blow* over, to spend* itself, to die out; [amore, rabbia] to die

passerà — it'll pass, things will get better

gli passerà — he'll get over it

questo mal di testa non vuole passare! — this headache just won't go away!

mi è passata la voglia di giocare — I don't feel like playing any more

14) (trascorrere) [ tempo] to draw* on, to go* (by), to pass

sono appena passate le sei — it's just gone six o'clock

passarono tre ore prima che... — three hours went by before

15) (sopportare)

farne passare di tutti colori a qcn. — to put sb. through the mill

dopo tutto quello che mi hai fatto passare — after all you've put me through

ci siamo passati tutti — we've all gone through it

16) (chiudere un occhio)

lasciare passare — to let it pass

passare sopra a — to overlook, to pass over [comportamento, errore]

passi per i giovani, ma... — that's all right for young people but...

per questa volta passi — I'll let you off o I'll turn a blind eye this time, this time I'll let it go

17) (dimenticare)

mi era completamente passato di mente — it went right o clean o completely out of my mind

18) (essere considerato)

passare per un genio — to pass for a genius

fare passare qcn. per bugiardo — to make sb. out to be a liar

19) (spacciarsi)

facendosi passare per un poliziotto — impersonating a o posing as a policeman

20) (intercorrere) to pass between

che differenza passa tra i due? — what's the difference between the two?
3.
verbo pronominale passarsi

1) (far scivolare) to run*, to draw*

- rsi il pettine tra i capelli — to run a comb through one's hair

- rsi un fazzoletto sulla fronte — to draw a handkerchief across one's forehead

si passò la mano sul viso — he passed his hand over his face

2) (reciprocamente)

- rsi documenti — to exchange documents

- rsi la palla — to throw a ball around

••

passare parola — to spread o pass the word

come te la passi? — how are things, how are you getting along?

passarsela bene — to be well off

passarsela male — to have a hard o bad time, to go through the o jump through hoops

non mi passa più! — there's no end to it!

non la passerai liscia! — you'll never get away with it!

passare a miglior vita — eufem. to pass away
II [pas'sare]
sostantivo maschile passage, passing

con il passare degli anni — with the passing of the years, as years go by

con il passare delle ore — as the day progressed

* * *

passare¹

/pas'sare/ [1]

I verbo transitivo

1 (attraversare) to go* past, to go* across, to get* across, to get* over, to pass, to cross [fiume, ponte]; to go* through, to get* through [ dogana]; passato il semaforo, giri a destra turn right after the lights

2 (infilare) to run*; (trafiggere) to run* through; passare la corda nell'anello to pass o run the rope through the ring

3 (trasferire) to move; passare qcn. a un altro ufficio to move sb. to another office

4 (al telefono) passare una telefonata a qcn. to put a call through to sb.; mi passi il direttore commerciale, per favore give me the sales manager, please; glielo passo I'll put him on, I'm putting you through

5 (porgere) to hand, to pass [ oggetto]; passami il piatto pass me your plate; potete (fare) passare il sale? could you pass the salt along please? passare la palla sport to feed o pass the ball

6 (far scorrere) passare le dita su qcs. to run one's fingers over sth.; passare uno straccio su qcs. to run a duster over sth.

7 (trascorrere) to spend*, to pass; passare una bella giornata to have a nice day; passare la giornata a fare to spend the day doing; passare un brutto momento to have a thin time of it

8 (superare) to pass, to get* through [esame, test]; to live out [ inverno]

9 (approvare) to get* through, to carry, to pass [legge, decreto]

10 (perdonare) non me ne passa una he doesn't let me get away with anything

11 gastr. (con il frullatore) to whizz up; to mash (up), to puree [frutta, verdura]; passare qcs. al tritacarne to put sth. through the mincer

12 (spalmare) to rub [ crema]; passare la cera sul tavolo to wax the table

13 (pagare) passare gli alimenti dir. to pay maintenance

14 rad. telev. passo! over; passo e chiudo! over and out! passiamo ora la linea ai nostri studi di Roma now over to our Rome studios

15 (oltrepassare) passare la cinquantina to be over fifty years old, to be in one's fifties; hai proprio passato il limite! you're way out of line! colloq.

II verbo intransitivo

(aus. essere)

1 (transitare) [persona, veicolo] to pass; riesci a passare? can you fit o get through? passando per o da by way of; passare per il centro della città, davanti alla scuola to go through the town centre, past the school; andare in Polonia passando per la Germania to travel through Germany to Poland; passare per i campi to cut across the fields; l'autobus è appena passato the bus has just gone; passate da quella porta go straight through that door; passare dalla scala di servizio to use the backstairs o service stairs AE

2 (snodarsi) passare per [ strada] to go through; (scorrere) [ acqua] to flow through

3 (andare momentaneamente) to drop in, to drop round, to pop in BE colloq.; passare da to call at [ negozio]; to call (in) on [amico, parente]; to go round to [scuola, ufficio]; devi passare a trovarci you must come by and see us; passare a prendere qcn., qcs. to pick sb., sth. up; passerà oggi he's coming round today; sono solo passata a salutare I've just popped in to say hello

4 (penetrare) to get* through; fare passare to let in [acqua, luce]

5 (svolgersi) passare inosservato to go o pass unnoticed

6 (spostarsi) to go*, to move; passare dalla sala da pranzo in salotto to move from the dining room to the lounge; passare davanti a qcn. in una coda to cut in front of sb. in a queue

7 (pensare) dire quello che passa per la mente to say things off the top of one's head; mi domando cosa le passi per la testa I wonder what's going on in her head; non mi era mai passato per la testa che... it never crossed o entered my mind that...

8 (essere trasferito, trasmesso) [ proprietà] to pass; [ titolo] to pass down; passare alla storia come to go down in history as; passare di padre in figlio, di generazione in generazione to be handed down from father to son, from generation to generation

9 (variare, cambiare) to change; passare dal riscaldamento a gas a quello elettrico to change over from gas to electric heating; passare sotto il controllo dell'ONU to be taken over by the UN; passare al (campo) nemico to desert to the enemy camp, to go over to the enemy

10 fig. (procedere) to go* on, to move on, to pass on; passiamo ad altro let's move on; passare all'offensiva to go on o take the offensive; passare alle vie di fatto to use force, to come to blows

11 (essere approvato) [legge, regolamento] to go* through

12 (essere ammesso) [ candidato] to pass; passare alla classe superiore to go up a class; è passato generale he's been promoted to general

13 (cessare) [crisi, sentimento] to pass; [dolore, effetto] to pass off, to subside; [ temporale] to blow* itself out, to blow* over, to spend* itself, to die out; [amore, rabbia] to die; passerà it'll pass, things will get better; gli passerà he'll get over it; questo mal di testa non vuole passare! this headache just won't go away! mi è passata la voglia di giocare I don't feel like playing any more

14 (trascorrere) [ tempo] to draw* on, to go* (by), to pass; sono appena passate le sei it's just gone six o'clock; passarono tre ore prima che... three hours went by before...

15 (sopportare) farne passare di tutti colori a qcn. to put sb. through the mill; dopo tutto quello che mi hai fatto passare after all you've put me through; ci siamo passati tutti we've all gone through it

16 (chiudere un occhio) lasciare passare to let it pass; passare sopra a to overlook, to pass over [comportamento, errore]; passi per i giovani, ma... that's all right for young people but...; per questa volta passi I'll let you off o I'll turn a blind eye this time, this time I'll let it go

17 (dimenticare) mi era completamente passato di mente it went right o clean o completely out of my mind

18 (essere considerato) passare per un genio to pass for a genius; fare passare qcn. per bugiardo to make sb. out to be a liar

19 (spacciarsi) facendosi passare per un poliziotto impersonating a o posing as a policeman

20 (intercorrere) to pass between; che differenza passa tra i due? what's the difference between the two?

III passarsi verbo pronominale

1 (far scivolare) to run*, to draw*; - rsi il pettine tra i capelli to run a comb through one's hair; - rsi un fazzoletto sulla fronte to draw a handkerchief across one's forehead; si passò la mano sul viso he passed his hand over his face

2 (reciprocamente) - rsi documenti to exchange documents; - rsi la palla to throw a ball around

IDIOMS

passare parola to spread o pass the word; come te la passi? how are things, how are you getting along? passarsela bene to be well off; passarsela male to have a hard o bad time, to go through the o jump through hoops; non mi passa più! there's no end to it! non la passerai liscia! you'll never get away with it! passare a miglior vita eufem. to pass away.

————————

passare²

/pas'sare/

sostantivo m.

passage, passing; con il passare degli anni with the passing of the years, as years go by; con il passare delle ore as the day progressed.

