-
1 cow
n. koe, volwassen vrouwtjeskoe (wordt in veebedrijf gefokt voor melkproductie); volwassen vrouwtje van verschillende grote dieren (vrouwtjesolifant, vrouwtje van walvis)--------v. koeioneren, intimideren, bang makencow1[ kau] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ till the cows come home • tot je een ons weegt, eindeloos→ holy holy/————————cow2〈 werkwoord〉1 koeioneren ⇒ intimideren, bang maken -
2 invidious
adj. aanstootgevend; ergerlijk; hatelijk; beledigend[ inviddiəs] 〈 invidiousness〉 -
3 nancy
-
4 nosy
-
5 offensive
adj. offensief, aanvallend; beledigend, aanstootgevend, walgelijk--------n. offensief, aanvaloffensive1[ əfensiv] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 take/go into the offensive • aanvallen, in het offensief gaanact/be on the offensive • in de aanval zijn————————offensive2〈bijvoeglijk naamwoord; offensiveness〉♦voorbeelden:offensive weapon • aanvalswapen -
6 twang
n. getokkel, scherp geluid, neusklank--------v. tinkelen, tjingelen, snorren, trillen (v. e. snaar); tokkelen; doen ken of trillen; tokkelen (op)twang1[ twæng] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————twang2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
7 twat
[ twot, twæt] -
8 Boche
n. Boche, familienaam; Duitser, Mof (Beledigende Taal)1 (rot)mof -
9 Eskimo
n. Eskimo, deze term komt van Algonquin, wat betekent "eter van rauw vlees" en die soms beschouwd wordt als beledigend, iemand die hoort bij de bevolkingsgroep in het noorden van Canada en Noordpool van Groenland tot Oost-Siberië--------n. Eskimo, een van de twee door de Eskimo's gesproken talen[ eskimmoo] 〈meervoud: ook Eskimo〉 -
10 Kaffir
-
11 Negress
-
12 Negro
-
13 Romish
-
14 abusive
-
15 baboon
-
16 bag
n. zak; tas; handtas; koffer; beurs; notitieboek; wild op jacht meegenomen; uier (bij een koe, schaap, enz.); oogwal (veroorzaakt door gebrek aan slaap of vermoeidheid); honk, een van de vier honken bij honkbal (Honkbal); kleine hoeveelheid illegale drugs (Slang); lelijke vrouw (Slang)--------v. in zak, jas, koffer; doen; vangen (bij de jacht); te pakken krijgen; aanhouden, arresterenbag1[ bæg] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 zak ⇒ tas, koffer3 zakvormig voorwerp/lichaamsdeel♦voorbeelden:bags of room • plaats genoeg→ diplomatic diplomatic/————————bag2〈 bagged〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen zwellen/uitpuilen/uitzakken♦voorbeelden: -
17 bastard
adj. vervalst--------n. bastaard; schoftbastard1[ ba:stəd] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:3 you lucky bastard! • geluksvogel die je bent!————————bastard2♦voorbeelden:bastard file • bastaardvijl -
18 bint
-
19 bitch
n. teef--------v. zeuren, klagenbitch1[ bitsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————bitch2〈 werkwoord〉 -
20 caveman
n. holbewoner; mens die in een rots leefde in Prehistorie; (Informeel) iemand met ruwe en grove manieren, ongemanierd iemandcaveman〈meervoud: cavemen〉
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский
beledigend
Страницы