-
21 neus
1 [lichaamsdeel] nose3 [punt van een voorwerp] nose ⇒ 〈 balg, spuit ook〉 nozzle, (toe)cap 〈 schoen〉, toe 〈 schoen〉, nib 〈 dakpan〉, heel 〈 geweer〉, handle 〈 schaaf〉♦voorbeelden:het neusje van de zalm • 〈 figuurlijk〉 the cream of the crop, the tops, it, the cat's whiskerseen frisse neus halen • get a breath of fresh aireen verstopte neus • a stuffed(-up) nosedoen alsof zijn neus bloedt • 〈 figuurlijk〉 play/act dumbzijn neus dichthouden • hold one's nosedat gaat zijn neus voorbij • that's not for (such as) him, it is lost to himhij haalt voor alles de neus op • he's a bit sniffyde neus voor iemand/iets ophalen • turn up one's nose at someone/something 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 look down one's nose at someone/somethingin zijn neus peuteren • pick one's nosezijn neus snuiten • blow one's nosezijn neus overal in steken • 〈 figuurlijk〉 poke/stick one's nose into everything〈 figuurlijk〉 zijn neus in andermans zaken steken • stick one's nose into other people's affairs/business〈 schertsend〉 ja, mijn neus • my eye!, come off it!dat kan ik aan zijn neus niet zien • I can't tell by the look on his face what he wantsdoor de neus spreken • talk through one's nosewit om de neus worden • (go) pale, go green/white about the gillsonder zijn neus • right under one's nose〈 figuurlijk〉 het/hij komt me mijn neus uit • I'm fed up (to the back teeth) with it/him〈 figuurlijk〉 niet verder zien/kijken dan zijn neus lang is • be unable to see further than (the end of) one's noseiemand iets door de neus boren • cheat someone of something -
22 voor
voor1I 〈 het〉♦voorbeelden:II 〈de〉1 [ploegsnede] furrow2 [rimpel] furrow, wrinkle♦voorbeelden:1 voren trekken • make/plough furrows, wrinkle, furrow————————voor2〈 bijwoord〉1 [aan de voorzijde] in (the) front2 [met betrekking tot een volgorde; meer dan] ahead3 [met betrekking tot een gezindheid] for, in favour♦voorbeelden:de auto staat voor • the car is at the doorhij is voor in de dertig • he is in his early thirtiesvoor in het boek • in/near the beginning of the bookvier punten voor • four points aheadzij zijn ons voor geweest • they got (t)here before/ahead of us————————voor3〈 voorzetsel〉1 [niet achter] in front of2 [in tegenwoordigheid van] before, for4 [gedurende] for, during5 [ten aanzien van; om wille van; met betrekking tot] for6 [met betrekking tot een volg/rangorde] before, for ⇒ by9 [met betrekking tot een gelijkstelling] for♦voorbeelden:de dagen die voor ons liggen • the days (that lie) ahead of usvlak voor Leiden gebeurde het • it happened just before Leidenvoor een voorbijganger de hoed afnemen • take off one's hat to a passer-by3 voor zeven uur/zondag/Pasen • before seven (o'clock)/Sunday/Eastertien voor zeven • ten to sevenzij is een goede moeder voor haar kinderen • she is a good mother to her childreniemand voor zijn gedrag prijzen/straffen • praise/punish someone for his behaviourdat is goed genoeg voor hem • that is good enough for himdat is net iets voor hem • 〈 passend〉 that is just the thing for him; 〈 te verwachten〉 that is just like himik doe het voor jou • I'm doing this for youdat is niets voor mij • that is not for mewaar doet hij het voor? • why does he do it?7 er werd voor ƒ100.000,- schade aangericht • Dfl100.000.- worth of damage was doneik zal voor mijn zoon betalen • I'll pay for my sonwat krijgt hij voor zijn moeite? • what does he get for his trouble?de Directeur, voor deze: J. Smit • the Director, per pro/p.p./pp J. Smit8 ik ben voor X • I'm (all) for/in favour of Xhet brood voor zijn gezin verdienen • earn a living for one's family9 wat zijn het voor mensen? • what sort of people are they?wat is dat voor een ding? • what kind of thing is that?10 voor een arbeiderswoning was het huis behoorlijk groot • the house was fairly big as labourer's cottages go————————voor4〈 voegwoord〉1 before♦voorbeelden:voor je het weet, heb je een verkoudheid te pakken • before you know it, you've caught a coldvoor ik het vergeet • before I forget -
23 zitten