Dizionario Italiano-Inglese > passare
20 to

tu: (полная форма) ;
(редуцированная форма, употр. перед гласными) ;
(редуцированная форма, употр. перед согласными)
1. предл.
1) местные и пространственные значения а) выражает движение к какой-л. точке и достижение ее, управляет словом, обозначающим эту точку;
также с наречиями к, в, тж. перен. Forester was sent to Edinburgh. ≈ Форестера послали в Эдинбург. The first train to London. ≈ Первый поезд в Лондон, на Лондон. He has removed to near Rugby. ≈ Он переехал поблизости от Регби. Come here to me. ≈ Подойди сюда ко мне. When he came to the crown. ≈ Когда он взошел на престол. To trace how the stories came to Spain. ≈ Отследить, как вести об этом попали в Испанию. б) значение направления в какую-л. сторону к, на Standing with his back to me. ≈ Он стоял спиной ко мне. He pointed to a clump of trees. ≈ Он указал на рощицу. The bedrooms to the back are much larger. ≈ Спальни на задней стороне дома гораздо больше. в) выражает предел движения, протяжения в пространстве до Protestant to the backbone. ≈ Протестант до мозга костей. The thermometer has risen to above
32. ≈ Температура перевалила за
32. It is eleven miles from Oxford to Witney. ≈ От Оксфорда до Уитни одиннадцать миль. г) выражает нахождение где-л. в, на Stayed to Canfields all night. ≈ Оставался в Кенфилдс всю ночью Were you ever to the Botanic Gardens? ≈ Ты когда-нибудь бывал в Ботаническом Саду? to work д) выражает соположение, соприкосновение к, у He stood up to the wall. ≈ Он стоял, прислонившись к стене. His mouth to my mouth. ≈ Его рот касался моего. They will find everything ready to their hands. ≈ У них все будет под рукой.
2) временные отношения;
временной предел, окончание срока к, до The parliament was prorogued to the tenth of February. ≈ Перерыв в работе парламента должен был продлиться до десятого февраля. The business hours were from ten to six. ≈ Рабочий день был с десяти до шести. How long is it to dinner, sir? ≈ Сколько осталось до ужина, сэр? It was exactly a quarter to four o'clock. ≈ Было без четверти четыре. Ainsworth came to this time. ≈ К этому времени подошел Эйнсворт.
3) отношения достижения цели, результата, эффекта а) выражает цель деятельности для, под The captain came to our rescue. ≈ Капитан пришел к нам на помощь. The indispensable means to our end. ≈ Необходимые средства для достижения нашей цели. You sit down to Scripture at your bureau. ≈ Засядь-ка за Писание у себя в кабинете. Having laid down a few acres to oats. ≈ Отведя несколько акров под овес. The land sown to barley increases. ≈ Площади, засеваемые хмелем, расширяются. б) конечный пункт движения, ожидаемый исход, результат He had made up his mind to the event. ≈ Он настроился на это дело. To his astonishment. ≈ К его удивлению. To light those buildings by electricity, to the total exclusion of gas. ≈ Освещать эти здания электричеством, что приведет к полному отказу от газа. But now, to his despair, he felt that his patient herself was fighting against his skill. ≈ Теперь, к своему отчаянию, он понял, что теперь против него борется и сам пациент. The glasses are all to bits. ≈ Стекла все вдребезги разбиты. в) по отношению к, в отношении к Instead of marrying Torfrida, I have more mind to her niece. ≈ Я не хочу жениться на Торфриде, у меня больше склонности к ее племяннице. This lease is a document of title to land. ≈ Этот документ об аредне есть документ о праве собственности на эту землю. The high-born poem which had Sackville to father. ≈ Поэт благородного происхождения, чей отец был Сэквилл.
4) со словами, выражающими объем, степень, размер Sir Tomkyn swore he was hers to the last drop of his blood. ≈ Сэр Томкин поклялся, что принадлежит ей полностью, до самой последней капли крови. He was generally punctual to a minute. ≈ Он был обычно пунктуален до минут. The bishops were hostile to a man. ≈ Все священнки до единого были враждебны. Gallant, courteous, and brave, even to chivalry. ≈ Галантный, вежливый и бесстрашный, почти до рыцарства. She was in love with him to distraction. ≈ Она была влюблена в него до самозабвения. The schoolroom was hot to suffocation. ≈ В классе было жарко так, что можно было задохнуться.
5) в значении добавки, добавления, приложения а) под, к, вместе с;
у It is impossible any longer to find a pound of butter or cream to our tea in all the country. ≈ Теперь нигде невозможно найти ни масла, ни сливок к чаю. I am growing old, and want more mustard to my meat. ≈ Я старею, мне требуется больше горчицы к мясу. One little boy complained that there was no rim to his plate. ≈ Один мальчик пожаловался, что у его тарелки не было края. Without clothing to his back, or shoes to his feet. ≈ Спина была голая, на ногах не было обуви. ride to hounds б) о музыке There is an old song, to the tune of La Belle Catharine. ≈ Есть старая песенка, на мелодию "La Belle Catharine". в) к My lips might freeze to my teeth. ≈ У меня губы сейчас к зубам примерзнут. To that opinion I shall always adhere. ≈ Я всегда буду выражать эти взгляды. г) для Courage is the body to will. ≈ Смелость - плоть для воли. The Hall now forms the vestibule to the Houses of Parliament. ≈ Этот зал теперь служит вестибюлем перед залами заседаний парламента. д) у, в (как свойство, характеристика) Tell me what there is to this shindy. ≈ Ну-ка расскажи, о чем здесь веселье There's a lot to him that doesn't show up on the surface. ≈ В нем есть многое, что не видно на поверхности.
6) отношение к стандарту, точке отсчета а) для, при, по сравнению с, на фоне It was so thick to its length. ≈ При ее длинне эта штука была очень толстая. Now, pretty well to what they had been. ≈ Теперь они чувствуют себя гораздо лучше, по сравнению с тем, что с ними было. Strangely contrasted to the chill aspect of the lake. ≈ Странно контрастирующий с леденящим видом озера. б) к (о соотношении сил) Their enemies were four to one. ≈ Враг превосходил их по численности в четыре раза. Mr. Gladstone's motion was carried by 337 to
38. ≈ Предложение г-на Гладстона прошло, за 337 человек, против
38. Odds are ten to three. ≈ Ставки десять к трем. в) по, для, в соответствии с He dresses to the fashion. ≈ Он одевается по моде. Temple is not a man to our taste. ≈ Для нас Темпл не человек. Men were noodles to her. ≈ Для нее все мужчины были слабаки. To all appearance. ≈ Судя по всему. He has not been here to-day to my knowledge. ≈ Насколько я знаю, сегодня его не было. г) к, в отношении, по поводу What will Doris say to it? ≈ Что на это говорит Дорис? д) с, к, по отношению к Inclined to the horizon. ≈ Наклоненный к горизонту. He was unable to see how they lie to each other. ≈ Он не мог осознать, насколько они лгут друг другу.
