-
1 veste
veste [vest]〈v.〉1 jasje♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 retourner sa veste • van mening, partij veranderenf -
2 veste de costume, de complet
veste de costume, de completDictionnaire français-néerlandais > veste de costume, de complet
-
3 veste bien coupée
-
4 veste croisée
-
5 craquer sa veste
craquer sa veste -
6 croiser une veste
croiser une veste -
7 lustrer les manches de sa veste
lustrer les manches de sa vesteDictionnaire français-néerlandais > lustrer les manches de sa veste
-
8 ramasser, prendre une veste
ramasser, prendre une vesteDictionnaire français-néerlandais > ramasser, prendre une veste
-
9 retourner sa veste
retourner sa vestevan mening, partij veranderen -
10 tomber la veste
tomber la veste -
11 une veste anthracite
une veste anthracite -
12 anthracite
anthracite [ãtraasiet]〈m.; ook bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:m, adj -
13 craquer
craquer [kraakee]2 knappen ⇒ scheuren, openbarsten3 dreigen te mislukken ⇒ op instorten staan, wankelen, kraken♦voorbeelden:il a craqué • hij is ingestortII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen scheuren ⇒ doen knappen, kapotmaken♦voorbeelden:craquer sa veste • uit zijn jasje scheurenv1) kraken, knarsen2) scheuren4) toegeven5) kicken (op)7) aanstrijken [lucifer] -
14 croisé
croisé1 [krwaazee]〈m.〉————————croisé2 [krwaazee]1 gekruist ⇒ kruis-, kruiselings over elkaar♦voorbeelden:rimes croisées • kruisrijmen, gekruiste rijmen¶ veste croisée • dubbelrijig jasje, overslagjasjem -
15 croiser
croiser [krwaazee]1 kruisenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 kruisen ⇒ over elkaar doen, slaan♦voorbeelden:croiser une veste • de panden van een jasje over elkaar slaan→ bras1. v1) kruisen3) ontmoeten, tegenkomen2. se croiserv1) elkaar kruisen, ontmoeten -
16 retourner
retourner [rətoernee]♦voorbeelden:retourner à son propos • de draad (van een verhaal) hervattenretourner sur • terugkomen opII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 van mening, houding doen veranderen♦voorbeelden:retourner la salade • de sla omroerenretourner la terre • de grond omspittenretourner la tête • omkijkenretourner un vêtement • een kledingstuk kerentourner et retourner un projet • een plan van alle kanten bekijken→ veste2 omkijken♦voorbeelden:s'en retourner • terugkerens'en retourner comme on est venu • onverrichter zake vertrekkense retourner sur le dos • zich op zijn rug draaiense retourner contre • zich keren tegen→ crêpe1. v1) terugkeren2) weer gaan5) omdraaien8) richten [wapen]9) terugsturen2. se retournerv1) zich omkeren2) omkijken -
17 tomber
tomber1 [tõbee]〈m.〉 〈 sport en spel〉————————tomber2 [tõbee]3 (weg)vallen ⇒ verzwakken, verdwijnen, dalen4 te lijf gaan ⇒ zich werpen (op), aanvallen5 worden ⇒ geraken, vallen6 vallen ⇒ vervallen, instorten7 (bij toeval) komen ⇒ verschijnen, geraken♦voorbeelden:tomber mort, raide mort • morsdood neervallenil laissa tomber ces mots • hij zei de volgende woorden〈 informeel〉 laisse tomber! • kap er mee, geef 't op!!!laisser tomber qn. • iemand laten vallen, zich niet meer voor iemand interesserenlaisser tomber qc. • iets laten vallen, iets loslaten, zich niet meer met iets bezighoudenjupe qui tombe bien • rok die goed valttomber dans les bras de qn. • iemand in de armen vallentomber dans l'escalier • op de trap vallenla rue tombe dans une autre • de straat komt op een andere straat uittomber de fatigue • van moeheid omvallenmots qui tombent des lèvres de qn. • woorden die van iemands lippen komenle stylo m'est tombé des mains • de vulpen viel uit mijn handentomber par la fenêtre • uit het raam vallenle soleil lui tombe sur les yeux • de zon schijnt in zijn ogendes toits qui tombent bien bas sur les fenêtres • laag overhangende dakentomber sur ses pieds • op zijn voeten terechtkomenle jour tombe • de avond valtle vent est tombé • de wind is gaan liggen4 ils nous sont tombés dessus • ze hebben ons overvallen, verrast5 tomber amoureux, malade • verliefd, ziek wordentomber dans une erreur • in een fout vervallentomber dans la misère • in ellende gerakenil est tombé bien bas • hij is wel diep gezonken7 ça tombe bien, mal • dat treft goed, slechtil est bien tombé • hij heeft het goed getroffentomber juste • opgaan, de spijker op de kop slaanje suis tombé en pleine réunion • ik kwam midden in de vergadering binnenvallencet article m'est tombé sous les yeux • dat artikel is me toevallig onder ogen gekomentomber sur qn. • iemand tegen het lijf lopentomber sur qc. • ergens tegenaan lopen♦voorbeelden:→ vestev2) uitvallen3) verzwakken4) aanvallen5) worden6) verschijnen, komen7) vallen (op) [datum]8) uitkomen [krant] -
18 lustrer
-
19 tomber une femme
-
20 tourner et retourner un projet
Dictionnaire français-néerlandais > tourner et retourner un projet
См. также в других словарях:
veste — [ vɛst ] n. f. • 1578; it. veste « habit »; du lat. vestis « vêtement » 1 ♦ Anciennt Vêtement couvrant le torse, ouvert devant. Vestes militaires. ⇒ dolman, hoqueton , soubreveste. « Il endosse la grande veste de chasse, qui lui tombait sur les… … Encyclopédie Universelle
veste — VÉSTE, veşti, s.f. 1. Fapt, întâmplare, noutate care se aduce sau ajunge la cunoştinţa cuiva; ştire, informaţie. ♢ loc. adv. Fără (de) veste = deodată, subit, pe neaşteptate. ♢ expr. A da de veste = a aduce la cunoştinţă, a înştiinţa, a vesti. A… … Dicționar Român
Veste — ist eine ältere Bezeichnung für Burg. Das Wort stammt wie die Wörter Festung und Befestigung von dem Adjektiv fest ab. Das Adjektiv wiederum hat seinen Stamm im mittelhochdeutschen Wort veste und im althochdeutschen Wort festi. Im 16. Jahrhundert … Deutsch Wikipedia
veste — / vɛste/ (ant. o pop. vesta) s.f. [lat. vestis ]. 1. (abbigl.) a. [tutto ciò che viene indossato per coprire la persona] ▶◀ abito, capo, indumento, (poet.) spoglia, (lett.) vestimento. b. (estens.) [al plur., riferito a persona singola, nome… … Enciclopedia Italiana
veste — VESTE. s. f. (L S se prononce.) Sorte de longue robe, qui se met par dessus les autres habits, & se porte par les peuples du Levant. Longue veste. veste à la Turque. veste de drap d or. Il se dit aussi, d Une maniere de longue camisole, qu on… … Dictionnaire de l'Académie française
veste — vestè prv. Kad nei̇̃na, vestè atvèsk … Bendrinės lietuvių kalbos žodyno antraštynas
Veste — Veste, veraltete Schreibweise für Feste (s. d.) … Meyers Großes Konversations-Lexikon
veste — s. f. 1. Opa, vestimenta. • vestes s. f. pl. 2. Hábito, vestido. 3. Trajo, roupa … Dicionário da Língua Portuguesa
veste — (Del lat. vestis). f. poét. vestido … Diccionario de la lengua española
veste — southern ME. var. fast v. and adv., fist n.1 … Useful english dictionary
Veste — Exemple de veste pour homme avec pochette … Wikipédia en Français