-
1 het is eb
het is eb -
2 het
het11 [onzijdig naamwoord] it♦voorbeelden:1 ik denk/hoop het • I think/hope sohet ging allemaal goed • it all/things went wellwie is het? ben jij het? ja, ik ben het • who is it? is that you? yes, it's mezij was het die … • it was she who …ik weet het • I knowals jij het zegt • if you say sohet zijn Engelsen • they're Englishhet kind heeft honger, geef het een boterham • the child is hungry, give him/her a sandwichhet waren moeilijke dagen • they were hard timesII 〈 onbepaald voornaamwoord〉1 [loos onderwerp/lijdend voorwerp] it2 [geslachtsgemeenschap] it♦voorbeelden:hoe gaat het? het gaat • how are you? I'm all right/O.K.wat geeft het, wat zou het • what does it matter, who caresmorgen is het zaterdag • tomorrow is Saturdayhet regent • it's raininghet zij zo • so be it————————het2〈 lidwoord〉1 [bepalend onzijdig lidwoord] the♦voorbeelden:1 dat kost drie gulden het kilo • that costs three guilders a/per kiloin het zwart gekleed • dressed in blackhet roken • smokingzij was er het eerst • she was there first -
3 het
art. the--------pron. it -
4 het huilen stond hem nader dan het lachen
het huilen stond hem nader dan het lachen————————Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het huilen stond hem nader dan het lachen
-
5 het is óf het een óf het ander
het is óf het een óf het anderVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het is óf het een óf het ander
-
6 het lekkerste voor het laatst bewaren
het lekkerste voor het laatst bewaren————————het lekkerste voor het laatst bewarenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het lekkerste voor het laatst bewaren
-
7 het nuttige met het aangename verenigen
het nuttige met het aangename verenigen————————het nuttige met het aangename verenigenmix/combine business with pleasureVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het nuttige met het aangename verenigen
-
8 het tijdelijke met het eeuwige verwisselen
het tijdelijke met het eeuwige verwisselendepart this life, go to one's last journey————————het tijdelijke met het eeuwige verwisselenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het tijdelijke met het eeuwige verwisselen
-
9 het vriest dat het kraakt
het vriest dat het kraaktthere's a sharp frost/a nip in the air————————Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het vriest dat het kraakt
-
10 het water van het riviertje stroomt over in het bassin
het water van het riviertje stroomt over in het bassinVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het water van het riviertje stroomt over in het bassin
-
11 het zal beschikbaar zijn tegen het midden van het jaar
het zal beschikbaar zijn tegen het midden van het jaarVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het zal beschikbaar zijn tegen het midden van het jaar
-
12 het is maar dat je het weet
het is maar dat je het weetVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het is maar dat je het weet
-
13 het welletjes vinden
het welletjes vinden————————het welletjes vindenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het welletjes vinden
-
14 (het is) zonde van het geld
(het is) zonde van het geldVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > (het is) zonde van het geld
-
15 het (moeten) afleggen tegen iemand/iets op het gebied van
het (moeten) afleggen tegen iemand/iets op het gebied vanlose out to someone/something onVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het (moeten) afleggen tegen iemand/iets op het gebied van
-
16 het aan het hart hebben
het aan het hart hebbenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het aan het hart hebben
-
17 het achtjarig bestaan van het bedrijf
het achtjarig bestaan van het bedrijfVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het achtjarig bestaan van het bedrijf
-
18 het bedrijf is uitgegroeid tot het grootste van Europa
het bedrijf is uitgegroeid tot het grootste van EuropaVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het bedrijf is uitgegroeid tot het grootste van Europa
-
19 het beeld en het geluid lopen asynchroon
het beeld en het geluid lopen asynchroonthe sound and pictures are not synchronized/ 〈 informeel〉 out of syncVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het beeld en het geluid lopen asynchroon
-
20 het begin/einde van het cursusjaar
het begin/einde van het cursusjaarthe beginning/end of the yearVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het begin/einde van het cursusjaar
См. также в других словарях:
Hét — Hét … Deutsch Wikipedia
Het — or HET can refer to:* acronyms: ** Heavy Equipment Transporter, a military vehicle ** Historical Enquiries Team, set up to review unsolved murders during the Northern Ireland Troubles ** Hobby Eberly Telescope at The University of Texas McDonald… … Wikipedia
HET — steht für: das Hobby Eberly Teleskop die Hilfseinschalttaste an Bahnübergängen Hormonersatztherapie Halleffekt Thruster, siehe Ionenantrieb den Fernwanderweg Harz Eichsfeld Thüringer Wald Het steht für: ein indigenes Volk, auch als Pampas bekannt … Deutsch Wikipedia
Hét — Administration … Wikipédia en Français
ḤET — (Heb. חֵת ;ח), the eighth letter of the Hebrew alphabet; its numerical value is therefore 8. It is pronounced as a fricative pharyngeal. The earliest representation of the ḥet is in a pictograph of a fence ! … Encyclopedia of Judaism
het up — /het/, Informal. 1. indignant; irate; upset: She was really het up about the new city tax. 2. enthusiastic: John is suddenly het up about racing cars. [1920 25; het, archaic or dial. ptp. of heat + UP] * * * … Universalium
het up — [ˌhet ˈʌp] adj [not before noun] BrE informal [Date: 1800 1900; Origin: Old past participle of heat] anxious, upset, or slightly angry het up about/over ▪ Mike tends to get het up about silly things … Dictionary of contemporary English
het up — ☆ het up [het ] n. [het, dial. pt. & pp. of HEAT] Slang excited or angry … English World dictionary
het up — [ ,het ʌp ] adjective INFORMAL excited, worried, or angry about something: AGITATED … Usage of the words and phrases in modern English
het up — het′ up′ [[t]hɛt[/t]] adj. Slang. 1) inf indignant; irate; upset 2) inf enthusiastic • Etymology: 1920–25; het, archaic or dial. ptp. of heat+up … From formal English to slang
het up — ► ADJECTIVE informal ▪ angry and agitated. ORIGIN from dialect het «heated, hot» … English terms dictionary