7) скорее аффективные значения а) переход к какой-л. деятельности Let's to it presently. ≈ Давайте теперь обратимся к этому. Come, lads, all hands to work! ≈ Так, ребята, за работу! б) причинение кому-л. или чему-л. чего-л. I presented the gun to him without any other idea but that of intimidation. ≈ Я наставил на него пистолет, имея в виду только испугать его. His father's unmerciful use of the whip to him. ≈ Отец нещадно охаживал его кнутом. Clodius had an old grudge to the King, for refusing to ransom him. ≈ У Клодия давно были к королю счеты зуб за то, что тот не выкупил его. в) обращение к кому-л. Did you not mark a woman, my son rose to? ≈ Разве ты не отметил ту женщину, которой поклонился мой сын? A hymn in hexameters to the Virgin Mary. ≈ Гекзаметрический гимн в честь Девы Марии. Come, speak to him! ≈ Ну же, заговори с ним! With continual toasting healths to the Royal Family. ≈ С бесконечными тостами за здравие королевской фамилии. г) реакция на что-л. The dead leaf trembles to the bells. ≈ Колокольный звон колышет мертвые листья. All the throng who have danced to a merry tune. ≈ Все те, что танцевали под развеселые мелодии (Питер Хэммилл, "Детская вера во взросление")
8) синтаксические функции утраченного дательного падежа а) обозначает реципиента Great dishonour would redound to us. ≈ Великое бесчестие обратится на нас. Having a Son born to him. ≈ У него родился сын. We had the railway-carriage all to ourselves. ≈ Нам был целиком предоставлен вагон. They acted under no authority known to the law. ≈ Они действовали по праву, которого не знает закон. б) обозначает носителя эмоции To these men Luther is a papist, and Caluin is the right prophet. ≈ Для этих людей Лютер папист, а Кальвин - истинный пророк. To me it is simply absurd. ≈ По мне, это просто абсурд. It means a great deal to him. ≈ Для него это много значит. в) указывает объект чувства That natural horror we have to evil. ≈ Наше естественное отвращение ко злу. Bacchus is a friend to Love. ≈ Вакх друг любви. That homage to which they had aspired. ≈ Уважение к себе, к которому они стремились. г) указывает на ссылку или источник I have already alluded to the fact. ≈ Я уже ссылался на это. Menander attests to it. ≈ Об этом свидетельствует Менандр. д) в управлении ряда глаголов, вводит непрямой объект We fought them and put them to the run. ≈ Мы сразились с ними и обратили их в бегство. This day's paper I devote to women. ≈ Сегодняшний доклад я посвящаяю женщинам. To admit Roman Catholics to municipal advantages. ≈ Предоставить католикам городские привилегии. е) фин. вводит статью расхода To Balance from 1899 195 pounds 11s. ≈ На покрытие баланса за 1899 год 195 фунтов 11 шиллингов 3 To J. Bevan and Co., for Bales, 2349 pounds. ≈ Дж.Бевиану и Ко, за Бейлс, 2349 фунтов. ж) вводит лиц, использующих какое-л. стандартное именование или выражение Terence James MacSwiney on the baptismal register, but Terry always to his friends. ≈ Теренс Джеймс Максвини значится в церковной книге, но для друзей он всегда был Терри. Lindy( Miss Hoffmann to the kids) had to give it back down to them. ≈ Линди (для детей мисс Хоффманн) пришлось отдать эту вещь им обратно.
2. нареч.
1) направление, прямо может не переводиться Three young owls with their feathers turned wrong end to. ≈ Три совенка с перьями, развернутыми не туда.
2) а) контакт, сопркосновение I can't get the lid of the trunk quite to. ≈ Я не могу закрыть крышку сундука. б) готовность Th horses are to. ≈ Лошади готовы.
3. частица
1) приинфинитивная частица You have to help him. ≈ Тебе нужно помочь ему.
2) своего рода местоглаголие, заменяет опущенный инфинитив I kept on, I had to. ≈ Но я прошел дальше, я был должен. I wanted to turn round and look. It was an effort not to. ≈ Я хотел оглянуться. Стоило громадных усилий не сделать этого. указывает на приведение в нужное состояние или положение, передается глагольными приставками при-, за- - to pull the shutters to закрыть ставни - push the door to захлопни дверь - the door blew to дверь захлопнулась - put the horses to запряги(те) лошадей указывает на начало действия: за - we turned to gladly /with a will/ мы с воодушевлением взялись за работу - they were hungry and fell to они были голодны и набросились на еду указывает на приведение в сознание или возвращение сознания - he came to он пришел в себя - to bring smb. to with smelling salts привести кого-л. в сознание нюхательной солью указывает на определенное направление - his hat is on the wrong side to у него неправильно надета шляпа - a ship moored head to корабль, пришвартованный против ветра - to and again( устаревшее) с одного места на другое;
туда и сюда;
взад и вперед;
из стороны в сторону;
в разные стороны;
вверх и вниз - to and back с одного места на другое;
туда и сюда;
взад и вперед;
из стороны в сторону;
в разные стороны;
вверх и вниз - close to рядом - we were close to when it happened мы были рядом, когда это случилось - keep her to! (морское) держи к ветру (команда) в пространственном значении указывает на направление: к, в, на - the road to London дорога в Лондон - the way to glory путь к славе - a flight to the Moon полет на Луну /в сторону Луны/ - head to the sea (морское) против волны - on one's way to the station по дороге к станции /на станцию/ - to go to town ехать /отправляться/ в город - to go to the sea ехать к морю, поехать на море - to go to Smith пойти к Смиту - where will she go to? куда она пойдет? - to turn to the left повернуть налево - to point to smth. указывать на что-л. - to see smb. to the station проводить кого-л. на вокзал - to hold up one's hands to heaven воздевать руки к небу - to put a pistol to his head приставить пистолет к его голове - I'm off to London я отправляюсь в Лондон - he wears his best clothes to church он ходит в церковь в парадном костюме в пространственном значении указывает на движение до соприкосновения с чем-л.: на, за, к - to fall to the ground упасть на землю - he swung his kit-bag to his back он закинул вещевой мешок за спину в пространственном значении указывает на расстояние: до - is it far to Moscow? далеко ли до Москвы? - it is five miles to the station до станции пять миль в пространственном значении указывает на положение по отношению к чему-л.: к, на;
вместе с сущ. тж. передается наречиями - rooms to the back задние комнаты - with one's feet to the fire протянув ноги к огню - with one's back to the wall спиной к стене - to lie to the south of лежать /быть расположенным/ к югу от - the window looks to the north окно выходит на север - placed at the right angle to the wall поставленный под прямым углом к стене - perpendicular to the floor перпендикулярно к полу - a line tangent to a circle (математика) касательная к окружности в пространственном значении указывает на временное местопребывание( после глагола be в префекте): в - he has been to Volgograd twice this year в этом году он дважды был в Волгограде - have you been to bed? вы спали? в пространственном значении указывает на (американизм) (разговорное) (диалектизм) пребывание в каком-л. месте: в - he is to home он дома в пространственном значении указывает на посещение какого-л. учреждения: в - to go to school ходить в школу - to go to the theatre ходить /идти/ в театр указывает на лицо, реже предмет, к которому направлено действие: к, перед;
