-
41 do
n. feest; doen (grammatika, gebiedende wijs), bedrog--------v. doen; voldoende zijn; klaarkomen; spelen; voor de gek houdendo1[ doe:] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: ook do's〉♦voorbeelden:→ fair fair/————————do21 doen ⇒ handelen, zich gedragen4 klaar zijn ⇒ opgehouden zijn/hebben5 geschikt/bruikbaar zijn ⇒ voldoen, volstaan♦voorbeelden:1 don't! • niet doen!, schei uit!he did well to refuse that offer • hij deed er goed aan dat aanbod te weigerenshe was hard done by • zij was oneerlijk behandelddo well/badly by someone • iemand goed/slecht behandelendo as you would be done by • wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet〈 spreekwoord〉 do as you would be done by • wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander nietdo as you please • doe wat je wilt2 how do you do • aangenaam, hoe maakt u hetbusiness is doing well • de zaken gaan goedhe is doing well • het gaat goed met hemdo well out of selling souvenirs • aardig profiteren van het verkopen van souvenirs〈 informeel〉 he made a pass at her, but nothing doing • hij probeerde haar te versieren, maar geen kanswhat's doing in London? • wat is er in Londen te doen?4 have done! • schei uit!Jack had done with eating • Jack was klaar met etenhave done with it • er de brui aan gegeven hebbenthe dress must be made to do for a while yet • deze jurk moet nog een poosje meegaanit doesn't do to worry like that • het haalt niets uit je zo'n zorgen te makenit doesn't do to say such things • zoiets hoor je niet te zeggennothing doing • het haalt niets uitthat will do! • en nou is 't uit!it will do tomorrow, tomorrow will do • morgen kan ook nog/is het ook goedJoan will do as my helper • Joan kan ik als mijn helper gebruikenthat coat will do as/for a blanket • die jas kan (wel) als deken dienenthat will do for me • dat is wel genoeg voor mijdo well/badly for something • goed/slecht voorzien zijn van ietshe can (make) do with very little food • hij heeft maar weinig eten nodigthey'll have to do with what they've got • ze zullen het moeten doen met wat ze hebbenI can't do without music • ik kan niet zonder muziek〈 informeel〉 do away with • wegdoen/gooien, een eind maken aan; afschaffen 〈 doodstraf, instituut e.d.〉〈 informeel〉 do away with someone • iemand uit de weg ruimen, iemand afmakenhow does this jacket do up? • hoe gaat dit jasje dicht?〈Brits-Engels; informeel〉 do for someone • het huishouden doen voor iemand, werkster zijn bij iemand〈 informeel〉 I'm done for • ik ben er geweest, het is met mij gedaan〈 informeel〉 what will we do for water? • hoe komen we aan water?I could do with a few quid • ik zou best een paar pond kunnen gebruikenit's got nothing to do with you • jij staat erbuitenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 bezig zijn met 〈iets concreets/bestaands〉 ⇒ doen; opknappen, in orde brengen, herstellen; oplossen 〈puzzels e.d.〉; studeren 〈enz.〉3 maken ⇒ doen ontstaan/worden4 (aan)doen ⇒ geven, veroorzaken11 handelen in ⇒ verkopen, hebben♦voorbeelden:do one's best • zijn best doendo business with • zaken doen metdo a concert • een concert gevendo a dance • een dans uitvoerendo exams • examens afleggen/doendo hard work • hard werkendo some skiing • een beetje skiënhe did all the talking at the meeting • hij voerde steeds het woord op de vergaderingif you want to go, do it now • als je wilt gaan, doe het dan nuit isn't done • zoiets doet men nietit does something for/to me • het doet me wat, het geeft me een kickthat embroidered M does something for/to your dress • die geborduurde M geeft je jurk net dat beetje extrawhat can I do for you? • wat kan ik voor je doen?; 〈 in winkel〉wat mag het zijn?well done! • goed zo!, knap gedaan!2 I still have to do the bedroom/dishes • ik moet de slaapkamer/vaat nog doendo a degree • studeren voor een (universitaire) graaddo one's duty • zijn plicht doendo one's face • zijn gezicht/zich opmakendo psychology • psychologie studerenthey did the dining room in blue and white • zij hebben de eetkamer in blauw en wit ingerichtdo his service • in dienst zijnhave one's teeth done • zijn tanden laten nakijken/behandelendo the windows • de ramen lappendo out • grondig onder handen nemen/schoonmaken/opruimendo a room over • de kamer weer eens opknappendo up the kitchen • de keuken opknappendo up (in) a parcel • een pakje maken (van)do a house up • een huis renoveren/restaurerenshe did her hair up • ze stak haar haar opdo oneself up • zich opmaken, zich opdoffendo an omelette • een omelet bakkendo a story • een verhaal schrijvendo a translation • een vertaling makendo wonders • wonderen verrichtendo someone a favour • iemand een dienst bewijzenit does me good • het doet me goed〈 ironisch〉 much good may it do you! • veel geluk ermee!it does one no harm • het kan geen kwaadthe girls were really done • de meisjes waren bekafdone in • bekaf, afgepeigerdget done with something • iets afmakenthe potatoes aren't done yet • de aardappelen zijn nog niet gaarhow do you want your steak done? • hoe wil jij je biefstuk?he did the villain • hij speelde de schurkenrol8 do 50 mph. • 80 km/uur rijden9 do Europe in five days • Europa bezoeken/doen in vijf dagendo someone for \\td100 • iemand voor honderd dollar afzettendo a child out of its prize • een kind zijn prijs afhandig makenwe do only B\\teB • we hebben enkel kamer met ontbijtdo a place over • een woning plunderen¶ that's done it! • gelukt!; nou is 't uit/naar de knoppenthat does it! • dat doet de deur dicht!I've done it again • ik heb het weer verknoeid/verknaldthat does me • daar kan ik (met m'n pet) niet bija boiled egg will do me • ik heb genoeg aan een gekookt eiwhat are you doing with yourself? • wat voer je tegenwoordig uit?they did not know what to do with themselves • ze verveelden zichif you don't stop now, I'll do you! • als je nu niet ophoudt, doe ik je wat!/dan zal ik je!do someone/something down • iemand/iets kleinerendo someone down • iemand beduvelen/belazerenover and done with • voltooid verleden tijddo up a zip/a coat • een rits/jas dichtdoenwould you do me up please • wil jij mijn rits even voor me dicht doenIII 〈 hulpwerkwoord〉1 〈om inversie en ontkenning mogelijk te maken; onvertaald〉3 〈om nadruk mogelijk te maken; voornamelijk te vertalen door een bijwoord〉♦voorbeelden:1 do you know him? • ken je hem?I don't know him • ik ken hem niet2 he laughed and so did she • hij lachte, en zij (lachte/deed dat) ookI treat my friends as he does his enemies: badly • ik behandel mijn vrienden zoals hij zijn vijanden: slechthe worked harder than he'd ever done before • hij werkte harder dan (hij vroeger) ooit (gedaan had)‘I take it it's true’ ‘So do I/But I don't’ • ‘Ik neem aan dat het waar is’ ‘Ik ook/Ik niet’he writes well, doesn't he? • hij schrijft goed, niet (waar)?/vind je niet?‘Did you see it?’ ‘I did/I didn't’ • ‘Heb jij het gezien?’ ‘Ja/Neen’‘He sold his car’ ‘Did he?’ • ‘Hij heeft zijn auto verkocht’ ‘Echt (waar)?’〈 informeel〉 they behave strangely, do women • ze doen rare dingen, de vrouwenI do love you • ik hou echt van jedo come in! • kom toch binnen! -
42 die
1. I1) it is five years since he died уже прошло пять лет после его смерти /с тех пор, как он умер/; he did it when about to die он сделал это перед [самой] смертью /перед своей кончиной/; flowers (plants) died цветы (растения) увяли; trees die деревья гибнут /засыхают/2) the motor /the engine/ died мотор заглох; the battery died аккумулятор сел; the telephone has died телефон испортился /перестал работать/3) the wind died ветер стих; the storm died буря улеглась /утихла/; the conversation die беседа смолкла /прекратилась/; the day was dying день угасал; the light in her eyes died огонек в ее глазах погас, ее взгляд потух; his interest (enthusiasm) has died у него пропал интерес (энтузиазм); their hopes have died они потеряли [всякую] надежду; his fame will never - его слава никогда не умрет /останется в веках/2. II1) die in some manner die unexpectedly (peacefully, violently, etc.) скоропостижно и т. д. умереть /скончаться/; die somewhere die at home умереть /скончаться/ дома2) die in some manner the sound (the noise, the music, etc.) died abruptly звук и т. д. внезапно прекратился /смолк, замер/3. IIIdie smb. die a beggar (a rich man, a millionaire, a virgin, a lunatic, a martyr to the cause, etc.) умереть нищим и т. д.; he died a hero он умер героем; - a violent death (a natural death, etc.) умереть насильственной и т. д. смертью; die a dog's death подохнуть /сдохнуть/ как собака4. XIIIbe dying to do smth. coll. be dying to see her (to meet her husband, to go to the theatre, to know the results, to find out what was said, to become an actress, to go to sea, etc.) ужасно /до смерти/ хотеть повидать ее и т. д.5. XIVdie doing smth. die fighting (resisting the enemy, etc.) умереть сражаясь и т. д., die laughing умирать со смеху6. XVdie in some state die old (young, rich, poor, happy, etc.) умереть старым /в старости/ и т. д.; old habits (traditions, prejudices, etc.) die hard старые привычки и т. д. живучи7. XVI1) die from /of/ smth. die from disease (from /of/ a wound, from loss of blood, from /of/ hunger, from drinking, of fever, of heart failure, of old age, etc.) умереть от болезни и т. д.; die in some state die in agony /in pain/ умереть в мучениях; die in poverty умереть в нищете; die in (on, at, etc.) some place in one's bed (in hospital, on the way home, etc.) умереть в постели и т. д;, die at one's post умереть на [своем] посту: - in battle (in action, on the field of battle, etc.) пасть в бою и т. д., die on the scaffold кончить жизнь на виселице; die at sea утонуть в море; die under smth. die under the surgeon's knife умереть /скончаться/ во время операции; die under peculiar (suspicious) circumstances умереть при странных (подозрительных) обстоятельствах; die by smth. die by poison быть отравленным; die by one's. own hand покончить с собой; die by smb.'s hand погибнуть от чьей-л. руки; die by the sword пасть от шпаги; die through smth. he died through neglect a) он умер оттого, что за ним никто не ухаживал; б) он умер оттого, что был всеми покинут; die before (in, etc.) some time die before one's time (in the prime of life, in old age, etc.) умереть преждевременно и т. д., преждевременно скончаться и т. д.; die for smth., smb. die for one's country (for one's convictions, for one's principles, for one's friend, etc.) умирать /отдавать жизнь/ за родину и т. д., die without smth. die without help умереть, потому что не была оказана помощь; he died without friends он умер в одиночестве; die with smb., smth. this custom will die with our generation Этот обычай исчезнет /отомрет/ вместе с нашим поколением; the secret will die with him он унесет свою тайну в могилу || die for want /'for lack/ of smth. умереть, потому что не было чего-л.; die for want /for lack/ of food and water (air, sun, etc.) умереть из-за недостатка пищи и воды и т. д.; die to the world погибнуть для мира /для человечества/2) die of /with/ smth. die of /with/ laughter (of /with/ joy, of /with/ boredom, of /with/ love, of /with/ jealousy, etc.) умирать cо смеху и т. д.; die of shame умирать /сгорать/ от /со/ стыда; be dying with curiosity сгорать от любопытства3) coll. be dying for smth. be dying for dinner (for a drink, for a rest, for a chance to do smth., etc.) ужасно /до смерти/ хотеть пообедать и т. д.; be dying with smth. be dying with sleep (with hunger, etc.) ужасно /смертельно, до смерти/ хотеть спать и т. д., I am dying with thirst [я] умираю от жажды8. XVIIdie by doing smth. die by drowning утонуть; die by drowning oneself утопиться; die without doing smth. die without regaining consciousness умереть, не приходя в сознание9. XIX1dielike smb. die like a hero пасть смертью героя; - like a martyr умереть мученической, смертью; die like a dog подохнуть /сдохнуть/ как собака -
43 sight
[saɪt] 1. сущ.1) зрениеHis sight was exquisitely keen and clear. — У него было исключительно острое и чёткое зрение.
loss of sight — потеря зрения, слепота
Syn:2) поле зрения, видимостьto disappear / vanish from sight — исчезнуть из поля зрения
She waved until the car was out of sight. — Она махала рукой до тех пор, пока машина не скрылась из вида.
at / on sight — при виде
to catch sight of — увидеть, заметить
Syn:4)а) вид; зрелище; образ (чего-л.)comical / funny sight — забавное, комичное зрелище
familiar sight — знакомый, привычный вид
horrendous / horrible sight — ужасное, страшное зрелище
thrilling sight — волнующее, захватывающее зрелище
a sight for sore eyes разг. — отрада для глаз (о привлекательной женщине, предмете)
I can't stand the sight of him. — Я его на дух не переношу.
Syn:б) ( sights) достопримечательности; то, что стоит посмотреть5) уст. воззрение, взгляд, точка зрения; мнение, суждениеWe are all equal in the sight of God. — Перед Богом мы все равны.
Syn:6) ( sights) воен. прицелto line up / adjust / set one's sights — навести прицел, прицелиться
7) (a sight more / better) разг. гораздо, намного, значительноThis isn't not only a sight cheaper but a damn sight eco-friendlier. — Это не только намного дешевле, но и куда как экологичнее.
Syn:much 2. 2)8) горн. маркшейдерский знак••sight unseen — заочно, вслепую
not by a blame / long sight разг. — ни в коем случае
- set one's sights on- on sight 2. гл.1)а) заметить, высмотреть, различить, увидеть (кого-л. / что-л.)On the same day we sighted the mountainous coast of Greenland. — В тот же день мы заметили гористые берега Гренландии.
Several whales were sighted. — Было замечено нескольких китов.
Syn:spot 2.б) попасть на глаза, оказаться в поле видимости (кого-л.)2) ( sight at)а) прицеливаться (в кого-л. / во что-л.)He took matters very coolly, and sighted several times before he was satisfied. — Он вёл себя хладнокровно и прицеливался несколько раз, прежде чем был удовлетворён прицелом.
б) нацеливать, наводить оружие (на кого-л. / во что-л.)Syn:3) наблюдать, следить; внимательно смотреть ( в определённом направлении)Syn: -
44 break
[breɪk] 1. pt broke, pp broken, vtPhrasal Verbs:- break in- break up2. vicrockery, glass tłuc się (stłuc się perf), rozbijać się (rozbić się perf); weather przełamywać się (przełamać się perf); storm zrywać się (zerwać się perf); story, news wychodzić (wyjść perf) na jaw3. nthe day was about to break when … — świtało, gdy …
to break the news to sb — przekazywać (przekazać perf) komuś (złą) wiadomość
to break even — wychodzić (wyjść perf) na czysto or na zero
to break with sb — zrywać (zerwać perf) z kimś
to break open — door wyważać (wyważyć perf); safe otwierać (otworzyć perf)
to take a break — ( for a few minutes) robić (zrobić perf) sobie przerwę; ( have a holiday) brać (wziąć perf) wolne
* * *[breik] 1. past tense - broke; verb1) (to divide into two or more parts (by force).) łamać2) ((usually with off/away) to separate (a part) from the whole (by force).) odłamać3) (to make or become unusable.) rozbić, zepsuć (się)4) (to go against, or not act according to (the law etc): He broke his appointment at the last minute.) zerwać, nie dotrzymać5) (to do better than (a sporting etc record).) pobić6) (to interrupt: She broke her journey in London.) przerwać7) (to put an end to: He broke the silence.) skończyć, przerwać8) (to make or become known: They gently broke the news of his death to his wife.) przekazać, wyjść na jaw9) ((of a boy's voice) to fall in pitch.) załamywać się10) (to soften the effect of (a fall, the force of the wind etc).) osłabić11) (to begin: The storm broke before they reached shelter.) zaczynać się2. noun1) (a pause: a break in the conversation.) przerwa2) (a change: a break in the weather.) zmiana3) (an opening.) wyrwa, przerwa4) (a chance or piece of (good or bad) luck: This is your big break.) szansa•3. noun((usually in plural) something likely to break.) rzeczy łatwo tłukące się- breakage- breaker
- breakdown
- break-in
- breakneck
- breakout
- breakthrough
- breakwater
- break away
- break down
- break into
- break in
- break loose
- break off
- break out
- break out in
- break the ice
- break up
- make a break for it -
45 Historical Portugal
Before Romans described western Iberia or Hispania as "Lusitania," ancient Iberians inhabited the land. Phoenician and Greek trading settlements grew up in the Tagus estuary area and nearby coasts. Beginning around 202 BCE, Romans invaded what is today southern Portugal. With Rome's defeat of Carthage, Romans proceeded to conquer and rule the western region north of the Tagus, which they named Roman "Lusitania." In the fourth century CE, as Rome's rule weakened, the area experienced yet another invasion—Germanic tribes, principally the Suevi, who eventually were Christianized. During the sixth century CE, the Suevi kingdom was superseded by yet another Germanic tribe—the Christian Visigoths.A major turning point in Portugal's history came in 711, as Muslim armies from North Africa, consisting of both Arab and Berber elements, invaded the Iberian Peninsula from across the Straits of Gibraltar. They entered what is now Portugal in 714, and proceeded to conquer most of the country except for the far north. For the next half a millennium, Islam and Muslim presence in Portugal left a significant mark upon the politics, government, language, and culture of the country.Islam, Reconquest, and Portugal Created, 714-1140The long frontier struggle between Muslim invaders and Christian communities in the north of the Iberian peninsula was called the Reconquista (Reconquest). It was during this struggle that the first dynasty of Portuguese kings (Burgundian) emerged and the independent monarchy of Portugal was established. Christian forces moved south from what is now the extreme north of Portugal and gradually defeated Muslim forces, besieging and capturing towns under Muslim sway. In the ninth century, as Christian forces slowly made their way southward, Christian elements were dominant only in the area between Minho province and the Douro River; this region became known as "territorium Portu-calense."In the 11th century, the advance of the Reconquest quickened as local Christian armies were reinforced by crusading knights from what is now France and England. Christian forces took Montemor (1034), at the Mondego River; Lamego (1058); Viseu (1058); and Coimbra (1064). In 1095, the king of Castile and Léon granted the country of "Portu-cale," what became northern Portugal, to a Burgundian count who had emigrated from France. This was the foundation of Portugal. In 1139, a descendant of this count, Afonso Henriques, proclaimed himself "King of Portugal." He was Portugal's first monarch, the "Founder," and the first of the Burgundian dynasty, which ruled until 1385.The emergence of Portugal in the 12th century as a separate monarchy in Iberia occurred before the Christian Reconquest of the peninsula. In the 1140s, the pope in Rome recognized Afonso Henriques as king of Portugal. In 1147, after a long, bloody siege, Muslim-occupied Lisbon fell to Afonso Henriques's army. Lisbon was the greatest prize of the 500-year war. Assisting this effort were English crusaders on their way to the Holy Land; the first bishop of Lisbon was an Englishman. When the Portuguese captured Faro and Silves in the Algarve province in 1248-50, the Reconquest of the extreme western portion of the Iberian peninsula was complete—significantly, more than two centuries before the Spanish crown completed the Reconquest of the eastern portion by capturing Granada in 1492.Consolidation and Independence of Burgundian Portugal, 1140-1385Two main themes of Portugal's early existence as a monarchy are the consolidation of control over the realm and the defeat of a Castil-ian threat from the east to its independence. At the end of this period came the birth of a new royal dynasty (Aviz), which prepared to carry the Christian Reconquest beyond continental Portugal across the straits of Gibraltar to North Africa. There was a variety of motives behind these developments. Portugal's independent existence was imperiled by threats from neighboring Iberian kingdoms to the north and east. Politics were dominated not only by efforts against the Muslims inPortugal (until 1250) and in nearby southern Spain (until 1492), but also by internecine warfare among the kingdoms of Castile, Léon, Aragon, and Portugal. A final comeback of Muslim forces was defeated at the battle of Salado (1340) by allied Castilian and Portuguese forces. In the emerging Kingdom of Portugal, the monarch gradually gained power over and neutralized the nobility and the Church.The historic and commonplace Portuguese saying "From Spain, neither a good wind nor a good marriage" was literally played out in diplomacy and war in the late 14th-century struggles for mastery in the peninsula. Larger, more populous Castile was pitted against smaller Portugal. Castile's Juan I intended to force a union between Castile and Portugal during this era of confusion and conflict. In late 1383, Portugal's King Fernando, the last king of the Burgundian dynasty, suddenly died prematurely at age 38, and the Master of Aviz, Portugal's most powerful nobleman, took up the cause of independence and resistance against Castile's invasion. The Master of Aviz, who became King João I of Portugal, was able to obtain foreign assistance. With the aid of English archers, Joao's armies defeated the Castilians in the crucial battle of Aljubarrota, on 14 August 1385, a victory that assured the independence of the Portuguese monarchy from its Castilian nemesis for several centuries.Aviz Dynasty and Portugal's First Overseas Empire, 1385-1580The results of the victory at Aljubarrota, much celebrated in Portugal's art and monuments, and the rise of the Aviz dynasty also helped to establish a new merchant class in Lisbon and Oporto, Portugal's second city. This group supported King João I's program of carrying the Reconquest to North Africa, since it was interested in expanding Portugal's foreign commerce and tapping into Muslim trade routes and resources in Africa. With the Reconquest against the Muslims completed in Portugal and the threat from Castile thwarted for the moment, the Aviz dynasty launched an era of overseas conquest, exploration, and trade. These efforts dominated Portugal's 15th and 16th centuries.The overseas empire and age of Discoveries began with Portugal's bold conquest in 1415 of the Moroccan city of Ceuta. One royal member of the 1415 expedition was young, 21-year-old Prince Henry, later known in history as "Prince Henry the Navigator." His part in the capture of Ceuta won Henry his knighthood and began Portugal's "Marvelous Century," during which the small kingdom was counted as a European and world power of consequence. Henry was the son of King João I and his English queen, Philippa of Lancaster, but he did not inherit the throne. Instead, he spent most of his life and his fortune, and that of the wealthy military Order of Christ, on various imperial ventures and on voyages of exploration down the African coast and into the Atlantic. While mythology has surrounded Henry's controversial role in the Discoveries, and this role has been exaggerated, there is no doubt that he played a vital part in the initiation of Portugal's first overseas empire and in encouraging exploration. He was naturally curious, had a sense of mission for Portugal, and was a strong leader. He also had wealth to expend; at least a third of the African voyages of the time were under his sponsorship. If Prince Henry himself knew little science, significant scientific advances in navigation were made in his day.What were Portugal's motives for this new imperial effort? The well-worn historical cliche of "God, Glory, and Gold" can only partly explain the motivation of a small kingdom with few natural resources and barely 1 million people, which was greatly outnumbered by the other powers it confronted. Among Portuguese objectives were the desire to exploit known North African trade routes and resources (gold, wheat, leather, weaponry, and other goods that were scarce in Iberia); the need to outflank the Muslim world in the Mediterranean by sailing around Africa, attacking Muslims en route; and the wish to ally with Christian kingdoms beyond Africa. This enterprise also involved a strategy of breaking the Venetian spice monopoly by trading directly with the East by means of discovering and exploiting a sea route around Africa to Asia. Besides the commercial motives, Portugal nurtured a strong crusading sense of Christian mission, and various classes in the kingdom saw an opportunity for fame and gain.By the time of Prince Henry's death in 1460, Portugal had gained control of the Atlantic archipelagos of the Azores and Madeiras, begun to colonize the Cape Verde Islands, failed to conquer the Canary Islands from Castile, captured various cities on Morocco's coast, and explored as far as Senegal, West Africa, down the African coast. By 1488, Bar-tolomeu Dias had rounded the Cape of Good Hope in South Africa and thereby discovered the way to the Indian Ocean.Portugal's largely coastal African empire and later its fragile Asian empire brought unexpected wealth but were purchased at a high price. Costs included wars of conquest and defense against rival powers, manning the far-flung navel and trade fleets and scattered castle-fortresses, and staffing its small but fierce armies, all of which entailed a loss of skills and population to maintain a scattered empire. Always short of capital, the monarchy became indebted to bankers. There were many defeats beginning in the 16th century at the hands of the larger imperial European monarchies (Spain, France, England, and Holland) and many attacks on Portugal and its strung-out empire. Typically, there was also the conflict that arose when a tenuously held world empire that rarely if ever paid its way demanded finance and manpower Portugal itself lacked.The first 80 years of the glorious imperial era, the golden age of Portugal's imperial power and world influence, was an African phase. During 1415-88, Portuguese navigators and explorers in small ships, some of them caravelas (caravels), explored the treacherous, disease-ridden coasts of Africa from Morocco to South Africa beyond the Cape of Good Hope. By the 1470s, the Portuguese had reached the Gulf of Guinea and, in the early 1480s, what is now Angola. Bartolomeu Dias's extraordinary voyage of 1487-88 to South Africa's coast and the edge of the Indian Ocean convinced Portugal that the best route to Asia's spices and Christians lay south, around the tip of southern Africa. Between 1488 and 1495, there was a hiatus caused in part by domestic conflict in Portugal, discussion of resources available for further conquests beyond Africa in Asia, and serious questions as to Portugal's capacity to reach beyond Africa. In 1495, King Manuel and his council decided to strike for Asia, whatever the consequences. In 1497-99, Vasco da Gama, under royal orders, made the epic two-year voyage that discovered the sea route to western India (Asia), outflanked Islam and Venice, and began Portugal's Asian empire. Within 50 years, Portugal had discovered and begun the exploitation of its largest colony, Brazil, and set up forts and trading posts from the Middle East (Aden and Ormuz), India (Calicut, Goa, etc.), Malacca, and Indonesia to Macau in China.By the 1550s, parts of its largely coastal, maritime trading post empire from Morocco to the Moluccas were under siege from various hostile forces, including Muslims, Christians, and Hindi. Although Moroccan forces expelled the Portuguese from the major coastal cities by 1550, the rival European monarchies of Castile (Spain), England, France, and later Holland began to seize portions of her undermanned, outgunned maritime empire.In 1580, Phillip II of Spain, whose mother was a Portuguese princess and who had a strong claim to the Portuguese throne, invaded Portugal, claimed the throne, and assumed control over the realm and, by extension, its African, Asian, and American empires. Phillip II filled the power vacuum that appeared in Portugal following the loss of most of Portugal's army and its young, headstrong King Sebastião in a disastrous war in Morocco. Sebastiao's death in battle (1578) and the lack of a natural heir to succeed him, as well as the weak leadership of the cardinal who briefly assumed control in Lisbon, led to a crisis that Spain's strong monarch exploited. As a result, Portugal lost its independence to Spain for a period of 60 years.Portugal under Spanish Rule, 1580-1640Despite the disastrous nature of Portugal's experience under Spanish rule, "The Babylonian Captivity" gave birth to modern Portuguese nationalism, its second overseas empire, and its modern alliance system with England. Although Spain allowed Portugal's weakened empire some autonomy, Spanish rule in Portugal became increasingly burdensome and unacceptable. Spain's ambitious imperial efforts in Europe and overseas had an impact on the Portuguese as Spain made greater and greater demands on its smaller neighbor for manpower and money. Portugal's culture underwent a controversial Castilianization, while its empire became hostage to Spain's fortunes. New rival powers England, France, and Holland attacked and took parts of Spain's empire and at the same time attacked Portugal's empire, as well as the mother country.Portugal's empire bore the consequences of being attacked by Spain's bitter enemies in what was a form of world war. Portuguese losses were heavy. By 1640, Portugal had lost most of its Moroccan cities as well as Ceylon, the Moluccas, and sections of India. With this, Portugal's Asian empire was gravely weakened. Only Goa, Damão, Diu, Bombay, Timor, and Macau remained and, in Brazil, Dutch forces occupied the northeast.On 1 December 1640, long commemorated as a national holiday, Portuguese rebels led by the duke of Braganza overthrew Spanish domination and took advantage of Spanish weakness following a more serious rebellion in Catalonia. Portugal regained independence from Spain, but at a price: dependence on foreign assistance to maintain its independence in the form of the renewal of the alliance with England.Restoration and Second Empire, 1640-1822Foreign affairs and empire dominated the restoration era and aftermath, and Portugal again briefly enjoyed greater European power and prestige. The Anglo-Portuguese Alliance was renewed and strengthened in treaties of 1642, 1654, and 1661, and Portugal's independence from Spain was underwritten by English pledges and armed assistance. In a Luso-Spanish treaty of 1668, Spain recognized Portugal's independence. Portugal's alliance with England was a marriage of convenience and necessity between two monarchies with important religious, cultural, and social differences. In return for legal, diplomatic, and trade privileges, as well as the use during war and peace of Portugal's great Lisbon harbor and colonial ports for England's navy, England pledged to protect Portugal and its scattered empire from any attack. The previously cited 17th-century alliance treaties were renewed later in the Treaty of Windsor, signed in London in 1899. On at least 10 different occasions after 1640, and during the next two centuries, England was central in helping prevent or repel foreign invasions of its ally, Portugal.Portugal's second empire (1640-1822) was largely Brazil-oriented. Portuguese colonization, exploitation of wealth, and emigration focused on Portuguese America, and imperial revenues came chiefly from Brazil. Between 1670 and 1740, Portugal's royalty and nobility grew wealthier on funds derived from Brazilian gold, diamonds, sugar, tobacco, and other crops, an enterprise supported by the Atlantic slave trade and the supply of African slave labor from West Africa and Angola. Visitors today can see where much of that wealth was invested: Portugal's rich legacy of monumental architecture. Meanwhile, the African slave trade took a toll in Angola and West Africa.In continental Portugal, absolutist monarchy dominated politics and government, and there was a struggle for position and power between the monarchy and other institutions, such as the Church and nobility. King José I's chief minister, usually known in history as the marquis of Pombal (ruled 1750-77), sharply suppressed the nobility and theChurch (including the Inquisition, now a weak institution) and expelled the Jesuits. Pombal also made an effort to reduce economic dependence on England, Portugal's oldest ally. But his successes did not last much beyond his disputed time in office.Beginning in the late 18th century, the European-wide impact of the French Revolution and the rise of Napoleon placed Portugal in a vulnerable position. With the monarchy ineffectively led by an insane queen (Maria I) and her indecisive regent son (João VI), Portugal again became the focus of foreign ambition and aggression. With England unable to provide decisive assistance in time, France—with Spain's consent—invaded Portugal in 1807. As Napoleon's army under General Junot entered Lisbon meeting no resistance, Portugal's royal family fled on a British fleet to Brazil, where it remained in exile until 1821. In the meantime, Portugal's overseas empire was again under threat. There was a power vacuum as the monarch was absent, foreign armies were present, and new political notions of liberalism and constitutional monarchy were exciting various groups of citizens.Again England came to the rescue, this time in the form of the armies of the duke of Wellington. Three successive French invasions of Portugal were defeated and expelled, and Wellington succeeded in carrying the war against Napoleon across the Portuguese frontier into Spain. The presence of the English army, the new French-born liberal ideas, and the political vacuum combined to create revolutionary conditions. The French invasions and the peninsular wars, where Portuguese armed forces played a key role, marked the beginning of a new era in politics.Liberalism and Constitutional Monarchy, 1822-1910During 1807-22, foreign invasions, war, and civil strife over conflicting political ideas gravely damaged Portugal's commerce, economy, and novice industry. The next terrible blow was the loss of Brazil in 1822, the jewel in the imperial crown. Portugal's very independence seemed to be at risk. In vain, Portugal sought to resist Brazilian independence by force, but in 1825 it formally acknowledged Brazilian independence by treaty.Portugal's slow recovery from the destructive French invasions and the "war of independence" was complicated by civil strife over the form of constitutional monarchy that best suited Portugal. After struggles over these issues between 1820 and 1834, Portugal settled somewhat uncertainly into a moderate constitutional monarchy whose constitution (Charter of 1826) lent it strong political powers to exert a moderating influence between the executive and legislative branches of the government. It also featured a new upper middle class based on land ownership and commerce; a Catholic Church that, although still important, lived with reduced privileges and property; a largely African (third) empire to which Lisbon and Oporto devoted increasing spiritual and material resources, starting with the liberal imperial plans of 1836 and 1851, and continuing with the work of institutions like the Lisbon Society of Geography (established 1875); and a mass of rural peasants whose bonds to the land weakened after 1850 and who began to immigrate in increasing numbers to Brazil and North America.Chronic military intervention in national politics began in 19th-century Portugal. Such intervention, usually commencing with coups or pronunciamentos (military revolts), was a shortcut to the spoils of political office and could reflect popular discontent as well as the power of personalities. An early example of this was the 1817 golpe (coup) attempt of General Gomes Freire against British military rule in Portugal before the return of King João VI from Brazil. Except for a more stable period from 1851 to 1880, military intervention in politics, or the threat thereof, became a feature of the constitutional monarchy's political life, and it continued into the First Republic and the subsequent Estado Novo.Beginning with the Regeneration period (1851-80), Portugal experienced greater political stability and economic progress. Military intervention in politics virtually ceased; industrialization and construction of railroads, roads, and bridges proceeded; two political parties (Regenerators and Historicals) worked out a system of rotation in power; and leading intellectuals sparked a cultural revival in several fields. In 19th-century literature, there was a new golden age led by such figures as Alexandre Herculano (historian), Eça de Queirós (novelist), Almeida Garrett (playwright and essayist), Antero de Quental (poet), and Joaquim Oliveira Martins (historian and social scientist). In its third overseas empire, Portugal attempted to replace the slave trade and slavery with legitimate economic activities; to reform the administration; and to expand Portuguese holdings beyond coastal footholds deep into the African hinterlands in West, West Central, and East Africa. After 1841, to some extent, and especially after 1870, colonial affairs, combined with intense nationalism, pressures for economic profit in Africa, sentiment for national revival, and the drift of European affairs would make or break Lisbon governments.Beginning with the political crisis that arose out of the "English Ultimatum" affair of January 1890, the monarchy became discredtted and identified with the poorly functioning government, political parties splintered, and republicanism found more supporters. Portugal participated in the "Scramble for Africa," expanding its African holdings, but failed to annex territory connecting Angola and Mozambique. A growing foreign debt and state bankruptcy as of the early 1890s damaged the constitutional monarchy's reputation, despite the efforts of King Carlos in diplomacy, the renewal of the alliance in the Windsor Treaty of 1899, and the successful if bloody colonial wars in the empire (1880-97). Republicanism proclaimed that Portugal's weak economy and poor society were due to two historic institutions: the monarchy and the Catholic Church. A republic, its stalwarts claimed, would bring greater individual liberty; efficient, if more decentralized government; and a stronger colonial program while stripping the Church of its role in both society and education.As the monarchy lost support and republicans became more aggressive, violence increased in politics. King Carlos I and his heir Luís were murdered in Lisbon by anarchist-republicans on 1 February 1908. Following a military and civil insurrection and fighting between monarchist and republican forces, on 5 October 1910, King Manuel II fled Portugal and a republic was proclaimed.First Parliamentary Republic, 1910-26Portugal's first attempt at republican government was the most unstable, turbulent parliamentary republic in the history of 20th-century Western Europe. During a little under 16 years of the republic, there were 45 governments, a number of legislatures that did not complete normal terms, military coups, and only one president who completed his four-year term in office. Portuguese society was poorly prepared for this political experiment. Among the deadly legacies of the monarchy were a huge public debt; a largely rural, apolitical, and illiterate peasant population; conflict over the causes of the country's misfortunes; and lack of experience with a pluralist, democratic system.The republic had some talented leadership but lacked popular, institutional, and economic support. The 1911 republican constitution established only a limited democracy, as only a small portion of the adult male citizenry was eligible to vote. In a country where the majority was Catholic, the republic passed harshly anticlerical laws, and its institutions and supporters persecuted both the Church and its adherents. During its brief disjointed life, the First Republic drafted important reform plans in economic, social, and educational affairs; actively promoted development in the empire; and pursued a liberal, generous foreign policy. Following British requests for Portugal's assistance in World War I, Portugal entered the war on the Allied side in March 1916 and sent armies to Flanders and Portuguese Africa. Portugal's intervention in that conflict, however, was too costly in many respects, and the ultimate failure of the republic in part may be ascribed to Portugal's World War I activities.Unfortunately for the republic, its time coincided with new threats to Portugal's African possessions: World War I, social and political demands from various classes that could not be reconciled, excessive military intervention in politics, and, in particular, the worst economic and financial crisis Portugal had experienced since the 16th and 17th centuries. After the original Portuguese Republican Party (PRP, also known as the "Democrats") splintered into three warring groups in 1912, no true multiparty system emerged. The Democrats, except for only one or two elections, held an iron monopoly of electoral power, and political corruption became a major issue. As extreme right-wing dictatorships elsewhere in Europe began to take power in Italy (1922), neighboring Spain (1923), and Greece (1925), what scant popular support remained for the republic collapsed. Backed by a right-wing coalition of landowners from Alentejo, clergy, Coimbra University faculty and students, Catholic organizations, and big business, career military officers led by General Gomes da Costa executed a coup on 28 May 1926, turned out the last republican government, and established a military government.The Estado Novo (New State), 1926-74During the military phase (1926-32) of the Estado Novo, professional military officers, largely from the army, governed and administered Portugal and held key cabinet posts, but soon discovered that the military possessed no magic formula that could readily solve the problems inherited from the First Republic. Especially during the years 1926-31, the military dictatorship, even with its political repression of republican activities and institutions (military censorship of the press, political police action, and closure of the republic's rowdy parliament), was characterized by similar weaknesses: personalism and factionalism; military coups and political instability, including civil strife and loss of life; state debt and bankruptcy; and a weak economy. "Barracks parliamentarism" was not an acceptable alternative even to the "Nightmare Republic."Led by General Óscar Carmona, who had replaced and sent into exile General Gomes da Costa, the military dictatorship turned to a civilian expert in finance and economics to break the budget impasse and bring coherence to the disorganized system. Appointed minister of finance on 27 April 1928, the Coimbra University Law School professor of economics Antônio de Oliveira Salazar (1889-1970) first reformed finance, helped balance the budget, and then turned to other concerns as he garnered extraordinary governing powers. In 1930, he was appointed interim head of another key ministry (Colonies) and within a few years had become, in effect, a civilian dictator who, with the military hierarchy's support, provided the government with coherence, a program, and a set of policies.For nearly 40 years after he was appointed the first civilian prime minister in 1932, Salazar's personality dominated the government. Unlike extreme right-wing dictators elsewhere in Europe, Salazar was directly appointed by the army but was never endorsed by a popular political party, street militia, or voter base. The scholarly, reclusive former Coimbra University professor built up what became known after 1932 as the Estado Novo ("New State"), which at the time of its overthrow by another military coup in 1974, was the longest surviving authoritarian regime in Western Europe. The system of Salazar and the largely academic and technocratic ruling group he gathered in his cabinets was based on the central bureaucracy of the state, which was supported by the president of the republic—always a senior career military officer, General Óscar Carmona (1928-51), General Craveiro Lopes (1951-58), and Admiral Américo Tómaz (1958-74)—and the complicity of various institutions. These included a rubber-stamp legislature called the National Assembly (1935-74) and a political police known under various names: PVDE (1932-45), PIDE (1945-69),and DGS (1969-74). Other defenders of the Estado Novo security were paramilitary organizations such as the National Republican Guard (GNR); the Portuguese Legion (PL); and the Portuguese Youth [Movement]. In addition to censorship of the media, theater, and books, there was political repression and a deliberate policy of depoliticization. All political parties except for the approved movement of regime loyalists, the União Nacional or (National Union), were banned.The most vigorous and more popular period of the New State was 1932-44, when the basic structures were established. Never monolithic or entirely the work of one person (Salazar), the New State was constructed with the assistance of several dozen top associates who were mainly academics from law schools, some technocrats with specialized skills, and a handful of trusted career military officers. The 1933 Constitution declared Portugal to be a "unitary, corporative Republic," and pressures to restore the monarchy were resisted. Although some of the regime's followers were fascists and pseudofascists, many more were conservative Catholics, integralists, nationalists, and monarchists of different varieties, and even some reactionary republicans. If the New State was authoritarian, it was not totalitarian and, unlike fascism in Benito Mussolini's Italy or Adolf Hitler's Germany, it usually employed the minimum of violence necessary to defeat what remained a largely fractious, incoherent opposition.With the tumultuous Second Republic and the subsequent civil war in nearby Spain, the regime felt threatened and reinforced its defenses. During what Salazar rightly perceived as a time of foreign policy crisis for Portugal (1936-45), he assumed control of the Ministry of Foreign Affairs. From there, he pursued four basic foreign policy objectives: supporting the Nationalist rebels of General Francisco Franco in the Spanish Civil War (1936-39) and concluding defense treaties with a triumphant Franco; ensuring that General Franco in an exhausted Spain did not enter World War II on the Axis side; maintaining Portuguese neutrality in World War II with a post-1942 tilt toward the Allies, including granting Britain and the United States use of bases in the Azores Islands; and preserving and protecting Portugal's Atlantic Islands and its extensive, if poor, overseas empire in Africa and Asia.During the middle years of the New State (1944-58), many key Salazar associates in government either died or resigned, and there was greater social unrest in the form of unprecedented strikes and clandestine Communist activities, intensified opposition, and new threatening international pressures on Portugal's overseas empire. During the earlier phase of the Cold War (1947-60), Portugal became a steadfast, if weak, member of the US-dominated North Atlantic Treaty Organization alliance and, in 1955, with American support, Portugal joined the United Nations (UN). Colonial affairs remained a central concern of the regime. As of 1939, Portugal was the third largest colonial power in the world and possessed territories in tropical Africa (Angola, Mozambique, Guinea-Bissau, and São Tomé and Príncipe Islands) and the remnants of its 16th-century empire in Asia (Goa, Damão, Diu, East Timor, and Macau). Beginning in the early 1950s, following the independence of India in 1947, Portugal resisted Indian pressures to decolonize Portuguese India and used police forces to discourage internal opposition in its Asian and African colonies.The later years of the New State (1958-68) witnessed the aging of the increasingly isolated but feared Salazar and new threats both at home and overseas. Although the regime easily overcame the brief oppositionist threat from rival presidential candidate General Humberto Delgado in the spring of 1958, new developments in the African and Asian empires imperiled the authoritarian system. In February 1961, oppositionists hijacked the Portuguese ocean liner Santa Maria and, in following weeks, African insurgents in northern Angola, although they failed to expel the Portuguese, gained worldwide media attention, discredited the New State, and began the 13-year colonial war. After thwarting a dissident military coup against his continued leadership, Salazar and his ruling group mobilized military repression in Angola and attempted to develop the African colonies at a faster pace in order to ensure Portuguese control. Meanwhile, the other European colonial powers (Britain, France, Belgium, and Spain) rapidly granted political independence to their African territories.At the time of Salazar's removal from power in September 1968, following a stroke, Portugal's efforts to maintain control over its colonies appeared to be successful. President Americo Tomás appointed Dr. Marcello Caetano as Salazar's successor as prime minister. While maintaining the New State's basic structures, and continuing the regime's essential colonial policy, Caetano attempted wider reforms in colonial administration and some devolution of power from Lisbon, as well as more freedom of expression in Lisbon. Still, a great deal of the budget was devoted to supporting the wars against the insurgencies in Africa. Meanwhile in Asia, Portuguese India had fallen when the Indian army invaded in December 1961. The loss of Goa was a psychological blow to the leadership of the New State, and of the Asian empire only East Timor and Macau remained.The Caetano years (1968-74) were but a hiatus between the waning Salazar era and a new regime. There was greater political freedom and rapid economic growth (5-6 percent annually to late 1973), but Caetano's government was unable to reform the old system thoroughly and refused to consider new methods either at home or in the empire. In the end, regime change came from junior officers of the professional military who organized the Armed Forces Movement (MFA) against the Caetano government. It was this group of several hundred officers, mainly in the army and navy, which engineered a largely bloodless coup in Lisbon on 25 April 1974. Their unexpected action brought down the 48-year-old New State and made possible the eventual establishment and consolidation of democratic governance in Portugal, as well as a reorientation of the country away from the Atlantic toward Europe.Revolution of Carnations, 1974-76Following successful military operations of the Armed Forces Movement against the Caetano government, Portugal experienced what became known as the "Revolution of Carnations." It so happened that during the rainy week of the military golpe, Lisbon flower shops were featuring carnations, and the revolutionaries and their supporters adopted the red carnation as the common symbol of the event, as well as of the new freedom from dictatorship. The MFA, whose leaders at first were mostly little-known majors and captains, proclaimed a three-fold program of change for the new Portugal: democracy; decolonization of the overseas empire, after ending the colonial wars; and developing a backward economy in the spirit of opportunity and equality. During the first 24 months after the coup, there was civil strife, some anarchy, and a power struggle. With the passing of the Estado Novo, public euphoria burst forth as the new provisional military government proclaimed the freedoms of speech, press, and assembly, and abolished censorship, the political police, the Portuguese Legion, Portuguese Youth, and other New State organizations, including the National Union. Scores of political parties were born and joined the senior political party, the Portuguese Community Party (PCP), and the Socialist Party (PS), founded shortly before the coup.Portugal's Revolution of Carnations went through several phases. There was an attempt to take control by radical leftists, including the PCP and its allies. This was thwarted by moderate officers in the army, as well as by the efforts of two political parties: the PS and the Social Democrats (PPD, later PSD). The first phase was from April to September 1974. Provisional president General Antonio Spínola, whose 1974 book Portugal and the Future had helped prepare public opinion for the coup, met irresistible leftist pressures. After Spinola's efforts to avoid rapid decolonization of the African empire failed, he resigned in September 1974. During the second phase, from September 1974 to March 1975, radical military officers gained control, but a coup attempt by General Spínola and his supporters in Lisbon in March 1975 failed and Spínola fled to Spain.In the third phase of the Revolution, March-November 1975, a strong leftist reaction followed. Farm workers occupied and "nationalized" 1.1 million hectares of farmland in the Alentejo province, and radical military officers in the provisional government ordered the nationalization of Portuguese banks (foreign banks were exempted), utilities, and major industries, or about 60 percent of the economic system. There were power struggles among various political parties — a total of 50 emerged—and in the streets there was civil strife among labor, military, and law enforcement groups. A constituent assembly, elected on 25 April 1975, in Portugal's first free elections since 1926, drafted a democratic constitution. The Council of the Revolution (CR), briefly a revolutionary military watchdog committee, was entrenched as part of the government under the constitution, until a later revision. During the chaotic year of 1975, about 30 persons were killed in political frays while unstable provisional governments came and went. On 25 November 1975, moderate military forces led by Colonel Ramalho Eanes, who later was twice elected president of the republic (1976 and 1981), defeated radical, leftist military groups' revolutionary conspiracies.In the meantime, Portugal's scattered overseas empire experienced a precipitous and unprepared decolonization. One by one, the former colonies were granted and accepted independence—Guinea-Bissau (September 1974), Cape Verde Islands (July 1975), and Mozambique (July 1975). Portugal offered to turn over Macau to the People's Republic of China, but the offer was refused then and later negotiations led to the establishment of a formal decolonization or hand-over date of 1999. But in two former colonies, the process of decolonization had tragic results.In Angola, decolonization negotiations were greatly complicated by the fact that there were three rival nationalist movements in a struggle for power. The January 1975 Alvor Agreement signed by Portugal and these three parties was not effectively implemented. A bloody civil war broke out in Angola in the spring of 1975 and, when Portuguese armed forces withdrew and declared that Angola was independent on 11 November 1975, the bloodshed only increased. Meanwhile, most