-
1 given
adj. gegevengiven1[ givn]1 gegeven ⇒ gekregen, verleend♦voorbeelden:at a given time • op een bepaald ogenblikat any given time • om het even wanneer, op elk momentII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉♦voorbeelden:he is given to boasting • hij pocht graag————————given2〈voorzetsel; voegwoord〉♦voorbeelden:given the present situation • in het licht van de huidige situatie -
2 midst
n. midden--------prep. in het midden, in, middenmidst11 midden♦voorbeelden:the enemy is in our midst • de vijand is in ons midden————————midst2〈 voorzetsel〉 〈 formeel〉 -
3 preposition
-
4 without
adv. zonder; buiten--------conj. zonder dat--------n. buiten, buitenste gedeelte--------prep. zonder; buitenwithout1♦voorbeelden:it is cold without • het is buiten koud————————without2〈 voorzetsel〉1 zonder♦voorbeelden:he spoke without enthusiasm • hij sprak zonder geestdrifthe cannot do without his paper • hij kan niet zonder zijn krantwithout a penny in her pocket • zonder een cent op zakshe left without a word • zij vertrok zonder een woord te zeggenwithout my knowing about it • zonder dat ik het wistit goes without saying • het hoeft geen betoogspeak without thinking • spreken zonder nadenken -
5 abaft
-
6 aboard
-
7 about
adv. om; ongeveer; omstreeks--------prep. op, betreffende; naastabout1♦voorbeelden:about twenty pence • ongeveer twintig pencedon't carry it about with you • draag het niet overal meego about telling lies • overal leugens vertellenthere's a lot of flu about • er heerst griepthere's plenty of money about • er is veel geld in omloophe turned about • hij draaide zich om————————about2〈 voorzetsel〉1 rond ⇒ om … heen3 door … heen ⇒ over5 omstreeks ⇒ omtrent, ongeveer♦voorbeelden:her toys lay about the floor • haar speelgoed lag verspreid over de vloerhe is well known about the town • hij is in de hele stad goed bekenda book about religion • een boek over godsdienstthe truth, that's what it's all about • de waarheid, daar gaat het ombe quick about it • schiet eens wat op¶ about it! • aan de slag!while you are about it • als je (er) toch (mee) bezig bentwhat about it? • nou, en …?, so what?; wat wil je nu/erover zeggen?what/how about a cup of coffee? • zin in een kop koffie?, wat vind je van een kop koffie?what is he about? • wat voert hij uit? -
8 above
adj. bovenstaande; boven, bovenvermeld--------adv. boven, op; meer; bovenvermeld--------n. bovengenoemde--------prep. boven; over; meer danabove1♦voorbeelden:————————above2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:the above-mentioned/above-said • het bovengenoemdeimposed from above • van hogerhand opgelegd————————above3〈 voorzetsel〉3 boven … verheven♦voorbeelden:above stairs • bovensituated above the valley • boven het dal gelegenabove fifty • meer dan vijftigthat's above me • dat gaat m'n petje te bovenabove all this • daar komt nog bij (dat) -
9 across
adv. van de ene kant naar de andere kant; aan de overkant, over; in de breedte; zie ommezijde--------prep. over; aan de andere kant van; in de breedteacross1♦voorbeelden:it was cut across • het was overdwars gesnedenput a message across • een boodschap overbrengen/meedelen————————across2〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:from across the sea • van over zee -
10 after
adj. van achteren--------adv. nadat; van toen af aan--------conj. nadat--------prep. na; achter; volgens iemand, volgens iets; betrekking hebbend totafter1[ a:ftə] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:1 in after years • in latere jaren, in de daarop volgende jaren————————after2〈 bijwoord〉1 na ⇒ nadien, erachter♦voorbeelden:come after • achterop komen, later volgenJack fell down and Jill came tumbling after • Jack viel en Jill kwam hem achterna getuimeldshortly after • spoedig daarna————————after3〈 voorzetsel〉2 〈 tijd〉na4 naar ⇒ volgens, in navolging van♦voorbeelden:Jack ran after Jill • Jack liep Jill achternastand one after another • achter elkaar staanafter you • na u, ga je gangit's after two o'clock • het is over tweeënafter the French nobility • in navolging van de Franse adela study after Rubens • een studie naar Rubenstake after one's father • op zijn vader lijken¶ after all • toch, per slot (van rekening)be after something • het gemunt hebben op/uit zijn op iets, iets najagen————————after4〈 voegwoord〉1 nadat ⇒ als, toen, wanneer♦voorbeelden: -
11 along
adv. samen--------prep. langsalong11 door ⇒ verder, voort3 langs♦voorbeelden:move along • doorlopenpass the book along • geef het boek doorthe ball rolled along • de bal rolde voortI suspected it all along • ik heb het altijd wel vermoedalong by the wall • langs de muurhe brought his dog along • hij had zijn hond bij zichcome along • kom meego along (with) • meegaan (met)along with • samen met3 I'll be along • ik kom eens langs, ik kom je opzoekencome along anytime • (je bent) altijd welkomshe's coming along • ze is aan de beterende hand————————along2〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:an inquiry along these lines • een onderzoek volgens deze methodeflowers along the path • bloemen langs het padalong the way • onderweg -
12 alongside
