-
1 ñì.: verwennen
gener. verwenen -
2 coddle
v. zacht laten koken, vertroetelen, verwennen[ kodl] -
3 cosset
-
4 pamper
-
5 spoil
n. verrotting; plundering--------v. bederven; verwennen; kapot makenspoil1[ spojl] 〈zelfstandig naamwoord; vaak meervoud met enkelvoud betekenis〉1 buit ⇒ geplunderde/geroofde goederen————————spoil2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bederven ⇒ beschadigen, verpesten2 bederven ⇒ verwennen, vertroetelen♦voorbeelden: -
6 dorloter
dorloter [dorlottee]1 het zich gemakkelijk maken ⇒ zich niet al te zeer inspannen, een lekker gemakkelijk leventje leiden♦voorbeelden:1 ne reste pas à te dorloter tandis que tout le monde se donne beaucoup de mal pour t'aider • je kunt ook wel eens wat doen wanneer iedereen zich uitslooft om je te helpenvvertroetelen, verwennen -
7 gâter
gâter [gaatee]1 bederven ⇒ verknoeien, laten verrotten, ontsieren♦voorbeelden:1 elle est jolie et très riche, ce qui ne gâte rien! • ze is knap en schatrijk, wat ook nooit weg is!ils ne sont pas gâtés! • ze hebben ook niet veel geluk!1 bederven ⇒ verrotten, niet goed blijven♦voorbeelden:v1) bederven, verknoeien2) verwennen -
8 распускать
laten gaan, ontbinden ; losmaken ; uittrekken ; verwennen ; oplossen -
9 распускаться
uitlopen, opengaan ; losgaan ; ladderen, stukgaan ; uit de band springen, zich verwennen -
10 распустить
laten gaan, ontbinden ; losmaken ; uittrekken ; verwennen ; oplossen -
11 распуститься
uitlopen, opengaan ; losgaan ; ladderen, stukgaan ; uit de band springen, zich verwennen -
12 баловать
-
13 нежить
vgener. troetelen, verwennen -
14 baby
adj. baby, klein, jong--------n. baby--------v. verwennen, als baby behandelenbaby1[ beebie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: babies〉1 baby ⇒ zuigeling, kleuter5 schatje♦voorbeelden:6 that's your baby • dat is jouw zaak/probleem————————baby21 kinder-♦voorbeelden:————————baby3〈werkwoord; babied〉 〈 informeel〉 -
15 indulge
v. genieten van; lust opwekken; tevreden zijn; verslaafd raken; toegeven aan; verwennen; doen waar je zin in hebt[ induldzj]1 zich laten gaan ⇒ zich te goed doen; 〈 in het bijzonder, informeel〉 zich te buiten gaan aan drank/eten♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 toegeven/tegemoet komen aan -
16 overindulge
v. te veel toegeven, te veel verwennen; te inschikkelijk zijnoverindulge -
17 pet
adj. tot e. huisdier behorend--------n. huisdier; lieveling--------v. vertroetelen, aanhalen; vrijen metpet1[ pet] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————pet23 favoriet ⇒ lievelings-, troetel-♦voorbeelden:2 pet food • voedsel voor huisdieren, honden- en kattenvoerpet name • koosnaampet topic • stokpaardje————————pet3〈 petted〉1 vrijen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 strelen ⇒ aaien, liefkozen, vrijen met -
18 soften
v. zacht maken; verzachten[ sofn]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:¶ softening of the brain • hersenverweking, seniele aftakeling -
19 cosher
v. verwennen, vertroetelen -
20 featherbed
n. veren bed; verwennen (met geld)--------v. in de watten leggen
Страницы
- 1
- 2