-
61 réchauffer
réchauffer [reesĵoofee]3 aanwakkeren ⇒ nieuw leven inblazen, aanvuren♦voorbeelden:♦voorbeelden:1. v1) (op)warmen2) verwarmen3) aanwakkeren2. se réchaufferv -
62 redoubler
redoubler [rədoeblee]1 sterker worden ⇒ toenemen, verhevigen♦voorbeelden:redoubler de … • nog meer … aan de dag leggenredoubler de zèle • nog ijveriger wordenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verdubbelen ⇒ versterken, vermeerderenv1) sterker worden, verhevigen2) verdubbelen3) blijven zitten [school] -
63 refroidir
refroidir [rəfrwaadier]1 afkoelen ⇒ ver-, bekoelen, koud wordenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (af)koelen ⇒ verkoelen, kouder maken2 bekoelen ⇒ doen afnemen, verflauwen3 verflauwen ⇒ afnemen, bekoelen1. v1) (af)koelen2) bekoelen, doen afnemen3) vermoorden2. se refroidirv2) kou vatten3) bekoelen, afnemen -
64 relâcher
relâcher [rəlaasĵee]♦voorbeelden:¶ relâcher dans un port • een haven aandoen, binnenlopenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 losser maken ⇒ ontspannen, laten verslappen1. v2) vrijlaten2. se relâcherv1) verslappen3) ontspannen -
65 retenir
retenir [rətnier, rtənier]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 tegenhouden ⇒ achter-, weer-, op-, in-, afhouden2 inhouden ⇒ onderdrukken, bedwingen♦voorbeelden:je ne vous retiens plus • ik houd u niet langer opretenir qn. à dîner • iemand vragen om te blijven eten♦voorbeelden:v2) tegenhouden3) achterhouden4) inhouden5) onthouden6) samenhouden7) reserveren -
66 retrouver
retrouver [rətroevee]1 weer vinden ⇒ terugvinden, terugzien♦voorbeelden:retrouver le sommeil • weer inslapenje viens te retrouver dans une heure • over een uur ben ik weer (bij je) terug1 zich weer bevinden ⇒ weer zijn, staan2 de weg terugvinden, kennen5 elkaar terugvinden ⇒ elkaar weer ontmoeten, terugzien♦voorbeelden:se retrouver dans • uit iets wijs worden5 tiens! comme on se retrouve! • dat we elkaar op deze manier terugzien!1. v 2. se retrouverv1) zich weer bevinden, weer zijn -
67 réveil
réveil [reevej]〈m.〉2 wekker4 opleving♦voorbeelden:〈 leger〉 battre, sonner le réveil • de reveille slaan, blazenau réveil • bij het ontwakenm2) wekker3) reveil, opleving -
68 roussir
roussir [roesier]1 rossig, bruin worden♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉v1) rossig/bruin worden2) schroeien3) rossig maken -
69 ternir
ternir [ternier]1 dof maken ⇒ mat, vaal maken, beslaan2 bezoedelen ⇒ bekladden, aantasten♦voorbeelden:1 dof worden ⇒ z'n glans verliezen, mat, vaal worden, beslaan♦voorbeelden:1. v1) dof maken2) bekladden, aantasten2. se ternirv1) dof worden2) tanen, verminderen -
70 tomber
tomber1 [tõbee]〈m.〉 〈 sport en spel〉————————tomber2 [tõbee]3 (weg)vallen ⇒ verzwakken, verdwijnen, dalen4 te lijf gaan ⇒ zich werpen (op), aanvallen5 worden ⇒ geraken, vallen6 vallen ⇒ vervallen, instorten7 (bij toeval) komen ⇒ verschijnen, geraken♦voorbeelden:tomber mort, raide mort • morsdood neervallenil laissa tomber ces mots • hij zei de volgende woorden〈 informeel〉 laisse tomber! • kap er mee, geef 't op!!!laisser tomber qn. • iemand laten vallen, zich niet meer voor iemand interesserenlaisser tomber qc. • iets laten vallen, iets loslaten, zich niet meer met iets bezighoudenjupe qui tombe bien • rok die goed valttomber dans les bras de qn. • iemand in de armen vallentomber