1 [gezeten zijn] sit2 [zich met een doel ergens bevinden] sit3 [een functie bekleden] be4 [geruime tijd ergens vertoeven; verblijven] be5 [wonen] live6 [zich bevinden in de genoemde toestand] be7 [met betrekking tot een volharden in, gelaten worden op een plaats, in een toestand] 〈 zie voorbeelden〉8 [met betrekking tot zaken, zich bevinden, bevestigd zijn] be9 [met betrekking tot kleding] fit10 [gevuld, bedekt zijn met] be12 [met onbepaalde wijs] [bezig zijn met] be (… -ing), sit (… -ing)♦voorbeelden:1 blijf zitten • stay sitting (down), remain seatedgaan zitten • sit down, take a seat〈 figuurlijk〉 er eens voor gaan zitten • 〈 ter hand nemen〉 get (right) down to something/business; 〈 omstandig gaan vertellen〉 launch into one's storyzit je goed/lekker? • are you comfortable?aan de koffie zitten • be having coffeebij welke groep zit jij? • which group are you in?Jones zit in een vergadering • Jones is at a meeting3 in het bestuur zitten • be/serve on the boardop een kantoor zitten • be/work in an officewaar zit hij toch? • where can he be?nog in de kleine kinderen zitten • still have young children (on one's hands)hij zit in de amusementswereld/olie-industrie • he is in entertainment/oilwij zitten nog midden in de examens • we are still in the middle of the examsmet een gebroken been zitten • have a broken legop zware lasten zitten • have heavy expenseszonder werk/benzine zitten • be out of work/petrol(bijna) zonder geld zitten • have run short of moneyhij zit erover in dat hij zijn auto moet verkopen • he's upset about having to sell his car7 〈 figuurlijk〉 die weduwe bleef met twee kinderen zitten • that widow was left with two children (on her hands)op school blijven zitten • stay down a classer is iets tussen mijn tanden blijven zitten • something has (got) stuck between my teeth〈 figuurlijk〉 hij liet het er niet bij zitten • 〈 niet over zijn kant laten gaan〉 he didn't take it lying down; 〈 erover blijven zeuren〉 he wouldn't leave it alonedaar zitten we dan! • now we're in a messmet een probleem zitten • have a problemhoe zit het (dan) met …? • what about … (then)?het blijft niet zitten • it won't stay putlaat maar zitten • keep the changedat zit • that will holdhoe zit dat in elkaar? • how does it (all) fit together?; 〈 figuurlijk ook〉 how does that work?〈 figuurlijk〉 hem hebben zitten • 〈 uit zijn humeur zijn〉 be in a bad mood; 〈 dronken zijn〉 have had (a drop) too much〈 figuurlijk〉 daar zit het 'm in • that makes all the difference; 〈 daar gaat het juist om〉 that's the whole point〈 figuurlijk〉 er zit iets achter • 〈 ook〉 there's more to it (than meets the eye); 〈 verborgen moeilijkheid〉 there must be a catch to it〈 figuurlijk〉 er zat niets anders op dan toe te geven • there was nothing (else) for it but to give in〈 figuurlijk〉 wat zit er anders op? • what else is there to do?het zit los/scheef • it is loose/crooked〈 figuurlijk〉 alles zit hem mee/tegen • everything is going his way/against himzit het goed vast? • is it well secured?〈 figuurlijk〉 waar zit het hem in? • 〈 wat is de moeilijkheid〉 what's the problem?; 〈 oorzaak〉 what caused/what's causing it?in sla zit vitamine C • lettuce contains vitamin Cer zit onweer in de lucht • a thunderstorm is brewingheb jij geld in zijn zaak zitten? • have you got money in his business?er zit een vlek op je jurk • there is a stain on your dress〈 figuurlijk〉 〈 met een gebaar naar de keel〉 het zit me tot hier • I'm fed up (to the back teeth) with it〈 figuurlijk〉 hoe zit dat? gaan we of blijven we thuis? • what about it now? are we going or are we staying at home?die roman/film zit uitstekend in elkaar • that novel/film is beautifully constructed〈 figuurlijk〉 weet jij, hoe de zaak precies in elkaar zit? • do you know all the ins and outs of the matter?ergens vol mee zitten • be full of somethingonder de modder/luizen/schulden zitten • be covered with mud/lice, be (up to one's ears) in debt12 we zitten te eten • we are having dinner/lunchze zit daar maar te piekeren • she just sits there broodinghij zit te springen om naar huis te gaan • he can't wait to go homein zijn eentje zitten zingen/drinken • sit singing to oneself, be a lone drinkerzitten te zitten • hang/sit aroundhet zit er aan te komen • it's on its wayop tekenles zitten • be taking drawing lessonsop water en brood zitten • be (kept) on bread and waterwegens diefstal zitten • do time for thefthij zit overal aan • he cannot leave anything aloneachter de meisjes aan zitten • chase ((around) after) girlsdaar zit een vrouw achter • there is a woman involvedde zomer zit er weer op • the summer's over againmijn taak zit er weer op • that's my job out of the wayhet zit erop • that's that (done)wie heeft er aan mijn recorder gezeten? • who has been at/ 〈 ernstiger〉tampering with my cassette-player?〈 figuurlijk〉 achter iemand/iets aan zitten • pursue someone/something; 〈 proberen relatie aan te knopen〉 be after someone; 〈 volgen〉 follow someoneer zit een actrice in haar • she has the makings of an actress (in her)ze zit goed in de kleren • she is well off for clothesdeze auto zit al gauw op 120 km • this car does 120 km fairly easily -
24 moeilijk
3 [vervelend] difficult♦voorbeelden:moeilijk opvoedbare kinderen • problem childrendoe niet zo moeilijk • don't make such a fussmoeilijk horen • have difficulty hearinghet zichzelf moeilijk maken • make things difficult for oneself, make it hard on oneselfhet moeilijke is, dat … • the trouble/difficulty/problem is that …2 het zijn moeilijke tijden • these are hard/trying timeshet is moeilijk te geloven • it's hard to believehij had het erg moeilijk met haar overlijden • he found it hard to cope with her deathhet moeilijk hebben • have a rough/hard/bad timehij maakte het ons moeilijk • he gave us a hard timedat zal hem moeilijk vallen • it won't be easy for himhet moeilijkste is nu achter de rug • we've had the hardest part, the worst is behind usII 〈 bijwoord〉1 [eigenlijk onmogelijk] hardly♦voorbeelden:1 ik kan (toch) moeilijk wegblijven • I can hardly stay away, can I?daar kan ik moeilijk iets over zeggen • it's hard for me to say -
25 trekken
1 [kracht uitoefenen op iets] pull3 [spierbewegingen maken] stretch4 [luchtstroom doorlaten] draw5 [in een richting getrokken worden] pull6 [lijken (op)] be like♦voorbeelden:aan een sigaar trekken • puff at/draw a cigarover een rivier trekken • cross a riverten strijde/te velde trekken • go into battlede kinderen trekken nogal naar hun vader • the children take more to their father2 [aantrekken] draw4 [gewichtheffen] snatch♦voorbeelden:2 publiek/kopers trekken • draw an audience/customersvolle zalen trekken • play to/draw full houses1 [in genoemde toestand/op genoemde plaats brengen] pull3 [naar zich toehalen, ook figuurlijk] draw4 [aftreksel maken van] make6 [doen ontstaan] draw7 [uit een plaats vandaan halen] get♦voorbeelden:iemand aan zijn haar trekken • pull someone's hairiemand aan zijn mouw trekken • pull (at) someone's sleeveeen horoscoop trekken • cast a horoscopelering trekken uit iets • learn (a lesson) from something〈 wiskunde〉 de wortel uit een getal trekken • find/extract the (square/cube/ 〈enz.〉 ) root of a number8 gezichten trekken • make/pull (silly) faces -
26 zetten
1 [doen zitten] seat3 [bepalen] set6 [met kracht beginnen] set to7 [opwekken] set9 [zijn vaste vorm krijgen] set♦voorbeelden:zich aan tafel zetten • sit down at tableeruit zetten • eject, evict, throw outalle conventies opzij zetten • set aside all conventions, be unconventionalzet je auto aan de kant • pull up at the sideiemand achter de tralies zetten • put someone behind barseen edelsteen in goud zetten • set a jewel in goldhet eten op tafel zetten • serve dinnereen schip op het land zetten • run a ship ashoreeen ladder tegen de muur zetten • set a ladder against a wallzet dat maar uit je hoofd! • get that out of your headiemand uit een vereniging zetten • drop someone from a clubin elkaar zetten • 〈 machine〉 fit/put together, assemble something; 〈 vlug of slordig〉 knock together; 〈 plannetje〉 contrive, think uphet op een lopen zetten • (make a) run for ithet op een zuipen zetten • hit the bottle10 letters zetten • compose/set typehet zetten • typesetting, composingik zet er vijf pond op (dat) • I bet you five pounds (that)¶ zet de muziek harder/zachter • turn up/down the musicdat kan zij niet zetten • she can't stomach thatzich ergens toe zetten • put one's mind to something -
27 best