часто передается тж. дат. падежом - greetings to smb. приветствие кому-л. - to listen to smb., smth. слушать кого-л., что-л. - to speak to smb. разговаривать с кем-л. - to send smth. to smb. послать что-л. кому-л. - to explain smth. to smb. объяснить что-л. кому-л. - to submit the material to the committee представить материалы в комитет - to reveal a secret to smb. открыть кому-л. секрет - to apologize to smb. извиниться перед кем-л. - to play to packed houses играть перед полным залом - he showed the picture to all his friends он показал картину всем своим друзьям - he spoke to the demonstration он обратился с речью к участникам демонстрации - whom did you give the letter to? кому вы отдали письмо? указывает на лицо или предмет, воспринимающие какое-л. воздействие или впечатление или являющиеся объектом какого-л. отношения: к, для;
по отношению к;
передается тж. дат. падежом - attitude to smb., smth. отношение к кому-л., чему-л. - his duty to his country его долг по отношению к родине, его патриотический долг - known to smb. известный кому-л. - clear to smb. ясный кому-л. /для кого-л./ - favourable to smb. благоприятный для кого-л. - unjust to smb. несправедливый к кому-л. - a symptom alarming to the doctor тревожный симптом для доктора - pleasing to smb. приятный кому-л. - to be cruel to smb. быть жестоким к кому-л. - it was a mystery to them для них это было загадкой - injurious to smb., smth. вредный для кого-л., чего-л. - it seems to me that мне кажется, что - smth. has happened to him с ним что-то случилось указывает на лицо, эмоционально или интеллектуально заинтересованное в чем-л.;
обычно передается дат. падежом - what is that to you? тебе-то какое до этого дело?;
ты-то тут причем?;
почему это тебя интересует? - life is nothing to him он не дорожит жизнью указывает на лицо, в честь которого что-л. совершается или провозглашается: в честь, за;
передается тж. дат. падежом - a toast to your success тост за ваш успех - here is to your health за ваше здоровье - a hymn to the sun гимн солнцу - to build a monument to smb. воздвигнуть памятник кому-л. /в честь кого-л./ указывает на объект высказывания и т. п.: в, о, на или придаточное предложение - to bear witness to smth. давать показания о чем-л. - to testify to smth. показывать, что;
представлять доказательства о том, что - to swear to smth. поклясться в чем-л. - to speak to smth. высказываться в поддержку чего-л. - to confess to smth. признаваться в чем-л. - to allude to smth. сослаться или намекнуть на что-л. указывает на объект права, претензии и т. п. - to have a right to smth. иметь право на что-л. - to lay a claim to smth. заявить претензию на что-л. - the pretender to the throne претендент на трон - a document of title to land документ, дающий право на владение землей указывает на (сознательную) реакцию на что-л.: на;
передается тж. дат. падежом - (dis) obediance to smb.'s orders (не) подчинение чьему-л. приказу - in answer /in reply/ to smth. в ответ на что-л. - to reply to smb. отвечать кому-л. - to come to smb.'s call явиться по чьему-л. зову /на чей-л. зов/ - what do you say to that? что вы скажете по этому поводу? - what did he say to my suggestion? как он отнесся к моему предложению? - what do you say to a short walk? как насчет того, чтобы прогуляться? указывает на эмоциональную реакцию на что-л. или оценку чего-л.: к - to his surprise к его удивлению - to his credit к его чести - to her horror, the beast approached к ее ужасу, зверь приближался указывает на реакцию неодушевленных предметов на что-л. - waves sparkling to the moonbeams волны, сверкающие в лунном свете - flimsy houses that shake to the wind легкие домики, которые дрожат от ветра указывает на предел или степень: до - to the end, to the last до конца - to a man до последнего человека - to a certain extent до некоторой степени - to a high degree в высокой /в большой/ степени - to the exclusion of all others и никто больше, и никто другой - tired to death смертельно усталый - wet to the skin промокший до костей - stripped to the waist раздетый до пояса - shaken to the foundations поколебленный до основания - rotten to the core насквозь гнилой, прогнивший до сердцевины - to fight to the last drop of one's blood биться до последней капли крови - to defend one's country to the death стоять насмерть, защищая родину - to count up to ten считать до десяти - to cut smth. down to a minimum довести что-л. до минимума - the hall was filled to capacity зал был заполнен до отказа - the membership of the club increased to 350 количество челнов клуба достигло 350 - the room was hot to suffocation от жары в комнате нечем было дышать указывает на временной предел: до - to the end of June до конца июня - to the end of one's life до конца своей жизни - the custom survives to this day этот обычай сохранился до наших дней /существует и поныне/ - I shall remember it to my dying day я буду помнить это до (своего) смертного часа указывает на степень точности: до - to an inch с точностью до дюйма - a year to the day ровно год (день в день) - to guess the weight of smth. to within a kilo угадать вес чего-л. почти до килограмма - the train arrived to a minute поезд прибыл минута в минуту указывает на пределы колебаний: до - the weather over the period was moderate to cool погода в этот период колебалась от умеренной до прохладной указывает на изменение положения или достижение нового состояния и т. п.: в, до, на;
передается тж. глаголом - to go to sleep заснуть - to go to ruin разрушиться - to run to seed прорасти - to put smb. to flight обратить кого-л. в бегство - to tear smth. to pieces /to bits/ разорвать что-л. на куски - to burn to ashes сгореть дотла - to beat smb. to death избить кого-л. до смерти - to convert a warehouse to a dance-hall превратить склад в зал для танцев - it moved him to tears это растрогало его до слез - he grew to manhood он стал взрослым человеком указывает на меру наказания: к - to sentence smb. to prison приговорить кого-л. к тюремному заключению - to sentence smb. to death приговорить кого-л. к смерти /к смертной казни/ указывает на переход к другой теме разговора, к другому занятию и т. п.: к - now to the matter at hand теперь займемся нашим вопросом - he turned to the page he had marked он вернулся к странице, которую отметил - the conversation turned to painting разговор перешел на живопись указывает на начало действия: за - to fall /to set, to turn/ to smth. приниматься за что-л. - he turned to eating он принялся за еду указывает на цель: на, к, для, с целью - to this end с этой целью - to the end that с (той) целью чтобы;
для того чтобы - to no purpose напрасно, безрезультатно - a means to an end средство, ведущее к цели - with a view to your wellbeing заботясь о вашем благополучии - they came to our aid они пришли к нам на помощь - to come to dinner прийти к обеду /пообедать/ указывает на результат: к - to come to a conclusion прийти к выводу указывает на тенденцию, склонность, намерение: к - a tendency to smth. тенденция к чему-л. - to be given to smth. быть склонным к чему-л. указывает на предназначение: для, под - to be born to a bitter fate быть рожденным для горькой доли - to be born to a fortune родиться наследником несметных богатств - a horse bred to the plow лошадь, приученная к плугу /приученная пахать/ - a field planted to rice поле, отведенное /пущенное/ под рис;
поле, засеянное рисом указывает на возможность воздействия, незащищенность против воздействия чего-л.;
передается дат. падежом - open to criticism дающий пищу для критики - open to persuasion поддающийся убеждению - exposed to the sunlight подвергающийся действию солнца, незащищенный от солнца употребляется при выражении сравнения или сопоставления: в сравнении с, по сравнению с;
передается тж. дат. падежом - compared to... по сравнению с... - equal to smth. равный чему-л. - superior to smth. лучше, чем что-л.;
превосходящий что-л. - inferior to smth. хуже, чем что-л. - similar to smth. подобный чему-л.;
похожий на что-л. - to prefer coffee to tea предпочитать кофе чаю - he prefers listening to talking он больше любит слушать, чем говорить - this is nothing to what it might be это пустяки по сравнению с тем, что могло (бы) быть употребляется при выражении соотношения или пропорции: к, на - one to four один к четырем - ten votes to twenty десять голосов против двадцати - three goals to nil три - ноль( в футболе и т. п.) - the score was 7 to 9 счет был семь на девять - three parts flour to one part butter три части муки на одну часть масла (кулинарный рецепт) - three houses to the square mile три дома на квадратную милю - four apples to a pound четыре яблока на фунт, по фунту за четыре яблока - the chances are ten to one один шанс против десяти - 2 is to 4 as 4 is to 8 2 относится к 4 как 4 к 8 - it's hundred to one (that) it won't happen вероятность того, что это не случится /не произойдет/, не больше одной сотой употребляется при выражении соответствия чему-л.: по, на;
передается тж. дат. падежом - to my knowledge насколько я знаю;
насколько мне известно - to the best of me remembrance насколько я помню - to my mind /thinking/ по-моему - (not) to one's liking /taste/ (не) по вкусу кому-л. - made to order сделанный на заказ - words set to music слова, положенные на музыку - an opera to his own libretto опера по его собственному либретто - the novel is true to life роман правильно отражает жизнь - what tune is it sung to? на какой мотив это поется? - keep to the rules придерживайтесь правил употребляется при выражении (музыкального) сопровождения: под - to dance to the piano танцевать под рояль - to write to smb.'s dictation писать под чью-л. диктовку указывает на составную часть чего-л. или принадлежность к чему-л.: к, от, для;
передается тж. род. падежом - foreword to the book предисловие к книге - a key to a desk ключ от письменного стола - a frame to a picture рама для картины указывает на фазу процесса, аспект явления - there is no end to it этому нет конца - there is no exception to this rule из этого правила нет исключений указывает на контакт, близость( в адвербиальных оборотах с повторением существительного): к - face to face лицом к лицу - hand to hand бок о бок, рядом - shoulder to shoulder плечо к плечу - they stood man to man они стояли тесно /один к одному/ указывает на близость, тесное соприкосновение, а также прикрепление: к - with her hands to her eyes закрыв глаза руками - to be close to smb., smth. быть близко к кому-л., чему-л. - to tie smth. to smth. привязать что-л. к чему-л. - to fix smth. to smth. прикрепить что-л. к чему-л. - to clasp smb. to one's heart прижать кого-л. к сердцу - to fasten smth. to the wall прикрепить что-л. к стене - he held on to the rail with one hand одной рукой он держался за перила - the houses all had numbers to them на всех домах были написаны номера - he walked without shoes to his feet он шел босиком указывает на добавление, прибавление или сложение: к, с - put it to what you already have прибавьте /добавьте/ это к тому, что у вас уже есть - add five to the sum прибавьте к этой сумме пять - will you have sugar to your tea? вы будете пить чай с сахаром? указывает на родственные, служебные и др. отношения;
передается род. падежом - heir to an estate наследник имущества - ambassador to the King of Sweden посол при дворе шведского короля - interpreter to UNO переводчик ООН - secretary to the manager секретарь управляющего - apprentice to a tailor ученик портного - to be engaged to smb. быть помолвленным с кем-л. - she is mother to the child она мать этого ребенка - he has been a good father to them он был им хорошим отцом - Charles is brother to John Чарльз - брат Джона указывает на содержание или степень содержательности чего-л.: в - a book without much to it не слишком интересная книга;
книга так себе - there isn't much to it в этом нет ничего особенного /мудреного/;
это немногого стоит - there's nothing to it это проще простого, это проще пареной репы;
в этом нет никакой премудрости;
это яйца выеденного не стоит - that's all there is to it вот и все;
вот и вся недолга;
это очень просто - is there nothing more to civilization than a moral code? неужто( вся) цивилизация сводится к морали? указывает на время по часам: без - ten (minutes) to (two) без десяти (два) - (a) quarter to five без четверти пять указывает на отнесение к какому-л. времени в прошлом: к - a ceremony dating to the first century обряд, относящийся к первому веку указывает на (диалектизм) точное время: в - they were ready to three o'clock они были готовы к трем часам (бухгалтерское) указывает на отнесение суммы в дебет счета - to goods $100 100 долларов на товары /отнесение стоимости товаров в 100 долларов/ в дебет счета (устаревшее) указывает на использование в каком-л. качестве: как, в - he took her to wife он взял ее в жены - to call smb. to witness ссылаться на кого-л., призывать кого-л. в свидетели > from beginning to end от начала до конца > from east to west с востока на запад > from nine o'clock to twelve с девяти до двенадцати часов > from day to day изо дня в день > from dawn to dusk с восхода до заката, от зари до зари > count from one to ten считай(те) от одного до десяти > to go from bad to worse все (время) ухудшаться, становиться все хуже и хуже > to all appearances по всей видимости > to the contrary наоборот > to a T полностью, совершенно > that suits me to a T это меня полностью устраивает > to oneself в свое распоряжение, в своем распоряжении > I had a room to myself у меня была отдельная комната > he kept it to himself он ни с кем этим не делился (тж. перен.) > to tell smth. to smb.'s face сказать что-л. кому-л. (прямо) в лицо > to jump to one's feet вскочить на ноги > to be used to smth. привыкнуть к чему-л. > he was used to good food он привык хорошо питаться > he was used to getting up early он привык рано вставать > to horse! по коням! (команда) > to arms! к оружию! (команда) > would to God /to Heaven/! о господи! употребляется при инфинитиве - to go away would be to admit defeat уйти означало бы признать себя побежденным - he refused to come он отказался прийти - I asked him to come я просил его прийти - he was seen to enter the house видели, что он вошел в дом - she would like it to be true