dans l'escalier • op de trap vallenla rue tombe dans une autre • de straat komt op een andere straat uittomber de fatigue • van moeheid omvallenmots qui tombent des lèvres de qn. • woorden die van iemands lippen komenle stylo m'est tombé des mains • de vulpen viel uit mijn handentomber par la fenêtre • uit het raam vallenle soleil lui tombe sur les yeux • de zon schijnt in zijn ogendes toits qui tombent bien bas sur les fenêtres • laag overhangende dakentomber sur ses pieds • op zijn voeten terechtkomenle jour tombe • de avond valtle vent est tombé • de wind is gaan liggen4 ils nous sont tombés dessus • ze hebben ons overvallen, verrast5 tomber amoureux, malade • verliefd, ziek wordentomber dans une erreur • in een fout vervallentomber dans la misère • in ellende gerakenil est tombé bien bas • hij is wel diep gezonken7 ça tombe bien, mal • dat treft goed, slechtil est bien tombé • hij heeft het goed getroffentomber juste • opgaan, de spijker op de kop slaanje suis tombé en pleine réunion • ik kwam midden in de vergadering binnenvallencet article m'est tombé sous les yeux • dat artikel is me toevallig onder ogen gekomentomber sur qn. • iemand tegen het lijf lopentomber sur qc. • ergens tegenaan lopen♦voorbeelden:→ vestev2) uitvallen3) verzwakken4) aanvallen5) worden6) verschijnen, komen7) vallen (op) [datum]8) uitkomen [krant] -
71 trouver
trouver [troevee]1 vinden ⇒ ontdekken, ontwaren, uitdenken2 vinden ⇒ aantreffen, ondervinden, ontmoeten4 vinden ⇒ van mening zijn, oordelen5 vinden ⇒ noemen, aanwijzen♦voorbeelden:trouver à redire à qc. • ergens iets op aan te merken hebbentrouver la porte fermée • voor een gesloten deur staanje l'ai trouvé fouillant dans mon tiroir • ik heb hem betrapt toen hij mijn la doorzochtaller trouver qn., venir trouver qn. • iemand (gaan, komen) opzoeken〈 informeel〉 où avez-vous trouvé cela? • hoe komt u erbij?où peut-on vous trouver? • waar kan men u bereiken?→ plaisir〈 informeel〉 la trouver mauvaise, saumâtre • iets vervelend, zuur vinden1 zich bevinden ⇒ zijn, liggen, staan♦voorbeelden:1 se trouver court • niet verder kunnen, blijven stekense trouver laid • zich lelijk vindens'en trouver bien • zich er wel bij bevindense trouver mal • zich niet lekker voelença se trouve bien! • dat treft goed!1. v 2. se trouverv2) zich voelen3) blijken -
72 épurer
épurer [eepuuree]1 zuiveren ⇒ reinigen, filtreren, raffineren2 vervolmaken ⇒ verbeteren, verfijnen♦voorbeelden:2 verfijnd(er) worden ⇒ beschaafd(er) worden, verbeteren -
73 fâcher
fâcher [faasĵee]1 kwaad, boos maken ⇒ ontstemmen, ergeren♦voorbeelden:se fâcher avec qn. • met iemand gebrouilleerd rakense fâcher contre, après qn. • boos worden op iemand -
74 mollir
mollir [mollier]1 zacht, week, slap worden3 verslappen ⇒ minder worden, toegeven♦voorbeelden:1 vieren -
75 voiler
-
76 accélérer
accélérer [aakseeleeree]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 versnellen ⇒ sneller laten lopen, bespoedigen♦voorbeelden:1 accélérer l'allure • de snelheid verhogen, vaart zettenservice accéléré • expresdienst→ cours1 sneller gaan ⇒ versnellen, sneller worden1. v1) versnellen, bespoedigen2) optrekken3) gas geven2. s'accélérervversnellen, sneller worden -
77 accentuer
accentuer [aaksãtuu.ee]1 de klemtoon, nadruk leggen op ⇒ beklemtonen, accentueren2 het toonteken, accent plaatsen op♦voorbeelden:1 sterker, heviger, groter worden ⇒ toenemen1. v2) benadrukken, beklemtonen3) vergroten, versterken2. s'accentuervduidelijker/sterker/groter worden, toenemen -
78 accroître
accroître [aakrwaatr]1 doen groeien ⇒ doen toenemen, vermeerderen1 (aan)groeien ⇒ toenemen, groter worden1. vdoen toenemen, vermeerderen2. s'accroîtrevtoenemen, groter worden -
79 accumuler
accumuler [aakuumuulee]1 opeenhopen ⇒ opeenstapelen, bijeenbrengen1 zich opstapelen ⇒ talrijk worden, zich ophopen1. vopeenhopen, opeenstapelen2. s'accumulervzich ophopen, gestaag talrijker worden -
80 acquérir
acquérir [aakeerier]1 verkrijgen ⇒ verwerven, kopen, bereiken♦voorbeelden:acquérir de l'expérience • ervaring opdoen1 verkrijgen ⇒ verwerven, zich eigen makenvverkrijgen, verwerven, kopen
См. также в других словарях:
Worden — is a family name as well as a place name. For naval ships named Worden, see USS Worden .People*Alfred Worden (1932 ), astronaut *Dennis Worden, comics artist *Hank Worden (1901 1992), actor *John L. Worden (1818–1897), United States admiral… … Wikipedia
Worden — ist der Familienname folgender Personen: Alfred Merrill Worden (* 1932), amerikanischer Astronaut James William Worden (* 1932), amerikanischer Arzt und Trauerforscher Hank Worden (1901–1992), amerikanischer Schauspieler John Lorimer Worden… … Deutsch Wikipedia
Worden — Worden, MT U.S. Census Designated Place in Montana Population (2000): 506 Housing Units (2000): 239 Land area (2000): 1.991147 sq. miles (5.157046 sq. km) Water area (2000): 0.000000 sq. miles (0.000000 sq. km) Total area (2000): 1.991147 sq.… … StarDict's U.S. Gazetteer Places
Worden, IL — U.S. village in Illinois Population (2000): 905 Housing Units (2000): 396 Land area (2000): 0.660454 sq. miles (1.710567 sq. km) Water area (2000): 0.000000 sq. miles (0.000000 sq. km) Total area (2000): 0.660454 sq. miles (1.710567 sq. km) FIPS… … StarDict's U.S. Gazetteer Places
Worden, MT — U.S. Census Designated Place in Montana Population (2000): 506 Housing Units (2000): 239 Land area (2000): 1.991147 sq. miles (5.157046 sq. km) Water area (2000): 0.000000 sq. miles (0.000000 sq. km) Total area (2000): 1.991147 sq. miles… … StarDict's U.S. Gazetteer Places
Wörden — is a subdivision of Nachrodt Wiblingwerde, North Rhine Westphalia, Germany. The elevation is 429 m (1410 ft) and the Time zone (est) is UTC+1 (UTC+2 DT) … Wikipedia
Worden [1] — Worden (Bauw.), so v.w. Worthen … Pierer's Universal-Lexikon
Worden [2] — Worden, Amt, so v.w. Landwürden … Pierer's Universal-Lexikon
Worden — Recorded as Warden and Worden, this long established surname has two distinct origins, each with its own history and derivation. Firstly, it may have originated as an occupational name for a watchman or guard, deriving from the Norman French word … Surnames reference
Worden — Original name in latin Worden Name in other language State code US Continent/City America/Chicago longitude 38.93144 latitude 89.83899 altitude 175 Population 1044 Date 2011 05 14 … Cities with a population over 1000 database
Worden Park — is a large area of parkland situated on the outskirts of Leyland, a town in the borough of South Ribble, Lancashire, England. It is less than a quarter of a mile away from the town centre, but it is in a peaceful and relaxed… … Wikipedia