-
61 get
v. krijgen; halen; bereiken; verkrijgen; pakken; begrijpen; worden; aangestoken worden (met een ziekte); komen; veroorzaken[ get] 〈 got, got, verouderd, behalve in Amerikaans-Engels of in Brits-Engels in vaste verbindingen gotten〉1 (ge)raken ⇒ (ertoe) komen, gaan, bereiken♦voorbeelden:get ready • zich klaarmakenhe's getting to be an old man • hij is een oude man aan het worden〈 Amerikaans-Engels〉 get to do something • erin slagen/ertoe komen iets te doenget done with • afmakenhe never gets to drive the car • hij krijgt nooit de kans om met de auto te rijdenget lost • verdwalen〈 Amerikaans-Engels〉 get lost! • loop naar de maan!get to see someone • iemand te zien krijgenget ahead • vooruitkomen, succes boekenget ahead of • achter zich latenget behind/behindhand • achterop rakenget as far as • komen tot (bij)〈informeel; figuurlijk〉 get nowhere/somewhere • niets/iets bereikenget above oneself • heel wat van zichzelf denkenget abreast of • op gelijke hoogte komen metget among • verzeild raken tussenget at • bereiken, te pakken krijgen, komen aan/achter/bij; 〈 informeel〉 bedoelen; bekritiseren; knoeien met • omkopen; ertussen nemenstop getting at me! • laat me met rust!get at the truth • de waarheid achterhalenthe witness had been got at • de getuige was omgekochtwhat are you getting at? • wat bedoel je daarmee?who are you getting at? • op wie heb je het eigenlijk gemunt?get from • weg raken vanget in contact/touch with • contact opnemen metget into something • ergens in (verzeild) rakenget into the car • in de auto stappenget into debt • schulden makenget into a habit • een gewoonte aankwekenthe alcohol got into his head • de alcohol steeg hem naar het hoofdget into a school • toegelaten worden tot een schoolget into shape • in conditie komenget into a temper • driftig wordenget into trouble • in moeilijkheden gerakenget into the way of things • eraan wennenget into yoga • aan yoga gaan doenwhat's got into you? • wat bezielt je?, wat heb je?get on(to) a subject • bij een onderwerp belanden〈 informeel〉 get on(to) something • lucht krijgen van iets, iets ontdekken〈 informeel〉 get onto someone • iemand te pakken krijgen/contacterenget onto the council • tot raadslid gekozen wordenget on(to) the plane • op het vliegtuig stappenget on(to) one's bike • op zijn fiets stappenget out of something • ergens uitraken, zich ergens uit reddenget out of bed • uit bed komenget out of a habit • een gewoonte ontwennenget out of it! • kom nou!, verkoop geen onzin!get out of (someone's) sight • (uit iemands ogen) verdwijnenget out of the way • uit de weg gaan, plaats makenget round the table • rond de tafel gaan zitten, besprekingen voerenget to • bereiken, kunnen beginnen aan, toekomen aanwhere has he got to? • waar is hij naar toe?get to bed • naar bed gaanget to the point • ter zake komenget to the top (of the ladder/tree) • de top bereikenget to work on time • op tijd op zijn werk komenget to someone • iemand aangrijpen; iemand vervelen, iemand ergeren〈 slang〉 get with it • erbij zijn, alert/aandachtig zijnget going/moving! • vooruit!, begin (nu eindelijk)!get to know someone • iemand leren kennenget to like something • ergens de smaak van te pakken krijgenget talking • een gesprek aanknopenhe got to wondering … • hij begon zich af te vragen …→ get about get about/, get across get across/, get along get along/, get around get around/, get away get away/, get back get back/, get by get by/, get down get down/, get in get in/, get off get off/, get on get on/, get out get out/, get over get over/, get round get round/, get through get through/, get up get up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 bezorgen ⇒ verschaffen, voorzien4 doen geraken ⇒ doen komen/gaan/bereiken; brengen; krijgen; doen5 maken ⇒ doen worden, bereiden, klaarmaken6 nemen ⇒ (op/ont)vangen, grijpen; (binnen)halen7 overhalen ⇒ ertoe/zover krijgen♦voorbeelden:get a blow on the head • een klap op zijn kop krijgenget fame • beroemd wordenget the feel of • de slag te pakken krijgen vanget a glimpse of • vluchtig te zien krijgenget a grip on • de slag te pakken krijgen vanget one's hands on • te pakken krijgenget leave • verlof krijgenget a letter • een brief ontvangenget a look at • te zien krijgenget measles • de mazelen krijgenget one year in prison • tot één jaar gevangenisstraf veroordeeld wordenget possession of • in zijn bezit krijgenget what's coming to one • krijgen wat men verdientget little by something • ergens weinig baat bij vindenget it (hot) • zijn verdiende loon krijgenthe soldier got it in the leg • de soldaat werd aan zijn been gewondwe get nine as the average • onze gemiddelde uitkomst is negenget from/out of • krijgen vanget something out of someone • iets van iemand loskrijgenget something out of something • ergens iets aan hebbenget the best/most/utmost out of • het beste maken van3 get someone some food/a place • iemand te eten/onderdak gevenget something for someone • iemand iets bezorgen, iets voor iemand halen4 get something going • iets op gang krijgen, iets op dreef helpenget someone talking • iemand aan de praat krijgenget something home • iets doen doordringenget together • bijeenbrengen, inzamelenget it together • het klaarspelen, het goed doenget something into one's head • zich iets in het hoofd halenget something into someone's head • iets aan iemand duidelijk makenget something into a room • iets in een kamer binnenkrijgenget oneself into trouble • in moeilijkheden gerakenget someone into trouble • iemand in moeilijkheden brengenget someone out of something • iemand aan iets helpen ontsnappenget something out of one's head/mind • iets uit zijn hoofd zettenget something out of a room • iets een kamer uitkrijgenget the two sides round the table • de twee partijen met elkaar confronterenget something through the door • iets door de deur krijgenget something under control • iets onder controle krijgenlet me get this clear/straight • laat me dit even duidelijk stellenget ready • klaarmakenget the sum right • de juiste uitkomst krijgenI'll just get the dishes done and then … • ik doe nog even de afwas en dan …get one's hair cut • zijn haar laten knippenget something done • iets gedaan krijgenget the six o'clock train • de trein van zes uur nemenget something to eat • een hapje etengo and get your breakfast! • ga maar ontbijten!7 get someone to do something • iemand ertoe krijgen iets te doen, iemand iets laten doenget someone to talk • iemand aan de praat krijgenget someone to understand something • iemand iets aan het verstand brengenas soon as I get time • zodra ik tijd hebget someone (where it hurts) • iemand op de gevoelige plek rakenwhat has got him? • wat bezielt hem?get it? • gesnapt?I don't get it • ik snap er niets vanI don't get you • ik begrijp je nietyou've got it! • je hebt het geraden!¶ get something/someone wrong • iets/iemand verkeerd begrijpen/misverstaan→ get across get across/, get around get around/, get away get away/, get back get back/, get down get down/, get in get in/, get off get off/, get on get on/, get out get out/, get over get over/, get round get round/, get through get through/, get up get up/♦voorbeelden:get excited • zich opwindenget used to • wennen aanget even with someone • het iemand betaald zettenIV 〈 hulpwerkwoord〉1 worden♦voorbeelden:get married • trouwenget wounded • gewond rakenget punished • gestraft worden→ have got have got/ -
62 выбывать
несовер. - выбывать;
совер. - выбыть без доп. leave, withdraw, drop out (of), quit выбывать из игры выбывать из строяБольшой англо-русский и русско-английский словарь > выбывать
-
63 leave
̈ɪli:v I сущ.
1) а) позволение, разрешение to ask leave (to do smth.) ≈ просить позволения (сделать что-л.) Syn: permission б) воен. увольнительная, увольнение( разрешение об отлучке, выданное служащему армии)
2) отпуск (тж. leave of absence) to cancel smb.'s leave ≈ выйти из отпуска to extend smb.'s leave ≈ продлевать чей-л. отпуск to give, grant a leave ≈ давать отпуск to go on leave ≈ уходить в отпуск to overstay one's leave ≈ засидеться в отпуске to take a leave ≈ брать отпуск annual leave maternity leave paid leave research leave sabbatical leave sick leave terminal leave leave without pay leave allowance leave travel
3) а) отъезд, уход;
отправление, отход б) расставание, прощание Syn: departure, parting ∙ to take leave of one's senses ≈ потерять рассудок II гл.;
прош. вр. и прич. прош. вр. - left
1) а) покидать( кого-л.;
какое-л. место) Syn: abandon, desert, go, retire, forsake Ant: come, remain, stay at, stay in, stay with, stick to, stick with, approach б) переезжать, уезжать to leave Paris for London ≈ переезжать из Парижа в Лондон She left her comfortable home for a rugged life in the desert. ≈ Она променяла свой уютный дом на суровую жизнь в пустыне. He was left for dead on the battlefield. ≈ Его оставили на поле брани как убитого. Syn: depart, withdraw, quit
2) а) оставлять (след) the wound left an deep scar ≈ после раны остался глубокий шрам б) забывать, оставлять I left my keys at my grandma's. ≈ Я забыла ключи у бабушки. в) оставаться (о какой-либо части) Ten minus five leaves five. ≈ От десяти отнять пять - останется пять.
3) оставлять в том же состоянии to leave smth. unsaid ≈ не сказать( чего-л., о чем-л.) to leave smth. undone ≈ не сделать( чего-л.) They left the fields fallow. ≈ Они оставили поля под паром. I left him working in the garden. ≈ Когда я уходил, он работал в саду. The film left me cold. ≈ Фильм не тронул его. Ant: keep, persevere in
4) оставлять, передавать, поручать( with) to leave word for smb. ≈ велеть передать кому-л. (что-либо) They left the children with her mother. ≈ Они оставили детей с ее матерью. She left her books with us. ≈ Она оставила нам книги.
5) приводить в какое-л. состояние The insult left him speechless. ≈ Оскорбление лишило его дара речи. The flood left them homeless. ≈ Потоп оставил их без крова.
6) предоставлять She left the report for me. ≈ Она поручила доклад мне. We left them to muddle through on their own. ≈ Мы предоставили им самим довести это дело до конца. Syn: entrust
7) а) завещать, оставлять (наследство) After his death she was well left. ≈ После его смерти она была хорошо обеспечена наследством. He left his estate to her. ≈ Он оставил ей наследство. Syn: bequeath, devise
2. б) оставить( после себя) He left a widow and two children. ≈ (После его смерти) осталась вдова с двумя детьми.
8) прекращать It is time to leave talking and begin acting. ≈ Пора перестать разговаривать и начать действовать.
9) разг., амер. разрешать, позволять Syn: allow, permit, let ∙ leave alone leave aside leave out of leave behind leave off leave out leave over to leave oneself wide open амер. ≈ подставить себя под удар to leave smth. in the air ≈ оставлять незаконченным (мысль, речь и т. п.) to leave smb. to himself ≈ не вмешиваться в чьи-л. дела it leaves much to be desired ≈ оставляет желать много лучшего to be/get (nicely) left разг. ≈ быть покинутым, обманутым, одураченным leave open leave up III гл. покрываться листвой The poplars were leaved out. ≈ Тополя покрылись листвой Syn: leaf
2. разрешение, позволение - by /with/ your * с вашего позволения - * of court разрешение суда - to ask /to beg/ * to do smth. спрашивать /просить/ разрешение /позволения/ сделать что-л. - to give /to grant/ smb. to smth. дать кому-л. разрешение /позволение/ сделать что-л.;
позволить /разрешить/ кому-л. сделать что-л. - who gave you * to go? кто разрешил вам уйти? (тж. * of absence) отпуск - on * в отпуске - sick * отпуск по болезни - six mounth' * шестимесячный отпуск - research * (американизм) творческий отпуск (военное) увольнение - * pass увольнительная записка;
отпускное свидетельство - * allowance отпускное денежное содержание - compassionate * увольнение по семейным обстоятельствам прощание, расставание - to take (one's) * прощаться, уходить - to take * of one's friends попрощаться с друзьями исходная позиция (для бильярдных шаров) > to take * of one's senses сойти с ума, рехнуться уходить, уезжать - to * the room выйти из комнаты - to * the Moscow уехать из Москвы - when does the train *? когда отходит поезд? (for) направляться, уезжать ( куда-л.) - to * for London уезжать в Лондон оставлять - to * one's coat in the hall повесить /оставить/ пальто в прихожей - to * smth. for smb. to eat оставить что-л. кому-л. поесть - we left room in the car for your sister мы оставили в машине место для вашей сестры - "to be left until called for" "до востребования" (надпись на конверте) оставлять после себя - the wound left an ugly scar после раны остался некрасивый шрам - the train left a trail of smoke поезд оставил за собой хвост дыма (по) забыть - I've left my notebook at home я забыл тетрадь дома покидать;
бросать - to * one's job бросить работу, уйти с работы - to * school бросить школу;
окончить школу - to * society удалиться от общества;
покинуть общество - to * one's wife оставить /бросить/ жену - to * the track /the rails/ сойти с рельсов - his cold did not * him for weeks он долго не мог избавиться от простуды оставлять в каком-л. положении или состоянии - to * the door open оставить дверь открытой - to * a question open оставить вопрос открытым;
не выносить окончательного решения - to * oneself open открываться (бокс) - to * oneself wide open (американизм) ставить себя под удар - to * smth. undone оставить что-л. несделанным - some things are better left unsaid есть вещи, о которых лучше не говорить - to * smb. cool /cold, unmoved/ не производить впечатления на кого-л. - his illness has left him weak он ослабел после болезни - her words left him furious ее слова привели его в бешенство - his behaviour *s much to be desired его поведение оставляет желать (много) лучшего откладывать, переносить - to * smth. until tomorrow оставить /отложить/ что-л. на /до/ завтра завещать - to * smb. $100 завещать кому-л. 100 долларов - to be badly /poorly/ left получить маленькое /скудное/ наследство оставлять после смерти - he left a widow and two children после него осталась вдова и двое детей - he left many water-colour sketches после него осталось много акварелей оставлять неиспользованным - give what is left to the dog остатки отдай собаке получать, оставаться в остатке - seven from ten *s three десять минус семь равняется трем, от десяти отнять семь, получится /будет/ три предоставить, поручить - to * smth. to chance /to accident/ предоставить дело случаю - to * the matter in smb.'s hands передать дело в чьи-л. руки - he left his relative in charge of the house он поручил родственнику присматривать за домом - * it to me предоставьте это (дело) мне передавать, оставлять - to * a card on smb. оставить кому-л. свою визитную карточку - to * word for smb. (that) велеть передать кому-л. (что) - did he * any message for me? он не оставил мне записки?;
он ничего не велел мне передатЬ? позволять, разрешать - to * smb. to do smth. позволять кому-л. делать что-л. - to * smb. to go отпускать кого-л. - to * smb. to attend to the matter позволить кому-л. заняться этим делом - * him do it! не мешайте ему! отпускать, выпускать, не держать;
не удерживать - to * go /hold/ of smth. выпустить что-л. из рук, перестать держаться за что-л. - * go on my hair! не тяни меня за волосы! проходить мимо, миновать - to * the church on the left оставить церковь по левую руку, обойти церковь с правой стороны > to * smb. alone оставить кого-л. в покое, не трогать кого-л. > * me alone! отстань от меня! > I should * that question alone if I were you я бы на вашем месте не поднимал этого вопроса > * well alone, (американизм) * well enough alone не трогайте (уже сделанную работу) ;
не пытайтесь улучшить( картину и т. п.) > to * smb. be оставить кого-л. в покое, не трогать кого-л. > * him be! не приставай /не лезь/ к нему! > the baby is crying, but * him be, he'll soon stop ребенок плачет, но ты его не трогай /не обращай внимания/, он скоро перестанет > to get /to be/ (nicely) left быть покинутым /обманутым, одураченным/;
быть побежденным > let's * it at that! не будем больше( говорить) об этом! > to * smb. to himself /to one's own devices/ предоставить кого-л. самому себе покрываться листьями, одеваться листьями annual ~ ежегодный отпуск to be (или to get) (nicely) left разг. быть покинутым, обманутым, одураченным leave завещать, оставлять (наследство) ;
to be well left быть хорошо обеспеченным наследством care ~ отпуск по уходу (за больным, ребенком, инвалидом и т. п.) child care ~ отпуск по уходу за ребенком child-care ~ отпуск по уходу за ребенком compassionate ~ отпуск по семейным обстоятельствам educational ~ отпуск для прохождения обучения (курсов переквалификации, очной сессии в заочном учебном заведении), учебный отпуск educational ~ учебный отпуск I should ~ that question alone if I were you на вашем месте я не касался бы этого вопроса ~ разрешение, позволение;
by (или with) your leave с вашего разрешения;
I take leave to say беру на себя смелость сказать ~ приводить в (какое-л.) состояние;
the insult left him speechless оскорбление лишило его дара речи ~ прекращать;
it is time to leave talking and begin acting пора перестать разговаривать и начать действовать;
leave it at that! разг. оставьте!, довольно! it leaves much to be desired оставляет желать много лучшего leave завещать, оставлять (наследство) ;
to be well left быть хорошо обеспеченным наследством ~ завещать ~ оставлять ~ оставлять;
to leave the rails сойти с рельсов;
to leave hold of выпустить из рук;
seven from ten leaves three 10 - 7 = = 3 ~ оставлять в том же состоянии;
the story leaves him cold рассказ не трогает его;
to leave (smth.) unsaid (undone) не сказать (не сделать) (чего-л.) ~ отпуск ~ отпуск (тж. leave of absence) ;
on leave в отпуске;
on sick leave в отпуске по болезни;
paid leave оплачиваемый отпуск ~ отъезд, уход;
прощание;
to take one's leave (of smb.) прощаться (с кем-л.) ~ передавать, оставлять;
to leave a message (for smb.) оставлять (кому-л.) записку;
просить передать (что-л.) ;
to leave word (for smb.) велеть передать (кому-л. что-л.) ~ позволение ~ покидать ~ (left) покидать ~ покрываться листвой ~ предоставлять;
leave it to me предоставьте это мне;
nothing was left to accident все было предусмотрено;
всякая случайность была исключена ~ прекращать;
it is time to leave talking and begin acting пора перестать разговаривать и начать действовать;
leave it at that! разг. оставьте!, довольно! ~ разрешение, позволение;
by (или with) your leave с вашего разрешения;
I take leave to say беру на себя смелость сказать ~ разрешение ~ приводить в (какое-л.) состояние;
the insult left him speechless оскорбление лишило его дара речи ~ воен. увольнение ~ уезжать, переезжать;
my sister has left for Moscow моя сестра уехала в Москву;
when does the train leave? когда отходит поезд? ~ передавать, оставлять;