она бы хотела, чтобы это оказалось правдой - I'm ready to do it я готов сделать это - you're foolish to believe it глупо, что ты веришь этому - he was the first to come он пришел первым - they had no time to lose им нельзя было терять времени - I have a letter to write мне надо написать письмо - there's a lot to do дел (еще) очень много - there was not a sound to be heard не было слышно ни звука - he is not to be trusted ему нельзя доверять - that's good to eat вкусная штука /вещь/ - the room is pleasant to look at на комнату приятно посмотреть - write down the address not to forget it запишите адрес, чтобы не забыть его - we parted never to meet again мы расстались, чтобы никогда больше не встречаться - to hear him talk you would imagine that he's somebody послушать его - так можно подумать, что он важная персона - to tell the truth по правде говоря - this house is to let этот дом сдается (внаем) употребляется после ряда глаголов, чтобы избежать повторения инфинитива - tell him if you want to скажите ему, если хотите - take the money, it would be absurd not to возьмите деньги;
было бы нелепо отказываться от них assistant ~ the professor ассистент профессора become a party ~ принимать участие to begin( on ( или upon) smth.) брать начало( от чего-л.) ;
to begin over начинать сызнова;
well begun is half done посл. = хорошее начало полдела откачало to ~ at the beginning начинать с самого начала;
to begin at the wrong end начинать не с того конца end: to begin at the wrong ~ начать не с того конца to begin (on (или upon) smth.) брать начало (от чего-л.) ;
to begin over начинать сызнова;
well begun is half done посл. = хорошее начало полдела откачало belong absolutely ~ принадлежать полностью ~ bring ~ poverty довести до бедности;
to fall to decay( или ruin) разрушиться, прийти в упадок to cheat( on smb.) вести себя нечестно( по отношению к кому-л.: другу, партнеру, мужу и т. п.) ~ избежать( чего-л.) ;
to cheat the gallows избежать виселицы ~ занимать( чем-л.) ;
to cheat time коротать время;
to cheat the journey коротать время в пути ~ занимать (чем-л.) ;
to cheat time коротать время;
to cheat the journey коротать время в пути ~ prep указывает на предел движения, расстояния, времени, количества на, до: to climb to the top взобраться на вершину counter ~ противоречащий, противоположный( чему-л.) ~ prep под (аккомпанемент) ;
в (сопровождении) ;
to dance to music танцевать под музыку;
he sang to his guitar он пел под гитару ~ prep указывает на: связь между действием и ответным действием к, на;
to this he answered на это он ответил;
deaf to all entreaties глух ко всем просьбам ~ bring ~ poverty довести до бедности;
to fall to decay (или ruin) разрушиться, прийти в упадок ~ prep указывает на принадлежность (к чему-л.) или на прикрепление (к чему-л.) к;
to fasten to the wall прикрепить к стене;
key to the door ключ от двери give consideration ~ обсуждать give consideration ~ рассматривать ~ мошенничать;
обманывать;
he cheated me (out) of five dollars он надул меня на пять долларов he could be anywhere from 40 ~ 60 ему можно дать и 40 и 60 лет ~ prep передается род. падежом и указывает на отношения: родственные: he has been a good father to them он был им хорошим отцом ~ prep под (аккомпанемент) ;
в (сопровождении) ;
to dance to music танцевать под музыку;
he sang to his guitar он пел под гитару I am going ~ the University я иду в университет;
the windows look to the south окна выходят на юг I can't get the lid of the trunk quite ~ я не могу закрыть крышку сундука ~ prep указывает на сравнение, числовое соотношение или пропорцию перед, к;
3 is to 4 as 6 is to 8 три относится к четырем, как шесть к восьми it was nothing ~ what I had expected это пустяки в сравнении с тем, что я ожидал ~ prep указывает на принадлежность (к чему-л.) или на прикрепление (к чему-л.) к;
to fasten to the wall прикрепить к стене;
key to the door ключ от двери ~ prep указывает на лицо, по отношению к которому или в интересах которого совершается действие;
передается дат. падежом: a letter to a friend письмо другу ~ prep указывает на эмоциональное восприятие к;
to my disappointment к моему разочарованию;
to my surprise к моему удивлению ~ prep указывает на эмоциональное восприятие к;
to my disappointment к моему разочарованию;
to my surprise к моему удивлению object ~ возражать, протестовать( против чего-л.) ~ prep указывает на соответствие по, в;
to one's liking по вкусу a party was thrown ~ the children детям устроили праздник ten ~ one he will find it out девять из десяти за то, что он это узнает;
the score was 1 to 3 спорт. счет был 1: 3 ~ prep передается род. падежом и указывает на отношения: подчинения по службе: secretary to the director секретарь директора ~ (began;
begun) начинать(ся) ;
she began weeping( или to weep) она заплакала ten ~ one he will find it out девять из десяти за то, что он это узнает;
the score was 1 to 3 спорт. счет был 1: 3 ~ the minute минута в минуту;
с точностью до минуты there is an outpatient department attached ~ our hospital при нашей больнице есть поликлинника ~ prep указывает на: связь между действием и ответным действием к, на;
to this he answered на это он ответил;
deaf to all entreaties глух ко всем просьбам to ~ (on (или upon) smth.) браться( за что-л.) ~ (began;
begun) начинать(ся) ;
she began weeping (или to weep) она заплакала ~ начинать ~ начинаться ~ основывать ~ приступать ~ создавать to ~ at the beginning начинать с самого начала;
to begin at the wrong end начинать не с того конца to ~ with прежде всего, во-первых ~ жулик ~ жульничество ~ занимать (чем-л.) ;
to cheat time коротать время;
to cheat the journey коротать время в пути ~ избежать (чего-л.) ;
to cheat the gallows избежать виселицы ~ мошенник ~ мошенничать;
обманывать;
he cheated me (out) of five dollars он надул меня на пять долларов ~ мошенничать ~ мошенничество;
обман ~ мошенничество ~ обман ~ обманщик, плут;
topping cheat виселица ~ обманщик ~ обманывать ~ плут ~ самозванец ~ шулер to: (from Saturday) to Monday( с субботы) до понедельника ~ prep указывает на высшую степень (точности, аккуратности, качества и т. п.) до, в;
to the best advantage наилучшим образом;
в самом выгодном свете ~ prep указывает на цель действия на, для;
to the rescue на помощь;
to that end с этой целью ~ обманщик, плут;
topping cheat виселица ~ prep указывает на направление к, в, на;
the way to Moscow дорога в Москву;
turn to the right поверните направо turn: ~ поворачивать(ся) ;
обращаться;
повертывать(ся) ;
to turn to the right повернуть направо;
to turn on one's heel(s) круто повернуться( и уйти) ~ prep указывает на направление к, в, на;
the way to Moscow дорога в Москву;
turn to the right поверните направо ~ prep указывает на лицо, в честь которого совершается действие: we drink to his health мы пьем за его здоровье to begin (on (или upon) smth.) брать начало (от чего-л.) ;
to begin over начинать сызнова;
well begun is half done посл. = хорошее начало полдела откачало I am going ~ the University я иду в университет;
the windows look to the south окна выходят на юг