of the white Portuguese settlers from Angola and Mozambique fled during the course of 1975. Together with African refugees, more than 600,000 of these retornados ("returned ones") went by ship and air to Portugal and thousands more to Namibia, South Africa, Brazil, Canada, and the United States.The second major decolonization disaster was in Portugal's colony of East Timor in the Indonesian archipelago. Portugal's capacity to supervise and control a peaceful transition to independence in this isolated, neglected colony was limited by the strength of giant Indonesia, distance from Lisbon, and Portugal's revolutionary disorder and inability to defend Timor. In early December 1975, before Portugal granted formal independence and as one party, FRETILIN, unilaterally declared East Timor's independence, Indonesia's armed forces invaded, conquered, and annexed East Timor. Indonesian occupation encountered East Timorese resistance, and a heavy loss of life followed. The East Timor question remained a contentious international issue in the UN, as well as in Lisbon and Jakarta, for more than 20 years following Indonesia's invasion and annexation of the former colony of Portugal. Major changes occurred, beginning in 1998, after Indonesia underwent a political revolution and allowed a referendum in East Timor to decide that territory's political future in August 1999. Most East Timorese chose independence, but Indonesian forces resisted that verdict untilUN intervention in September 1999. Following UN rule for several years, East Timor attained full independence on 20 May 2002.Consolidation of Democracy, 1976-2000After several free elections and record voter turnouts between 25 April 1975 and June 1976, civil war was averted and Portugal's second democratic republic began to stabilize. The MFA was dissolved, the military were returned to the barracks, and increasingly elected civilians took over the government of the country. The 1976 Constitution was revised several times beginning in 1982 and 1989, in order to reempha-size the principle of free enterprise in the economy while much of the large, nationalized sector was privatized. In June 1976, General Ram-alho Eanes was elected the first constitutional president of the republic (five-year term), and he appointed socialist leader Dr. Mário Soares as prime minister of the first constitutional government.From 1976 to 1985, Portugal's new system featured a weak economy and finances, labor unrest, and administrative and political instability. The difficult consolidation of democratic governance was eased in part by the strong currency and gold reserves inherited from the Estado Novo, but Lisbon seemed unable to cope with high unemployment, new debt, the complex impact of the refugees from Africa, world recession, and the agitation of political parties. Four major parties emerged from the maelstrom of 1974-75, except for the Communist Party, all newly founded. They were, from left to right, the Communists (PCP); the Socialists (PS), who managed to dominate governments and the legislature but not win a majority in the Assembly of the Republic; the Social Democrats (PSD); and the Christian Democrats (CDS). During this period, the annual growth rate was low (l-2 percent), and the nationalized sector of the economy stagnated.Enhanced economic growth, greater political stability, and more effective central government as of 1985, and especially 1987, were due to several developments. In 1977, Portugal applied for membership in the European Economic Community (EEC), now the European Union (EU) since 1993. In January 1986, with Spain, Portugal was granted membership, and economic and financial progress in the intervening years has been significantly influenced by the comparatively large investment, loans, technology, advice, and other assistance from the EEC. Low unemployment, high annual growth rates (5 percent), and moderate inflation have also been induced by the new political and administrative stability in Lisbon. Led by Prime Minister Cavaco Silva, an economist who was trained abroad, the PSD's strong organization, management, and electoral support since 1985 have assisted in encouraging economic recovery and development. In 1985, the PSD turned the PS out of office and won the general election, although they did not have an absolute majority of assembly seats. In 1986, Mário Soares was elected president of the republic, the first civilian to hold that office since the First Republic. In the elections of 1987 and 1991, however, the PSD was returned to power with clear majorities of over 50 percent of the vote.Although the PSD received 50.4 percent of the vote in the 1991 parliamentary elections and held a 42-seat majority in the Assembly of the Republic, the party began to lose public support following media revelations regarding corruption and complaints about Prime Minister Cavaco Silva's perceived arrogant leadership style. President Mário Soares voiced criticism of the PSD's seemingly untouchable majority and described a "tyranny of the majority." Economic growth slowed down. In the parliamentary elections of 1995 and the presidential election of 1996, the PSD's dominance ended for the time being. Prime Minister Antônio Guterres came to office when the PS won the October 1995 elections, and in the subsequent presidential contest, in January 1996, socialist Jorge Sampaio, the former mayor of Lisbon, was elected president of the republic, thus defeating Cavaco Silva's bid. Young and popular, Guterres moved the PS toward the center of the political spectrum. Under Guterres, the PS won the October 1999 parliamentary elections. The PS defeated the PSD but did not manage to win a clear, working majority of seats, and this made the PS dependent upon alliances with smaller parties, including the PCP.In the local elections in December 2001, the PSD's criticism of PS's heavy public spending allowed the PSD to take control of the key cities of Lisbon, Oporto, and Coimbra. Guterres resigned, and parliamentary elections were brought forward from 2004 to March 2002. The PSD won a narrow victory with 40 percent of the votes, and Jose Durão Barroso became prime minister. Having failed to win a majority of the seats in parliament forced the PSD to govern in coalition with the right-wing Popular Party (PP) led by Paulo Portas. Durão Barroso set about reducing government spending by cutting the budgets of local authorities, freezing civil service hiring, and reviving the economy by accelerating privatization of state-owned enterprises. These measures provoked a 24-hour strike by public-sector workers. Durão Barroso reacted with vows to press ahead with budget-cutting measures and imposed a wage freeze on all employees earning more than €1,000, which affected more than one-half of Portugal's work force.In June 2004, Durão Barroso was invited by Romano Prodi to succeed him as president of the European Commission. Durão Barroso accepted and resigned the prime ministership in July. Pedro Santana Lopes, the leader of the PSD, became prime minister. Already unpopular at the time of Durão Barroso's resignation, the PSD-led government became increasingly unpopular under Santana Lopes. A month-long delay in the start of the school year and confusion over his plan to cut taxes and raise public-sector salaries, eroded confidence even more. By November, Santana Lopes's government was so unpopular that President Jorge Sampaio was obliged to dissolve parliament and hold new elections, two years ahead of schedule.Parliamentary elections were held on 20 February 2005. The PS, which had promised the electorate disciplined and transparent governance, educational reform, the alleviation of poverty, and a boost in employment, won 45 percent of the vote and the majority of the seats in parliament. The leader of the PS, José Sôcrates became prime minister on 12 March 2005. In the regularly scheduled presidential elections held on 6 January 2006, the former leader of the PSD and prime minister, Aníbal Cavaco Silva, won a narrow victory and became president on 9 March 2006. With a mass protest, public teachers' strike, and street demonstrations in March 2008, Portugal's media, educational, and social systems experienced more severe pressures. With the spreading global recession beginning in September 2008, Portugal's economic and financial systems became more troubled.Owing to its geographic location on the southwestern most edge of continental Europe, Portugal has been historically in but not of Europe. Almost from the beginning of its existence in the 12th century as an independent monarchy, Portugal turned its back on Europe and oriented itself toward the Atlantic Ocean. After carving out a Christian kingdom on the western portion of the Iberian peninsula, Portuguese kings gradually built and maintained a vast seaborne global empire that became central to the way Portugal understood its individuality as a nation-state. While the creation of this empire allows Portugal to claim an unusual number of "firsts" or distinctions in world and Western history, it also retarded Portugal's economic, social, and political development. It can be reasonably argued that the Revolution of 25 April 1974 was the most decisive event in Portugal's long history because it finally ended Portugal's oceanic mission and view of itself as an imperial power. After the 1974 Revolution, Portugal turned away from its global mission and vigorously reoriented itself toward Europe. Contemporary Portugal is now both in and of Europe.The turn toward Europe began immediately after 25 April 1974. Portugal granted independence to its African colonies in 1975. It was admitted to the European Council and took the first steps toward accession to the European Economic Community (EEC) in 1976. On 28 March 1977, the Portuguese government officially applied for EEC membership. Because of Portugal's economic and social backwardness, which would require vast sums of EEC money to overcome, negotiations for membership were long and difficult. Finally, a treaty of accession was signed on 12 June 1985. Portugal officially joined the EEC (the European Union [EU] since 1993) on 1 January 1986. Since becoming a full-fledged member of the EU, Portugal has been steadily overcoming the economic and social underdevelopment caused by its imperial past and is becoming more like the rest of Europe.Membership in the EU has speeded up the structural transformation of Portugal's economy, which actually began during the Estado Novo. Investments made by the Estado Novo in Portugal's economy began to shift employment out of the agricultural sector, which, in 1950, accounted for 50 percent of Portugal's economically active population. Today, only 10 percent of the economically active population is employed in the agricultural sector (the highest among EU member states); 30 percent in the industrial sector (also the highest among EU member states); and 60 percent in the service sector (the lowest among EU member states). The economically active population numbers about 5,000,000 employed, 56 percent of whom are women. Women workers are the majority of the workforce in the agricultural and service sectors (the highest among the EU member states). The expansion of the service sector has been primarily in health care and education. Portugal has had the lowest unemployment rates among EU member states, with the overall rate never being more than 10 percent of the active population. Since joining the EU, the number of employers increased from 2.6 percent to 5.8 percent of the active population; self-employed from 16 to 19 percent; and employees from 65 to 70 percent. Twenty-six percent of the employers are women. Unemployment tends to hit younger workers in industry and transportation, women employed in domestic service, workers on short-term contracts, and poorly educated workers. Salaried workers earn only 63 percent of the EU average, and hourly workers only one-third to one-half of that earned by their EU counterparts. Despite having had the second highest growth of gross national product (GNP) per inhabitant (after Ireland) among EU member states, the above data suggest that while much has been accomplished in terms of modernizing the Portuguese economy, much remains to be done to bring Portugal's economy up to the level of the "average" EU member state.Membership in the EU has also speeded up changes in Portuguese society. Over the last 30 years, coastalization and urbanization have intensified. Fully 50 percent of Portuguese live in the coastal urban conurbations of Lisbon, Oporto, Braga, Aveiro, Coimbra, Viseu, Évora, and Faro. The Portuguese population is one of the oldest among EU member states (17.3 percent are 65 years of age or older) thanks to a considerable increase in life expectancy at birth (77.87 years for the total population, 74.6 years for men, 81.36 years for women) and one of the lowest birthrates (10.59 births/1,000) in Europe. Family size averages 2.8 persons per household, with the strict nuclear family (one or two generations) in which both parents work being typical. Common law marriages, cohabitating couples, and single-parent households are more and more common. The divorce rate has also increased. "Youth Culture" has developed. The young have their own meeting places, leisure-time activities, and nightlife (bars, clubs, and discos).All Portuguese citizens, whether they have contributed or not, have a right to an old-age pension, invalidity benefits, widowed persons' pension, as well as payments for disabilities, children, unemployment, and large families. There is a national minimum wage (€385 per month), which is low by EU standards. The rapid aging of Portugal's population has changed the ratio of contributors to pensioners to 1.7, the lowest in the EU. This has created deficits in Portugal's social security fund.The adult literacy rate is about 92 percent. Illiteracy is still found among the elderly. Although universal compulsory education up to grade 9 was achieved in 1980, only 21.2 percent of the population aged 25-64 had undergone secondary education, compared to an EU average of 65.7 percent. Portugal's higher education system currently consists of 14 state universities and 14 private universities, 15 state polytechnic institutions, one Catholic university, and one military academy. All in all, Portugal spends a greater percentage of its state budget on education than most EU member states. Despite this high level of expenditure, the troubled Portuguese education system does not perform well. Early leaving and repetition rates are among the highest among EU member states.After the Revolution of 25 April 1974, Portugal created a National Health Service, which today consists of 221 hospitals and 512 medical centers employing 33,751 doctors and 41,799 nurses. Like its education system, Portugal's medical system is inefficient. There are long waiting lists for appointments with specialists and for surgical procedures.Structural changes in Portugal's economy and society mean that social life in Portugal is not too different from that in other EU member states. A mass consumption society has been created. Televisions, telephones, refrigerators, cars, music equipment, mobile phones, and personal computers are commonplace. Sixty percent of Portuguese households possess at least one automobile, and 65 percent of Portuguese own their own home. Portuguese citizens are more aware of their legal rights than ever before. This has resulted in a trebling of the number of legal proceeding since 1960 and an eight-fold increase in the number of lawyers. In general, Portuguese society has become more permissive and secular; the Catholic Church and the armed forces are much less influential than in the past. Portugal's population is also much more culturally, religiously, and ethnically diverse, a consequence of the coming to Portugal of hundreds of thousands of immigrants, mainly from former African colonies.Portuguese are becoming more cosmopolitan and sophisticated through the impact of world media, the Internet, and the World Wide Web. A prime case in point came in the summer and early fall of 1999, with the extraordinary events in East Timor and the massive Portuguese popular responses. An internationally monitored referendum in East Timor, Portugal's former colony in the Indonesian archipelago and under Indonesian occupation from late 1975 to summer 1999, resulted in a vote of 78.5 percent for rejecting integration with Indonesia and for independence. When Indonesian prointegration gangs, aided by the Indonesian military, responded to the referendum with widespread brutality and threatened to reverse the verdict of the referendum, there was a spontaneous popular outpouring of protest in the cities and towns of Portugal. An avalanche of Portuguese e-mail fell on leaders and groups in the UN and in certain countries around the world as Portugal's diplomats, perhaps to compensate for the weak initial response to Indonesian armed aggression in 1975, called for the protection of East Timor as an independent state and for UN intervention to thwart Indonesian action. Using global communications networks, the Portuguese were able to mobilize UN and world public opinion against Indonesian actions and aided the eventual independence of East Timor on 20 May 2002.From the Revolution of 25 April 1974 until the 1990s, Portugal had a large number of political parties, one of the largest Communist parties in western Europe, frequent elections, and endemic cabinet instability. Since the 1990s, the number of political parties has been dramatically reduced and cabinet stability increased. Gradually, the Portuguese electorate has concentrated around two larger parties, the right-of-center Social Democrats (PSD) and the left-of-center Socialist (PS). In the 1980s, these two parties together garnered 65 percent of the vote and 70 percent of the seats in parliament. In 2005, these percentages had risen to 74 percent and 85 percent, respectively. In effect, Portugal is currently a two-party dominant system in which the two largest parties — PS and PSD—alternate in and out of power, not unlike the rotation of the two main political parties (the Regenerators and the Historicals) during the last decades (1850s to 1880s) of the liberal constitutional monarchy. As Portugal's democracy has consolidated, turnout rates for the eligible electorate have declined. In the 1970s, turnout was 85 percent. In Portugal's most recent parliamentary election (2005), turnout had fallen to 65 percent of the eligible electorate.Portugal has benefited greatly from membership in the EU, and whatever doubts remain about the price paid for membership, no Portuguese government in the near future can afford to sever this connection. The vast majority of Portuguese citizens see membership in the EU as a "good thing" and strongly believe that Portugal has benefited from membership. Only the Communist Party opposed membership because it reduces national sovereignty, serves the interests of capitalists not workers, and suffers from a democratic deficit. Despite the high level of support for the EU, Portuguese voters are increasingly not voting in elections for the European Parliament, however. Turnout for European Parliament elections fell from 40 percent of the eligible electorate in the 1999 elections to 38 percent in the 2004 elections.In sum, Portugal's turn toward Europe has done much to overcome its backwardness. However, despite the economic, social, and political progress made since 1986, Portugal has a long way to go before it can claim to be on a par with the level found even in Spain, much less the rest of western Europe. As Portugal struggles to move from underde-velopment, especially in the rural areas away from the coast, it must keep in mind the perils of too rapid modern development, which could damage two of its most precious assets: its scenery and environment. The growth and future prosperity of the economy will depend on the degree to which the government and the private sector will remain stewards of clean air, soil, water, and other finite resources on which the tourism industry depends and on which Portugal's world image as a unique place to visit rests. Currently, Portugal is investing heavily in renewable energy from solar, wind, and wave power in order to account for about 50 percent of its electricity needs by 2010. Portugal opened the world's largest solar power plant and the world's first commercial wave power farm in 2006.An American documentary film on Portugal produced in the 1970s described this little country as having "a Past in Search of a Future." In the years after the Revolution of 25 April 1974, it could be said that Portugal is now living in "a Present in Search of a Future." Increasingly, that future lies in Europe as an active and productive member of the EU. -
46 time
1. noun1) (the hour of the day: What time is it?; Can your child tell the time yet?) hora2) (the passage of days, years, events etc: time and space; Time will tell.) tiempo3) (a point at which, or period during which, something happens: at the time of his wedding; breakfast-time.) momento; hora4) (the quantity of minutes, hours, days etc, eg spent in, or available for, a particular activity etc: This won't take much time to do; I enjoyed the time I spent in Paris; At the end of the exam, the supervisor called `Your time is up!') tiempo5) (a suitable moment or period: Now is the time to ask him.) momento6) (one of a number occasions: He's been to France four times.) vez7) (a period characterized by a particular quality in a person's life, experience etc: He went through an unhappy time when she died; We had some good times together.) época, período; momentos8) (the speed at which a piece of music should be played; tempo: in slow time.) tempo
2. verb1) (to measure the time taken by (a happening, event etc) or by (a person, in doing something): He timed the journey.) cronometrar2) (to choose a particular time for: You timed your arrival beautifully!) escoger el momento de/para•- timeless- timelessly
- timelessness
- timely
- timeliness
- timer
- times
- timing
- time bomb
- time-consuming
- time limit
- time off
- time out
- timetable
- all in good time
- all the time
- at times
- be behind time
- for the time being
- from time to time
- in good time
- in time
- no time at all
- no time
- one
- two at a time
- on time
- save
- waste time
- take one's time
- time and time again
- time and again
time1 n1. tiempowhat do you do in your free time? ¿qué haces en tu tiempo libre?2. vezhow many times have you been to Italy? ¿cuántas veces has estado en Italia?3. horawhat time is it? ¿qué hora es?all the time todo el tiempo / constantementefor the time being por el momento / de momentoit's time... es hora de que...time2 vb calcular el tiempo / cronometrartr[taɪm]1 (period) tiempo2 (short period) rato3 (of day) hora■ what time is it? qué hora es?■ this time next week, we'll be on the beach la semana que viene a esta hora, estaremos en la playa■ by the time he gets here, it'll be time to go home cuando llegue él, será la hora de volver a casa4 (age, period, season) época5 (occasion) vez nombre femenino■ how many times have you been to London? ¿cuántas veces has estado en Londres?■ the last time I saw her,... la última vez que la vi,...6 (suitable moment) momento7 SMALLMUSIC/SMALL compás nombre masculino8 SMALLBRITISH ENGLISH/SMALL la hora de cerrar■ time now please! ¡hora de cerrar!9 familiar (imprisonment) condena1 (measure time) medir la duración de, calcular; (races, etc) cronometrar2 (schedule) estar previsto,-a■ the bomb was timed to explode during the parade la bomba estaba preparada para explotar durante el desfile1 veces nombre femenino plural■ 4 times 5 is 20 4 por 5 son 20, 4 veces 5 son 20\SMALLIDIOMATIC EXPRESSION/SMALL(and) about time ya era horaall the time todo el rato, todo el tiempoat all times siempreat any time en cualquier momentoat no time nuncaat one time en un tiempoat the same time al mismo tiempoat the time / at that time entoncesat times a vecesbehind the times anticuado,-abehind time tardefor the time being de momentofrom time to time de vez en cuandoin no time (at all) en seguidain time to the music al compás de la músicamany a time a menudonot to give somebody the time of day no darle a alguien ni la horaon time puntualone/two/three at a time de uno en uno/de dos en dos/de tres en trestime after time una y otra veztime's up se acabó el tiempo, ya es la horato beat time marcar el compásto be ahead of one's time adelantarse a su épocato be badly/well timed (remark) ser inoportuno,-a/oportuno,-ato give somebody a hard time ponérselo difícil a alguien, hacérselo pasar mal a alguiento have a bad time pasarlas negrasto have a good time pasarlo biento have a lot of time for somebody caerle bien alguien a unoto have no time for somebody/something no soportar a alguien/algo, no tener tiempo para alguien/algoto keep up with the times estar al díato move with the times estar al díatime and motion study estudio de productividadtime bomb bomba de relojeríatime limit límite nombre masculino de tiempo, plazo límitetime off tiempo libretime out descansotime warp salto en el tiempotime zone huso horario1) schedule: fijar la hora de, calcular el momento oportuno para2) clock: cronometrar, medir el tiempo de (una competencia, etc.)time n1) : tiempo mthe passing of time: el paso del tiemposhe doesn't have time: no tiene tiempo2) moment: tiempo m, momento mthis is not the time to bring it up: no es el momento de sacar el tema3) : vez fshe called you three times: te llamó tres vecesthree times greater: tres veces mayor4) age: tiempo m, era fin your grandparents' time: en el tiempo de tus abuelos5) tempo: tiempo m, ritmo m (en música)6) : hora fwhat time is it?: ¿qué hora es?at the usual time: a la hora acostumbradato keep time: ir a la horato lose time: atrasar7) experience: rato m, experiencia fwe had a nice time together: pasamos juntos un rato agradableto have a rough time: pasarlo malhave a good time!: ¡que se diviertan!8)at times sometimes: a veces9)for the time being : por el momento, de momentofrom time to time occasionally: de vez en cuandoin time punctually: a tiempoin time eventually: con el tiempotime after time : una y otra vezadj.• a plazos adj.• de tiempo adj.• del tiempo adj.• horario, -a adj.n.• duración s.f.• edad s.f.• espera s.f.• hora s.f.• plazo s.m.• tempo s.m.• tiempo s.m.• vez s.f.• época s.f.v.• cronometrar v.• regular v.• tomar los tiempos (Deporte) v.
I taɪm1) noun2) u (past, present, future) tiempo mas time goes by o passes — a medida que pasa el tiempo, con el paso or el correr del tiempo
at this point o moment in time — en este momento, en el momento presente
time and tide wait for no man — el tiempo pasa inexorablemente; (before n) < travel> en el tiempo
time machine — máquina f del tiempo
3) u (time available, necessary for something) tiempo mcould I have five minutes of your time? — ¿podría concederme cinco minutos?
to make time for something — hacer(se)* or encontrar* tiempo para algo
to make time — ( hurry) (AmE colloq) darse* prisa, apurarse (AmL)
I spend all my time reading/thinking — me paso todo el tiempo leyendo/pensando
it takes time to get used to the climate — lleva or toma tiempo acostumbrarse al clima
it's worth taking a little extra time over the job — vale la pena dedicarle un poco más de tiempo al trabajo
to take one's time: just take your time tómate todo el tiempo que necesites or quieras; you took your time! cómo has tardado!; to buy time ganar tiempo; to have a lot of/no time for somebody/something: I have no time for people like her no soporto a la gente como ella; I've got a lot of time for him me cae muy bien; to have time on one's hands: I had time on my hands me sobraba el tiempo; to play for time — tratar de ganar tiempo
they lived in Paris for a time/for a long time — vivieron un tiempo/mucho tiempo or muchos años en París
long time no see! — (colloq) tanto tiempo (sin verte)!
some time later they moved to Brussels — (un) tiempo después se mudaron a Bruselas, tras cierto tiempo se mudaron a Bruselas
for some considerable time o for quite some time now there have been rumors that... — hace ya bastante tiempo que se rumorea que...
in an hour's/three months'/ten years' time — dentro de una horaes meses/diez años
cooking time — tiempo m de cocción
your time's up — se te (or les etc) ha acabado el tiempo
for the time being — por el momento, de momento
to serve o (colloq) do time — cumplir una condena, estar* a la sombra (fam)
5) (in phrases)all the time — ( constantly) constantemente; ( the whole period) todo el tiempo
in time — ( early enough) a tiempo; ( eventually) con el tiempo
all in good time — cada cosa a su tiempo, todo a su debido tiempo
in no time (at all) — rapidísimo, en un abrir y cerrar de ojos, en un santiamén
6) u ( airtime) (Rad, TV) espacio m7) u c (for journey, race, task) tiempo mwhat's your fastest time over 400m? — ¿cuál es tu mejor tiempo or marca en los 400 metros?
8) u ( with respect to work)to take o (BrE also) have time off — tomarse tiempo libre
9)a) c (epoch, age) (often pl) época f, tiempo mat one time — en una época or un tiempo, en otros tiempos
in times of crisis — en épocas or tiempos de crisis
in Tudor times — en la época de los Tudor, en tiempos de los Tudor
there was a time when o time was when... — hubo un tiempo cuando...
in times to come — en el futuro, en tiempos venideros
to be ahead of one's time: he's ahead/he was ahead of his time se ha adelantado/se adelantó a su época; to be behind the times \<\<ideas\>\> ser* anticuado, estar* desfasado; \<\<person\>\> estar* atrasado de noticias (fam); to keep up with o abreast of the times — mantenerse* al día
b) u ( with respect to a person's life)that was before your time — eso fue antes de que tú nacieras (or empezaras a trabajar aquí etc)
I've seen some funny things in my time but... — he visto cosas raras en mi vida pero...
10)a) u ( by clock) hora fwhat's the time?, what time is it? — ¿qué hora es?
do you have the time? — ¿tienes hora?
the time is ten minutes to ten — son las diez menos diez minutos, son diez para las diez (AmL exc RPl)
to be able to tell the time o (AmE also) tell time — saber* (decir) la hora
British Summer Time — horario m de verano
Eastern Standard Time — ( in US) hora f de la costa atlántica
not to give somebody the time of day — no darle* a algn ni la hora
to pass the time of day (with somebody): now she never even passes the time of day with me ahora ni siquiera me saluda; we passed the time of day charlamos un ratito; (before n) time switch temporizador m; time zone — huso m horario
b) c u ( of event) hora fdo you know the times of the trains? — ¿sabes el horario de los trenes?
time FOR something/to + INF: we have to arrange a time for the next meeting tenemos que fijar una fecha y hora para la próxima reunión; is it time to go yet? ¿ya es hora de irse?; it's time you left o you were leaving es hora de que te vayas; at breakfast time — a la hora del desayuno
11) c ( point in time)at the present/this particular time — en este momento/este preciso momento
by that o this time we were really worried — para entonces ya estábamos preocupadísimos
from that time on — a partir de entonces, desde entonces
it's high time somebody did something — ya es hora or ya va siendo hora de que alguien haga algo
she's resigned, and not before time — ha renunciado, y ya era hora
my/her time has come — me/le ha llegado el momento
to die before one's time — morir* tempranamente or prematuramente
12) c (instance, occasion) vez fI've been there many a time o many times — he estado allí en numerosas ocasiones or muchas veces
nine times out of ten — en el noventa por ciento de los casos, la gran mayoría de las veces
let's leave it for another o some other time — dejémoslo para otro momento
you paid (the) last time — la última vez or la otra vez pagaste tú
for the last time: no! — por última vez no!
let's try one more time — probemos otra vez or una vez más
13) (in phrases)about time: it's about time someone told him ya es hora or ya va siendo hora de que alguien se lo diga; I've finished - and about time too! he terminado - ya era hora!; ahead of time: the first stage was completed ahead of time la primera fase se terminó antes de tiempo; any time: come any time ven cuando quieras or en cualquier momento; call me any time between nine and eleven llámame a cualquier hora entre las nueve y las once; I'd rather work for Mary any time yo prefiero trabajar para Mary, toda la vida (y cien años más); they should be here any time (now) en cualquier momento llegan, deben de estar por llegar de un momento al otro; at a time: four at a time de cuatro en cuatro or (AmL tb) de a cuatro; one at a time! de a uno!, uno por uno! or uno por vez!; I can only do one thing at a time sólo puedo hacer una cosa a la or por vez; for months at a time durante meses enteros; at the same time ( simultaneously) al mismo tiempo; ( however) (as linker) al mismo tiempo, de todas formas; at times a veces; at this time (AmE) ahora, en este momento; every time: I make the same mistake every time! siempre cometo el mismo error!; gin or whisky? - give me whisky every time! ¿ginebra or whisky? - para mí whisky, toda la vida; every o each time (as conj) ( whenever) cada vez; from time to time de vez en cuando; on time ( on schedule): the buses hardly ever run on time los autobuses casi nunca pasan a su hora or puntualmente; she's never on time nunca llega temprano, siempre llega tarde; time after time o time and (time) again — una y otra vez
14) c ( experience)to have a good/bad/hard time — pasarlo bien/mal/muy mal
have a good time! — que te diviertas (or que se diviertan etc)!, que lo pases (or pasen etc) bien!
don't give me a hard time — (esp AmE) no me mortifiques
thank you for a lovely time — gracias por todo, lo hemos pasado estupendamente
15) u ( Mus) compás mout of time — descompasado, fuera de compás
to beat/keep time — marcar*/seguir* el compás
to mark time — ( march on the spot) marcar* el paso; ( make no progress) hacer* tiempo; (before n)
time signature — llave f de tiempo
it's four times bigger — es cuatro veces más grande; (before n)
times table — tabla f de multiplicar
II
a) ( Sport) cronometrarb) ( choose time of)the demonstration was timeed to coincide with his arrival — la hora de la manifestación estaba calculada para coincidir con su llegada
[taɪm]his shot was badly timed — no calculó bien el momento en que debía chutar/disparar
1. N1) (gen) tiempo mas time goes on or by — con el (paso del) tiempo, a medida que pasa/pasaba el tiempo
•
for all time — para siempre•
Father Time — el Tiempo•
to find (the) time for sth — encontrar tiempo para algohow time flies! — ¡cómo pasa el tiempo!
•
to gain time — ganar tiempo•
half the time he's drunk — la mayor parte del tiempo está borracho•
to have (the) time (to do sth) — tener tiempo (para hacer algo)•
to make up for lost time — recuperar el tiempo perdido•
it's only a matter or question of time before it falls — solo es cuestión de tiempo antes de que caiga•
to take time, it takes time — requiere tiempo, lleva su tiempoit'll take time to get over the loss of her family — le llevará tiempo superar la pérdida de su familia
take your time! — tómate el tiempo que necesites, ¡no hay prisa!
you certainly took your time! — iro ¡no es precisamente que te mataras corriendo!
to have time on one's hands —
once you retire you'll have time on your hands — cuando te hayas jubilado, tendrás todo el tiempo del mundo
- kill time- pass the time of day with sb- play for time- be pressed for timespare, waste•
have you been here all this time? — ¿has estado aquí todo este tiempo?•
for the time being — por ahora, de momento•
a long time — mucho tiempoa long time ago — hace mucho (tiempo), hace tiempo
she'll be in a wheelchair for a long time to come — le queda mucho tiempo de estar en silla de ruedas por delante
•
in no time at all — en un abrir y cerrar de ojos•
it will last our time — durará lo que nosotros•
a short time — poco tiempo, un ratoa short time after — poco (tiempo) después, al poco tiempo
•
for some time past — de algún tiempo a esta parteafter some time she looked up at me/wrote to me — después de cierto tiempo levantó la vista hacia mí/me escribió, pasado algún tiempo levantó la vista hacia mí/me escribió
•
in a week's time — dentro de una semanain two weeks' time — en dos semanas, al cabo de dos semanas
- do timeserve3) (at work)full-time, part-time, short-time•
he did it in his own time — lo hizo en su tiempo libre or fuera de (las) horas de trabajo4) (=moment, point of time) momento m•
about time too! — ¡ya era hora!•
come (at) any time (you like) — ven cuando quierasit might happen (at) any time — podría ocurrir de un momento a otro or en cualquier momento
•
at times — a veces, a ratosat all times — siempre, en todo momento
•
to die before one's time — morir tempranonot before time! — ¡ya era hora!
•
between times — en los intervalos•
by the time he arrived — para cuando él llegóby this time — ya, antes de esto
•
to choose one's time carefully — elegir con cuidado el momento más propicio•
the time has come to leave — ha llegado el momento de irse•
at a convenient time — en un momento oportuno•
at any given time — en cualquier momento dado•
her time was drawing near — (to give birth) se acercaba el momento de dar a luz; (to die) estaba llegando al final de su vida•
it's high time you got a job — ya va siendo hora de que consigas un trabajo•
at my time of life — a mi edad, con los años que yo tengo•
at no time did I mention it — no lo mencioné en ningún momento•
now is the time to go — ahora es el momento de irse•
from that time on — a partir de entonces, desde entonces•
at one time — en cierto momento, en cierta época•
this is neither the time nor the place to discuss it — este no es ni el momento ni el lugar oportuno para hablar de eso•
at the present time — actualmente, en la actualidad•
at the proper time — en el momento oportuno•
at the same time — (=simultaneously) al mismo tiempo, a la vez; (=even so) al mismo tiempo, por otro lado•
until such time as he agrees — hasta que consienta•
at that time — por entonces, en aquel entonces, en aquella épocabide•
at this particular time — en este preciso momento5) (by clock) hora fwhat's the time? — ¿qué hora es?
the time is 2.30 — son las dos y media
"time gentlemen please!" — "¡se cierra!"
•
to arrive ahead of time — llegar temprano•
at any time of the day or night — en cualquier momento or a cualquier hora del día o de la noche•
to be 30 minutes behind time — llevar 30 minutos de retraso•
it's coffee time — es la hora del café•
it's time for the news — es (la) hora de las noticias•
let me know in good time — avíseme con anticipaciónto start in good time — partir a tiempo, partir pronto
•
have you got the (right) time? — ¿tiene la hora (exacta)?•
we were just in time to see it — llegamos justo a tiempo para verlo•
a watch that keeps good time — un reloj muy exacto•
just look at the time! — ¡fíjate qué hora es ya!, ¡mira qué tarde es!see closing, opening•
to be on time — [person] ser puntual, llegar puntualmente; [train, plane] llegar puntual6) (=era, period) tiempo m, época fin Elizabethan times — en tiempos isabelinos, en la época isabelina
what times they were!, what times we had! — ¡qué tiempos aquellos!
•
to be ahead of one's time — adelantarse a su época•
that was all before my time — todo eso fue antes de mis tiempos•
to be behind the times — [person] estar atrasado de noticias; [thing, idea] estar fuera de moda, haber quedado anticuado•
how times change! — ¡cómo cambian las cosas!•
to keep abreast of or up with the times — ir con los tiempos, mantenerse al día•
the times we live in — los tiempos en que vivimos•
in modern times — en tiempos modernos•
to move with the times — ir con los tiempos, mantenerse al díasign•
time was when... — hubo un tiempo en que...7) (=experience)to have a bad or rough or thin time (of it) — pasarlo mal, pasarlas negras
•
to have a good time — pasarlo bien, divertirse•
we have a lovely time — lo pasamos la mar de bien *big-timeto make the big time — alcanzar el éxito, triunfar
8) (=occasion) vez fI remember the time he came here — recuerdo la ocasión en que vino por aquí, me acuerdo de cuando vino por aquí
•
to carry three boxes at a time — llevar tres cajas a la vezfor weeks at a time — durante semanas enteras or seguidas
it's the best, every time! — ¡es el mejor, no hay duda!
give me beer every time! — ¡para mí, siempre cerveza!
•
the first time I did it — la primera vez que lo hice•
last time — la última vez•
many times — muchas vecesmany's the time... — no una vez, sino muchas...
•
next time — la próxima vez, a la próxima (esp LAm)•
several times — varias veces•
this time — esta vez•
at various times in the past — en determinados momentos del pasado9) (Mus) compás min 3/4 time — al compás de 3 por 4
•
to beat time — marcar el compás•
in time to the music — al compás de la música•
to keep time — llevar el compásbeat 2., 4), mark II, 2., 7)•
to get out of time — perder el compás10) (Math)it's five times faster than or as fast as yours — es cinco veces más rápido que el tuyo
11) (Mech)2. VT1) (=schedule) planear, calcular; (=choose time of) [+ remark, request] elegir el momento parathe race is timed for 8.30 — el comienzo de la carrera está previsto para las 8.30
the bomb was timed to explode five minutes later — la bomba estaba sincronizada para explotar cinco minutos más tarde
ill-timed, well-timedthe strike was carefully timed to cause maximum disruption — se había escogido el momento de la huelga para ocasionar el mayor trastorno posible
to time o.s. — cronometrarse
3.CPDtime and motion study N — estudio m de tiempos y movimientos
time capsule N — cápsula f del tiempo
time check N — (Sport) control m de tiempos
can I have a time check, please? — ¿qué hora es ahora, por favor?
time clock N — reloj m registrador, reloj m de control de asistencia
time deposit N — (US) depósito m a plazo
time difference N — diferencia f horaria
time exposure N — (Phot) exposición f
time frame N — margen m de tiempo
time fuse N — temporizador m, espoleta f graduada, espoleta f de tiempo
time lag N — (=delay) retraso m; (=lack of synchronization) desfase m
time limit N — plazo m, límite m de tiempo; (=closing date) fecha f tope
time loan N — (US) préstamo m a plazo fijo
time machine N — máquina f de transporte a través del tiempo
time management N — gestión f del tiempo
time management consultant N — consultor(a) m / f de gestión del tiempo
time management course N — curso m de gestión del tiempo
time management skills NPL — técnicas fpl de gestión del tiempo
time management training N — formación f en gestión del tiempo
time off N — (=free time) tiempo m libre
you'll have to take some time off when your wife has her operation — tendrás que tomarte unos días de vacaciones cuando operen a tu mujer
time out N — (esp US) (Sport) (also fig) tiempo m muerto
to take time out (from sth/from doing sth) — descansar (de algo/de hacer algo)
time payment N — (US) pago m a plazos
time saver N —
time sheet N — = time card
time signal N — señal f horaria
time signature N — (Mus) compás m, signatura f de compás
time slice N — fracción f de tiempo
time switch N — interruptor m horario
time trial N — (Cycling) prueba f contra reloj, contrarreloj f
* * *
I [taɪm]1) noun2) u (past, present, future) tiempo mas time goes by o passes — a medida que pasa el tiempo, con el paso or el correr del tiempo
at this point o moment in time — en este momento, en el momento presente
time and tide wait for no man — el tiempo pasa inexorablemente; (before n) < travel> en el tiempo
time machine — máquina f del tiempo
3) u (time available, necessary for something) tiempo mcould I have five minutes of your time? — ¿podría concederme cinco minutos?
to make time for something — hacer(se)* or encontrar* tiempo para algo
to make time — ( hurry) (AmE colloq) darse* prisa, apurarse (AmL)
I spend all my time reading/thinking — me paso todo el tiempo leyendo/pensando
it takes time to get used to the climate — lleva or toma tiempo acostumbrarse al clima
it's worth taking a little extra time over the job — vale la pena dedicarle un poco más de tiempo al trabajo
to take one's time: just take your time tómate todo el tiempo que necesites or quieras; you took your time! cómo has tardado!; to buy time ganar tiempo; to have a lot of/no time for somebody/something: I have no time for people like her no soporto a la gente como ella; I've got a lot of time for him me cae muy bien; to have time on one's hands: I had time on my hands me sobraba el tiempo; to play for time — tratar de ganar tiempo
they lived in Paris for a time/for a long time — vivieron un tiempo/mucho tiempo or muchos años en París
long time no see! — (colloq) tanto tiempo (sin verte)!
some time later they moved to Brussels — (un) tiempo después se mudaron a Bruselas, tras cierto tiempo se mudaron a Bruselas
for some considerable time o for quite some time now there have been rumors that... — hace ya bastante tiempo que se rumorea que...
in an hour's/three months'/ten years' time — dentro de una hora/tres meses/diez años
cooking time — tiempo m de cocción
your time's up — se te (or les etc) ha acabado el tiempo
for the time being — por el momento, de momento
to serve o (colloq) do time — cumplir una condena, estar* a la sombra (fam)
5) (in phrases)all the time — ( constantly) constantemente; ( the whole period) todo el tiempo
in time — ( early enough) a tiempo; ( eventually) con el tiempo
all in good time — cada cosa a su tiempo, todo a su debido tiempo
in no time (at all) — rapidísimo, en un abrir y cerrar de ojos, en un santiamén
6) u ( airtime) (Rad, TV) espacio m7) u c (for journey, race, task) tiempo mwhat's your fastest time over 400m? — ¿cuál es tu mejor tiempo or marca en los 400 metros?
8) u ( with respect to work)to take o (BrE also) have time off — tomarse tiempo libre
9)a) c (epoch, age) (often pl) época f, tiempo mat one time — en una época or un tiempo, en otros tiempos
in times of crisis — en épocas or tiempos de crisis
in Tudor times — en la época de los Tudor, en tiempos de los Tudor
there was a time when o time was when... — hubo un tiempo cuando...
in times to come — en el futuro, en tiempos venideros
to be ahead of one's time: he's ahead/he was ahead of his time se ha adelantado/se adelantó a su época; to be behind the times \<\<ideas\>\> ser* anticuado, estar* desfasado; \<\<person\>\> estar* atrasado de noticias (fam); to keep up with o abreast of the times — mantenerse* al día
b) u ( with respect to a person's life)that was before your time — eso fue antes de que tú nacieras (or empezaras a trabajar aquí etc)
I've seen some funny things in my time but... — he visto cosas raras en mi vida pero...
10)a) u ( by clock) hora fwhat's the time?, what time is it? — ¿qué hora es?
do you have the time? — ¿tienes hora?
the time is ten minutes to ten — son las diez menos diez minutos, son diez para las diez (AmL exc RPl)
to be able to tell the time o (AmE also) tell time — saber* (decir) la hora
British Summer Time — horario m de verano
Eastern Standard Time — ( in US) hora f de la costa atlántica
not to give somebody the time of day — no darle* a algn ni la hora
to pass the time of day (with somebody): now she never even passes the time of day with me ahora ni siquiera me saluda; we passed the time of day charlamos un ratito; (before n) time switch temporizador m; time zone — huso m horario
b) c u ( of event) hora fdo you know the times of the trains? — ¿sabes el horario de los trenes?
time FOR something/to + INF: we have to arrange a time for the next meeting tenemos que fijar una fecha y hora para la próxima reunión; is it time to go yet? ¿ya es hora de irse?; it's time you left o you were leaving es hora de que te vayas; at breakfast time — a la hora del desayuno
11) c ( point in time)at the present/this particular time — en este momento/este preciso momento
by that o this time we were really worried — para entonces ya estábamos preocupadísimos
from that time on — a partir de entonces, desde entonces
it's high time somebody did something — ya es hora or ya va siendo hora de que alguien haga algo
she's resigned, and not before time — ha renunciado, y ya era hora
my/her time has come — me/le ha llegado el momento
to die before one's time — morir* tempranamente or prematuramente
12) c (instance, occasion) vez fI've been there many a time o many times — he estado allí en numerosas ocasiones or muchas veces
nine times out of ten — en el noventa por ciento de los casos, la gran mayoría de las veces
let's leave it for another o some other time — dejémoslo para otro momento
you paid (the) last time — la última vez or la otra vez pagaste tú
for the last time: no! — por última vez no!
let's try one more time — probemos otra vez or una vez más
13) (in phrases)about time: it's about time someone told him ya es hora or ya va siendo hora de que alguien se lo diga; I've finished - and about time too! he terminado - ya era hora!; ahead of time: the first stage was completed ahead of time la primera fase se terminó antes de tiempo; any time: come any time ven cuando quieras or en cualquier momento; call me any time between nine and eleven llámame a cualquier hora entre las nueve y las once; I'd rather work for Mary any time yo prefiero trabajar para Mary, toda la vida (y cien años más); they should be here any time (now) en cualquier momento llegan, deben de estar por llegar de un momento al otro; at a time: four at a time de cuatro en cuatro or (AmL tb) de a cuatro; one at a time! de a uno!, uno por uno! or uno por vez!; I can only do one thing at a time sólo puedo hacer una cosa a la or por vez; for months at a time durante meses enteros; at the same time ( simultaneously) al mismo tiempo; ( however) (as linker) al mismo tiempo, de todas formas; at times a veces; at this time (AmE) ahora, en este momento; every time: I make the same mistake every time! siempre cometo el mismo error!; gin or whisky? - give me whisky every time! ¿ginebra or whisky? - para mí whisky, toda la vida; every o each time (as conj) ( whenever) cada vez; from time to time de vez en cuando; on time ( on schedule): the buses hardly ever run on time los autobuses casi nunca pasan a su hora or puntualmente; she's never on time nunca llega temprano, siempre llega tarde; time after time o time and (time) again — una y otra vez
14) c ( experience)to have a good/bad/hard time — pasarlo bien/mal/muy mal
have a good time! — que te diviertas (or que se diviertan etc)!, que lo pases (or pasen etc) bien!
don't give me a hard time — (esp AmE) no me mortifiques
thank you for a lovely time — gracias por todo, lo hemos pasado estupendamente
15) u ( Mus) compás mout of time — descompasado, fuera de compás
to beat/keep time — marcar*/seguir* el compás
to mark time — ( march on the spot) marcar* el paso; ( make no progress) hacer* tiempo; (before n)
time signature — llave f de tiempo
it's four times bigger — es cuatro veces más grande; (before n)
times table — tabla f de multiplicar
II
a) ( Sport) cronometrarb) ( choose time of)the demonstration was timeed to coincide with his arrival — la hora de la manifestación estaba calculada para coincidir con su llegada
his shot was badly timed — no calculó bien el momento en que debía chutar/disparar
-
47 time
1. nounfor all time — für immer [und ewig]
stand the test of time — die Zeit überdauern; sich bewähren
time will tell or show — die Zukunft wird es zeigen
at this point or moment in time — zum gegenwärtigen Zeitpunkt
time flies — die Zeit vergeht [wie] im Fluge
in time, with time — (sooner or later) mit der Zeit
2) (interval, available or allotted period) Zeit, diein a week's/month's/year's time — in einer Woche/in einem Monat/Jahr
there is time for that — dafür ist od. haben wir noch Zeit
it takes me all my time to do it — es beansprucht meine ganze Zeit, es zu tun
give one's time to something — einer Sache (Dat.) seine Zeit opfern
waste of time — Zeitverschwendung, die
spend [most of one's/a lot of] time on something/[in] doing something — [die meiste/viel] Zeit mit etwas zubringen/damit verbringen, etwas zu tun
I have been waiting for some/a long time — ich warte schon seit einiger Zeit/schon lange
she will be there for [quite] some time — sie wird ziemlich lange dort sein
be pressed for time — keine Zeit haben; (have to finish quickly) in Zeitnot sein
pass the time — sich (Dat.) die Zeit vertreiben
length of time — Zeit[dauer], die
make time for somebody/something — sich (Dat.) für jemanden/etwas Zeit nehmen
in one's own time — in seiner Freizeit; (whenever one wishes) wann man will
take one's time [over something] — sich (Dat.) [für etwas] Zeit lassen; (be slow) sich (Dat.) Zeit [mit etwas] lassen
time is money — (prov.) Zeit ist Geld (Spr.)
in [good] time — (not late) rechtzeitig
in [less than or next to] no time — innerhalb kürzester Zeit; im Nu od. Handumdrehen
in half the time — in der Hälfte der Zeit
half the time — (coll.): (as often as not) fast immer
it will take [some] time — es wird einige Zeit dauern
have the/no time — Zeit/keine Zeit haben
have no time for somebody/something — für jemanden/etwas ist einem seine Zeit zu schade
there is no time to lose or be lost — es ist keine Zeit zu verlieren
lose no time in doing something — (not delay) etwas unverzüglich tun
do time — (coll.) eine Strafe absitzen (ugs.)
in my time — (heyday) zu meiner Zeit (ugs.); (in the course of my life) im Laufe meines Lebens
in my time — (period at a place) zu meiner Zeit (ugs.)
time off or out — freie Zeit
get/take time off — frei bekommen/sich (Dat.) frei nehmen (ugs.)
have a lot of time for somebody — (fig.) für jemandem viel übrig haben
harvest/Christmas time — Ernte-/Weihnachtszeit, die
now is the time to do it — jetzt ist die richtige Zeit, es zu tun
when the time comes/came — wenn es so weit ist/als es so weit war
on time — (punctually) pünktlich
ahead of time — zu früh [ankommen]; vorzeitig [fertig werden]
all in good time — alles zu seiner Zeit; see also academic.ru/5926/be">be 2. 1)
times are good/bad/have changed — die Zeiten sind gut/schlecht/haben sich verändert
have a good time — Spaß haben (ugs.); sich amüsieren
have a hard time [of it] — eine schwere Zeit durchmachen
5) (associated with events or person[s]) Zeit, diein time of peace/war — in Friedens-/Kriegszeiten
in Tudor/ancient times — zur Zeit der Tudors/der Antike
in former/modern times — früher/heutzutage
ahead of or before one's/its time — seiner Zeit voraus
at one time — (previously) früher
6) (occasion) Mal, dasnext time you come — wenn du das nächste Mal kommst
ten/a hundred/a thousand times — zehn- / hundert- / tausendmal
many's the time [that]..., many a time... — viele Male...
at a time like this/that — unter diesen/solchen Umständen
at one time, at [one and] the same time — (simultaneously) gleichzeitig
at the same time — (nevertheless) gleichwohl
time and [time] again, time after time — immer [und immer] wieder
pay somebody £6 a time — jemandem für jedes Mal 6 Pfund zahlen
for hours/weeks at a time — stundenlang/wochenlang [ohne Unterbrechung]
at the same time every morning — jeden Morgen um dieselbe Zeit
what time is it?, what is the time? — wie spät ist es?
have you [got] the time? — kannst du mir sagen, wie spät es ist?
tell the time — (read a clock) die Uhr lesen
time of day — Tageszeit, die
[at this] time of [the] year — [um diese] Jahreszeit
at this time of [the] night — zu dieser Nachtstunde
pass the time of day — (coll.) ein paar Worte wechseln
by this/that time — inzwischen
by the time [that] we arrived — bis wir hinkamen
[by] this time tomorrow — morgen um diese Zeit
keep good time — [Uhr:] genau od. richtig gehen
8) (amount) Zeit, diemake good time — gut vorwärts kommen
[your] time's up! — deine Zeit ist um (ugs.) od. abgelaufen
9) (multiplication) malthree times four — drei mal vier
keep in time with the music — den Takt halten
out of time/in time — aus dem/im Takt
2. transitive verbkeep time with something — bei etwas den Takt [ein]halten
be well/ill timed — zur richtigen/falschen Zeit kommen
3) (arrange time of arrival/departure of)the bus is timed to connect with the train — der Bus hat einen direkten Anschluss an den Zug
4) (measure time taken by) stoppen•• Cultural note:Eine britische überregionale Tageszeitung, deren Pendant am Sonntag The Sunday Times ist. Sie ist eine broadsheet-Zeitung und zählt zur seriösen Presse. Sie ist politisch unabhängig, wird jedoch gemeinhin als konservativ angesehen. Sie ist die älteste Zeitung in England und wurde erstmals 1785 veröffentlicht* * *1. noun1) (the hour of the day: What time is it?; Can your child tell the time yet?) die Zeit2) (the passage of days, years, events etc: time and space; Time will tell.) die Zeit3) (a point at which, or period during which, something happens: at the time of his wedding; breakfast-time.)4) (the quantity of minutes, hours, days etc, eg spent in, or available for, a particular activity etc: This won't take much time to do; I enjoyed the time I spent in Paris; At the end of the exam, the supervisor called `Your time is up!') die Zeit5) (a suitable moment or period: Now is the time to ask him.) der Zeitpunkt6) (one of a number occasions: He's been to France four times.) das Mal7) (a period characterized by a particular quality in a person's life, experience etc: He went through an unhappy time when she died; We had some good times together.) die Zeiten (pl.)8) (the speed at which a piece of music should be played; tempo: in slow time.) das Tempo2. verb1) (to measure the time taken by (a happening, event etc) or by (a person, in doing something): He timed the journey.) Zeit messen von2) (to choose a particular time for: You timed your arrival beautifully!) den Zeitpunkt wählen•- timeless- timelessly
- timelessness
- timely
- timeliness
- timer
- times
- timing
- time bomb
- time-consuming
- time limit
- time off
- time out
- timetable
- all in good time
- all the time
- at times
- be behind time
- for the time being
- from time to time
- in good time
- in time
- no time at all
- no time
- one
- two at a time
- on time
- save
- waste time
- take one's time
- time and time again
- time and again* * *[taɪm]I. NOUN\time stood still die Zeit stand still\time marches [or moves] on die Zeit bleibt nicht stehenthe best player of all \time der bester Spieler aller Zeitenin the course of \time mit der Zeitover the course of \time im Lauf[e] der Zeitto be a matter [or question] of \time eine Frage der Zeit sein\time is on sb's side die Zeit arbeitet für jdnas \time goes by [or on] im Lauf[e] der Zeitto kill \time die Zeit totschlagen\time-tested [alt]bewährtfor all \time für immer [o alle Zeit]in \time mit der Zeit2. no pl (period, duration) Zeit f\time's up ( fam) die Zeit ist umwe spent part of the \time in Florence, and part of the \time in Rome wir verbrachten unsere Zeit teils in Florenz und teils in Romyou'll forget her, given \time mit der Zeit wirst du sie vergessenit will take some \time es wird eine Weile dauernsorry, folks, we're [all] out of \time now AM, AUS ( fam) tut mir leid Leute, aber wir sind schon über der ZeitI haven't seen one of those in a long \time so etwas habe ich schon lange nicht mehr gesehenhalf the \time, he misses class er fehlt die halbe Zeitthe \time is ripe die Zeit ist reifwe talked about old \times wir sprachen über alte Zeitenbreakfast/holiday \time Frühstücks-/Urlaubszeit fthey played extra \time sie mussten in die Verlängerungthree minutes into extra \time, Ricardo scored the decisive goal nach drei Minuten Verlängerung erzielte Ricardo das entscheidende Torfuture \time Zukunft fto have \time on one's hands viel Zeit zur Verfügung habenat this moment in \time zum gegenwärtigen Zeitpunktperiod of \time Zeitraum mfor a prolonged period of \time über einen längeren Zeitraumpast \time Vergangenheit fpresent \time Gegenwart fin one week's \time in einer Wochein one's own \time in seiner Freizeita short \time later kurz daraufsome/a long \time ago vor einiger/langer Zeitmost of the \time meistensto do sth for a \time etw eine Zeit lang tunto find [the] \time to do sth Zeit finden, etw zu tunto gain/lose \time Zeit gewinnen/verlierenthere's no \time to lose [or to be lost] wir dürfen [jetzt] keine Zeit verlieren, es ist höchste Zeitto give sb a hard \time ( fam) jdm zusetzento have the \time of one's life sich akk großartig amüsierento have all the \time in the world alle Zeit der Welt habento have an easy/hard \time with sth keine Probleme/Probleme mit etw dat habento make \time for sb/sth sich dat Zeit für jdn/etw nehmento pass the \time sich dat die Zeit vertreibento be pressed for \time in Zeitnot seinto run out of \time nicht genügend Zeit habento save \time Zeit sparento spend [a lot of] \time [in] doing sth [viel] Zeit damit verbringen, etw zu tunto take [a long/short] \time [lange/nicht lange] dauernto take one's \time sich dat Zeit lassento waste \time Zeit vergeuden [o verschwenden]to waste sb's \time jds Zeit vergeudenafter a \time nach einer gewissen Zeitfor a \time eine Zeit langfor a long/short \time [für] lange/kurze Zeitfor the \time being vorläufigleave the ironing for the \time being - I'll do it later lass das Bügeln einst mal - ich mach's späterin no [or next to no] [or less than no] \time [at all] im Nu3. (pertaining to clocks)have you got the \time? können Sie mir sagen, wie spät es ist?what's the \time? [or what \time is it?] wie spät ist es?excuse me, have you got the \time [on you]? Entschuldigung, haben Sie eine Uhr?can you already tell the \time? na, kannst du denn schon die Uhr lesen?oh dear, is that the right \time? oh je, ist es denn wirklich schon so spät/noch so früh?the \time is 8.30 es ist 8.30 Uhrto keep bad/good \time watch, clock falsch/richtig gehento gain/lose \time watch, clock vor-/nachgehenthe \time is drawing near when we'll have to make a decision der Zeitpunkt, zu dem wir uns entscheiden müssen, rückt immer näherhe recalled the \time when they had met er erinnerte sich daran, wie sie sich kennengelernt hattendo you remember the \time Alistair fell into the river? erinnerst du dich noch daran, wie Alistair in den Fluss fiel?we always have dinner at the same \time wir essen immer um dieselbe Zeit zu AbendI was exhausted by the \time I got home ich war erschöpft, als ich zu Hause ankamI'll call you ahead of \time esp AM ich rufe dich noch davor anat this \time of day/year zu dieser Tages-/Jahreszeitfor this \time of day/year für diese Tages-/Jahreszeitwhat are you doing here at this \time of the day [or night]? was machst du um diese Uhrzeit hier?this \time tomorrow/next month morgen/nächsten Monat um diese Zeitthe last \time we went to Paris,... das letzte Mal, als wir nach Paris fuhren,...I'll know better next \time das nächste Mal bin ich schlauerthere are \times when I... es gibt Augenblicke, in denen ich...sometimes I enjoy doing it, but at other \times I hate it manchmal mache ich es gerne, dann wiederum gibt es Momente, in denen ich es hassefor the first \time zum ersten Malsome other \time ein andermalone/two at a \time jeweils eine(r, s)/zwei; persons jeweils einzeln/zu zweitat \times manchmalat all \times immer, jederzeitat any [given] [or [any] one] \time immer, jederzeitat the \time damalsat the best of \times im besten [o günstigen] Fall[e]he can't read a map at the best of \times er kann nicht mal unter normalen Umständen eine Karte lesenfrom \time to \time gelegentlich, ab und zuthe \times I've told you... [or how many \times have I told you...] wie oft habe ich dir schon gesagt...these shares are selling at 10 \time earnings diese Aktien werden mit einem Kurs-Gewinn-Verhältnis von 10 verkauft\time and [\time] again immer [und immer] wiederthree/four \times a week/in a row drei/vier Mal in der Woche/hintereinanderthree \times champion BRIT, AUS [or AM three \time champion] dreimaliger Meister/dreimalige Meisterinthree \times as much dreimal so vielfor the hundredth/thousandth/umpteenth \time zum hundertsten/tausendsten/x-ten Malit's \time for bed es ist Zeit, ins Bett zu gehenthe \time has come to... es ist an der Zeit,...it's \time [that] I was leaving es wird Zeit, dass ich gehe[and] about \time [too] BRIT, AUS (yet to be accomplished) wird aber auch [langsam] Zeit!; (already accomplished) wurde aber auch [langsam] Zeit!it's high \time that she was leaving höchste Zeit, dass sie geht!; (already gone) das war aber auch höchste Zeit, dass sie endlich geht!we finished two weeks ahead of \time wir sind zwei Wochen früher fertig gewordenwe arrived in good \time for the start of the match wir sind rechtzeitig zum Spielbeginn angekommenthe bus arrived dead on \time der Bus kam auf die Minute genauin \time rechtzeitigon \time pünktlich; (as scheduled) termingerecht\times are difficult [or hard] die Zeiten sind hartat the \time of the Russian Revolution zur Zeit der Russischen Revolutionin Victorian \times im Viktorianischen Zeitaltershe is one of the best writers of modern \times sie ist eine der besten Schriftstellerinnen dieser Tage [o unserer Zeit]at one \time, George Eliot lived here George Eliot lebte einmal hierthis was before my \time das war vor meiner Zeitshe has grown old before her \time sie ist vorzeitig gealtertmy grandmother has seen a few things in her \time meine Großmutter hat in ihrem Leben einiges gesehen\time was when you could... es gab Zeiten, da konnte man...if one had one's \time over again wenn man noch einmal von vorne anfangen könnteat his \time of life in seinem Alterthe best.... of all \time der/die beste... aller Zeitento be behind the \times seiner Zeit hinterherhinkenin [or during] former/medieval \times früher/im Mittelalterin \times gone by früherin my \time zu meiner Zeitin our grandparents' \time zu Zeiten unserer Großelternin \times past in der Vergangenheit, früherarrival/departure \time Ankunfts-/Abfahrtszeit f10. (hour registration method)daylight saving \time Sommerzeit fGreenwich Mean T\time Greenwicher Zeit frecord \time Rekordzeit fhe won the 100 metres in record \time er gewann das 100-Meter-Rennen in einer neuen Rekordzeit12. (multiplied)two \times five is ten zwei mal fünf ist zehnten \times bigger than... zehnmal so groß wie...to be/play out of \time aus dem Takt seinto beat \time den Rhythmus schlagento get out of \time aus dem Takt kommento keep \time den Takt haltenin three-four \time im Dreivierteltakt14. (remunerated work)part \time Teilzeit fto have \time off frei habento take \time off sich dat freinehmen\time off arbeitsfreie Zeitto be paid double \time den doppelten Stundensatz [o 100% Zuschlag] bezahlt bekommen“\time [please]!” „Feierabend!“ (wenn ein Pub abends schließt)16. ([not] like)to not give sb the \time of day jdn ignorierento not have much \time for sb jdn nicht mögento have a lot of \time for sb großen Respekt vor jdm haben17.▶ \times are changing die Zeiten ändern sich▶ \time is of the essence die Zeit drängt▶ all good things in all good \time alles zu seiner Zeit▶ \time hangs heavy die Zeit steht still▶ \time moves on [or passes] die Zeit rast▶ there's no \time like the present ( saying) was du heute kannst besorgen, das verschiebe nicht auf morgen provII. TRANSITIVE VERB▪ to \time sb over 100 metres jds Zeit beim 100-Meter-Lauf nehmenthe winning team was \timed at 5 minutes 26 seconds die Siegermannschaft wurde mit 5 Minuten und 26 Sekunden gestopptto \time an egg darauf achten, dass man fürs Eierkochen die richtige Zeit einhältto be ill/well \timed zum genau falschen/richtigen Zeitpunkt kommen3. (arrange when sth should happen)▪ to \time sth to... etw so planen, dass...we \timed our trip to coincide with her wedding wir legten unsere Reise so, dass sie mit ihrer Hochzeit zusammenfielto \time a bomb to explode at... eine Bombe so einstellen, dass sie um... explodiert* * *[taɪm]1. NOUN1) Zeit fonly time will tell whether... — es muss sich erst herausstellen, ob...
to take (one's) time (over sth) — sich (dat) (bei etw) Zeit lassen
to have a lot of/no time for sb/sth — viel/keine Zeit für jdn/etw haben; ( fig
to find time (for sb/sth) — Zeit (für jdn/etw) finden
to make time (for sb/sth) — sich (dat) Zeit (für jdn/etw) nehmen
he lost no time in telling her —
in one's own/the company's time — in or während der Freizeit/Arbeitszeit
don't rush, do it in your own time — nur keine Hast, tun Sie es, wie Sie es können
time is money (prov) — Zeit ist Geld (prov)
I don't know what she's saying half the time (inf) — meistens verstehe ich gar nicht, was sie sagt
to do time ( inf, in prison ) — sitzen (inf)
I get them mixed up all the time I knew that all the time — ich verwechsle sie immer das wusste ich die ganze Zeit
he'll let you know in his own good time — er wird Ihnen Bescheid sagen, wenn er so weit ist
it's a long time ( since...) — es ist schon lange her(, seit...)
what a (long) time you have been! — du hast( aber) lange gebraucht!
to have time on one's hands —
too many people who have time on their hands — zu viele Leute, die zu viel freie Zeit haben
having time on my hands I went into a café — da ich (noch) Zeit hatte, ging ich ins Café
2)what time is it?, what's the time? — wie spät ist es?, wie viel Uhr ist es?the time is 2.30 — es ist 2.30 Uhr, die Zeit: 2.30 Uhr
it's 2 o'clock local time — es ist 2.00 Uhr Ortszeit
the winning time was... — die Zeit des Siegers war...
it's time (for me/us etc) to go, it's time I was/we were etc going, it's time I/we etc went — es wird Zeit, dass ich gehe/wir gehen etc
time gentlemen please! — Feierabend! (inf), bitte, trinken Sie aus, wir schließen gleich
I wouldn't even give him the time of day — ich würde ihm nicht einmal guten or Guten Tag sagen __diams; to tell the time (person) die Uhr kennen; (instrument) die Uhrzeit anzeigen
can you tell the time? — kennst du die Uhr? __diams; to make good time gut or schnell vorankommen
if we get to Birmingham by 3 we'll be making good time — wenn wir um 3 Uhr in Birmingham sind, sind wir ziemlich schnell
it's about time he was here (he has arrived) — es wird (aber) auch Zeit, dass er kommt; (he has not arrived) es wird langsam Zeit, dass er kommt
(and) about time too! — das wird aber auch Zeit! __diams; ahead of time zu früh
we are ahead of time — wir sind früh dran __diams; behind time zu spät
at one time — früher, einmal
but at the same time, you must admit that... — aber andererseits müssen Sie zugeben, dass...
it was hard, but at the same time you could have tried — es war schwierig, aber Sie hätten es trotzdem versuchen können __diams; in/on time rechtzeitig
3) = moment, season Zeit fthis is hardly the time or the place to... — dies ist wohl kaum die rechte Zeit oder der rechte Ort, um...
this is no time for quarrelling or to quarrel — jetzt ist nicht die Zeit, sich zu streiten
well, this is a fine time to tell me that (iro) — Sie haben sich (dat) wahrhaftig eine gute Zeit ausgesucht, um mir das zu sagen
at the or that time — damals, zu der Zeit, seinerzeit
at this (particular) time, at the present time — zurzeit
sometimes..., (at) other times... —
from that time on since that time — von der Zeit an, von da an seit der Zeit
this time last year/week — letztes Jahr/letzte Woche um diese Zeit
to choose or pick one's time — sich (dat) einen günstigen Zeitpunkt aussuchen
the time has come (to do sth) — es ist an der Zeit(, etw zu tun)
when the time comes for you to be the leader — wenn Sie an der Reihe sind, die Führung zu übernehmen __diams; at + times manchmal
at all times — jederzeit, immer
at various times in the past — schon verschiedene Male or verschiedentlich __diams; between times (inf) zwischendurch
by the time we arrive, there's not going to be anything left — bis wir ankommen, ist nichts mehr übrig
by that time we'll know — dann or bis dahin wissen wir es __diams; by this time inzwischen
by this time next year/tomorrow — nächstes Jahr/morgen um diese Zeit __diams; from time to time, (US) time to time dann und wann, von Zeit zu Zeit
until such time as... — so lange bis...
until such time as you apologize — solange du dich nicht entschuldigst, bis du dich entschuldigst
this time of the day/year — diese Tages-/Jahreszeit
at this time of the week/month — zu diesem Zeitpunkt der Woche/des Monats
now's the time to do it —
now's my/your etc time to do it — jetzt habe ich/hast du etc Gelegenheit, es zu tun
4)= occasion
this time — diesmal, dieses Malevery or each time... — jedes Mal, wenn...
many a time, many times — viele Male
many's the time I have heard him say... — ich habe ihn schon oft sagen hören...
and he's not very bright at the best of times — und er ist ohnehin or sowieso nicht sehr intelligent
time and (time) again, time after time — immer wieder, wieder und wieder (geh)
I've told you a dozen times... — ich habe dir schon x-mal gesagt...
nine times out of ten... — neun von zehn Malen...
she comes three times a week — sie kommt dreimal pro Woche or in der Woche
they came in one/three etc at a time — sie kamen einzeln/immer zu dritt etc herein
for weeks at a time — wochenlang __diams; a time
he pays me £10 a time — er zahlt mir jedes Mal £ 10
rides on the roundabout cost £2 a time — eine Fahrt auf dem Karussell kostet £ 2 __diams; (the) next time
(the) last time he was here — letztes Mal or das letzte Mal, als er hier war
5) MATHit was ten times as big as or ten times the size of... —
our profits are rising four times faster than our competitors' — unsere Gewinne steigen viermal so schnell wie die unserer Konkurrenten
6)= rate
Sunday is (paid) double time/time and a half — sonntags gibt es 100%/50% Zuschlag7) = era Zeit ftime was when... — es gab Zeiten, da...
times are hard — die Zeiten sind hart or schwer
when times are hard —
times are changing for the better/worse — es kommen bessere/schlechtere Zeiten
times have changed for the better/worse — die Zeiten haben sich gebessert/verschlechtert
to be behind the times — rückständig sein, hinter dem Mond leben (inf)
8)= experience
to have the time of one's life — eine herrliche Zeit verbringen, sich glänzend amüsierenwhat a time we had or that was! —
what times we had!, what times they were! — das waren (noch) Zeiten!
to have an easy/a hard time — es leicht/schwer haben
we had an easy/a hard time getting to the finals — es war leicht für uns/wir hatten Schwierigkeiten, in die Endrunde zu kommen
was it difficult? – no, we had an easy time (of it) —
to have a bad/rough time — viel mitmachen
to give sb a bad/rough etc time (of it) — jdm das Leben schwer machen
we had such a bad time with the travel agency —
we had a good time — es war (sehr) schön, es hat uns (dat)
he doesn't look as though he's having a good time — es scheint ihm hier nicht besonders gut zu gefallen
she'll give you a good time for £30 — bei ihr kannst du dich für £ 30 amüsieren
9) = rhythm Takt myou're singing out of time (with the others) — du singst nicht im Takt (mit den anderen)
3/4 time — Dreivierteltakt m
2. TRANSITIVE VERB1)= choose time of
to time sth perfectly — genau den richtigen Zeitpunkt für etw wählenyou must learn to time your requests a little more tactfully — du musst lernen, deine Forderungen zu einem geeigneteren Zeitpunkt vorzubringen
he timed his arrival to coincide with... —
the bomb is timed to explode at... — die Bombe ist so eingestellt, dass sie um... explodiert
to time sb (over 1000 metres) — jdn (auf 1000 Meter) stoppen, jds Zeit (auf or über 1000 Meter) nehmen
time how long it takes you, time yourself — sieh auf die Uhr, wie lange du brauchst; (with stopwatch) stopp, wie lange du brauchst
to time an egg — auf die Uhr sehen, wenn man ein Ei kocht
a computer that times its operator — ein Computer, der die Zeit misst, die sein Operator braucht
* * *time [taım]A s1. Zeit f:time past, present, and to come Vergangenheit, Gegenwart und Zukunft;for all time für alle Zeiten;as time went on im Laufe der Zeit;time will show die Zeit wird es lehren;Father Time die Zeit (personifiziert);(as) old as time uralt;time is money (Sprichwort) Zeit ist Geld3. ASTRON Zeit f:4. Zeit f, Uhr(zeit) f:what’s the time?, what time is it? wie viel Uhr ist es?, wie spät ist es?;what time? um wie viel Uhr?;the time is half past three es ist jetzt halb vier;a) zu dieser (späten) Tageszeit, zu so später Stunde,b) fig so spät, in diesem späten Stadium;can you tell me the time of day?, have you got the time? können Sie mir sagen, wie spät es ist?;a) sich Gesellschaft leisten,b) (kurz) miteinander plaudern;a) jemandem Gesellschaft leisten,b) (kurz) mit jemandem plaudern;know the time of day umg wissen, was es geschlagen hat;so that’s the time of day! umg so stehts also!;some time about noon etwa um Mittag;this time tomorrow morgen um diese Zeit;this time twelve months heute übers Jahr;5. Zeit(dauer) f, Zeitabschnitt m, ( auch PHYS Fall- etc) Dauer f, WIRTSCH auch Arbeitszeit f (im Herstellungsprozess etc):a long time lange Zeit;that was a long time ago das ist schon lange her;some time longer noch einige Zeit;be a long time in doing sth lange (Zeit) dazu brauchen, etwas zu tun;long time no hear (see) umg wir haben ja schon seit einer Ewigkeit nichts mehr voneinander gehört (wir haben uns ja schon seit einer Ewigkeit nicht mehr gesehen);6. Zeit(punkt) f(m):time of arrival Ankunftszeit;an unfortunate time ein unglücklicher Zeitpunkt;a) zu dieser Zeit, damals,b) gerade;at the present time derzeit, gegenwärtig;a) gleichzeitig, zur selben Zeit,b) trotzdem;at that time zu der Zeit;at this time of the year zu dieser Jahreszeit;at one time einst, früher (einmal);at some time irgendwann (einmal);for the time für den Augenblick;a) vorläufig, fürs Erste,b) unter den gegenwärtigen Umständen;in our time in unserer Zeit;she was a legend in her own time sie war schon zu Lebzeiten eine Legende;8. pl Zeiten pl, Zeitverhältnisse pl10. Frist f, (zugemessene) Zeit:time of delivery WIRTSCH Lieferfrist, -zeit;time for payment Zahlungsfrist;you must give me time Sie müssen mir Zeit geben oder lassen11. (verfügbare) Zeit:buy a little time etwas Zeit schinden, eine kleine Galgenfrist gewinnen;I can never call my time my own ich kann nie frei über meine Zeit verfügen;have no time keine Zeit haben;have no time for sb fig nichts übrighaben für jemanden;have all the time in the world umg jede Menge Zeit haben;take (the) time sich die Zeit nehmen ( to do zu tun);take one’s time sich Zeit lassen;take your time auch es eilt nicht, überleg es dir in aller Ruhe;have the time of one’s lifea) sich großartig amüsieren,b) leben wie ein Fürst13. unangenehme Zeit, Unannehmlichkeit f14. (Zeit-)Lohn m, besonders Stundenlohn m15. umg (Zeit f im) Knast m:16. Lehrzeit f, -jahre pl17. (bestimmte oder passende) Zeit:the time has come for sth to happen es ist an der Zeit, dass etwas geschieht;there is a time for everything, all in good time alles zu seiner Zeit;it’s time for bed es ist Zeit, ins oder zu Bett zu gehen;18. a) (natürliche oder normale) Zeitb) (Lebens)Zeit f:time of life Alter n;his time is drawing near seine Zeit ist gekommen, sein Tod naht heran;the time was not yet die Zeit war noch nicht gekommen19. a) Schwangerschaft fb) Niederkunft f:she is far on in her time sie ist hochschwanger;she is near her time sie steht kurz vor der Entbindung20. (günstige) Zeit:now is the time jetzt ist die passende Gelegenheit, jetzt gilt es ( beide:to do zu tun);at such times bei solchen Gelegenheiten21. Mal n:the first time das erste Mal;for the first time zum ersten Mal;each time that … jedes Mal, wenn …;time and again, time after time immer wieder;at some other time, another time ein andermal;at a time auf einmal, zusammen, zugleich, jeweils;one at a time einzeln, immer eine(r, s);22. pl mal, …mal:three times four is twelve drei mal vier ist zwölf;twenty times zwanzigmal;three times the population of Coventry dreimal so viele Einwohner wie Coventry;four times the size of yours viermal so groß wie deines;six times the amount die sechsfache Menge;several times mehrmalsthe winner’s time is 2.50 minutes26. Tempo n, Zeitmaß n27. MUSb) Tempo n, Zeitmaß nc) Rhythmus m, Takt(bewegung) m(f)d) Takt (-art f) m:time variation Tempoveränderung f;in time to the music im Takt zur Musik;beat (keep) time den Takt schlagen (halten)B v/t1. (mit der Uhr) messen, (ab-)stoppen, die Zeit messen von (oder gen)2. timen ( auch SPORT), die Zeit oder den richtigen Zeitpunkt wählen oder bestimmen für, zur rechten Zeit tun3. zeitlich abstimmen4. die Zeit festsetzen für, (zeitlich) legen:the train is timed to leave at 7 der Zug soll um 7 abfahren;he timed the test at 30 minutes er setzte für den Test 30 Minuten an5. eine Uhr richten, stellen:the alarm clock is timed to ring at six der Wecker ist auf sechs gestellt6. zeitlich regeln (to nach), TECH den Zündpunkt etc einstellen, (elektronisch etc) steuern7. das Tempo oder den Takt angeben fürC v/i1. Takt halten2. zeitlich zusammen- oder übereinstimmen ( with mit)Besondere Redewendungen: against time gegen die Zeit oder Uhr, mit größter Eile;be ahead of time zu früh (daran) sein;be behind time zu spät daran sein, Verspätung haben;be 10 minutes behind time 10 Minuten Verspätung haben;be behind one’s time rückständig sein;between times in den Zwischenzeiten;five minutes from time SPORT fünf Minuten vor Schluss;from time to time von Zeit zu Zeit;a) rechtzeitig ( to do um zu tun),b) mit der Zeit,a) pünktlich,b) bes US für eine (bestimmte) Zeit,a) zur Unzeit, unzeitig,b) vorzeitig,c) zu spät,with time mit der Zeit;time was, when … die Zeit ist vorüber, als …;t. abk1. teaspoon (teaspoonful) TL2. temperature3. tempore, in the time of5. timeT. abk1. teaspoon (teaspoonful) TL2. territory3. Thursday Do.4. time5. Tuesday Di.* * *1. noun1) no pl., no art. Zeit, diefor all time — für immer [und ewig]
stand the test of time — die Zeit überdauern; sich bewähren
in [the course of] time, as time goes on/went on — mit der Zeit; im Laufe der Zeit
time will tell or show — die Zukunft wird es zeigen
at this point or moment in time — zum gegenwärtigen Zeitpunkt
time flies — die Zeit vergeht [wie] im Fluge
in time, with time — (sooner or later) mit der Zeit
2) (interval, available or allotted period) Zeit, diein a week's/month's/year's time — in einer Woche/in einem Monat/Jahr
there is time for that — dafür ist od. haben wir noch Zeit
it takes me all my time to do it — es beansprucht meine ganze Zeit, es zu tun
give one's time to something — einer Sache (Dat.) seine Zeit opfern
waste of time — Zeitverschwendung, die
spend [most of one's/a lot of] time on something/[in] doing something — [die meiste/viel] Zeit mit etwas zubringen/damit verbringen, etwas zu tun
I have been waiting for some/a long time — ich warte schon seit einiger Zeit/schon lange
she will be there for [quite] some time — sie wird ziemlich lange dort sein
be pressed for time — keine Zeit haben; (have to finish quickly) in Zeitnot sein
pass the time — sich (Dat.) die Zeit vertreiben
length of time — Zeit[dauer], die
make time for somebody/something — sich (Dat.) für jemanden/etwas Zeit nehmen
in one's own time — in seiner Freizeit; (whenever one wishes) wann man will
take one's time [over something] — sich (Dat.) [für etwas] Zeit lassen; (be slow) sich (Dat.) Zeit [mit etwas] lassen
time is money — (prov.) Zeit ist Geld (Spr.)
in [good] time — (not late) rechtzeitig
all the or this time — die ganze Zeit; (without ceasing) ständig
in [less than or next to] no time — innerhalb kürzester Zeit; im Nu od. Handumdrehen
half the time — (coll.): (as often as not) fast immer
it will take [some] time — es wird einige Zeit dauern
have the/no time — Zeit/keine Zeit haben
have no time for somebody/something — für jemanden/etwas ist einem seine Zeit zu schade
there is no time to lose or be lost — es ist keine Zeit zu verlieren
lose no time in doing something — (not delay) etwas unverzüglich tun
do time — (coll.) eine Strafe absitzen (ugs.)
in my time — (heyday) zu meiner Zeit (ugs.); (in the course of my life) im Laufe meines Lebens
in my time — (period at a place) zu meiner Zeit (ugs.)
time off or out — freie Zeit
get/take time off — frei bekommen/sich (Dat.) frei nehmen (ugs.)
have a lot of time for somebody — (fig.) für jemandem viel übrig haben
harvest/Christmas time — Ernte-/Weihnachtszeit, die
now is the time to do it — jetzt ist die richtige Zeit, es zu tun
when the time comes/came — wenn es so weit ist/als es so weit war
on time — (punctually) pünktlich
ahead of time — zu früh [ankommen]; vorzeitig [fertig werden]
all in good time — alles zu seiner Zeit; see also be 2. 1)
times are good/bad/have changed — die Zeiten sind gut/schlecht/haben sich verändert
have a good time — Spaß haben (ugs.); sich amüsieren
have a hard time [of it] — eine schwere Zeit durchmachen
5) (associated with events or person[s]) Zeit, diein time of peace/war — in Friedens-/Kriegszeiten
in Tudor/ancient times — zur Zeit der Tudors/der Antike
in former/modern times — früher/heutzutage
ahead of or before one's/its time — seiner Zeit voraus
at one time — (previously) früher
6) (occasion) Mal, dasten/a hundred/a thousand times — zehn- / hundert- / tausendmal
many's the time [that]..., many a time... — viele Male...
at a time like this/that — unter diesen/solchen Umständen
at the or that time — (in the past) damals
at one time, at [one and] the same time — (simultaneously) gleichzeitig
at the same time — (nevertheless) gleichwohl
time and [time] again, time after time — immer [und immer] wieder
pay somebody £6 a time — jemandem für jedes Mal 6 Pfund zahlen
for hours/weeks at a time — stundenlang/wochenlang [ohne Unterbrechung]
7) (point in day etc.) [Uhr]zeit, diewhat time is it?, what is the time? — wie spät ist es?
have you [got] the time? — kannst du mir sagen, wie spät es ist?
tell the time — (read a clock) die Uhr lesen
time of day — Tageszeit, die
[at this] time of [the] year — [um diese] Jahreszeit
at this time of [the] night — zu dieser Nachtstunde
pass the time of day — (coll.) ein paar Worte wechseln
by this/that time — inzwischen
by the time [that] we arrived — bis wir hinkamen
[by] this time tomorrow — morgen um diese Zeit
keep good time — [Uhr:] genau od. richtig gehen
8) (amount) Zeit, die[your] time's up! — deine Zeit ist um (ugs.) od. abgelaufen
9) (multiplication) malfour times the size of/higher than something — viermal so groß wie/höher als etwas
out of time/in time — aus dem/im Takt
2. transitive verbkeep time with something — bei etwas den Takt [ein]halten
1) (do at correct time) zeitlich abstimmenbe well/ill timed — zur richtigen/falschen Zeit kommen
2) (set to operate at correct time) justieren (Technik); einstellen3) (arrange time of arrival/departure of)4) (measure time taken by) stoppen•• Cultural note:Eine britische überregionale Tageszeitung, deren Pendant am Sonntag The Sunday Times ist. Sie ist eine broadsheet-Zeitung und zählt zur seriösen Presse. Sie ist politisch unabhängig, wird jedoch gemeinhin als konservativ angesehen. Sie ist die älteste Zeitung in England und wurde erstmals 1785 veröffentlicht* * *adj.zeitlich adj. n.Tempo -s n.Zeit -en f. -
48 time
taɪm
1. сущ.
1) а) время in/on one's own time ≈ в свободное время on time амер. ≈ точно, вовремя make time б) обыкн. мн. времена, эпоха before (behind) the times (или one's time) ≈ передовой (отсталый) по взглядам
2) а) срок to do time разг. ≈ отбывать тюремное заключение serve one's time б) век, жизнь;
возраст в) рабочее время
3) а) раз times out of( или without) number ≈ бесчисленное количество раз б) муз. темп, такт keep time в) спорт интервал между раундами (в боксе) г) тайм, период и другие соответствующие название частей цельного матча в различных играх ∙ to sell time амер. ≈ предоставлять время для выступления по радио или телевидению (за плату), предоставлять эфирное время (за плату на радио или телевидении) lost time is never found again посл. ≈ потерянного времени не воротишь
2. гл.
1) а) удачно выбирать время, приурочивать б) назначать время, рассчитывать( по времени)
2) спорт показывать такое-то время (на круге, в гонке, заезде и т. п.)
3) танцевать в такт, играть в такт и т.п. время - absolute * абсолютное время - space and * пространство и время - with *, in (the) course of *, in (the) process of *, as * goes с течением времени;
по мере того, как идет время;
в конце концов - from the beginning of * с сотворения мира - to the end of * до скончания века, до конца мира - in the retrospect of * сквозь призму времени /прошлого/ - in the mists of * во мраке времени;
канувший в Лету - the accumulation of prejudices over * рост предрассудков на протяжении( многих) веков - as old as * старый как мир - to bear the test of * выдерживать испытание временем - * will show время покажет;
поживем - увидим - * alone could answer the question только время могло дать ответ на этот вопрос - * flies время бежит - * presses /is short/ время не терпит - * hangs heavy on one's hands время медленно тянется - * is precious время дорого - the unity of * (театроведение) единство времени время (мера длительности, система отсчета) - Moscow * московское время - Greenwich * время по Гринвичу, среднеевропейское время - mean * среднее (солнечное) время - astronomical * астрономическое время - ship's * время на борту( корабля) - sidereal * звездное время - daylight-saving /summer/ * летнее время время выполнения( чего-л.) - average * среднее время( выполнения операции) - estimated * расчетное время - real * реальный масштаб времени - countdown * время обратного счета (при запуске ракеты и т. п.) - machine * (компьютерное) машинное время - to sell (machine) * продавать машинное время период времени - a long * длительное время - he was there a long * он пробыл там долго - a long * ago много лет тому назад - after a long * много времени спустя - it took him a long * to do it /in doing it/, he took a long * doing it /over it/ ему потребовалось /у него ушло/ немало времени, чтобы сделать это;
он немало с этим провозился - what a long * he's taking! как долго он копается!;
сколько же можно копаться? - some * некоторое время - I didn't see him at the club for some * некоторое время я не встречал его в клубе - all the *, the whole * все( это) время, всегда - they were with us all the * /the whole */ они все время были с нами - all the * we were working в течение всего времени, что мы работали - he does it all the * он всегда /постоянно/ это делает - he's been watching us all the * /the whole */ он не переставая /неотрывно/ следил за нами, он ни на секунду не упускал нас из виду - one * and another одно время;
время от времени - running * (of a film) (кинематографический) время демонстрации (фильма) - lead * время с начала разработки( оружия) до ввода в боевой состав - reaction * время (остающееся) для пуска ракет (при ядерном ударе) - idle * простой, перерыв в работе;
свободное время - * of orbiting (астрономия) время обращения искусственного спутника - after a * через некоторое время - at the /that/ * в это /в то/ время - I was ill at the * я тогда болел - I didn't know it at the * тогда я (еще) не знал об этом - at the present * в настоящее время - at this * of (the) day в это время дня - at one * одно время, когда-то - at one * this book was very popular некогда /было время, когда/ эта книга была очень популярна - at no * никогда - for a * на некоторое время, временно;
некоторое время - for vacation * на время каникул - for the * на это время - for the * being пока, до поры до времени - in * со временем - I think that we may win in * думаю, что со временем нам удастся победить - in a short * в скором времени - in no *, in less than /next to/ no * очень быстро, мигом, в два счета - I'll come back in no * я моментально вернусь;
я обернусь в два счета - in the same flash of * в то же мгновение, в тот же миг - in two weeks' * через две недели - written in three hours' * написанный за три часа - within the required * в течение требуемого времени - to give smb. * to do smth. /for smth./ дать кому-л. время /срок/ сделать что-л. /для чего-л./ - to give smb. * to turn round дать кому-л. возможность перевести дух, дать кому-л. передышку - the patient has her good * more often now теперь больная чаще чувствует себя хорошо - it is his daily * for rest в это время он ежедневно отдыхает - it takes * это требует времени, это скоро не сделаешь сезон, пора, время - sowing * время /пора/ сева, посевной период, посевная - holiday * время каникул - at this * of the year в это время года - for this * of year на это время года - autumn is a good * of year to be in the country в осеннюю пору хорошо пожить за городом долгое время - he was gone * before you got there он ушел задолго до того, как вы туда явились - what a * it took you! долго же вы возились!;
неужто нельзя было побыстрее? час, точное время - what *, at what * в какое время, в котором часу;
когда - to fix /to appoint/ a * назначить время - to show * показывать время (о часах) - to tell * (американизм) определять время по часам - teach the child to tell * научите ребенка определять время по часам - to look at the * посмотреть на часы - to forget the * of the appointment забыть время свидания /встречи/ - to keep (good) * хорошо идти( о часах) - to lose * отставать( о часах) - what is the *?, what * is it? сколько времени?, который час? - what * do you make it? сколько (времени) на ваших часах?, сколько сейчас, по-вашему /по-твоему/, времени? момент, мгновение;
определенный момент, определенное время - some * в какой-то момент, в какое-то время - I'll drop in some * next month я (к тебе) загляну как-нибудь в следующем месяце - some * (or other) когда-нибудь рано или поздно - this * last year в это (самое) время в прошлом году - this * tomorrow завтра в это же время - at *s по временам, время от времени - at the /that/ * в тот момент, в то время - at the * of delivery в момент родов - at the * I didn't notice it в тот момент я этого не заметил - at a given * в определенный момент - at the fixed * в назначенное время - at one * одновременно - at the same * в то же самое время, одновременно;
в тот же момент - you can't be in two places at the same * нельзя быть в двух местах одновременно - at any * you like в любой момент /в любое время/, когда вам будет удобно - he may turn up (at) any * он может появиться в любой момент - at any other * в любое другое время - at the proper *, when the * comes в свое время, когда придет время - we shall do everything at the proper * мы все сделаем, когда нужно;
всему свое время - between *s иногда, временами - by the * к этому времени - by this * к этому времени - by that * we shall be old в это время мы уже будем стариками - you ought to be ready by this * к этому времени вы должны быть готовы - it will be nearly two by the * you get down вы приедете не раньше двух часов - from that * (onwards) с этого времени - the * has come when... пришло время /наступил момент/, когда... время прибытия или отправления (поезда и т. п.) - to find out the *s of the London trains узнать расписание лондонских поездов срок, время - in * в срок, вовремя - on * в срок, вовремя - to arrive exactly on * приехать /прибыть/ минута в минуту /точно в назначенный час/ - in due * в свое время, своевременно - to be in * for smth. поспеть точно к чему-л. - to arrive in * for dinner поспеть как раз к обеду - I was just in * to see it я успел как раз вовремя, чтобы увидеть это - ahead of *, before one's * раньше срока - behind *, out of * поздно, с опозданием - to be ten minutes behind * опоздать на десять минут - the train was running (half an hour) behind * поезд опаздывал (на полчаса) - to ask for an extension of * просить отсрочки( платежей) - to make * (американизм) прийти вовремя /по расписанию/ - (it is) high * давно пора, самое время - it's about * пора - it is * to go to bed /you went to bed/ пора ложиться спать - *! время вышло!, ваше время истекло /вышло/ - the * is up срок истек - * is drawing on времени остается мало, срок приближается - she is near her * она скоро родит - my * has come мой час пробил;
пришло время умирать - see that you are up to * смотри не опоздай - the * for feeding is nearing, it's nearing the * for feeding приближается /подходит/ время /срок/ кормления подходящий момент, подходящее время - now is the * to go on strike /for going on strike/ теперь самое время начать забастовку - this is no * /not the */ to reproach /for reproaching/ me сейчас не время упрекать меня времена, пора;
эпоха, эра - the good old *s добрые старые времена - our *(s) наше время, наши дни - the product of our *s продукт нашей эпохи - hard *(s) тяжелые времена - peace * мирное время - the * of Shakespeare эпоха Шекспира - the * of universal peace эра всеобщего мира - the *s we live in наши дни;
время, в котором мы живем - a sign of the *(s) знамение времени - at all *s, (американизм) all the * всегда, во все времена - at all *s and in all places всегда и везде - for its * для своего времени - a book unusual for its * книга, необычная для своего /того/ времени - from the earliest *s с давних времен - from * immemorial /out of mind/ с незапамятных времен, испокон веку /веков/;
искони, исстари - (in) past *(s) (в) прежнее время - (in) old /ancient, (устаревшее) olden/ *(s) (в) старое время;
в древности, в стародавние времена, во время оно - in prehistoric *s в доисторическую эпоху - in happier *s в более счастливые времена, в более счастливую пору - in *s to come в будущем, в грядущие времена - abreast of the *s вровень с веком;
не отставая от жизни - to be abreast of the *s, to move /to go/ with the *s стоять вровень с веком, не отставать от жизни, шагать в ногу со временем - ahead of the /one's/ *(s) опередивший свою эпоху, передовой - behind one's /the/ *(s) (разговорное) отстающий от жизни, отсталый - to serve the * приспосабливаться - other *s, other manners иные времена - иные нравы - born before one's *(s) опередивший свою эпоху - to change with the *s изменяться вместе с временем - these achievements will outlast our * эти достижения переживут нас /наше время/ - * was /there was a */ when... было время, когда... - as *s go (разговорное) по нынешним временам - the * is out of joint( Shakespeare) распалась связь времен возраст - at his * of life в его возрасте, в его годы - I have now reached a * of life when... я достиг того возраста, когда... период жизни, век - it will last my * этого на мой век хватит - all these things happened in my * все это произошло на моей памяти - it was before her * это было до ее рождения;
она этого уже не застала - he died before his * он безвременно умер;
он умер в расцвете сил - if I had my * over again если бы можно было прожить жизнь сначала /заново/ - in my * such things were not done в мое время так не поступали - this hat has done /served/ its * эта шляпка отслужила свое /отжила свой век/ свободное время;
досуг - to have * иметь время - to have much /plenty of, (разговорное) loads of, (разговорное) heaps of, (разговорное) oceans of/ *, to have * on one's hands иметь много /уйму/ (свободного) времени - to have no *, to be hard pressed for * совершенно не иметь времени, торопиться - I have no * to spare у меня нет лишнего времени - I have no * for such nonsense мне недосуг заниматься такой ерундой /чепухой/ - to find * to read books находить время для чтения книг - to pass the * away in knitting проводить время за вязаньем - to beguile /to while away/ the * коротать время - to waste /to squander, to idle away, to trifle away/ one's * даром /попусту/ терять время - to lose * терять время - to make up for lost * наверстать упущенное;
компенсировать потери времени - there's no * to lose /to be lost/ нельзя терять ни минуты - to play for * пытаться выиграть время;
тянуть /оттягивать/ время - to save * экономить время, не терять попусту времени - to take one's * не торопиться, выжидать;
(ироничное) мешкать, копаться - I need * to rest мне нужно время, чтобы отдохнуть - my * was my own я был хозяином своего времени - my * wasn't my own у меня не было свободного времени - he did it in his own * он сделал это в нерабочее время - * enough to attend to that tomorrow у нас будет время заняться этим завтра - a lot of *, effort and money has been spent было потрачено много времени, усилий и денег время (с точки зрения того, как оно проводится) ;
времяпровождение - to have a good /a fine/ * (of it) хорошо провести время, повеселиться - not to have much of a * неважно провести время - to have the * of one's life переживать лучшую пору своей жизни;
повеселиться на славу;
отлично провести время - to have a high old * переживать лучшую пору своей жизни - to have a bad /rough/ * (of it) терпеть нужду /лишения/, хлебнуть горя;
повидать всякое;
пережить несколько неприятных минут - he had a rough * (of it) ему пришлось туго /нелегко/ - she had a bad /rough/ * (of it) with her baby у нее были трудные роды - to give smb. a rough * заставить кого-л. мучиться;
заставить кого-л. потерпеть, доставить кому-л. несколько неприятных минут - what a * I had with him! с ним пришлось немало помучиться;
уж как он изводил меня! - the patient had a bad * for three hours before the medicine worked больной три часа мучился, прежде чем подействовало лекарство рабочее время - task * время для выполнения какой-л. работы - full * полный рабочий день - to work full * работать полный рабочий день - to turn to writing full * (образное) полностью посвятить себя писательству - by * на условиях почасовой оплаты - to be paid by * получать сдельно - to work /to be/ on short * работать сокращенную рабочую неделю, быть частично безработным - my normal * is 8 hours a day обычно я работаю 8 часов в день плата за работу - double * двойная плата за сверхурочную работу - to collect one's * получить зарплату - we offer straight * for work up to 40 hours and * and a half for Saturdays мы платим полную ставку за 40-часовую рабочую неделю и полторы ставки за работу по субботам (удобный) случай, (благоприятная) возможность - to watch /to bide/ one's * ждать благоприятного момента - now's your * (разговорное) теперь самое время вам действовать и т. п. (спортивное) время - the winner's * время победителя - to keep * with one's stop watch засекать время с помощью секундомера - some wonderful *s were put up многие показали отличное время - he is making excellent * он идет с отличным временем интервал между раундами (бокс) - to call * давать сигнал начать или кончить схватку тайм;
период, половина игры (футбол) скорость, темп;
такт;
размер;
ритм - simple * (музыкальное) простой размер - compound * (музыкальное) сложный размер - waltz * ритм вальса - in * ритмичный;
ритмично - out of * неритмичный;
неритмично - to get out of * сбиться с ритма - to march in quick * идти быстро - to keep /to beat/ * отбивать такт;
выдерживать такт /ритм/ - to break into quick * ускорить шаг, перейти на ускоренный шаг - to quicken the * убыстрять /ускорять/ темп (стихосложение) мора (библеизм) год раз, случай - six *s шесть раз - a dozen *s много раз - every * каждый раз - last * в прошлый раз - this * (на) этот раз - next * (в) следующий раз - four *s running четыре раза подряд /кряду/ - he lost five *s running он проиграл пять раз подряд - the first * (в) первый раз - this is the third * he has come вот уже третий раз, как он приходит - another * (в) другой раз - the one * I got good cards единственный раз, когда у меня были хорошие карты - at a * разом, сразу одновременно - to do one thing at a * делать по очереди, не браться за все сразу - to do two things at a * делать две вещи одновременно /зараз/ - * after * повторно;
тысячу раз - *s out of /without/ number бесчисленное количество раз - * and again, * and * again снова и снова - he said it * and again он не раз говорил это;
он не уставал повторять это - I had to prove it * and again мне приходилось доказывать это вновь и вновь /снова и снова, бессчетное количество раз/ - from * to * время от времени, от случая к случаю - nine *s out of ten в девяти случаях из десяти;
в большинстве случаев - I've told you so a hundred *s я тебе это говорил сто раз раз - three *s six is /are/ eighteen трижды шесть - восемнадцать каждый раз;
каждый случай;
каждая штука - it costs me 3 pounds a * to have my hair done каждый раз я плачу три фунта за укладку волос - pick any you like at 5 dollars a * (разговорное) выбирайте любую по 5 долларов штука - at a * за (один) раз, за (один) прием - to run upstairs two at a * бежать вверх по лестнице через две ступеньки - to read a few pages at a * читать не больше нескольких страниц за раз /за один присест/ раз, крат - a hundred *s greater во сто крат больше - twenty *s less в двадцать раз меньше - many *s as large во много раз больше - three *s as wide в три раза /втрое/ шире - three *s as much /as many/ втрое больше - they were five *s fewer их было в пять раз меньше - you'll get two *s your clock я заплачу вам вдвое больше, чем по счетчику (предложение таксисту) > (old) Father T. дедушка-время > the big * верхушка лестницы, верхушка пирамиды;
сливки общества > to be in the big *, to have made the big * принадлежать к сливкам общества, входить в элиту > the * of day положение вещей /дел/;
последние сведения /данные/ > at this * of day так поздно;
на данном этапе;
после того, что произошло > to know the * of day быть настороже;
быть искушенным (в чем-л.) > to give smb. the * of day обращать внимание на кого-л. (особ. с отрицанием) ;
здороваться с кем-л. > to pass the * of day with smb. здороваться с кем-л. > that's the * of day! такие-то дела!;
значит, дело обстоит так! > against * в пределах установленного времени;
с целью побить рекорд;
с целью выиграть время;
в большой спешке > to talk against * стараться соблюсти регламент > to work against * стараться уложить /кончить работу/ в срок > to run against * стараться побить ранее установленный рекорд > to talk against * говорить с целью затянуть время (при обструкции в парламенте) > at the same * тем не менее, однако > your statement is not groundless;
at the same * it is not wholly true ваше замечание не лишено основания, однако оно не совсем правильно > in good * со временем, с течением времени;
своевременно;
заранее, заблаговременно > you'll hear from me in good * со временем я дам о себе знать > to start in good * отправиться заблаговременно > come in good *! не опаздывай! > all in good * все в свое время > in bad * не вовремя;
поздно, с опозданием > on * (американизм) в рассрочку > to buy a Tv set on * купить в кредит телевизор > once upon a * давным-давно;
во время оно;
когда-то > once upon a * there lived a king давным-давно жил-был король > to buy * выигрывать время;
оттягивать /тянуть/ время, канителить > to have a thin * переживать неприятные минуты;
переживать трудности > to have a * переживать бурное время;
испытывать большие трудности > to have no * for smb. плохо выносить кого-л. > I have no * for him он меня раздражает > to kill * убивать время > to make * поспешить, поторопиться > we'll have to make * to catch the train нам нужно поспешить, чтобы не /если мы не хотим/ опоздать на поезд > to make good * быстро преодолеть какое-л. расстояние > to make a * about /over/ smth. (американизм) волноваться, суетиться по поводу чего-л.;
шумно реагировать на что-л. > to mark * шагать на месте;
оттягивать /тянуть/ время;
выполнять что-л. чисто формально, работать без души > to do * отбывать тюремное заключение, отсиживать свой срок > to serve /to complete/ one's * отслужить свой срок (в период ученичества) ;
отбыть срок (в тюрьме) > to near the end of one's * заканчивать службу (о солдате) ;
заканчивать срок (о заключенном) > to sell * (американизм) предоставлять за плату возможность выступить по радио или телевидению > to take /to catch/ * by the forelock действовать немедленно;
воспользоваться случаем, использовать благоприятный момент > to go with the *s плыть по течению > there's no * like the present теперь самое подходящее время (для какого-л. дела) ;
лучше не откладывай;
лови момент > * works wonders время делает /творит/ чудеса > * cures all things время - лучший лекарь > * and tide wait for no man время не ждет > it beats my * (американизм) это выше моего понимания > lost * is never found again (пословица) потерянного времени не воротишь > a stitch in * saves nine (пословица) один стежок сделанный вовремя, сберегает десять > * is money (пословица) время - деньги связанный с временем - * advantage( спортивное) преимущество во времени снабженный часовым механизмом - * lock замок с часовым механизмом связанный с покупками в кредит или с платежами в рассрочку подлежащий оплате в определенный срок выбирать время;
рассчитывать (по времени) - to * oneself well удачно выбрать время прихода /приезда/ - to * one's blows skilfully искусно выбирать момент для (нанесения) удара - to * one's march through the city выбрать время для марша по улицам города - the publication of the book was well *d книга была опубликована в самый подходящий момент - the remark was well *d замечание было сделано очень кстати назначать или устанавливать время;
приурочивать - he *d his arrival for six o'clock он намечал свой приезд на шесть часов - the train was *d to reach London at 8 a.m. поезд должен был прибыть в Лондон в 8 часов утра ставить (часы) - to * all the clocks in the office according to the radio поставить все часы в конторе /в бюро/ по радио - to * one's watch by the time signal ставить часы по сигналу точного времени - * your watch with mine поставьте свои часы по моим - the alarm-clock was *d to go off at nine o'clock будильник был поставлен на девять часов задавать темп;
регулировать( механизм и т. п.) отмечать по часам;
засекать;
определять время;
хронометрировать - to * the speed of work хронометрировать трудовой процесс - to * a worker on a new job хронометрировать работу новичка - to * the horse for each half mile засекать время лошади на каждой полумиле - to * how long it takes to do it засечь, сколько времени требуется, чтобы сделать это - I *d his reading я следил за его чтением /за скоростью его чтения/ по часам рассчитывать, устанавливать продолжительность - clockwork apparatus *d to run for forty-eight hours часовой механизм, рассчитанный на двое суток работы выделять время для определенного процесса - to * one's exposure correctly( фотографическое) сделать /поставить/ нужную выдержку (to, with) делать в такт - to * one's steps to the music танцевать в такт музыке - to * one's footsteps to a march шагать в ритме марша (редкое) совпадать, биться в унисон( техническое) синхронизировать access ~ вчт. время доступа access ~ момент допуска across-the-board ~ фиксированный момент движения цен на фондовой бирже, затрагивающего все акции action ~ рабочее время active ~ активное время active ~ продолжительность обслуживания actual ~ фактическое время add ~ вчт. время сложения air ~ время выхода в эфир in good ~ заранее, заблаговременно;
all in good time все в свое время;
in bad time не вовремя, с опозданием, поздно all-in ~ произ. стандартный срок allowed ~ допустимое время arrival ~ вчт. время входа times to come будущее;
as times go по нынешним временам at a ~ одновременно at my ~ of life в мои годы, в моем возрасте at ~s временами;
some time or other когда-нибудь;
at no time никогда at one ~ одновременно to make ~ амер. ехать на определенной скорости;
on time амер. точно, вовремя;
at one time некогда at the same ~ в то же самое время at the same ~ вместе с тем;
тем не менее;
for the time being пока, до поры до времени at the ~ в то время at the ~ of во время at ~s временами;
some time or other когда-нибудь;
at no time никогда attended ~ вчт. время обслуживания available ~ полезное время in ~ вовремя;
to be in time поспеть, прийти вовремя;
in course of time со временем;
out of time несвоевременно ~ муз. темп;
такт;
to beat time отбивать такт to keep ~ = to beat time before one's ~ до (кого-л.) ;
до (чьего-л.) рождения before (behind) the times (или one's ~) передовой (отсталый) по взглядам in no ~ необыкновенно быстро, моментально;
before time слишком рано big ~ разг. успех bit ~ вчт. такт передачи broadcasting ~ время трансляции build-up ~ вчт. время нарастания очереди calculating ~ вчт. время счета changeover ~ время перехода к выпуску новой продукции closing ~ время закрытия closing ~ время окончания работы compensation ~ время компенсации compile ~ вчт. время трансляции computation ~ вчт. время вычислений computer ~ машинное время computer ~ вчт. машинное время computing ~ вчт. время вычмсления connect ~ вчт. продолжительность сеанса связи cooling ~ время охлаждения critical ~ предельное время cutoff ~ время прекращения data ~ вчт. время обмена данными daylight saving ~ летнее время debug ~ вчт. время отладки debugging ~ вчт. время отладки deceleration ~ вчт. время останова delay ~ время задержки delay ~ вчт. время задержки delay ~ время запаздывания delay ~ выдержка времени delivery ~ срок поставки ~ срок;
it is time we were going нам пора идти;
time is up срок истек;
to do time разг. отбывать тюремное заключение double ~ ускоренный марш down ~ вчт. время неисправного состояния down ~ вчт. простой dwell ~ вчт. время пребывания в системе effective ~ полезное время effective waiting ~ вчт. эффективное время ожидания elapsed ~ астрономическое время работы elapsed ~ истекшее время elapsed ~ общее затраченное время elapsed ~ фактическая продолжительность entry ~ вчт. момент входа event ~ вчт. момент появления события fetch ~ вчт. время выборки flexible working ~ гибкий рабочий график in a short ~ в скором времени;
for a short time на короткое время, ненадолго ~ время;
what is the time? который час?;
the time of day время дня, час;
from time to time время от времени to give (smb.) the ~ of day, to pass the ~ of day (with smb.) здороваться;
обмениваться приветствиями giving ~ предоставленное время to go with the ~s не отставать от жизни;
идти в ногу со временем handling ~ время перемещения handling ~ время переработки handling ~ время транспортировки ~ (часто pl) эпоха, времена;
hard times тяжелые времена;
time out of mind с незапамятных времен;
Shakespeare's times эпоха Шекспира to have a good ~, to make a ~ of it хорошо провести время to while away the ~ коротать время;
to have time on one's hands иметь массу свободного времени idle ~ вчт. время простоя idle ~ нерабочий период idle ~ перерыв в работе idle ~ период бездействия idle ~ простой idle ~ вчт. простой in a short ~ в скором времени;
for a short time на короткое время, ненадолго in good ~ заранее, заблаговременно;
all in good time все в свое время;
in bad time не вовремя, с опозданием, поздно in ~ вовремя;
to be in time поспеть, прийти вовремя;
in course of time со временем;
out of time несвоевременно in good ~ заранее, заблаговременно;
all in good time все в свое время;
in bad time не вовремя, с опозданием, поздно in good ~ точно, своевременно there is no ~ to lose нельзя терять ни минуты;
in (или on) one's own time в свободное время in ~ вовремя;
to be in time поспеть, прийти вовремя;
in course of time со временем;
out of time несвоевременно ineffective ~ вчт. время простоя inoperable ~ нерабочее время instruction ~ вчт. время выполнения команды interaction ~ вчт. время взаимодействия ~ attr. повременный;
it beats my time это выше моего понимания;
to sell time амер. предоставлять время для выступления по радио или телевидению (за плату) ~ срок;
it is time we were going нам пора идти;
time is up срок истек;
to do time разг. отбывать тюремное заключение ~ жизнь, век;
it will last my time этого на мой век хватит to keep (good) ~ идти хорошо( о часах) ;
to keep bad time идти плохо (о часах) to keep ~ = to beat time to keep ~ выдерживать ритм to keep ~ идти верно( о часах) to keep (good) ~ идти хорошо (о часах) ;
to keep bad time идти плохо (о часах) knocking-off ~ рын.тр. время окончания работы lag ~ продолжительность запаздывания latency ~ вчт. время ожидания lead ~ время между принятием решения и началом действия lead ~ время на освоение новой продукции, на выполнение нового заказа lead ~ время подготовки к выпуску продукции lead ~ время протекания процесса lead ~ время реализации заказа lead ~ задержка, затягивание lead ~ срок разработки новой продукции load ~ время загрузки load ~ вчт. время загрузки loading ~ время погрузки local ~ местное время lost ~ потерянное время lost ~ is never found again посл. потерянного времени не воротишь;
one (two) at a time по одному (по двое) maintenance ~ продолжительность технического обслуживания to have a good ~, to make a ~ of it хорошо провести время to make ~ амер. ехать на определенной скорости;
on time амер. точно, вовремя;
at one time некогда to make ~ амер. спешить, пытаясь наверстать упущенное make-ready ~ подготовительное время times outof (или without) number бесчисленное количество раз;
many a time часто, много раз mean ~ between failures среднее время безотказной работы mean ~ to repair среднее время восстановления minimum ~ минимальное время multiplication ~ вчт. время умножения negotiated working ~ нормированное рабочее время negotiated working ~ согласованное рабочее время off ~ вчт. время простоя lost ~ is never found again посл. потерянного времени не воротишь;
one (two) at a time по одному( по двое) opening ~ время открытия operable ~ вчт. время готовности operable ~ рабочее время operating ~ время эксплуатации operating ~ наработка operating ~ вчт. рабочее время operating ~ срок службы operating ~ эксплуатационное время operation ~ вчт. время выполнения операции over ~ вчт. с течением времени part ~ неполный рабочий день to give (smb.) the ~ of day, to pass the ~ of day (with smb.) здороваться;
обмениваться приветствиями payout ~ срок выплаты preempted ~ вчт. продолжительность прерывания обслуживания prime ~ наиболее удобное время processing ~ вчт. время обработки данных processing ~ вчт. время обслуживания processing ~ продолжительность обработки processor ~ вчт. время счета production ~ вчт. производительное время productive ~ полезное время productive ~ вчт. полезное время productive ~ продуктивное время productive ~ производительно используемое время proving ~ вчт. время проверки question ~ время, отведенное в парламенте для вопросов правительству read ~ вчт. время считывания reading ~ время, уделяемое чтению real ~ истинное время real ~ истинный масштаб времени real ~ реальное время real ~ вчт. реальное время real ~ реальный масштаб времени recovery ~ вчт. время востановления redemption ~ время выкупа reference ~ вчт. начало отсчета времени remaining service ~ вчт. остаточное время обслуживания repair ~ вчт. время ремонта repair ~ продолжительность ремонта representative computing ~ вчт. эталонное время request-response ~ вчт. время между запросом и ответом resetting ~ вчт. время возврата residual waiting ~ остаточное время ожидания response ~ вчт. время ответа response ~ вчт. время отклика resting ~ время отдыха round-trip propagation ~ вчт. задержка кругового обхода running ~ вчт. время прогона sampling ~ вчт. время получения выборки scheduled ~ директивный срок scheduled ~ запланированное время scramble ~ вчт. конкурентное время search ~ comp. время поиска seek ~ вчт. время установки ~ attr. повременный;
it beats my time это выше моего понимания;
to sell time амер. предоставлять время для выступления по радио или телевидению (за плату) to serve one's ~ отбыть срок наказания;
she is near her time она скоро родит, она на сносях;
to work against time стараться уложиться в срок to serve one's ~ отбыть срок службы service ~ вчт. время обслуживания setting ~ вчт. время установки setup ~ время перестройки производства setup ~ вчт. время установки setup ~ продолжительность подготовительно-заключительных операций ~ (часто pl) эпоха, времена;
hard times тяжелые времена;
time out of mind с незапамятных времен;
Shakespeare's times эпоха Шекспира to serve one's ~ отбыть срок наказания;
she is near her time она скоро родит, она на сносях;
to work against time стараться уложиться в срок simulation ~ вчт. модельное время ~ раз;
six times five is thirty шестью пять - тридцать;
ten times as large в десять раз больше;
time after time раз за разом;
повторно slot ~ вчт. интервал ответа so that's the ~ of day! такие-то дела!;
take your time! не спешите!;
to kill time убить время sojourn ~ вчт. длительность пребывания at ~s временами;
some time or other когда-нибудь;
at no time никогда speaking ~ время выступления spent waiting ~ вчт. время ожиданий standard operation ~ нормативная наработка standard operation ~ нормативная продолжительность эксплуатации standard operation ~ нормативный срок службы standard ~ норматив времени standard ~ нормативное время standard ~ стандартное, декретное время start ~ вчт. время разгона starting ~ время начала startup ~ вчт. время запуска stop ~ вчт. время останова storage ~ вчт. время хранения данных storing ~ время хранения swap ~ вчт. время перекачки system ~ вчт. время системы system with limited holding ~ система с ограниченным временем пребывания so that's the ~ of day! такие-то дела!;
take your time! не спешите!;
to kill time убить время takedown ~ вчт. время освобождения ~ раз;
six times five is thirty шестью пять - тридцать;
ten times as large в десять раз больше;
time after time раз за разом;
повторно testing ~ вчт. время проверки there is no ~ to lose нельзя терять ни минуты;
in (или on) one's own time в свободное время throughput ~ производительное время ~ раз;
six times five is thirty шестью пять - тридцать;
ten times as large в десять раз больше;
time after time раз за разом;
повторно ~ attr. относящийся к определенному времени ~ attr. повременный;
it beats my time это выше моего понимания;
to sell time амер. предоставлять время для выступления по радио или телевидению (за плату) ~ between arrivals вчт. интервал между требованиями ~ for payment срок платежа ~ for performance срок исполнения ~ for presentment срок предъявления ~ for submission срок представления ~ срок;
it is time we were going нам пора идти;
time is up срок истек;
to do time разг. отбывать тюремное заключение ~ of acquisition время приобретения ~ of balance sheet дата представления балансового отчета ~ of billing срок фактурирования ~ of closing of accounts дата закрытия счетов ~ of conception время зачатия ~ of crisis кризисный период ~ время;
what is the time? который час?;
the time of day время дня, час;
from time to time время от времени ~ of death время смерти ~ of delivery срок поставки ~ of deposit период, на который сделан срочный вклад ~ of dispatch( TOD) время отправки ~ of distribution время размещения ~ of falling due срок платежа ~ of implementation период внедрения ~ of incurring a debt время образования долга ~ of invoicing время выписки фактуры ~ of issue время эмиссии ~ of loading время погрузки ~ of maturity срок платежа по векселю ~ of maturity срок ценной бумаги ~ of operation время выполнения операции ~ of operation наработка ~ of operation продолжительность эксплуатации ~ of operation срок службы ~ of payment срок платежа ~ of performance срок исполнения ~ of performance of contract срок исполнения договора ~ of purchase время покупки ~ of receipt( TOR) дата получения ~ of recording дата регистрации ~ of redemption срок выкупа ~ of redemption срок погашения ~ of sale время продажи ~ of sale дата продажи ~ of signature дата подписи ~ of surrender время вручения ~ of taking office дата вступления в должность ~ of taking up duties дата вступления в должность ~ of termination время прекращения действия ~ of termination дата истечения срока ~ of transmission( TOT) время передачи ~ of transportation время перевозки ~ of year время года ~ off нерабочее время ~ out вчт. тайм-аут ~ (часто pl) эпоха, времена;
hard times тяжелые времена;
time out of mind с незапамятных времен;
Shakespeare's times эпоха Шекспира ~ удачно выбирать время;
рассчитывать (по времени) ;
приурочивать;
to time to the minute рассчитывать до минуты times outof (или without) number бесчисленное количество раз;
many a time часто, много раз times to come будущее;
as times go по нынешним временам total ~ вчт. суммарное время ~ назначать время;
the train timed to leave at
6. 30 поезд, отходящий по расписанию в 6 ч. 30 м. transfer ~ вчт. время передачи transfer ~ срок передачи translating ~ вчт. время трансляции turnaround ~ вчт. длительность цикла обработки turnaround ~ межремонтный срок службы unexpended service ~ вчт. оставшееся время обслуживания unit ~ вчт. единичное время time: unused ~ вчт. неиспользуемое время up ~ вчт. рабочее время useful ~ вчт. полезное время user ~ вчт. время пользователя wait ~ вчт. время ожидания waiting ~ время ожидания waiting ~ вчт. время ожидания waiting ~ простой по организационным причинам waiting ~ простой по техническим причинам wasted service ~ вчт. затраченное время обслуживания ~ время;
what is the time? который час?;
the time of day время дня, час;
from time to time время от времени to while away the ~ коротать время;
to have time on one's hands иметь массу свободного времени while: ~ away бездельничать;
to while away the time (или a few hours) проводить, коротать время word ~ вчт. время выборки слова ~ рабочее время;
to work full (part) time работать полный (неполный) рабочий день или полную (неполную) рабочую неделю working ~ рабочее время write ~ вчт. время записи zone ~ поясное время zone: ~ attr. зональный;
поясной;
региональный;
zone time поясное время -
49 go
Ⅰ.go1 [gəʊ](game) jeu m de goⅡ.go2 [gəʊ]aller ⇒ 1A (a)-(c), 1A (e), 1A (f), 1E (a)-(c), 1G (a), 2 (a) s'en aller ⇒ 1A (d) être ⇒ 1B (a) devenir ⇒ 1B (b) tomber en panne ⇒ 1B (c) s'user ⇒ 1B (d) se détériorer ⇒ 1B (e) commencer ⇒ 1C (a) aller (+ infinitif) ⇒ 1C (b), 1C (c) marcher ⇒ 1C (d) disparaître ⇒ 1D (a), 1D (c) se passer ⇒ 1E (d) s'écouler ⇒ 1E (e) s'appliquer ⇒ 1F (b) se vendre ⇒ 1F (e) contribuer ⇒ 1G (c) aller ensemble ⇒ 1H (a) tenir le coup ⇒ 1H (c) faire ⇒ 2 (b), 2 (c) coup ⇒ 3 (a) essai ⇒ 3 (a) tour ⇒ 3 (b) dynamisme ⇒ 3 (c)A.∎ we're going to Paris/Japan/Spain nous allons à Paris/au Japon/en Espagne;∎ he went to the office/a friend's house il est allé au bureau/chez un ami;∎ I want to go home je veux rentrer;∎ the salesman went from house to house le vendeur est allé de maison en maison;∎ we went by car/on foot nous y sommes allés en voiture/à pied;∎ there goes the train! voilà le train (qui passe)!;∎ the bus goes by way of or through Dover le bus passe par Douvres;∎ does this train go to Glasgow? ce train va-t-il à Glasgow?;∎ the truck was going at 150 kilometres an hour le camion roulait à ou faisait du 150 kilomètres (à l')heure;∎ go behind those bushes va derrière ces arbustes;∎ where do we go from here? où va-t-on maintenant?; figurative qu'est-ce qu'on fait maintenant?;∎ to go to the doctor aller voir ou aller chez le médecin;∎ he went straight to the director il est allé directement voir ou trouver le directeur;∎ to go to prison aller en prison;∎ to go to the toilet aller aux toilettes;∎ to go to sb for advice aller demander conseil à qn;∎ let the children go first laissez les enfants passer devant, laissez passer les enfants d'abord;∎ I'll go next c'est à moi après;∎ who goes next? (in game) c'est à qui (le tour)?;∎ Military who goes there? qui va là?, qui vive?;∎ here we go again! ça y est, ça recommence!;∎ there he goes! le voilà!;∎ there he goes again! (there he is again) le revoilà!; (he's doing it again) ça y est, il est reparti!∎ to go shopping aller faire des courses;∎ to go fishing/hunting aller à la pêche/à la chasse;∎ to go riding aller faire du cheval;∎ let's go for a walk/bike ride/swim allons nous promener/faire un tour à vélo/nous baigner;∎ they went on a trip ils sont partis en voyage;∎ I'll go to see her or American go see her tomorrow j'irai la voir demain;∎ don't go and tell him!, don't go telling him! ne va pas le lui dire!, ne le lui dis pas!;∎ don't go bothering your sister ne va pas embêter ta sœur;∎ you had to go and tell him! il a fallu que tu le lui dises!;∎ he's gone and locked us out! il est parti et nous a laissé à la porte!;∎ you've gone and done it now! vraiment, tu as tout gâché!(c) (proceed to specified limit) aller;∎ he'll go as high as £300 il ira jusqu'à 300 livres;∎ the temperature went as high as 36° C la température est montée jusqu'à 36° C;∎ he went so far as to say it was her fault il est allé jusqu'à dire que c'était de sa faute à elle;∎ now you've gone too far! là tu as dépassé les bornes!;∎ I'll go further and say he should resign j'irai plus loin et je dirai qu'il ou j'irai jusqu'à dire qu'il devrait démissionner;∎ the temperature sometimes goes below zero la température descend ou tombe parfois au-dessous de zéro;∎ her attitude went beyond mere impertinence son comportement était plus qu'impertinent(d) (depart, leave) s'en aller, partir;∎ I must be going il faut que je m'en aille ou que je parte;∎ they went early ils sont partis tôt;∎ you may go vous pouvez partir;∎ what time does the train go? à quelle heure part le train?;∎ familiar get going! vas-y!, file!;∎ archaic be gone! allez-vous-en!;∎ either he goes or I go l'un de nous deux doit partir(e) (indicating regular attendance) aller, assister;∎ to go to church/school aller à l'église/l'école;∎ to go to a meeting aller ou assister à une réunion;∎ to go to work (to one's place of work) aller au travail(f) (indicating direction or route) aller, mener;∎ that road goes to the market square cette route va ou mène à la place du marchéB.∎ to go barefoot/naked se promener pieds nus/tout nu;∎ to go armed porter une arme;∎ her family goes in rags sa famille est en haillons;∎ the job went unfilled le poste est resté vacant;∎ to go unnoticed passer inaperçu;∎ such crimes must not go unpunished de tels crimes ne doivent pas rester impunis∎ my father is going grey mon père grisonne;∎ she went white with rage elle a blêmi de colère;∎ my hands went clammy mes mains sont devenues moites;∎ the tea's gone cold le thé a refroidi;∎ have you gone mad? tu es devenu fou?;∎ to go bankrupt faire faillite;∎ the country has gone Republican le pays est maintenant républicain∎ the battery's going la pile commence à être usée∎ his trousers are going at the knees son pantalon s'use aux genoux;∎ the jacket went at the seams la veste a craqué aux coutures∎ all his strength went and he fell to the floor il a perdu toutes ses forces et il est tombé par terre;∎ his voice is going il devient aphone;∎ his voice is gone il est aphone, il a une extinction de voix;∎ her mind has started to go elle n'a plus toute sa tête ou toutes ses facultésC.(a) (begin an activity) commencer;∎ what are we waiting for? let's go! qu'est-ce qu'on attend? allons-y!;∎ familiar here goes!, here we go! allez!, on y va!;∎ go! partez!;∎ you'd better get going on or with that report! tu ferais bien de te mettre à ou de t'attaquer à ce rapport!;∎ it won't be so hard once you get going ça ne sera pas si difficile une fois que tu seras lancé;∎ to be going to do sth (be about to) aller faire qch, être sur le point de faire qch; (intend to) avoir l'intention de faire qch;∎ you were just going to tell me about it vous étiez sur le point de ou vous alliez m'en parler;∎ I was going to visit her yesterday but her mother arrived j'avais l'intention de ou j'allais lui rendre visite hier mais sa mère est arrivée∎ are you going to be at home tonight? est-ce que vous serez chez vous ce soir?;∎ we're going to do exactly as we please nous ferons ce que nous voulons;∎ she's going to be a doctor elle va être médecin;∎ there's going to be a storm il va y avoir un orage;∎ he's going to have to work really hard il va falloir qu'il travaille très dur∎ is the fan going? est-ce que le ventilateur est en marche ou marche?;∎ the car won't go la voiture ne veut pas démarrer;∎ he had the television and the radio going il avait mis la télévision et la radio en marche;∎ the washing machine is still going la machine à laver tourne encore, la lessive n'est pas terminée;∎ her daughter kept the business going sa fille a continué à faire marcher l'affaire;∎ to keep a conversation/fire going entretenir une conversation/un feu∎ she went like this with her eyebrows elle a fait comme ça avec ses sourcils∎ to go on radio/television passer à la radio/à la télévisionD.(a) (disappear) disparaître;∎ the snow has gone la neige a fondu ou disparu;∎ all the sugar's gone il n'y a plus de sucre;∎ my coat has gone mon manteau n'est plus là ou a disparu;∎ all our money has gone (spent) nous avons dépensé tout notre argent; (lost) nous avons perdu tout notre argent; (stolen) on a volé tout notre argent;∎ I don't know where the money goes these days l'argent disparaît à une vitesse incroyable ces temps-ci;∎ gone are the days when he took her dancing elle est bien loin, l'époque où il l'emmenait danser∎ the last paragraph must go il faut supprimer le dernier paragraphe;∎ I've decided that car has to go j'ai décidé de me débarrasser de cette voiture;∎ that new secretary has got to go il va falloir se débarrasser de la nouvelle secrétaire∎ he is (dead and) gone il nous a quittés;∎ his wife went first sa femme est partie avant lui;∎ after I go... quand je ne serai plus là...E.(a) (extend, reach) aller, s'étendre;∎ our property goes as far as the forest notre propriété va ou s'étend jusqu'au bois;∎ the path goes right down to the beach le chemin descend jusqu'à la mer;∎ figurative her thinking didn't go that far elle n'a pas poussé le raisonnement aussi loin;∎ my salary doesn't go very far je ne vais pas loin avec mon salaire;∎ money doesn't go very far these days l'argent part vite à notre époque;∎ their difference of opinion goes deeper than I thought leur différend est plus profond que je ne pensais∎ the dictionaries go on that shelf les dictionnaires se rangent ou vont sur cette étagère;∎ where do the towels go? où est-ce qu'on met les serviettes?;∎ that painting goes here ce tableau se met ou va là(c) (be contained in, fit) aller;∎ this last sweater won't go in the suitcase ce dernier pull n'ira pas ou n'entrera pas dans la valise;∎ the piano barely goes through the door le piano entre ou passe de justesse par la porte;∎ this belt just goes round my waist cette ceinture est juste assez longue pour faire le tour de ma taille;∎ the lid goes on easily enough le couvercle se met assez facilement(d) (develop, turn out) se passer;∎ how did your interview go? comment s'est passé ton entretien?;∎ I'll see how things go je vais voir comment ça se passe;∎ we can't tell how things will go on ne sait pas comment ça se passera;∎ everything went well tout s'est bien passé;∎ if all goes well si tout va bien;∎ the meeting went badly/well la réunion s'est mal/bien passée;∎ the negotiations are going well les négociations sont en bonne voie;∎ the vote went against them/in their favour le vote leur a été défavorable/favorable;∎ there's no doubt as to which way the decision will go on sait ce qui sera décidé;∎ everything was going fine until she showed up tout allait ou se passait très bien jusqu'à ce qu'elle arrive;∎ everything went wrong ça a mal tourné;∎ familiar how's it going?, how are things going? (comment) ça va?;∎ the way things are going, we might both be out of a job soon au train où vont ou vu comment vont les choses, nous allons bientôt nous retrouver tous les deux au chômage∎ the journey went quickly je n'ai pas vu le temps passer pendant le voyage;∎ there were only five minutes to go before… il ne restait que cinq minutes avant…;∎ time goes so slowly when you're not here le temps me paraît tellement long quand tu n'es pas là;∎ how's the time going? combien de temps reste-t-il?F.∎ what your mother says goes! fais ce que dit ta mère!;∎ whatever the boss says goes c'est le patron qui fait la loi;∎ anything goes on fait ce qu'on veut(b) (be valid, hold true) s'appliquer;∎ that rule goes for everyone cette règle s'applique à tout le monde;∎ that goes for us too (that applies to us) ça s'applique à nous aussi; (we agree with that) nous sommes aussi de cet avis(c) (be expressed, run → report, story)∎ the story or rumour goes that she left him le bruit court qu'elle l'a quitté;∎ so the story goes du moins c'est ce que l'on dit ou d'après les on-dit;∎ how does the story go? comment c'est cette histoire?;∎ I forget how the poem goes now j'ai oublié le poème maintenant;∎ how does the tune go? c'est quoi ou c'est comment, l'air?;∎ her theory goes something like this sa théorie est plus ou moins la suivante∎ to go by or under the name of répondre au nom de;∎ he now goes by or under another name il se fait appeler autrement maintenant∎ flats are going cheap at the moment les appartements ne se vendent pas très cher en ce moment;∎ the necklace went for £350 le collier s'est vendu 350 livres;∎ going, going, gone! (at auction) une fois, deux fois, adjugé!G.∎ the contract is to go to a private firm le contrat ira à une entreprise privée;∎ credit should go to the teachers le mérite en revient aux enseignants;∎ every penny will go to charity tout l'argent va ou est destiné à une œuvre de bienfaisance∎ a small portion of the budget went on education une petite part du budget a été consacrée ou est allée à l'éducation;∎ all his money goes on drink tout son argent part dans la boisson(c) (contribute) contribuer, servir;∎ all that just goes to prove my point tout ça confirme bien ce que j'ai dit;∎ it has all the qualities that go to make a good film ça a toutes les qualités d'un bon film(d) (have recourse) avoir recours, recourir;∎ to go to arbitration recourir à l'arbitrageH.(a) (be compatible → colours, flavours) aller ensemble;∎ orange and mauve don't really go l'orange et le mauve ne vont pas vraiment ensemble∎ let me know if you hear of any jobs going faites-moi savoir si vous entendez parler d'un emploi;∎ are there any flats going for rent in this building? y a-t-il des appartements à louer dans cet immeuble?;∎ familiar any whisky going? tu as un whisky à m'offrir?□∎ we can't go much longer without water nous ne pourrons pas tenir beaucoup plus longtemps sans eau∎ we'll only stop if you're really desperate to go on ne s'arrête que si tu ne tiens vraiment plus;∎ I went before I came j'ai fait avant de venir∎ 5 into 60 goes 12 60 divisé par 5 égale 12;∎ 6 into 5 won't go 5 n'est pas divisible par 6∎ she isn't bad, as teachers go elle n'est pas mal comme enseignante;∎ as houses go, it's pretty cheap ce n'est pas cher pour une maison;∎ as things go today par les temps qui courent;∎ there goes my chance of winning a prize je peux abandonner tout espoir de gagner un prix;∎ there you go again, always blaming other people ça y est, toujours à rejeter la responsabilité sur les autres;∎ there you go, two hamburgers and a coke et voici, deux hamburgers et un Coca;∎ there you go, what did I tell you? voilà ou tiens, qu'est-ce que je t'avais dit!(a) (follow, proceed along) aller, suivre;∎ if we go this way, we'll get there much more quickly si nous passons par là, nous arriverons bien plus vite∎ we've only gone 5 kilometres nous n'avons fait que 5 kilomètres;∎ she went the whole length of the street before coming back elle a descendu toute la rue avant de revenir∎ ducks go "quack" les canards font "coin-coin";∎ the clock goes "tick tock" l'horloge fait "tic tac";∎ the gun went bang et pan! le coup est parti;∎ familiar then he goes "hand it over" puis il fait "donne-le-moi"∎ to go 10 risquer 10;∎ Cards to go no/two trumps annoncer sans/deux atout(s);∎ figurative to go one better (than sb) surenchérir (sur qn)∎ I could really go a beer je me paierais bien une bière∎ familiar how goes it? ça marche?3 noun∎ to have a go at sth/doing sth essayer qch/de faire qch;∎ he had another go il a fait une nouvelle tentative, il a ressayé;∎ have another go! encore un coup!;∎ I've never tried it but I'll give it a go je n'ai encore jamais fait l'expérience mais je vais essayer;∎ she passed her exams first go elle a eu ses examens du premier coup;∎ he knocked down all the skittles at one go il a renversé toutes les quilles d'un coup;∎ £1 a go (at fair etc) une livre la partie ou le tour;∎ to have a go on the dodgems faire un tour d'autos tamponneuses;∎ he wouldn't let me have or give me a go (on his bicycle etc) il ne voulait pas me laisser l'essayer∎ it's your go c'est ton tour ou c'est à toi (de jouer);∎ whose go is it? à qui de jouer?, à qui le tour?∎ to be full of go avoir plein d'énergie, être très dynamique;∎ she's got plenty of go elle est pleine d'entrain;∎ the new man has no go in him le nouveau manque d'entrain∎ he's made a go of the business il a réussi à faire marcher l'affaire;∎ to make a go of a marriage réussir un mariage;∎ I tried to persuade her but it was no go j'ai essayé de la convaincre mais il n'y avait rien à faire∎ short hair is all the go les cheveux courts sont le dernier cri ou font fureur∎ they had a real go at one another! qu'est-ce qu'ils se sont mis!;∎ she had a go at her boyfriend elle a passé un de ces savons à son copain;∎ British police have warned the public not to have a go, the fugitive may be armed la police a prévenu la population de ne pas s'en prendre au fugitif car il pourrait être armé;∎ it's all go ça n'arrête pas!;∎ all systems go! c'est parti!;∎ the shuttle is go for landing la navette est bonne ou est parée ou a le feu vert pour l'atterrissage∎ he must be going on fifty il doit approcher de la ou aller sur la cinquantaine;∎ it was going on (for) midnight by the time we finished quand on a terminé, il était près de minuit∎ I've been on the go all day je n'ai pas arrêté de toute la journée□ ;∎ to be always on the go être toujours à trotter ou à courir, avoir la bougeotte;∎ to keep sb on the go faire trimer qn∎ I have several projects on the go at present j'ai plusieurs projets en route en ce moment□6 to go1 adverbà faire;∎ there are only three weeks/five miles to go il ne reste plus que trois semaines/cinq miles;∎ five done, three to go cinq de faits, trois à faire➲ go about∎ policemen usually go about in pairs en général, les policiers circulent par deux;∎ you can't go about saying things like that! il ne faut pas raconter des choses pareilles!(a) (get on with) s'occuper de;∎ to go about one's business vaquer à ses occupations(b) (set about) se mettre à;∎ she showed me how to go about it elle m'a montré comment faire ou comment m'y prendre;∎ how do you go about applying for the job? comment doit-on s'y prendre ou faire pour postuler l'emploi?∎ her son goes about with an older crowd son fils fréquente des gens plus âgés que lui;∎ he's going about with Rachel these days il sort avec Rachel en ce momenttraversertraverser;∎ your brother has just gone across to the shop ton frère est allé faire un saut au magasin en face∎ he goes after all the women il court après toutes les femmes;∎ I'm going after that job je vais essayer d'obtenir cet emploi(a) (disregard) aller contre, aller à l'encontre de;∎ she went against my advice elle n'a pas suivi mon conseil;∎ I went against my mother's wishes je suis allé contre ou j'ai contrarié les désirs de ma mère(b) (conflict with) contredire;∎ that goes against what he told me c'est en contradiction avec ou ça contredit ce qu'il m'a dit;∎ the decision went against public opinion la décision est allée à l'encontre de ou a heurté l'opinion publique;∎ it goes against my principles c'est contre mes principes(c) (be unfavourable to → of luck, situation) être contraire à; (→ of opinion) être défavorable à; (→ of behaviour, evidence) nuire à, être préjudiciable à;∎ the verdict went against the defendant le verdict a été défavorable à l'accusé ou a été prononcé contre l'accusé;∎ if luck should go against him si la chance lui était contraire;∎ her divorce may go against her winning the election son divorce pourrait nuire à ses chances de gagner les élections∎ he went ahead of us il est parti avant nous;∎ I let him go ahead of me in the queue je l'ai fait passer devant moi dans la queue∎ go ahead! tell me! vas-y! dis-le-moi!;∎ the mayor allowed the demonstrations to go ahead le maire a permis aux manifestations d'avoir lieu;∎ the move had gone ahead as planned le déménagement s'était déroulé comme prévu;∎ to go ahead with sth démarrer qch;∎ they're going ahead with the project after all ils ont finalement décidé de mener le projet à bien;∎ he went ahead and did it (without hesitating) il l'a fait sans l'ombre d'une hésitation; (despite warnings) rien ne l'a arrêté(c) (advance, progress) progresser, faire des progrès(a) (move from one place to another) aller, avancer;∎ go along and ask your mother va demander à ta mère;∎ she went along with them to the fair elle les a accompagnés ou elle est allée avec eux à la foire;∎ we can talk it over as we go along nous pouvons en discuter en chemin ou en cours de route;∎ I just make it up as I go along j'invente au fur et à mesure(b) (progress) se dérouler, se passer;∎ things were going along nicely tout allait ou se passait bien(c) (go to meeting, party etc) aller(decision, order) accepter, s'incliner devant; (rule) observer, respecter;∎ that's what they decided and I went along with it c'est la décision qu'ils ont prise et je l'ai acceptée;∎ I go along with the committee on that point je suis d'accord avec ou je soutiens le comité sur ce point;∎ I can't go along with you on that je ne suis pas d'accord avec vous là-dessus;∎ he went along with his father's wishes il s'est conformé aux ou a respecté les désirs de son père(a) (habitually) passer son temps à;∎ he goes around mumbling to himself il passe son temps à radoter;∎ she just goes around annoying everyone elle passe son temps à énerver tout le monde;∎ he goes around in black leather il se promène toujours en ou il est toujours habillé en cuir noir∎ will that belt go around your waist? est-ce que cette ceinture sera assez grande pour toi?∎ they were still going at it the next day ils y étaient encore le lendemain;∎ she went at the cleaning with a will elle s'est attaquée au nettoyage avec ardeurpartir, s'en aller;∎ go away! va-t'en!;∎ I'm going away for a few days je pars pour quelques jours;∎ she's gone away to think about it elle est partie réfléchir∎ she went back to bed elle est retournée au lit, elle s'est recouchée;∎ to go back to sleep se rendormir;∎ they went back home ils sont rentrés chez eux ou à la maison;∎ I went back downstairs/upstairs je suis redescendu/remonté;∎ to go back to work (continue task) se remettre au travail; (return to place of work) retourner travailler; (return to employment) reprendre le travail;∎ to go back on one's steps rebrousser chemin, revenir sur ses pas;∎ let's go back to chapter two revenons ou retournons au deuxième chapitre;∎ we went back to the beginning nous avons recommencé;∎ let's go back to why you said that revenons à la question de savoir pourquoi vous avez dit ça;∎ the clocks go back one hour today on retarde les pendules d'une heure aujourd'hui∎ go back! recule!∎ we went back to the old system nous sommes revenus à l'ancien système;∎ he went back to his old habits il a repris ses anciennes habitudes;∎ the conversation kept going back to the same subject la conversation revenait sans cesse sur le même sujet;∎ men are going back to wearing their hair long les hommes reviennent aux cheveux longs ou se laissent à nouveau pousser les cheveux∎ our records go back to 1850 nos archives remontent à 1850;∎ this building goes back to the Revolution ce bâtiment date de ou remonte à la Révolution;∎ familiar we go back a long way, Brad and me ça remonte à loin, Brad et moi(e) (extend, reach) s'étendre;∎ the garden goes back 150 metres le jardin s'étend sur 150 mètres(fail to keep → agreement) rompre, violer; (→ promise) manquer à, revenir sur;∎ they went back on their decision ils sont revenus sur leur décision;∎ he won't go back on his word il ne manquera pas à sa parole(precede) passer devant; (happen before) précéder;∎ that question has nothing to do with what went before cette question n'a rien à voir avec ce qui précède ou avec ce qui a été dit avant;∎ the election was like nothing that had gone before l'élection ne ressemblait en rien aux précédentes;∎ euphemism those who have gone before (the dead) ceux qui nous ont précédés∎ we are indebted to those who have gone before us nous devons beaucoup à ceux qui nous ont précédés∎ your suggestion will go before the committee votre suggestion sera soumise au comité;∎ to go before a judge/jury passer devant un juge/un jury;∎ the matter went before the court l'affaire est allée devant les tribunauxNautical descendre dans l'entrepont➲ go by(pass → car, person) passer; (→ time) passer, s'écouler;∎ as the years go by avec les années, à mesure que les années passent;∎ in days or in times or in years gone by autrefois, jadis;∎ to let an opportunity go by laisser passer une occasion(a) (act in accordance with, be guided by) suivre, se baser sur;∎ don't go by the map ne vous fiez pas à la carte;∎ I'll go by what the boss says je me baserai sur ce que dit le patron;∎ he goes by the rules il suit le règlement(b) (judge by) juger d'après;∎ going by her accent, I'd say she's from New York si j'en juge d'après son accent, je dirais qu'elle vient de New York;∎ you can't go by appearances on ne peut pas juger d'après ou sur les apparences∎ to go by a different/false name être connu sous un nom différent/un faux nom;∎ the product goes by the name of "Bango" in France ce produit est vendu sous le nom de "Bango" en France➲ go down(a) (descend, move to lower level) descendre;∎ he went down on all fours or on his hands and knees il s'est mis à quatre pattes;∎ going down! (in lift) on descend!, pour descendre!(b) (proceed, travel) aller;∎ we're going down to Tours/the country/the shop nous allons à Tours/à la campagne/au magasin(c) (set → moon, sun) se coucher, tomber(e) (decrease, decline → level, price, quality) baisser; (→ amount, numbers) diminuer; (→ rate, temperature) baisser, s'abaisser; (→ fever) baisser, tomber; (→ tide) descendre;∎ the dollar is going down in value le dollar perd de sa valeur, le dollar est en baisse;∎ eggs are going down (in price) le prix des œufs baisse;∎ my weight has gone down j'ai perdu du poids;∎ he's gone down in my estimation il a baissé dans mon estime;∎ the neighbourhood's really gone down since then le quartier ne s'est vraiment pas arrangé depuis;∎ to have gone down in the world avoir connu des jours meilleurs(g) (food, medicine) descendre;∎ this wine goes down very smoothly ce vin se laisse boire (comme du petit-lait)(h) (produce specified reaction) être reçu;∎ a cup of coffee would go down nicely une tasse de café serait la bienvenue;∎ his speech went down badly/well son discours a été mal/bien reçu;∎ how will the proposal go down with the students? comment les étudiants vont-ils prendre la proposition?;∎ that kind of talk doesn't go down well with me je n'apprécie pas du tout ce genre de propos∎ Mexico went down to Germany le Mexique s'est incliné devant l'Allemagne;∎ Madrid went down to Milan by three points Milan a battu Madrid de trois points;∎ I'm not going to go down without a fight je me battrai jusqu'à la fin(j) (be relegated) descendre;∎ our team has gone down to the second division notre équipe est descendue en deuxième division∎ this day will go down in history ce jour restera une date historique;∎ she will go down in history as a woman of great courage elle entrera dans l'histoire grâce à son grand courage(l) (reach as far as) descendre, s'étendre;∎ this path goes down to the beach ce sentier va ou descend à la plage(m) (continue as far as) aller, continuer;∎ go down to the end of the street allez ou continuez jusqu'en bas de la rue∎ the computer's gone down l'ordinateur est en panne∎ how long do you think he'll go down for? il écopera de combien, à ton avis?;∎ he went down for three years il a écopé de trois ans(hill, stairs, ladder, street) descendre;∎ my food went down the wrong way j'ai avalé de travers;∎ Music the pianist went down an octave le pianiste a joué une octave plus bas ou a descendu d'une octave;∎ figurative I don't want to go down that road je ne veux pas m'engager là-dedansvulgar (fellate) sucer, tailler ou faire une pipe à; (perform cunnilingus on) sucer, brouter le cresson àtomber malade de;∎ he went down with pneumonia/the flu il a attrapé une pneumonie/la grippe∎ he went for a doctor il est allé ou parti chercher un médecin(b) (try to obtain) essayer d'obtenir, viser;∎ she's going for his job elle va essayer d'obtenir son poste;∎ familiar go for it! vas-y!;∎ I'd go for it if I were you! à ta place, je n'hésiterais pas!;∎ she was really going for it elle donnait vraiment son maximum∎ dogs usually go for the throat en général, les chiens attaquent à la gorge;∎ they went for each other (physically) ils se sont jetés l'un sur l'autre; (verbally) ils s'en sont pris l'un à l'autre;∎ the newspapers really went for the senator les journaux s'en sont pris au sénateur sans retenue;∎ go for him! (to dog) attaque!∎ I don't really go for that idea l'idée ne me dit pas grand-chose;∎ he really goes for her in a big way il est vraiment fou d'elle(e) (choose, prefer) choisir, préférer(f) (apply to, concern) concerner, s'appliquer à;∎ what I said goes for both of you ce que j'ai dit vaut pour ou s'applique à vous deux;∎ pollution is a real problem in Paris - that goes for Rome too la pollution pose un énorme problème à Paris - c'est la même chose à Rome;∎ and the same goes for me et moi aussi(g) (have as result) servir à;∎ his twenty years of service went for nothing ses vingt ans de service n'ont servi à rien∎ she has a lot going for her elle a beaucoup d'atouts;∎ that idea hasn't got much going for it frankly cette idée n'est franchement pas très convaincante∎ the army went forth into battle l'armée s'est mise en route pour la bataille;∎ Bible go forth and multiply croissez et multipliez-vous∎ the command went forth that… il fut décrété que…(s')avancer;∎ the clocks go forward tomorrow on avance les pendules demain;∎ if this scheme goes forward… si ce projet est accepté…∎ it's cold - let's go in il fait froid - entrons;∎ it's too big, it won't go in c'est trop grand, ça ne rentrera pas(b) (disappear → moon, sun) se cacher(a) (engage in → activity, hobby, sport) pratiquer, faire; (→ occupation) se consacrer à; (→ politics) s'occuper de, faire;∎ she went in for company law elle s'est lancée dans le droit commercial;∎ he thought about going in for teaching il a pensé devenir enseignant∎ I don't go in much for opera je n'aime pas trop l'opéra, l'opéra ne me dit rien;∎ he goes in for special effects in a big way il est très branché effets spéciaux;∎ we don't go in for that kind of film nous n'aimons pas ce genre de film;∎ this publisher doesn't really go in for fiction cet éditeur ne fait pas tellement dans le roman∎ they don't go in for injections so much nowadays ils ne sont pas tellement pour les piqûres de nos jours;∎ why do scientists go in for all that jargon? pourquoi est-ce que les scientifiques utilisent tout ce jargon?(e) (apply for → job, position) poser sa candidature à, postuler(a) (enter → building, house) entrer dans; (→ activity, profession) entrer à ou dans; (→ politics, business) se lancer dans;∎ she's gone into hospital elle est (r)entrée à l'hôpital;∎ to go into the army (as profession) devenir militaire de carrière; (as conscript) partir au service;∎ he went into medicine il a choisi la médecine(b) (be invested → of effort, money, time)∎ a lot of care had gone into making her feel at home on s'était donné beaucoup de peine pour la mettre à l'aise;∎ two months of research went into our report nous avons mis ou investi deux mois de recherche dans notre rapport(c) (embark on → action) commencer à; (→ explanation, speech) se lancer ou s'embarquer dans, (se mettre à) donner; (→ problem) aborder;∎ I'll go into the problem of your taxes later j'aborderai le problème de vos impôts plus tard;∎ the car went into a skid la voiture a commencé à déraper;∎ to go into hysterics avoir une crise de nerfs;∎ to go into fits of laughter être pris d'un fou rire(d) (examine, investigate) examiner, étudier;∎ you need to go into the question more deeply vous devez examiner le problème de plus près;∎ the matter is being gone into l'affaire est à l'étude(e) (explain in depth) entrer dans;∎ the essay goes into the moral aspects of the question l'essai aborde les aspects moraux de la question;∎ I won't go into details je ne vais pas entrer dans les détails;∎ let's not go into that ne parlons pas de ça(f) (begin to wear) se mettre à porter;∎ to go into mourning prendre le deuil(g) (hit, run into) entrer dans;∎ a car went into him une voiture lui est rentrée dedans∎ to go into a file aller dans un fichier➲ go off∎ she went off to work elle est partie travailler;∎ her husband has gone off and left her son mari l'a quittée;∎ Theatre the actors went off les acteurs ont quitté la scène(b) (stop operating → light, radio) s'éteindre; (→ heating) s'éteindre, s'arrêter; (→ pain) partir, s'arrêter;∎ the electricity went off l'électricité a été coupée∎ the grenade went off in her hand la grenade a explosé dans sa main;∎ the gun didn't go off le coup n'est pas parti;∎ figurative to go off into fits of laughter être pris d'un fou rire(d) (have specified outcome) se passer;∎ the interview went off badly/well l'entretien s'est mal/bien passé;∎ her speech went off well son discours a été bien reçu(e) (fall asleep) s'endormir(f) British (deteriorate → food) s'avarier, se gâter; (→ milk) tourner; (→ butter) rancir; (→ athlete, sportsperson) perdre sa forme;∎ the play goes off in the second half la pièce se gâte pendant la seconde partie∎ he's gone off classical music/smoking il n'aime plus la musique classique/fumer, la musique classique/fumer ne l'intéresse plus;∎ I've gone off the idea cette idée ne me dit plus rien;∎ she's gone off her boyfriend son copain ne l'intéresse plus;∎ funny how you can go off people c'est drôle comme on se lasse des gens parfois(a) (leave with) partir avec;∎ he went off with the woman next door il est parti avec la voisine(b) (make off with) partir avec;∎ someone has gone off with his keys quelqu'un est parti avec ses clés;∎ he went off with the jewels il s'est enfui avec les bijoux➲ go on(a) (move, proceed) aller; (without stopping) poursuivre son chemin; (after stopping) repartir, se remettre en route;∎ you go on, I'll catch up allez-y, je vous rattraperai (en chemin);∎ they went on without us ils sont partis sans nous;∎ after dinner they went on to Susan's house après le dîner, ils sont allés chez Susan;∎ we went on home nous sommes rentrés(b) (continue action) continuer;∎ she went on (with her) reading elle a continué à ou de lire;∎ the chairman went on speaking le président a continué son discours;∎ "and that's not all", he went on "et ce n'est pas tout", a-t-il poursuivi;∎ you can't go on being a student for ever! tu ne peux pas être étudiant toute ta vie!;∎ go on looking! cherchez encore!;∎ go on, ask her vas-y, demande-lui;∎ familiar go on, be a devil vas-y, laisse-toi tenter!;∎ go on, I'm listening continuez, je vous écoute;∎ I can't go on like this! je ne peux plus continuer comme ça!;∎ if he goes on like this, he'll get fired s'il continue comme ça, il va se faire renvoyer;∎ their affair has been going on for years leur liaison dure depuis des années;∎ the party went on into the small hours la soirée s'est prolongée jusqu'à très tôt le matin;∎ life goes on la vie continue ou va son train;∎ they have enough (work) to be going on with ils ont du pain sur la planche ou de quoi faire pour le moment;∎ here's £25 to be going on with voilà 25 livres pour te dépanner∎ he went on to explain why il a ensuite expliqué pourquoi;∎ to go on to another question passer à une autre question;∎ she went on to become a doctor elle est ensuite devenue médecin(d) (be placed, fit) aller;∎ the lid goes on this way le couvercle se met comme ça;∎ I can't get the lid to go on je n'arrive pas à mettre le couvercle;∎ the cap goes on the other end le bouchon se met ou va sur l'autre bout(e) (happen, take place) se passer;∎ what's going on here? qu'est-ce qui se passe ici?;∎ there was a fight going on il y avait une bagarre;∎ a lot of cheating goes on during the exams on triche beaucoup pendant les examens;∎ several conversations were going on at once il y avait plusieurs conversations à la fois;∎ while the war was going on pendant la guerre∎ as the week went on au fur et à mesure que la semaine passait;∎ as time goes on avec le temps, à mesure que le temps passe∎ she does go on! elle n'arrête pas de parler!, c'est un vrai moulin à paroles!;∎ he goes on and on about politics il parle politique sans cesse;∎ don't go on about it! ça va, on a compris!;∎ I don't want to go on about it, but... je ne voudrais pas avoir l'air d'insister, mais...;∎ what are you going on about now? qu'est-ce que vous racontez?∎ what a way to go on! en voilà des manières!(i) (start operating → light, radio, television) s'allumer; (→ heating, motor, power) s'allumer, se mettre en marche∎ he's going on for forty il va sur ses quarante ans(a) (enter → boat, train) monter dans∎ to go on a journey/a holiday partir en voyage/en vacances;∎ to go on a diet se mettre au régime(c) (be guided by) se laisser guider par, se fonder ou se baser sur;∎ the detective didn't have much to go on le détective n'avait pas grand-chose sur quoi s'appuyer ou qui puisse le guider;∎ she goes a lot on instinct elle se fie beaucoup à ou se fonde beaucoup sur son instinct∎ he's going on forty-five il va sur ses quarante-cinq ans;∎ humorous she's fifteen going on forty-five (wise) elle a quinze ans mais elle est déjà très mûre; (old beyond her years) elle a quinze ans mais elle est vieille avant l'âge∎ I don't go much on abstract art l'art abstrait ne me dit pas grand-chose∎ the boss went on and on at her at the meeting le patron n'a pas cessé de s'en prendre à elle pendant la réunion;∎ he's always going on at his wife about money il est toujours sur le dos de sa femme avec les questions d'argent;∎ I went on at my mother to go and see the doctor j'ai embêté ma mère pour qu'elle aille voir le médecin;∎ don't go on at me! laisse-moi tranquille!∎ my parents made us go out of the room mes parents nous ont fait sortir de la pièce ou quitter la pièce;∎ to go out for a meal aller au restaurant;∎ to go out to dinner sortir dîner;∎ to go out for a walk aller se promener, aller faire une promenade;∎ she's gone out to get a paper elle est sortie (pour) acheter un journal;∎ they went out to the country ils sont allés ou ils ont fait une sortie à la campagne;∎ she goes out to work elle travaille en dehors de la maison ou hors de chez elle;∎ he went out of her life il est sorti de sa vie;∎ she was dressed to go out (ready to leave) elle était prête à sortir; (dressed up) elle était très habillée∎ they went out to Africa (travelled) ils sont partis en Afrique; (emigrated) ils sont partis vivre ou ils ont émigré en Afrique∎ to go out with sb sortir avec qn;∎ we've been going out together for a month ça fait un mois que nous sortons ensemble(d) (fire, light) s'éteindre(e) (disappear) disparaître;∎ the joy went out of her eyes la joie a disparu de son regard;∎ the spring went out of his step il a perdu sa démarche légère;∎ all the heart went out of her elle a perdu courage(f) (cease to be fashionable) passer de mode, se démoder;∎ to go out of style/fashion ne plus être le bon style/à la mode;∎ familiar that hairstyle went out with the ark cette coiffure remonte au déluge∎ the tide has gone out la marée est descendue, la mer s'est retirée;∎ the tide goes out 6 kilometres la mer se retire sur 6 kilomètres∎ I went out to see for myself j'ai décidé de voir par moi-même;∎ we have to go out and do something about this il faut que nous prenions des mesures ou que nous fassions quelque chose(i) (be sent → letter) être envoyé; (be published → brochure, pamphlet) être distribué; (be broadcast → radio or television programme) être diffusé(j) (feelings, sympathies) aller;∎ our thoughts go out to all those who suffer nos pensées vont vers tous ceux qui souffrent;∎ my heart goes out to her je suis de tout cœur avec elle dans son chagrin∎ Agassi went out to Henman Agassi s'est fait sortir par Henman∎ she went all out to help us elle a fait tout son possible pour nous aider□➲ go over(a) (move overhead) passer;∎ I just saw a plane go over je viens de voir passer un avion∎ I went over to see her je suis allé la voir;∎ they went over to talk to her ils sont allés lui parler;∎ to go over to Europe aller en Europe(d) (change, switch) changer;∎ I've gone over to another brand of washing powder je viens de changer de marque de lessive;∎ when will we go over to the metric system? quand est-ce qu'on va passer au système métrique?(e) (change allegiance) passer, se joindre;∎ he's gone over to the Socialists il est passé dans le camp des socialistes;∎ she went over to the enemy elle est passée à l'ennemi(f) (be received) passer;∎ the speech went over badly/well le discours a mal/bien passé(a) (move, travel over) passer par-dessus;∎ the horse went over the fence le cheval a sauté (par-dessus) la barrière;∎ we went over a bump on a pris une bosse∎ would you go over my report? voulez-vous regarder mon rapport?(c) (repeat) répéter; (review → notes, speech) réviser, revoir; (→ facts) récapituler, revoir; School réviser;∎ she went over the interview in her mind elle a repassé l'entretien dans son esprit;∎ I kept going over everything leading up to the accident je continuais de repenser à tous les détails qui avaient conduit à l'accident;∎ let's go over it again reprenons, récapitulons;∎ he goes over and over the same stories il rabâche les mêmes histoires∎ let's go over now to our Birmingham studios passons l'antenne à notre studio de Birmingham;∎ we're going over live now to Paris nous allons maintenant à Paris où nous sommes en direct(move in front of) passer devant; (move beyond) dépasser➲ go round∎ is there enough cake to go round? est-ce qu'il y a assez de gâteau pour tout le monde?;∎ to make the food go round ménager la nourriture∎ we went round to his house nous sommes allés chez lui;∎ I'm going round there later on j'y vais plus tard(d) (be continuously present → idea, tune)∎ that song keeps going round in my head j'ai cette chanson dans la tête(e) (spin → wheel) tourner;∎ figurative my head's going round j'ai la tête qui tourne(f) (make a detour) faire un détour;∎ to go round the long way faire un long détour(tour → museum) faire le tour de;∎ I hate going round the shops j'ai horreur de faire les boutiques(a) (crowd, tunnel) traverser;∎ figurative a shiver went through her un frisson l'a parcourue ou traversée(b) (endure, experience) subir, souffrir;∎ he's going through hell c'est l'enfer pour lui;∎ we all have to go through it sometime on doit tous y passer un jour ou l'autre;∎ I can't face going through all that again je ne supporterais pas de passer par là une deuxième fois;∎ after everything she's gone through après tout ce qu'elle a subi ou enduré;∎ we've gone through a lot together nous avons vécu beaucoup de choses ensemble∎ she goes through a pair of tights a week elle use une paire de collants par semaine;∎ I've gone through the toes of my socks j'ai usé ou troué mes chaussettes au bout;∎ humorous how many assistants has he gone through now? combien d'assistants a-t-il déjà eus?;∎ his novel has gone through six editions il y a déjà eu six éditions de son roman(d) (examine → accounts, document) examiner, vérifier; (→ list, proposal) éplucher; (→ mail) dépouiller; (→ drawer, pockets) fouiller (dans); (→ files) chercher dans; (sort) trier;∎ we went through the contract together nous avons regardé ou examiné le contrat ensemble;∎ did customs go through your suitcase? est-ce qu'ils ont fouillé votre valise à la douane?;∎ he went through her pockets il a fouillé ses poches(e) (of bill, law) être voté;∎ the bill went through Parliament last week le projet de loi a été voté la semaine dernière au Parlement∎ Music let's go through the introduction again reprenons l'introduction;∎ we had to go through the whole business of applying for a visa nous avons dû nous farcir toutes les démarches pour obtenir un visa∎ let's go through it again from the beginning reprenons dès le début(a) (travel through, penetrate) passer, traverser(b) (offer, proposal) être accepté; (business deal) être conclu, se faire; (bill, law) passer, être voté; (divorce) être prononcé;∎ the adoption finally went through l'adoption s'est faite finalement∎ to go through with sth aller jusqu'au bout de qch, exécuter qch;∎ he'll never go through with it il n'ira jamais jusqu'au bout;∎ they went through with their threat ils ont exécuté leur menace∎ the two things often go together les deux choses vont souvent de pair(a) (move towards) aller vers(b) (effort, money) être consacré à;∎ all her energy went towards fighting illiteracy elle a dépensé toute son énergie à combattre l'analphabétisme➲ go under(b) figurative (fail → business) couler, faire faillite; (→ project) couler, échouer; (→ person) échouer, sombrer(c) (under anaesthetic) s'endormir(a) (move, travel underneath) passer par-dessous∎ to go under a false/different name utiliser ou prendre un faux nom/un nom différent;∎ a glue that goes under the name of Stikit une colle qui s'appelle Stikit➲ go up∎ to go up to town aller en ville;∎ I'm going up to bed je monte me coucher;∎ have you ever gone up in an aeroplane? êtes-vous déjà monté en avion?;∎ going up! (in lift) on monte!;∎ to go up in the world faire son chemin(b) (increase → amount, numbers) augmenter, croître; (→ price) monter, augmenter; (→ temperature) monter, s'élever;∎ rents are going up les loyers sont en hausse;∎ meat is going up (in price) (le prix de) la viande augmente;∎ to go up in sb's estimation monter dans l'estime de qn(c) (sudden noise) s'élever;∎ a shout went up un cri s'éleva∎ new buildings are going up all over town de nouveaux immeubles surgissent dans toute la ville(e) (explode, be destroyed) sauter, exploser∎ before the curtain goes up avant le lever du rideau∎ she went up to Oxford in 1950 elle est entrée à Oxford en 1950∎ he went up for murder il a fait de la taule pour meurtre∎ they look set to go up to the First Division ils ont l'air prêts à entrer en première divisionmonter;∎ to go up a hill/ladder monter une colline/sur une échelle;∎ Music the pianist went up an octave le pianiste a monté d'une octave;∎ to go up to sb/sth se diriger vers qn/qch;∎ the path goes up to the front door le chemin mène à la porte d'entrée∎ the book only goes up to the end of the war le livre ne va que jusqu'à la fin de la guerre;∎ I will go up to £100 je veux bien aller jusqu'à 100 livres(a) (accompany, escort) accompagner, aller avec;∎ figurative to go with the crowd suivre la foule ou le mouvement;∎ you have to go with the times il faut vivre avec son temps(b) (be compatible → colours, flavours) aller avec;∎ that hat doesn't go with your suit ce chapeau ne va pas avec ton ensemble;∎ a white Burgundy goes well with snails le bourgogne blanc se marie bien ou va bien avec les escargots(c) (be part of) aller avec;∎ the flat goes with the job l'appartement va avec le poste;∎ the sense of satisfaction that goes with having done a good job le sentiment de satisfaction qu'apporte le travail bien fait;∎ mathematical ability usually goes with skill at chess des capacités en mathématiques vont souvent de pair avec un don pour les échecs∎ euphemism he's been going with other women (having sex) il a été avec d'autres femmesse passer de, se priver de;∎ he went without sleep or without sleeping for two days il n'a pas dormi pendant deux jourss'en passer;∎ we'll just have to go without il faudra s'en passer, c'est toutⓘ Do not pass go, (do not collect £200/$200) Au Monopoly les joueurs tirent parfois une carte qui les envoie sur la case "prison". Sur cette carte sont inscrits les mots do not pass go, do not collect £200 (ou bien do not collect $200 s'il s'agit de la version américaine). Cette phrase, dont la version française est "ne passez pas par la case départ, ne recevez pas 20 000 francs", est utilisée de façon allusive et sur le mode humoristique dans différents contextes: on dira par exemple you do that again and you're going straight to jail, Bill. Do not pass go, do not collect $200 ("refais ça, Bill, et je t'assure que tu iras droit en prison). On peut également utiliser cette expression lorsque quelqu'un essaie de mener un projet à bien mais rencontre des obstacles: the country is trying hard to get back on its feet but because of the civil war it has not even been allowed to pass go, let alone collect £200 ("le pays fait de son mieux pour se rétablir mais la guerre civile n'arrange rien, bien au contraire").ⓘ Go ahead, make my day C'est la formule prononcée par l'inspecteur Harry Callahan (incarné par Clint Eastwood) dans le film Sudden Impact (1983) lorsqu'il se trouve confronté à un gangster. Il s'agit d'une façon d'encourager le bandit à se servir de son arme afin de pouvoir l'abattre en état de légitime défense: "allez, vas-y, fais-moi plaisir". On utilise cette formule par allusion au film et en réaction à une personne qui vient de proférer des menaces. Ainsi, le président Reagan s'en servit en s'adressant à des travailleurs qui menaçaient de se mettre en grève. -
50 carry
ˈkærɪ
1. гл.
1) а) везти, перевозить The ship could carry 70 passengers. ≈ Судно могло перевезти 70 пассажиров. б) нести;
носить;
относить;
переносить He was carrying a briefcase. ≈ Он нес портфель. The bellhops carried the luggage upstairs. ≈ Коридорный отнес вещи наверх. Insects carry the pollen from plant to plant. ≈ Насекомые переносят пыльцу с одного цветка на другой. ∙ Syn: bear, bring, tote, fetch, haul, lug;
move, transport, transmit, convey, transfer, conduct
2) иметь при себе, носить с собой You have to carry a mobile so that they can call you in at any time. ≈ Вы должны всегда иметь при себе сотовый телефон, чтобы они могли дозвониться до вас в любое время.
3) носить, разносить( о болезни) The official number of people carrying the AIDS virus is low. ≈ Официальное число людей, зараженных вирусом спида, невелико. Frogs eat pests which destroy crops and carry diseases. ≈ Лягушки едят насекомых-вредителей, которые уничтожают урожай и разносят болезни.
4) нести на себе тяжесть, подпирать;
поддерживать, подкреплять The walls carry the weight of the roof. ≈ Стены несут на себе тяжесть крыши. The money will carry me through the week. ≈ Это деньги позволят мне продержаться неделю. Syn: support, sustain, maintain, bear, uphold, hold up, prop
5) приносить (доход, процент)
6) сообщать, передавать, распространять All the newspapers carried the story. ≈ Все газеты сообщили об этой истории. Syn: communicate, transmit, disseminate, publish, run
7) доводить( до какого-л. состояния, положения)
8) а) увлекать за собой, вести, руководить б) возвр. держаться;
вести себя
9) а) достигать;
доходить, доноситься;
долетать( о снаряде, звуке) ;
попадать в цель;
брать приступом (крепость и т. п.) б) добиваться, достигать цели The army carried everything before them and gained control of all the important towns in a few weeks. ≈ Армия исполнила все поставленные перед ней задачи и захватила все важнейшие города за одну неделю.
10) проводить;
принимать The bill was carried. ≈ Законопроект был принят.
11) влечь за собой to carry penalty ≈ влечь за собой наказание
12) продолжать, удлинять
13) торговать, продавать, поставлять;
иметь в наличии The shop carries only name brands. ≈ Магазин торгует только фирменными товарами. Syn: supply, stock, keep on hand, display, offer
14) содержать;
заключать The book carries many tables. ≈ В книге много таблиц. ∙ carry about carry along carry around carry away carry back carry before carry down carry forward carry off carry on carry on with carry out carry over carry through to carry smb. off his feet ≈ впечатлять to carry weight ≈ иметь вес, влияние to carry one ≈ (держать) один в уме - carry the day carry all before one carry everything before one
2. сущ.
1) а) переноска;
перевозка, транспортирование, транспортировка б) транспортное средство, средство для перевозки Syn: transport, conveyance
2) воен. положение 'на плечо'
3) дальнобойность( орудия) ;
дальность полета( снаряда;
мяча в гольфе)
4) амер., канад. волок( лодки) переноска;
перевозка дальнобойность (орудия) ;
дальность полета (снаряда) (спортивное) проводка( при гребле) (спортивное) поддержка( в фигурном катании) (военное) положение "на плечо" (шотландское) движение облаков (американизм) волок (математика) перенос (информатика) перенос разряд переноса нести, носить;
- to * a box on one's shoulder нести коробку на плече;
- to * a bag to the house принести сумку в дом;
- ahe was *ing a baby in her arms она несла ребенка на руках;
- a lift is licensed to * a certain number of persons в лифте разрешается подниматься только определенному числу людей;
- he went as fast as his legs could * him он удирал со всех ног;
- to * the war into the enemy's country переносить войну на территорию противника;
- to * back относить обратно, возвращать;
переноситься в прошлое;
- to * smth back to a remote past относить что-л далекому прошлому;
- let me * you back to the day when we first met разрешите напомнить вам день нашей первой встречи;
- that carries me back to my youth это переносит меня в дни моей молодости;
- to * down сносить (вниз) ;
- the body was carried down by the stream тело унесло вниз по течению;
- to * off увести, унести;
похитить;
- to * of a child похитить и унести ребенка;
- to * off a sentry( военное) снять часового вести, возить, перевозить;
- to * by rail перевозить по железной дороге;
- railways and ships * goods железные дороги и пароходы перевозят товары;
- this bicycle has carried me 500 miles на этом велосипеде я проехал 500 миль вести, привести;
- to * a ship to London привести корабль в Лондон;
- to * a horse to water повести лошадь на водопой;
- to * smb. before justice привлечь кого-л к суду, отдать кого-л в руки правосудия выдерживать транспортировку;
- this wine does not * well это вино портится от перевозки иметь при себе, носить;
- to * a watch носить часы;
- to * arms быть вооруженным, носить оружие;
- I never * a walking-stick я никогда не хожу с палкой;
- I never * much money about with me у меня никогда не бывает при себе много денег содержать, заключать;
- this book carries many tables в книге много таблиц;
- this article carries no information в этой статье не содержится никакой информации;
- to * an analogy быть аналогичным;
иметь - to * a wound иметь равнение - to * insurance быть застрахованным;
иметь страховой полис;
- to * a price стоить, иметь цену;
быть в цене;
- to * one (математика) (держать) один в уме;
- the hospital carries a good staff в госпитале хороший персонал;
- how many subjects did you * this term? сколько предметов у тебя было в этом семестре? нести на себе тяжесть, нагрузку;
поддерживать (о колоннах и т. п.) - to * the traffic выдерживать движение (о дороге) выдерживать, выносить;
- he khows how to * his liquor он умеет пить, не пьянея продолжать, удлинять;
доводить;
подводить;
- to * a wall right round a field обнести забором все поле поддерживать материально, оказывать финансовую помощь вести;
- to * the puck вести шайбу;
- to * the melody( американизм) вести мелодию влечь за собой;
- to * a penalty влечь за собой наказание;
- a dicision that carries another решение, влекущее за собой новое решение (американизм) торговать;
иметь в продаже, продавать, держать;
- this shop does not * fruit фрукты в этом магазине не продаются убирать (сено) ;
вывозить (с поля) передавать, проводить (звуки) ;
- pipes * water вода подается по трубам;
- wires * sound звук передается по проводам передавать;
разносить (новости) ;
- he carried the news to everyone in the village он разнес эту новость по всей деревне проводить (электричество) прокладывать (трубы) достигать;
долетать;
- our guns wouldn't * as far as the enemy ships наши снаряды не долетали до кораблей противника доноситься (о звуке) ;
- the sound of the firing carried many miles выстрелы были слышны за много миль;
- his voice did not * beyond the first rows его было слышно только в первых рядах овладеть, захватить, взять;
- to * a position захватить позицию;
- to * by storm брать штурмом;
- to * a fortress взять крепость одержать победу, выиграть;
- to * an election победить на выборах;
- to * case (юридическое) выиграть дело добиться;
отстоять (свои убеждения) ;
- to * one's point отстоять свою позицию;
- I've carried my point я доказал свою правоту принимать (решение) ;
- the bill was carried законопроект был принят;
- to * a motion by a large majority принять предложение большинством голосов проводить (кандидата) носить (ребенка) ;
быть беременной;
- to * a boy быть беременной мальчиком - carried to full time доношенный( о плоде) приносить (доход) (бухгалтерское) переносить;
- to * to the next column перенести в соседнюю графу (американизм) помещать( в газете) ;
- to * a lagre amount of advertising помещать много объявлений;
- newspaper * weather reports в газетах помещаются сообщения о погоде (американизм) (полиграфия) выпускать( военное) брать на плечо - to carry smth. to a certain condition доводить что-л. до какого-л. состояния;
- to * the work to completion завершить работу;
довести работу до конца;
- to * to extremes доводить до крайности - to smth to excess заходить в чем-л слишком далеко, впадать в крайность - to carry smth. with oneself увлечь, завоевать, овладеть;
помнить, хранить в памяти - to * one's audience with one увлечь аудиторию - I always * with me the memory of that child's face у меня всегда перед глазами лицо этого ребенка - to carry oneself in a certain way держаться, иметь какую-л осанку;
вести себя, держать, поступать - * yourself better, don't slouch! держись прямо, не горбись!;
- she carries herself well у нее хорошая осанка;
- he carries himself like a soldier у него военная выправка - to * oneself well держаться хорошо;
- he carried himself bravely он мужественно вел себя > to * all before one преодолеть все препятствия;
сметать все на своем пути;
иметь большой успех, преуспевать;
завоевать сердца;
> to * into effect осуществлять, приводить в исполнение;
проводить в жизнь;
> to * it превозмочь, взять верх;
> to * it away одолеть, победить;
> to * the day одержать победу;
> to * too far заходить или заводить слишком далеко;
> to fetch and * быть на побегушках;
> to * too many guns for smb. оказаться не по силам кому-л;
> to * conviction убеждать, быть убедительным;
> to * weight иметь вес, влияние;
(спортивное) нести дополнительный груз;
> to * smb. high (американизм) дразнить кого-л;
> * me out! сил моих нет!;
больше не могу!;
> to * the can нести ответственность, часто связанную с риском и опасностью ~ проводить;
принимать;
the bill was carried законопроект был принят ~ содержать;
заключать;
the book carries many tables в книге много таблиц;
the hospital carries a good staff в больнице хороший персонал carry брать приступом (крепость и т. п.) ~ везти, перевозить;
to carry hay (corn) убирать сено (хлеб) ;
the wine will not carry well это вино портится от перевозки ~ везти ~ влечь за собой;
to carry penalty влечь за собой наказание ~ волок (лодки) ~ выигрывать ~ дальнобойность (орудия) ;
дальность полета (снаряда;
мяча в гольфе) ~ refl. держаться;
вести себя;
to carry oneself with dignity держаться с достоинством ~ добиться;
to carry one's point отстоять свою позицию;
добиться своего ~ доводить;
to carry to extremes доводить до крайности;
to carry into effect приводить в исполнение, осуществлять ~ достигать;
доходить, доноситься;
долетать (о снаряде, звуке) ;
попадать в цель ~ иметь в продаже ~ вчт. импульс переноса ~ нести, носить, переносить ~ нести на себе тяжесть, поддерживать (о колоннах и т. п.) ~ одерживать победу ~ перевозить ~ перевозка ~ передавать ~ вчт. перенос ~ вчт. переносить ~ переноска;
перевозка ~ поддерживать ~ подтверждать ~ воен. положение "на плечо" ~ приносить (доход, процент) ~ приносить доход ~ проводить;
принимать;
the bill was carried законопроект был принят ~ продолжать, удлинять ~ вчт. сигнал переноса ~ содержать;
заключать;
the book carries many tables в книге много таблиц;
the hospital carries a good staff в больнице хороший персонал ~ торговать, продавать;
держать;
the store also carries hardware магазин торгует также скобяными изделиями ~ увлекать за собой;
he carried his audience with him он увлек слушателей ~ удерживать товар до уплаты покупателем его стоимости ~ утверждать ~ хранить ~ вчт. цифра переноса to ~ all (или everything) before one иметь большой успех;
преуспевать;
выйти победителем;
взять верх to ~ all (или everything) before one преодолевать все препятствия ~ away увлекать ~ away уносить to ~ conviction убеждать, быть убедительным conviction: ~ убеждение;
to carry conviction убеждать, быть убедительным ~ forward = carry over ~ forward продвигать( дело) forward: carry ~ бухг. делать перенос на будущий период carry ~ бухг. делать перенос на другую строку carry ~ бухг. делать перенос сальдо на другой счет carry ~ бухг. переносить на другую страницу carry ~ пролонгировать ~ везти, перевозить;
to carry hay (corn) убирать сено (хлеб) ;
the wine will not carry well это вино портится от перевозки ~ доводить;
to carry to extremes доводить до крайности;
to carry into effect приводить в исполнение, осуществлять effect: to bring to ~, to give ~ to, to carry (или to put) into ~ осуществлять, приводить в исполнение, проводить в жизнь carry into ~ приводить в действие ~ off выдерживать;
though frightened he carried it off very well хотя он и испугался, но не показал вида ~ off выдерживать ~ off выигрывать (приз) ~ off скрашивать ~ off уносить, уводить;
похищать;
захватывать;
to carry off a sentry воен. "снять", захватить часового ~ off уносить ~ off уносить, уводить;
похищать;
захватывать;
to carry off a sentry воен. "снять", захватить часового ~ on вести себя запальчиво;
don't carry on so! веди себя спокойно!, не злись так! ~ on продолжать;
вести (дело) ;
carry on! так держать!, продолжайте в том же духе!;
to carry on hostile acts совершать враждебные действия ~ on продолжать;
вести (дело) ;
carry on! так держать!, продолжайте в том же духе!;
to carry on hostile acts совершать враждебные действия ~ on разг. флиртовать( with) on: carry ~ заниматься carry ~ продолжать ~ on business вести дело ~ on business заниматься предпринимательской деятельностью ~ on business under firm of заключать сделки от имени фирмы ~ on продолжать;
вести (дело) ;
carry on! так держать!, продолжайте в том же духе!;
to carry on hostile acts совершать враждебные действия ~ on trade заниматься торговлей to ~ one мат. (держать) один в уме;
to carry too many guns for one оказаться не по силам (кому-л.) ~ добиться;
to carry one's point отстоять свою позицию;
добиться своего point: to carry one's ~ отстоять свои позиции;
добиться своего;
to gain one's point достичь цели;
off the point некстати ~ refl. держаться;
вести себя;
to carry oneself with dignity держаться с достоинством ~ out выносить (покойника) ~ out выполнять ~ out доводить до конца;
выполнять, проводить;
to carry out in(to) practice осуществлять, проводить в жизнь ~ out доводить до конца ~ out завершать ~ out banking activities выполнять банковские операции ~ out business for purposes of profit вести дело с целью получения прибыли ~ out доводить до конца;
выполнять, проводить;
to carry out in(to) practice осуществлять, проводить в жизнь ~ out instruction выполнять инструкцию ~ out plan выполнять план ~ out research проводить научные исследования ~ out sentence приводить приговор в исполнение ~ out task выполнять задание ~ forward = carry over ~ over делать перенос сальдо на другой счет ~ over отсрочивать ~ over перевозить ~ over бухг. переносить в другую графу, на другую страницу, в другую книгу ~ over переносить в качестве запаса ~ over переносить на будущий период ~ over переносить на другую страницу ~ over пролонгировать ~ влечь за собой;
to carry penalty влечь за собой наказание to ~ the day одержать победу day: ~ победа;
to carry (или to win) the day одержать победу;
the day is ours мы одержали победу, мы выиграли сражение;
to lose the day проиграть сражение to ~ the war into the enemy's country переносить войну на территорию противника to ~ the war into the enemy's country предъявлять встречное обвинение war: to carry the ~ into the enemy's country (или camp) переносить войну на территорию противника;
перен. предъявлять встречное обвинение;
отвечать обвинением на обвинение ~ through доводить до конца ~ through осуществлять ~ through поддерживать ~ through помогать, поддерживать ~ through помогать through: he slept the whole night ~ он проспал всю ночь;
to carry through довести до конца ~ доводить;
to carry to extremes доводить до крайности;
to carry into effect приводить в исполнение, осуществлять to ~ one мат. (держать) один в уме;
to carry too many guns for one оказаться не по силам (кому-л.) to ~ weight иметь вес, влияние complete ~ вчт. полный перенос delayed ~ вчт. задержанный перенос ~ on вести себя запальчиво;
don't carry on so! веди себя спокойно!, не злись так! dot and ~ one перенос в следующий разряд( при сложении) dot and ~ one шутл. учитель арифметики dot: ~ усеивать;
to dot the i's and cross the t's ставить точки над i, уточнять все детали;
to dot and carry one переносить в следующий разряд( при сложении) end-around ~ вчт. циклический перенос ~ увлекать за собой;
he carried his audience with him он увлек слушателей high-speed ~ вчт. быстрый перенос high-speed ~ вчт. ускоренный перенос ~ содержать;
заключать;
the book carries many tables в книге много таблиц;
the hospital carries a good staff в больнице хороший персонал input ~ вчт. входной сигнал переноса look-ahead ~ вчт. ускоренный перенос negative ~ перенос на пассивную сторону баланса output ~ вчт. выходной сигнал переноса positive ~ перенос на активную сторону баланса ripple ~ вчт. сквозной перенос ~ торговать, продавать;
держать;
the store also carries hardware магазин торгует также скобяными изделиями stored ~ вчт. запоминаемый перенос ~ off выдерживать;
though frightened he carried it off very well хотя он и испугался, но не показал вида ~ back: to ~ (smb.) back напоминать( кому-л.) прошлое ~ везти, перевозить;
to carry hay (corn) убирать сено (хлеб) ;
the wine will not carry well это вино портится от перевозки -
51 time
1. [taım] nI1. времяabsolute [relative, objective] time - абсолютное [относительное, объективное] время
with time, in (the) course of time, in (the) process of time, as time goes - с течением времени; по мере того, как идёт время; в конце концов
to the end of time - до скончания века, до конца мира
in the retrospect of time - сквозь призму времени /прошлого/
in the mists of time - во мраке времени; ≅ канувший в Лету
the accumulation of prejudices over time - рост предрассудков на протяжении (многих) веков
time will show - время покажет; ≅ поживём - увидим
time alone could answer the question - только время могло дать ответ на этот вопрос
time presses /is short/ - время не терпит
the unity of time - театр. единство времени
2. 1) время (мера длительности, система отсчёта)Greenwich time - время по Гринвичу, среднеевропейское время
sidereal [solar] time - звёздное [солнечное] время
daylight-saving /summer/ time - летнее время
2) время выполнения (чего-л.)countdown time - время обратного счёта (при запуске ракеты и т. п.)
machine time - вчт. машинное время
3. 1) период времениa long [a short] time - длительное [короткое] время
he was there a long [a short] time - он пробыл там долго [недолго]
it took him a long time to do it /in doing it/, he took a long time doing it /over it/ - ему потребовалось /у него ушло/ немало времени, чтобы сделать это; он немало с этим провозился
what a long time he's taking! - как долго он копается!; сколько же можно копаться?
I didn't see him at the club for some time - некоторое время я не встречал его в клубе
all the time, the whole time - всё (это) время, всегда [ср. тж. 5]
they were with us all the time /the whole time/ - они всё время были с нами
all the time we were working - в течение всего времени, что мы работали
he does it all the time - он всегда /постоянно/ это делает
he's been watching us all the time /the whole time/ - он не переставая /неотрывно/ следил за нами, он ни на секунду не упускал нас из виду
one time and another - а) одно время; б) время от времени
running time (of a film) - кино время демонстрации (фильма)
lead time - время с начала разработки ( оружия) до ввода в боевой состав
idle time - а) простой, перерыв в работе; б) свободное время
time of orbiting - астр. время обращения искусственного спутника
at the /that/ time - в это /в то/ время [см. тж. 4, 2)]
at this time of (the) day - в это время дня [ср. тж. ♢ ]
at one time - одно время, когда-то [см. тж. 4, 2)]
at one time this book was very popular - некогда /было время, когда/ эта книга была очень популярна
for a time - а) на некоторое время, временно; б) некоторое время
for the time being - пока, до поры до времени
in time - со временем [см. тж. 4, 4) и 13, 1)]
I think that we may win in time - думаю, что со временем нам удастся победить
in no time, in less than /next to/ no time - очень быстро, мигом, в два счёта
I'll come back in no time - я моментально вернусь; я обернусь в два счёта
in the same flash of time - в то же мгновение, в тот же миг
to give smb. time to do smth. /for smth./ - дать кому-л. время /срок/ сделать что-л. /для чего-л./
to give smb. time to turn round - дать кому-л. возможность перевести дух, дать кому-л. передышку
the patient has her good time more often now - теперь больная чаще чувствует себя хорошо [ср. тж. 8, 2)]
it takes time - это требует времени, это скоро не сделаешь
2) сезон, пора, времяsowing time - время /пора/ сева, посевной период, посевная
autumn is a good time of year to be in the country - в осеннюю пору хорошо пожить за городом
3) долгое времяhe was gone time before you got there - он ушёл задолго до того, как вы туда явились
what a time it took you! - долго же вы возились!; неужто нельзя было побыстрее?
4. 1) час, точное времяwhat time, at what time - в какое время, в котором часу; когда
to fix /to appoint/ a time - назначить время
to tell time - амер. определять время по часам
to forget the time of the appointment - забыть время свидания /встречи/
to keep (good) [bad] time - хорошо [плохо] идти ( о часах) [ср. тж. 11]
to lose [to gain] time - отставать [спешить] ( о часах)
what is the time?, what time is it? - сколько времени?, который час?
what time do you make it? - сколько (времени) на ваших часах?; сколько сейчас, по-вашему /по-твоему/, времени?
2) момент, мгновение; определённый момент, определённое времяsome time - в какой-то момент, в какое-то время
I'll drop in some time next month - я (к тебе) загляну как-нибудь в следующем месяце
some time (or other) - когда-нибудь, рано или поздно
at times - по временам, время от времени
at the /that/ time - в тот момент, в то время [см. тж. 3, 1)]
at one time - одновременно [см. тж. 3, 1)]
at the same time - в то же самое время, одновременно; в тот же момент [см. тж. ♢ ]
you can't be in two places at the same time - нельзя быть в двух местах одновременно
at any time you like - в любой момент /в любое время/, когда вам будет удобно
at the proper time, when the time comes - в своё время, когда придёт время
we shall do everything at the proper time - мы всё сделаем, когда нужно; ≅ всему своё время
between times - иногда, временами
by this [that] time - к этому [тому] времени
you ought to be ready by this time - к этому времени вы должны быть готовы
it will be nearly two by the time you get down - вы приедете не раньше двух часов
the time has come when... - пришло время /наступил момент/, когда... [ср. тж. 4)]
3) время прибытия или отправления (поезда и т. п.)to find out the times of the London trains - узнать расписание лондонских поездов
4) срок, времяin time - в срок, вовремя [см. тж. 3, 1) и 13, 1)]
on time = in time [ср. тж. ♢ ]
to arrive exactly on time - приехать /прибыть/ минута в минуту /точно в назначенный час/
in due time - в своё время, своевременно
to be in time for smth. - поспеть точно к чему-л.
I was just in time to see it - я успел как раз вовремя, чтобы увидеть это
ahead of time, before one's time - раньше срока [ср. тж. 5]
behind time, out of time - поздно, с опозданием [ср. тж. 5]
to be ten minutes behind [ahead of] time - опоздать [прийти раньше] на десять минут
the train was running (half an hour) behind time - поезд опаздывал (на полчаса)
to make time - амер. прийти вовремя /по расписанию/
(it is) high time - давно пора, самое время
it is time to go to bed /you went to bed/ - пора ложиться спать
time! - время вышло!; ваше время истекло /вышло/
time is drawing on - времени остаётся мало, срок приближается
my time has come - мой час пробил; пришло время умирать [ср. тж. 2)]
the time for feeding is nearing, it's nearing the time for feeding - приближается /подходит/ время /срок/ кормления
5) подходящий момент, подходящее времяnow is the time to go on strike /for going on strike/ - теперь самое время начать забастовку
this is no time /not the time/ to reproach /for reproaching/ me - сейчас не время упрекать меня
5. времена, пора; эпоха, эраour time(s) - наше время, наши дни
hard [troublesome] time(s) - тяжёлые [смутные] времена
peace [war] time - мирное [военное] время
the times we live in - наши дни; время, в которое мы живём
at all times, амер. all the time - всегда, во все времена [ср. тж. 3, 1)]
a book unusual for its time - книга, необычная для своего /того/ времени
from time immemorial /out of mind/ - с незапамятных времён, испокон веку /веков/; искони, исстари
(in) old /ancient, уст. olden/ time(s) - (в) старое время; в древности, в стародавние времена, во время оно
in happier times - в более счастливые времена, в более счастливую пору
in times to come - в будущем, в грядущие времена
abreast of the times - вровень с веком; не отставая от жизни
to be abreast of the times, to move /to go/ with the times - стоять вровень с веком, не отставать от жизни, шагать в ногу со временем [ср. тж. ♢ ]
ahead of the /one's/ time(s) - опередивший свою эпоху, передовой [ср. тж. 4, 4)]
behind one's /the/ time(s) - разг. отстающий от жизни, отсталый [ср. тж. 4, 4)]
to serve the time - приспосабливаться [ср. тж. ♢ ]
other times, other manners - иные времена - иные нравы
these achievements will outlast our time - эти достижения переживут нас /наше время/
time was /there was a time/ when... - было время, когда...
as times go - разг. ≅ по нынешним временам
the time is out of joint ( Shakespeare) - распалась связь времён
6. возрастat his time of life - в его возрасте, в его годы
I have now reached a time of life when... - я достиг того возраста, когда...
7. период жизни, векit was before her time - это было до её рождения; она этого уже не застала
he died before his time - он безвременно умер; ≅ он умер в расцвете сил
if I had my time over again - если бы можно было прожить жизнь сначала /заново/
this hat has done /served/ its time - эта шляпка отслужила своё /отжила свой век/
8. 1) свободное время; досугto have much /plenty of, разг. loads of, разг. heaps of разг. oceans of/ time, to have time on one's hands иметь много /уйму/ (свободного) времени
to have no time, to be hard pressed for time - совершенно не иметь времени, торопиться
I have no time for such nonsense - мне недосуг заниматься такой ерундой /чепухой/
to beguile /to while away/ the time - коротать время
to waste /to squander, to idle away, to trifle away/ one's time - даром /попусту/ терять время
to make up for lost time - наверстать упущенное; компенсировать потери времени
there's no time to lose /to be lost/ - нельзя терять ни минуты
to play for time см. play II ♢
to save time - экономить время, не терять попусту времени
to take one's time - а) не торопиться, выжидать; б) ирон. мешкать, копаться
I need time to rest - мне нужно время, чтобы отдохнуть
time enough to attend to that tomorrow - у нас будет время заняться этим завтра
a lot of time, effort and money has been spent - было потрачено много времени, усилий и денег
2) время (с точки зрения того, как оно проводится); времяпрепровождениеto have a good /a fine/ time (of it) - хорошо провести время, повеселиться [ср. тж. 3, 1)]
to have the time of one's life - а) переживать лучшую пору своей жизни; б) повеселиться на славу; отлично провести время
to have a high old time = to have the time of one's life б)
to have a bad /rough/ time (of it) - а) терпеть нужду /лишения/, хлебнуть горя; повидать всякое; he had a rough time (of it) - ему пришлось туго /нелегко/; б) пережить несколько неприятных минут; she had a bad /rough/ time (of it) with her baby - у неё были трудные роды
to give smb. a rough time - а) заставить кого-л. мучиться; б) заставить кого-л. попотеть, доставить кому-л. несколько неприятных минут
what a time I had with him! - с ним пришлось немало помучиться; ≅ уж как он изводил меня!
the patient had a bad time for three hours before the medicine worked - больной три часа мучился, прежде чем подействовало лекарство
9. 1) рабочее времяtask time - время для выполнения какой-л. работы
full [part] time - полный [неполный] рабочий день
to work full [part] time - работать полный [неполный] рабочий день
to turn to writing full time - образн. полностью посвятить себя писательству
to work /to be/ on short time - работать сокращённую рабочую неделю, быть частично безработным
2) плата за работуwe offer straight time for work up to 40 hours and time and a half for Saturdays - мы платим полную ставку за 40-часовую рабочую неделю и полторы ставки за работу по субботам
10. (удобный) случай, (благоприятная) возможностьto watch /to bide/ one's time - ждать благоприятного момента
now's your time - разг. теперь самое время вам действовать и т. п.
11. спорт. времяto keep time with one's stop watch - засекать время с помощью секундомера [ср. тж. 4, 1) и 13, 1)]
12. 1) интервал между раундами ( бокс)to call time - давать сигнал начать или кончить схватку
2) тайм; период, половина игры ( футбол)13. 1) скорость, темп; такт; размер; ритмsimple time - муз. простой размер
compound time - муз. сложный размер
waltz [march] time - ритм вальса [марша]
in time - а) ритмичный; б) ритмично; [см. тж. 3, 1) и 4, 4)]
out of time - а) неритмичный; б) неритмично
to march in quick [in slow] time - идти быстро [медленно]
to keep /to beat/ time - отбивать такт; выдерживать такт /ритм/ [ср. тж. 11]
to break into quick time - ускорить шаг, перейти на ускоренный шаг
to quicken [to slow] the time - убыстрять /ускорять/ [замедлять] темп
2) стих. мора14. библ. годII1. 1) раз, случайa dozen [several] times - много [несколько] раз
four times running - четыре раза подряд /кряду/
the first [the second] time - (в) первый [(во) второй] раз
this is the third time he has come - вот уже третий раз, как он приходит
the one time I got good cards - единственный раз, когда у меня были хорошие карты
at a time - разом, сразу, одновременно [см. тж. 2]
to do one thing at a time - делать по очереди, не браться за всё сразу
to do two things at a time - делать две вещи одновременно /зараз/
time after time - повторно; тысячу раз
times out of /without/ number - бесчисленное количество раз
time and again, time and time again - снова и снова
he said it time and again - он не раз говорил это; он не уставал повторять это
I had to prove it time and time again - мне приходилось доказывать это вновь и вновь /снова и снова, бессчётное количество раз/
from time to time - время от времени, от случая к случаю
nine times out of ten - в девяти случаях из десяти; в большинстве случаев
I've told you so a hundred [a thousand] times - я тебе это говорил сто [тысячу] раз
2) разthree times six is /are/ eighteen - трижды шесть - восемнадцать
2. каждый раз; каждый случай; каждая штукаit costs me 3 pounds a time to have my hair done - каждый раз я плачу 3 фунта за укладку волос
pick any you like at 5 dollars a time - разг. выбирайте любую по 5 долларов штука
at a time - за (один) раз, за (один) приём [см. тж. 1, 1)]
to run upstairs two at a time - бежать вверх по лестнице через две ступеньки
to read a few pages at a time - читать не больше нескольких страниц за раз /за один присест/
3. раз, кратthree times as wide [as tall] - в три раза /втрое/ шире [выше]
three times as much /as many/ - втрое больше
you'll get two times your clock - я заплачу вам вдвое больше, чем по счётчику ( предложение таксисту)
♢
the big time - верхушка лестницы, верхушка пирамиды; сливки общества
to be in the big time, to have made the big time - принадлежать к сливкам общества, входить в элиту
the time of day - а) положение вещей /дел/; б) последние сведения /данные/
at this time of day - а) так поздно; б) на данном этапе; после того, что произошло; [ср. тж. I 3, 1)]
to know the time of day - а) быть настороже; б) быть искушённым (в чём-л.)
to give smb. the time of day - а) обращать внимание на кого-л. (особ. с отрицанием); б) = to pass the time of day with smb.
to pass the time of day with smb. - здороваться с кем-л.
that's the time of day! - такие-то дела!, значит, дело обстоит так!
against time - а) в пределах установленного времени; to talk against time - стараться соблюсти регламент [см. тж. в)]; to work against time - стараться уложить /кончить работу/ в срок; б) с целью побить рекорд; to run against time - стараться побить ранее установленный рекорд; в) с целью выиграть время; to talk against time - говорить с целью затянуть время ( при обструкции в парламенте) [см. тж. а)]; г) в большой спешке
at the same time - тем не менее, однако [см. тж. I 4, 2)]
your statement is not groundless; at the same time it is not wholly true - ваше замечание не лишено основания, однако оно не совсем правильно
in good time - а) со временем, с течением времени; you'll hear from me in good time - со временем я дам о себе знать; б) своевременно; в) заранее, заблаговременно; to start [to come] in good time - отправиться [прийти] заблаговременно; come in good time! - не опаздывай!; all in good time - всё в своё время
in bad time - не вовремя; поздно, с опозданием
on time - амер. в рассрочку [ср. тж. I 4, 4)]
once upon a time - давным-давно; во время оно; когда-то
to buy time - а) выигрывать время; б) оттягивать /тянуть/ время, канителить
to have a thin time см. thin I ♢
to have a time - а) переживать бурное время; б) испытывать большие трудности
to have no time for smb. - плохо выносить кого-л.
to make time - поспешить, поторопиться
we'll have to make time to catch the train - нам нужно поспешить, чтобы не /если мы не хотим/ опоздать на поезд
to make good time - быстро преодолеть какое-л. расстояние
to make a time about /over/ smth. - амер. волноваться, суетиться по поводу чего-л.; шумно реагировать на что-л.
to mark time - а) шагать на месте; б) оттягивать /тянуть/ время; в) выполнять что-л. чисто формально, работать без души
to do time - отбывать тюремное заключение, отсиживать свой срок
to serve /to complete/ one's time - а) отслужить свой срок ( в период ученичества); б) отбыть срок ( в тюрьме); [ср. тж. I 5]
to near the end of one's time - а) заканчивать службу ( о солдате); б) заканчивать срок ( о заключённом)
to sell time - амер. предоставлять за плату возможность выступить по радио или телевидению
to take /to catch/ time by the forelock - действовать немедленно; воспользоваться случаем, использовать благоприятный момент
to go with the times - плыть по течению [см. тж. I 5]
there's no time like the present см. present1 I 1
time works wonders - время делает /творит/ чудеса
it beats my time - амер. это выше моего понимания
lost time is never found again - посл. потерянного времени не воротишь
a stitch in time saves nine см. stitch I ♢
2. [taım] atime is money - посл. время - деньги
1. связанный с временемtime advantage - спорт. преимущество во времени
2. снабжённый часовым механизмом3. связанный с покупками в кредит или с платежами в рассрочку4. подлежащий оплате в определённый срок3. [taım] v1. выбирать время; рассчитывать (по времени)to time oneself well - удачно выбрать время прихода /приезда/
to time one's blows skilfully - искусно выбирать момент для (нанесения) удара
to time one's march through the city - выбрать время для марша по улицам города
the publication of the book was well timed - книга была опубликована в самый подходящий момент
2. назначать или устанавливать время; приурочиватьhe timed his arrival for six o'clock - он намечал свой приезд на шесть часов
the train was timed to reach London at 8 a.m. - поезд должен был прибыть в Лондон в 8 часов утра
3. 1) ставить ( часы)to time all the clocks in the office according to the radio - поставить все часы в конторе /в бюро/ по радио
to time one's watch by the time signal - ставить часы по сигналу точного времени
the alarm-clock was timed to go off at nine o'clock - будильник был поставлен на девять часов
2) задавать темп; регулировать (механизм и т. п.)4. отмечать по часам; засекать; определять время; хронометрироватьto time the horse for each half mile - засекать время лошади на каждой полумиле
to time how long it takes to do it - засечь, сколько времени требуется, чтобы сделать это
I timed his reading - я следил за его чтением /за скоростью его чтения/ по часам
5. 1) рассчитывать, устанавливать продолжительностьclockwork apparatus timed to run for forty-eight hours - часовой механизм, рассчитанный на двое суток работы
2) выделять время для определённого процессаto time one's exposure correctly - фото сделать /поставить/ нужную выдержку
6. (to, with)1) делать в такт2) редк. совпадать, биться в унисон7. тех. синхронизировать -
52 run
1. [rʌn] nI1. 1) бег, пробегat a run - бегом [см. тж. ♢ ]
to cross exposed areas at a run - воен. преодолевать открытые участки перебежками
on the run - а) на ходу, в движении; to be on the run all day - быть весь день в бегах; б) второпях; [см. тж. 2) и 3)]
to keep smb. on the run - а) не давать кому-л. остановиться; б) не давать кому-л. покоя
to break into a run - побежать, пуститься бегом
to make a run for it - а) броситься куда-л. со всех ног; б) сделать перебежку куда-л. (под пулями и т. п.)
he took a short run and cleared the fence - он разбежался и перепрыгнул через забор
there was no run left in me - я больше не мог /у меня больше не было сил/ бежать
2) бегство; беспорядочное отступлениеto be on the run - поспешно отступать, бежать [см. тж. 1) и 3)]
to keep the enemy on the run - воен. не давать противнику закрепляться ( в ходе преследования)
3) побег; нахождение в бегахthe criminal was on the run - преступник был в бегах [см. тж. 1) и 2)]
he is on the run from the police - он скрывается /бегает/ от полиции
4) короткая прогулка (пешком, на лошади и т. п.); пробежкаto go for a run - а) пробежаться; б) проехаться (в автомобиле, на лошади и т. п.)
to go for a short run before breakfast - а) немного пробежаться /сделать небольшую пробежку/ перед завтраком; б) совершить небольшую (автомобильную, верховую и т. п.) прогулку перед завтраком
to give smb. a run - дать пробежаться
I was giving my dog a run in the park - я пустил свою собаку побегать в парке
2. короткая поездкаgood run! - счастливого пути!
3. рейс, маршрутship's run - маршрут /рейс/ корабля
the boat was taken off its usual run - судно было снято со своего обычного рейса
4. 1) переходtrial run - испытательный пробег [см. тж. II 1]
it is a two hour's run from London - это находится в двух часах езды от Лондона
2) ж.-д. перегон, прогон3) ав. полёт; перелёт5. 1) пройденное расстояние; отрезок пути2) ж.-д. пробег (локомотива, вагона)3) ав. отрезок трассы7. 1) тропа ( проложенная животными)2) колея ( след от транспорта)8. период, отрезок ( времени), полосаa run of success [of good luck] - полоса успеха [везения /удачи/]
a run of ill luck - несчастливая полоса, полоса невезения
9. 1) направлениеthe run of the mountains is S.W. - горы тянутся на юго-запад
2) геол. направление рудной жилы10. партия ( изделий)11. тираж (книги и т. п.)12. спорт. ( в крикете и бейсболе)1) единица счёта2) перебежка3) очко за перебежку13. 1) стадо ( животных)2) стая ( птиц)3) косяк ( рыбы)14. карт. ряд, серияa run of cards - карты одной масти, идущие подряд по достоинству; «стрит» ( в покере)
15. средний тип, сорт или разрядthe general run of smth. - что-л. обычное /среднее/
an ordinary run of cloth - обыкновенный /стандартный/ сорт ткани
the common /general, ordinary/ run of men - обыкновенные люди
out of the run - необыкновенный, из ряда вон выходящий, незаурядный
above the ordinary run of mankind - необыкновенный, незаурядный
not like the common run of girls - не такая, как все девушки
16. спросa run on rubber [on a book] - большой спрос на резину [на книгу]
the book had a considerable run - книга пользовалась спросом; книга хорошо распродавалась
a run on the bank - ком. наплыв в банк требований о возвращении вкладов, массовое изъятие вкладов из банка
17. разг. разрешение, право пользоваться (чем-л.)to have the run of smb.'s house - иметь право распоряжаться в чьём-л. доме
to give smb. the (free) run of one's house [books] - разрешить кому-л. (свободно, беспрепятственно) распоряжаться /пользоваться/ своим домом [своими книгами]
I had the run of a well-stocked library - в моём полном распоряжении оказалась богатая библиотека
18. 1) загон (для овец и т. п.)2) вольер (для кур и т. п.)3) австрал. пастбище, особ. овечье4) австрал. скотоводческая ферма19. амер. ручей, поток20. 1) сильный прилив, приток (воды и т. п.)2) амер. ток ( жидкости); истечение21. уклон, трасса22. обвал, оползень23. труба, жёлоб, лоток ( для воды)24. длина (провода, труб)a 500 ft run of pipe - пятисотфутовый отрезок трубы; труба длиной в пятьсот футов
25. размер ( стиха)26. 1) ход рыбы на нерест2) нерестящаяся рыба27. марш ( лестницы)28. мор. кормовое заострение ( корпуса)29. муз. руладаII1. ход, работа, действие (мотора, машины)test /trial/ run - испытание (машины, оборудования и т. п.) [см. тж. I 4, 1)]
an experimental run to test the machinery - опытный /пробный/ запуск агрегата
2. течение, ход (событий и т. п.)the run of the disease - ход /течение/ болезни
the usual /ordinary/ run of things - обычное положение вещей
the run of the market - ком. общая тенденция рыночных цен
3. демонстрирование, показ, просмотр (фильма, спектакля)the first run of the film - премьера кинофильма, выпуск кинофильма на экран
4. провоз ( контрабанды)5. ав. заход на цель (тж. bombing run)6. амер. спустившаяся петля ( на чулке)7. серия ( измерений)♢
at a run - подряд, один за другим [см. тж. I 1, 1)]
in the long run - в конце концов; в конечном счёте; в общем
to go with a run - ≅ идти как по маслу
prices [temperature] came down with a run - цены [температура] резко упали [упала]
to give smb. /to let smb. have/ a good run for his money - а) предоставить кому-л. все удовольствия на свете (обыкн. ирон.); б) заставить кого-л. побегать, поволноваться и т. п.
it's all in the day's run - это всё обычно, мы ко всему этому привыкли
2. [rʌn] athe run of one's teeth - бесплатное питание (обыкн. за проделанную работу)
1. жидкий; расплавленный; растопленный2. вылитый в расплавленном состоянии; литой3. отцеженный, отфильтрованный4. разг. контрабандный5. нерестящийсяrun fish - рыба, пришедшая в пресную воду на нерест
6. спец. мягкийrun coal - мягкий или сыпучий уголь; мягкий битуминозный уголь; рядовой уголь
7. диал. свернувшийся, скисший ( о молоке)3. [rʌn] v (ran, run)I1. бежать, бегатьto run fast [slowly, as hard as one can, like a deer] — бегать быстро [медленно, изо всех сил, как олень]
to run a mile — пробежать милю [ср. тж. II А 6, 2)]
to run about the streets [the fields] — бегать /носиться/ по улицам [по полям]
to run at smb.'s heels — бежать рядом ( о собаке)
to run past smb. — пробежать мимо кого-л.
to run after smb. — а) бежать за кем-л.; run after him — беги за ним!, догони его!; б) ухаживать, «бегать» за кем-л.
run after smth. — бежать за чем-л.
to run for smb. — сбегать за кем-л.
to run to smb. for help — побежать к кому-л. за помощью
she always runs to me in case of trouble — когда у неё неприятности, она всегда прибегает /обращается/ ко мне
I must run now — я должен уже бежать, мне пора (уходить)
2. гнать, подгонятьhe ran me breathless /off my logs, off my feet/ — он меня совершенно загнал, он меня загнал до изнеможения
3. убегать, спасаться бегством (тж. run away, run off)to run from smb., smth. — убегать от кого-л., чего-л.
to run for it — разг. удирать, спасаться, искать спасения в бегстве
to run for one's life /for dear life/ — разг. бежать /удирать/ изо всех сил
to run before the sea — мор. уходить от волны
to run out of range — воен. выходить за пределы досягаемости ( огня)
4. 1) двигаться, катиться, скользитьto run on rails — ходить /двигаться/ по рельсам
to run off the rails — а) сойти с рельсов (о поезде, трамвае); б) сбиться с пути (праведного); в) ≅ с катушек долой
the ship ran before the wind — а) корабль плыл с попутным ветром; б) мор. корабль шёл на фордевинд
life runs smoothly for her — её жизнь течёт гладко /спокойно/
2) амер. разг. катать в автомобиле (кого-л.)5. 1) ходить, следовать, курсировать, плаватьto run every three minutes [daily] — ходить каждые три минуты [ежедневно]
to run behind schedule — опаздывать, отставать от расписания
to run straight for — мор. идти прямо в
to run off the course — мор. сбиваться с курса
to run in with the shore — мор. идти вдоль берега
2) двигаться, идти ( с определённой скоростью)this train runs at 50 miles an hour — этот поезд делает /идёт со скоростью/ пятьдесят миль в час
we run from forty to fifty miles a day — мы проходим /делаем/ от сорока до пятидесяти миль в день
3) съездить (куда-л.) на короткий срокto run up to town (for a day or two) — съездить в город (обыкн. в Лондон) (на день-два)
to run up and visit smb. — съездить к кому-л. погостить
to run down to the country — съездить в деревню /в провинцию/ (обыкн. из Лондона)
4) ав. совершать пробег, разбег5) ав. заходить на цель6. 1) бежать, лететь, протекать ( о времени)time runs fast — время бежит /летит/
2) идти, происходить (о событиях и т. п.)7. проноситься, мелькатьthoughts run in /through/ one's head [mind] — мысли мелькают /проносятся/ в голове [в уме]
8. (быстро) распространятьсяa rumour ran through the town — по городу разнёсся /распространился, пополз/ слух
the news ran like wildfire /like lightning/ — новость распространилась с молниеносной быстротой
a murmur ran through the ranks — ропот пробежал /прокатился/ по рядам
a cheer ran down the line — возгласы одобрения /крики ура/ прокатились по строю
I felt the blood running to my head — я почувствовал, как кровь ударила /бросилась/ мне в голову
9. 1) тянуться, простираться, расстилатьсяto run north and south — тянуться /простираться/ на север и на юг
this line runs from... to... — этот маршрут проходит от... до..., эта линия соединяет...
2) ползти, виться ( о растениях)10. проводить, прокладывать11. 1) быть действительным на определённый срок2) распространяться на определённую территорию, действовать на определённой территорииso far as British justice runs — там, где действует британское правосудие
3) иметь хождение ( о деньгах)4) сопровождать в качестве непременного условияa right-of-way that runs with the land — земля, через которую проходит полоса отчуждения (шоссе и т. п.)
12. 1) течь, литься, сочиться, струитьсяthis river runs smoothly — эта река течёт плавно /спокойно/
wait till the water runs hot — подожди, пока не пойдёт горячая вода
blood ran in torrents — кровь текла /лилась/ ручьём
till the blood ran — пока не потекла /не показалась/ кровь
tears ran down her cheeks — слёзы текли /катились/ по её щекам /лицу/
her eyes ran with tears — её глаза наполнились слезами; из её глаз потекли слёзы
the kettle is beginning to run — чайник закипает /льётся через край/
the scolding ran off him like water off a duck's back — его ругают, а с него как с гуся вода
2) протекать, течьthis tap [barrel, pen] runs — этот кран [бочонок, эта ручка] течёт
his nose was running, he was running at the nose — у него текло из носу
his eyes run — у него слезятся /гноятся/ глаза
3) разливаться, расплываться4) таять, течь5) (into) сливаться, переходить (во что-л.)to run into one — сливаться, объединяться воедино
to run into one another — переходить один в другой, сливаться в одно
13. лить, наливатьto run water into a bath-tub — наливать воду в ванну, напускать ванну
14. 1) вращатьсяa wheel [a spindle] runs — колесо [шпиндель] вращается
to run (up)on an axis — а) вращаться вокруг оси; б) вращаться на оси
2) (on, upon) касаться (какой-л. темы и т. п.)his mind kept running on the problem — его мысли всё время вертелись вокруг этой проблемы; он всё время думал об этой проблеме
our talk /the conversation/ ran on recent events — мы всё время говорили /разговор шёл/ о недавних событиях
3) (over) касаться, слегка дотрагиваться до (чего-л.)15. гласитьthe story runs that (the bank will close) — говорят, что (банк закроется)
the proverb runs like this — вот как звучит эта пословица, эта пословица гласит
16. проходить; преодолевать ( препятствие)to run rapids — преодолевать пороги, проходить через пороги
17. линять18. амер., австрал. дразнить (кого-л.), приставать (к кому-л.), дёргать (кого-л.)19. стр. покрывать штукатуркойII А1. руководить (учреждением и т. п.); вести (дело, предприятие и т. п.)to run a business — вести дело, управлять предприятием
to run a factory — управлять фабрикой, быть управляющим на фабрике
to run a theatre — руководить театром, быть директором театра
to run the house (for smb.) — вести (чьё-л.) хозяйство
to run the show — разг. заправлять (чем-л.)
who is running the show? — разг. кто здесь главный?
2. 1) управлять ( автомобилем); водить (автобус и т. п.)to run the engine — запускать двигатель /мотор/
to run a car into a garage [off the road] — поставить автомобиль в гараж [съехать на обочину]
2) водить корабль без конвоя ( во время войны)to run (the) trials — мор. а) производить ходовые испытания; б) проходить ходовые испытания
4. работать, действовать ( о машине)the motor runs smoothly [very nice] — мотор работает ровно /спокойно/ [хорошо]
you mustn't let the machine run free /idle/ — ты не должен допускать, чтобы машина работала вхолостую /на холостом ходу/
an engine that runs at a very high speed — мотор, работающий на больших скоростях
5. 1) пускать ( линию); открывать (трассу, сообщение)an express train runs between these cities — между этими городами ходит поезд /есть железнодорожное сообщение/
2) отправлять (автобусы и т. п.) на линию, по маршруту6. 1) проводить (соревнования, бега, скачки; тж. run off)we are running a competition to find new dancers — мы проводим конкурс, чтобы выявить новых танцоров
2) участвовать (в соревнованиях, в беге, в скачках)to run (in) a race — участвовать в соревнованиях по бегу или в скачках
to run (a race over) a mile — участвовать в беге на одну милю [ср. тж. I 1]
3) занимать место (в соревнованиях и т. п.)to run second [third] — прийти вторым [третьим]
my horse ran last — моя лошадь пришла последней /заняла последнее место/
also ran — также участвовала (в соревнованиях и т. п. — о лошадях), но не заняла призового места [см. тж. ♢ ]
7. 1) демонстрировать, показывать (пьесу, фильм)2) идти (о пьесе, фильме)the film runs for nearly 21/2 hours — фильм идёт почти два с половиной часа
8. 1) перевозить, транспортировать ( груз)to run smb. into London — отвезти кого-л. в Лондон
2) провозить контрабандойto run liquor [drugs, arms] — нелегально /контрабандой/ провозить спиртные напитки [наркотики, оружие]
9. 1) преследовать, травить (зверя и т. п.)to run to earth — а) загнать в нору; б) скрыться в нору; в) выследить; найти, обнаружить; настигнуть; I was run to earth by Ben — Бен еле-еле разыскал меня; to run a quarry to earth — настичь, жертву; г) спрятаться, притаиться
2) преследовать ( по суду)10. подвергаться (риску, опасности)to run risks /hazards, chances/ — рисковать
we ran a chance of getting no dinner — мы могли /нам грозило, мы рисковали/ остаться без обеда
you run the danger of being suspected of theft — есть опасность, что вас заподозрят в краже
11. печатать, опубликовывать, помещать (в газете, журнале)to run a story on the third page — помещать /давать/ рассказ на третьей странице
12. 1) баллотироваться ( на пост)to run for parliament [for office, for president] — баллотироваться в парламент [на (какую-л.) должность, на пост президента]
2) выставлять ( кандидатуру)to run a candidate — выставлять /выдвигать/ кандидата
who(m) will the Republicans run against the Democratic candidate? — кого выставят республиканцы против кандидата (от) демократической партии?
13. выполнять ( поручение)to run errands — а) выполнять поручения; б) быть на посылках, на побегушках
to run messages — быть посыльным, разносить телеграммы и т. п.
14. болтать; распускать ( язык)15. спускаться ( о петле)16. смётывать (платье и т. п.); сшить на скорую руку (тж. to run up)17. идти ( на нерест)18. 1) плавить ( металл)2) лить, отливать ( металл)19. отставать ( о коре деревьев)20. ударить ( по шару), покатить ( шар — в биллиарде)21. диал.1) скисать, свёртываться ( о молоке)2) квасить, приводить к свёртыванию ( молоко)II Б1. to run across smb., smth. случайно встретить кого-л., что-л., случайно встретиться с кем-л., чем-л.; натолкнуться на кого-л., что-л.I ran across him in the street — я случайно встретился /столкнулся/ с ним на улице
2. to run against smth. наталкиваться, налетать, наскакивать на что-л., сталкиваться с чем-л.to run against a rock — наскочить на скалу, удариться о скалу
3. to run against smb. идти, действовать, выступать против кого-л.4. to run smth. against smth. столкнуть что-л. с чем-л.; стукнуть что-л. обо что-л.to run one's head against a wall — а) стукнуться головой о стену; б) прошибать лбом стену
5. to run smb., smth. against smb. выдвигать кого-л., что-л. против кого-л.6. to run at smb., smth. нападать, набрасываться, накидываться на кого-л., что-л.to run at smth. with a knife — броситься на кого-л. с ножом
7. to run into smth.1) налетать, наскакивать, наталкиваться на что-л., сталкиваться с чем-л.to run into a wall [into a tree, into a boulder] — налететь на стену [на дерево, на камень]
to run into a gale — мор. попасть в шторм
climbing higher, we ran into thick mist — поднявшись выше, мы попали в густой туман /оказались в густом тумане/
2) попадать в какое-л. положениеto run into danger [into mischief, into trouble] — попасть в опасное положение [в беду]
we expect to run into a few snags before the machine is ready for production — вполне возможно, что прежде чем машина будет готова к запуску в производство, в ней обнаружатся некоторые недоделки
3) достигать определённого количества, исчисляться определённой суммойthe damages ran into thousands — компенсация за убытки исчислялась тысячами /достигала нескольких тысяч/ (фунтов)
the ship runs into so many tons displacement — мор. корабль имеет водоизмещение, достигающее стольких-то тонн
8. to run into smb. случайно встретить кого-л., столкнуться с кем-л.to run slap into smb. — разг. налететь на кого-л., столкнуться лицом к лицу с кем-л.
9. to run smth., smb. into smth.1) втыкать, вгонять, вонзать что-л. во что-л.2) вводить, ставить; кого-л. в что-л.to run smb. into expense — ввести кого-л. в расход
to run smb. into difficulties — поставить кого-л. в трудное положение
10. to run smth., smb. into smth., smb. столкнуть что-л., кого-л. с чем-л., кем-л.; заставить что-л., кого-л. налететь, наскочить, натолкнуться на что-л., на кого-л.he lost control of the car and ran it into a lamp-post — он потерял управление и врезался в фонарный столб
11. to run on smth. = to run upon smth.12. to run out of smth. истощать запас чего-л.; иссякать (о запасах и т. п.)to run out of ammunition — воен. израсходовать боеприпасы
to run out of altitude — ав. терять высоту полёта
13. to run smth. over smth., smb. проводить чем-л. по чему-л., кому-л.to run one's hand [fingers] (down [up]) over his face [her] — провести рукой [пальцами] (вниз [вверх]) по его лицу [по ней]
to run an eye over smth., smb. — окинуть взглядом, бегло осмотреть что-л., кого-л.
he ran a rapid eye over the papers — он бросил быстрый взгляд на бумаги /газеты/, он быстро пробежал глазами бумаги /газеты/
14. to run smth. through smth. продевать, пропускать что-л. через что-л.to run a thread through an eyelet — продеть нитку в ушко /в петлю/
to run one's fingers [a comb] through one's [smb.'s] hair — провести пальцами [расчёской] по своим [по чьим-л.] волосам
to run a pen [a pencil] through smth. — зачеркнуть /прочеркнуть, перечеркнуть/ что-л. ручкой [карандашом]
15. to run smth. through smb., to run smb. through with smth. пронзать, прокалывать кого-л. чем-л.to run a sword through smb., to run smb. through with a sword — проколоть /проткнуть, пронзить/ кого-л. шпагой
16. to run through smth.1) бегло прочитывать /просматривать/ что-л.to run through the text [papers] — бегло /быстро/ просмотреть текст /бумаги/
2) разг. повторять (особ. вкратце)I'll just run through the main points of the subject — разрешите вкратце напомнить главные разделы этой темы
would you mind running through your proposals? — пожалуйста, перечислите вкратце ваши предложения
3) репетироватьI'd like to run you through that scene you have with Ophelia — я бы хотел повторить вашу сцену с Офелией
4) тратитьto run through money /fortune/ — промотать деньги /состояние/
17. to run over smth.1) бегло просматривать, пробегать (что-л. глазами)to run over a text [one's part, the names] — просматривать текст [свою роль, список имён]
2) повторять3) репетировать; прослушивать актёра, читающего рольjust run over my lines with me before the rehearsal begins — пожалуйста, послушайте мою роль, пока ещё не началась репетиция (всей пьесы)
18. to run to smth.1) тяготеть к чему-л., иметь склонность к чему-л.to run to fat — а) быть предрасположенным к полноте; б) разг. толстеть, жиреть; в) превращаться в жир
to run to sentiment — а) быть склонным к сентиментальности; б) быть сентиментальным
to run to any length /to anything/ — пойти на что угодно
to run to forgery — пойти на подделку (подписи, документов)
2) достигать (суммы, цифры)the increase may run to ten thousand pounds — увеличение может достигнуть суммы в десять тысяч фунтов
that will run to a pretty penny — это влетит /встанет/ в копеечку
3) хватать, быть достаточным19. to run (up)on smth. неожиданно, внезапно встретиться с чем-л., натолкнуться, наскочить на что-л.to run (up)on rocks — а) потерпеть крушение; б) натолкнуться на непреодолимые препятствия
to run on a mine — мор. наскочить на мину
20. to run smth. (up)on smth. натолкнуть на что-л., заставить наехать на что-л.21. to run smb. up /over, down/ to some place отвезти кого-л. куда-л.to run smb. up to town — отвезти кого-л. в город (обыкн. в Лондон)
22. to run with smb. преим. амер. общаться с кем-л.; водить компанию с кем-л.a ram running with ewes — баран, пасущийся с овечками
23. to run counter to smth. противоречить, идти вразрез с чем-л.III А1. становиться, делатьсяto run dry — а) высыхать; the river ran dry — река высохла /пересохла/; б) выдыхаться, иссякать
my imagination ran dry — моё воображение истощилось, моя фантазия иссякла
to run high — а) подниматься ( о приливе); б) волноваться ( о море); the sea runs high — море волнуется; в) разгораться ( о страстях); passions /feelings/ ran high — страсти разгорались /бушевали/; г) возрастать ( о ценах)
the tide is running strong — вода быстро прибывает, прилив быстро поднимается
to run low — а) понижаться, опускаться; б) истощаться, иссякать, быть на исходе; кончаться
supplies ran low — запасы были на исходе /кончались/
his funds [stores] are running low — его фонды [запасы] подходят к концу
to run short — истощаться, подходить к концу
I have run short of money, my money has run short — у меня кончились деньги, мне не хватило денег
to run wild — а) бурно разрастаться; the garden is running wild — сад зарастает; б) расти без присмотра; не получить образования; в) разойтись, разыграться; his imagination ran wild — его воображение разыгралось; г) не знать удержу, пуститься во все тяжкие
2. быть, являтьсяthe apples [pears] run large /big/ this year — в этом году яблоки [груши] крупные
they run in all shapes — они бывают разной формы /всех видов, всякие, разные/
to run in the blood /in the family/ — быть наследственным
courage [the collecting spirit, fondness for music] runs in the family — храбрость [страсть к коллекционированию, любовь к музыке] — это у них семейное
3. иметьI think I am running a temperature — мне кажется, что у меня (поднимается) температура
he always runs a fever if he gets his feet wet — его всегда лихорадит, если он промочит ноги
♢
an also ran — неудачник [см. тж. II А 6, 3)]
to run riot см. riot I ♢
to run the show — распоряжаться; быть во главе; ≅ командовать парадом
to run smth. close — быть почти равным (по качеству и т. п.)
to run smb. close — а) быть чьим-л. опасным соперником; б) быть почти равным кому-л.
to run to cover — уйти от /избежать/ опасности; принять меры предосторожности
to cut and run — убегать; удирать, спасаться бегством; бежать со всех ног; улепётывать
to run foul (of) — а) мор. столкнуться ( с другим судном); б) ист. брать на абордаж; в) поссориться; вступить в конфликт
to run oneself [smb.] into the ground — измотать себя [кого-л.]; совершенно измочалить себя (работой, спортом и т. п.)
to run smb. ragged см. ragged ♢
to run to seed см. seed I ♢
to run a mile (from) — бегать от кого-л.; изо всех сил избегать кого-л.
he was a bore whom everyone ran a mile from — он был занудой, от которого все старались избавиться
to run it /things/ fine — иметь в обрез (времени, денег)
to run out of steam см. steam I 3
to run rings round см. ring1 I ♢
to run before the hounds — забегать вперед, опережать события
to run the wrong hare — просчитаться, ошибиться в расчётах; пойти по ложному следу
to run aground — мор. а) сесть или посадить на мель; to run a ship aground — посадить корабль на мель; б) выбрасываться на берег
to run ashore — мор. выбрасываться на берег; приткнуться к берегу
to run a line [a rope] ashore — передать /бросить/ конец [трос] на берег
to run with the hare and hunt with the hounds — посл. ≅ служить и нашим и вашим; вести двойную игру
he who runs may read — посл. всякий поймёт, всякому доступно /понятно/ (о чём-л. лёгком, доступном для понимания)
-
53 last
I
1.
adjective1) (coming at the end: We set out on the last day of November; He was last in the race; He caught the last bus home.) último2) (most recent; next before the present: Our last house was much smaller than this; last year/month/week.) último3) (coming or remaining after all the others: He was the last guest to leave.) último
2. adverb(at the end of or after all the others: He took his turn last.) en último lugar- lastly- at long last
- at last
- hear
- see the last of
- the last person
- the last straw
- the last thing
- the last word
- on one's last legs
- to the last
II
verb1) (to continue to exist: This situation lasted until she got married; I hope this fine weather lasts.) durar2) (to remain in good condition or supply: This carpet has lasted well; The bread won't last another two days - we'll need more; This coat will last me until I die.) durar•- lasting- last out
last1 adj1. pasado2. últimowhat time is the last train? ¿a qué hora sale el último tren?at last!, where have you been? ¡por fin!, ¿dónde has estado?last2 adv1. últimowho arrived last? ¿quién llegó el último? / ¿quién fue el último en llegar?2. por última vezwhen did you last see your father? ¿cuándo fue la última vez que viste a tu padre?last3 vb durarthe class lasts one hour la clase dura una hora / la clase es de una horatr[lɑːst]1 (final) último,-a2 (most recent) último,-a3 (past) pasado,-a; (previous) anterior■ the month/year before last hace dos meses/años■ Spielberg's new film is much better than his last one la nueva película de Spielberg es mucho mejor que la anterior1 por última vez2 (at the end) en último lugar; (in race) en última posición■ who came last in the 1000 metres? ¿quién acabó último en la carrera de los 1000 metros?■ are you the last? ¿eres tú el último?■ the first shall be last and the last shall be first los primeros serán los últimos y los últimos serán los primeros1 (continue) durar; (hold out) aguantar, resistir1 durar\SMALLIDIOMATIC EXPRESSION/SMALLat last al fin, por finat long last por finif it's the last thing I do cueste lo que cueste, aunque sea lo último que hagalast but not least por último lugar, pero no por eso menos importantelast but one penúltimo,-ato be the last straw familiar ser el colmoto be the last word familiar ser el último gritoto breathe one's last dar el último suspiroto have seen the last of somebody haber visto a alguien por última vezto have the last word decir la última palabrato the last hasta el finalthe Last Judgment el Juicio Finalthe last rites la extremaunción nombre femenino————————tr[lɑːst]1 (shoemaker's) hormalast ['læst] vi1) continue: durarhow long will it last?: ¿cuánto durará?2) endure: aguantar, durar3) survive: durar, sobrevivir4) suffice: durar, bastarlast vt1) : durarit will last a lifetime: durará toda la vida2)to last out : aguantarlast adv1) : en último lugar, al últimowe came in last: llegamos en último lugar2) : por última vez, la última vezI saw him last in Bogota: lo vi por última vez en Bogotá3) finally: por último, en conclusiónlast adj1) final: último, final2) previous: pasadolast year: el año pasadolast n1) : el último, la última, lo últimoat last: por fin, al fin, finalmente2) : horma f (de zapatero)adj.• extremo, -a adj.• pasado, -a adj.• por último adj.• postrero, -a adj.• postrimero, -a adj.• supremo, -a adj.• último, -a adj.n.• fin s.m.v.• aguantar v.• continuar v.• durar v.• humear v.• resistir v.• subsistir v.læst, lɑːst
I
1)a) ( in series) <chapter/lap> últimothe second to last door, the last door but one — la penúltima puerta
to be last — (in race, on arrival) ser* el último (en llegar), llegar* el último or (CS) llegar* último
to be last to + INF — ser* el último en + inf
b) (final, ultimate) <chance/day> últimoat the very last minute o moment — en el último momento, a última hora
the last rites o sacraments — la extremaunción
c) ( only remaining) último2) (previous, most recent) (before n)3) ( least likely or suitable)that's the last thing I'd do! — no se me ocurriría hacer eso!; laugh II, leg I 1), straw a)
II
1)a) (in series, sequence) último, -ma m,fthe last to + INF — el último/la última/los últimos/las últimas en + inf
we haven't heard the last of him/it — nos va a seguir dando guerra, ya verás
to breathe one's last — (liter) exhalar el último suspiro
b) ( only remaining)the last OF something: the last of its kind el último de su clase; that's the last of the jam — esa es toda la mermelada que queda
c) (in phrases) (liter)to o until the last — hasta el último momento, hasta el final
2) ( preceding one)the night before last — anteanoche, antenoche (AmL)
III
1)a) ( at the end)I went in last — fui el último en entrar, entré el último, entré último (CS)
our team came o finished last — nuestro equipo quedó en último lugar or (CS tb) terminó último
b) (finally, in conclusion)last of all — por último, lo último (de todo)
and last but not least — y por último, pero no por eso menos importante
c) (in phrases)at last — por fin, al fin
at long last — por fin, finalmente
2) ( most recently)when did you last see him o see him last? — ¿cuándo fue la última vez que lo viste?
IV
noun ( for shoemaking) horma f
V
1.
1)a) ( continue) durarb) (endure, survive) durarhe wouldn't last five minutes in the army — no aguantaría or no duraría ni cinco minutos en el ejército
2) ( be sufficient) durarto make something last — hacer* durar algo
3) ( remain usable) durar
2.
vt durarPhrasal Verbs:- last out
I [lɑːst]1. ADJ1) (=most recent) último2) (=previous) (referring to specific occasion) [Christmas, Easter] pasado; [time, meeting, birthday] últimothe last time we went, it rained — la última vez que fuimos, llovió
on Monday last — frm el pasado lunes
night 1., 1)last Friday/month/year — el viernes/el mes/el año pasado
3) (=final) último•
last but one — penúltimo•
down to the last detail — hasta el más mínimo detalle, hasta el último detalle•
to fight to the last man — (lit, fig) luchar hasta el último aliento•
I was the last person to arrive/to see him alive — fui la última en llegar/la última persona que lo vió vivo•
the last rites — (Rel) la extremaunción•
second to last — antepenúltimo•
last thing at night — antes de acostarseI'll finish it if it's the last thing I do — ¡lo terminaré aunque sea la última cosa que haga en esta vida!
•
that was the last time I saw him — esa fue la última vez que lo vifor the last time, shut up! — ¡cállate, y que sea la última vez que te lo digo!
- be on it's/one's last legs4) (=least likely)•
you're the last person I'd trust with it — lo confiaría a cualquiera menos a ti, eres la última persona a la que se lo confiaríaI would be the last person to stand in your way — yo soy la que menos me interprondía en tu camino, yo soy la última persona que se interpondría en tu camino
•
that was the last thing I expected — eso era lo que menos me esperabaat 32, retirement is the last thing on his mind — con 32 años, jubilarse es lo último en que piensa
2. PRON1) (of series) últimoyou haven't heard the last of this! — ¡esto no se acaba aquí!, ¡esto no se va a quedar así!
•
the last but one — el/la penúltimo(-a)•
to leave sth till last — dejar algo para lo último or el final•
to look one's last on sth — liter ver algo por última vezbreathe 1., 1)•
to the last — hasta el final2) (=previous one)•
the night before last — anteanochethe week before last — la semana anterior a la pasada, la semana pasada no, la anterior
the Saturday before last — el sábado anterior al pasado, el sábado pasado no, el anterior
it was the question before last that I found difficult — la pregunta que me resultó difícil fue la penúltima
3) (=all that remains)this is the last of the bread/wine — esto es lo que queda de pan/vino
he was the last of his kind, a true professional — fue el último de los de su clase, un verdadero profesional
4)• at last — por fin
•
at long last the search was over — por fin la búsqueda había concluido3. ADV1) (=finally)•
last of all, take out the screws — por último, saca los tornillos•
last but not least — por último, pero no por ello menos importante2) (=in last place, at the end)he was or came last in the 100 metres — terminó en último lugar or en última posición en los 100 metros
to arrive last — llegar el or (LAm) al último
•
last in, first out — los últimos en llegar son a los que despiden los primeros3) (=most recently)•
when I last saw them — la última vez que las vi
II [lɑːst]1. VI1) (=continue) durar2) (=survive) durarhe wouldn't have lasted ten minutes in those conditions — no hubiera durado or aguantado ni diez minutos en esas condiciones
3) (=be enough) durarhow long will the gas last? — ¿hasta cuándo durará or alcanzará el gas?
•
"only available while stocks last" — (Comm) "solo hasta que se agoten las existencias"4) (=remain usable) durar•
made to last — hecho para que dure2.VT durarI've had enough publicity to last me a lifetime! — ¡me han dado publicidad suficiente para toda una vida!
- last out
III
[lɑːst]N (in shoemaking) horma f- stick to your last!* * *[læst, lɑːst]
I
1)a) ( in series) <chapter/lap> últimothe second to last door, the last door but one — la penúltima puerta
to be last — (in race, on arrival) ser* el último (en llegar), llegar* el último or (CS) llegar* último
to be last to + INF — ser* el último en + inf
b) (final, ultimate) <chance/day> últimoat the very last minute o moment — en el último momento, a última hora
the last rites o sacraments — la extremaunción
c) ( only remaining) último2) (previous, most recent) (before n)3) ( least likely or suitable)that's the last thing I'd do! — no se me ocurriría hacer eso!; laugh II, leg I 1), straw a)
II
1)a) (in series, sequence) último, -ma m,fthe last to + INF — el último/la última/los últimos/las últimas en + inf
we haven't heard the last of him/it — nos va a seguir dando guerra, ya verás
to breathe one's last — (liter) exhalar el último suspiro
b) ( only remaining)the last OF something: the last of its kind el último de su clase; that's the last of the jam — esa es toda la mermelada que queda
c) (in phrases) (liter)to o until the last — hasta el último momento, hasta el final
2) ( preceding one)the night before last — anteanoche, antenoche (AmL)
III
1)a) ( at the end)I went in last — fui el último en entrar, entré el último, entré último (CS)
our team came o finished last — nuestro equipo quedó en último lugar or (CS tb) terminó último
b) (finally, in conclusion)last of all — por último, lo último (de todo)
and last but not least — y por último, pero no por eso menos importante
c) (in phrases)at last — por fin, al fin
at long last — por fin, finalmente
2) ( most recently)when did you last see him o see him last? — ¿cuándo fue la última vez que lo viste?
IV
noun ( for shoemaking) horma f
V
1.
1)a) ( continue) durarb) (endure, survive) durarhe wouldn't last five minutes in the army — no aguantaría or no duraría ni cinco minutos en el ejército
2) ( be sufficient) durarto make something last — hacer* durar algo
3) ( remain usable) durar
2.
vt durarPhrasal Verbs:- last out -
54 light
I
1.
noun1) (the brightness given by the sun, a flame, lamps etc that makes things able to be seen: It was nearly dawn and the light was getting stronger; Sunlight streamed into the room.) luz2) (something which gives light (eg a lamp): Suddenly all the lights went out.) luz, lámpara3) (something which can be used to set fire to something else; a flame: Have you got a light for my cigarette?) fuego4) (a way of viewing or regarding: He regarded her action in a favourable light.) perspectiva
2. adjective1) (having light; not dark: The studio was a large, light room.) claro, luminoso2) ((of a colour) pale; closer to white than black: light green.) claro
3. lit verb1) (to give light to: The room was lit only by candles.) iluminar2) (to (make something) catch fire: She lit the gas; I think this match is damp, because it won't light.) encender•- lighten- lighter- lighting
- lighthouse
- light-year
- bring to light
- come to light
- in the light of
- light up
- see the light
- set light to
II
1) (easy to lift or carry; of little weight: I bought a light suitcase for plane journeys.) ligero2) (easy to bear, suffer or do: Next time the punishment will not be so light.) leve3) ((of food) easy to digest: a light meal.) ligero4) (of less weight than it should be: The load of grain was several kilos light.) más ligero5) (of little weight: Aluminium is a light metal.) ligero6) (lively or agile: She was very light on her feet.) ágil7) (cheerful; not serious: light music.) ligero8) (little in quantity; not intense, heavy, strong etc: light rain.) fino9) ((of soil) containing a lot of sand.) arenoso•- lightly- lighten- light-headed
- light-hearted
- lightweight
- get off lightly
- make light of
- travel light
III
= light on - past tense, past participle lit [lit] - verb(to find by chance: While wandering round the town, we lit on a very cheap restaurant.)light1 adj1. claro2. ligero / que pesa poco3. luminoso / claro4. suavelight2 n1. luz2. fuegohave you got a light? ¿tienes fuego?light3 vb1. encender / prender2. iluminar / alumbrar
light /lajt/ adjetivo invariable ‹ cigarrillos› low-tar; ‹ alimentos› low-calorie; ‹ refresco› diet ( before n)
light adj inv (cigarrillos) fuma Camel Light(tm), he smokes Camel Lights(tm) ' light' also found in these entries: Spanish: aeroplano - alumbrar - amanecer - año - aplique - avioneta - barrio - bombilla - buena - bueno - caballería - candela - cegador - cegadora - clara - claridad - claro - contraluz - deslumbrar - disco - duermevela - encender - enfocar - esclarecer - foco - fotómetro - fuego - iluminar - interruptor - leve - ligera - ligero - lumbre - luminosa - luminoso - luz - penumbra - piloto - pluma - precisa - preciso - prender - semáforo - sueño - tenue - tonadilla - trasluz - vaporosa - vaporoso - velomotor English: beam - blink - chink - deflect - fall - feather - flash - flicker - fluorescent light - go on - hand - infrared - light - light bulb - light switch - light up - light year - light-headed - light-hearted - off - pilot light - red light - red light district - see - shed - sleeper - strip light - tail-light - tone - traffic light - traffic lights - warning light - watt - absorb - admit - beacon - blind - block - bright - brighten - brilliant - bulb - candle - cast - come - dark - day - dazzle - dazzling - diettr[laɪt]■ as light as a feather ligero,-a como una pluma2 (sentence, wound) leve3 (head) mareado,-a\SMALLIDIOMATIC EXPRESSION/SMALLto be light on something familiar andar mal de algoto be light on one's feet ser ligero,-a de piesto have light fingers tener los dedos largos, tener los dedos rápidosto make light of something dar poca importancia a algoto travel light viajar con poco equipajewith a light heart con el corazón alegrelight aircraft avionetalight ale cerveza claralight opera operetalight reading lectura fácil————————tr[laɪt]————————tr[laɪt]1 (gen) luz nombre femenino3 (for cigarette, fire) fuego■ could you give me a light, please? ¿tiene fuego, por favor?1 (ignite) encender2 (illuminate) iluminar, alumbrar1 encenderse1 (colour) claro,-a; (complexion) blanco,-a2 (bright) con mucha claridad\SMALLIDIOMATIC EXPRESSION/SMALLaccording to one's own lights formal use según su propio criterioin (the) light of SMALLBRITISH ENGLISH/SMALL en vista de, teniendo en cuentato bring something to light sacar algo a la luzto come to light salir a luzto go out like a light familiar quedarse roqueto see the light at the end of the tunnel ver la luz al final del túnelto see things in a new light ver las cosas bajo otro aspectoto shed light on something aclarar algo, arrojar luz sobre algoto show somebody in a bad light hacer quedar mal a alguiento throw light on something aclarar algo, arrojar luz sobre algolight bulb bombillalight industry industria ligeralight meter fotómetrolight year año luz1) illuminate: iluminar, alumbrar2) ignite: encender, prenderle fuego alight vi: encenderse, prender1) land, settle: posarse2) dismount: bajarse, apearselight ['laɪt] adv1) lightly: suavemente, ligeramente2)to travel light : viajar con poco equipajelight adj1) lightweight: ligero, liviano, poco pesado2) easy: fácil, ligero, livianolight reading: lectura fácillight work: trabajo liviano3) gentle, mild: fino, suave, levea light breeze: una brisa suavea light rain: una lluvia fina4) frivolous: de poca importancia, superficial5) bright: bien iluminado, claro6) pale: claro (dícese de los colores), rubio (dícese del pelo)light n1) illumination: luz f2) daylight: luz f del día3) dawn: amanecer m, madrugada f4) lamp: lámpara fto turn on off the light: apagar la luz5) aspect: aspecto min a new light: con otros ojosin the light of: en vista de, a la luz de6) match: fósforo m, cerillo m7)to bring to light : sacar a (la) luzadj.• airoso, -a adj.• blondo, -a adj.• claro, -a adj.• ingrávido, -a adj.• leve adj.• ligero, -a adj.• liviano, -a adj.• luz adj.• rubio, -a adj.• suelto, -a adj.• sutil adj.• tenue adj.n.• candela s.f.• claro s.m.• fuego s.m.• lumbre s.f.• lumbrera s.f.• luz s.f.• lámpara s.f.v.(§ p.,p.p.: lit) = alumbrar v.• brillar v.• cebar v.• encender v.laɪt
I
1) u luz flight and shade — luz y sombra; ( Art) claroscuro m
hold it up to the light — ponlo al trasluz or a contraluz
in o by the cold light of day it didn't seem such a good idea — al pensarlo mejor or en frío, no parecía tan buena idea
at first light — al clarear (el día), con las primeras luces
to bring something to light — sacar* algo a la luz
to come to light — salir* a la luz
to hide one's light under a bushel — ser* modesto
to see the light — abrir* los ojos, comprender las cosas
to see (the) light at the end of the tunnel — vislumbrar el fin de sus (or mis etc) problemas
to see the light (of day) — ver* la luz (del día)
to throw o cast o shed light on something — arrojar luz sobre algo; (before n)
light meter — fotómetro m
2) ca) ( source of light) luz f; ( lamp) lámpara fto turn the light off — apagar* la luz
to turn the light on — encender* or (AmL tb) prender or (Esp tb) dar* la luz
warning light — señal f luminosa
to go out like a light — (colloq) ( become unconscious) caer(se)* redondo; ( fall asleep) dormirse* como un tronco, caer* como piedra (AmL fam); (before n)
b) (of car, bicycle) luz fc) ( traffic light) semáforo m3)a) ( aspect) (no pl)to see something/somebody in a good/bad/new o different light — ver* algo/a alguien con buenos/malos/otros ojos
b)in the light of o (AmE also) in light of — (as prep) a la luz de, en vista de
4) c ( for igniting)have you got a light? — ¿tienes fuego?
to put a o set light to something — prender fuego a algo
II
1) adjective -er, -estit's lighter than the other one — pesa menos que el otro, es más ligero or (esp AmL) liviano que el otro
she's a very light sleeper — tiene el sueño muy ligero or (esp AmL) liviano
3)a) ( Meteo) <breeze/wind> suavelight rain — llovizna f
b) ( sparse)the losses were fairly light — las pérdidas fueron de poca consideración or de poca monta
c) ( not strenuous) <work/duties> ligero, liviano (esp AmL)d) ( not severe) < sentence> leve4) ( not serious) <music/comedy/reading> ligeroto make light of something — quitarle or restarle importancia a algo
5)a) ( pale) <green/brown> clarob) ( bright)it gets light very early these days — ahora amanece or aclara muy temprano
it's already light — ya es de día, ya está claro
III
IV
1.
1) (past & past p lighted or lit) ( set alight) encender*, prender2) (past & past p lit) ( illuminate) \<\<room/scene\>\> iluminardimly/brightly lit — poco/muy iluminado
2.
Phrasal Verbs:- light up
I [laɪt] (vb: pt, pp lit or lighted)1. N1) (=not darkness) luz fshe was sitting with her back to the light or with the light behind her — estaba sentada de espaldas a la luz
•
against the light — al trasluzto hold sth against the light — acercar algo a la luz, mirar algo al trasluz
•
by the light of the moon/a candle — a la luz de la luna/de una vela•
at first light — al rayar el día•
you're (standing) in my light — me quitas la luz, me haces sombra•
to hold sth up to the light — acercar algo a la luz, mirar algo al trasluz- see a light at the end of the tunnel- bring sth to light- shed or throw or cast light on sth- come to light- light dawned on him/her- hide one's light- see the light- see the light of dayleading 2.2) (=lamp) luz fto switch on or turn on the light — encender la luz
to switch off or turn off the light — apagar la luz
- go out like a lightbright 3., runway3) (=electricity) luz felectric light — luz f eléctrica
4) (Aut) (on vehicle) luz f5) (=traffic signal) semáforo ma red/green/amber light — un semáforo en rojo/verde/ámbar
green 4.the lights were at or on red — el semáforo estaba en rojo
6) (=viewpoint)•
according to or by sb's lights — frm según el parecer de algn•
to see things/look at sth in a different or new light — ver las cosas/mirar algo con una perspectiva distinta or desde otro punto de vista•
in the light of what you have said... — en vista de or a la luz de lo que has dicho...7) (=glint, twinkle) brillo m8) (=flame)strike 2., 3)9) (Archit) cristal m, vidrio m2. ADJ(compar lighter) (superl lightest)1) (=bright) [room, hallway] con bastante luzwhile it's still light — mientras es de día or hay luz
•
to get light — hacerse de día2) (=pale) [colour] claro; [hair] rubio, güero (CAm, Mex); [skin] blancolight blue/green — azul/verde claro
3. VT1) (=illuminate) iluminarto be lit up * — estar achispado *
2) (=ignite) [+ match, candle, fire] encender, prender; [+ cigarette] encender4.VI (=ignite) encenderse, prenderthe fire wouldn't light — el fuego no se encendía, el fuego no prendía
5.CPDlight bulb N — bombilla f, foco m (And), bombillo m (Col, Ven)
light fitting N — instalación eléctrica donde se colocan bombillas, tubos fluorescentes etc
light meter N — (Phot) fotómetro m
light show N — espectáculo m de luces
lights out N — hora f de apagar las luces
what time is lights out? — ¿a qué hora se apagan las luces?
light switch N — interruptor m
light wave N — onda f luminosa
light year N — año m luz
- light up
II [laɪt]1. ADJ(compar lighter) (superl lightest)•
you need a light touch to make good pastry — necesitas manos de seda para conseguir una buena masa2) (=scanty, slight) [breeze] leve, suave; [shower] ligero3) (Culin) [meal, food, cake] ligero, liviano (LAm)4) (=low-alcohol) de bajo contenido alcohólico, de bajo contenido en alcohol; (=low-calorie) light, bajo en calorías; (=low-tar) light, de bajo contenido en alquitrán5) (=soft) [sound] leve; [voice] suave6) (=not demanding) [work, duties] ligero- make light work of sth7) (=not serious) [novel, music] ligero•
to make light of sth — quitar importancia a algo8) (=not harsh) [sentence] leve9) (=shallow)10) (=loose) [soil] poco denso2.ADV•
to travel light — viajar con poco equipaje3. N1) lights (Culin) † pulmones mpl2) (=cigarette) cigarrillo m light, cigarrillo m de bajo contenido en alquitrán4.CPDlight aircraft N — avión m ligero
light ale, light beer (US) N — cerveza f rubia, cerveza f clara
light cream N — (US) (=single cream) nata f líquida
light entertainment N — (TV) programas mpl de variedades
light heavyweight N — (=cruiserweight) peso m semipesado
light industry N — industria f ligera
light infantry N — infantería f ligera
light opera N — (=show) opereta f; (=genre) género m lírico
light verse N — poesías fpl festivas
III
[laɪt](pt, pp lit or lighted) VIto light on sth — liter dar con algo, tropezar con algo, encontrar algo
* * *[laɪt]
I
1) u luz flight and shade — luz y sombra; ( Art) claroscuro m
hold it up to the light — ponlo al trasluz or a contraluz
in o by the cold light of day it didn't seem such a good idea — al pensarlo mejor or en frío, no parecía tan buena idea
at first light — al clarear (el día), con las primeras luces
to bring something to light — sacar* algo a la luz
to come to light — salir* a la luz
to hide one's light under a bushel — ser* modesto
to see the light — abrir* los ojos, comprender las cosas
to see (the) light at the end of the tunnel — vislumbrar el fin de sus (or mis etc) problemas
to see the light (of day) — ver* la luz (del día)
to throw o cast o shed light on something — arrojar luz sobre algo; (before n)
light meter — fotómetro m
2) ca) ( source of light) luz f; ( lamp) lámpara fto turn the light off — apagar* la luz
to turn the light on — encender* or (AmL tb) prender or (Esp tb) dar* la luz
warning light — señal f luminosa
to go out like a light — (colloq) ( become unconscious) caer(se)* redondo; ( fall asleep) dormirse* como un tronco, caer* como piedra (AmL fam); (before n)
b) (of car, bicycle) luz fc) ( traffic light) semáforo m3)a) ( aspect) (no pl)to see something/somebody in a good/bad/new o different light — ver* algo/a alguien con buenos/malos/otros ojos
b)in the light of o (AmE also) in light of — (as prep) a la luz de, en vista de
4) c ( for igniting)have you got a light? — ¿tienes fuego?
to put a o set light to something — prender fuego a algo
II
1) adjective -er, -estit's lighter than the other one — pesa menos que el otro, es más ligero or (esp AmL) liviano que el otro
she's a very light sleeper — tiene el sueño muy ligero or (esp AmL) liviano
3)a) ( Meteo) <breeze/wind> suavelight rain — llovizna f
b) ( sparse)the losses were fairly light — las pérdidas fueron de poca consideración or de poca monta
c) ( not strenuous) <work/duties> ligero, liviano (esp AmL)d) ( not severe) < sentence> leve4) ( not serious) <music/comedy/reading> ligeroto make light of something — quitarle or restarle importancia a algo
5)a) ( pale) <green/brown> clarob) ( bright)it gets light very early these days — ahora amanece or aclara muy temprano
it's already light — ya es de día, ya está claro
III
IV
1.
1) (past & past p lighted or lit) ( set alight) encender*, prender2) (past & past p lit) ( illuminate) \<\<room/scene\>\> iluminardimly/brightly lit — poco/muy iluminado
2.
Phrasal Verbs:- light up -
55 time
I [taɪm]1) (continuum) tempo m.in o with time col tempo; in the course of time nel corso del tempo; as time goes, went by con il passare del tempo; at this point in time a questo punto; for all time per tutto il tempo, per sempre; the biggest drugs haul of all time — la più grossa partita di droga mai vista
2) (specific duration) tempo m.a long, short time ago — molto, poco tempo fa
in no time at all o in next to no time in un niente; in five days' time nel giro di o in cinque giorni; within the agreed time entro i termini convenuti; in your own time (at your own pace) al tuo ritmo; (outside working hours) al di fuori dell'orario di lavoro; on company time durante l'orario di ufficio; my time isn't my own — non sono padrone del mio tempo
3) (hour of the day, night) ora f.10 am Italian time — le dieci antimeridiane, ora italiana
this time last week, year — la scorsa settimana a questa stessa ora, l'anno scorso in questo stesso periodo
on time — a tempo, puntualmente
to lose time — [ clock] restare indietro
to be behind time — essere in ritardo o indietro
4) (era, epoch) tempo m., epoca f.at the time — al tempo, all'epoca
time was o there was a time when one could... ci fu un tempo in cui o un tempo si poteva...; to be ahead of o in advance of the times precorrere i tempi; to be behind the times non essere al passo con i tempi; to keep up o move with the times tenersi o essere al passo con i tempi; in times past in former times nei tempi passati, nel passato; it's just like old times è proprio come ai vecchi tempi; give peace in our time relig. concedi la pace ai nostri giorni; at my time of life alla mia età; she was a beautiful woman in her time era una bella donna ai suoi tempi; it was before my time (before my birth) non ero ancora nato; (before I came here) non ero ancora venuto qua; if I had my time over again se potessi ricominciare, se potessi ritornare indietro, se ridiventassi giovane; to die before one's time — morire prima del tempo o prematuramente
5) (moment) momento m.at all times — tutti i momenti, sempre
by the time I finished the letter the post had gone — quando finii la lettera la posta era già partita
from that o this time on a partire da quel o questo momento; when the time comes quando viene il momento; in times of crisis nei momenti di crisi; until such time as fino al momento in cui; at the same time allo stesso tempo; I can't be in two places at the same time — non posso essere in due posti allo stesso tempo
6) (occasion) volta f.time after time o time and time again continuamente, in continuazione; three at a time tre per o alla volta; she passed her driving test first time round ha passato l'esame di guida al primo colpo; from time to time di tanto in tanto; for months at a time per mesi interi; (in) between times — nel frattempo o intanto
7) (experience)to have a tough o hard time doing incontrare delle difficoltà a fare; he's having a rough o hard o tough time sta attraversando un periodo difficile; we had a good time ci siamo divertiti; to have an easy time (of it) cavarsela facilmente; the good, bad times i momenti felici, difficili; she enjoyed her time in Canada — è stata molto bene durante il suo soggiorno in Canada
8) amm. ind. (hourly rate)to work, be paid time — lavorare, essere pagato a ore
flight, journey time — durata del volo, del viaggio
10) mus. tempo m.to beat o mark time battere o segnare il tempo; in waltz time — a tempo di valzer
11) sport tempo m.12) mat. fig.••he'll tell you in his own good time — te lo dirà a suo tempo o quando lo vorrà lui
all in good time — tutto o ogni cosa a suo tempo
to pass the time of day with sb. — fare due chiacchiere con qcn.
to have a lot of time for sb. — ammirare o apprezzare molto qcn.
to do time — colloq. (in prison) stare al fresco
II 1. [taɪm]long time no see! — colloq. è un bel po' che non ci si vede!
1) (schedule) fissare, programmare [holiday, visit]; fissare [appointment, meeting]we time our trips to fit in with school holidays — programmiamo i nostri viaggi in modo che coincidano con le vacanze scolastiche
to be well-, badly-timed — avvenire al momento giusto, sbagliato
2) (judge) calibrare [blow, shot]3) (measure speed, duration) cronometrare [athlete, cyclist]; calcolare la durata di [journey, speech]2.* * *1. noun1) (the hour of the day: What time is it?; Can your child tell the time yet?) ora2) (the passage of days, years, events etc: time and space; Time will tell.) tempo3) (a point at which, or period during which, something happens: at the time of his wedding; breakfast-time.) momento, ora4) (the quantity of minutes, hours, days etc, eg spent in, or available for, a particular activity etc: This won't take much time to do; I enjoyed the time I spent in Paris; At the end of the exam, the supervisor called `Your time is up!') tempo5) (a suitable moment or period: Now is the time to ask him.) momento6) (one of a number occasions: He's been to France four times.) volta7) (a period characterized by a particular quality in a person's life, experience etc: He went through an unhappy time when she died; We had some good times together.) periodo, tempo8) (the speed at which a piece of music should be played; tempo: in slow time.) tempo2. verb1) (to measure the time taken by (a happening, event etc) or by (a person, in doing something): He timed the journey.) cronometrare2) (to choose a particular time for: You timed your arrival beautifully!) (scegliere il momento di)•- timeless- timelessly
- timelessness
- timely
- timeliness
- timer
- times
- timing
- time bomb
- time-consuming
- time limit
- time off
- time out
- timetable
- all in good time
- all the time
- at times
- be behind time
- for the time being
- from time to time
- in good time
- in time
- no time at all
- no time
- one
- two at a time
- on time
- save
- waste time
- take one's time
- time and time again
- time and again* * *I [taɪm]1) (continuum) tempo m.in o with time col tempo; in the course of time nel corso del tempo; as time goes, went by con il passare del tempo; at this point in time a questo punto; for all time per tutto il tempo, per sempre; the biggest drugs haul of all time — la più grossa partita di droga mai vista
2) (specific duration) tempo m.a long, short time ago — molto, poco tempo fa
in no time at all o in next to no time in un niente; in five days' time nel giro di o in cinque giorni; within the agreed time entro i termini convenuti; in your own time (at your own pace) al tuo ritmo; (outside working hours) al di fuori dell'orario di lavoro; on company time durante l'orario di ufficio; my time isn't my own — non sono padrone del mio tempo
3) (hour of the day, night) ora f.10 am Italian time — le dieci antimeridiane, ora italiana
this time last week, year — la scorsa settimana a questa stessa ora, l'anno scorso in questo stesso periodo
on time — a tempo, puntualmente
to lose time — [ clock] restare indietro
to be behind time — essere in ritardo o indietro
4) (era, epoch) tempo m., epoca f.at the time — al tempo, all'epoca
time was o there was a time when one could... ci fu un tempo in cui o un tempo si poteva...; to be ahead of o in advance of the times precorrere i tempi; to be behind the times non essere al passo con i tempi; to keep up o move with the times tenersi o essere al passo con i tempi; in times past in former times nei tempi passati, nel passato; it's just like old times è proprio come ai vecchi tempi; give peace in our time relig. concedi la pace ai nostri giorni; at my time of life alla mia età; she was a beautiful woman in her time era una bella donna ai suoi tempi; it was before my time (before my birth) non ero ancora nato; (before I came here) non ero ancora venuto qua; if I had my time over again se potessi ricominciare, se potessi ritornare indietro, se ridiventassi giovane; to die before one's time — morire prima del tempo o prematuramente
5) (moment) momento m.at all times — tutti i momenti, sempre
by the time I finished the letter the post had gone — quando finii la lettera la posta era già partita
from that o this time on a partire da quel o questo momento; when the time comes quando viene il momento; in times of crisis nei momenti di crisi; until such time as fino al momento in cui; at the same time allo stesso tempo; I can't be in two places at the same time — non posso essere in due posti allo stesso tempo
6) (occasion) volta f.time after time o time and time again continuamente, in continuazione; three at a time tre per o alla volta; she passed her driving test first time round ha passato l'esame di guida al primo colpo; from time to time di tanto in tanto; for months at a time per mesi interi; (in) between times — nel frattempo o intanto
7) (experience)to have a tough o hard time doing incontrare delle difficoltà a fare; he's having a rough o hard o tough time sta attraversando un periodo difficile; we had a good time ci siamo divertiti; to have an easy time (of it) cavarsela facilmente; the good, bad times i momenti felici, difficili; she enjoyed her time in Canada — è stata molto bene durante il suo soggiorno in Canada
8) amm. ind. (hourly rate)to work, be paid time — lavorare, essere pagato a ore
flight, journey time — durata del volo, del viaggio
10) mus. tempo m.to beat o mark time battere o segnare il tempo; in waltz time — a tempo di valzer
11) sport tempo m.12) mat. fig.••he'll tell you in his own good time — te lo dirà a suo tempo o quando lo vorrà lui
all in good time — tutto o ogni cosa a suo tempo
to pass the time of day with sb. — fare due chiacchiere con qcn.
to have a lot of time for sb. — ammirare o apprezzare molto qcn.
to do time — colloq. (in prison) stare al fresco
II 1. [taɪm]long time no see! — colloq. è un bel po' che non ci si vede!
1) (schedule) fissare, programmare [holiday, visit]; fissare [appointment, meeting]we time our trips to fit in with school holidays — programmiamo i nostri viaggi in modo che coincidano con le vacanze scolastiche
to be well-, badly-timed — avvenire al momento giusto, sbagliato
2) (judge) calibrare [blow, shot]3) (measure speed, duration) cronometrare [athlete, cyclist]; calcolare la durata di [journey, speech]2. -
56 run
1. I1) set off running пуститься бежать; run and fetch the doctor сбегай за врачом; when I called he came running когда я позвал его, он тут же прибежал /примчался/; the enemy ran противник бежал; he dropped his gun and ran он бросил ружье и пустился наутек; I must run мне надо бежать /срочно идти/2) a ball (a sledge, etc.) runs мяч и т.д. катится; a wheel (a spindle, etc.) runs колесо вращается /вертится/3) water (blood, etc.) runs вода и т.д. течет /льется/; the pus was running сочился гной; the ice cream (the jelly, the coating, etc.) is beginning to run мороженое и т.д. потекло; the candle ran свеча оплыла; the butter ran масло растаяло; this ink does not run эти чернила не расплываются; colours are guaranteed not to run прочность красок гарантируется; I'm afraid the colours ran when I washed that skirt к сожалению, юбка в стирке полиняла; wash this towel separately the dye runs стирай это полотенце отдельно run оно линяет || let water run спустить воду4) the tap (the barrel, the vessel, the kettle, etc.) runs кран и т.д. течет; who has left the tap running? кто оставил кран открытым /не закрыл кран/?; this pen runs ручка течет /сажает кляксы/; his nose is running у него течет из носу, у него насморк; his eyes are running у него слезятся глаза; we laughed till our eyes ran мы смеялись до слез; an ulcer (a wound, a sore, etc.) that runs язва и т.д., которая гноится5) trains (buses, boats, ships, etc.) run поезда и т.д. ходят; trams are not running трамваи не ходят6) a motor (a machine, the works, etc.) runs мотор и т.д. работает; the lift is not running лифт не работает; leave the engine running не выключай мотор; the plant has ceased running завод встал /остановился/; the clock (the watch) runs часы идут /ходят/7) time runs время летит /мчится/8) several days running несколько дней подряд; he hit the target seven times running он попал в цель семь раз подряд9) the agreement (the contract, the lease of the house, etc.) has two more years to run срок соглашения и т.д. действует еще два года10) my stocking has run у меня на чулке спустилась петля; stockings guaranteed not to run чулки с неспускающимися петлями2. II1) run in some manner run run fast (slowly, noiselessly, etc.) бегать быстро и т.д.; the horse runs well лошадь хорошо бежит /идет/, у лошади хороший ход; run somewhere run about бегать повсюду, суетиться, сновать взад и вперед; let the dogs run about пусть собаки побегают /порезвятся/; the children are running about дети играют /резвятся/; chickens run about as soon as they are out of the shell стоит только цыплятам вылупиться, как они начинают бегать; run up /upstairs/ (down/downstairs/) бегать вверх (вниз) [по лестнице]; run upstairs and get the iodine сбегай наверх и принеси йод; run at some time I must run now мне пора бежать /уходить/2) run in some manner the river runs quietly (smoothly, sluggishly, etc.) река течет спокойно и т.д.; the current is running strong сейчас сильное течение; the tide is running strong вода сильно поднимается (при приливе), blood ran in torrents кровь лилась ручьями; his ideas ran freely его мысли текли свободно; run somewhere the water has run out вся вода вытекла3) run at some time these pens (such taps, etc.) often run эти ручки и т.д. часто текут4) run at some time these trains (the steamers, the buses, etc.) run daily /every day/ (every ten minutes, etc.) эти поезда и т.д. ходят ежедневно и т.д.; the traffic runs day and night движение на улице не прекращается ни днем ни ночью; the 9 o'clock train is not running today девятичасовой поезд сегодня отменен /не ходит/5) run in some manner an engine (a sewing-machine, etc.) runs smoothly (well, badly, efficiently, etc.) мотор и т.д. работает ритмично и т.д.; the саг is running nicely машина идет хорошо; the printing-press doesn't run properly печатный станок плохо работает; the drawer doesn't run easily ящик открывается /выдвигается/ с трудом; how does your new watch runrun? как идут ваши новые часы?6) run for some time is the film still running? этот фильм еще идет?7) run somewhere the road (the boundary, the forest, etc.) runs east (north and south, up, etc.) дорога и т.д. идет /тянется/ на восток и т.д.; the river runs south река течет на юг; new streets will run here здесь пройдут /будут проложены/ новые улицы8) run in some manner months (years, days, etc.) run fast быстро проходит месяц за месяцем; time runs fast время летит быстро; his life runs smoothly (quietly, etc.) жизнь его течет спокойно /гладко/ и т.д.; how time runs! как бежит /летит/ время!9) run for some time this law (this bill) will run much longer этот закон (этот билль) будет действовать значительно дольше; run at /in/ some place regions (places, offices, etc.) where these rules do not run районы и т.д., где не действуют эти правила /на которые не распространяются эти правила/; this writ doesn't run here здесь это постановление /распоряжение/ не действует / не имеет силы/10) run in some manner the letter (the note, the clause, the contract, etc.) ran thus... письмо и т.д. гласило следующее...; so the story ran вот что говорилось в рассказе; this is how the tune runs вот как звучит эта мелодия; I don't remember how the first line runs я не помню первую строку11) run somewhere the ship /the boat/ ran aground корабль сел на мель; the boat ran ashore лодка врезалась в берег12) run at some time silk stockings often (sometimes) run на шелковых чулках часто (иногда) спускаются петли; run in some manner these stockings run easily на этих чулках очень легко спускаются петли; эти чулки быстро рвутся13) run in some manner all my arrangements ran smoothly все шло, как было обусловлено; is everything running well in your office? на работе у вас все в порядке?, дела на работе идут нормально?3. III1) run smth. run a mile (six miles. etc.) пробежать милю и т.д., участвовать в беге на одну милю и т.д.; run a distance бежать на какую-л. дистанцию; run a race участвовать в забеге /в скачках/; the children ran races дети бегали наперегонки2) run smth. run errands /messages/ быть посыльным; быть на посылках; I want you to run an errand я хочу послать тебя с поручением3) run smb., smth. run a fox (a hare, a stag, etc.) гнать /преследовать лису/ и т.д.; run a false scent идти по ложному следу; run cattle (horses, etc.) гнать скот и т.д.; run logs сплавлять /гнать/ лес /бревна/4) run smth. run extra (special) trains пускать дополнительные (специальные) поезда5) run smth. run cargoes (a cargo of coffee, etc.) перевозить /транспортировать/ грузы и т.д.; run arms (drugs, liquor, narcotics. etc.) нелегально /контрабандой/ ввозить в страну оружие и т.д.6) run smth., smb. run a blockade прорвать /прорваться через/ блокаду; run the rapids пройти /преодолеть/ пороги; run the guard проскользнуть /пройти незамеченным/ мимо охраны7) run smth. run a саг (a bus, a taxi, etc.) водить машину и т.д.; he runs a blue Volga он ездит на голубой "Волге"; run the engine запускать мотор /двигатель/; run a tractor (a sewing-machine, a ferry, etc.) работать на тракторе и т.д.; can you run a washing-machine? вы умеете обращаться со стиральной машиной?; run a bath наполнить ванну8) run some time the play ran one hundred nights пьеса выдержала сто представлений9) run smth. this cinema runs a series of Italian films в этом кинотеатре идет показ итальянских фильмов10) run some distance the river (the road, etc.) run 200 miles река (дорога и т.д.) тянется на 200 миль11) || run its course идти своим чередом; the illness must run its course болезнь должна идти своим ходом; the war was running its course война все продолжалась12) run smth. run a business (a bus company, a factory, etc.) управлять предприятием и т.д.; run a theatre (a newspaper, a youth club, etc.) руководить театром и т.д.; run a shop (a hotel, etc.) заведовать магазином и т.д.; run a competition (a match, a race, etc.) проводить соревнования и т.д.; run the external affairs of a country направлять внешнюю политику государства, руководить внешней политикой страны; run a new system of payment осуществлять /внедрять/ новую систему оплаты; run smb.'s house вести чье-л. хозяйство; she runs the household она ведет хозяйство; весь дом на ней; run the show cool. заправлять чем-л.; who is running the show? кто здесь главный?; run one's life (one's fortune) самому строить свою жизнь (свое счастье); run experiments ставить /проводить/ опыты; run a blood test сделать анализ крови13) run smb. run a candidate выставлять чью-л. кандидатуру, выдвигать кого-л. кандидатом14) semiaux run smth. run debts залезать в /делать/ долги; run a temperature температурить15) id run smth. run a risk (the risk of discovery, the risk of losing one's job, a danger, the danger of being fired, the chance of being suspect of theft, etc.) подвергаться риску и т.д.; run chances положиться на счастье4. IV1) run smth. т some time this bus (a car, ale.) runs 40 miles (an hour, etc.) автобус и т.д. делает сорок миль в час и т.д.; we ran 20 knots a day мы делали двадцать узлов в день2) run smb. in some manner run smb. (too) fast гнать кого-л. (очень) быстро; run smb. somewhere run a horse up and down прохаживать лошадь [взад и вперед]; run the gun out выкапывать орудие; run the car downhill (uphill) ехать на машине с горы (в гору)3) run smth. at some time run a bus every three minutes отправлять автобус каждые три минуты; run cars day and night держать машины на линии круглые сутки, обеспечивать работу у машин круглосуточно4) run smb. somewhere run smb. home отвозить кого-л. домой; run smb. out выгнать кого-л.5) run smth. for (in) some time run the machine (the press, etc.) 24 hours a day работать на машине и т.д. двадцать четыре часа в сутки /круглосуточно/; run 500 barrels of oil daily (1000 bottles of milk a day, etc.) выпускать 500 бочек масла и т.д. в день6) run smth. at some time run a film often (twice a week, six times, etc.) демонстрировать /показывать/ фильм часто и т.д.; I'll run the first part of the film through again я прокручу еще раз первую часть фильма7) run smth. at some time interviews (oral examinations, the programme, etc.) ran twenty minutes behind интервью и т.д. началось на двадцать минут позже; the rehearsal (the meeting, etc.) can ten minutes earlier репетиция и т.д. началась на десять минут раньше8) run smth. somewhere run a ship aground посадить корабль на мель; run a boat (a ship) ashore направить лодку корабль) к берегу5. V1) run smb. some distance run a fox (a hare, etc.) five miles (a long distance, the length of the field, etc.) преследовать /гнать/ лису и т.д. пять миль и т.д.2) run smb. some sum of money the dress (this picture, this boat, the new house, this car, etc.) will run you a considerable sum of money это платье и т.д. будет вам дорого стоить6. VIsemiaux run smb. to some state run smb. breathless гонять кого-л. до изнеможения || run smb. close (hard) не уступать кому-л., быть чьим-л. опасным противником /соперником/; run smth. close быть почти равным чему-л.; run it fine иметь (времени, денег) в обрез7. XI1) be run after she is much run after a) с ней многие ищут знакомства; б) за ней многие ухаживают; I hate to feel that I am being run after терпеть не могу, когда за мной бегают2) || be run off one's feet coll. сбиться с ног; I was run off my feet that day я набегался за день3) be run into smth. molten metal is run into moulds расплавленный металл разливают в формы4) be run at some time sleepingcars (express trains, these boats, etc.) are run twice a week (on week days, etc.) поезда со спальными вагонами и т.д. ходят два раза в неделю и т.д.; be run somewhere these trains are run between X and Y эти поезда курсируют между X и Y5) be run on smth. trains (buses, etc.) are run on electricity (on coal, on steam, etc.) поезда и т.д. работают на электричестве и т.д.; be run at smth. be run at some cost обходиться в определенную сумму (об эксплуатации машины и т.п.); this car can be run at a small cost расходы на эксплуатацию этой машины очень невелика6) be run on smth. this book is to be run on good paper эта книга будет издана на хорошей бумаге7) be run through he was run through and through ему было нанесено множество колотых ран; be run through by smth. he was run through by a bayonet его пронзили штыком, его закололи штыком8) be run at some time the race (the match, the competition, etc.) will be run tomorrow (next week, etc.) скачки и т.д. состоятся /будут проводиться/ завтра и т.д.; the cup will be run for today сегодня состоятся соревнования на кубок /состоится розыгрыш кубка/; be run in some condition the Derby was run in a snowstorm (in rain, etc.) дерби проводилось во время сильного снегопада /вьюги/ и т.д.; be run as (on) smth. this business (it, this scheme, etc.) is run /is being run/ as a commercial enterprise /on a commercial basis/ это дело и т.д. ведется на коммерческой основе; be run by smb. he is (hard) run by his wife (by his secretary, etc.) он под башмаком у своей жены и т.д.; the school is run by a committee школа управляется советом8. XIIIrun to do smth. run to catch the train (to meet us, to see what is going on, etc.) бежать /торопиться/, чтобы успеть на писал и т.д.; she ran to help us она бросилась нам на помощь9. XV1) run in some state run free /loose/ бегать на свободе; let the dog run loose дай собаке побегать на воле2) run in some order run second (third, etc.) a) бежать вторым и т.д.; б) идти /прийти/ вторым и т.д.; my horse ran last моя лошадь пришла последней /заняла последнее место/3) abs run parallel идти /бежать/ параллельно /бок о бок/ || run foul of smth. налететь на что-л.; run foul of a hidden reef налететь на скрытый риф; run foul of the law нарушить закон; run foul of smb. вызвать чье-л. недовольство; the ships ran foul of each other корабли столкнулись [в море]4) semiaux run to some state run low /short/ a) понижаться, опускаться; б) иссякать; our provisions /our supplies, our stock, our stores /are running low /short/ наши запасы кончаются /на исходе/; I am running short of time у меня остается мало времени; run dry высыхать, пересыхать; the well ran dry колодец высох; the river ran dry река пересохла; my imagination ran dry моя фантазия иссякла, мое воображение истощилось; run cold похолодеть; my blood ran cold у меня кровь застыла в жилах; run hot нагреваться; wait till the water runs hot at the tap подожди, пока из крана пойдет горячая вода; run clear быть чистым; rivers run clear вода в реках частая; run high a) подниматься; б) возрастать; the sea runs high море волнуется; the waves run high волны вздымаются; the tide runs high /strong/ прилив нарастает, вода прибывает; feelings /passions/ run high страсти бушуют; the debates ran high споры разгорелись; the prices run high цены растут; run strong набирать силу; run mad сходить с ума; run wild не знать удержу; she lets her children run wild она оставляет детей без присмотра; the garden ran wild сад запущен; we are letting the flowers run wild за цветами у нас никто не ухаживает; his imagination ran wild у него разыгралось воображение; run a certain size apples (pears, potatoes, etc.) run big (small, etc.) this year яблоки и т.д. в этом году крупные и т.д.10. XVI1) run about (across, around, up, down, in, etc.) smth. run about the streets (about the fields, about the garden, in the pastures, in the yard, etc.) бегать по улицам и т.д.; run across the road (across the street, across the square, etc.) перебегать дорогу и т.д.; run down the road (down the street, down the hill, down the path, down the mountain, down the lane, etc.) бежать вниз по дороге и т.д.; run along the wall (along the bank of the river, etc.) бежать вдоль стены и т.д.; run up the path (up the mountain, etc.) бежать вверх по тропинке и т.д.; run out of the house (out of the room, etc.) выбежать из дома и т.д.; run into a room вбежать в комнату; run through the garden (through the yard, through the village, etc.) пробегать через сад и т.д.; every morning he ran around the garden to keep in condition каждое утро он бегал по саду, чтобы быть в форме; run to /towards/ smth., smb. run towards the door (to the coming visitors, to her son, etc.) подбежать /броситься/ к двери и т.д.; run before (behind, past, by, etc.) smb. run before the crowd (behind the marchers, by her past the waiting people, etc.) бежать впереди толпы и т.д.; he ran past her without saying "hello" он пробежал мимо и даже не поздоровался; run before the wind идти по ветру2) run after smb., smth. run after the burglar (after the thief, after a rabbit, etc.) гнаться за грабителем и т.д.; don't bother running after the bus, you'll never catch it какой толк бежать за автобусом, все равно его не догонишь; run after him, he's left his wallet behind догони его, он забыл свой бумажник; who's running after you? кто за вами гонится?; I can't keep running after you all day! coll. я не могу бегать за тобой весь день!; run from smth., smb. run from the village (from the enemy, from danger, etc.) бежать из деревни и т.д.; run to (for) smth., smb. run to smb.'s help поспешить кому-л. на помощь; run to the post-office сбегать на почту; run for the doctor (for the police, etc.) сбегать за врачом и т.д.; run for a prize бежать на приз; run to smb. for help бежать к кому-л. за помощью; run to his mother (to his parents, etc.) with every little problem бегать к матери и т.д. с каждой мелочью; run in smth. run in a race участвовать в забеге /в соревнованиях по бегу/ || run for one's life colt. бежать во весь дух; run for it coll, бежать что есть мочи3) run after smb. coll. she runs after every good-looking man in the village она бегает за каждым красивым парнем в деревне; you shouldn't run after him не надо вешаться ему на шею, run after the great увлекаться великими людьми: run after smth. coll. he runs after the country club set он стремится попасть в круг членов загородного клуба; run after new theories увлекаться новыми веяниями4) run along (over, past, on, etc.) smth. run along the highway (along the streets, over the hill, over slippery roads, through the city, etc.) двигаться /мчаться, нестись/ по шоссе и т.д.; cars run along these roads по этим дорогам движутся автомобили; sledges run well over frozen snow сани хорошо скользят по мерзлому снегу, the train ran past the signal поезд проскочил светофор; the ball ran past the hole шарик прокатился мимо лунки; the ball ran over the curb and into the street мяч перекатился через обочину и попал /выкатился/ на дорогу; run on snow (on macadam roads, etc.) передвигаться /катиться, скользить/ по снегу и т.д.; trains run on rails поезда ходят по рельсам; the table runs on wheels стол передвигается на колесиках; file drawers run on ball bearings каталожные ящики двигаются /выдвигаются, ходят/ на подшипниках; the fire ran along the ground огонь побежал по земле the fire ran through the-building огонь охватил все здание; run at some speed run at a very high speed (at full speed, at 60 miles an hour, etc.) двигаться с очень большой скоростью и т.д. the train ran at an illegal speed поезд шел с превышением предела скорости5) run at smb. run at the enemy (на)броситься на врага6) run down ( along, into, to, from, at, etc.) smth. run down the wind screen (down the rain-pipe, down the slope, down smb.'s face, down her cheeks,.etc.) катится /стекать/ по ветровому стеклу и т.д.; the rapids run over the rocks на камнях вода образовывает пороги; run over the table (over the floor, etc.) растекаться или рассыпаться по столу и т.д.; wax ran down the burning candle воск оплывал и стекал по горящей свече; the river runs into the ocean (into the sea, etc.) река впадает в океан и т.д.; water is running into the bath в ванну наливается вода; water runs from a tap (from a cistern from a cask, etc.) из крана и т.д. бежит /льётся вода; sweat was running from his forehead (from his face) у него по лбу (по лицу) струился пот; blood ran from a wound (from a cut, etc.) из раны и т.д. потекла кровь; tears ran from her eyes у нее из глаз катились слезы; he is running at the nose (at the mouth) у него течет из носу (изо рта); I felt tile blood running to my head я чувствовал, как кровь бросилась мне в голову; good blood runs in his veins в его жилах течет хорошая кровь; the colours (the dyes) run in the washing при стирке краски линяют; run with smth. run with sweat взмокнуть от пота, обливаться потом; his eyes ran with tears у него глаза наполнились слезами; the floor (the streets, etc.) ran with water (with blood, with wine, etc.) пол и т.д. был залит водой и т.д.; run off smb. water ran off him с него стекала вода id run off smb. as /like/ water off a duck's back = как с гуся вода; her words (scoldings, admonitions, etc.) ran off him like water off a duck's back на все ее слова и т.д. он не обращал ни малейшего внимания7) run to (between) smth. a morning train runs to Paris (to the south, to this city, etc.) в Париж и т.д. ходит утренний поезд; trains (boats, buses, etc.) run between the capitals of these countries (between these towns, between London and the coast. etc.) между столицами этих стран и т.д. ходят /курсируют/ поезда и т.д.8) run on (off) smth. cars run on gasoline автомобили работают на бензине; the apparatus runs off the mains аппаратура работает от сети9) run for some time the play ran for 200 nights (for a year) пьеса выдержала двести спектаклей (шла целый год); the picture runs for 3 hours фильм идет три часа; the interval sometimes runs to as much as half an hour антракт иногда длится полчаса; run at some place the play (the film) is now running at the Lyceum пьеса сейчас идет в театре "Лицеум"10) run across ( along, through, over, up, etc.) smth. the road (the path, etc.) runs across the plain (along the river, along the shore, through the wood, over a hill, up the mountain, close to the village, right by my house, at right angles to the highway, etc.) дорога и т.д. проходит по равнине и т.д.; a corridor runs through the house по всей длине дома тянется коридор; shelves run round the walls (round the room) по всем стенам (по всей комнате) идут полки; a fence runs round the house дом обнесен забором: ivy runs all over the wall (up the side of the house, upon other plants, etc.) плющ вьется по всей стене и т.д.; vine.runs over the porch крыльцо увито виноградом; a scar runs across his left cheek через всю его левую щеку проходит шрам; run from smth. to smth. the chain of mountains runs from north to south горная цепь тянется с севера на юг; shelves run from floor to ceiling полки идут от пола до потолка; this road runs from the village to the station эта дорога идет от деревни к станции; run for some distance the river ( the unpaved section, the path, etc.) runs for 200 miles (for eight miles, etc.) река и т.д. тянется на двести миль и т.д.11) run in smth. what sizes do these dresses run in? каких размеров бывают в продаже эти платья?; run in certain numbers иметь определенные номера; on this side house numbers run in odd numbers по этой стороне [улицы] идут нечетные номера домов12) run over smth. his fingers ran over the strings (over the piano, over the keys, etc.) он пробежал пальцами по струнам и т.д.; run over one's pockets ощупать свой карманы; run over the seams of the boat осмотреть /ощупать/ швы лодки13) run down ( over, through, etc.) smth. a cheer ran down the line (down the ranks of spectators) возгласы одобрения /крики ура/ прокатились по строю (по рядам зрителей); a murmur (a whisper) ran through the crowd по толпе пробежал /прокатился/ ропот (шепот); the news ran all over the town новость облетела весь город; rumours ran through the village (through the town, etc.) no деревне и т.д. прошли /разнеслись/ слухи; a thought (an idea, etc.) ran in /through/ his head /his mind/ у него в голове пронеслась /промелькнула/ мысль и т.д.; this idea run-s through the whole book эта идея проходит через /пронизывает/ всю книгу; the song (the old tune, his words, a snatch of their conversation, etc.) kept running in my mind /through my head/ эта песенка и т.д. неотвязно звучала у меня в ушах; his influence runs through every department его влияние чувствуется /ощущается/ во всех отделах; run up /down/ smth. a cold shiver ran up /down/ his spine холодная дрожь пробежала у него по спине; a sharp pain ran up /down/ his arm (his spine, his leg, etc.) он почувствовал острую боль в руке и т.д.14) run into smth. days ran into weeks дни складывались в недели; one year ran into the next шел год за годом15) run (up)on smth. the talk (the whole argument, etc.) ran on this point (on this subject, upon the past, on this problem, on the matter, on the same event, on the recent occurrence, etc.) разговор и т.д. вертелся вокруг этого вопроса и т.д.; the conversation ran on politics разговор шел о политике; the boy's thoughts /mind/ kept running on the same theme (on food, on the event, etc.) мальчик все время думал об одном и том же и т.д. || run along familiar lines касаться привычных тем, думать или говорить традиционно16) run for some time the law (the contract, the lease, etc.) runs for 3 years этот закон и т.д. имеет /сохраняет/ силу в течение трех лет; your interest runs from January 1st to December 31 вам начисляются проценты с первого января по тридцать первое декабря17) run out of smth. we have run out of sugar (out of provisions, out of food, out of petrol, out of tobacco, out of bread, etc.) у нас кончился сахар и т.д.18) run over (through, down) smth. run over one's notes (over these proofs, over the story, through one's mail, through the main points of the subject, down the list of names, etc.) просмотреть /пробежать глазами/ свои заметки и т.д.; her eyes ran over the room она окинула комнату беглым взглядом; his eyes ran down the front row and stopped suddenly он глазами пробежал по первому ряду, и вдруг его взгляд на ком-то задержался; don't run through your work so fast не делайте свою работу в спешке19) run over/through/ smth. just run over /through/ my lines with me before the rehearsal begins повторите со мной роль до начала репетиции; we'll run over that song again мы еще раз пропоем эту песенку; she ran over his good points она перечислила его достоинства; run through the scene оживить в своей памяти эту сцену20) run in (on, etc.) smth. the account (the story, the article, etc.) ran in all the papers сообщение и т.д. было напечатано /опубликовано/ во всех газетах; this item ran under a sensational heading эта информация была напечатана под сенсационным заголовком; political cartoons run on the editorial page политические карикатуры печатаются /помещаются/ на той же полосе, где и передовая статья || run in certain words быть сформулированным определённым образом; the order ran in these words приказ был сформулирован именно следующими словами21) run into /through /smth. the book (his novel, etc.) ran into /through/ 5 editions (10 impressions, thousands of copies, etc.) эта книга выдержала пять изданий и т.д.22) run through smth. run through a fortune (through the money he won, through his winnings, etc.) растратить /растранжирить/ наследство и т.д.; he ran through his father's money very quickly он очень быстро промотал отцовские деньги; money runs through his fingers [like water through a sieve], he runs through money quickly деньги у него не задерживаются; we run through a lot of sugar in a week мы расходуем много сахара за неделю23) run in (to) some amount his income (her bank account, their inheritance, etc.) runs to ten or twelve thousand pounds его доходы и т.д. исчисляются в десять-двенадцать тысяч фунтов; our hotel bill ran to t 500 наш счет за гостиницу достиг суммы в пятьсот фунтов /равняется пятистам фунтам/; the losses run into five figures убытки выражаются в пятизначных числах; a boat like that runs into a lot of money (to a pretty penny) такая лодка стоит больших денег (станет в копеечку); prices run from 50 pence to a pound цены колеблются от пятидесяти пенсов до одного фунта; my money won't run to a car на машину у меня не хватит денег; we can't run to a holiday abroad this year в этом году мы себе не можем позволить провести отпуск за границей; the story (the manuscript, etc.) runs to 16 pages (to three volumes, etc.) рассказ и т.д. занимает шестнадцать страниц и т.д.; her letter ran to a great length она написала очень длинное письмо24) run against (into, on, at, etc.) smth. run against /into/ a tree (into a wall, into a bank of soft mud, at the railing, etc.) налететь на дерево и т.д., врезаться в дерево и т.д.; run against a rock (on a mine, etc.) наскочить на скалу и т.д.; run into a patch of thick mist (into a gale, into a storm, etc.) попасть в густой туман и т.д.25) run into (across, etc.) smb. run into each other (into an old classmate, into an old friend, etc.) случайно встретить друг друга и т.д.; run across smb. in the street столкнуться с кем-л. на улице; when did you last run across him? когда вы с ним последний раз виделись?; you never know whom you'll run into at a party никогда не знаешь, кого встретишь на вечеринке26) run into (across) smth. run into danger (into trouble, into mischief, etc.) попасть в опасное положение и т.д.; run into difficulties очутиться в затруднительном положении; run into debts залезть в долга; run across one of his earliest recordings (across the first edition of this book in a second-hand bookshop, etc.) натолкнуться на /случайно найти/ одну из его ранних записей и т.д.; he ran across her name in the phone book он случайно встретил /увидел/ ее имя в телефонной книге; run against smth. this runs against my interests это идет вразрез с моими интересами27) run for smth. run for parliament (for office, for the presidency, for governor, etc.) баллотироваться в члены парламента и т.д.; run in smth. run in an election баллотироваться на выборах; how many candidates is the Liberal Party running in the General Election? сколько кандидатов выставляет либеральная партия на выборах?; run against smb. whom will the Republicans run against the Democratic candidate? кого выставят республиканцы против кандидата от демократической партии?28) aux run in smth. musical talent (courage, broadmindedness, red hair, etc) runs in the family (in the blood) музыкальность и т.д. - их семейная черта (у них в крови); run to smth. run to sentiment /to sentimentality/ (to fat, etc.) быть склонным /расположенным/ к сентиментальности и т.д.; they run to big noses (to red hair, to being overweight, etc.) in that family в их семье у всех большие носы и т.д.; the novel runs to long descriptions в романе слишком много затянутых описаний11. XIX11) run like smb., smth. run like a deer /like a hare, like the devil, like hell, like blazes, like anything/ бежать во весь опор /что есть мочи/2) run like smth. news (rumours) run like wildfire (like lightning) новости (слухи) распространяются как лесной пожар (с быстротой молнии)12. XX31) run in some manner run as hard as one can бежать во весь опор2) || run as follows гласить следующее; the conversation ran as follows... разговор был такой...13. XXI11) run smth. in (over) smth. run two miles in six minutes проехать две мили за шесть минут; run a race over a mile бежать на дистанцию в одну милю;2) run smb. across (out of, etc.) smth. run a horse across a field погонять лошадь по полю; run oneself out of breath бежать так, что начинаешь задыхаться3) run smb., smth. (in)to (off, out of, etc.) smth. run a fox to cover /to earth/ загнать лису в нору; they ran him off his property его согнали с собственной земля; run smb. out of the country выдворить кого-л. из страны; run a саг into a garage (a ship into harbour, a cart into the yard, etc.) завезти машину в гараж и т.д.4) run smth. in (to) smth. run some water into glasses (milk into casks, lead into moulds, etc.) наливать воду в стаканы и т.д.; run bullets into a mould отливать пули; run oil in a still рафинировать масло; run smth. for smb., smth. run a hot tub for smb. сделать для кого-л. горячую ванну; run the water for a tub наполнять ванну водой5) run smth. to smth. run ships (trains, etc.) to London водить корабли и т.д. в Лондон; run smth. between smth. run trains (buses, etc.) between these towns пускать поезда и т.д. между этими городами; run a ferry between these villages соединить эти деревни паромом; run smth. from smth. to smth. run trains ( line of mail-boats, etc.) from the capital to other cities пускать поезда и т.д. из столицы в другие города; run smth. during smth. run extra trains during rush hours пускать дополнительные поезда в часы пик6) run smth., smb. across (into, to, etc.) smth. run guns (narcotics, drugs, etc.) across the border (into the country) провозить /переправлять/ оружие и т.д. [контрабандой] через границу (в какую-л. страну); run smb. up to town отвозить кого-л. в город7) run smth. at smth. run a factory at a loss иметь от фабрики один убытки; run a саг at small cost тратить на содержание машины немного денег; run smth. off smth. she runs her electric sewing-machine off the mains ее электрическая швейная машина работает от сети; run smth., smb. in smth. run a car (a bicycle, etc.) in a race участвовать в автогонках и т.д.; he runs horses in races a) он жокей; б) он держит конюшню /скаковых лошадей/8) run smth. across (around, from... to, etc.) smth. run a partition across a room разгородить комнату перегородкой; run a rope across the street натянуть канат через улицу; run a fence around the lot обнести участок забором; run a telephone cable from one place to another проложить /провести/ телефонный кабель от одного пункта в другой, соединять два пункта телефонным кабелем9) run smth. against (over, through, etc.) smth. run one's fingers (one's hand) against a door (over a surface, over the seams of the boat, etc.) провести пальцами (рукой) по двери и т.д.; ощупать дверь и т.д.; run a comb through one's hair расчесать волосы гребнем; run one's hand over one's hair пригладить волосы ладонью; run one's fingers over the strings of a harp (over the keys of a piano, etc.) пробежать пальцами по струнам арфы и т.д.; run one's eyes over a page (over a letter, etc.) пробежать глазами страницу и т.д.; run one's finger down the list просмотреть список, водя по строчкам пальцем; run one's pencil through these names (through a word, etc.) зачеркнуть эти фамилии и т.д. карандашом; run a line on a map (over a surface, etc.) провести /прочертить/ линию на карте и т.д.10) run smth. behind smth. run a few minutes behind schedule (behind time) не укладываться в расписание (во времени); if we run ten minutes behind schedule the whole evening's viewing will be thrown out of gear если расписание сдвинется больше, чем на десять минут, то программа всего вечера будет нарушена; the programmes are running 10 minutes behind schedule наши программы сегодня запаздывают на десять минут11) run smb., smth. through smth. run the actors through their parts заставить актеров повторить свои роли или партии; I'd like to run you through that scene я бы хотел, чтобы вы еще раз провели эту сцену12) run smth. to smth. run tile rumour to its source выяснить источник слухов; run a quotation to earth выяснить, откуда взята цитата13) run smth. on smth. run the story (this account, the article, this cartoon, etc.) on page one напечатать рассказ и т.д. на первой странице14) run smth., smb. into (on) smth., smb. run a саг into a tree (into a wall, into a post, etc.) врезаться машиной в дерево и т.д.; run a ship on a rock разбить корабль о скалу; run the troops into an ambush загнать или заманить войска в засаду; he ran me into a сор из-за него я налетел на полицейского; run smb. into a corner загнать кого-л. в угол; run smth. against smth. run one's head against a wall стукнуться /удариться/ головой о стену; run one's nose against a post (against a wall, etc.) разбить нос о столб и т.д.15) run smth. into (through) smth., smb. run a nail into a board забить /загнать/ гвоздь в доску; run a splinter into one's toe (into one's foot, into one's finger, etc.) занозить палец и т.д.; run a thorn (a needle) into one's finger загнать шип (иголку) в палец; run a knife into a loaf разрезать буханку хлеба ножом; run a thread through an eyelet (a rope through a loop) продеть нитку в иголку (веревку в петлю); run a sword through one's enemy пронзить /проколоть/ своего противника шпагой; run smb. through with smth. run a man through with a sword проткнуть кого-л. шпагой16) || run a stocking on smth. рвать чулок обо что-л.; run a stocking on a nail разодрать чулок о гвоздь17) run smth. for smb. who runs his house for him? кто ведет у него хозяйство?18) run smb. (in)to smth. run smb. into expense ввести кого-л. в расход; run smb. into debts заставить кого-л. влезть в долги; run oneself to death до смерти забегаться || this ran me clean off my legs я из-за этого столько бегал, что теперь ног под собой не чую19) aux run smth. on (at) smth. I can't afford to run a car on my salary на свою зарплату я не могу содержать машину; run 60 head of cattle on this ranch держать на ранчо шестьдесят голов скота; run an account at the grocery иметь счет у бакалейщика14. XXV1) run if... (when..., etc.) you'll have to run if you want to catch the train тебе придется бежать, если ты хочешь успеть на поезд; he used to run when he was at college когда он был студентом, он занимался бегом2) run when the colour of the dress ran when it was washed платье полиняло в стирке3) run that... the story (the rumour) runs that... по рассказам (по слухам)... -
57 work
wə:k
1. noun1) (effort made in order to achieve or make something: He has done a lot of work on this project) trabajo2) (employment: I cannot find work in this town.) trabajo3) (a task or tasks; the thing that one is working on: Please clear your work off the table.) trabajo4) (a painting, book, piece of music etc: the works of Van Gogh / Shakespeare/Mozart; This work was composed in 1816.) obra5) (the product or result of a person's labours: His work has shown a great improvement lately.) trabajo6) (one's place of employment: He left (his) work at 5.30 p.m.; I don't think I'll go to work tomorrow.) trabajo
2. verb1) (to (cause to) make efforts in order to achieve or make something: She works at the factory three days a week; He works his employees very hard; I've been working on/at a new project.) trabajar2) (to be employed: Are you working just now?) trabajar, tener empleo3) (to (cause to) operate (in the correct way): He has no idea how that machine works / how to work that machine; That machine doesn't/won't work, but this one's working.) funcionar4) (to be practicable and/or successful: If my scheme works, we'll be rich!) funcionar, dar resultados5) (to make (one's way) slowly and carefully with effort or difficulty: She worked her way up the rock face.) progresar, desarrollar6) (to get into, or put into, a stated condition or position, slowly and gradually: The wheel worked loose.) volverse7) (to make by craftsmanship: The ornaments had been worked in gold.) trabajar, fabricar•- - work- workable
- worker
- works
3. noun plural1) (the mechanism (of a watch, clock etc): The works are all rusted.)2) (deeds, actions etc: She's devoted her life to good works.) mecanismo•- work-box
- workbook
- workforce
- working class
- working day
- work-day
- working hours
- working-party
- work-party
- working week
- workman
- workmanlike
- workmanship
- workmate
- workout
- workshop
- at work
- get/set to work
- go to work on
- have one's work cut out
- in working order
- out of work
- work of art
- work off
- work out
- work up
- work up to
- work wonders
work1 n1. trabajo2. obrain work con trabajo / que tiene trabajoout of work sin trabajo / paradoto get to work / to set to work ponerse a trabajarwork2 vb1. trabajar2. funcionarhow do you work this machine? ¿cómo funciona esta máquina?tr[wɜːk]1 (gen) trabajohe put a lot of hard work into that project trabajó mucho en ese proyecto, puso mucho esfuerzo en ese proyecto2 (employment) empleo, trabajowhat sort of work do you do? ¿qué clase de trabajo haces?, ¿a qué te dedicas?what time do you leave work? ¿a qué hora sales del trabajo?3 (building work, roadworks) obras nombre femenino plural4 (product, results) trabajo, obra5 (literary etc) obra1 (person) hacer trabajar2 (machine) manejar; (mechanism) accionardo you know how to work the video? ¿sabes cómo hacer funcionar el vídeo?3 (mine, oil well) explotar; (land, fields) trabajar, cultivar4 (produce) hacer5 (wood, metal, clay) trabajar; (dough) amasar6 (make by work or effort) trabajar1 (gen) trabajarshe works hard at her homework trabaja mucho en sus deberes, pone mucho esfuerzo en sus deberes2 (machine, system) funcionarhow does this machine work? ¿cómo funciona esta máquina?3 (medicine, cleaner) surtir efecto, tener efecto; (plan) tener éxito, salir bien, funcionar, resultar4 (move)1 familiar (everything) todo, todo el tinglado\SMALLIDIOMATIC EXPRESSION/SMALLit's all in a/the day's work todo forma parte del trabajo, es el pan nuestro de cada díaall work and no play makes Jack a dull boy hay que divertirse de vez en cuandoit works both ways es una arma de doble filokeep up the good work! ¡que siga así!the forces at work los elementos en juegoto be in work tener trabajo, tener un empleoto be out of work estar en el paro, estar sin trabajo, estar parado,-ato get down/set to work ponerse a trabajar, poner manos a la obrato get worked up exaltarse, excitarse, ponerse nervioso,-ato give somebody the (full) works tratar a alguien a lo grandeto have one's work cut out to do something costarle a uno mucho trabajo hacer algoto make light/short work of something despachar algo deprisato work like a Trojan trabajar como un negroto work loose soltarse, aflojarseto work one's fingers to the bone dejarse los codos trabajandoto work oneself to death matarse trabajandoto work to rule hacer huelga de celopublic works obras nombre femenino plural públicaswork basket costurero, cesto de laborwork camp campamento de trabajowork experience experiencia laboralwork of art obra de artework permit permiso de trabajowork station SMALLCOMPUTING/SMALL estación nombre femenino de trabajo, terminal nombre masculino de trabajowork surface encimera1) operate: trabajar, operarto work a machine: operar una máquina2) : lograr, conseguir (algo) con esfuerzoto work one's way up: lograr subir por sus propios esfuerzos3) effect: efectuar, llevar a cabo, obrar (milagros)4) make, shape: elaborar, fabricar, formara beautifully wrought vase: un florero bellamente elaborado5)to work up : estimular, excitardon't get worked up: no te agiteswork vi1) labor: trabajarto work full-time: trabajar a tiempo completo2) function: funcionar, servirwork adj: laboralwork n1) labor: trabajo m, labor f2) employment: trabajo m, empleo m3) task: tarea f, faena f4) deed: obra f, labor fworks of charity: obras de caridad5) : obra f (de arte o literatura)6) workmanship7) works nplfactory: fábrica f8) works nplmechanism: mecanismo mv.• andar v.• elaborar v.• funcionar v.• hacer funcionar v.• hacer trabajar v.• laborear v.• labrar v.• marchar v.• obrar v.• trabajar v.adj.• laborable adj.n.• chamba s.f.• fábrica s.f.• labor s.f.• mecanismo s.m.• obra s.f.• sobrehueso s.m.• trabajar s.m.• trabajo s.m.wɜːrk, wɜːk
I
1) u (labor, tasks) trabajo mthe house needs a lot of work done o (BrE) doing to it — la casa necesita muchos arreglos
she put a lot of work into it — puso mucho esfuerzo or empeño en ello
to set to work — ponerse* a trabajar, poner* manos a la obra
keep up the good work — sigue (or sigan etc) así!
it's all in a day's work — es el pan nuestro de cada día
to have one's work cut out: she's going to have her work cut out to get the job done in time le va a costar terminar el trabajo a tiempo; to make short work of something: Pete made short work of the ironing Pete planchó todo rapidísimo; you made short work of that pizza! te has despachado pronto la pizza!; all work and no play makes Jack a dull boy — hay que dejar tiempo para el esparcimiento
2) u ( employment) trabajo mto look for/find work — buscar*/encontrar* trabajo
to go to work — ir* a trabajar or al trabajo
they both go out to work — (BrE) los dos trabajan (afuera)
I start/finish work at seven — entro a trabajar or al trabajo/salgo del trabajo a las siete
3) (in phrases)at work: he's at work está en el trabajo, está en la oficina (or la fábrica etc); they were hard at work estaban muy ocupados trabajando; other forces were at work intervenían otros factores, había otros factores en juego; men at work obras, hombres trabajando; in work (BrE): those in work quienes tienen trabajo; off work: she was off work for a month after the accident después del accidente estuvo un mes sin trabajar; he took a day off work se tomó un día libre; out of work: the closures will put 1,200 people out of work los cierres dejarán en la calle a 1.200 personas; to be out of work estar* sin trabajo or desocupado or desempleado or (Chi tb) cesante, estar* parado or en el paro (Esp); (before n) out-of-work — desocupado, desempleado, parado (Esp), cesante (Chi)
4)a) c (product, single item) obra fb) u ( output) trabajo mit was the work of a professional — era obra de un profesional; see also works
II
1.
1) \<\<person\>\> trabajarto get working — ponerse* a trabajar, poner* manos a la obra
to work hard — trabajar mucho or duro
to work AT something: you have to work at your service tiene que practicar el servicio; a relationship is something you have to work at una relación de pareja requiere cierto esfuerzo; she was working away at her accounts estaba ocupada con su contabilidad; to work FOR somebody trabajar para alguien; to work for oneself trabajar por cuenta propia; to work FOR something: fame didn't just come to me: I had to work for it la fama no me llegó del cielo, tuve que trabajar para conseguirla; he's working for his finals está estudiando or está preparándose para los exámenes finales; to work IN something: to work in marble trabajar el mármol or con mármol; to work in oils pintar al óleo, trabajar con óleos; to work ON something: he's working on his car está arreglando el coche; scientists are working on a cure los científicos están intentando encontrar una cura; she hasn't been fired yet, but she's working on it (hum) todavía no la han echado, pero parece empeñada en que lo hagan; we're working on the assumption that... partimos del supuesto de que...; the police had very little to work on la policía tenía muy pocas pistas; to work UNDER somebody — trabajar bajo la dirección de alguien
2)a) (operate, function) \<\<machine/system\>\> funcionar; \<\<drug/person\>\> actuar*to work against/in favor of somebody/something — obrar en contra/a favor de alguien/algo
it works both ways: you have to make an effort too, you know: it works both ways — tú también tienes que hacer el esfuerzo, ¿sabes? funciona igual or (esp AmL) parejo para los dos
b) ( have required effect) \<\<drug/plan/method\>\> surtir efectotry it, it might work — pruébalo, quizás resulte
these colors just don't work together — estos colores no pegan or no combinan
3) (slip, travel) (+ adv compl)his socks had worked down to his ankles — se le habían caído los calcetines; see also free I 1) c), loose I 1) b)
2.
vt1)a) ( force to work) hacer* trabajarb) ( exploit) \<\<land/soil\>\> trabajar, labrar; \<\<mine\>\> explotarc) \<\<nightclubs/casinos\>\> trabajar end) ( pay for by working)2) ( cause to operate)do you know how to work the machine? — ¿sabes manejar la máquina?
3)a) (move gradually, manipulate) (+ adv compl)to work one's way: we worked our way toward the exit nos abrimos camino hacia la salida; I worked my way through volume three logré terminar el tercer volumen; she worked her way to the top of her profession — trabajó hasta llegar a la cima de su profesión
b) (shape, fashion) \<\<clay/metal\>\> trabajar; \<\<dough\>\> sobar, amasar4)a) (past & past p worked or wrought) ( bring about) \<\<miracle\>\> hacer*; see also wrought Ib) (manage, arrange) (colloq) arreglarshe worked it so that I didn't have to pay — se las arregló or se las ingenió para que yo no tuviera que pagar
•Phrasal Verbs:- work off- work out- work up[wɜːk]1. N1) (=activity) trabajo m; (=effort) esfuerzo m•
to be at work on sth — estar trabajando sobre algo•
work has begun on the new dam — se han comenzado las obras del nuevo embalse•
it's all in a day's work — es pan de cada día•
to do one's work — hacer su trabajo•
to get some work done — hacer algo (de trabajo)•
to get on with one's work — seguir trabajando•
it's hard work — es mucho trabajo, cuesta (trabajo)•
a piece of work — un trabajo•
she's put a lot of work into it — le ha puesto grandes esfuerzos•
to make quick work of sth/sb — despachar algo/a algn con rapidez•
to set to work — ponerse a trabajar•
to make short work of sth/sb — despachar algo/a algn con rapidez•
to start work — ponerse a trabajarnasty 1., 4)to have one's work cut out —
2) (=employment, place of employment) trabajo m"work wanted" — (US) "demandas de empleo"
•
to be at work — estar trabajandoaccidents at work — accidentes mpl laborales
•
to go to work — ir a trabajar•
to be in work — tener trabajo•
she's looking for work — está buscando trabajo•
it's nice work if you can get it — es muy agradable para los que tienen esa suerte•
I'm off work for a week — tengo una semana de permiso•
to be out of work — estar desempleado or parado or en paro•
to put sb out of work — dejar a algn sin trabajo•
on her way to work — camino del trabajo3) (=product, deed) obra f; (=efforts) trabajothis is the work of a professional/madman — esto es trabajo de un profesional/loco
what do you think of his work? — ¿qué te parece su trabajo?
•
his life's work — el trabajo al que ha dedicado su vida4) (Art, Literat etc) obra f•
a literary work — una obra literaria5) works [of machine, clock etc] mecanismo msing- bung or gum up the worksspannerMinistry of Works — Ministerio m de Obras Públicas
2. VI1) (gen) trabajar; (=be in a job) tener trabajo•
he is working at his German — está dándole al alemán•
she works in a bakery — trabaja en una panaderíahe works in education/publishing — trabaja en la enseñanza/el campo editorial
he prefers to work in wood/oils — prefiere trabajar la madera/con óleos
•
to work to rule — (Ind) estar en huelga de celo•
to work towards sth — trabajar or realizar esfuerzos para conseguir algo- work like a slave or Trojan etc2) (=function) [machine, car] funcionarmy brain doesn't seem to be working today — hum mi cerebro no funciona hoy como es debido
•
it may work against us — podría sernos desfavorable•
this can work both ways — esto puede ser un arma de doble filo•
to get sth working — hacer funcionar algo•
it works off the mains — funciona con la electricidad de la red3) (=be effective) [plan] salir, marchar; [drug, medicine, spell] surtir efecto, ser eficaz; [yeast] fermentarhow long does it take to work? — ¿cuánto tiempo hace falta para que empiece a surtir efecto?
the scheme won't work — el proyecto no es práctico, esto no será factible
it won't work, I tell you! — ¡te digo que no se puede (hacer)!
4) [mouth, face, jaws] moverse, torcerse5) (=move gradually)•
to work round to a question — preparar el terreno para preguntar algowhat are you working round to? — ¿adónde va a parar todo esto?, ¿qué propósito tiene todo esto?
3. VT1) (=make work) hacer trabajarto work o.s. to death — matarse trabajando
2) (=operate)can you work it? — ¿sabes manejarlo?
3) (=achieve) [+ change] producir, motivar; [+ cure] hacer, efectuar; [+ miracle] hacerwonder 1., 2)4) (Sew) coser; (Knitting) [+ row] hacer5) (=shape) [+ dough, clay] trabajar; [+ stone, marble] tallar, grabarworked flint — piedra f tallada
6) (=exploit) [+ mine] explotar; [+ land] cultivar7) (=manoeuvre)•
to work o.s. into a rage — ponerse furioso, enfurecerse•
to work one's way along — ir avanzando poco a pocoto work one's way up a cliff — escalar poco a poco or a duras penas un precipicio
to work one's way up to the top of a company — llegar a la dirección de una compañía por sus propios esfuerzos
8) (=finance)•
to work one's passage on a ship — costearse un viaje trabajando•
to work one's way through college — costearse los estudios universitarios trabajando4.CPDwork camp N — campamento m laboral
work ethic N — ética f del trabajo
work experience N — experiencia f laboral
work force N — (=labourers) mano f de obra; (=personnel) plantilla f
work in progress N — trabajo m en proceso
work permit N — permiso m de trabajo
work prospects NPL — [of student] perspectivas fpl de trabajo
work study N — práctica f estudiantil
work surface N — = worktop
work therapy N — laborterapia f, terapia f laboral
work week N — (US) semana f laboral
- work in- work off- work on- work out- work up* * *[wɜːrk, wɜːk]
I
1) u (labor, tasks) trabajo mthe house needs a lot of work done o (BrE) doing to it — la casa necesita muchos arreglos
she put a lot of work into it — puso mucho esfuerzo or empeño en ello
to set to work — ponerse* a trabajar, poner* manos a la obra
keep up the good work — sigue (or sigan etc) así!
it's all in a day's work — es el pan nuestro de cada día
to have one's work cut out: she's going to have her work cut out to get the job done in time le va a costar terminar el trabajo a tiempo; to make short work of something: Pete made short work of the ironing Pete planchó todo rapidísimo; you made short work of that pizza! te has despachado pronto la pizza!; all work and no play makes Jack a dull boy — hay que dejar tiempo para el esparcimiento
2) u ( employment) trabajo mto look for/find work — buscar*/encontrar* trabajo
to go to work — ir* a trabajar or al trabajo
they both go out to work — (BrE) los dos trabajan (afuera)
I start/finish work at seven — entro a trabajar or al trabajo/salgo del trabajo a las siete
3) (in phrases)at work: he's at work está en el trabajo, está en la oficina (or la fábrica etc); they were hard at work estaban muy ocupados trabajando; other forces were at work intervenían otros factores, había otros factores en juego; men at work obras, hombres trabajando; in work (BrE): those in work quienes tienen trabajo; off work: she was off work for a month after the accident después del accidente estuvo un mes sin trabajar; he took a day off work se tomó un día libre; out of work: the closures will put 1,200 people out of work los cierres dejarán en la calle a 1.200 personas; to be out of work estar* sin trabajo or desocupado or desempleado or (Chi tb) cesante, estar* parado or en el paro (Esp); (before n) out-of-work — desocupado, desempleado, parado (Esp), cesante (Chi)
4)a) c (product, single item) obra fb) u ( output) trabajo mit was the work of a professional — era obra de un profesional; see also works
II
1.
1) \<\<person\>\> trabajarto get working — ponerse* a trabajar, poner* manos a la obra
to work hard — trabajar mucho or duro
to work AT something: you have to work at your service tiene que practicar el servicio; a relationship is something you have to work at una relación de pareja requiere cierto esfuerzo; she was working away at her accounts estaba ocupada con su contabilidad; to work FOR somebody trabajar para alguien; to work for oneself trabajar por cuenta propia; to work FOR something: fame didn't just come to me: I had to work for it la fama no me llegó del cielo, tuve que trabajar para conseguirla; he's working for his finals está estudiando or está preparándose para los exámenes finales; to work IN something: to work in marble trabajar el mármol or con mármol; to work in oils pintar al óleo, trabajar con óleos; to work ON something: he's working on his car está arreglando el coche; scientists are working on a cure los científicos están intentando encontrar una cura; she hasn't been fired yet, but she's working on it (hum) todavía no la han echado, pero parece empeñada en que lo hagan; we're working on the assumption that... partimos del supuesto de que...; the police had very little to work on la policía tenía muy pocas pistas; to work UNDER somebody — trabajar bajo la dirección de alguien
2)a) (operate, function) \<\<machine/system\>\> funcionar; \<\<drug/person\>\> actuar*to work against/in favor of somebody/something — obrar en contra/a favor de alguien/algo
it works both ways: you have to make an effort too, you know: it works both ways — tú también tienes que hacer el esfuerzo, ¿sabes? funciona igual or (esp AmL) parejo para los dos
b) ( have required effect) \<\<drug/plan/method\>\> surtir efectotry it, it might work — pruébalo, quizás resulte
these colors just don't work together — estos colores no pegan or no combinan
3) (slip, travel) (+ adv compl)his socks had worked down to his ankles — se le habían caído los calcetines; see also free I 1) c), loose I 1) b)
2.
vt1)a) ( force to work) hacer* trabajarb) ( exploit) \<\<land/soil\>\> trabajar, labrar; \<\<mine\>\> explotarc) \<\<nightclubs/casinos\>\> trabajar end) ( pay for by working)2) ( cause to operate)do you know how to work the machine? — ¿sabes manejar la máquina?
3)a) (move gradually, manipulate) (+ adv compl)to work one's way: we worked our way toward the exit nos abrimos camino hacia la salida; I worked my way through volume three logré terminar el tercer volumen; she worked her way to the top of her profession — trabajó hasta llegar a la cima de su profesión
b) (shape, fashion) \<\<clay/metal\>\> trabajar; \<\<dough\>\> sobar, amasar4)a) (past & past p worked or wrought) ( bring about) \<\<miracle\>\> hacer*; see also wrought Ib) (manage, arrange) (colloq) arreglarshe worked it so that I didn't have to pay — se las arregló or se las ingenió para que yo no tuviera que pagar
•Phrasal Verbs:- work off- work out- work up -
58 come
kʌm гл.
1) а) подходить, приходить;
представать, представляться Yonder comes a knight. ≈ Вон подходит рыцарь. Godfather, come and see your boy. ≈ Крестный отец, подойдите же и посмотрите на вашего мальчика. come before the Court Syn: arrive, gain, reach, approach Ant: go, leave б) прибывать, приезжать;
преодолевать( какое-л. расстояние) We have come many miles by train. ≈ Мы приехали на поезде издалека. Syn: arrive, gain, reach Ant: leave ∙ come one's way come one's ways come into the world come day go day let'em all come! ≈ будь что будет! мы не боимся! (формула, выражающая бесстрашие перед лицом противных обстоятельств)
2) достигать какой-л. конечной, предельной точки а) делаться, становиться - come short б) доходить, достигать ( какого-л. значения какой-л. величины), равняться, составлять;
простираться( до какого-л. предела, границы) The bill comes to 357 pounds. ≈ Счет составляет 357 фунтов. Does the railway come near the town? ≈ Насколько близко к городу железная дорога? Syn: reach в) приходить в соприкосновение с чем-л., вступать в связь с чем-л., (обычно с указанием, с чем именно) The carbines will come into play. ≈ В игру вступят карабины. She came into collision with a steamer. ≈ Она столкнулась с пароходом. г) наступать, случаться, происходить (может прямо не переводиться) A compromise was come to. ≈ Был достигнут компромисс. All her masts came immediately by the board. ≈ Мгновенно все мачты оказались за бортом. come to an end Syn: happen, occur come what may ≈ будь, что будет д) появляться, проявляться( о различных объектах) ;
прорастать( о семенах вообще, но в частности о зерне в процессе пивоварения) This word comes on the page
200. ≈ Это слово встречается на странице
200. He sowed turnips, but none of them came. ≈ Он посадил репу, но она не выросла. е) сл. испытывать оргазм, "кончать" (иногда в сочетании с off) ж) выпадать, доставаться кому-л. (о вещи, доле и т.п.) ;
передаваться по наследству, по договору и т.п. Stanbury belongs to us. It came through my mother. ≈ Стенбери принадлежит нам. Мы получили его в наследство от моей матери. have it coming to one з) получаться, выходить;
подходить, достигать состояния готовности (о сыре, масле и т.д.) He repainted the figure, but it wouldn't come well. ≈ Он заново нарисовал фигуру, но она никак не хотела выйти хорошо.
3) происходить, истекать ((из какого-л. источника;
также о роде)) ;
следовать, вытекать( как следствие из причины) Words which come originally from the Latin. ≈ Слова, изначально пришедшие из латыни. I came from a race of fishers. ≈ Я из рыбацкого рода. No good could come of it. ≈ Из этого не выйдет ничего хорошего.
4) поставляться (обычно в каком-л. виде, о товарах) The car comes with or without the rear wing. ≈ Машина поставляется в двух модификациях - с задним антикрылом и без заднего антикрыла.
5) в повелительном наклонении: восклицание, означающее а) приглашение, побуждение или легкий упрек, т.е. ну, давай, вперед и т.д. б) просьбу быть аккуратнее, осторожнее, т.е. стой, погоди и т.п.
6) в сочетании с причастием настоящего времени: появляться, происходить, начинать происходить, сопровождаясь действием или характеристикой, выраженной указанным причастием The fog came pouring in at every chink and keyhole. ≈ Изо всех щелей и замочных скважин полился туман. ∙ come about come across come across as come after come again come along come amiss come apart come around come around to come asunder come at come away come away with come back come back to come before come between come by come clean come close to come down come down on come down to come down to brass tacks come down to brass nails come down with come first come for come forward come from come home come home to come in come in for come in on come into come near come next come of come off come on come out come out against come out at come out for come out from come out in come out of come over come round come short of come through come to come together come under come up come up against come up for come up to come up with come upon come within come on! ≈ живей!;
продолжайте!;
идем (тж. как формула вызова) to come out with one's life ≈ остаться в живых, уцелеть (после боя и т. п.) (which is) to come ≈ грядущий;
будущий pleasure to come ≈ предвкушаемое удовольствие light come light go ≈ что досталось легко, быстро исчезает to come down to brass tacks ≈ говорить о фактах to come down to earth ≈ спуститься с небес на землю to come when one's ship comes ≈ когда кто-л. станет богатым to come in on the ground floor ≈ начать дело с нуля to come out of the blue ≈ неожиданно появляться, наступать to come out of one's shell ≈ выйти из своей скорлупы to come easy to ≈ не представлять трудностей для( кого-л.) to come to harm ≈ пострадать to come in useful ≈ прийтись кстати to come natural ≈ быть естественным things to come ≈ грядущее in days to come ≈ в будущем to come to the book ≈ приносить присягу перед исполнением обязанностей судьи to come it strong ≈ действовать энергично to come it too strong ≈ перестараться to come apart at the seams ≈ потерять самообладание, выдержку to come of age ≈ достигать совершеннолетия - come to bat - come to pass to come to stay приходить;
идти;
- to * to the office приходить на службу;
- to * home приходить домой;
- to * down спускаться, опускаться;
- please ask him to * down пожалуйста, попросите его сойти вниз;
- the curtain came down занавес опустился;
- to * up подниматься, идти вверх;
- I saw him coming up the hill я видел, как он поднимался в гору;
- the diver came up at last наконец водолаз появился на поверхности;
- the curtain came up занавес поднялся;
- to * along the street идти по улице;
- I saw him coming along the road я видел, как он шел по дороге;
- to * by проходить мимо;
- I will wait here until he *s by я буду ждать здесь, пока он не пройдет (мимо) ;
- to * forward выходить вперед, выступить( из рядов) ;
- volunteers, * forward добровольцы, вперед!;
- to * in входить;
- ask him to * in попросите его войти;
- to * into a room входить в комнату;
- to * out выходить;
- when he came out it was dark когда он вышел( из дома), было уже темно;
- the moon has * out взошла луна;
- to * out of one's shell выйти из своей скорлупы;
- to * back вернуться, прийти назад;
- he will * back он возвратится;
- to * late приходить поздно;
- to * to smb. for advice прийти к кому-л за советом;
- he often *s to see me он часто навещает меня;
- * and see what I have found приходите посмотреть, что я нашел приезжать, прибывать;
- the train *s at three o'clock поезд прибывает в три часа;
- he came to London last night он приехал в Лондон вчера вечером;
- he has * a long way он приехал издалека идти;
ехать;
- I'm coming with you я иду с вами;
- *! пошли!, идем!;
- coming! иду!, сечас!;
- are you coming my way? вам со мной по пути? - to * past проходить мимо;
- a number of people came past мимо прошло много народу;
- the soldier had orders not to let anybody * past солдат получил приказ никого не пропускать;
- to * and go ходить взад и вперед;
- we have * many miles мы проехали много миль проходить, приближаться;
- the girl started when he came hear девочка вздрогнула, когда он приблизился;
- I now * to the third point теперь я перехожу к третьему вопросу доходить, достигать;
- the forest came to the very bank лес доходил до самого берега;
- does the railway * right to the town? подходит ли железнодорожная линия к самому городу?;
- his voice came to me through the mist его голос доносился до меня сквозь туман;
- through the open window came the sounds of a piano из открытого окна раздавались звуки рояля;
- it came to me that... до меня дошло, что..., мне стало известно, что...;
- it came to me at last that... наконец до моего сознания дошло, что... равняться, достигать;
- your bill *s to $10 ваш счет равняется десяти долларам;
- his earnings * to $1,000 a year его заработок составляет тысячу долларов в год;
- let us put it all together and see what it will * to давайте сложим все это и посмотрим, что получится сводиться( к чему-л) ;
- it all *s to the same thing все это сводится к одному и тому же;
- what he knows does not * to much его знания невелики;
- to * to nothing окончиться ничем, свестись к нулю;
сойти на нет прийти (к чему-л) ;
достичь( чего-л) ;
- to * to an understanding прийти к соглашению, договориться;
- to * to a decision принять решение;
- to * to an end прийти к концу, окончиться наступать, приходить;
- spring came пришла весна;
- a crisis is coming приближается кризис;
- his turn came наступила его очередь, настал его черед;
- ill luck came to me меня постигла неудача;
- dinner came at last наконец подали обед;
- success is yet to * успех еще впереди ожидаться, предстоять;
- the time to * будущее;
- the years to * грядущие годы;
- the life to * будущая жизнь;
- orders to * предстоящие заказы;
- for three months to * в течение трех следующих месяцев появляться, возникать;
- an idea came into his head ему пришла в голову мысль, у него возникла идея;
- inspiration came to him на него нашло вдохновение;
- it came to me у меня появилась мысль;
я припомнил;
- it *s to me that I owe you money я припоминаю, что я вам должен;
- his colour came and went он то краснел, то бледнел - he tried to speak but no word would * from his mouth он хотел что-то сказать, но не мог вымолвить ни слова находиться;
- on what page does it *? на какой это странице? случаться;
происходить;
проистекать;
- this *s from disobedience это происходит от непослушания;
- how did it * that you quarrelled? как это вы поссорились? - no harm will * to you с тобой ничего не случится;
тебе ничего не грозит;
- be ready for whatever *s будь готов ко всему;
- * what may будь что будет выходить, получаться, приводить;
- to * to good дать хороший результат;
- to * to no good плохо кончить;
- to * to harm пострадать;
попасть в беду, неприятность;
- it will * all right in the end в конце концов все будет в порядке;
- nothing came of the matter из этого дела ничего не вышло;
no good will * of it ничего хорошего из этого не получиться, это до добра не доведет;
- a dream that came true сбывшаяся мечна;
- the dress would not * as she wanted платье получилось не таким, как ей хотелось;
- her jelly won't * желе у нее не застывало;
- the butter came very quickly todey сегодня масло сбилось очень быстро происходить, иметь происхождение;
- this word *s from Latin это слово латинского происхождения;
- this book *s from his library эта книга из его библиотеки;
- he *s from London он родом из Лондона;
- she *s from a well-known family она происходит из известной семьи доставаться;
- the house is coming to his son after his death после его смерти дом достанется сыну прорастать, всходить, расти;
- the corn *s пшеница всходит;
- the barley had * remarkably well ячмень дал отличные всходы (американизм) (разговорное) устроить, сделать( что-л) ;
- to * a trick over one's pal сыграть плохую шутку со своим другом( разговорное) испытать оргазм, кончить (тж. * on, * now) в грам. знач. междометия выражает: побуждение к совершению какого-л. действия: ну!, живо!, давай!;
- * out with it, boy ну, парень, выкладывай упрек, протест: ну что вы!;
- what? He here! Oh! *, *! как? Он здесь?! Да оставьте вы! увещевание: полно!, ну, ну!;
- *, *, you shouldn't speak like that! ну полно, вы не должны так говорить!;
- now *! be patient! ну потерпите;
имей термение;
- *, *, don't be so foolish! ну, ну, не дури! в грам. знач. предлога: (если) считать, считая с (такого-то дня) ;
- a fortnight * Sunday через две недели (считая) со следующего воскресенья;
- it'll be a year * Monday since he left в будущий понедельник год, как он уехал становиться (известным) ;
приобретать (положение) ;
- to * into notice привлечь внимание;
- author who is beginning to * into notice автор, который начинает завоевывать известность;
- to * into the public eye привлечь к себе внимание общественности;
- to * into prominence стать известным вступать (во владение) ;
получить( в наследство) ;
- he came into some money он получил в наследство немного денег;
- he came into an inheritance он получил наследство вступать (в должность) ;
- to * into office вступить в должность;
прийти к власти;
- he came into power он пришел к власти вступать (в конфликт, в сговор) ;
- to * into conflict вступить в конфликт;
- to * into collision столкнуться, войти в противоречие переходить (в другую фазу) - to * into flower расцвести, выходить в цветок;
вступать в пору цветения;
- to * into ear колоситься, выходить в колос войти (в употребление, обиход) ;
- to * into use войти в употребление;
- to * into disuse выйти из употребления вступить (в силу) ;
- to * into effect вступать в силу;
- to * into operation начать действовать или применяться;
вступать в силу входить (в компетенцию, обязанности) ;
- to * within the terms of reference относиться к ведению;
- that doesn't * within my duties это не входит в мои обязанности быть, являться - to * natural быть естественным;
- to * easy не представлять трудностей;
- it came as a surprise это явилось полной неожиданностью;
- it will * very cheap to you это обойдется вам очень дешево выпускаться;
продаваться - they * in all shapes они бывают всех видов, они бывают разные;
- the dress *s in three sizes имеются три размера этого платься;
- this soup comes in a can этот суп продается в жестяных банках в сочетании с последующим причастием настоящего времени называет действие, выраженное причастием;
- he came riding он приехал верхом;
- he came galloping он прискакал галопом;
- he came running он прибежал;
- the rain came pouring полил дождь > to * home попасть в цель;
попасть не в бровь, а в глаз;
задеть за живое;
> to * home to smb. доходить до чьего-л сознания;
растрогать кого-л до глубины души, найти отклик в чьей-л душе;
> to * short of smth. испытывать недостаток в чем-л;
не хватать;
не соответствовать;
не опревдать ожиданий, надежд > her money came short of her expenditure ей не хватило денег на расходы;
> this *s short of accepted standards это не соответствует принятым нормам;
> to * to a head созреть( о нарыве) ;
назреть, перейти в решающую стадию;
> to * to light обнаружиться, стать известным;
> to * in sight появиться, показаться;
> oh, * off it! (американизм) (грубое) заткнись!, перестань трепаться!;
перестань!, хватит!, прекрати!;
> off your perch /your high horse/! не зазнавайтесь!, не задирайте нос!;
> * off the grass! не вмешивайтесь не в свои дела!;
брось задаваться!;
брось преувеличивать!;
не ври!;
> to * out of action( военное) выйти из боя;
выйти из строя;
> * out of that! перестань вмешиваться!, не суйся!, не лезь!;
> to * a long way преуспеть > to * the old soldier over smb. поучать кого-л, командовать кем-л;
обманывать, надувать кого-л;
> * quick! (радиотехника) сигнал общего вызова;
> to * one's way выпасть на чью-л долю;
> to * to the point говорить по существу дела;
делать стойку (о собаке) ;
> to * into play начать действовать;
быть полезным, пригодиться;
> to * it strong (сленг) зайти слишком далеко;
хватить через край;
действовать решительно, быть напористым;
> that is coming it a little too strong это уж слишком!;
> not to know whether one is coming or going растеряться, потерять голову;
не знать, на каком ты свете;
> * day, go day день да ночь - сутки прочь;
> it's * day, go day with him ему ни до чего нет дела;
день прожил - и ладно;
> everything *s him who waits кто ждет, тот дождется;
терпение и труд все перетрут;
> after dinner *s the reckoning поел - плати!;
любишь кататься - люби и саночки возить;
> he who *s uncalled, sits unserved пришел без приглашения - не жди угощения ~ off иметь успех;
удаваться, проходить с успехом;
all came off satisfactorily все сошло благополучно;
to come off with honour выйти с честью ~, ~, be not so hasty! подождите, подождите, не торопитесь! ~ доходить, достигать;
равняться;
the bill comes to 500 roubles счет составляет 500 рублей ~ в сочетании с причастием настоящего времени передает возникновение действия, выраженного причастием: the boy came running into the room мальчик вбежал в комнату ~ делаться, становиться;
things will come right все обойдется, все будет хорошо;
my dreams came true мои мечты сбылись;
butter will not come масло никак не сбивается come в повелительном наклонении восклицание, означающее приглашение, побуждение или легкий упрек: come, tell me all you know about it ну, расскажите же все, что вы об этом знаете come в повелительном наклонении восклицание, означающее приглашение, побуждение или легкий упрек: come, tell me all you know about it ну, расскажите же все, что вы об этом знаете ~ в сочетании с причастием настоящего времени передает возникновение действия, выраженного причастием: the boy came running into the room мальчик вбежал в комнату ~ вести свое происхождение;
происходить;
he comes from London он уроженец Лондона;
he comes of a working family он из рабочей семьи;
that comes from your carelessness все это от твоей небрежности ~ выпадать (на чью-л. долю) ;
доставаться (кому-л.) ;
it came on my head это свалилось мне на голову;
ill luck came to me меня постигла неудача ~ делаться, становиться;
things will come right все обойдется, все будет хорошо;
my dreams came true мои мечты сбылись;
butter will not come масло никак не сбивается ~ доходить, достигать;
равняться;
the bill comes to 500 roubles счет составляет 500 рублей ~, ~, be not so hasty! подождите, подождите, не торопитесь! ~, ~, be not so hasty! подождите, подождите, не торопитесь! ~ прибывать;
приезжать;
she has just come from London она только что приехала из Лондона ~ (came;
~) приходить, подходить;
help came in the middle of the battle в разгар боя подошла помощь;
one shot came after another выстрелы следовали один за другим ~ случаться, происходить, бывать;
how did it come that..? как это случилось, что..? how comes it? почему это получается?, как это выходит?;
come what may будь, что будет ~ down разг. come раскошелиться;
come down with your money! раскошеливайтесь! ~ about менять направление( о ветре) ;
come across (случайно) встретиться (с кем-л.) ;
натолкнуться( на что-л.) ~ about происходить, случаться ~ about менять направление( о ветре) ;
come across (случайно) встретиться (с кем-л.) ;
натолкнуться (на что-л.) ~ across! разг. признавайся! ~ across! разг. раскошеливайся! ~ after искать, домогаться ~ after наследовать;
come again возвращаться ~ after следовать ~ after наследовать;
come again возвращаться ~ apart, ~ asunder распадаться на части ~ apart, ~ asunder распадаться на части ~ at нападать, набрасываться;
добраться( до кого-л.) ;
just let me come at him дайте мне только добраться до него ~ at получить доступ( к чему-л.), добиться( чего-л.) ;
how did you come at the information? как вы это узнали? ~ away отламываться;
the handle came away in my hand ручка отломилась и осталась у меня в руках ~ away уходить ~ back возвращаться ~ back вспоминаться ~ back спорт. обрести прежнюю форму ~ back отвечать тем же самым, отплатить той же монетой ~ back спорт. отставать ~ back очнуться, прийти в себя ~ before превосходить ~ before предшествовать to ~ before the Court предстать перед судом ~ by доставать, достигать ~ by амер. заходить ~ by проходить мимо ~ down быть поваленным (о дереве) ~ down быть разрушенным (о постройке) ~ down деградировать;
to come down in the world потерять состояние, положение;
опуститься ~ down амер, разг. заболеть( with - чем-л.) ~ down набрасываться (upon, on - на) ;
бранить, наказывать( upon, on - кого-л.) ~ down падать (о снеге, дожде) ~ down переходить по традиции ~ down приходить, приезжать ~ down разг. come раскошелиться;
come down with your money! раскошеливайтесь! ~ down спадать, ниспадать ~ down спускаться;
опускаться down: ~ вниз;
to climb down слезать;
to come down спускаться;
to flow down стекать to come (или to drop) ~ (on smb.) набрасываться (на кого-л.), бранить (кого-л.) ~ down деградировать;
to come down in the world потерять состояние, положение;
опуститься world: so goes (или wags) the ~ такова жизнь;
to come down in the world опуститься, утратить былое положение ~ down разг. come раскошелиться;
come down with your money! раскошеливайтесь! ~ for заходить за ~ for нападать на ~ forward выходить вперед;
выдвигаться ~ forward откликаться ~ forward предлагать свои услуги ~ in вступать (в должность) ;
приходить к власти ~ in входить ~ in входить в моду ~ in амер. жеребиться, телиться ~ in оказаться полезным, пригодиться (тж. come in useful) ;
where do I come in? разг. чем я могу быть полезен?;
какое это имеет ко мне отношение? ~ in прибывать (о поезде, пароходе) ~ in спорт. прийти к финишу;
to come in first победить, прийти первым;
come in for получить (что-л.) (напр., свою долю и т. п.) ~ in созревать ~ in спорт. прийти к финишу;
to come in first победить, прийти первым;
come in for получить (что-л.) (напр., свою долю и т. п.) ~ in спорт. прийти к финишу;
to come in first победить, прийти первым;
come in for получить (что-л.) (напр., свою долю и т. п.) ~ into вступать в ~ into получать в наследство to ~ into being( или existence) возникать;
to come into the world родиться;
to come into force вступать в силу;
to come into notice привлечь внимание to ~ into being (или existence) возникать;
to come into the world родиться;
to come into force вступать в силу;
to come into notice привлечь внимание force: ~ сила, действие ( закона, постановления и т. п.) ;
to come into force вступать в силу force: come into ~ вступать в силу to ~ into being (или existence) возникать;
to come into the world родиться;
to come into force вступать в силу;
to come into notice привлечь внимание notice: to bring( или to call) to (smb.'s) ~ доводить до сведения( кого-л.) ;
to come to (smb.'s) notice стать известным (кому-л.) ;
to come into notice привлечь внимание to ~ into play начать действовать;
to come into position воен. занять позицию;
to come into sight появиться play: to come into ~ начать действовать;
in full play в действии, в разгаре to ~ into play начать действовать;
to come into position воен. занять позицию;
to come into sight появиться to ~ into play начать действовать;
to come into position воен. занять позицию;
to come into sight появиться to ~ into being (или existence) возникать;
to come into the world родиться;
to come into force вступать в силу;
to come into notice привлечь внимание ~ off амер. замолчать;
oh, come off it! да перестань же! ~ off иметь успех;
удаваться, проходить с успехом;
all came off satisfactorily все сошло благополучно;
to come off with honour выйти с честью ~ off отделываться;
he came off a loser он остался в проигрыше;
he came off clear он вышел сухим из воды ~ off отрываться( напр., о пуговице) ~ off происходить, иметь место ~ off сходить, слезать ~ off удаляться ~ off амер. замолчать;
oh, come off it! да перестань же! ~ off иметь успех;
удаваться, проходить с успехом;
all came off satisfactorily все сошло благополучно;
to come off with honour выйти с честью ~ on возникать (о вопросе) ~ on! живей!;
продолжайте!;
идем (тж. как формула вызова) ~ on наступать, нападать ~ on натыкаться, наскакивать;
поражать( о болезни) ~ on появляться (на сцене) ~ on преуспевать;
делать успехи ~ on приближаться;
налететь, разразиться( о ветре, шквале) ;
a storm is coming on приближается гроза ~ on рассматриваться (в суде) ~ on расти ~ out выходить;
to come out of oneself стать менее замкнутым ~ out выходить ~ out дебютировать( на сцене, в обществе) ~ out обнаруживаться;
проявляться ~ out обнаруживаться ~ out объявлять забастовку ~ out появляться (в печати) ~ out выходить;
to come out of oneself стать менее замкнутым ~ out on strike объявлять забастовку to ~ short не достигнуть цели to ~ short не оправдать ожиданий to ~ short не хватить short: to come (или to fall) ~ (of smth.) не достигнуть цели to come (или to fall) ~ (of smth.) не оправдать ожиданий to come (или to fall) ~ (of smth.) не хватать, иметь недостаток( в чем-л.) to come (или to fall) ~ (of smth.) уступать( в чем-л.) ;
this book comes short of satisfactory эта книга оставляет желать много лучшего ~ to приходить ~ to равняться ~ to составлять to: ~ bring ~ привести в сознание;
to come to прийти в сознание;
to and fro взад и вперед ~ to a decision приходить к решению ~ to a halt останавливаться ~ to a standstill оказываться в тупике standstill: ~ остановка, бездействие, застой;
to come to a standstill оказаться в тупике;
work was at a standstill работа совсем остановилась ~ to an end заканчивать ~ to prevail приобретать по праву давности ~ to terms договариваться ~ to terms приходить к соглашению term: ~ pl условия соглашения;
договор;
to come to terms( или to make terms) (with smb.) прийти к соглашению (с кем-л.) ~ to the rescue приходить на помощь rescue: ~ спасение;
освобождение, избавление;
to come (или to go) to the rescue помогать, приходить на помощь ~ случаться, происходить, бывать;
how did it come that..? как это случилось, что..? how comes it? почему это получается?, как это выходит?;
come what may будь, что будет what: ~ the hell? ну и что?, подумаешь!;
come what may будь, что будет;
what on earth( или in the blazes, in the world)...? черт возьми, бога ради... ~ away отламываться;
the handle came away in my hand ручка отломилась и осталась у меня в руках he came in for a lot of trouble ему здорово досталось ~ off отделываться;
he came off a loser он остался в проигрыше;
he came off clear он вышел сухим из воды ~ off отделываться;
he came off a loser он остался в проигрыше;
he came off clear он вышел сухим из воды ~ вести свое происхождение;
происходить;
he comes from London он уроженец Лондона;
he comes of a working family он из рабочей семьи;
that comes from your carelessness все это от твоей небрежности ~ вести свое происхождение;
происходить;
he comes from London он уроженец Лондона;
he comes of a working family он из рабочей семьи;
that comes from your carelessness все это от твоей небрежности ~ (came;
~) приходить, подходить;
help came in the middle of the battle в разгар боя подошла помощь;
one shot came after another выстрелы следовали один за другим ~ случаться, происходить, бывать;
how did it come that..? как это случилось, что..? how comes it? почему это получается?, как это выходит?;
come what may будь, что будет how: ~ comes it?, ~ is it? разг. как это получается?, почему так выходит?;
how so? как так? ~ случаться, происходить, бывать;
how did it come that..? как это случилось, что..? how comes it? почему это получается?, как это выходит?;
come what may будь, что будет ~ at получить доступ( к чему-л.), добиться (чего-л.) ;
how did you come at the information? как вы это узнали? ~ выпадать (на чью-л. долю) ;
доставаться (кому-л.) ;
it came on my head это свалилось мне на голову;
ill luck came to me меня постигла неудача ~ выпадать (на чью-л. долю) ;
доставаться (кому-л.) ;
it came on my head это свалилось мне на голову;
ill luck came to me меня постигла неудача ~ at нападать, набрасываться;
добраться (до кого-л.) ;
just let me come at him дайте мне только добраться до него the knot has ~ undone узел развязался the moonshine came streaming in through the open window в открытое окно лился лунный свет ~ делаться, становиться;
things will come right все обойдется, все будет хорошо;
my dreams came true мои мечты сбылись;
butter will not come масло никак не сбивается ~ (came;
~) приходить, подходить;
help came in the middle of the battle в разгар боя подошла помощь;
one shot came after another выстрелы следовали один за другим ~ прибывать;
приезжать;
she has just come from London она только что приехала из Лондона ~ on приближаться;
налететь, разразиться (о ветре, шквале) ;
a storm is coming on приближается гроза come в повелительном наклонении восклицание, означающее приглашение, побуждение или легкий упрек: come, tell me all you know about it ну, расскажите же все, что вы об этом знаете ~ вести свое происхождение;
происходить;
he comes from London он уроженец Лондона;
he comes of a working family он из рабочей семьи;
that comes from your carelessness все это от твоей небрежности ~ делаться, становиться;
things will come right все обойдется, все будет хорошо;
my dreams came true мои мечты сбылись;
butter will not come масло никак не сбивается this work comes to me эта работа приходится на мою долю ~ in оказаться полезным, пригодиться (тж. come in useful) ;
where do I come in? разг. чем я могу быть полезен?;
какое это имеет ко мне отношение? -
59 night
1) (the period from sunset to sunrise: We sleep at night; They talked all night (long); He travelled by night and rested during the day; The days were warm and the nights were cool; (also adjective) He is doing night work.) noche2) (the time of darkness: In the Arctic in winter, night lasts for twenty-four hours out of twenty-four.) noche•- nightly- night-club
- nightdress
- nightgown
- nightfall
- nightmare
- nightmarish
- night-school
- night shift
- night-time
- night-watchman
night n nocheby night de noche / por la nocheit was very hot in the day, so they travelled by night de día hacía mucho calor, así que viajaban por la nocheRecuerda que Good night sólo se dice como despedida. Para saludar a alguien por la noche se dice Good eveningtr[naɪt]1 noche nombre femenino1 familiar de noche, por la noche\SMALLIDIOMATIC EXPRESSION/SMALLall night long toda la santa nocheat dead of night en mitad de la nocheat night de nocheby night de nochelast night anochelate at night a altas horas de la nochenight and day noche y díato have a bad night pasar una mala nocheto have a late night acostarse tardeto have a night out salir de juerga por la nocheto have an early night acostarse tempranoto make a night of it salir de juerga hasta tardenight blindness nictalopíanight court juzgado de guardianight owl ave nombre femenino nocturna, trasnochador,-ranight porter portero,-a de nochenight safe caja permanente, depósito nocturnonight school escuela nocturnanight shift turno de nochenight stick SMALLAMERICAN ENGLISH/SMALL porranight watchman vigilante nombre masculino nocturnonight ['naɪt] adj: nocturno, de la nochethe night sky: el cielo nocturnonight shift: turno de la nochenight n1) evening: noche fat night: de nochelast night: anochetomorrow night: mañana por la noche2) darkness: noche f, oscuridad fnight fell: cayó la nocheadj.• nocturno, -a adj.n.• noche s.f.• tiniebla s.f.naɪt1) c u ( period of darkness) noche fnight fell — cayó la noche (liter)
at night — por la noche, de noche
she woke up in the middle of the night — se despertó por la noche or durante la noche
the night before last — anteanoche, antenoche (AmL)
to spend a sleepless night — pasar una noche en vela or en blanco
to have a good/bad night — pasar (una) buena/mala noche
to have a late/an early night — acostarse* tarde/temprano; (before n) <flight, patrol> nocturno
night shift — turno m nocturno or de la noche
2) c ( evening) noche flast night — anoche, ayer por la noche
first night — ( Theat) noche f del estreno
3) nights (as adv) por las noches[naɪt]1. N1) (=time of day) noche fit is night — liter es de noche
•
all night (long) — toda la noche•
at night — por la noche, de noche•
to have a bad night — dormir mal, pasar una mala noche•
the night before the ceremony — la víspera de la ceremonia•
by night — de noche, por la noche•
to have an early night — acostarse temprano•
good night! — ¡buenas noches!•
in the night — durante la noche•
to have a late night — acostarse muy tarde•
we decided to make a night of it and go to a club afterwards — decidimos prolongar la velada e irnos a una discoteca después•
to spend the night — pasar la nocheto spend the night together — euph (=to have sex) pasar la noche juntos
•
tomorrow night — mañana por la noche•
to work nights — trabajar de noche2) (Theat)2.CPDnight bird N — ave f nocturna
night blindness N — ceguera f nocturna
night fighter N — caza m nocturno, cazabombardero m nocturno
night nurse N — enfermera f de noche
night out N —
girls' night out — salida f de chicas
boys' night out — salida f de chicos
he was returning home after a night out with friends when... — volvía a casa después de haber salido con los amigos cuando...
night owl * N — (fig) ave f nocturna
night porter N — guarda m nocturno
night safe N — caja f de seguridad nocturna
night school N — escuela f nocturna
night shelter N — albergue m
night shift N — turno m nocturno, turno m de noche
night stand N (US) — = night table
night storage heater N — acumulador m eléctrico nocturno
night table N — mesita f de noche
night-visionnight vision N — visión f nocturna
= night watchmannight watch N — (=shift) turno m de noche; (Hist) ronda f nocturna (=individual)
night watchman N — (in factory) vigilante m nocturno; (in street) sereno m
night work N — trabajo m nocturno
* * *[naɪt]1) c u ( period of darkness) noche fnight fell — cayó la noche (liter)
at night — por la noche, de noche
she woke up in the middle of the night — se despertó por la noche or durante la noche
the night before last — anteanoche, antenoche (AmL)
to spend a sleepless night — pasar una noche en vela or en blanco
to have a good/bad night — pasar (una) buena/mala noche
to have a late/an early night — acostarse* tarde/temprano; (before n) <flight, patrol> nocturno
night shift — turno m nocturno or de la noche
2) c ( evening) noche flast night — anoche, ayer por la noche
first night — ( Theat) noche f del estreno
3) nights (as adv) por las noches -
60 time
{taim}
I. 1. време, час, удобен момент
the TIME of day времето, часът, положението на нещата
to give/pass the TIME of day поздравявам, казвам добър ден и пр., разменям поздрав (with с)
there is no TIME like the present cera e моментът, не отлагай за утре
at this TIME of day сега, по това време
all the TIME през всичкото време, винаги
TIME to come бъдеще (то)
it will be TIME enough ще има достатъчно време, няма да бъде късно
what is the TIME? колко e часът? at one TIME по едно време (в миналото)
at any TIME, at all TIMEs във/по всяко време
at no TIME никога
at no sort of TIME по никое време
at the TIME навремето, по онова време, тогава
at the same TIME в/по едно и също време, в същото време, едновременно, същевременно, въпреки това, все пак
at TIMEs понякога, навремени
at different TIMEs различно, в различни случаи
ahead of/before TIME по-рано, преждевременно, предсрочно
against TIME с пълна скорост/пара, за печелене на време
behind TIME не навреме, със закъснение
between TIMEs в промеждутъците, от време на време
for a TIME за известно време
for a short TIME за кратко, за малко
for some TIME за известно време
for some TIME (past) now от известно време насам
for the TIME being временно, сега-засега
from that TIME (on) оттогава нататък
from this TIME on отсега нататък
in (good) TIME навреме, овреме, своевременно, с време, след известно време
all in good TIME на времето си, когато трябва, отрано, когато му дойде времето
in a short TIME в кратко време, скоро
in (less than) no TIME много бързо, в миг, за нула време
2. период, време
she ran the distance in record TIME тя пробяга разстоянието за рекордно време
at my TIME of life на моите години/възраст
3. време, срок, сп. време (на състезание), период, срок (на служба, присъда, затвор, бременност и пр.)
he is serving his TIME той излежава присъдата си, той кара войниклъка си
she is far on in her TIME тя e в напреднала бременност
she is near her TIME тя скоро ще ражда
(it's) about TIME време e вече
it is TIME for me to go време e да вървя
it is high TIME крайно време e (for за, to с inf да)
in a week's TIME за/в (срок от) една седмица
TIME is short няма много време
TIME is up времето мина/изтече
to sell TIME рад., телев. отстъпвам срещу заплащане време за предаване на реклами и пр.
it will last our TIME ще изтрае, докато сме живи
4. често рl епоха, период, време, времена
hard TIMEs трудно време, усилни години
modern TIMEs съвременната епоха
in ancient TIMEs в древни времена
from/since TIME (s) immemorial/TIME out of mind открай време, от памтивека
before/ahead of one's TIME s преди/напред от своето време, твърде рано, изпреварил времето си
behind one's TIME/the TIMEs изостанал от времето си
to have the TIME of one's life разг. прекарвам чудесно, забавлявам се много
those were TIMEs това беше живот! какво време беше тогава
5. път, случай
another TIME друг път
at one TIME or another все някога, при един или друг случай
two/three at a TIME по двама/трима наведнъж/на един път
many a TIME много пъти
three TIMEs running три пъти наред
TIMEs out of number безброй пъти
TIME and (TIME) again неведнъж, много пъти, отново и отново
TIME after TIME пак и пак, хиляди пъти
not till next TIME няма вече (да правя така) (да не вярваш)
6. мат. път
six TIMEs five is/are thirty шест по пет e тридесет
the TIMEs sign знакът за умножение х
7. муз. темпo, такт
to beat/keep TIME тактувам, давам такт
to keep TIME вървя, танцувам/пея и пр. в такт, спазвам такт
in TIME ритмично, в такт
out of TIME неритмично, не в такт, воен. ход, стъпка
in/out of TIME в/не в крак
за часовник to keep good/bad TIME вървя точно/неточно
to lose/gain TIME оставам назад/избързвам
8. работно време, заплащане за изработено време
to work/to be on full TIME имам пълно работно време
to be on short/part TIME работя при непълна заетост, частично безработен съм
to pick up one's TIME получавам възнаграждение за изработено време
TIME and a half надница и половина
double TIME двойно възнаграждение
to play for TIME мъча се да печеля време
to talk against TIME говоря, за да печеля време
II. 1. избирам подходящ момент за, върша нещо, когато трябва, съобразявам с времето
you must TIME your blows трябва да знаеш кога да нанасяш ударите си
your remark was not well TIMEd лош момент избра да се изкажеш, бележката ти беше ненавременна
2. определямвреме/срок за
the train TIMEd to leave at 6.30 влакът, заминаващ по разписание в 6.30
3. отбелязвам, записвам, засичам (постигнато) време (при надбягване и пр.)
4. регулирам, отмервам
5. ряд. тактувам
6. to TIME with съвпадам по време, отговарям на, хармонирам с* * *{taim} n 1. време; час, удобен момент; the time of day времето, час(2) {taim} v 1. избирам подходящ момент за, върша нещо, когато т* * *час; срок; такт; темпо; темп; отмервам; период; време; път; засичам;* * *1. (it's) about time време e вече 2. against time с пълна скорост/пара, за печелене на време 3. ahead of/before time по-рано, преждевременно, предсрочно 4. all in good time на времето си, когато трябва, отрано, когато му дойде времето 5. all the time през всичкото време, винаги 6. another time друг път 7. at any time, at all times във/по всяко време 8. at different times различно, в различни случаи 9. at my time of life на моите години/възраст 10. at no sort of time по никое време 11. at no time никога 12. at one time or another все някога, при един или друг случай 13. at the same time в/по едно и също време, в същото време, едновременно, същевременно, въпреки това, все пак 14. at the time навремето, по онова време, тогава 15. at this time of day сега, по това време 16. at times понякога, навремени 17. before/ahead of one's time s преди/напред от своето време, твърде рано, изпреварил времето си 18. behind one's time/the times изостанал от времето си 19. behind time не навреме, със закъснение 20. between times в промеждутъците, от време на време 21. double time двойно възнаграждение 22. for a short time за кратко, за малко 23. for a time за известно време 24. for some time (past) now от известно време насам 25. for some time за известно време 26. for the time being временно, сега-засега 27. from that time (on) оттогава нататък 28. from this time on отсега нататък 29. from/since time (s) immemorial/time out of mind открай време, от памтивека 30. hard times трудно време, усилни години 31. he is serving his time той излежава присъдата си, той кара войниклъка си 32. i. време, час, удобен момент 33. ii. избирам подходящ момент за, върша нещо, когато трябва, съобразявам с времето 34. in (good) time навреме, овреме, своевременно, с време, след известно време 35. in (less than) no time много бързо, в миг, за нула време 36. in a short time в кратко време, скоро 37. in a week's time за/в (срок от) една седмица 38. in ancient times в древни времена 39. in time ритмично, в такт 40. in/out of time в/не в крак 41. it is high time крайно време e (for за, to с inf да) 42. it is time for me to go време e да вървя 43. it will be time enough ще има достатъчно време, няма да бъде късно 44. it will last our time ще изтрае, докато сме живи 45. many a time много пъти 46. modern times съвременната епоха 47. not till next time няма вече (да правя така) (да не вярваш) 48. out of time неритмично, не в такт, воен. ход, стъпка 49. she is far on in her time тя e в напреднала бременност 50. she is near her time тя скоро ще ражда 51. she ran the distance in record time тя пробяга разстоянието за рекордно време 52. six times five is/are thirty шест по пет e тридесет 53. the time of day времето, часът, положението на нещата 54. the times sign знакът за умножение х 55. the train timed to leave at 30 влакът, заминаващ по разписание в 30 56. there is no time like the present cera e моментът, не отлагай за утре 57. those were times това беше живот! какво време беше тогава 58. three times running три пъти наред 59. time after time пак и пак, хиляди пъти 60. time and (time) again неведнъж, много пъти, отново и отново 61. time and a half надница и половина 62. time is short няма много време 63. time is up времето мина/изтече 64. time to come бъдеще (то) 65. times out of number безброй пъти 66. to be on short/part time работя при непълна заетост, частично безработен съм 67. to beat/keep time тактувам, давам такт 68. to give/pass the time of day поздравявам, казвам добър ден и пр., разменям поздрав (with с) 69. to have the time of one's life разг. прекарвам чудесно, забавлявам се много 70. to keep time вървя, танцувам/пея и пр. в такт, спазвам такт 71. to lose/gain time оставам назад/избързвам 72. to pick up one's time получавам възнаграждение за изработено време 73. to play for time мъча се да печеля време 74. to sell time рад., телев. отстъпвам срещу заплащане време за предаване на реклами и пр 75. to talk against time говоря, за да печеля време 76. to time with съвпадам по време, отговарям на, хармонирам с 77. to work/to be on full time имам пълно работно време 78. two/three at a time по двама/трима наведнъж/на един път 79. what is the time? колко e часът? at one time по едно време (в миналото) 80. you must time your blows трябва да знаеш кога да нанасяш ударите си 81. your remark was not well timed лош момент избра да се изкажеш, бележката ти беше ненавременна 82. време, срок, сп. време (на състезание), период, срок (на служба, присъда, затвор, бременност и пр.) 83. за часовник to keep good/bad time вървя точно/неточно 84. мат. път 85. муз. темпo, такт 86. определямвреме/срок за 87. отбелязвам, записвам, засичам (постигнато) време (при надбягване и пр.) 88. период, време 89. път, случай 90. работно време, заплащане за изработено време 91. регулирам, отмервам 92. ряд. тактувам 93. често рl епоха, период, време, времена* * *time [taim] I. n 1. време; час, (удобен) момент; mean \time средно време; Greenwich mean \time часът по Гринуич; summer \time (light-saving \time) лятно часово време (с изместване на часовника 1 час напред); International Atomic T. международно атомно време; Eastern European T. ( abbr EET) източноевропейско време, часови пояс; Central European T. (abbr CET) централноевропейско време; Western European T. (abbr WET) западноевропейско време; Eastern Standard T. (abbr EST) Нюйоркско време (часови пояс, обхващащ източното крайбрежие на САЩ); \time budget survey наблюдение върху разпределение на времето; \time provisions in contracts договорни положения относно срокове; correct \time точно време; dinner \time време за обед, вечеря; the \timeof the day времето, часът; положението (на нещата); to pass the \time of the day здрависвам се, разменям поздрав ( with), поздравявам (to); (so) that's the \time of the \time! разг. такива (ми ти) работи; така значи! това ли било! ясно! \time of the year годишно време; сезон; a long \time дълго време; all the \time през всичкото време; винаги; half the \time половината време; много често, почти винаги; \time to come бъдеще(то); it will be \time enough ще бъде достатъчно рано, ще има време; what \time? поет. кога? to ask the \time питам колко е часът; what is the \time? колко е часът? at a ( one) \time по едно време; at any \time, at all \times във (по) всяко време; at no \time никога; at no sort of \time по никое време; at the \time навремето, по онова време, тогава; at the same \time в едно и също (същото) време, едновременно; въпреки това; все пак; at \times понякога; at different \times различно; ahead of ( before) \time по-рано; behind \time със закъснение, ненавреме; between \times в промеждутъците, от време на време; for a \time за известно време; for a short \time за малко (кратко) време; for some \time за известно (някое) време; for some \time ( past) now от известно време насам; for the \time being (сега) засега; from that \time оттогава (нататък); from this \time отсега (нататък); in \time 1) навреме; 2) с течение на времето; 3) след известно време; in good \time точно навреме, своевременно; all in good \time всяко нещо с времето си; когато трябва, отрано; когато му дойде времето; in a short \time за малко време, скоро; in no \time без време; за много малко време, много бързо, в миг, докато се усети човек; in the course of \time с течение на времето; on \time ам. навреме; once upon a \time едно време; out of \time ам. твърде късно; some \time or other някога; to be in \time for идвам навреме за; to buy \time купувам ефирно време (в телевизията, радиото); to bide ( watch) o.'s \time изчаквам удобен момент, чакам да ми дойде времето; to have \time on o.'s hands разполагам с достатъчно (имам много свободно) време; to kill \time убивам времето си; to make \time наваксвам загубено време; to take o.'s \time не бързам, не си давам зор; пипкам се; мая се; a \time will come when ще дойде време, когато; his \time has come времето му дойде, часът му удари; the \time is ripe дошло е време ( for); \time presses няма време за губене, работата не търпи отлагане; that will take \time за това трябва (това ще отнеме) време; 2. период; summer-\time лято; at my \time of life на моите години; in my \time по мое време, когато бях млад; 3. време, срок; it is \time време е; ( it's) about \time време е вече; it is high \time крайно време е (for; to c inf); in a week's ( month's etc) \time за една седмица (месец и пр.); \time is short няма много време; \time is up времето мина (изтече); сп. време; to serve o.'s \time карам си стажа (войниклъка); излежавам си присъдата (sl u he is doing \time); she is far on in her \time тя е в напреднала бременност; she is near her \time времето ѝ е наближило, ще ражда скоро; to fix a \time определям срок; it will last our \time ще умрем, без да видим нещо друго; 4. (често pl) епоха, период; време, времена; the good old \times доброто старо време; hard \times усилни години; тежки времена; modern \times съвременна епоха; in ancient \times в древни времена; in those \times в ония времена; from ( since) \time(s) immemorial, \time out of mind открай време, от памтивека, от много отдавна, от незапомнени времена; before ( ahead of) o.'s \time(s) преди своето време; твърде рано; изпреварил времето си, напредничав (и before the \times); behind o.'s \time (the \times) останал назад от времето си, изостанал, закъснял, откъснат от живота; to have the \time of o.'s life разг. прекарвам чудесно; those were \times! какъв живот се живееше тогава! 5. път, случай; another \time друг път; at one \time or another при един или друг случай; last ( next, this) \time миналият (другият, тоя) път; the \time before last предпоследният път; every ( each) \time всеки път (когато); at a \time по един; many a \time много пъти, често; at different \times на няколко пъти; seven \times running седем пъти под ред; \times out of number безброй пъти; six \times five is thirty шест по пет прави тридесет; ten \times easier ( as easy) десет пъти по-лесно; \time after \time пак и пак, повторно, колко пъти, безброй пъти; \time and again наведнъж, отново и отново; I won't do that again... not till next \time няма вече (да правя така)... да не вярваш; 6. муз. темп; такт; to beat ( keep) \time тактувам, давам такт; to keep \time спазвам такт; to keep good ( bad) \time точен (неточен) съм (за часовник); to lose \time оставам назад (за часовник); in \time ритмичен, в такт ( with); out of \time неритмичен, не в такт ( with); to mark \time тъпча на място; изчаквам, ослушвам се преди да предприема нещо; 7. работно време; to work ( to be on) full \time работя на пълен работен ден; to be on part ( short) \time работя при непълна заетост; • in jig \time разг. много бързо, мигновено; in o.'s own \time 1) в извънработно време; 2) със своя си темп; against \time с цел да се свърши навреме; за печелене време; за подобряване на установен рекорд, с най-голяма възможна бързина, лудешки; to make a \time over s.th. разг. безпокоя се, суетя се, реагирам шумно; to talk against \time говоря в границите на определеното време; говоря, за да печеля време; to play ( stall) for \time мъча се да печеля време, протакам, бавя; to work against \time работя с ускорени темпове, мъча се да свърша навреме; to have a \time (a hard \time, разг. no end of a \time) с мъка успявам да, едва смогвам да (с ger или inf); to have a rough \time живея зле, търпя лишения, тегля; what a \time you will have какви неприятности ще си имаш! there is no \time like the present не изпускай момента; днеска има, утре няма; big \time ам. страшно много, с пълна пара, в голяма степен; to hit the big \time постигам голям успех; to live (be) on borrowed \time живея живот назаем, не ми остава много; (so) that's the \time of it! разг. така значи! (значи) такива ми ти работи! II. v 1. избирам подходящ момент за, върша (нещо), когато трябва; съобразявам с времето; a well \timed remark ( blow) забележка (удар) точно в подходящ момент; 2. определям време (срок) за; the train is \timed to leave at 8 влакът тръгва по разписание в 8 часа; to \time the minute пресмятам (разчитам) до минута; 3. отбелязвам (записвам, установявам) времето на (надбягване и пр.); 4. рядко тактувам; 5. регулирам; 6.: to \time with съвпадам, отговарям на (по време); хармонирам с; 7. синхронизирам.
См. также в других словарях:
The Day the Music Died — This article is about the plane crash. For other uses, see The Day the Music Died (disambiguation). The Day the Music Died Monument at the crash site, September 16, 2003. Accident summary … Wikipedia
Before the Flood — Infobox Album Name = Before the Flood Type = Live album Artist = Bob Dylan The Band Released = June 20 1974 Recorded = January February 1974 Genre = Rock Length = 92:38 Label = Asylum, Columbia Producer = Bob Dylan The Band Reviews = * Allmusic… … Wikipedia
The Day After — This article is about the 1983 television film. For other uses, see The Day After (disambiguation). The Day After The Day After DVD cover Genre … Wikipedia
The Day the Earth Stood Still (1951 film) — Infobox Film name = The Day the Earth Stood Still caption = Color enhanced reprint of the 1951 Film Poster director = Robert Wise producer = Julian Blaustein writer = Edmund H. North Harry Bates (story) starring = Michael Rennie Patricia Neal… … Wikipedia
The Day of the Jackal — For the 1973 film adaptation of the novel, see The Day of the Jackal (film). The Day of the Jackal … Wikipedia
The Day of the Triffids — For other uses, see The Day of the Triffids (disambiguation). The Day of the Triffids … Wikipedia
The Day Today — infobox television show name = The Day Today caption = Chris Morris in The Day Today format = Comedy runtime = 30 min creator = Chris Morris, Armando Iannucci starring = Chris Morris, Steve Coogan, Rebecca Front, Doon Mackichan, Patrick Marber,… … Wikipedia
The Day of the Locust — For the film based on the book, see The Day of the Locust (film). The Day of the Locust … Wikipedia
Before the Robots — Infobox Album | Name = Before the Robots Type = Album Artist = Better Than Ezra Released = May 30, 2005 (International) May 31, 2005 (United States) Recorded = 2004 2005 Genre = Alternative Length = 51:55 Label = Artemis Records Producer = BTE,… … Wikipedia
The Remains of the Day (film) — Infobox Film name = The Remains of the Day image size = caption = Movie poster director = James Ivory producer = Ismail Merchant writer = Kazuo Ishiguro (novel) Ruth Prawer Jhabvala (screenplay) narrator = starring = Anthony Hopkins Emma Thompson … Wikipedia
The Good Will Out — Infobox Album | Name = The Good Will Out Type = Album Artist = Embrace Released = July 28 1998 Recorded = 1998 Genre = Alternative Length = 59:05 Label = Geffen Producer = Youth, Steve Osborne, Dave Creffield Reviews = *Allmusic Rating|4|5… … Wikipedia