to leave a message (for smb.) оставлять (кому-л.) записку;
просить передать (что-л.) ;
to leave word (for smb.) велеть передать (кому-л. что-л.) message: ~ сообщение, донесение;
письмо, послание;
send me a message известите меня;
to leave a message (for smb.) просить передать (что-л. кому-л.) ~ allowance воен. отпускное денежное содержание;
leave travel воен. поездка в отпуск или из отпуска ~ for work допуск к работе ~ оставлять;
to leave the rails сойти с рельсов;
to leave hold of выпустить из рук;
seven from ten leaves three 10 - 7 = = 3 to ~ open оставить открытым (вопрос и т. п.) ;
to leave oneself wide open амер. подставить себя под удар;
to leave (smth.) in the air оставлять незаконченным (мысль, речь и т. п.) ~ прекращать;
it is time to leave talking and begin acting пора перестать разговаривать и начать действовать;
leave it at that! разг. оставьте!, довольно! ~ предоставлять;
leave it to me предоставьте это мне;
nothing was left to accident все было предусмотрено;
всякая случайность была исключена ~ off останавливаться ~ off останавливаться;
where did we leave off last time? на чем мы остановились в прошлый раз?;
we left off at the end of chapter мы остановились в конце третьей главы ~ off переставать делать (что-л.), бросать привычку;
to leave off one's winter clothes перестать носить, снять теплые вещи;
to leave off smoking бросить курить ~ off прекращать ~ off переставать делать (что-л.), бросать привычку;
to leave off one's winter clothes перестать носить, снять теплые вещи;
to leave off smoking бросить курить ~ off переставать делать (что-л.), бросать привычку;
to leave off one's winter clothes перестать носить, снять теплые вещи;
to leave off smoking бросить курить to ~ open оставить открытым (вопрос и т. п.) ;
to leave oneself wide open амер. подставить себя под удар;
to leave (smth.) in the air оставлять незаконченным (мысль, речь и т. п.) to ~ open оставить открытым (вопрос и т. п.) ;
to leave oneself wide open амер. подставить себя под удар;
to leave (smth.) in the air оставлять незаконченным (мысль, речь и т. п.) open: leave ~ оставлять нерешенным leave ~ оставлять открытым ~ out не учитывать ~ out пропускать, не включать ~ out пропускать ~ out упускать ~ over откладывать ~ оставлять;
to leave the rails сойти с рельсов;
to leave hold of выпустить из рук;
seven from ten leaves three 10 - 7 = = 3 ~ to appeal право на апелляцию ~ to appeal разрешение на апелляцию ~ to defend право на защиту to ~ (smb.) to himself не вмешиваться( в чьи-л. дела) ~ allowance воен. отпускное денежное содержание;
leave travel воен. поездка в отпуск или из отпуска ~ оставлять в том же состоянии;
the story leaves him cold рассказ не трогает его;
to leave (smth.) unsaid (undone) не сказать (не сделать) (чего-л.) ~ without pay отпуск без сохранения содержания ~ передавать, оставлять;
to leave a message (for smb.) оставлять (кому-л.) записку;
просить передать (что-л.) ;
to leave word (for smb.) велеть передать (кому-л. что-л.) maternity ~ отпуск по беременности и родам, декретный отпуск maternity ~ отпуск по беременности и родам maternity: ~ benefit пособие роженице;
maternity leave отпуск по беременности и родам ~ уезжать, переезжать;
my sister has left for Moscow моя сестра уехала в Москву;
when does the train leave? когда отходит поезд? ~ предоставлять;
leave it to me предоставьте это мне;
nothing was left to accident все было предусмотрено;
всякая случайность была исключена nursing ~ отпуск по уходу за маленьким ребенком ~ отпуск (тж. leave of absence) ;
on leave в отпуске;
on sick leave в отпуске по болезни;
paid leave оплачиваемый отпуск ~ отпуск (тж. leave of absence) ;
on leave в отпуске;
on sick leave в отпуске по болезни;
paid leave оплачиваемый отпуск paid educational ~ оплаченный учебный отпуск paid educational ~ оплачиваемый учебный отпуск ~ отпуск (тж. leave of absence) ;
on leave в отпуске;
on sick leave в отпуске по болезни;
paid leave оплачиваемый отпуск paid sick ~ оплаченный отпуск по болезни parental ~ родительский отпуск paternity ~ отпуск отцу (например, по уходу за ребенком) paternity ~ отпуск по причине отцовства ~ оставлять;
to leave the rails сойти с рельсов;
to leave hold of выпустить из рук;
seven from ten leaves three 10 - 7 = = 3 sick ~ отпуск по болезни some things are better left unsaid есть вещи, о которых лучше не говорить ~ оставлять в том же состоянии;
the story leaves him cold рассказ не трогает его;
to leave (smth.) unsaid (undone) не сказать (не сделать) (чего-л.) study ~ отпуск на учебу;
учебный отпуск to take ~ of one's senses потерять рассудок ~ отъезд, уход;
прощание;
to take one's leave (of smb.) прощаться (с кем-л.) ticket of ~ досрочное освобождение заключенного ~ off останавливаться;
where did we leave off last time? на чем мы остановились в прошлый раз?;
we left off at the end of chapter мы остановились в конце третьей главы ~ уезжать, переезжать;
my sister has left for Moscow моя сестра уехала в Москву;
when does the train leave? когда отходит поезд? ~ off останавливаться;
where did we leave off last time? на чем мы остановились в прошлый раз?;
we left off at the end of chapter мы остановились в конце третьей главы -
64 push
1. сущ.1)а) общ. давление, нажимб) общ. толчок, импульс2) упр., брит., разг. увольнение с работыHe'd got the push from work and nobody else was going to offer him a job. — Его выпихнули с работы, и никто не собирался предлагать ему другую работу.
Syn:sack 2. 3)See:3) воен. продвижение, наступление ( движение вперед)4)а) общ., разг. энергия, решительность, предприимчивость; напористостьa man of push and go — энергичный, предприимчивый и самоуверенный человек
He hasn't enough push to succeed. — Он недостаточно предприимчив [энергичен\], чтобы преуспеть.
б) общ., разг. усилие, энергичная попыткаto make a push to reform the tax code — предпринять энергичные действия по реформированию налогового кодекса
2. гл.the big scientific push into the south-polar region — крупные научно-исследовательские работы, стремительно разворачивающиеся в районе Южного полюса
1) общ. толкать2)а) общ. оказывать давление (на кого-л.)he pushed her to finish her doctorate — он давил на нее, чтобы она закончила свою докторскую
б) общ. поддерживать (что-л.)3) марк. проталкивать (товар) ( способствовать продажам товара)the salesman is aggressively pushing the new computer model — продавец настойчиво предлагает новую модель компьютера
The guy, who is hanging around the school, pushes drugs. — Парень, который постоянно околачивается у школы, торгует наркотиками.
* * *
толкать, проталкивать, энергично способствовать продажам товара. -
65 Arbeitsplatz
Arbeitsplatz m 1. GEN duty station, work station, post, (AE) work center, (BE) work centre, place of work, workplace, job site, position (Platz); job (Arbeit); 2. IND work area, works; 3. PERS workplace, place of work, working area, work location (Stelle); job (Arbeit); 4. ADMIN workplace; 5. COMP desktop (Bildschirm) • am Arbeitsplatz fehlen PERS (BE) be off work, (BE) be off the job, (BE) be absent from work • Arbeitsplatz suchen PERS look for a job, seek a job • den Arbeitsplatz verlieren PERS lose one’s job, be made redundant, (infrml) be laid off • einen Arbeitsplatz besetzen PERS fill a job, fill a post • einen Arbeitsplatz erhalten PERS maintain a job, safeguard a job, preserve a job • einen Arbeitsplatz schaffen PERS create a job • einen Arbeitsplatz sichern PERS secure a job, safeguard a job • jmdn. für einen Arbeitsplatz empfehlen PERS put sb in for a job • seinen Arbeitsplatz aufgeben PERS quit one’s job, abandon one’s job • seinen Arbeitsplatz wechseln PERS change one’s job; (infrml) switch jobs* * *m 1. < Geschäft> Platz duty station, work station, post, work center (AE), work centre (BE), place of work, workplace, job site, position, Arbeit job; 2. < Ind> work area, works; 3. < Person> Stelle workplace, place of work, working area, work location Arbeit job; 4. < Verwalt> workplace ■ den Arbeitsplatz verlieren < Person> lose one's job, be made redundant, be laid off infrml ■ einen Arbeitsplatz besetzen < Person> fill a job, fill a post ■ einen Arbeitsplatz erhalten < Person> maintain a job, safeguard a job, preserve a job ■ einen Arbeitsplatz schaffen < Person> create a job ■ einen Arbeitsplatz sichern < Person> secure a job, safeguard a job ■ jmdn. für einen Arbeitsplatz empfehlen < Person> put sb in for a job* * *Arbeitsplatz
workplace, yard (US), (Bergbau) stall, (Fließband) station, (Stellung) job [opening], situation, place of employment (to work);
• am Arbeitsplatz on the floor;
• angesehener Arbeitsplatz prestige job;
• außerlandwirtschaftlicher Arbeitsplatz job outside agriculture;
• ergonomischer Arbeitsplatz ergonomic workplace;
• gefährlicher Arbeitsplatz hazardous situation;
• integrierter Arbeitsplatz all-in-one workplace;
• maßgeschneiderter Arbeitsplatz tailor-made job;
• sicherer Arbeitsplatz safe place to work;
• unbesetzter Arbeitsplatz job vacancy;
• Arbeitsplatz in einer Fabrik plant job;
• Arbeitsplatz zu Hause home office;
• seinen Arbeitsplatz aufgeben to resign voluntarily;
• j. um seinen Arbeitsplatz bringen to jockey s. o. out of his job;
• Arbeitsplatz ergattern to land a job;
• am Arbeitsplatz erscheinen to get on the job;
• pünktlich am Arbeitsplatz erscheinen to turn up early for work;
• seinen Arbeitsplatz aufgrund ökonomischer Entwicklungen verloren haben to have been made redundant by economic factors;
• Arbeitsplatz ausfindig machen to scent out a job;
• Arbeitsplatz für j. schaffen to create a job for s. o.;
• nicht am Arbeitsplatz sein to be off work;
• am Arbeitsplatz umschulen to re-educate on the job;
• seinen Arbeitsplatz verlassen to throw up one’s job;
• seinen Arbeitsplatz wechseln to change one’s employment, (häufiger) to job-hop;
• an einen Arbeitsplatz mit Tagarbeit versetzt werden to be transferred to daytime work;
• in unmittelbarer Nähe seines Arbeitsplatzes wohnen to live within a short distance of one’s work;
• Arbeitsplatzablösung job rotation (US);
• Arbeitsplatzanalyse ergonomics;
• Arbeitsplatzausschreibung bidding;
• mit nur geringen Arbeitsplatzaussichten with little prospect of finding a job;
• Arbeitsplatzausweitung job enlargement;
• Arbeitsplatzbeschaffung creation of new jobs;
• Arbeitsplatzbeschaffungsplan für Schulabgänger school-leaver job-creation scheme;
• Arbeitsplatzbeschreibung job specification (description) (US);
• Arbeitsplatzbewertung job evaluation (US), job rating (US). -
66 abbrechen
(unreg., trennb., -ge-)I v/t (hat)1. (Stücke) break off (von etw. from s.th.); (Zweig auch) snap; (Blumen) pluck, pick; (Bleistift) break; sich (Dat) einen Fingernagel abbrechen break a (finger)nail; sich (Dat) einen abbrechen umg., fig. nearly kill o.s.; brich dir bloß keine Verzierung(en ) oder keinen ab! umg., fig. don’t put yourself out!, don’t bust a gut!2. (Gebäude etc.) pull down, demolish; (Gerüst) take down; (Lager) break, strike camp; (Zelt) put down, strike; Zelt3. fig. (Diskussion, Beziehungen etc.) break off; (Verfahren, Vortrag etc.) auch cut short; (Computerprogramm etc.) abort, cancel; (Streik, Jagd) call off; (Spiel, Kampf) cancel; eine Schwangerschaft abbrechen terminate a pregnancy, have an abortion; das Studium abbrechen drop out of university (Am. college); abgebrochenII v/i1. (ist) Stück: break off; Zweig, Blume auch: snap (off); Stück Kreide etc..: snap (in half); Bleistift, Fingernagel etc.: break2. (hat) fig. (enden) break off, stop* * *(Haus abreißen) to tear down;(Software beenden) to cancel; to abort;(aufhören) to break off;(durchbrechen) to break off; to split off; to shear off* * *ạb|bre|chen sep1. vt1) (= beenden) to break off; Raumflug, Rennstart, Experiment to abort; (COMPUT ) Vorgang to abort; (als Befehl auf Schaltfläche) to cancel; Veranstaltung, Verfahren, Verhandlung, Therapie, Start to stop; Streik, Suche, Mission to call off; Schwangerschaft to terminateSee:→ auch abgebrochen2) Ast, Außenspiegel, Antenne, Fingernagel, Spitze to break off; Bleistift to break, to snap(nun) brich dir keinen ab! (inf) — don't make such a palaver or song and dance (Brit inf), don't make such a fuss
3) (= abbauen) Zelt to strike; Lager to break; (= niederreißen) to demolish; Gebäude to demolish, to pull or tear downSee:2. vi1) aux sein (Ast, Halterung, Griff) to break (off); (Bleistift, Fingernagel, Lippenstift) to break; (Eisscholle) to break offmitten im Satz abbrechen — to break off in the middle of a sentence
4) (= abtreiben) to abort* * *1) (to stop or abandon (a space mission, eg the firing of a rocket) before it is completed.) abort2) ((usually with off/away) to separate (a part) from the whole (by force).) break3) (to interrupt: She broke her journey in London.) break4) (to stop: She broke off in the middle of a sentence.) break off5) (to lower or take down (tents, flags etc).) strike* * *ab|bre·chenI. vt Hilfsverb: haben▪ etw \abbrechen2. (abbauen) to dismantle sthein Lager \abbrechen to break [or strike] campein Zelt \abbrechen to take down [or strike] a tent; s.a. Zelt4. (vorzeitig beenden) to stop stheine Beziehung \abbrechen to break off a relationshipeine Behandlung/Therapie \abbrechen to stop [or fam quit] a course of treatment/a therapyein Installationsprogramm \abbrechen INFORM to abort [or nullify] a setup programeine Schwangerschaft \abbrechen to terminate a pregnancyeinen Streik \abbrechen to call off a strikedas Studium \abbrechen to drop out of college [or BRIT a. university]den Urlaub \abbrechen to cut short one's holidayseine Übertragung \abbrechen to interrupt a broadcastII. vi2. (aufhören) to stopetw \abbrechen lassen to break off sthden Kontakt \abbrechen lassen to lose contact [or touchIII. vr Hilfsverb: haben[nun] brich dir [mal] keinen ab! don't put yourself out!brich dir bloß keinen ab bei deinen Gratulationen! don't go overboard with the congratulations!* * *1.unregelmäßiges transitives Verb1) break off; (durchbrechen) break <needle, pencil>2) (abbauen) strike <tent, camp>3) (abreißen) demolish, pull down <building, tower>4) (beenden) break off <negotiations, [diplomatic] relations, discussion, connection, activity>; (vorzeitig, wider Erwarten) cut short <conversation, studies, holiday, activity>2.den Kampf abbrechen — (Boxen) stop the fight
unregelmäßiges intransitives Verb1) mit sein (entzweigehen) break [off]2) (aufhören) break off3.die Verbindung brach ab — the connection was cut off
* * *abbrechen (irr, trennb, -ge-)A. v/t (hat)1. (Stücke) break off (sich (dat)einen Fingernagel abbrechen break a (finger)nail;sich (dat)einen abbrechen umg, fig nearly kill o.s.;keinen ab! umg, fig don’t put yourself out!, don’t bust a gut!2. (Gebäude etc) pull down, demolish; (Gerüst) take down; (Lager) break, strike camp; (Zelt) put down, strike; → Zelt3. fig (Diskussion, Beziehungen etc) break off; (Verfahren, Vortrag etc) auch cut short; (Computerprogramm etc) abort, cancel; (Streik, Jagd) call off; (Spiel, Kampf) cancel;eine Schwangerschaft abbrechen terminate a pregnancy, have an abortion;B. v/i1. (ist) Stück: break off; Zweig, Blume auch: snap (off); Stück Kreideetc: snap (in half); Bleistift, Fingernagel etc: break2. (hat) fig (enden) break off, stop* * *1.unregelmäßiges transitives Verb1) break off; (durchbrechen) break <needle, pencil>sich (Dat.) einen Fingernagel/Zahn abbrechen — break a fingernail/a tooth
2) (abbauen) strike <tent, camp>3) (abreißen) demolish, pull down <building, tower>4) (beenden) break off <negotiations, [diplomatic] relations, discussion, connection, activity>; (vorzeitig, wider Erwarten) cut short <conversation, studies, holiday, activity>2.den Kampf abbrechen — (Boxen) stop the fight
unregelmäßiges intransitives Verb1) mit sein (entzweigehen) break [off]2) (aufhören) break off3) mit sein (beendet werden)3.* * *v.to abandon v.to abort v.to break v.(§ p.,p.p.: broke, broken)to break away v.to break off v.to cancel v.to cut short expr.to discontinue v.to dismantle v.to sever v.to tear down v.to truncate v. -
67 Blau
Adj.1. blue; blaues Auge black eye; blauer Fleck bruise; er hatte überall blaue Flecke he was black and blue (all over); du hast blaue Lippen bekommen your lips have gone (Am. turned) blue; im Gesicht blau anlaufen go (Am. turn) blue in the face; blaues Blut in seinen Adern haben fig. be blue-blooded; mit einem blauen Auge davonkommen fig. get off lightly; der blaue Planet (die Erde) Planet Earth; jemandem blauen Dunst vormachen fig. pull the wool over s.o.’s eyes; blauer Montag fig. Monday on which one skips work; blauer Brief a) (letter of) dismissal; von Vermieter: notice to quit; von Betrieb: one’s cards, marching orders umg., Am. pink slip umg.; b) PÄD. (letter of) warning (that a child may have to repeat a school-year); die blaue Blume Kunst., Lit. the Blue Flower; der Blaue Reiter KUNST the Blue Rider, the Blaue Reiter; Junge1, Wunder 12. umg. (betrunken) plastered, tight Sl.; total blau Sl. pissed, blotto; er war blau wie ein Veilchen he was (as) drunk as a lord* * *(betrunken) canned (ugs.);(farbig) blue* * *[blau]nt -s, - or (inf) -sblue* * *2) (the colour of a cloudless sky: That is a beautiful blue.) blue3) (a blue paint, material etc: We'll have to get some more blue.) blue4) (the sky or the sea: The balloon floated off into the blue.) blue* * *[blau]nt blue* * *das; Blaus, Blau od. (ugs.:) Blaus blue* * *in Blau gekleidet dressed in blue;das Blau des Himmels the colo[u]r of the sky, sky-blue* * *das; Blaus, Blau od. (ugs.:) Blaus blue* * *adj.blue adj. -
68 hold
I noun II 1. transitive verb,hold somebody by the arm — jemanden am Arm festhalten
2) (support) [tragendes Teil:] halten, stützen, tragen [Decke, Dach usw.]; aufnehmen [Gewicht, Kraft]3) (keep in position) haltenhold the door open for somebody — jemandem die Tür aufhalten
5) (keep in particular attitude)hold oneself ready or in readiness — sich bereit od. in Bereitschaft halten
hold one's head high — (fig.) (be confident) selbstbewusst sein od. auftreten; (be proud) den Kopf hoch tragen
6) (contain) enthalten; bergen [Gefahr, Geheimnis]; (be able to contain) fassen [Liter, Personen usw.]the room holds ten people — in dem Raum haben 10 Leute Platz; der Raum bietet 10 Leuten Platz
hold water — [Behälter:] wasserdicht sein; Wasser halten; (fig.) [Argument, Theorie:] stichhaltig sein, hieb- und stichfest sein
7) (not be intoxicated by)he can/can't hold his drink or liquor — er kann etwas/nichts vertragen
8) (possess) besitzen; haben9) (have gained) halten [Rekord]; haben [Diplom, Doktorgrad]hold one's own — (fig.) sich behaupten
hold one's position — (fig.) auf seinem Standpunkt beharren
11) (occupy) innehaben, (geh.) bekleiden [Posten, Amt, Stellung]hold office — im Amt sein
hold the line — (Teleph.) am Apparat bleiben
12) (engross) fesseln, (geh.) gefangen halten [Aufmerksamkeit, Publikum]hold the ladder steady — die Leiter festhalten; see also academic.ru/5877/bay">bay III 1.; ransom 1.
14) (detain) (in custody) in Haft halten, festhalten; (imprison) festsetzen; inhaftieren; (arrest) festnehmen15) (oblige to adhere)hold somebody to the terms of the contract/to a promise — darauf bestehen, dass jemand sich an die Vertragsbestimmungen hält/dass jemand ein Versprechen hält od. einlöst
hold one's opponent [to a draw] — ein Unentschieden [gegen den Gegner] halten od. verteidigen
17) (cause to take place) stattfinden lassen; abhalten [Veranstaltung, Konferenz, Gottesdienst, Sitzung, Prüfung]; veranstalten [Festival, Auktion]; austragen [Meisterschaften]; führen [Unterhaltung, Gespräch, Korrespondenz]; durchführen [Untersuchung]; geben [Empfang]; halten [Vortrag, Rede]18) (restrain) [fest]haltenhold one's fire — [noch] nicht schießen; (fig.): (refrain from criticism) mit seiner Kritik zurückhalten
19) (coll.): (withhold) zurückhaltenhold a view or an opinion — eine Ansicht haben (on über + Akk.)
hold that... — dafürhalten, dass...; der Ansicht sein, dass...
hold somebody/oneself guilty/blameless — jemanden/sich für schuldig/unschuldig halten ( for an + Dat.)
2. intransitive verb,hold something against somebody — jemandem etwas vorwerfen; see also dear 1. 1); responsible 1)
2) (remain unchanged) anhalten; [an]dauern; [Wetter:] sich halten, so bleiben; [Angebot, Versprechen:] geltenhold to something — bei etwas bleiben; an etwas (Dat.) festhalten
3. nounhold [good or true] — gelten; Gültigkeit haben
1) (grasp) Griff, dergrab or seize hold of something — etwas ergreifen
get or lay or take hold of something — etwas fassen od. packen
take hold — (fig.) sich durchsetzen; [Krankheit:] fortschreiten
get hold of something — (fig.) etwas bekommen od. auftreiben
get hold of somebody — (fig.) jemanden erreichen
have a hold over somebody — jemanden in der Hand halten; see also catch 1. 1)
3) (Sport) Griff, derthere are no holds barred — (fig.) alles ist erlaubt
4) (thing to hold by) Griff, der5)put on hold — auf Eis legen [Plan, Programm]
Phrasal Verbs:- hold back- hold down- hold forth- hold off- hold on- hold out- hold over- hold up- hold with* * *I 1. [həuld] past tense, past participle - held; verb1) (to have in one's hand(s) or between one's hands: He was holding a knife; Hold that dish with both hands; He held the little boy's hand; He held the mouse by its tail.) halten2) (to have in a part, or between parts, of the body, or between parts of a tool etc: He held the pencil in his teeth; She was holding a pile of books in her arms; Hold the stamp with tweezers.) halten3) (to support or keep from moving, running away, falling etc: What holds that shelf up?; He held the door closed by leaning against it; Hold your hands above your head; Hold his arms so that he can't struggle.) halten4) (to remain in position, fixed etc when under strain: I've tied the two pieces of string together, but I'm not sure the knot will hold; Will the anchor hold in a storm?) halten5) (to keep (a person) in some place or in one's power: The police are holding a man for questioning in connection with the murder; He was held captive.) festhalten6) (to (be able to) contain: This jug holds two pints; You can't hold water in a handkerchief; This drawer holds all my shirts.) (ent)halten7) (to cause to take place: The meeting will be held next week; We'll hold the meeting in the hall.) abhalten8) (to keep (oneself), or to be, in a particular state or condition: We'll hold ourselves in readiness in case you send for us; She holds herself very erect.) halten9) (to have or be in (a job etc): He held the position of company secretary for five years.) beibehalten10) (to think strongly; to believe; to consider or regard: I hold that this was the right decision; He holds me( to be) responsible for everyone's mistakes; He is held in great respect; He holds certain very odd beliefs.) die Aussicht haben11) (to continue to be valid or apply: Our offer will hold until next week; These rules hold under all circumstances.) gelten12) ((with to) to force (a person) to do something he has promised to do: I intend to hold him to his promises.) festhalten14) (not to be beaten by: The general realized that the soldiers could not hold the enemy for long.) standhalten15) (to keep (a person's attention): If you can't hold your pupils' attention, you can't be a good teacher.) fesseln16) (to keep someone in a certain state: Don't hold us in suspense, what was the final decision?) abhalten17) (to celebrate: The festival is held on 24 June.) innehaben18) (to be the owner of: He holds shares in this company.) sich halten20) ((also hold the line) (of a person who is making a telephone call) to wait: Mr Brown is busy at the moment - will you hold or would you like him to call you back?) aushalten21) (to continue to sing: Please hold that note for four whole beats.) aufbewahren22) (to keep (something): They'll hold your luggage at the station until you collect it.) bringen2. noun1) (the act of holding: He caught/got/laid/took hold of the rope and pulled; Keep hold of that rope.) der Halt2) (power; influence: He has a strange hold over that girl.) die Gewalt3) ((in wrestling etc) a manner of holding one's opponent: The wrestler invented a new hold.) der Griff•- -holder- hold-all
- get hold of
- hold back
- hold down
- hold forth
- hold good
- hold it
- hold off
- hold on
- hold out
- hold one's own
- hold one's tongue
- hold up
- hold-up
- hold with II [həuld] noun((in ships) the place, below the deck, where cargo is stored.) der Schiffsraum* * *[həʊld, AM hoʊld]I. NOUNgrab \hold of my hand and I'll pull you up nimm meine Hand und ich ziehe dich hochI just managed to grab \hold of Lucy before she fell in the pool ich konnte Lucy gerade noch schnappen, bevor sie in den Pool fiel famto keep \hold of sth etw festhaltensb loses \hold of sth jdm entgleitet etwsb loses \hold of the reins jdm gleiten die Zügel aus der Hand2. ( fig)to take \hold of sth custom, fashion auf etw akk überschwappen fam; fire, epidemic, disease auf etw akk übergreifenit's a difficult mountain to climb as there aren't many \holds der Berg ist schwierig zu erklettern, weil in der Wand nicht viele Griffe sindto lose one's \hold den Halt verlierenno \holds barred contest Wettbewerb, bei dem alle Griffe erlaubt sindto break free from sb's \hold sich akk aus jds Griff befreiento loosen one's \hold on sb/sth den Griff an jdm/etw lockernto release one's \hold on sb/sth jdn/etw loslassen5. TELECto be on \hold in der Warteschleife seinto put sb on \hold jdn in die Warteschleife schaltenhis phone is engaged, can I put you on \hold? bei ihm ist besetzt, wollen Sie warten?6. (delay)to be on \hold auf Eis liegen figto put sth on \hold etw auf Eis legen figcan we put this discussion on \hold until tomorrow? können wir diese Diskussion auf morgen verschieben?7. (control, influence) Kontrolle fthe allies maintained their \hold on the port throughout the war die Alliierten hielten den Hafen während des gesamten Krieges besetztget \hold of yourself! reiß dich zusammen! famto lose one's \hold on life mit dem Leben nicht mehr fertigwerdento lose one's \hold on reality den Sinn für die Realität verlierento have a [strong] \hold on [or over] sb [starken] Einfluss auf jdn habenhe hasn't got any \hold over [or on] me er kann mir nichts anhabenno \holds barred ohne jegliches Tabuwhen he argues with his girlfriend there are no \holds barred wenn er mit seiner Freundin streitet, kennt er kein Pardonto get \hold of sb/sth jdn/etw auftreiben famI'll get \hold of some crockery for the picnic ich besorge Geschirr für das PicknickI'll get \hold of John if you phone the others wenn du die anderen anrufst, versuche ich, John zu erreichento get \hold of information Informationen sammeln10. (understand)to get \hold of sth etw verstehento get \hold of the wrong idea etw falsch verstehendon't get \hold of the wrong idea versteh mich nicht falschthe student already has a good \hold of the subject der Student weiß bereits recht gut über das Thema Bescheidnormal/strong/extra strong \hold normaler/starker/extrastarker Halt12. NAUT, AVIAT Frachtraum mII. TRANSITIVE VERB<held, held>1. (grasp, grip)▪ to \hold sb/sth [tight [or tightly]] jdn/etw [fest]haltento \hold sb in one's arms jdn in den Armen haltento \hold the door open for sb jdm die Tür aufhaltento \hold a gun eine Waffe [in der Hand] haltento \hold hands Händchen halten famto \hold sb's hand jds Hand haltento \hold sth in one's hand etw in der Hand haltento \hold one's nose sich dat die Nase zuhaltento \hold sth in place etw halten; AUTOto \hold the road eine gute Straßenlage habenthe latest model \holds the road well when cornering das neueste Modell weist in den Kurven gutes Fahrverhalten aufto \hold one's sides with laughter sich dat die Seiten vor Lachen halten, sich akk vor Lachen krümmen2. (carry)▪ to \hold sb/sth jdn/etw [aus]halten [o tragen]will the rope \hold my weight? wird das Seil mein Gewicht aushalten?3. (maintain)to \hold one's head high ( fig) erhobenen Hauptes dastehento \hold oneself in readiness sich akk bereithaltento \hold oneself upright sich akk gerade haltento \hold oneself well sich akk gut haltento \hold sb's attention [or interest] jdn fesselnto \hold sb [in custody]/hostage/prisoner jdn in Haft/als Geisel/gefangen haltento \hold [on to] the lead in Führung bleibento \hold sb to ransom jdn bis zur Zahlung eines Lösegelds gefangen halten5. (keep)to \hold one's course seinen Kurs [beibe]halten a. figto \hold a note einen Ton haltento \hold the prices at an acceptable level die Preise auf einem vernünftigen Niveau haltento \hold one's serve SPORT den Aufschlag haltensth is \holding its value pictures, antiques etw behält seinen Wertto \hold sb to his/her word jdn beim Wort nehmen6. (delay, stop)▪ to \hold sth etw zurückhaltenwe'll \hold lunch until you get here wir warten mit dem Essen, bis du hier bistwill you \hold my calls for the next half hour, please? können Sie bitte die nächste halbe Stunde niemanden durchstellen?she's on the phone at the moment, will you \hold the line? sie spricht gerade, möchten Sie warten [o fam dranbleiben]?we'll \hold the front page until we have all the details wir halten die erste Seite frei, bis wir alle Einzelheiten haben\hold it [right there]! stopp!ok, \hold it! PHOT gut, bleib so!to \hold sth in abeyance etw ruhenlassento \hold one's breath die Luft anhaltenhe said he'd finish the report by tomorrow but I'm not \holding my breath ( fig) er sagte, er würde den Bericht bis morgen fertig machen, aber ich verlasse mich lieber nicht darauf\hold your fire! nicht schießen!; ( fig)stop shouting at me and \hold your fire! hör auf mich anzubrüllen und reg dich ab! famto \hold confiscated goods/a parcel konfiszierte Waren/ein Paket einbehaltenone bag won't \hold all of the shopping der Einkauf passt nicht in eine Tütethis room \holds 40 people dieser Raum bietet 40 Personen Platzthe CD rack \holds 100 CDs in den CD-Ständer passen 100 CDsmy brain can't \hold so much information at one time ich kann mir nicht so viel auf einmal merkenthis hard disk \holds 13 gigabytes diese Festplatte hat ein Speichervolumen von 13 Gigabyte8. (involve)fire seems to \hold a fascination for most people Feuer scheint auf die meisten Menschen eine Faszination auszuübendeath \holds no fear for her der Tod macht ihr keine Angststh \holds many disappointments/surprises etw hält viele Enttäuschungen/Überraschungen bereit9. (possess)to \hold land Land besitzen10. (believe)▪ to \hold that... der Meinung sein, dass...* * *hold1 [həʊld] s FLUG, SCHIFF Lade-, Frachtraum mhold2 [həʊld]A s1. Halt m, Griff m:catch ( oder get, lay, seize, take) hold of sth etwas ergreifen oder in die Hand bekommen oder zu fassen bekommen oder umg erwischen;get hold of sb jemanden erwischen,;I couldn’t get hold of the money ich konnte das Geld nicht auftreiben;keep hold of festhalten;miss one’s hold danebengreifen2. Halt m, Griff m, Stütze f:afford no hold keinen Halt bieten;lose one’s hold den Halt verlierenin politics no holds are barred fig in der Politik wird mit harten Bandagen gekämpftget a hold on sb jemanden unter seinen Einfluss oder in seine Macht bekommen;get hold of o.s. sich in die Gewalt bekommen;have a (firm) hold on sb jemanden in seiner Gewalt haben, jemanden beherrschen;lose hold of o.s. die Fassung verlieren5. US Einhalt m:put a hold on sth etwas stoppen6. US Haft f, Gewahrsam m7. MUS Fermate f, Haltezeichen n9. put on holda) fig etwas auf Eis legen,10. obs Festung fB v/t prät und pperf held [held], pperf JUR oder obs auch holden [ˈhəʊldən]1. (fest)halten:hold sb’s hand jemanden an der Hand halten;the goalkeeper failed to hold the ball (Fußball) der Torhüter konnte den Ball nicht festhalten2. sich die Nase, die Ohren zuhalten:3. ein Gewicht etc tragen, (aus)halten4. (in einem Zustand etc) halten:hold o.s. erect sich gerade halten;hold (o.s.) ready (sich) bereithalten;the way he holds himself (so) wie er sich benimmt;with one’s head held high hoch erhobenen Hauptes5. (zurück-, ein)behalten:hold the shipment die Sendung zurück(be)halten;hold the mustard (im Restaurant etc) bes US (bitte) ohne Senf6. zurück-, abhalten ( beide:from von), an-, aufhalten, im Zaume halten, zügeln:hold sb from doing sth jemanden davon abhalten, etwas zu tun;hold the enemy den Feind aufhalten7. USa) festnehmen:b) in Haft haltenhold sb to his word jemanden beim Wort nehmen10. a) Wahlen, eine Versammlung, eine Pressekonferenz etc abhaltenb) ein Fest etc veranstaltenc) eine Rede haltend) SPORT eine Meisterschaft etc austragen11. einen Kurs etc beibehalten:hold prices at the same level die Preise (auf dem gleichen Niveau) halten;hold the pace SPORT das Tempo halten12. Alkohol vertragen:he can’t hold his liquor er verträgt nichts13. a) MIL und fig eine Stellung halten, behaupten:hold one’s own (with) sich behaupten (gegen), bestehen (neben);hold the stage fig die Szene beherrschen, im Mittelpunkt stehen (Person); → fort 1, ground1 A 7, stage A 3b) Tennis: seinen Aufschlag halten, durchbringen14. innehaben:b) ein Amt etc bekleidenhold an academic degree einen akademischen Titel führen16. fassen:a) enthalten:b) Platz bieten für, unterbringen:this hall holds 800 in diesen Saal gehen 800 Personen17. enthalten, fig auch zum Inhalt haben:the room holds period furniture das Zimmer ist mit Stilmöbeln eingerichtet;the place holds many memories der Ort ist voll von Erinnerungen;each picture holds a memory mit jedem Bild ist eine Erinnerung verbunden;it holds no pleasure for him er findet kein Vergnügen daran;life holds many surprises das Leben ist voller Überraschungenfor für):hold no prejudice kein Vorurteil haben19. behaupten:hold (the view) that … die Ansicht vertreten oder der Ansicht sein, dass …20. halten für, betrachten als:I hold him to be a fool ich halte ihn für einen Narren;21. halten:hold sb dear jemanden lieb haben;23. die Zuhörer etc fesseln, in Spannung halten:hold sb’s attention jemandes Aufmerksamkeit fesseln oder wachhalten24. US ein Hotelzimmer etc reservieren26. hold against27. US jemandem (aus)reichen:C v/i1. halten, nicht (zer)reißen oder (zer)brechen2. stand-, aushalten, sich halten3. (sich) festhalten (by, to an dat)4. bleiben:hold on one’s course seinen Kurs weiterverfolgen;hold on one’s way seinen Weg weitergehen;5. sich verhalten:hold still stillhalten6. sein Recht ableiten (of, from von)8. anhalten, andauern:my luck held das Glück blieb mir treu9. einhalten:hold! halt!11. hold witha) übereinstimmen mit,b) einverstanden sein mit12. stattfinden* * *I noun II 1. transitive verb,2) (support) [tragendes Teil:] halten, stützen, tragen [Decke, Dach usw.]; aufnehmen [Gewicht, Kraft]3) (keep in position) halten4) (grasp to control) halten [Kind, Hund, Zügel]hold oneself ready or in readiness — sich bereit od. in Bereitschaft halten
hold one's head high — (fig.) (be confident) selbstbewusst sein od. auftreten; (be proud) den Kopf hoch tragen
6) (contain) enthalten; bergen [Gefahr, Geheimnis]; (be able to contain) fassen [Liter, Personen usw.]the room holds ten people — in dem Raum haben 10 Leute Platz; der Raum bietet 10 Leuten Platz
hold water — [Behälter:] wasserdicht sein; Wasser halten; (fig.) [Argument, Theorie:] stichhaltig sein, hieb- und stichfest sein
he can/can't hold his drink or liquor — er kann etwas/nichts vertragen
8) (possess) besitzen; haben9) (have gained) halten [Rekord]; haben [Diplom, Doktorgrad]hold one's own — (fig.) sich behaupten
hold one's position — (fig.) auf seinem Standpunkt beharren
11) (occupy) innehaben, (geh.) bekleiden [Posten, Amt, Stellung]hold the line — (Teleph.) am Apparat bleiben
12) (engross) fesseln, (geh.) gefangen halten [Aufmerksamkeit, Publikum]13) (keep in specified condition) haltenhold the ladder steady — die Leiter festhalten; see also bay III 1.; ransom 1.
14) (detain) (in custody) in Haft halten, festhalten; (imprison) festsetzen; inhaftieren; (arrest) festnehmenhold somebody to the terms of the contract/to a promise — darauf bestehen, dass jemand sich an die Vertragsbestimmungen hält/dass jemand ein Versprechen hält od. einlöst
16) (Sport): (restrict)hold one's opponent [to a draw] — ein Unentschieden [gegen den Gegner] halten od. verteidigen
17) (cause to take place) stattfinden lassen; abhalten [Veranstaltung, Konferenz, Gottesdienst, Sitzung, Prüfung]; veranstalten [Festival, Auktion]; austragen [Meisterschaften]; führen [Unterhaltung, Gespräch, Korrespondenz]; durchführen [Untersuchung]; geben [Empfang]; halten [Vortrag, Rede]18) (restrain) [fest]haltenhold one's fire — [noch] nicht schießen; (fig.): (refrain from criticism) mit seiner Kritik zurückhalten
19) (coll.): (withhold) zurückhalten20) (think, believe)hold a view or an opinion — eine Ansicht haben (on über + Akk.)
hold that... — dafürhalten, dass...; der Ansicht sein, dass...
hold somebody/oneself guilty/blameless — jemanden/sich für schuldig/unschuldig halten ( for an + Dat.)
2. intransitive verb,hold something against somebody — jemandem etwas vorwerfen; see also dear 1. 1); responsible 1)
1) (not give way) [Seil, Nagel, Anker, Schloss, Angeklebtes:] halten; [Damm:] [stand]halten2) (remain unchanged) anhalten; [an]dauern; [Wetter:] sich halten, so bleiben; [Angebot, Versprechen:] geltenhold to something — bei etwas bleiben; an etwas (Dat.) festhalten
4) (be valid)3. nounhold [good or true] — gelten; Gültigkeit haben
1) (grasp) Griff, dergrab or seize hold of something — etwas ergreifen
get or lay or take hold of something — etwas fassen od. packen
take hold — (fig.) sich durchsetzen; [Krankheit:] fortschreiten
get hold of something — (fig.) etwas bekommen od. auftreiben
get hold of somebody — (fig.) jemanden erreichen
have a hold over somebody — jemanden in der Hand halten; see also catch 1. 1)
2) (influence) Einfluss, der (on, over auf + Akk.)3) (Sport) Griff, derthere are no holds barred — (fig.) alles ist erlaubt
4) (thing to hold by) Griff, der5)put on hold — auf Eis legen [Plan, Programm]
Phrasal Verbs:- hold off- hold on- hold out- hold up* * *(keep) something in suspense expr.etwas in der Schwebe halten ausdr.im ungewissen lassen ausdr. (point) something out to someone expr.jemandem etwas entgegenhalten ausdr. (a meeting, etc.) v.abhalten (Treffen, Versammlung) v. (possess) v.innehaben v. v.(§ p.,p.p.: held)= abhalten (Treffen) v.beibehalten v.bereithalten v.enthalten v.festhalten v.halten v.(§ p.,pp.: hielt, gehalten) -
69 ayer
adv.1 yesterday.ayer por la mañana yesterday morningayer (por la) noche last night2 in the past.m.yesterday.* * *► adverbio1 (el día anterior) yesterday2 (en el pasado) in the past, formerly■ ahora estás de acuerdo, pero ayer no now you agree but you didn't use to1 past\antes de ayer the day before yesterdayayer por la mañana/tarde yesterday morning/afternoonayer por la noche last nightde ayer a hoy overnightparece que fue ayer it seems like only yesterday* * *adv.* * *1.ADV yesterdayayer eran terroristas, hoy en día comparten el gobierno — yesterday they were terrorists, today they are part of the government
ayer mismamente o LAm no más — only yesterday
2.SMel ayer — liter yesteryear liter
el Madrid del ayer — the Madrid of yesteryear liter, old Madrid
* * *I1) ( refiriéndose al día anterior) yesterdayayer por or (esp AmL) en or (RPl) a la mañana — yesterday morning
ayer tarde — (period) yesterday afternoon
de ayer acá or a hoy — overnight, since yesterday
no nací ayer — I wasn't born yesterday
2) (liter) ( refiriéndose al pasado)IIlas modas de ayer — the fashions of yesteryear o of years gone by
masculino pasten un ayer muy lejano — (liter) a long, long time ago (liter)
* * *= yesterday.Ex. Obviously it would have been most desirable to have at least Ed Blume here yesterday to respond to some of Joan Marshall's particular criticisms, and more importantly, to have visibility.----* ayer, el = yesteryear.* ayer por la tarde = yesterday afternoon.* del ayer = of yesteryear, gone by.* * *I1) ( refiriéndose al día anterior) yesterdayayer por or (esp AmL) en or (RPl) a la mañana — yesterday morning
ayer tarde — (period) yesterday afternoon
de ayer acá or a hoy — overnight, since yesterday
no nací ayer — I wasn't born yesterday
2) (liter) ( refiriéndose al pasado)IIlas modas de ayer — the fashions of yesteryear o of years gone by
masculino pasten un ayer muy lejano — (liter) a long, long time ago (liter)
* * *el ayer(n.) = yesteryearEx: Ferreting out amazing treasures from yesteryear, antique dealers buy, sell or trade in a wide range of collectables.
= yesterday.Ex: Obviously it would have been most desirable to have at least Ed Blume here yesterday to respond to some of Joan Marshall's particular criticisms, and more importantly, to have visibility.
* ayer, el = yesteryear.* ayer por la tarde = yesterday afternoon.* del ayer = of yesteryear, gone by.* * *ayer1A (refiriéndose al día anterior) yesterdayayer hizo un mes de su muerte she died a month ago yesterdayayer por o ( esp AmL) la mañana yesterday morningayer de mañana or a la mañana ( RPl); yesterday morningayer tarde ( period); yesterday afternoonantes de ayer the day before yesterdaytodo el día de ayer all day yesterdayparece que fue ayer it seems (like) only yesterdayde ayer acá or a hoy overnight, since yesterdayel periódico de ayer yesterday's papereste pan es de ayer this bread is yesterday'sno nací ayer I wasn't born yesterdayB ( liter)(refiriéndose al pasado): ayer era un joven idealista he was once a young idealistlas modas de ayer the fashions of yesteryear o of years gone byayer2pastdeja de pensar en el ayer stop living in the past* * *
ayer adverbio ( refiriéndose al día anterior) yesterday;
ayer por or (esp AmL) en la mañana yesterday morning;
antes de ayer the day before yesterday;
el periódico de ayer yesterday's paper
ayer
I adverbio yesterday
ayer por la mañana/por la tarde, yesterday morning/afternoon
ayer (por la) noche, last night
antes de ayer, the day before yesterday
II sustantivo masculino el ayer, yesterday, the past
' ayer' also found in these entries:
Spanish:
atracón
- baño
- cumplir
- desde
- disculparse
- enterarse
- espichar
- espicharla
- familia
- golfa
- golfo
- golpe
- mar
- menos
- nevada
- paliza
- rondar
- tal
- tromba
- acontecer
- deber
- embargo
- mismo
- parecer
- sol
- temblar
- traslado
English:
born
- bump into
- contradiction
- dressmaker
- formally
- frosty
- happen
- homicide
- jury
- level
- outage
- parcel
- quit
- repossess
- run
- them
- yesterday
- call
- job
- morning
- week
* * *♦ adv1. [el día anterior] yesterday;ayer era lunes yesterday was Monday, it was Monday yesterday;ayer a mediodía at midday yesterday;ayer por la noche, ayer noche last night;ayer por la tarde, ayer tarde yesterday afternoon/evening;parece que fue ayer it seems like yesterday2. [en el pasado]ayer nadie había oído su nombre, y hoy es una estrella only a short while ago no one had heard of her and now she's a star;un político de los de ayer a politician of the old school♦ nmel ayer yesteryear;no puedes vivir siempre del ayer you can't live your whole life in the past* * *adv yesterday;ayer por la mañana yesterday morning;de ayer yesterday’s;parece que fue ayer it seems like yesterday* * *ayer adv: yesterdayayer nmantaño: yesteryear, days gone by* * *ayer adv yesterdayayer por la mañana/tarde yesterday morning/afternoon -
70 dejo
m.1 accent (acento).2 aftertaste.3 resigning, relinquishment.pres.indicat.1st person singular (yo) present indicative of spanish verb: dejar.* * *1→ link=deje deje* * *SM1) (=sabor) aftertaste2) [de arrogancia, laxitud] touch3) (Ling) accent, trace of accent* * *a) ( acento) (slight) accent, liltb) (de una bebida, comida) aftertastec) ( tono) touch, hintcon un dejo de arrogancia — with a touch o hint of arrogance
d) (impresión, sensación)me quedó un dejo triste tras hablar con él — I was left with a feeling of sadness after talking to him
* * *= taint, aftertaste.Ex. The article is entitled 'The classification of literature in the Dewey Decimal Classification: the primacy of language and the taint of colonialism' = El artículo se titula "La clasificación de la literatura en la Clasificación Decimal de Dewey: la primacía del lenguaje y el daño del colonialismo".Ex. I don't know if it's paranoia or my subconscious acting up or a vitamin deficiency, but I have now twice had a soapy aftertaste when eating.* * *a) ( acento) (slight) accent, liltb) (de una bebida, comida) aftertastec) ( tono) touch, hintcon un dejo de arrogancia — with a touch o hint of arrogance
d) (impresión, sensación)me quedó un dejo triste tras hablar con él — I was left with a feeling of sadness after talking to him
* * *= taint, aftertaste.Ex: The article is entitled 'The classification of literature in the Dewey Decimal Classification: the primacy of language and the taint of colonialism' = El artículo se titula "La clasificación de la literatura en la Clasificación Decimal de Dewey: la primacía del lenguaje y el daño del colonialismo".
Ex: I don't know if it's paranoia or my subconscious acting up or a vitamin deficiency, but I have now twice had a soapy aftertaste when eating.* * *1 (acento) accent, lilttiene un dejo aragonés she has a slight Aragonese accent o lilt2 (de una bebida, comida) aftertaste dejo A algo slight taste OF sth3 (toque) touch, hintse expresó con un dejo de arrogancia he spoke with a touch o hint of arrogance4(impresión, sensación): me quedó un dejo triste tras hablar con él I was left with a feeling of sadness after talking to him5( Chi) (semejanza) dejo A algn: tiene un cierto dejo a su abuelo he bears a certain resemblance to his grandfather, he has something of his grandfather about him ( colloq)* * *
Del verbo dejar: ( conjugate dejar)
dejo es:
1ª persona singular (yo) presente indicativo
dejó es:
3ª persona singular (él/ella/usted) pretérito indicativo
Multiple Entries:
dejar
dejo
dejar ( conjugate dejar) verbo transitivo
1
dejó a los niños en el colegio she dropped the children (off) at school;
dejo un recado to leave a message;
dejo propina to leave a tip;
deja ese cuchillo put that knife down;
déjala, ella no tuvo la culpa leave her alone, it wasn't her fault;
dejo mucho que desear to leave a great deal to be desired
◊ ¡déjalo! forget it!
2
3 ( abandonar) ‹novia/marido› to leave;
‹ familia› to leave, abandon;
‹ trabajo› to give up, leave;
‹ lugar› to leave;
4 (+ compl) ( en cierto estado) to leave;
me dejó esperando afuera she left me waiting outside;
¡déjame en paz! leave me alone!;
me lo dejó en 1.000 pesos he let me have it for 1,000 pesos;
See also→ lado 3
5
◊ no lo dejes para después, hazlo ahora don't put it off o leave it until later, do it now
( permitir)◊ dejoa algo/algn hacer algo to let sth/sb do sth;
déjalo entrar let it/him in;
deja correr el agua let the water run;
¿me dejas ir? will you let me go?;
dejo que algo/algn haga algo to let sb/sth do sth;
déjame que te ayude let me help you;
See Also→ caer 1, See Also→ paso 1 b
verbo intransitivo dejo de hacer algo to stop doing sth;◊ dejo de fumar to give up o to stop smoking;
no dejes de escribirme make sure you write to me
dejarse verbo pronominal
1
b)◊ dejose hacer algo: se deja dominar por la envidia he lets his feelings of envy get the better of him;
se deja influir fácilmente he's easily influenced;
dejose llevar por la música to let oneself be carried along by the music;
dejose estar (AmL);
( descuidarse) to be careless;
( abandonarse) to let oneself go
2 ‹barba/bigote› to grow
3 dejose de hacer algo to stop doing sth;
4 (esp Esp fam) ( olvidar) to leave
dejo sustantivo masculino
dejo a algo slight taste of sth
d) (impresión, sensación):
dejar
1 verbo transitivo
1 (poner en un sitio una cosa) to leave: déjalo donde estaba, leave it where it was
no sé dónde dejé las llaves, I don't know where I left my keys
(a una persona en un lugar) to drop off
2 (prestar) to lend: ¿me dejas tu blusa?, may I borrow your blouse?
3 (abandonar a un niño) to abandon
(romper relaciones con) to leave: Carmen dejó a su novio, Carmen broke up with her boyfriend
(una actividad) to give up: dejó de bailar, she gave up dancing
dejar el trabajo, to leave one's job
(desistir) to give up: lo dejé por imposible, I gave it up
4 (autorizar, dar permiso) to let, allow: no sé si le dejarán viajar solo, I don't know if they'll let her travel unaccompanied
dejar entrar/salir, to let in/out ➣ Ver nota en let 5 (no molestar) to leave sb alone: deja a mamá, que está descansando, leave mummy alone, she's having a rest
6 (producir beneficios) to produce
7 (aplazar) dejaron la visita para otro día, they put the visit off for another day
8 (+ adjetivo: en un estado) to make
dejar cansado, to make (sb) tired
dejar preocupado/satisfecho, to worry/satisfy
II v aux ( dejar de + infinitivo) to stop, give up: no deja de hablar de él, she never stops talking about him
no dejes de llamar para avisarme, don't forget to call me
de pronto dejó de respirar, suddenly he stoped breathing ➣ Ver nota en give y stop
♦ Locuciones: déjame en paz, leave me alone
dejar dicho, to leave a word o a message
dejar fuera, (excluir, no tener en cuenta) to leave out, omit
dejar mucho que desear, to leave a lot to be desired: su examen dejó mucho que desear, his exam performance left a lot to be desired
' dejo' also found in these entries:
Spanish:
albedrío
- aliento
- anonadada
- anonadado
- blanca
- blanco
- boca
- bocinazo
- brillantez
- constreñimiento
- criterio
- dejar
- dejarse
- desconcertada
- desconcertado
- descubierta
- descubierto
- desprotegida
- desprotegido
- escapar
- estela
- fugacidad
- gustillo
- helada
- helado
- huella
- mano
- menester
- palabra
- plana
- plano
- préstamo
- regusto
- respiración
- reticencia
- saldo
- sanctasanctórum
- señal
- sentada
- sentado
- sorpresa
- suya
- suyo
- temblar
- trancazo
- vacía
- vacío
- acento
- alucinado
- bien
English:
abrupt
- and
- blunt
- breath
- bring back
- capable
- cease
- climb
- cloud
- coast
- collapse
- come out
- crying
- disenchanted
- egg
- exhaust
- flop
- fortunately
- gap
- gust
- intimate
- leave
- leave behind
- leave on
- loan
- mark
- on
- option
- outage
- pour out
- quit
- rough up
- roughen
- sad
- set down
- shattered
- tinge
- undeterred
- wake
- walk out
- bowl
- breathless
- caller
- for
- give
- heart
- hint
- keep
- laughing
- let
* * *m1 acento slight accent2 gusto aftertaste* * *dejo nm1) : aftertaste2) : touch, hint3) : (regional) accent -
71 deje
m.1 accent (acento).2 aftertaste, smack.pres.subj.3rd person singular (él/ella/ello) Present Subjunctive of Spanish verb: dejar.* * *1 slight accent2 (regusto) aftertaste* * *SM accent* * ** * ** * *B* * *
Del verbo dejar: ( conjugate dejar)
dejé es:
1ª persona singular (yo) pretérito indicativo
deje es:
1ª persona singular (yo) presente subjuntivo3ª persona singular (él/ella/usted) presente subjuntivo3ª persona singular (él/ella/usted) imperativo
Multiple Entries:
dejar
deje
dejar ( conjugate dejar) verbo transitivo
1
dejó a los niños en el colegio she dropped the children (off) at school;
deje un recado to leave a message;
deje propina to leave a tip;
deja ese cuchillo put that knife down;
déjala, ella no tuvo la culpa leave her alone, it wasn't her fault;
deje mucho que desear to leave a great deal to be desired
◊ ¡déjalo! forget it!
2
3 ( abandonar) ‹novia/marido› to leave;
‹ familia› to leave, abandon;
‹ trabajo› to give up, leave;
‹ lugar› to leave;
4 (+ compl) ( en cierto estado) to leave;
me dejó esperando afuera she left me waiting outside;
¡déjame en paz! leave me alone!;
me lo dejó en 1.000 pesos he let me have it for 1,000 pesos;
See also→ lado 3
5
◊ no lo dejes para después, hazlo ahora don't put it off o leave it until later, do it now
( permitir)◊ dejea algo/algn hacer algo to let sth/sb do sth;
déjalo entrar let it/him in;
deja correr el agua let the water run;
¿me dejas ir? will you let me go?;
deje que algo/algn haga algo to let sb/sth do sth;
déjame que te ayude let me help you;
See Also→ caer 1, See Also→ paso 1 b
verbo intransitivo deje de hacer algo to stop doing sth;◊ deje de fumar to give up o to stop smoking;
no dejes de escribirme make sure you write to me
dejarse verbo pronominal
1
b)◊ dejese hacer algo: se deja dominar por la envidia he lets his feelings of envy get the better of him;
se deja influir fácilmente he's easily influenced;
dejese llevar por la música to let oneself be carried along by the music;
dejese estar (AmL);
( descuidarse) to be careless;
( abandonarse) to let oneself go
2 ‹barba/bigote› to grow
3 dejese de hacer algo to stop doing sth;
4 (esp Esp fam) ( olvidar) to leave
deje sustantivo masculino See Also→ dejo a
dejar
1 verbo transitivo
1 (poner en un sitio una cosa) to leave: déjalo donde estaba, leave it where it was
no sé dónde dejé las llaves, I don't know where I left my keys
(a una persona en un lugar) to drop off
2 (prestar) to lend: ¿me dejas tu blusa?, may I borrow your blouse?
3 (abandonar a un niño) to abandon
(romper relaciones con) to leave: Carmen dejó a su novio, Carmen broke up with her boyfriend
(una actividad) to give up: dejó de bailar, she gave up dancing
dejar el trabajo, to leave one's job
(desistir) to give up: lo dejé por imposible, I gave it up
4 (autorizar, dar permiso) to let, allow: no sé si le dejarán viajar solo, I don't know if they'll let her travel unaccompanied
dejar entrar/salir, to let in/out ➣ Ver nota en let 5 (no molestar) to leave sb alone: deja a mamá, que está descansando, leave mummy alone, she's having a rest
6 (producir beneficios) to produce
7 (aplazar) dejaron la visita para otro día, they put the visit off for another day
8 (+ adjetivo: en un estado) to make
dejar cansado, to make (sb) tired
dejar preocupado/satisfecho, to worry/satisfy
II v aux ( dejar de + infinitivo) to stop, give up: no deja de hablar de él, she never stops talking about him
no dejes de llamar para avisarme, don't forget to call me
de pronto dejó de respirar, suddenly he stoped breathing ➣ Ver nota en give y stop
♦ Locuciones: déjame en paz, leave me alone
dejar dicho, to leave a word o a message
dejar fuera, (excluir, no tener en cuenta) to leave out, omit
dejar mucho que desear, to leave a lot to be desired: su examen dejó mucho que desear, his exam performance left a lot to be desired
' deje' also found in these entries:
Spanish:
conforme
- dejar
- enfrente
- sobre
- tal
English:
accent
- ajar
- angry
- blank
- burn out
- come round
- downstairs
- for
- gap
- give up
- hearing
- outset
- quit
- realize
- touch
- leave
- over
- reason
- swear
- yourself
* * *deje, dejo nm1. [acento] accent;tiene un deje mexicano, habla con deje mexicano he has a slight Mexican accent2. [tono] undertone;había un deje de resentimiento en sus palabras there was an undertone of resentment in her words3. [sabor] aftertaste;tiene un deje a curry it has a slight taste of currytiene un deje a su padre there's something of her father about her* * *m1 acento slight accent2 gusto aftertaste -
72 abandonado
Del verbo abandonar: ( conjugate abandonar) \ \
abandonado es: \ \el participioMultiple Entries: abandonado abandonar
abandonado
◊ -da adjetivo1 [ESTAR] ( deshabitado) deserted 2 [ESTAR] ‹niño/perro/coche› abandoned 3 [estar] (desatendido, descuidado) ‹jardín/parque› neglected
abandonar ( conjugate abandonar) verbo transitivo 1 ‹marido/amante› to leave; ‹coche/barco› to abandon; 2 [ fuerzas] to desert 3◊ abandonado los estudios to drop out of school/collegeverbo intransitivo (Dep) (en boxeo, lucha) to concede defeat abandonarse verbo pronominal 1 ( entregarse) abandonadose a algo ‹a vicios/placeres› to abandon oneself to sth 2 ( en el aspecto personal) to let oneself go
abandonado,-a adjetivo
1 (lugar) deserted (persona, perro) abandoned
tiene a su madre completamente abandonada, he takes absolutely no care of his mother
2 (aspecto) neglected, untidy, unkempt
abandonar
I verbo transitivo
1 (irse de) to leave, quit: tenemos que vernos hoy, porque mañana abandono Madrid, we've got to see eachother today because I'm leaving Madrid tomorrow
2 (a una persona, a un animal) to abandon
abandonar a alguien a su suerte, to leave someone to his fate
3 (un proyecto, los estudios) to give up
4 Dep (retirarse de una carrera) to drop out of (un deporte) to drop
II vi (desfallecer) to give up: los resultados no son los esperados, pero no abandones, the results aren't as good as we expected, but don't give up ' abandonado' also found in these entries: Spanish: abandonada - abandonarse - guacho English: abandoned - derelict - deserted - disused - forlorn - godforsaken - marooned - neglect - neglected -
73 abandono
Del verbo abandonar: ( conjugate abandonar) \ \
abandono es: \ \1ª persona singular (yo) presente indicativo
abandonó es: \ \3ª persona singular (él/ella/usted) pretérito indicativoMultiple Entries: abandonar abandono
abandonar ( conjugate abandonar) verbo transitivo 1 ‹marido/amante› to leave; ‹coche/barco› to abandon; 2 [ fuerzas] to desert 3◊ abandono los estudios to drop out of school/collegeverbo intransitivo (Dep) (en boxeo, lucha) to concede defeat abandonarse verbo pronominal 1 ( entregarse) abandonose a algo ‹a vicios/placeres› to abandon oneself to sth 2 ( en el aspecto personal) to let oneself go
abandono sustantivo masculino 1 ( de una persona) abandonment; 2 (Dep) (antes de la carrera, competición) withdrawal; (iniciada la carrera, competición) retirement; ( en ajedrez) resignation 3 (descuido, desatención) neglect
abandonar
I verbo transitivo
1 (irse de) to leave, quit: tenemos que vernos hoy, porque mañana abandono Madrid, we've got to see eachother today because I'm leaving Madrid tomorrow
2 (a una persona, a un animal) to abandon
abandonar a alguien a su suerte, to leave someone to his fate
3 (un proyecto, los estudios) to give up
4 Dep (retirarse de una carrera) to drop out of (un deporte) to drop
II vi (desfallecer) to give up: los resultados no son los esperados, pero no abandones, the results aren't as good as we expected, but don't give up
abandono sustantivo masculino
1 (marcha de un lugar) abandoning, desertion
2 (de proyecto, idea) giving up
3 (de aseo) neglect
4 (despreocupación) carelessness ' abandono' also found in these entries: Spanish: abandonar - docencia - entrega - olvido - pudrir - recinto - renuncia English: angrily - climb down - desertion - drop out - dump - intimidate - leave - neglect - self-neglect - need - walk - withdrawal -
74 deje
Del verbo dejar: ( conjugate dejar) \ \
dejé es: \ \1ª persona singular (yo) pretérito indicativo
deje es: \ \1ª persona singular (yo) presente subjuntivo3ª persona singular (él/ella/usted) presente subjuntivo3ª persona singular (él/ella/usted) imperativoMultiple Entries: dejar deje
dejar ( conjugate dejar) verbo transitivo 1 dejó a los niños en el colegio she dropped the children (off) at school; deje un recado to leave a message; deje propina to leave a tip; deja ese cuchillo put that knife down; déjala, ella no tuvo la culpa leave her alone, it wasn't her fault; deje mucho que desear to leave a great deal to be desired◊ ¡déjalo! forget it!2 3 ( abandonar) ‹novia/marido› to leave; ‹ familia› to leave, abandon; ‹ trabajo› to give up, leave; ‹ lugar› to leave; 4 (+ compl) ( en cierto estado) to leave; me dejó esperando afuera she left me waiting outside; ¡déjame en paz! leave me alone!; me lo dejó en 1.000 pesos he let me have it for 1,000 pesos; See also→ lado 3 5◊ no lo dejes para después, hazlo ahora don't put it off o leave it until later, do it now( permitir)◊ dejea algo/algn hacer algo to let sth/sb do sth;déjalo entrar let it/him in; deja correr el agua let the water run; ¿me dejas ir? will you let me go?; deje que algo/algn haga algo to let sb/sth do sth; déjame que te ayude let me help you; See Also→ caer 1, See Also→ paso 1 b verbo intransitivo deje de hacer algo to stop doing sth;◊ deje de fumar to give up o to stop smoking;no dejes de escribirme make sure you write to me dejarse verbo pronominal 1b)◊ dejese hacer algo: se deja dominar por la envidia he lets his feelings of envy get the better of him;se deja influir fácilmente he's easily influenced; dejese llevar por la música to let oneself be carried along by the music; dejese estar (AmL); ( descuidarse) to be careless; ( abandonarse) to let oneself go 2 ‹barba/bigote› to grow 3 dejese de hacer algo to stop doing sth; 4 (esp Esp fam) ( olvidar) to leave
deje sustantivo masculino See Also→ dejo a
dejar
1 verbo transitivo
1 (poner en un sitio una cosa) to leave: déjalo donde estaba, leave it where it was
no sé dónde dejé las llaves, I don't know where I left my keys (a una persona en un lugar) to drop off
2 (prestar) to lend: ¿me dejas tu blusa?, may I borrow your blouse?
3 (abandonar a un niño) to abandon (romper relaciones con) to leave: Carmen dejó a su novio, Carmen broke up with her boyfriend (una actividad) to give up: dejó de bailar, she gave up dancing
dejar el trabajo, to leave one's job (desistir) to give up: lo dejé por imposible, I gave it up
4 (autorizar, dar permiso) to let, allow: no sé si le dejarán viajar solo, I don't know if they'll let her travel unaccompanied
dejar entrar/salir, to let in/out ➣ Ver nota en let 5 (no molestar) to leave sb alone: deja a mamá, que está descansando, leave mummy alone, she's having a rest
6 (producir beneficios) to produce
7 (aplazar) dejaron la visita para otro día, they put the visit off for another day
8 (+ adjetivo: en un estado) to make
dejar cansado, to make (sb) tired
dejar preocupado/satisfecho, to worry/satisfy
II v aux ( dejar de + infinitivo) to stop, give up: no deja de hablar de él, she never stops talking about him
no dejes de llamar para avisarme, don't forget to call me
de pronto dejó de respirar, suddenly he stoped breathing ➣ Ver nota en give y stop
Locuciones: déjame en paz, leave me alone
dejar dicho, to leave a word o a message
dejar fuera, (excluir, no tener en cuenta) to leave out, omit
dejar mucho que desear, to leave a lot to be desired: su examen dejó mucho que desear, his exam performance left a lot to be desired ' deje' also found in these entries: Spanish: conforme - dejar - enfrente - sobre - tal English: accent - ajar - angry - blank - burn out - come round - downstairs - for - gap - give up - hearing - outset - quit - realize - touch - leave - over - reason - swear - yourself -
75 dejo
Del verbo dejar: ( conjugate dejar) \ \
dejo es: \ \1ª persona singular (yo) presente indicativo
dejó es: \ \3ª persona singular (él/ella/usted) pretérito indicativoMultiple Entries: dejar dejo
dejar ( conjugate dejar) verbo transitivo 1 dejó a los niños en el colegio she dropped the children (off) at school; dejo un recado to leave a message; dejo propina to leave a tip; deja ese cuchillo put that knife down; déjala, ella no tuvo la culpa leave her alone, it wasn't her fault; dejo mucho que desear to leave a great deal to be desired◊ ¡déjalo! forget it!2 3 ( abandonar) ‹novia/marido› to leave; ‹ familia› to leave, abandon; ‹ trabajo› to give up, leave; ‹ lugar› to leave; 4 (+ compl) ( en cierto estado) to leave; me dejó esperando afuera she left me waiting outside; ¡déjame en paz! leave me alone!; me lo dejó en 1.000 pesos he let me have it for 1,000 pesos; See also→ lado 3 5◊ no lo dejes para después, hazlo ahora don't put it off o leave it until later, do it now( permitir)◊ dejoa algo/algn hacer algo to let sth/sb do sth;déjalo entrar let it/him in; deja correr el agua let the water run; ¿me dejas ir? will you let me go?; dejo que algo/algn haga algo to let sb/sth do sth; déjame que te ayude let me help you; See Also→ caer 1, See Also→ paso 1 b verbo intransitivo dejo de hacer algo to stop doing sth;◊ dejo de fumar to give up o to stop smoking;no dejes de escribirme make sure you write to me dejarse verbo pronominal 1b)◊ dejose hacer algo: se deja dominar por la envidia he lets his feelings of envy get the better of him;se deja influir fácilmente he's easily influenced; dejose llevar por la música to let oneself be carried along by the music; dejose estar (AmL); ( descuidarse) to be careless; ( abandonarse) to let oneself go 2 ‹barba/bigote› to grow 3 dejose de hacer algo to stop doing sth; 4 (esp Esp fam) ( olvidar) to leave
dejo sustantivo masculino dejo a algo slight taste of sthd) (impresión, sensación):
dejar
1 verbo transitivo
1 (poner en un sitio una cosa) to leave: déjalo donde estaba, leave it where it was
no sé dónde dejé las llaves, I don't know where I left my keys (a una persona en un lugar) to drop off
2 (prestar) to lend: ¿me dejas tu blusa?, may I borrow your blouse?
3 (abandonar a un niño) to abandon (romper relaciones con) to leave: Carmen dejó a su novio, Carmen broke up with her boyfriend (una actividad) to give up: dejó de bailar, she gave up dancing
dejar el trabajo, to leave one's job (desistir) to give up: lo dejé por imposible, I gave it up
4 (autorizar, dar permiso) to let, allow: no sé si le dejarán viajar solo, I don't know if they'll let her travel unaccompanied
dejar entrar/salir, to let in/out ➣ Ver nota en let 5 (no molestar) to leave sb alone: deja a mamá, que está descansando, leave mummy alone, she's having a rest
6 (producir beneficios) to produce
7 (aplazar) dejaron la visita para otro día, they put the visit off for another day
8 (+ adjetivo: en un estado) to make
dejar cansado, to make (sb) tired
dejar preocupado/satisfecho, to worry/satisfy
II v aux ( dejar de + infinitivo) to stop, give up: no deja de hablar de él, she never stops talking about him
no dejes de llamar para avisarme, don't forget to call me
de pronto dejó de respirar, suddenly he stoped breathing ➣ Ver nota en give y stop
Locuciones: déjame en paz, leave me alone
dejar dicho, to leave a word o a message
dejar fuera, (excluir, no tener en cuenta) to leave out, omit
dejar mucho que desear, to leave a lot to be desired: su examen dejó mucho que desear, his exam performance left a lot to be desired ' dejo' also found in these entries: Spanish: albedrío - aliento - anonadada - anonadado - blanca - blanco - boca - bocinazo - brillantez - constreñimiento - criterio - dejar - dejarse - desconcertada - desconcertado - descubierta - descubierto - desprotegida - desprotegido - escapar - estela - fugacidad - gustillo - helada - helado - huella - mano - menester - palabra - plana - plano - préstamo - regusto - respiración - reticencia - saldo - sanctasanctórum - señal - sentada - sentado - sorpresa - suya - suyo - temblar - trancazo - vacía - vacío - acento - alucinado - bien English: abrupt - and - blunt - breath - bring back - capable - cease - climb - cloud - coast - collapse - come out - crying - disenchanted - egg - exhaust - flop - fortunately - gap - gust - intimate - leave - leave behind - leave on - loan - mark - on - option - outage - pour out - quit - rough up - roughen - sad - set down - shattered - tinge - undeterred - wake - walk out - bowl - breathless - caller - for - give - heart - hint - keep - laughing - let -
76 lâcher
lâcher [lα∫e]➭ TABLE 1 transitive verba. [+ main, proie] to let go of ; [+ bombes] to drop ; [+ pigeon, ballon] to release ; [+ chien] to unleash ; [+ frein] to release ; [+ juron] to come out with• lâche-moi ! let go of me!• tu me lâches ! (inf) leave me alone!b. ( = abandonner) [+ ami] to drop ; [+ études] to give up• il ne l'a pas lâché [importun, représentant] he wouldn't leave him alone* * *
I
1. lɑʃe1) ( cesser de tenir) to drop [objet]; to let go of [corde, main]lâche-moi — lit let go of me; fig (colloq) give me a break (colloq), leave me alone
2) ( produire) to come out with [mot]; to reveal [information]; to let out [cri]3) ( laisser partir) to let [sb/sth] go [personne, animal]4) ( abandonner) to drop [ami, activité]
2.
3.
se lâcher verbe pronominal (colloq) ( se décontracter) to let it all hang out (colloq), to let one's hair down
II lɑʃenom masculin (de ballons, d'oiseaux) release* * *lɒʃe1. vt1) [main] to let go ofIl n'a pas lâché ma main. — He didn't let go of my hand.
2) [verre] to dropIl a été tellement surpris qu'il a lâché son verre. — He was so surprised that he dropped his glass.
3) (= abandonner) to drop4) (= libérer) to release, to set free5) [mot, remarque] to come out with6) SPORT (= distancer) to leave behind7)2. vi1) (= se casser) [fil, corde] to break, to give way2) [freins] to failLes freins ont lâché. — The brakes failed.
3. nm[ballons, pigeons] release* * *lâcher verb table: aimerA nm (de ballons, d'oiseaux) release.B vtr1 ( cesser de tenir) to drop [objet]; to let go of [corde, branche]; lâchez vos armes! drop your guns!; ne lâche pas la corde! don't let go of the rope!; lâchez-moi le bras! let go of my arm!; lâche-moi lit let go of me; fig○ give me a break○, leave me alone; lâcher prise lit to lose one's grip; fig to give up; ⇒ proie;2 ( produire) to come out with [mot, phrase, juron, gaffe]; to reveal [information]; to let out [soupir, cri, pet, rot]; lâcher une rafale de mitraillette to fire a stream of bullets; il n'a pas lâché un mot de toute la soirée he didn't utter a word all evening; ⇒ bordée;3 ( laisser partir) to let [sb/sth] go [personne, animal, chariot]; il a lâché ses chiens he released his dogs; elle a lâché ses chiens sur lui she set her dogs on him; il ne m'a pas lâché une seconde he didn't leave me to myself for a second; il ne la lâche pas des yeux or du regard he never takes his eyes off her;4 ( abandonner) to drop [ami, associé, activité]; lâché par ses anciens amis dropped by his former friends; la peur ne la lâche plus depuis she's been in the grip of fear ever since;5 ○(accepter de donner, de vendre) to let [sth] go [objet]; lâcher de l'argent to cough up○; lâcher qch à qn to let sb have sth [argent, objet];6 Sport ( distancer) to break away from [concurrent]; il a lâché le peloton dans la montée he broke away from the main field on the slope.C vi ( céder) [corde, lien, nœud] to give way; [freins] to fail; [nerfs] to break.D se lâcher vpr1 ( cesser de se tenir) to let go;2 ○( se décontracter) to let it all hang out○, to let one's hair down.I[laʃe] nom masculinII[laʃe] verbe transitiflâcher la bonde ou les bondes à to give vent to2. [cesser de tenir] to let go of (inseparable)lâche-moi! let me go!, let go of me!3. AÉRONAUTIQUE [bombe] to drop[ballon] to launch4. [libérer - oiseau] to let loose, to release, to let go ; [ - chien] to let off, to unleash ; [ - animal dangereux] to set loose ; [ - meute, faucon] to sliplâcher le peloton to leave the rest of the field behind, to (stage a) break from the pack————————[laʃe] verbe intransitif -
77 hold
I 1. [həuld] past tense, past participle - held; verb1) (to have in one's hand(s) or between one's hands: He was holding a knife; Hold that dish with both hands; He held the little boy's hand; He held the mouse by its tail.) držati2) (to have in a part, or between parts, of the body, or between parts of a tool etc: He held the pencil in his teeth; She was holding a pile of books in her arms; Hold the stamp with tweezers.) držati3) (to support or keep from moving, running away, falling etc: What holds that shelf up?; He held the door closed by leaning against it; Hold your hands above your head; Hold his arms so that he can't struggle.) (za)držati4) (to remain in position, fixed etc when under strain: I've tied the two pieces of string together, but I'm not sure the knot will hold; Will the anchor hold in a storm?) zdržati5) (to keep (a person) in some place or in one's power: The police are holding a man for questioning in connection with the murder; He was held captive.) zadržati6) (to (be able to) contain: This jug holds two pints; You can't hold water in a handkerchief; This drawer holds all my shirts.) držati, vsebovati7) (to cause to take place: The meeting will be held next week; We'll hold the meeting in the hall.) biti8) (to keep (oneself), or to be, in a particular state or condition: We'll hold ourselves in readiness in case you send for us; She holds herself very erect.) držati se9) (to have or be in (a job etc): He held the position of company secretary for five years.) imeti10) (to think strongly; to believe; to consider or regard: I hold that this was the right decision; He holds me (to be) responsible for everyone's mistakes; He is held in great respect; He holds certain very odd beliefs.) verjeti, imeti (koga za kaj)11) (to continue to be valid or apply: Our offer will hold until next week; These rules hold under all circumstances.) veljati12) ((with to) to force (a person) to do something he has promised to do: I intend to hold him to his promises.) držati za13) (to defend: They held the castle against the enemy.) braniti14) (not to be beaten by: The general realized that the soldiers could not hold the enemy for long.) zadržati nasprotnika15) (to keep (a person's attention): If you can't hold your pupils' attention, you can't be a good teacher.) pritegniti (pozornost)16) (to keep someone in a certain state: Don't hold us in suspense, what was the final decision?) proslavljati17) (to celebrate: The festival is held on 24 June.) imeti18) (to be the owner of: He holds shares in this company.) obdržati se19) ((of good weather) to continue: I hope the weather holds until after the school sports.) počakati pri telefonu20) ((also hold the line) (of a person who is making a telephone call) to wait: Mr Brown is busy at the moment - will you hold or would you like him to call you back?) držati21) (to continue to sing: Please hold that note for four whole beats.) obdržati22) (to keep (something): They'll hold your luggage at the station until you collect it.) prinesti23) ((of the future) to be going to produce: I wonder what the future holds for me?)2. noun1) (the act of holding: He caught/got/laid/took hold of the rope and pulled; Keep hold of that rope.) prijem2) (power; influence: He has a strange hold over that girl.) vpliv3) ((in wrestling etc) a manner of holding one's opponent: The wrestler invented a new hold.) prijem•- - holder- hold-all
- get hold of
- hold back
- hold down
- hold forth
- hold good
- hold it
- hold off
- hold on
- hold out
- hold one's own
- hold one's tongue
- hold up
- hold-up
- hold with II [həuld] noun((in ships) the place, below the deck, where cargo is stored.) podkrovje* * *I [hóuld]nounnautical podpalubje, ladijsko skladišče; aeronautics prostor za prtljago v letaluII [hóuld]nounprijem, opora; moč, vpliv (on, over, of); American ustavitev, zadrževanje; archaic utrdbato catch ( —ali get, lay, seize, take) hold of s.th. — prijeti kaj, dobitito get hold of s.o. — ujeti koga, zalotiti kogato get hold of o.s. — dobiti se v oblast, obvladati seto get a hold on s.o. — dobiti koga v oblastto have a (firm) hold on s.o. — imeti koga v oblastito keep hold of — čvrsto držati, ne izpustiti iz rokto miss one's hold — zgrešiti, napak prijetiAmerican to put a hold on s.th. — zaustaviti kaj, zadržati kajIII [hóuld]1.transitive verbdržati, obdržati, zadržati; omejiti, zadrževati, ovirati, krotiti; zdržati; sport zadržati nasprotnika; zavezati koga za kaj (to); imeti (npr. sestanek); imeti, posedovati (zemljo, pravice, delnice, službo); imeti koga za kaj (npr. za poštenjaka); proslavljati (praznik); obdržati (smer); prenašati (alkohol); military & figuratively odbraniti, obdržati (položaj); juridically odločiti, odrediti; pritegniti (pozornost); American zadostovati (hrana); American rezervirati, imeti rezervacijo (v hotelu); American prijeti, obdržati v zaporu;2.intransitive verbdržati se, zadržati se, vztrajati (by, to pri, na čem); veljati, obveljati; obstati, prenehati; dogajati se, bitihold! — počakaj, ustavi se!to hold the bag — ostati na cedilu, imeti vso odgovornostto hold a brief for — odobravati, strinjati seto hold in check — imeti koga v šahu, krotitito hold dear — ceniti, čislati, ljubitito hold fast — čvrsto držati, ne izpustitito hold good — veljati, obveljati, izkazati seto hold one's ground ( —ali one's own) — vztrajati, ne popustiti, biti kosto hold s.o. (s.th.) in the hollow of one's hand — imeti koga (kaj) v pestihold hard! — počakaj!, stoj!hold everything! — takoj prenehaj!to hold at nought — omalovaževati, ne cenitito hold one's peace ( —ali tongue) — molčati, držati jezik za zobmito hold a stock — imeti zalogo, imeti na zalogito hold true — veljati, biti resto hold water — prenesti natančen pregled, veljati; biti vodotesenthere is no holding him — ne da se ga zadržati, nezadržen jeneither to hold nor to bind — ki se ga ne da obvladati, neukročen -
78 on
1.[ɒn]prepositionput something on the table — etwas auf den Tisch legen od. stellen
be on the table — auf dem Tisch sein
write something on the wall — etwas an die Wand schreiben
be hanging on the wall — an der Wand hängen
have something on one — etwas bei sich (Dat.) haben
be on the board/committee — im Vorstand/Ausschuss sein
2) (with basis, motive, etc. of)on the evidence — aufgrund des Beweismaterials
on the assumption/hypothesis that... — angenommen,...
3) in expressions of time an [einem Abend, Tag usw.]it's just on nine — es ist gerade neun
on [his] arrival — bei seiner Ankunft
on entering the room... — beim Betreten des Zimmers...
on time or schedule — pünktlich
4) expr. state etcthe drinks are on me — (coll.) die Getränke gehen auf mich
be on £20,000 a year — 20 000 Pfund im Jahr kriegen od. haben
5) (concerning, about) über (+ Akk.)2. adverb1)with/without a hat/coat on — mit/ohne Hut/Mantel
boil something with/without the lid on — etwas in geschlossenem/offenem Topf kochen
2) (in some direction)the light/radio etc. is on — das Licht/Radio usw. ist an
4) (arranged)is Sunday's picnic on? — findet das Picknick am Sonntag statt?
5) (being performed)what's on at the cinema? — was gibt es od. was läuft im Kino?
his play is currently on in London — sein Stück wird zur Zeit in London aufgeführt od. gespielt
6) (on duty)come/be on — seinen Dienst antreten/Dienst haben
7)something is on (feasible) /not on — etwas ist möglich/ausgeschlossen
you're on! — (coll.): (I agree) abgemacht!; (making bet) die Wette gilt!
be on about somebody/something — (coll.) [dauernd] über jemanden/etwas sprechen
what is he on about? — was will er [sagen]?
be on at/keep on and on at somebody — (coll.) jemandem in den Ohren/dauernd in den Ohren liegen (ugs.)
on to, onto — auf (+ Akk.)
be on to something — (have discovered something) etwas ausfindig gemacht haben. See also academic.ru/62377/right">right 4. 4)
* * *[on] 1. preposition1) (touching, fixed to, covering etc the upper or outer side of: The book was lying on the table; He was standing on the floor; She wore a hat on her head.) auf, in3) (at or during a certain day, time etc: on Monday; On his arrival, he went straight to bed.) an, bei4) (about: a book on the theatre.) über5) (in the state or process of: He's on holiday.) in6) (supported by: She was standing on one leg.) auf7) (receiving, taking: on drugs; on a diet.) auf9) (towards: They marched on the town.) zu10) (near or beside: a shop on the main road.) an12) (being carried by: The thief had the stolen jewels on him.) mit13) (when (something is, or has been, done): On investigation, there proved to be no need to panic.) als14) (followed by: disaster on disaster.) auf2. adverb1) ((especially of something being worn) so as to be touching, fixed to, covering etc the upper or outer side of: She put her hat on.) auf2) (used to show a continuing state etc, onwards: She kept on asking questions; They moved on.) weiter3) (( also adjective) (of electric light, machines etc) working: The television is on; Turn/Switch the light on.) an4) (( also adjective) (of films etc) able to be seen: There's a good film on at the cinema this week.) hinein5) (( also adjective) in or into a vehicle, train etc: The bus stopped and we got on.) im Gange3. adjective1) (in progress: The game was on.) stattfinden2) (not cancelled: Is the party on tonight?) stattfinden•- oncoming- ongoing
- onwards
- onward
- be on to someone
- be on to
- on and on
- on time
- on to / onto* * *on[ɒn, AM ɑ:n]I. prepthere are many books \on my desk auf meinem Tisch sind viele Bücherlook at that cat \on the chair! schau dir die Katze auf dem Stuhl an!\on top of sth [ganz] oben auf etw datput the pot \on the table! stell den Topf auf den Tisch!he had to walk out \on the roof er musste auf das Dach hinaufshe hung their washing \on the line to dry sie hängte ihre Wäsche zum Trocknen auf die Leinelet's hang a picture \on the wall lass uns ein Bild an die Wand hängento get \on a horse auf ein Pferd aufsteigen, aufsitzen, auf + datour house is \on Sturton Street unser Haus ist in der Sturton Streetthey lay \on the beach sie lagen am Strandthe town is \on the island die Stadt ist auf der Inselher new house is \on the river ihr neues Haus liegt am Fluss\on the balcony/her estate auf dem Balkon/ihrem Gut\on the border an der Grenzethe shop \on the corner der Laden an der Ecke\on the hill/mountain auf dem Hügel/Berg\on the left/right auf der linken/rechten Seite\on track two an Gleis zweiseveral bird houses hung \on the branches an den Ästen hingen mehrere Nistkästena huge chandelier hung \on the ceiling ein großer Kronleuchter hing von der Decke herabwith shoes \on his feet mit Schuhen an den Füßenthe wedding ring \on the ring finger der Ehering am RingfingerI hit my head \on the shelf ich habe mir den Kopf am Regal angestoßenshe tripped \on the wire sie blieb an dem Kabel hängenhe cut his foot \on some glass er hat sich den Fuß an einer Glasscherbe verletztto stumble \on sth über etw akk stolpernto lie \on one's back auf dem Rücken liegento stand \on one's head auf dem Kopf stehento have sth \on one etw bei sich dat habenI thought I had my driver's licence \on me ich dachte, ich hätte meinen Führerschein dabeihave you got a spare cigarette \on you? hast du eine Zigarette für mich übrig?how did you get that blood \on your shirt? wie kommt das Blut auf Ihr Hemd?he had a scratch \on his arm er hatte einen Kratzer am Armthere was a smile \on her face ein Lächeln lag auf ihrem Gesichta documentary \on volcanoes ein Dokumentarfilm über Vulkanehe needs some advice \on how to dress er braucht ein paar Tipps, wie er sich anziehen sollessays \on a wide range of issues Aufsätze zu einer Vielzahl von Themenhe commented \on the allegations er nahm Stellung zu den Vorwürfenhe advised her \on her taxes er beriet sie [o gab ihr Ratschläge] in Sachen SteuernI'll say more \on that subject later ich werde später mehr dazu sagenthey settled \on a price sie einigten sich auf einen Preisto congratulate sb \on sth jdn zu etw dat gratulierento frown \on sth etw missbilligento have something/anything \on sb etw gegen jdn in der Hand habendo the police have anything \on you? hat die Polizei etwas Belastendes gegen dich in der Hand?he reacted \on a hunch er reagierte auf ein Ahnung hinhe quit his job \on the principle that he did not want to work for an oil company er kündigte seine Stelle, weil er nicht für eine Ölgesellschaft arbeiten wolltethey cancelled all flights \on account of the bad weather sie sagten alle Flüge wegen des schlechten Wetters ab\on purpose mit Absicht, absichtlichdependent/reliant \on sb/sth abhängig von jdm/etwto be based \on sth auf etw dat basierento be based \on the ideas of freedom and equality auf den Ideen von Freiheit und Gleichheit basierento rely \on sb sich akk auf jdn verlassenhow many people are \on your staff? wie viele Mitarbeiter haben Sie?have you ever served \on a jury? warst du schon einmal Mitglied in einer Jury?whose side are you \on in this argument? auf welcher Seite stehst du in diesem Streit?a writer \on a women's magazine eine Autorin bei einer Frauenzeitschriftthe dog turned \on its own master der Hund ging auf seinen eigenes Herrchen losthe gangsters pulled a gun \on him die Gangster zielten mit der Pistole auf ihnthousands were marching \on Cologne Tausenden marschierten auf Köln zudon't be so hard \on him! sei nicht so streng mit ihm!criticism has no effect \on him Kritik kann ihm nichts anhabenhe didn't know it but the joke was \on him er wusste nicht, dass es ein Witz über ihn wartwo air raids \on Munich zwei Luftangriffe auf Münchenthey placed certain restrictions \on large companies großen Unternehmen wurden bestimmte Beschränkungen auferlegtthere is a new ban \on the drug die Droge wurde erneut verbotento place a limit \on sth etw begrenzento force one's will \on sb jdm seinen Willen aufzwingento cheat \on sb jdn betrügenhe's \on the phone er ist am Telefonshe weaved the cloth \on the loom sie webte das Tuch auf dem WebstuhlChris is \on drums Chris ist am Schlagzeugwe work \on flexitime wir arbeiten Gleitzeit\on the piano am KlavierI'd like to see that offer \on paper ich hätte dieses Angebot gerne schriftlichI saw myself \on film ich sah mich selbst im Filmwhat's \on TV tonight? was kommt heute Abend im Fernsehen?do you like the jazz \on radio? gefällt dir der Jazz im Radio?I heard the story \on the news today ich habe die Geschichte heute in den Nachrichten gehörta 10-part series \on Channel 3 eine zehnteilige Serie im 3. Programmto be available \on cassette auf Kassette erhältlich seinto store sth \on the computer etw im Computer speichernto put sth down \on paper etw aufschreiben [o BRD, ÖSTERR zu Papier bringen]to come out \on video als Video herauskommen\on the way to town auf dem Weg in die Stadt, mit + datI love travelling \on buses/trains ich fahre gerne mit Bussen/Zügenwe went to France \on the ferry wir fuhren mit der Fähre nach Frankreichhe got some sleep \on the plane er konnte im Flugzeug ein wenig schlafen\on foot/horseback zu Fuß/auf dem Pferdmany shops don't open \on Sundays viele Läden haben an Sonntagen geschlossenwhat are you doing \on Friday? was machst du am Freitag?we always go bowling \on Thursdays wir gehen donnerstags immer kegelnmy birthday's \on the 30th of May ich habe am 30. Mai Geburtstag\on a very hot evening in July an einem sehr heißen Abend im Juli\on Saturday morning/Wednesday evening am Samstagvormittag/Mittwochabend\on his brother's death beim Tod seines Bruders\on the count of three, start running! bei drei lauft ihr los!trains to London leave \on the hour every hour die Züge nach London fahren jeweils zur vollen Stundethe professor entered the room at 1:00 \on the minute der Professor betrat den Raum auf die Minute genau um 13.00 Uhr\on receiving her letter als ich ihren Brief erhielt\on arriving at the station bei der Ankunft im Bahnhof\on arrival/departure bei der Ankunft/Abreise\on the dot [auf die Sekunde] pünktlichto be finished \on schedule planmäßig fertig werdenwe were \on page 42 wir waren auf Seite 42he was out \on errands er machte ein paar Besorgungenwe made a big profit \on that deal wir haben bei diesem Geschäft gut verdient\on business geschäftlich, beruflichto work \on sth an etw dat arbeiten21. (regularly taking)▪ to be \on sth etw nehmenmy doctor put me \on antibiotics mein Arzt setzte mich auf Antibiotikahe lived \on berries and roots er lebte von Beeren und WurzelnRichard lives \on a diet of junk food Richard ernährt sich ausschließlich von Junkfoodto be \on drugs unter Drogen stehen, Drogen nehmento be \on medication Medikamente einnehmenshe wants it done \on the National Health Service sie möchte, dass die gesetzliche Krankenkasse die Kosten übernimmtthis meal is \on me das Essen bezahle ichthe drinks are \on me die Getränke gebe ich austo buy sth \on credit/hire purchase etw auf Kredit/Raten kaufen, von + datdoes this radio run \on batteries? läuft dieses Radio mit Batterien?I've only got £50 a week to live \on ich lebe von nur 50 Pfund pro Wochethey are living \on their savings sie leben von ihren Ersparnissento go \on the dole stempeln gehento live \on welfare von Sozialhilfe lebenI've wasted a lot of money \on this car ich habe für dieses Auto eine Menge Geld ausgegebenhow much interest are you paying \on the loan? wie viel Zinsen zahlst du für diesen Kredit?a few pence \on the electricity bill ein paar Pfennige mehr bei der Stromrechnungdogs should be kept \on their leads Hunde sollten an der Leine geführt werdento be \on the phone AUS, BRIT ans Telefonnetz angeschlossen sein, telefonisch erreichbar seinwe've just moved and we're not \on the phone yet wir sind gerade umgezogen und haben noch kein Telefon\on the agenda/list auf der Tagesordnung/Liste\on the whole im Ganzen, insgesamt\on the whole, it was a good year alles in allem war es ein gutes Jahrit's been \on my mind ich muss immer daran denkenshe had something \on her heart sie hatte etwas auf dem Herzenthat lie has been \on his conscience diese Lüge lastete auf seinem Gewissenthis is \on your shoulders das liegt in deiner Hand, die Verantwortung liegt bei dirthe future of the company is \on your shoulders du hast die Verantwortung für die Zukunft der Firma29. (experiencing)crime is \on the increase again die Verbrechen nehmen wieder zuI'll be away \on a training course ich mache demnächst einen Ausbildungslehrganghe's out \on a date with a woman er hat gerade eine Verabredung mit einer FrauI was \on a long journey ich habe eine lange Reise gemachtwe're going \on vacation in two weeks wir fahren in zwei Wochen in Urlaubto set sth \on fire etw anzündendid you know that she's got a new book \on the go? hast du gewusst, dass sie gerade ein neues Buch schreibt?to be \on strike streiken30. (compared with)I can't improve \on my final offer dieses Angebot ist mein letztes Wortsales are up \on last year der Umsatz ist höher als im letzten Jahrto have nothing [or not have anything] \on sth kein Vergleich mit etw dat seinmy new bike has nothing \on the one that was stolen mein neues Fahrrad ist bei Weitem nicht so gut wie das, das mir gestohlen wurde31. (by chance)▪ \on sb ohne jds Verschuldenshe was really worried when the phone went dead \on her sie machte sich richtig Sorgen, als das Telefon ausfiel, ohne dass sie etwas getan hattethe fire went out \on me das Feuer ist mir einfach ausgegangento chance \on sb jdn [zufällig] treffen, jdm [zufällig] begegnenthe government suffered defeat \on defeat die Regierung erlitt eine Niederlage nach der anderenwave \on wave of refugees has crossed the border immer neue Flüchtlingswellen strömten über die GrenzeClive's team is \on five points while Joan's is \on seven das Team von Clive hat fünf Punkte, das von Joan hat sieben34.▶ to be \on sth BRIT, AUS etw verdienen▶ \on the board in Planung▶ to have time \on one's hands noch genug Zeit haben1. (in contact with) aufmake sure the lid's \on properly pass auf, dass der Deckel richtig zu istthey sewed the man's ear back \on sie haben das Ohr des Mannes wieder angenähtto screw sth \on etw anschraubenI wish you wouldn't screw the lid \on so tightly schraube den Deckel bitte nicht immer so fest2. (on body) anput a jumper \on! zieh einen Pullover drüber!get your shoes \on! zieh dir die Schuhe an!to have/try sth \on etw anhaben/anprobierenwith nothing \on nackt3. (indicating continuance) weiterto get \on with sth mit etw dat weitermachento keep \on doing sth etw weitermachenif the phone's engaged, keep \on trying! wenn besetzt ist, probier es weiter!\on and \on immer weiterthe noise just went \on and \on der Lärm hörte gar nicht mehr aufhe talked \on and \on er redete pausenlos4. (in forward direction) vorwärtswould you pass it \on to Paul? würdest du es an Paul weitergeben?time's getting \on die Zeit vergehtfrom that day \on von diesem Tag anthey never spoke to each other from that day \on seit diesem Tag haben sie kein Wort mehr miteinander gewechseltlater \on späterwhat are you doing later \on? was hast du nachher vor?to urge sb \on jdn anspornenI'd never have managed this if my friend hadn't urged me \on ich hätte das nie geschafft, wenn mein Freund mich nicht dazu gedrängt hätte5. (being shown)▪ to be \on auf dem Programm stehenare there any good films \on at the cinema this week? laufen in dieser Woche irgendwelche guten Filme im Kino?what's \on at the festival? was ist für das Festival geplant?there's a good film \on this afternoon heute Nachmittag kommt ein guter Film6. (scheduled) geplantis the party still \on for tomorrow? ist die Party noch für morgen geplant?I've got nothing \on next week ich habe nächste Woche nichts vorI've got a lot \on this week ich habe mir für diese Woche eine Menge vorgenommen7. (functioning) anthe brakes are \on die Bremsen sind angezogenis the central heating \on? ist die Zentralheizung an?to put the kettle \on das Wasser aufsetzento leave the light \on das Licht anlassento switch/turn sth \on etw einschaltencould you switch \on the radio? könntest du das Radio anmachen?8. (aboard)the horse galloped off as soon as she was \on kaum war sie aufgesessen, da galoppierte das Pferd schon los9. (due to perform)you're \on! du bist dran!10.12.what are you \on about? wovon redest du denn nun schon wieder?he knows what he's \on about er weiß, wovon er redetI never understand what she's \on about ich verstehe nie, wovon sie es hat famshe's still \on at me to get my hair cut sie drängt mich dauernd, mir die Haare schneiden zu lassen▶ to be \on AM aufpassen▶ to hang \on warten▶ head \on frontal▶ \on and off, off and \on hin und wieder, ab und zuthe bike hit our car side \on das Rad prallte von der Seite auf unser Auto▶ this way \on AUS, BRIT auf diese Weise▶ to be well \on spät sein▶ to be well \on in years nicht mehr der Jüngste seinIII. adj inv, attrthis seems to be one of her \on days es scheint einer von ihren guten Tagen zu sein2. ELEC, TECH\on switch Einschalter m* * *[ɒn]1. PREPOSITIONWhen on is the second element in a phrasal verb, eg live on, lecture on, look up the verb. When it is part of a set combination, eg on the right, on request, on occasion, look up the other word.1) indicating place, position auf (+dat); (with vb of motion) auf (+acc); (on vertical surface, part of body) an (+dat); (with vb of motion) an (+acc)he hung it on the wall/nail — er hängte es an die Wand/den Nagel
a house on the coast/main road — ein Haus am Meer/an der Hauptstraße
he hit his head on the table/on the ground — er hat sich (dat) den Kopf am Tisch/auf dem or am Boden angeschlagen
on TV/the radio — im Fernsehen/Radio
held on computer — auf Computer (dat) gespeichert
2)= by means of, using
we went on the train/bus — wir fuhren mit dem Zug/Buson a bicycle — mit dem ( Fahr)rad
on foot/horseback — zu Fuß/Pferd
3) = about, concerning über (+acc)a book on German grammar we read Stalin on Marx — ein Buch über deutsche Grammatik wir lasen Stalins Ausführungen zu Marx
4) in expressions of time an (+dat)stars visible on clear nights — Sterne, die in klaren Nächten sichtbar sind
5)= earning, getting
I'm on £18,000 a year — ich bekomme £ 18.000 im Jahr6) = at the time of bei (+dat)on hearing this he left — als er das hörte, ging er
7) = as a result of auf... (acc) hin8) indicating membership in (+dat)he is on the committee/the board — er gehört dem Ausschuss/Vorstand an, er sitzt im Ausschuss/Vorstand
he is on the "Evening News" — er ist bei der "Evening News"
9)10)= at the expense of
this round is on me — diese Runde geht auf meine Kostenhave it on me — das spendiere ich (dir), ich gebe (dir) das aus
See:→ house11) = compared with im Vergleich zuprices are up on last year( 's) — im Vergleich zum letzten Jahr sind die Preise gestiegen
12)= taking
to be on drugs/the pill — Drogen/die Pille nehmen13)he made mistake on mistake — er machte einen Fehler nach dem anderen14)he played (it) on the violin/trumpet — er spielte (es) auf der Geige/Trompeteon drums/piano — am Schlagzeug/Klavier
Roland Kirk on tenor sax — Roland Kirk, Tenorsaxofon
15) = according to nach (+dat)on your theory — Ihrer Theorie nach or zufolge, nach Ihrer Theorie
2. ADVERB1)= in place, covering
he screwed the lid on — er schraubte den Deckel draufshe had nothing on —
2)put it this way on — stellen/legen Sie es so herum (darauf)3)move on! — gehen Sie weiter!, weitergehen!4)from now on — von jetzt anit was well on in the night — es war zu vorgerückter Stunde, es war spät in der Nacht
5)to keep on talking — immer weiterreden, in einem fort reden6)__diams; on and on they talked on and on — sie redeten und redeten, sie redeten unentwegtshe went on and on — sie hörte gar nicht mehr auf __diams; to be on at sb
he's always on at me — er hackt dauernd auf mir herum, er meckert dauernd an mir herum (inf)
he's always on at me to get my hair cut — er liegt mir dauernd in den Ohren, dass ich mir die Haare schneiden lassen soll
he's been on at me about that several times — er ist mir ein paar Mal damit gekommen (inf) __diams; to be on about sth
she's always on about her experiences in Italy — sie kommt dauernd mit ihren Italienerfahrungen (inf)
what's he on about? —
he knows what he's on about — er weiß, wovon er redet
3. ADJECTIVEthe "on" switch — der Einschalter
in the "on" position —
2) = in place lid, cover draufhis hat/tie was on crookedly — sein Hut saß/sein Schlips hing schief
his hat/coat was already on — er hatte den Hut schon auf/den Mantel schon an
3)= taking place
there's a tennis match on at the moment — ein Tennismatch ist gerade im Gangwhat's on in London? —
4)= being performed, performing
to be on (in theatre, cinema) — gegeben or gezeigt werden; (on TV, radio) gesendet or gezeigt werdenwho's on tonight? (Theat, Film) — wer spielt heute Abend?, wer tritt heute Abend auf?; (TV) wer kommt heute Abend (im Fernsehen)?
you're on now (Theat, Rad, TV) — Ihr Auftritt!, Sie sind (jetzt) dran (inf)
tell me when the English team is on — sagen Sie mir, wenn die englische Mannschaft dran ist or drankommt
5)you're on! —
are you on? ( inf = are you with us ) —,, machst du mit?
you're/he's not on ( Brit inf ) — das ist nicht drin (inf)
* * *on [ɒn; US auch ɑn]A präpthe scar on his face die Narbe in seinem Gesicht;a ring on one’s finger ein Ring am Finger;have you got a lighter on you? haben Sie ein Feuerzeug bei sich?;find sth on sb etwas bei jemandem finden4. (Richtung, Ziel) auf (akk) … (hin), an (akk), zu:a blow on the chin ein Schlag ans Kinn;drop sth on the floor etwas auf den Fußboden oder zu Boden fallen lassen;hang sth on a peg etwas an einen Haken hängen5. fig (auf der Grundlage von) auf (akk) … (hin):based on facts auf Tatsachen begründet;live on air von (der) Luft leben;this car runs on petrol dieser Wagen fährt mit Benzin;a scholar on a foundation ein Stipendiat (einer Stiftung);borrow on jewels sich auf Schmuck(stücke) Geld borgen;a duty on silk (ein) Zoll auf Seide;interest on one’s capital Zinsen auf sein Kapitalloss on loss Verlust auf oder über Verlust, ein Verlust nach dem andern;be on one’s second glass bei seinem zweiten Glas seinbe on a committee (the jury, the general staff) zu einem Ausschuss (zu den Geschworenen, zum Generalstab) gehören;be on the “Daily Mail” bei der „Daily Mail“ (beschäftigt) seinbe on sth etwas (ein Medikament etc) (ständig) nehmen;be on pills tablettenabhängig oder -süchtig seina joke on me ein Spaß auf meine Kosten;shut (open) the door on sb jemandem die Tür verschließen (öffnen);the strain tells severely on him die Anstrengung nimmt ihn sichtlich mit;a) jemandem nichts voraus haben,b) jemandem nichts anhaben können;have sth on sb umg eine Handhabe gegen jemanden haben, etwas Belastendes über jemanden wissenan agreement (a lecture, an opinion) on sth;on Sunday, on the 1st of April, on April 1st;on or after April 1st ab oder mit Wirkung vom 1. April;on or before April 1st bis zum oder bis spätestens am 1. April;on being asked als ich etc (danach) gefragt wurde12. nachdem:on leaving school, he … nachdem er die Schule verlassen hatte, …13. gegenüber, im Vergleich zu:losses were £100,000 down on the previous yearB adva) an…:b) auf…:keep one’s hat on3. (a in Zusammensetzungen mit Verben) weiter(…):and so on und so weiter;on and on immer weiter;a) ab und zu,b) ab und an, mit Unterbrechungen;from that day on von dem Tage an;on with the show! weiter im Programm!;C adj präd1. be ona) im Gange sein (Spiel etc), vor sich gehen:what’s on? was ist los?;what’s on in London? was ist in London los?, was tut sich in London?;have you anything on tomorrow? haben Sie morgen etwas vor?;that’s not on! das ist nicht drin! umgb) an sein umg (Licht, Radio, Wasser etc), an-, eingeschaltet sein, laufen, auf sein umg (Hahn):on - off TECH An - Aus;the light is on das Licht brennt oder ist an(geschaltet);the brakes are on die Bremsen sind angezogen;the race is on SPORT das Rennen ist gestartet;you are on! abgemacht!d) d(a)ran (an der Reihe) seine) (mit) dabei sein, mitmachenbe well on ganz schön blau seinabout wegen)* * *1.[ɒn]prepositionput something on the table — etwas auf den Tisch legen od. stellen
have something on one — etwas bei sich (Dat.) haben
on the bus/train — im Bus/Zug; (by bus/train) mit dem Bus/Zug
be on the board/committee — im Vorstand/Ausschuss sein
2) (with basis, motive, etc. of)on the assumption/hypothesis that... — angenommen,...
3) in expressions of time an [einem Abend, Tag usw.]on [his] arrival — bei seiner Ankunft
on entering the room... — beim Betreten des Zimmers...
on time or schedule — pünktlich
4) expr. state etcthe drinks are on me — (coll.) die Getränke gehen auf mich
be on £20,000 a year — 20 000 Pfund im Jahr kriegen od. haben
5) (concerning, about) über (+ Akk.)2. adverb1)with/without a hat/coat on — mit/ohne Hut/Mantel
boil something with/without the lid on — etwas in geschlossenem/offenem Topf kochen
the light/radio etc. is on — das Licht/Radio usw. ist an
4) (arranged)what's on at the cinema? — was gibt es od. was läuft im Kino?
6) (on duty)come/be on — seinen Dienst antreten/Dienst haben
7)something is on (feasible) /not on — etwas ist möglich/ausgeschlossen
you're on! — (coll.): (I agree) abgemacht!; (making bet) die Wette gilt!
be on about somebody/something — (coll.) [dauernd] über jemanden/etwas sprechen
what is he on about? — was will er [sagen]?
be on at/keep on and on at somebody — (coll.) jemandem in den Ohren/dauernd in den Ohren liegen (ugs.)
on to, onto — auf (+ Akk.)
be on to something — (have discovered something) etwas ausfindig gemacht haben. See also right 4. 4)
* * *adj.eingeschaltet adj.in adj. prep.an präp.auf präp.bei präp.über präp. -
79 with
preposition1) mitbe with it — (coll.) up to date sein
not be with somebody — (coll.): (fail to understand) jemandem nicht folgen können
I'm not with you — (coll.) ich komme nicht mit
be one with somebody/something — mit jemandem/etwas eins sein
2) (in the care or possession of) beiI have no money with me — ich habe kein Geld dabei od. bei mir
3) (owing to) vor (+ Dat.)4) (displaying) mit5) (while having) bei6) (in regard to)what do you want with me? — was wollen Sie von mir?
how are things with you? — wie geht es dir?
what can he want with it? — was mag er damit vorhaben?
7) (at the same time as, in the same way as) mit8) (employed by) bei* * *[wið]1) (in the company of; beside; among; including: I was walking with my father; Do they enjoy playing with each other?; He used to play football with the Arsenal team; Put this book with the others.) mit3) (used in expressing the idea of filling, covering etc: Fill this jug with milk; He was covered with mud.) mit4) (used in describing conflict: They quarrelled with each other; He fought with my brother.) mit5) (used in descriptions of things: a man with a limp; a girl with long hair; a stick with a handle; Treat this book with care.) mit6) (as the result of: He is shaking with fear.) vor7) (in the care of: Leave your case with the porter.) bei8) (in relation to; in the case of; concerning: Be careful with that!; What's wrong with you?; What shall I do with these books?) mit9) (used in expressing a wish: Down with fascism!; Up with Manchester United!) mit* * *[wɪθ]\with a little bit of luck mit ein wenig Glückhe spoke \with a soft accent er sprach mit einem leichten AkzentI'd like a double room \with a sea view ich hätte gerne ein Doppelzimmer mit Blick aufs MeerI'm going to France \with a couple of friends ich fahre mit ein paar Freunden nach FrankreichI need to talk \with you about this ich muss mit dir darüber redenI've got nothing in common \with him ich habe mit ihm nichts gemeinsam\with you and me, there'll be 10 of us mit dir und mir sind wir zu zehntI'll be \with you in a second ich bin gleich bei dirwe're going to stay \with some friends wir werden bei Freunden übernachten5. (concerning)he decided to make a clean break \with the past er beschloss, einen Schlussstrich unter die Vergangenheit zu setzencan you help me \with my homework? kannst du mir bei den Hausaufgaben helfen?what's the matter \with her? was ist los mit ihr?it's the same \with me mir geht es genausolet me be frank \with you lass mich offen zu dir seinaway \with you! fort mit dir!to have something/nothing to do \with sb/sth etwas/nichts mit jdm/etw zu tun habenI'm angry \with you ich bin sauer auf dichhe was dissatisfied \with the new car er war unzufrieden mit dem neuen WagenI'm content \with things the way they are ich bin zufrieden mit den Dingen, so wie sie sindshe nodded \with a sigh sie nickte seufzendplease handle this package \with care bitte behandeln sie dieses Paket mit Vorsicht\with a look of surprise mit einem erstaunten Gesichtsausdruckshe was shaking \with rage sie zitterte vor Wuthe looked \with utter disbelief er starrte völlig ungläubigshe was green \with jealousy sie war grün vor Eifersucht\with that... [und] damit...he gave a slight moan and \with that he died er stöhnte kurz auf, woraufhin er verstarbthe value could decrease \with time der Wert könnte mit der Zeit sinkenthe wine will improve \with age der Wein wird mit zunehmendem Alter besserthey went \with popular opinion sie gingen mit der öffentlichen MeinungI prefer to go \with my own feeling ich verlasse mich lieber auf mein Gefühl\with the current/tide/wind mit der Strömung/der Flut/dem Windshe paints \with watercolors sie malt mit Wasserfarbenthey covered the floor \with newspaper sie bedeckten den Boden mit Zeitungspapier13. (in circumstances of, while)\with things the way they are so wie die Dinge sind [o stehen]\with two minutes to take-off mit nur noch zwei Minuten bis zum Startwhat \with school and all, I don't have much time mit der Schule und allem bleibt mir nicht viel Zeit\with all her faults trotz all ihrer Fehlereven \with... selbst mit...he's been \with the department since 1982 er arbeitet seit 1982 in der Abteilung16. (in support of)I agree \with you 100% ich stimme dir 100 % zuto be \with sb/sth hinter jdm/etw stehento go \with sth mit etw dat mitziehenup/down \with sth hoch/nieder mit etw dat17. (to match)to go \with sth zu etw dat passenthe basement is crawling \with spiders der Keller wimmelt von Spinnenhis plate was heaped \with food sein Teller war mit Essen vollgeladen, an + datdo you have a pen \with you? hast du einen Stift bei dir?bring a cake \with you bring einen Kuchen mitare you \with me? verstehst du?I'm sorry, but I'm not \with you Entschuldigung, aber da komm' ich nicht mit fam* * *[wIð, wɪɵ]prep1) mitwith no... — ohne...
(together) with the Victory, it's the biggest ship of its class — neben der Victory ist es das größte Schiff in seiner Klasse
to walk with a stick — am or mit einem Stock gehen
put it with the rest — leg es zu den anderen
the wind was with us — wir hatten den Wind im Rücken, wir fuhren etc mit dem Wind
how are things with you? — wie gehts?, wie stehts? (inf)
See:→ with it2) (= at house of, in company of etc) beiI'll be with you in a moment — einen Augenblick bitte, ich bin gleich da
10 years with the company — 10 Jahre bei or in der Firma
3) (on person, in bag etc) bei4) (cause) vor (+dat)to be ill with measles — die Masern haben, an Masern erkrankt sein
5) (= in the case of) bei, mitthe trouble with him is that he... — die Schwierigkeit bei or mit ihm ist (die), dass er...
it's a habit with him —
with God, all things are possible — bei or für Gott ist kein Ding unmöglich
6) (= while sb/sth is) woyou can't go with your mother ill in bed — wo deine Mutter krank im Bett liegt, kannst du nicht gehen
7) (= in proportion) mit8) (= in spite of) trotz, beiwith all his faults — bei allen seinen Fehlern, trotz aller seiner Fehler
9)10) (infare you still with me? — kommst du (da) noch mit? (inf), ist das noch klar?
* * *with [wıð; wıθ] präp1. (zusammen) mit:would you like rice with your meat? möchten Sie Reis zum Fleisch?2. (in Übereinstimmung) mit, für:he that is not with me is against me wer nicht für mich ist, ist gegen mich;a) ich bin ganz Ihrer Ansicht oder auf Ihrer Seite,b) ich verstehe Sie sehr gut;vote with the Conservatives! stimmt für die Konservativen!;blue does not go with green Blau passt nicht zu Grün3. mit (besitzend):with no hat (on) ohne Hut4. mit (vermittels):what will you buy with the money? was wirst du (dir) von dem Geld kaufen?5. mit (Art und Weise):with the door open bei offener Tür6. mit (in derselben Weise, im gleichen Grad, zur selben Zeit):7. bei:stiff with cold steif vor Kälte;tremble with fear vor Angst zittern9. bei, für:with God all things are possible bei Gott ist kein Ding unmöglich10. von, mit (Trennung): → break1 C 1, etc11. gegen, mit:fight with s.o12. bei, aufseiten:it rests with you to decide die Entscheidung liegt bei dir13. nebst, samt:14. trotz:with the best intentions, he failed completely;with all her brains bei all ihrer Klugheit15. wie:have the same faith with s.o16. angesichts;in Anbetracht der Tatsache, dass:you can’t leave with your mother so ill du kannst nicht weggehen, wenn deine Mutter so krank ista) auf Draht, auf der Höhe,b) up to date, modernfrenzied [ˈfrenzıd] adj2. frenetisch (Geschrei etc), (Beifall auch) rasend3. wild, hektisch:the room was full of frenzied activity im Zimmer herrschte hektische Aktivitätw. abk1. weight2. wide3. width4. wife5. with* * *preposition1) mitput something with something — etwas zu etwas stellen/legen
be with it — (coll.) up to date sein
not be with somebody — (coll.): (fail to understand) jemandem nicht folgen können
I'm not with you — (coll.) ich komme nicht mit
be one with somebody/something — mit jemandem/etwas eins sein
I have no money with me — ich habe kein Geld dabei od. bei mir
3) (owing to) vor (+ Dat.)4) (displaying) mit5) (while having) bei7) (at the same time as, in the same way as) mit8) (employed by) bei* * *prep.mit präp. -
80 rate
1) размер; норма2) ставка; ставка таможенной пошлины; учётная ставка; такса3) курс; цена; оценка || оценивать; расценивать4) темп; скорость5) пропорция; процент6) коэффициент; показатель; степень7) местный налог; коммунальный налог || облагать налогом8) брит. налог на землю, поземельный налог9) интенсивность, мощность10) разряд, сорт; класс || классифицировать, устанавливать категорию11) уст. паёк, порция12) тариф || тарифицировать, определять тариф13) плата за перевозку14) величина; уровень- age rate- day rate- job rate- tax rate
См. также в других словарях:
quit — [kwıt] v past tense and past participle quit also quitted BrE present participle quitting [Date: 1200 1300; : Old French; Origin: quiter, from quite at rest, free of , from Latin quietus; QUIET1] 1.) [I and T] i … Dictionary of contemporary English
school — school1 [ skul ] noun *** ▸ 1 where children learn ▸ 2 college/university ▸ 3 where subject is taught ▸ 4 people sharing ideas ▸ 5 large group of fish etc. 1. ) count or uncount a place where children go to be taught: It s the biggest school in… … Usage of the words and phrases in modern English
quit — verb past tense and past participle quit also quitted BrE present participle quitting 1 (I, T) informal, especially AmE to leave a job, school etc, especially because you are annoyed or unhappy: I m tired of being treated like this. I quit. | Her … Longman dictionary of contemporary English
school — I n. educational institution 1) to direct; operate a school 2) to attend, go to school; to enter (a) school (they go to a good school) 3) to accredit a school 4) to finish, graduate from (AE), leave (BE) school (she left school and went to… … Combinatory dictionary
School leaving age — World map to show school leaving age The school leaving age (also known in North America as dropout age or minimum dropout age) states the minimum age person is legally allowed to leave compulsory education (usually of the secondary kind). Most… … Wikipedia
Quit Playing Games (With My Heart) — «Quit playing games (with my heart)» Сингл … Википедия
quit — [ kwıt ] (past tense and past participle quit) verb ** 1. ) intransitive or transitive INFORMAL to leave a job or school permanently: She quit after only six months on the job. His decision to quit international soccer has shocked everyone. quit… … Usage of the words and phrases in modern English
School Gyrls — Origin Los Angeles, California, U.S. Genres Pop, urban pop Years active 2008–present Labels Island Records, Ncredible records … Wikipedia
School of Mayo — School of Mayo † Catholic Encyclopedia ► School of Mayo (Irish Magh Eo, which means, according to Colgan, the Plain of the Oaks, and, according to O Donovan, the Plain of the Yews). The School of Mayo was situated in the present… … Catholic encyclopedia
Quit Playing Games (With My Heart) — Infobox Single Name = Quit Playing Games (with My Heart) Caption = International CD single cover Artist = The Backstreet Boys from Album = Backstreet Boys B side = Released = October 29, 1996flagicon|Europe June 10, 1997flagicon|US Format = CD… … Wikipedia
quit */ — UK [kwɪt] / US verb Word forms quit : present tense I/you/we/they quit he/she/it quits present participle quitting past tense quit past participle quit 1) [intransitive/transitive] informal to leave a job or school permanently His decision to… … English dictionary