Большой англо-русский и русско-английский словарь > to

Страницы

См. также в других словарях:

Plate tectonics — The tectonic plates of the world were mapped in the second half of the 20th century … Wikipedia
hand tool — any tool or implement designed for manual operation. * * * Introduction any of the implements used by craftsmen in manual operations, such as chopping, chiseling, sawing, filing, or forging. Complementary tools, often needed as auxiliaries to… … Universalium
List of British words not widely used in the United States — Differences between American and British English American English … Wikipedia
Automatic number plate recognition — The system must be able to deal with different styles of license plates … Wikipedia
End-plate potential — Miniature end plate potentials and end plate spikes recorded from muscle fiber End plate potentials (EPPs) (sometimes called end plate spikes ) are the depolarizations of skeletal muscle fibers caused by neurotransmitters binding to the… … Wikipedia
I Know Where I'm Going! — This article is about the 1945 romance film. For the traditional Scottish or Irish folk song, see I Know Where I m Going (song). For other uses of I Know Where I m Going , see I Know Where I m Going. I Know Where I m Going! theatrical poster … Wikipedia
On the Other Hand, Death — Written by Gillian Horvath Ron McGee Richard Stevenson Directed by Ron Oliver Starring Chad Allen Sebastian Spence Margot Kidder Daryl Shuttleworth … Wikipedia
Pingu episodes series 5 — This is an list of episodes with synopses for series 5 of the stop motion animated television series Pingu . =Series 1 (1986 1991)= =Series 2 (1991 1994)= =Series 3 (1994 1996)= =Series 4 (1998)= =Series 5 (2004)= Pingu s Bouncy Fun:Alternative… … Wikipedia
Tremolo arm — A tremolo arm or tremolo bar (also called a whammy bar or wang bar ) is a lever attached to the bridge and/or the tailpiece of an electric guitar or archtop guitar to enable the player to quickly vary the tension and sometimes the length of the… … Wikipedia
No Good Deed — This article is about the film. For the song, see No Good Deed (song). For the CSI: NY episode, see No Good Deed (CSI: NY). No Good Deed Theatrical poster for No Good Deed Directed by … Wikipedia
1986 New York Mets season — MLB yearly infobox alt name = New York Mets season = 1986 misc = World Series Champions current league = National League y1 = 1962 division = Eastern Division y2 = 1969 Uniform logo = ballpark = Shea Stadium y4 = 1964 city = New York, New York y5 … Wikipedia

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на все языки

they're+not+going+to+hand+it+to+me+on+a+plate

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на все языки

they're+not+going+to+hand+it+to+me+on+a+plate

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: