-
21 tendre
tendre1 [tãdr]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m. & v.〉1 teder ⇒ gevoelig, innig, lief(devol), zacht(aardig)2 teer ⇒ zacht, mals♦voorbeelden:pain tendre • vers broodviande tendre • zacht vleesn'être pas tendre pour qn. • niet zachtzinnig met iemand zijnc'est un tendre • het is een gevoelig mens————————tendre2 [tãdr]1 streven (naar) ⇒ beogen, gericht zijn (op), leiden (tot), strekken (tot)2 een neiging vertonen, hebben (om)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 (uit)strekken ⇒ rekken, aanreiken, toekeren♦voorbeelden:araignée qui tend sa toile • spin die zijn web maakt1. adj1) teder, liefdevol, zacht2) zacht, mals2. v3) gaan (naar)4) (aan)spannen5) uitstrekken6) aanreiken7) behangen3. se tendrev -
22 balmy
adj. aangenaam, zacht, mild; geurig; zot[ ba:mie]♦voorbeelden: -
23 mild
adj. mild; zacht, zachtaardig; licht; aangenaammild1————————mild21 mild ⇒ zacht(aardig), welwillend2 zwak ⇒ licht, flauw♦voorbeelden:only mildly interested • slechts matig geïnteresseerdto put it mildly • om het zachtjes uit te drukkenmild flavoured tabacco • tabak met een zacht aroma -
24 bland
-
25 gentle
adj. zacht; teer, licht; voorzichtig; matig; beleefd--------n. voornaam, van goede afkomst--------v. temmen; kalmeren; strelen[ dzjentl] 〈gentler; gently; gentleness〉1 voornaam ⇒ van goede afkomst/familie2 zacht ⇒ licht, (ge)matig(d)3 zacht(aardig) ⇒ teder, vriendelijk4 kalm ⇒ bedaard, rustig♦voorbeelden:2 gentle breeze • lichte koelte, zachte/matige windgentle hint • zachte wenkgentle slope • zachte hellinghold it gently • hou het voorzichtig vast -
26 low
adj. laag; zwak; neerslachtig; diep; goedkoop; grof--------adv. laag; op lage toon; minderwaardig; raakt op--------n. gebied van lage luchtdruk; dieptepunt; laagterecord; iets laags--------v. loeien, bulkenlow1[ loo] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————low2〈 lowness〉1 laag ⇒ niet hoog, niet intensief♦voorbeelden:low gear • lage versnellinglow grade • lage kwaliteit, laag gehalte/percentage 〈 vaak attributief〉low point • minimum, dieptepuntlow tide • laagwater, eblow water • laag water, laagtij 〈 in een rivier〉at lowest • op z'n laagstlow comedy • kluchtkeep a low profile • zich gedeisd/op de achtergrond houdenII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉3 zwak ⇒ slap, futloos♦voorbeelden:————————low3〈 werkwoord〉————————low4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:play low • laag/voor kleine bedragen spelen4 be/get/run low • op raken, bijna op zijn -
27 mellow
adj. zoet, zacht, rijp (fruit); vol, aangenaam (geluid of stem); hartelijk; aardig; onder de invloed zijnde (van drank of drugs)--------v. aardiger worden, soepeler worden; rijpenmellow1[ melloo] 〈bijvoeglijk naamwoord; mellowness〉3 gerijpt ⇒ zacht(moedig), mild♦voorbeelden:————————mellow2〈 werkwoord〉2 aardiger/minder streng (doen) worden -
28 soften
v. zacht maken; verzachten[ sofn]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:¶ softening of the brain • hersenverweking, seniele aftakeling -
29 squashy
-
30 bas
bas1 [baa]〈m.〉1 kous♦voorbeelden:bas à varices • steunkous————————bas2 [baa],basse [baas]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., bijwoord〉6 laag(st) ⇒ min(st), gering♦voorbeelden:le bas monde • het ondermaansesoleil bas • laagstaande zonla basse ville • de benedenstadle malade est bien bas • de zieke is heel minnetjess'incliner très bas • heel diep buigenle thermomètre est tombé très bas • de thermometer is flink gezaktmettre une maison à bas • een huis met de grond gelijkmakenà bas le fascisme! • weg met het fascisme!il sauta à bas de son lit • hij sprong uit zijn beden bas • beneden, omlaagla tête en bas • met het hoofd naar benedenil habite en bas • hij woont benedenen bas de la page • onderaan de bladzijded'en bas • van onderpar en bas • van onder (naar boven)être bas sur pattes • korte pootjes hebbenau bas de • onderaandu bas jusqu'en haut • van beneden naar bovenle bas • het laagst gelegen gedeeltele bas du visage • de onderkant van het gezichtle bas d'une montagne • de voet van een bergpar le bas • van onder (naar boven)bas les pattes! • handen thuis!chapeaux bas! • hoeden af!trois étages plus bas • drie verdiepingen lagervoyez plus bas • zie verderau bas mot • op z'n minst, minstensle bas peuple • het lagere volkà bas prix • voor een zacht prijsje, goedkoop1. m 2. bas/basseadj, adv1) laag2) laaggelegen3) gemeen4) verderop6) zacht, niet luid [stem]7) laag(st), min(st), gering -
31 douillet
douillet [doeje],douillette [doejet]1 behaaglijk ⇒ zacht en warm, donzig, lekker zacht♦voorbeelden:¶ elle a élevé ses enfants trop douillettement • zij heeft haar kinderen te veel in de watten gelegd= douillette; adj1) behaaglijk, zacht en warm2) overgevoelig, kleinzerig -
32 gratter
gratter [graatee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (af-, om-, weg)krabben4 inhalen♦voorbeelden:♦voorbeelden:1. v2) zwoegen3) kraken4) krabben5) omwroeten6) kriebelen7) inhalen2. se gratterv -
33 sanft
♦voorbeelden:eine sanfte Steigung • een lichte, flauwe helling -
34 zart
1 aanvallig, pril, zacht ⇒ jong, mals2 teder, gevoelig4 vaag, zacht, teer5 tenger, fragiel6 dun, broos, fijn♦voorbeelden:vom zartesten Kindesalter an • van de prilste jeugd af aanzartes Fleisch • mals vleesnicht gerade zart mit jemandem umgehen • niet bepaald zachtzinnig met iemand omgaan4 ein zarter Duft von frischem Heu • een lichte, aangename geur van vers hooiein zartes Grün • een zacht groenzarte Klänge • tedere, gevoelige klankenjemandem einen zarten Wink geben • iemand een stille wenk gevender Film deutete dies nur zart an • de film gaf, duidde dit slechts vaag aanvon zarter Gesundheit sein • een broze gezondheid hebben6 eine Tasse aus zartem Porzellan • een kopje van dun, fijn porseleinzarte Schokolade • zachte, fijne chocolade -
35 мягко говоря
advgarph.exp. zacht gezegd ('wij waren, zacht gezegd, niet erg tevreden over dat bejaardenhuis.' -- ' ìû, ìàãêî ãîâîðà, íå î÷åíü äîâîôüíû éòèì äîìîì äôà ïðåñòàðåôûõ.') -
36 benign
-
37 clement
-
38 coddle
v. zacht laten koken, vertroetelen, verwennen[ kodl] -
39 downy
-
40 dulcet
См. также в других словарях:
zacht — safu … Woordenlijst Sranan
Liliane Saint-Pierre — in Stockholm, 2007. Chartplatzierungen Erklärung der Daten Singles … Deutsch Wikipedia
Schlafen — 1. Beter is dôt geslapen, denn dôt gelopen. Lat.: Stertendo praestat quam cursu fata subire. (Tunn., 192.) 2. Beyzeiten schlaffen gehen, früe auffstehen vnd jung freyen soll niemand gerewen. – Henisch, 1207, 32; Mathesy, 203b. 3. De da will… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Mya arenaria — Soft Soft (s[o^]ft; 115), a. [Compar. {Softer} (s[o^]ft [ e]r); superl. {Softest}.] [OE. softe, AS. s[=o]fte, properly adv. of s[=e]fte, adj.; akin to OS. s[=a]fto, adv., D. zacht, OHG. samfto, adv., semfti, adj., G. sanft, LG. sacht; of… … The Collaborative International Dictionary of English
Soft — (s[o^]ft; 115), a. [Compar. {Softer} (s[o^]ft [ e]r); superl. {Softest}.] [OE. softe, AS. s[=o]fte, properly adv. of s[=e]fte, adj.; akin to OS. s[=a]fto, adv., D. zacht, OHG. samfto, adv., semfti, adj., G. sanft, LG. sacht; of uncertain origin.] … The Collaborative International Dictionary of English
Soft clam — Soft Soft (s[o^]ft; 115), a. [Compar. {Softer} (s[o^]ft [ e]r); superl. {Softest}.] [OE. softe, AS. s[=o]fte, properly adv. of s[=e]fte, adj.; akin to OS. s[=a]fto, adv., D. zacht, OHG. samfto, adv., semfti, adj., G. sanft, LG. sacht; of… … The Collaborative International Dictionary of English
Soft coal — Soft Soft (s[o^]ft; 115), a. [Compar. {Softer} (s[o^]ft [ e]r); superl. {Softest}.] [OE. softe, AS. s[=o]fte, properly adv. of s[=e]fte, adj.; akin to OS. s[=a]fto, adv., D. zacht, OHG. samfto, adv., semfti, adj., G. sanft, LG. sacht; of… … The Collaborative International Dictionary of English
Soft crab — Soft Soft (s[o^]ft; 115), a. [Compar. {Softer} (s[o^]ft [ e]r); superl. {Softest}.] [OE. softe, AS. s[=o]fte, properly adv. of s[=e]fte, adj.; akin to OS. s[=a]fto, adv., D. zacht, OHG. samfto, adv., semfti, adj., G. sanft, LG. sacht; of… … The Collaborative International Dictionary of English
Soft dorsal — Soft Soft (s[o^]ft; 115), a. [Compar. {Softer} (s[o^]ft [ e]r); superl. {Softest}.] [OE. softe, AS. s[=o]fte, properly adv. of s[=e]fte, adj.; akin to OS. s[=a]fto, adv., D. zacht, OHG. samfto, adv., semfti, adj., G. sanft, LG. sacht; of… … The Collaborative International Dictionary of English
Soft grass — Soft Soft (s[o^]ft; 115), a. [Compar. {Softer} (s[o^]ft [ e]r); superl. {Softest}.] [OE. softe, AS. s[=o]fte, properly adv. of s[=e]fte, adj.; akin to OS. s[=a]fto, adv., D. zacht, OHG. samfto, adv., semfti, adj., G. sanft, LG. sacht; of… … The Collaborative International Dictionary of English
Soft money — Soft Soft (s[o^]ft; 115), a. [Compar. {Softer} (s[o^]ft [ e]r); superl. {Softest}.] [OE. softe, AS. s[=o]fte, properly adv. of s[=e]fte, adj.; akin to OS. s[=a]fto, adv., D. zacht, OHG. samfto, adv., semfti, adj., G. sanft, LG. sacht; of… … The Collaborative International Dictionary of English