best1〈 het〉♦voorbeelden:zijn uiterste best doen • try as hard as one canop zijn best • at besthij is op zijn best • he is at his bestze is op haar best (gekleed) • she looks her bestten beste keren • turn to advantageeen mening ten beste geven • volunteer an opinion————————best2♦voorbeelden:beste maatjes zijn met • be very thick withje bent een bovenste beste • you're fantasticPeter ziet er niet al te best uit • Peter is looking the worse for wearzij kwam als de beste uit de bus • she came out bestdat kan de beste overkomen • that can happen to the best of ushij kan koken als de beste • he can cook like the best of themop een na de beste • the second bestop twee na de beste • the third besthet beste van iets hopen • hope for the besthet beste van iets maken • make the best of somethinghet beste ermee! • good luck!; 〈 bij ziekte ook〉 best wishes!zo is het maar het beste • it's better like thiszij is er relatief het beste aan toe • compared to the others, she has the best of itik wil alleen het beste van het beste • only the best is good enough for mede eerste, de beste die nu nog z'n mond opendoet, krijgt een dreun • the first person to open his mouth is in for ithij overnacht niet in het eerste het beste hotel • he doesn't stay at just any (old) hotelII 〈 bijwoord〉1 [overtreffende trap van ‘goed’] best2 [uitstekend] fine3 [om ontkenning tegen te spreken; stellige overtuiging] sure4 [afzwakking] quite5 [erkenning] really♦voorbeelden:jij kent hem het beste • you know him bestik kan me dat best voorstellen • I can very well imagine thatkomt hij niet? best! • he's not coming? fine!wil je niet? mij best! • not interested? it's your choice!/if that's the way you want it!het zal best lukken • it's going to work out all righthet is eigenlijk best wel een goede film • actually quite a reasonable filmdat zou best kunnen • that's quite possibleze zou best willen … • she wouldn't mind … -
28 eigen
eigen1〈 het〉 〈 figuurlijk〉1 [informeel; + bezittelijk voornaamwoord] myself, yourself, himself, herself, itself 〈 enkelvoud〉; ourselves, yourselves, themselves 〈 meervoud〉♦voorbeelden:1 ik dacht bij mijn eigen dat … • I was thinking to myself …op zijn eigen gaan wonen • start living on one's own————————eigen22 [uitgaand van iemand zelf] own3 [kenmerkend] typical, characteristic, individual4 [vertrouwd] familiar♦voorbeelden:voor eigen gebruik • for one's (own) private usemensen met een eigen huis • people who own their own houseiets in eigen kring vieren • celebrate something privatelywij hebben ieder een eigen (slaap)kamer • we have separate (bed)roomseigen weg • private roadhet waren haar eigen woorden • those were her very wordsbemoei je met je eigen zaken • mind your own businesseen geheel eigen stijl ontwikkelen • develop a style all one's ownmet de hem eigen bescheidenheid • with his characteristic modesty4 zich iets eigen maken • make oneself familiar with something; 〈 met betrekking tot taal〉 master, pick up; 〈 met betrekking tot gewoonte〉 pick up, fall into, acquireeigen producten • domestic products -
29 inpeperen
1 [met peper bestrooien, (vaak figuurlijk) betaald zetten] pepper ⇒ 〈 figuurlijk〉 get even with (someone) (for)2 [zeer duidelijk maken] make (someone) understand something (good and proper)♦voorbeelden:1 dat zal ik hem inpeperen • I'll get even with him, I'll fix him -
30 maar
maar1〈 het〉1 but♦voorbeelden:er is één maar aan verbonden/bij • there is one (large) but————————maar2〈 bijwoord〉4 [met betrekking tot een wens] (if) only5 [aanmaning, waarschuwing] just6 [aanhoudend] just♦voorbeelden:1 je hoeft maar te bellen • you only/just have to phoneal was het maar om haar te pesten • if only to make life difficult for herzeg het maar: koffie of thee? • which will it be: coffee or tea?we konden alleen nog maar huilen • we could do nothing but cryhij is nog maar pas hier • he has only just arrivedzonder ook maar goedendag te zeggen • without so much as a goodbyehij is maar twintig jaar (oud) geworden • he only lived to be twentyzij bloost al, als je maar naar haar kijkt • she blushes if you so much as look at herals ik ook maar een minuut te lang wegblijf • if I stay away even a minute too longlaten we hem maar gelijk geven • let's just agree with him and be done with itdat doet hij maar al te graag • he'd be only too happy to do itdat komt maar al te vaak voor • that happens only/all too oftenhet is misschien maar goed dat we de bus gemist hebben • perhaps it's (just) as well we missed the bushet is maar goed dat je gebeld hebt • it's a good thing you Brangje hebt