-
1 bekennen
♦voorbeelden:volledig bekennen • make a full confessionhij bekende dat hij medeplichtig was • he confessed to being involved in the crimeschuld bekennen • admit one's guiltje kunt beter eerlijk bekennen • you'd better come cleanopenlijk bekennen • make a public confessionik moet (eerlijk) bekennen dat • I must confess (that)II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:hij was nergens te bekennen • there was no sign/trace of him (anywhere) -
2 bekennen
v. confess, acknowledge, admit -
3 zijn ongelijk bekennen
zijn ongelijk bekennen————————zijn ongelijk bekennenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn ongelijk bekennen
-
4 er is geen mens te bekennen
er is geen mens te bekennenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er is geen mens te bekennen
-
5 er was geen kip te zien/te bekennen
er was geen kip te zien/te bekennenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er was geen kip te zien/te bekennen
-
6 er was geen sterveling te bekennen
er was geen sterveling te bekennenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er was geen sterveling te bekennen
-
7 hij was nergens te bekennen
hij was nergens te bekennenthere was no sign/trace of him (anywhere)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij was nergens te bekennen
-
8 hij zal eerder liegen dan bekennen
hij zal eerder liegen dan bekennenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij zal eerder liegen dan bekennen
-
9 ik moet (eerlijk) bekennen dat
ik moet (eerlijk) bekennen datVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik moet (eerlijk) bekennen dat
-
10 in alle nederigheid iets bekennen
in alle nederigheid iets bekennenconfess something in all humility/modestyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in alle nederigheid iets bekennen
-
11 je kunt beter eerlijk bekennen
je kunt beter eerlijk bekennenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > je kunt beter eerlijk bekennen
-
12 kleur bekennen
kleur bekennen -
13 niet bekennen
niet bekennen -
14 openlijk bekennen
openlijk bekennenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > openlijk bekennen
-
15 schuld bekennen
schuld bekennenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > schuld bekennen
-
16 volledig bekennen
volledig bekennenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > volledig bekennen
-
17 volmondig iets bekennen/toegeven/verklaren
volmondig iets bekennen/toegeven/verklarenconfess/admit something frankly, declare something whole-heartedlyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > volmondig iets bekennen/toegeven/verklaren
-
18 kleur bekennen
v. show one's true personality, show one's colors -
19 bekentenis
♦voorbeelden:een bekentenis afleggen/intrekken • make/withdraw a confession -
20 belijden
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Bekennen — Bekênnen, verb. irreg. act. S. Kennen. 1) Bekannt machen, in welcher Bedeutung dieses Wort nur im biblischen und theologischen Verstande üblich ist. Gottes Nahmen bekennen. Christum bekennen. 2) Gestehen, besonders von Vergehungen und Verbrechen … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
bekennen — Vsw std. (8. Jh.), mhd. bekennen, ahd. bikennen Stammwort. Bedeutet ursprünglich (er)kennen (bekannt), hat aber in der Rechtssprache die Funktion von bekannt machen übernommen (es ist also semantisch vom Partizip abhängig). Der Ausdruck wird früh … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
bekennen — bekennen: Die Präfixbildung mhd. bekennen, ahd. bikennan bedeutete ursprünglich »‹er›kennen« (vgl. ↑ kennen), wovon noch das Adjektiv ↑ bekannt zeugt. Der heute allein gültige Sinn »gestehen, als Überzeugung aussprechen«, eigentlich »zur Kenntnis … Das Herkunftswörterbuch
bekennen — V. (Mittelstufe) seine Schuld eingestehen Synonyme: gestehen, zugeben Beispiel: Er bekannte seine Sünden. Kollokation: einen Fehler bekennen … Extremes Deutsch
Bekennen — (Kartensp.), Farbe b., ein Blatt von der ausgespielten Farbe zugeben … Pierer's Universal-Lexikon
bekennen — eingestehen; einräumen; offenbaren; gestehen; zugeben; singen (umgangssprachlich); beichten * * * be|ken|nen [bə kɛnən], bekannte, bekannt: 1. <tr.; hat offen aussprechen, zugeben: seine Schuld bekennen; … Universal-Lexikon
bekennen — be·kẹn·nen; bekannte, hat bekannt; [Vt/i] 1 (etwas) bekennen meist voller Reue offen sagen oder gestehen, dass man etwas meist Schlechtes getan hat ≈ beichten <seine Sünden, seine Schuld bekennen>; [Vt] 2 seinen Glauben bekennen offen… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
Bekennen — 1. Bekant ist halb gebuesset. – Agricola, I, 123; Guttenstein, I, 33; Egenolff, 79a; Eiselein, 65; Henisch, 269; Simrock, 904; Eisenhart, 593; Pistor., II, 71; Hertius, I, 104; Hillebrand, 235; Körte, 486. Auch wol: ehrlich, frei, ganz, wohl… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
bekennen — beichten, ein Bekenntnis ablegen, eingestehen, einräumen, gestehen, zugeben; (geh.): offenbaren; (österr., sonst geh.): einbekennen. sich bekennen a) einstehen, eintreten, Flagge zeigen, Ja sagen, stehen; (geh.): sich offenbaren. b) sich… … Das Wörterbuch der Synonyme
bekennen — be|kẹn|nen ; sich bekennen; Bekennende Kirche (Name einer Bewegung in den deutschen evangelischen Kirchen); {{link}}K 150{{/link}} … Die deutsche Rechtschreibung
Bekennen will ich seinen Namen — Cantate BWV 200 Titre français Je veux confesser son nom Liturgie Purification de Marie Création 1740 ou 1742 Texte original … Wikipédia en Français