-
1 nondescript person
onopvallend iemand -
2 discret
discret [dieskre],discrète [dieskret]1 terughoudend ⇒ bescheiden, discreet2 onopvallend ⇒ niet opdringerig, decent♦voorbeelden:il me regardait discrètement • hij keek me tersluiks aan= discrète; adj1) bescheiden, discreet2) onopvallend, decent3) discreet, wetende te zwijgen -
3 featureless
-
4 inconspicuous
adj. onopvallend, onbekend, onmerkbaar[ ingkənspikjoeəs] 〈 inconspicuousness〉 -
5 unobtrusive
adj. onopvallend, discreet[ unnəbtroe:siv] 〈 unobtrusiveness〉 -
6 незаметный
onmerkbaar, onopvallend -
7 не бросающийся в глаза
prepos.gener. onopvallendRussisch-Nederlands Universal Dictionary > не бросающийся в глаза
-
8 незаметный
adjgener. bescheiden, onmerkbaar, onopvallend -
9 непримечательный
adjgener. onopvallend -
10 diner
n. iem. die dineert/eet; restauratiewagen in trein; klein en onopvallend wegrestaurant[ dajnə]1 iemand die dineert ⇒ eter, gast -
11 discreet
-
12 low
adj. laag; zwak; neerslachtig; diep; goedkoop; grof--------adv. laag; op lage toon; minderwaardig; raakt op--------n. gebied van lage luchtdruk; dieptepunt; laagterecord; iets laags--------v. loeien, bulkenlow1[ loo] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————low2〈 lowness〉1 laag ⇒ niet hoog, niet intensief♦voorbeelden:low gear • lage versnellinglow grade • lage kwaliteit, laag gehalte/percentage 〈 vaak attributief〉low point • minimum, dieptepuntlow tide • laagwater, eblow water • laag water, laagtij 〈 in een rivier〉at lowest • op z'n laagstlow comedy • kluchtkeep a low profile • zich gedeisd/op de achtergrond houdenII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉3 zwak ⇒ slap, futloos♦voorbeelden:————————low3〈 werkwoord〉————————low4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:play low • laag/voor kleine bedragen spelen4 be/get/run low • op raken, bijna op zijn -
13 quiet
adj. rustig; vreedzaam; stil, zonder beweging; niet spraakzaam--------n. stil; rustig; vreedzaam--------v. rustig maken; stil maken; ontspannen; laten ontspannen; kalmerenquiet1[ kwajjət] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 stilte♦voorbeelden:————————quiet2〈bijvoeglijk naamwoord; quietness〉3 stemmig ⇒ ernstig, onopvallend♦voorbeelden:quiet as a mouse • muisstilthey kept their engagement quiet • zij hielden hun verloving geheimkeep quiet about last night • hou je mond over vannachtlet's take a drink on the quiet • laten we stiekem een borreltje nemen————————quiet3〈 werkwoord〉→ quieten quieten/ -
14 retiring
-
15 slip
n. SLIP protokol, een protokol voor seriële verbinding met het Internet, een protokol waarmee een volledige verbinding met het Internet via een gewone telefoonlijn mogelijk isslip13 onderrok/jurk♦voorbeelden:slip of the tongue • versprekingmake a slip • een vergissing maken, een misstap begaan〈 spreekwoord〉 there's many a slip 'twixt cup and lip • tussen lepel en mond valt veel pap op de grond; tussen neus en lippen kan een goede kans ontglippen¶ give someone the slip • aan iemand ontsnappen/ontglippen————————slip2〈 slipped〉♦voorbeelden:time slips away/by • de tijd gaat ongemerkt voorbijslip down • naar beneden glijdenslip through • doorschietenslip on something • ergens over uitglijdenslip in/out • naar binnen/buiten glippenslip off • wegglippenslip from • ontglippen aanslip past someone • langs iemand glippenslip through one's fingers • door zijn vingers glippenslip up • zich vergissenslip into/out of a dress • een jurk aanschieten/uittrekkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 schuiven ⇒ slippen, laten glijden3 (onopvallend) toestoppen/geven♦voorbeelden:slip one's foot • uitglijdenslip one's memory/mind • vergetenslip on something comfortable • iets gemakkelijks aanschieten -
16 unnoticed
-
17 discreetly
adv. discreet, bescheiden, onopvallend -
18 nonapparent
adj. onduidelijk, onopvallend -
19 retiringly
adv. terughoudend; teruggetrokken; onopvallend -
20 affectation
affectation [aafektaasjõ]〈v.〉1 bestemming ⇒ plaats van bestemming, post2 aanstelling ⇒ benoeming, indeling3 gemaaktheid ⇒ gekunsteldheid, aanstellerij♦voorbeelden:s'habiller sans affectation • zich onopvallend kledenparler sans affectation • op natuurlijke toon sprekenf1) bestemming2) aanstelling, benoeming3) gemaaktheid, aanstellerij
Страницы
- 1
- 2