-
1 discuter
discuter [dieskuutee]2 praten (over) ⇒ bespreken, bepraten♦voorbeelden:→ goûtII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bespreken ⇒ praten over, behandelen♦voorbeelden:♦voorbeelden:v1) discussiëren, praten2) bespreken, praten (over)3) betwisten4) tegenspreken -
2 critiquer
critiquer [krietiekee]〈 werkwoord〉2 beoordelen ⇒ bespreken, recenseren♦voorbeelden:v2) beoordelen, bespreken -
3 réserver
réserver [reezervee]1 bewaren ⇒ opzij leggen, reserveren3 bestemmen ⇒ in petto houden, bereiden♦voorbeelden:réserver son point de vue • zijn mening voor zich houdenréserver une réunion pour • apart een vergadering wijden aan♦voorbeelden:je me réserve pour le dessert • ik houd een plaatsje over voor het dessertv1) reserveren2) bespreken3) bestemmen -
4 toucher
toucher1 [toesĵee]〈m.〉♦voorbeelden:2 être doux, rude au toucher • zacht, ruw aanvoelen————————toucher2 [toesĵee]♦voorbeelden:1 n'y touche pas! • afblijven!sans avoir l'air d'y toucher, avec son, un air de ne pas y toucher • met een schijnheilig gezichtcet enfant touche à tout • dat kind komt, zit overal aantoucher à un sujet délicat • een teer onderwerp aanroerenne pas toucher à son capital • zijn kapitaal niet aansprekentoucher au but • het doel genaderd zijntoucher au port • de haven bereikenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aanraken ⇒ betasten, voelen4 ontvangen ⇒ innen, incasseren8 vluchtig meedelen ⇒ bespreken, informeren♦voorbeelden:sa maison touche la mienne • zijn huis grenst aan het mijnetoucher qn. • met iemand in contact komenoù peut-on vous toucher? • waar kan men u bereiken?je l'ai touché par téléphone • ik heb telefonisch contact met hem gehadtoucher de près qn. • iemand direct aangaan1. m1) tastzin4) aanslag [muziek]5) digitaal onderzoek [medisch]2. v1) aanraken2) aanspreken, komen (aan)6) (be)spelen [muziek]7) bijten [vis]8) raken, treffen9) ontvangen, innen10) aangaan, betreffen12) bespreken, informeren -
5 traiter
traiter [trettee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉5 behandelen ⇒ uiteenzetten, bespreken♦voorbeelden:→ nomv3) bejegenen5) onthalen6) bespreken7) bewerken8) verwerken9) bespuiten [groenten] -
6 agiter
agiter [aazĵietee]2 verontrusten ⇒ opwinden, ophitsen3 bespreken ⇒ ter sprake brengen, behandelen♦voorbeelden:1 agiter la main • zwaaien, wuivenagiter la queue • kwispelenagiter avant de s'en servir • schudden voor het gebruik1 heen en weer gaan ⇒ heen en weer rennen, zich bewegen2 zich druk maken ⇒ zich opwinden, onrustig worden, zijn♦voorbeelden:1. v1) schudden2) ophitsen3) ter sprake brengen, behandelen2. s'agiterv2) zich druk maken, zich opwinden -
7 critique
critique1 [krietiek]I 〈m.〉1 criticus ⇒ recensent, beoordelaarII 〈v.〉1 kritiek ⇒ bespreking, recensie2 (de) critici ⇒ (de) kritiek, (de) recensenten3 kritiek ⇒ ongunstige beoordeling, afkeuring♦voorbeelden:faire la critique d'un roman • een roman besprekenformuler des critiques • kritiek leveren————————critique2 [krietiek]2 kritiek ⇒ hachelijk, gevaarlijk1. mcriticus, recensent2. f1) bespreking, recentie2) (de) critici, recensenten3) kritiek3. adj1) kritiek, beslissend2) hachelijk, gevaarlijk3) kritisch -
8 débattre
débattre [deebaatr]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 discussiëren over ⇒ onderhandelen over, bespreken♦voorbeelden:1 worstelen (met) ⇒ vechten (tegen), zich verzetten (tegen)♦voorbeelden:se débattre comme un forcené • uit alle macht tegenspartelen1. v3) bepleiten2. se débattrev -
9 retenir
retenir [rətnier, rtənier]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 tegenhouden ⇒ achter-, weer-, op-, in-, afhouden2 inhouden ⇒ onderdrukken, bedwingen♦voorbeelden:je ne vous retiens plus • ik houd u niet langer opretenir qn. à dîner • iemand vragen om te blijven eten♦voorbeelden:v2) tegenhouden3) achterhouden4) inhouden5) onthouden6) samenhouden7) reserveren -
10 faire la critique d'un roman
faire la critique d'un romanDictionnaire français-néerlandais > faire la critique d'un roman
См. также в других словарях:
Besprechen — Besprếchen, verb. irreg. act. S. Sprechen. 1) Zum voraus behandeln, als ein anständiger Ausdruck für das niedrige bestellen. Waaren besprechen. Ein Haus, ein Zimmer besprechen. 2) Durch Worte übernatürliche Wirkungen an etwas hervor bringen, in… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Dollart — For the steamship, see SS Dollart. Coordinates: 53°17′N 7°10′E / 53.29°N 7.16°E / 53.29; 7.16 … Wikipedia
2006–2007 Dutch cabinet formation — Following the 2006 Dutch general election, held on November 22, a process of cabinet formation started, involving negotiations about which coalition partners to form a common programme of policy and to divide the posts in cabinet. On February 22 … Wikipedia
Provo (Zeitschrift) — PROVO Beschreibung Publikation der Provo Bewegung Fachgebiet … Deutsch Wikipedia
bespeak — (v.) O.E. besprecan speak about, speak against, complain, from BE (Cf. be ) + SPRECAN (Cf. sprecan) to speak (see SPEAK (Cf. speak)). A common Germanic compound (Cf. O.S. bisprecan, Du. bespreken, O.H.G. bisprehhan, Ger. besprechen … Etymology dictionary
bisprekan — *bisprekan germ., stark. Verb: nhd. besprechen, tadeln; ne. discuss, blame (Verb); Rekontruktionsbasis: ae., afries., as., ahd.; Etymologie: s. *bi, *sprekan; Weiterleben … Germanisches Wörterbuch