het maar voor het zeggen • it's up to you, just say the wordik wil wel doorgaan, als het maar klaar komt • I'm prepared to go on, as long as/so long as it's finishedwas ik maar nooit getrouwd • if only I'd never marriedwas ik maar dood • I wish I were deadgeef het nou maar toe • you may as well admit ithet is maar dat je het weet • as long as you know; 〈 je kunt het maar beter weten〉 it's (just) as well you knowlet maar niet op hem • don't pay any attention to himpas maar op • watch out/itschiet nou maar op • hurry up, will you?ik zou maar uitkijken • you'd better be carefulen dan maar klagen dat iedereen zakt • and then go on about everybody failinghet is maar goed ook • a good thing, toowees daar maar niet bang voor • rest assured that that won't happenrustig maar • (just) calm downje gaat je gang maar • go ahead (and do it)en wij maar wachten/werken • and we just wait(ed) and wait(ed)/work(ed) and work(ed)het houdt maar niet op • it never seems to endik vind het maar niks • I'm none too happy about itzij koopt maar raak • she just throws her money abouthé daar, dat gaat zo maar niet • hey you, you can't just sit down/walk in/run off 〈enz.〉like that!en maar kletsen, die vrouwen • talk, talk, that's all they do, these women¶ wat wil je drinken? geef maar een pilsje • what'll you have? a beer, please/I'll have a beerwat je maar wil • whatever you wantgeef dan maar een glas wijn • a glass of wine will be finewaarom doe je dat? zo maar • why do you do that? just for the fun of itdat kun je niet zo maar even doen • you can't do it just like thatzo'n vraag kun je niet zo maar beantwoorden • one can't answer such a question offhandhij gaf het kind zo maar een klap • he hit the child for no reasonzoveel als je maar wilt • as much/many as you like————————maar3〈 voegwoord〉1 [tegenstellend] but2 [in zijdelingse tegenwerpingen] but♦voorbeelden:ik had je willen bellen, maar ik wist je nummer niet • I would have phoned, but/only I didn't know your numberja maar, als dat nu niet zo is • yes, but what if that isn't true?maar ja, wat wil je voor vijftig gulden • but then what do you expect for fifty guildersmaar begrijpt u dat dan niet • but don't you understand?¶ hij keek in de koelkast, maar zag dat die leeg was • he looked in the refrigerator only to find it was emptynee maar! • really! -
31 of
of1 [bij tegenstelling] (either …) or2 [verklarend] or3 [na ontkenning of restrictie] (hardly …) when; (no sooner …) than4 [toegevend] although, whether … or (not), no matter (how/what/where 〈enz.〉 )5 [alsof] as if, as though6 [bij twijfel/onzekerheid] whether, if7 [achter vraagwoorden] 〈zie voorbeelden 7〉8 [bij verzwegen hoofdzin] 〈zie voorbeelden 8〉9 [als sterke bevestiging] certainly♦voorbeelden:je krijgt of het een of het ander • you get either the one or the otherhet is óf het een óf het ander • you can't have it both waysze zei weinig of niets • she said little or nothingmin of meer • more or lessvroeg of laat • sooner or later, eventually2 de influenza of griep • influenza, or flu3 nauwelijks was hij thuis of de telefoon ging • hardly/scarcely had he come in when the telephone rang, no sooner had he come home than the telephone rangik weet niet beter of … • for all I know …het kan niet anders of ze is ziek • she must be iller gaat geen dag voorbij of hij bedrinkt zich • not a day goes by without him getting drunkhet is net of het regent • it looks as if it's raining6 ik vraag me af, of hij komen zal • I wonder whether/if he'll comede vraag is of we hem nodig hebben • the question is whether we need himde vraag is óf hij komt • the question is whether he's coming at allwanneer of ze komt, ik weet 't niet • when she is coming I don't know8 of hij nog leeft? • are you asking me whether he's still alive?9 nou en of! • you bet!of ik blij ben! • am I glad!¶ een dag of tien • about ten days, ten days or sohou je mond of ik doe je wat • shut up or you'll be sorry -
32 opkomen
5 [in zwang komen] spring/come up8 [zich verzetten tegen] fight/stand up (against)♦voorbeelden:1 de vloed komt op • the tide is rising/is coming iner is nog niets opgekomen • nothing has come up yeteen gevoel van onbehagen kwam langzaam maar zeker bij hem op • an uneasy feeling gradually came over himhet komt niet bij hem op • it doesn't occur to himzo iets zou nooit bij hem opkomen • he would never think of doing such a thingdat kwam pas later bij mij op • it only occurred to me laterhet eerste wat bij je opkomt • the first thing that comes into your mindals vanzelf opkomen • suggest itself/themselvesik voel een verkoudheid opkomen/de koorts opkomen • I can feel a cold/the fever coming oneventuele vragen, die opkomen bij het lezen van de tekst • any questions occurring while reading the textuit het niets opkomen • come out of nowhereopkomen uit • emerge from/out ofveel kiezers waren niet opgekomen • a great many voters had failed to appearer waren slechts vijf leden opgekomen • only five members had turned/showed upalle reservisten moeten opkomen • all reservists must reportde trap opkomen • come up the stairsin grote getale opkomen • turn out in large numbersze konden niet tegen de wind opkomen • they could not make headway against the windsteeds voor elkaar opkomen • stick together11 het eten zal best opkomen, die paar aardappels komen nog wel op • we'll be able to get through the food, those few potatoes will find their waykom op, we gaan • come on, let's gokom maar op als je durft! • come on if you dare! -
33 verschaffen
♦voorbeelden:wat verschaft hem het recht om …? • what gives him the right to …?wat verschaft mij het genoegen? • to what do I owe the honour/pleasure?zich zekerheid verschaffen omtrent • make sure of -
34 willen
2 [lukken] will♦voorbeelden:ik wil wel een pilsje • I could do with/I wouldn't mind a beerwil je wat pinda's? • would you like some peanuts?het toeval/lot wilde dat … • as it happened …, fate decreed that …vader wil wel eens wat • dad wants a bit of fun now and thenik wil er best voor betalen • I don't mind paying for ithij wil je geen kwaad doen • he doesn't mean you any harmik wil er graag heen gaan • I should really/very much like to go, I really/very much want to gowaar wil zij al dat geld vandaan halen? • where is she planning to get all the money from?ik wil het niet hebben • 〈 verbod〉 I won't have/allow itje hebt niks te willen • beggars can't be choosers, you're in no position to make demandsniet willen luisteren • stop one's ears, refuse to listenik wil niets meer met hem te maken hebben • I've done with him, I want nothing more to do with himhet was erger dan ze wilde toegeven • it was worse than she cared to admitik wil wel toegeven dat … • I'm willing to admit that …wou je me vertellen dat …? • do you mean to tell me/to say that …?wat wou je me vertellen? • what were you going to tell me?ik wou net vertrekken toen … • I was just about/going to leave when …zij willen liever weggaan • they prefer to/would rather leavehij wil absoluut dokter worden • he is (dead) set on being a doctordat had ik best eens willen zien! • I wouldn't have minded seeing it!dat wil ik nog wel eens willen zien! • 〈 letterlijk〉 I'd like to see that!; 〈 ironisch〉 that'll be the day!iets niet willen zien/horen/weten • shut one's eyes/ears/mind to something, not want to knowwaar wil hij heen? • 〈 figuurlijk〉 what's he driving at?ja, wat wil je? • what else can you expect?wat wil je nog meer? • what more do you want?wie wil er nog? • who would like some more?je hebt het zelf gewild • you've only yourself to blame, you asked for ithoe wilt u uw ei? • 〈 ook〉 how do you like your egg?niks liever willen • ask for nothing betterals zij gewild had … • if she had chosen …wilt u dat ik het raam openzet? • shall I open the window (for you)?ik wou dat ik een fiets had • I wish I had a bikedoe het zoals je wilt • do it (just) as/anyway you like(net) zoals je wilt • (just) as you pleaseof je wilt of niet • whether you want to or notwe moesten wel glimlachen, of we wilden of niet • we could not help but smile/help smilingik wil wel • I don't mind, I'm willing/gamedat zou je wel willen! • wouldn't you just (like it)!〈 spreekwoord〉 wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet • do as you would be done by2 dat ding wil niet • the thing won't/refuses to gode motor wil niet starten • the engine won't startdat wil er bij mij niet in • I don't accept/believe thatals het een beetje wil … • with (a bit of) luck …3 zij wil ons gezien hebben • she claims she has seen us/claims to have seen uszijn laatste roman wil een manifest zijn tegen het feminisme • his latest novel is intended as an anti-feminist manifesto¶ men wil er niet aan • people are not buying (it), nobody's interestedII 〈hulpwerkwoord; van modaliteit〉1 [zullen] shall, should, will2 [met betrekking tot een gebod, verzoek] will, would3 [met betrekking tot een mogelijkheid, waarschijnlijkheid] 〈zie voorbeelden 3〉♦voorbeelden:2 wil je me de melk even (aan)geven? • could/would you pass me the milk please?wil je me even helpen? • would you mind helping me?wil jij je mond wel eens houden? • will/would you kindly shut up?zou je 's willen opbellen? • would you mind ringing?zou u zo goed willen zijn onmiddellijk te vertrekken? • would you be so kind as to leave immediately?het moet al erg meevallen, wil zij die baan krijgen • she'll be very lucky to get that jobhij wil 's avonds nog wel eens thuis zijn • he's quite likely to be in of an evening -
35 bekennen
♦voorbeelden:volledig bekennen • make a full confessionhij bekende dat hij medeplichtig was • he confessed to being involved in the crimeschuld bekennen • admit one's guiltje kunt beter eerlijk bekennen • you'd better come cleanopenlijk bekennen • make a public confessionik moet (eerlijk) bekennen dat • I must confess (that)II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:hij was nergens te bekennen • there was no sign/trace of him (anywhere) -
36 duidelijk
♦voorbeelden:zich in duidelijke bewoordingen/taal uitdrukken • speak plainlyik heb hem duidelijk gemaakt dat … • I made it clear to him that …je hebt je mening duidelijk genoeg gemaakt • you've made your pointhet is zonder meer duidelijk dat … • it is entirely clear that …duidelijk maken wat men bedoelt • make oneself clearduidelijk zeggen waar het op staat • not mince one's wordsom duidelijk te zijn, om het maar eens duidelijk te zeggen • to put it (quite) plainlyiemand iets duidelijk te verstaan geven • make something perfectly clear to someoneeen duidelijk beeld • a clear pictureeen duidelijke voorkeur hebben voor iets • have a distinct preference for somethingduidelijk zichtbaar/te merken zijn • be clearly visible/noticeableduidelijk uitkomen • stand out (clearly) -
37 fout
fout1〈de〉2 [verkeerde handeling] mistake ⇒ error, 〈 overtreding bij sport〉 foul, fault 〈 in het bijzonder bij tennis, paardensport enz.〉♦voorbeelden:1 zijn fout is dat … • the trouble with him is that …iemand op zijn fouten wijzen • point out someone's faults; 〈op een beledigende manier; informeel〉 rub someone's nose in itniemand is zonder fouten • nobody's perfecteen medische fout • medical malpracticemenselijke fout • human errorde oude fout maken • fall into the (same) old errorseen fout in een berekening • a miscalculationzonder fouten schrijven • spell correctly————————fout21 [mis(lukt)] wrong♦voorbeelden:wat is er fout aan …? • what's wrong with …?iets fout rekenen • consider something wrongII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden: -
38 gemakkelijk
1 [zonder moeite, niet moeilijk] easy♦voorbeelden:dat gaat niet zo gemakkelijk • it's not as easy as thatzij hebben het niet gemakkelijk • they don't have an easy time of itdat is gemakkelijker gezegd dan gedaan • that's easier said than donedat is gemakkelijk te leren • it's easy to learngemakkelijk leren • learn easilydat maakt het er niet gemakkelijker op • that doesn't make things any easierhet zichzelf gemakkelijk maken • make things easy for oneselfiets te gemakkelijk opnemen • not take something seriously enoughjij hebt gemakkelijk praten! • it's all very well for you to talk!het werk valt hem gemakkelijk • the work comes easy to himzo gemakkelijk als wat • a piece of cake2 een gemakkelijke stoel • 〈 soort stoel〉 an easy chair; 〈 een die gemakkelijk zit〉 a comfortable chairiets gemakkelijks aantrekken • put on something comfortableII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:1 gemakkelijke kinderen • children that/who are no troublegemakkelijk in de omgang • easy to get on with♦voorbeelden:1 er kunnen gemakkelijk nog mensen onder het puin liggen • there may well be people under the rubble still -
39 geschikt
♦voorbeelden:een geschikt ogenblik • a convenient/suitable momentis twee uur een geschikte tijd? • will two o'clock be convenient?uiterst geschikt gelegen • most conveniently situateddit karweitje is precies voor hem geschikt • this job is just right for himiets geschikt maken voor • make something fit/suitable forgeschikt zijn voor het doel • serve the purposedat boek is niet geschikt voor kinderen • that book is not fit/suitable for childrenniet geschikt voor dit werk • unsuitable for this work(niet) geschikt voor consumptie • (un)fit for human consumption -
40 schelen
1 [onderling verschillen] make a difference2 [afwijken] differ3 [verschil uitmaken] make a difference4 [ter harte gaan] concern, matter 〈zie voorbeelden 4〉5 [ontbreken] 〈zie voorbeelden 5〉6 [mankeren] be the matter♦voorbeelden:2 zij scheelt een hoofd met hem • she's a head taller/shorter than himzij schelen niet veel in leeftijd • they are nearly the same ageze schelen twee maanden • they are two months apartals het jou niets kan schelen • if it's all the same to youkan mij wat schelen! • what do I care!wat kon het schelen! • who cares?het kon hem bitter weinig/absoluut niet schelen • he couldn't care lesshet scheelde niet veel of ik was gekomen • I very nearly camehet scheelde weinig, of hij was verdronken • he narrowly escaped being drowned6 wat scheelt je? • what's the matter with you?
См. также в других словарях:
make him an offer he can't refuse — Meaning The offer being do as I say or I ll kill you . Origin Line from The Godfather. It is used in all of the Godfather trilogy of films but varies slightly throughout and isn t always easy to hear through all that cotton wool. In the first… … Meaning and origin of phrases
you can take a horse to the water, but you can’t make him drink — The word the is frequently omitted from the proverb and lead substituted for take. c 1175 Old English Homilies (EETS) 1st ser. 9 Hwa is thet mei thet hors wettrien the him self nule drinken [who can give water to the horse that will not drink of… … Proverbs new dictionary
You can lead a horse to water but you can't make him drink. — You can lead a horse to water (but you can t make him/it drink). something that you say which means you can give someone the opportunity to do something, but you cannot force them to do it if they do not want to. I made all the arrangements,… … New idioms dictionary
because a man is born in a stable that does not make him a horse — Sometimes attributed to the Duke of Wellington (1769–1852); see quot. 1969. 1833 M. SCOTT Tom Cringle’s Log I. iv. ‘I am an Englishman and no traitor, nor will I die the death of one.’.. ‘Truly..a man does sometimes become a horse by being born… … Proverbs new dictionary
you can lead a horse to water but you can't make him drink — ► you can lead a horse to water but you can t make him drink proverb you can give someone an opportunity, but you can t force them to take it. Main Entry: ↑horse … English terms dictionary
you can lead a horse to water but you can't make him drink — you can lead (or take) a horse to water but you can t make him drink proverb you can give someone an opportunity, but you can t force them to take it … Useful english dictionary
Make Way for Noddy — Format Computer animated children s series Created by Enid Blyton (Noddy character) Mallory L … Wikipedia
make — make, v. t. [imp. & p. p. {made} (m[=a]d); p. pr. & vb. n. {making}.] [OE. maken, makien, AS. macian; akin to OS. mak?n, OFries. makia, D. maken, G. machen, OHG. mahh?n to join, fit, prepare, make, Dan. mage. Cf. {Match} an equal.] 1. To cause to … The Collaborative International Dictionary of English
make — make1 [māk] vt. made, making [ME maken < OE macian, akin to Ger machen < IE base * maĝ , to knead, press, stretch > MASON, Gr magis, kneaded mass, paste, dough, mageus, kneader] 1. to bring into being; specif., a) to form by shaping or… … English World dictionary
Make Me Pure — Single by Robbie Williams from the album Intensive Care Released Nove … Wikipedia
make — 1 verb past tense and past participle made, PRODUCE STH 1 (T) to produce something by working: I m going to make a cake for Sam s birthday. | Did you make that dress yourself? | a car made in Japan | They re making a documentary about the Civil… … Longman dictionary of contemporary English