adv. naast, bij--------prep. bij, naast; samen metalongside1〈 bijwoord〉1 opzij ⇒ erlangs, aan zijn zijde♦voorbeelden:he marched alongside of his father • hij marcheerde naast zijn vader————————alongside2〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:alongside the road • aan de kant van de wega car alongside another one • een auto naast een andere auto -
13 apropos
adv. a propos, passend, doel rakend; tussen haakjesapropos1[ æprəpoo] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:————————apropos2〈 bijwoord〉1 op het gepaste/geschikte ogenblik2 à propos♦voorbeelden:2 apropos, is John coming too? • à propos, komt John ook?————————apropos3〈 voorzetsel〉→ apropos of apropos of/ -
14 around
adv. rondom; in de omgeving--------prep. om, rond; ongeveeraround12 in het rond ⇒ aan alle kanten, verspreid♦voorbeelden:a way around • een omwegthe year around • het jaar rondbring around • tot een andere mening brengen, overredenhis turn came around • het was zijn beurtpeople gathered around to see • mensen verzamelden zich om te kijkenit measures five metres around • het heeft een omtrek van vijf meterpass it around • geef het rond/doorturn around • (zich) omdraaiengrope around • om zich heen tastenlook around for • uitkijken naar/voorscattered around • her en der verspreidfor miles around • kilometers in de omtrekI'll be around • ik zal daar (ergens) zijnstay around • blijf in de buurthe's around sixty • hij is rond de zestigaround fifty people • om en nabij de vijftig mensen————————around2〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:around the corner • om de hoekhe ran around the green • hij liep rond het plantsoena chain around his neck • een ketting om zijn halsthe dog hung around the door • de hond bleef bij de deur rondhangenonly those around him • alleen zijn naaste medewerkersall around the land • door het hele land -
15 as
adv. zoals--------conj. als, zoals; aangezien, omdat; evenas11 die/dat♦voorbeelden:————————as21 even ⇒ zo♦voorbeelden:as good as John • zo/even braaf als John¶ as well • ook, evenzeer; net zo lief/goedas well as • zowel … als, en, niet alleen … maar ookin theory as well as in practice • zowel in theorie als in de praktijkher arguments as against yours • haar argumenten tegenover die van jouas from now • van nu af————————as3〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:starring as Juliet • in de rol van Julietas a result/consequence • als gevolg, tengevolge (daarvan)as a rule • in de regel, gewoonlijkthe same as me • hetzelfde als ik, zoals ik, ik ook————————as4〈 voegwoord〉♦voorbeelden:as tall as seven feet • wel zeven voet langyoung as I am • hoewel ik jong bencheap as cars go • goedkoop voor een wagenhe got deafer as he got older • hij werd steeds dover naarmate hij ouder werdas it is • op zichzelf, zoals het isit's bad enough as it is • het is zo al erg genoegas he later realized • zoals hij later besefteas he said • zoals hij zeirebel as he was • hoewel hij een rebel wasas it were • als het ware, om zo te zeggenas you were! • herstel!as tall as I • zo lang als iksuch as • zoalsso beautiful as to seem unreal • zo mooi dat het onwerkelijk scheenbe so kind as to • wees zo goed om teas if • alsofas by chance • als per toevalas for/to • wat betreftas from/ 〈 Amerikaans-Engels〉 of today • vanaf vandaag, met ingang van heden -
16 aslant
-
17 astride
adv. schrijlings, wijdbeens--------prep. schrijlings over-astride11 schrijlings ⇒ wijdbeens, dwars♦voorbeelden:————————astride2〈 voorzetsel〉♦voorbeelden: -
18 bar
n. stang; tralie; tussenschot; wegversperring; salon; bar--------prep. zonder; behalve---------v. op slot doen, sluiten; versperrenbar1[ ba:]♦voorbeelden:bar of gold • baar goudbar of soap • stuk zeep4 a medal with a bar on the ribbon • een medaille met een balk/gesp op het lint→ horizontal horizontal/, parallel parallel/♦voorbeelden:be tried at (the) bar • in openbare terechtzitting berecht wordenIII 〈zelfstandig naamwoord; meestal Bar; the; werkwoord enkelvoud of meervoud〉♦voorbeelden:————————bar2〈werkwoord; barred〉♦voorbeelden:2 bar oneself in/out • zichzelf binnen/buitensluiten————————[ ba:ring] 〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:all bar one • alle(n) op één nabar none • zonder uitzondering -
19 be on
7 op het programma staan ⇒ gegeven/vertoond/opgevoerd worden, op de radio/tv zijn♦voorbeelden:the match is on • de wedstrijd is bezigthe water's on again • er is weer waterbe on with something new • met iets nieuws bezig zijn2 ‘I want to put five pounds on Little Red Riding Hood’ ‘Right, Sir, you are on’ • ‘Ik wil vijf pond zetten op Roodkapje’ ‘Voor mekaar/u staat genoteerd, meneer’ 〈bij weddenschap; eigenlijk ‘u doet mee’〉it was well on into the night • het was al diep in de nacht5 that's not on! • dat doe je niet!7 what's on at the Plaza tonight? • wat draait er vanavond in de Plaza?¶ 〈 informeel〉 be on about something • 〈 algemeen〉 het hebben over iets; 〈 pejoratief〉 altijd maar zeuren over iets〈 informeel〉 be on at/to someone • iemand aan z'n kop/hoofd zeuren〈 informeel〉 be on to someone • even/eens praten met iemand; weten wat voor vlees men in de kuip heeft〈 informeel〉 be on to something • iets in de gaten/de smiezen hebbenII 〈werkwoord + voorzetsel〉♦voorbeelden: -
20 be over
afmaken van,stoppen met1 voorbij/over/uit zijn♦voorbeelden:1 overal bekend zijn in/op♦voorbeelden:my mother-in-law was all over me • mijn schoonmoeder heette me poeslief welkom
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский