-
101 locomotion
n. (vermogen van) voortbeweging; zich verplaatsen; van plaats naar plaats verplaatsen[ lookəmoosjn] -
102 lollop
v. op vreemde manier lopen met een springende beweging; rondhangen, lummelen[ lolləp] 〈 informeel〉 -
103 mobile
adj. mobiel, beweeglijk; beweging; (het) zwerven; verandering--------n. mobiel (speelgoed)[ moobajl] 〈zelfstandig naamwoord: mobility〉♦voorbeelden: -
104 motive
adj. oorzaak,beweegreden--------n. oorzaak; motiveringmotive1[ mootiv] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 → motif motif/♦voorbeelden:1 without motive • ongegrond, zonder reden(en)————————motive2♦voorbeelden: -
105 moving
adj. opwindend; hartbrekend--------n. beweging; verhuizing; transport[ moe:ving]♦voorbeelden:moving staircase/stairway • roltrap -
106 of one's own accord
-
107 off one's own bat
off one's own batuit eigen beweging, op eigen houtje -
108 off
adj. gesloten; afgezegd; aan de kant (weg); vrij (vrije dag); aan de rechterkant van de weg--------adv. verder; weg; af--------interj. verder!--------n. dicht--------prep. van; opoff1[ of] 〈→ Sporttermen: CricketSporttermen: Cricket/〉2 minder (goed) ⇒ slecht(er), teleurstellend♦voorbeelden:II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:4 off chance • kleine/geringe kans4 van de baan ⇒ afgelast, uitgesteld5 weg ⇒ vertrokken, gestart6 uit(geschakeld) ⇒ buiten werking, niet aan♦voorbeelden:this sausage is off • dit worstje is bedorven3 a bit off • niet in de haak, niet zoals het hoort5 be/get off to a good/bad start • goed/slecht beginnen(be) off with you • maak dat je wegkomt6 the water is off • het water is afgesloten/niet aangesloten————————off2〈bijwoord; vaak predicatief〉1 〈 verwijdering of afstand in ruimte of tijd〉 verwijderd ⇒ weg, (er)af, ver, hiervandaan; 〈 dramaturgie〉 achter de coulissen2 〈 einde, voltooiing of onderbreking〉af ⇒ uit, helemaal, ten einde♦voorbeelden:chase the dog off • de hond wegjagenrun a few pounds off • er een paar pondjes afrennensend off a letter • een brief versturenfar off in the mountains • ver weg in de bergenoff with his head • maak hem een kopje kleineroff with it • weg ermeeoff with you • maak dat je wegkomtkill off • uitroeienturn off the radio • zet de radio af3 5% off • met 5% korting¶ off and on • af en toe, nu en danbe well/badly off • rijk/arm zijn————————off3〈 voorzetsel〉1 〈plaats of richting met betrekking tot een beweging; ook figuurlijk〉 van ⇒ van af, vandaan, verwijderd van2 〈 bron〉op ⇒ van, met, uit4 〈ligging met betrekking tot een plaats; ook figuurlijk〉van … af ⇒ naast, opzij van, uit♦voorbeelden:she fell off the chair • zij viel van de stoeltake your hands off me • hou je handen thuisit bounced off the wall • het ketste van de muur terugI bought it off a gypsy • ik heb het van een zigeuner gekochtI got this information off John • ik heb deze informatie van John gekregenlive off the land • van het land leven3 off duty • vrij (van dienst), buiten dienstI've gone off fish • ik lust geen vis meera house off the road • een huis opzij van de wegan alley off the square • een steegje dat op het plein uitkomta year or two off sixty • een jaar of wat onder de zestig -
109 offensive
adj. offensief, aanvallend; beledigend, aanstootgevend, walgelijk--------n. offensief, aanvaloffensive1[ əfensiv] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 take/go into the offensive • aanvallen, in het offensief gaanact/be on the offensive • in de aanval zijn————————offensive2〈bijvoeglijk naamwoord; offensiveness〉♦voorbeelden:offensive weapon • aanvalswapen -
110 on the wing
-
111 orbit
n. kring, (invloeds)sfeer; baan (v. planeet, elektron, enz.); omloop--------v. in een baan draaien (om de aarde); in een baan draaienorbit1[ o:bit] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————orbit2〈werkwoord; orbitted〉1 een (cirkel)baan beschrijven/doorlopen (rond)2 in een baan brengen/schieten♦voorbeelden: -
112 pant
n. vlugge of diepe ademhaling--------v. snakkenpant1[ pænt] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————pant2[ pænt]3 hevig/snel kloppen 〈 van hart〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
113 pass
n. pas; stand van zaken; doorgang; slagen bij een examen; doorgeven van een bal; handbeweging--------v. voorbijgaan, passeren; aangeven; slagen; inhalen; goedkeurenpass1[ pa:s] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 passage ⇒ (berg)pas; doorgang, vaargeul♦voorbeelden:it/things had come to such a pass that • het was zo ver gekomen dat————————pass21 (verder) gaan ⇒ (door)lopen, voortgaan2 voorbijgaan ⇒ passeren; voorbijkomen; overgaan, eindigen3 passeren ⇒ er door(heen) (ge)raken/komen6 aanvaard/aangenomen worden ⇒ slagen 〈 voor examen(onderdeel)〉; door de beugel kunnen 〈 grove taal bijvoorbeeld〉10 overgemaakt/overgedragen worden♦voorbeelden:pass from a solid to an oily state • van een vaste in een olieachtige stof overgaanpass to other matters • overgaan naar/tot andere zakenpass on the left • s inhalenpass unnoticed • niet opgemerkt wordeneverything must pass • aan alles moet een einde komenno passing (permitted) • geen doorgangplease, let me pass • mag ik er even langswe are only passing through • we zijn enkel op doorreispass as/for • doorgaan voor, dienen alscome to pass • gebeuren〈 juridisch〉 pass on/upon a constitutional question • een uitspraak doen/vonnis vellen over een grondwettelijke kwestie→ pass away pass away/, pass between pass between/, pass by pass by/, pass into pass into/, pass off pass off/, pass on pass on/, pass out pass out/, pass over pass over/, pass through pass through/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 passeren ⇒ voorbijlopen, voorbijtrekken2 oversteken ⇒ gaan/lopen door, komen over4 goedkeuren ⇒ aanvaarden, bevestigen5 slagen in/voor6 komen door ⇒ aanvaard/bekrachtigd worden door♦voorbeelden:pass the salt • het zout doorgevenpass the word (a)round • vertel het verderpass in • inleverenpass an opinion • een oordeel/idee geven -
114 pietism
n. religieuze beweging die in de Lutherse Kerk in Duitsland gedurende de 17-de Eeuw bedon (benadrukte individuele vroomheid boven orthodoxie); religieuze beginsels en toepassingen van de Piëtisten[ pajjətizm]1 piëtisme -
115 pietist
-
116 planetarium
n. planetarium (uitzicht op sterren, installatie ter bestudering van de beweging van de sterren van planetenstelsel om de zon) -
117 play
n. toneelstuk; spel; speeltuig; lach; humor--------v. spelen; voordragen; spelen ( muziek)play1[ plee] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 spel4 actie ⇒ activiteit, beweging♦voorbeelden:〈Amerikaans-Engels; voornamelijk sport〉 set play • ingestudeerd(e) spel(patroon)/manoeuvreallow/give full/free play to something • iets vrij spel latenthere's too much play in the rope • het touw heeft te veel spelingbring/call into play • erbij betrekkencome into play • mee gaan spelen¶ make great play about/of • erg de nadruk leggen op, sterk benadrukken————————play21 spelen♦voorbeelden:play dead • doen alsof men dood isplay on • doorspelenplay at soldiers/hide-and-seek • soldaatje/verstoppertje spelen〈 figuurlijk〉 play at something • iets niet ernstig nemen, iets doen voor de pretplay down to someone • zich aan iemand aanpassen〈 informeel〉 what on earth are you playing at? • wat heeft dit allemaal te betekenen?play (up)on someone's feelings • op iemands gevoelens werkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:play back a tape • een band afspelen/weergevenhe played his last dollar • hij zette zijn laatste dollar inplay someone along • iemand aan het lijntje houdenplay something down • iets bagatelliseren -
118 progressive
adj. vooruitgaand; modern; stap voor stap; gaat achteruit; progressief--------n. progressief iemand, vooruitstrevend iemand; iem. die van vooruitgang houdt; iem. die in vooruitgang gelooftprogressive1[ prəgressiv] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————progressive2〈bijvoeglijk naamwoord; progressiveness〉2 progressief ⇒ in beweging, groeiend♦voorbeelden: -
119 put on
aankleden; opladen; voorwenden, aannemenput on8 in werking/beweging stellen ⇒ aandoen 〈 licht〉; aanzetten 〈radio e.d.〉; opzetten 〈 plaat, fluitketel〉♦voorbeelden:put on an accent • een accent aannemenput on airs • zich een air gevenput on speed • sneller/harder gaanput on weight/flesh • aankomen, zwaarder wordenput on years • ouder gaan lijkenwho put the police on to me? • wie heeft de politie op mijn spoor gezet?he put me on to this vacancy • hij bracht me van deze vacature op de hoogte -
120 put/set something in motion
put/set something in motion
См. также в других словарях:
Vlaams-socialistische beweging — La Vlaams Socialistische Beweging est le nom de deux organisations politiques flamands distinctes : le premier se situe dans les années 1970 et 1980 et le deuxième a été créé en 2007. Aucun lien direct entre les deux mouvements n existe bien … Wikipédia en Français
Vlaams-Socialistische Beweging — La Vlaams Socialistische Beweging est le nom de deux organisations politiques flamands distinctes : le premier se situe dans les années 1970 et 1980 et le deuxième a été créé en 2007. Aucun lien direct entre les deux mouvements n existe bien … Wikipédia en Français
Encyclopedie van de Vlaamse Beweging — L’Encyclopedie van de Vlaamse Beweging (Encyclopédie du Mouvement flamand) est un ouvrage encyclopédique de référence sur le mouvement flamand, dont les mots clé se réfèrent à des personnes, événements, publications, organisations, mythes et… … Wikipédia en Français
Nationaal-Socialistische Beweging — Die Nationaal Socialistische Beweging in Nederland (NSB) war in der 1. Hälfte des 20. Jahrhunderts eine zunächst faschistische, später nationalsozialistische Partei in den Niederlanden. Die NSB war in der Zeit zwischen den Weltkriegen durchaus… … Deutsch Wikipedia
Ried fan de Fryske Beweging — Der Ried fan de Fryske Beweging (RfdFB) (deutsch: Rat der Friesischen Bewegung) ist eine Organisation, die sich für den Erhalt der friesischen Sprache und Kultur im niederländischen Friesland einsetzt. Der vollständig unabhängige Rat ist eine… … Deutsch Wikipedia
NATIONAAL SOCIALISTISCHE BEWEGING — (NSB; NA TIONALSOCIALIST MOVEMENT) Political party founded in 1931 by Anton Mussert and Cornelis van Geelkerken (1901–1976). It was the Dutch branch of Adolf Hitler’s German National Social ist Workers’Party. The NSB was not popular in the… … Historical Dictionary of the Netherlands
Pierre-Hans Suremont — Jan Pieter Suremont Pieter ou Pierre Jean ou Pierre Hans ou Jan Pieter Suremont (Anvers, 29 janvier 1762 – Anvers, 8 mars 1831) est un compositeur et un musicologue flamand du Royaume des Pays Bas[1],[2] ayant des « qualités esthétiques… … Wikipédia en Français
Pierre-Jean Suremont — Jan Pieter Suremont Pieter ou Pierre Jean ou Pierre Hans ou Jan Pieter Suremont (Anvers, 29 janvier 1762 – Anvers, 8 mars 1831) est un compositeur et un musicologue flamand du Royaume des Pays Bas[1],[2] ayant des « qualités esthétiques… … Wikipédia en Français
Pieter Suremont — Jan Pieter Suremont Pieter ou Pierre Jean ou Pierre Hans ou Jan Pieter Suremont (Anvers, 29 janvier 1762 – Anvers, 8 mars 1831) est un compositeur et un musicologue flamand du Royaume des Pays Bas[1],[2] ayant des « qualités esthétiques… … Wikipédia en Français
Suremont — Jan Pieter Suremont Pieter ou Pierre Jean ou Pierre Hans ou Jan Pieter Suremont (Anvers, 29 janvier 1762 – Anvers, 8 mars 1831) est un compositeur et un musicologue flamand du Royaume des Pays Bas[1],[2] ayant des « qualités esthétiques… … Wikipédia en Français
ИНДОНЕЗИЯ — Республика Индонезия (Republik Indonesia), гос во в Юго Вост. Азии, на о вах Малайского архипелага. Площ. 1904,3 тыс. км2. Нас. ок. 98 млн. чел. (1962). Столица г. Джакарта. Нас. говорит более чем на 150 языках и диалектах. Гос. язык… … Советская историческая энциклопедия