-
61 lot
n. Lot (figuur uit de bijbel,neef van abraham)[ lot]2 kavel ⇒ perceel, partij, (veiling)nummer♦voorbeelden:→ bad bad/II 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉1 groep ⇒ aantal dingen/mensen, een hoop, een heleboel♦voorbeelden:1 lots and lots • ontzettend veel, hopena lot of books/lots of books • een heleboel boekenthat's the lot • dat is allesthings have changed a lot • er is nogal wat veranderd -
62 low
adj. laag; zwak; neerslachtig; diep; goedkoop; grof--------adv. laag; op lage toon; minderwaardig; raakt op--------n. gebied van lage luchtdruk; dieptepunt; laagterecord; iets laags--------v. loeien, bulkenlow1[ loo] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————low2〈 lowness〉1 laag ⇒ niet hoog, niet intensief♦voorbeelden:low gear • lage versnellinglow grade • lage kwaliteit, laag gehalte/percentage 〈 vaak attributief〉low point • minimum, dieptepuntlow tide • laagwater, eblow water • laag water, laagtij 〈 in een rivier〉at lowest • op z'n laagstlow comedy • kluchtkeep a low profile • zich gedeisd/op de achtergrond houdenII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉3 zwak ⇒ slap, futloos♦voorbeelden:————————low3〈 werkwoord〉————————low4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:play low • laag/voor kleine bedragen spelen4 be/get/run low • op raken, bijna op zijn -
63 move on familiar ground
-
64 new
het economische welzijn van een gemeenschap of natie nadat de uitkeringen en kosten berekend zijnNEW (net economic welfare)--------oorlog zondewr gebruikmaking van explosieven'biologische en/of high-tech virussen gebruikt als strijdwapensNEW (nonexplosive warfare)[ njoe:] 〈 newness〉1 nieuw ⇒ ongebruikt, recent♦voorbeelden:a new look • een nieuw aanziennew math(s) • nieuwe/moderne wiskundenew moon • (eerste fase van de) wassende maan, nieuwemaannew town • new town, nieuwbouwstadthe New World • de Nieuwe Wereld, Noord- en Zuid-Amerikaas good as new • zo goed als nieuwput a new face on • een nieuw gezicht geventurn over a new leaf • met een schone lei beginnencast a new light on • een nieuw licht werpen opget/give (someone/something) a new lease of/ 〈 Amerikaans-Engels〉 on life • de levensduur verlengen (van persoon/voorwerp), (iemand) een hart onder de riem stekenwhat's new? • is er nog nieuws?that's new to me • dat is nieuw voor meI'm new to the job • ik werk hier nog maar pas -
65 no man's land
niemandslandno man's land1 niemandsland ⇒ no man's land 〈ook figuurlijk; leger〉; onontgonnen terrein 〈 bijvoorbeeld wetenschappelijk〉 -
66 off limits (to)
off limits (to) -
67 on slippery ground
-
68 out of bounds
-
69 pitch
n. hoogte van een toon; teer; worp van een bal; helling; waar zaken gedaan worden; (in computers - printers) het aantal tekens per inch--------v. gooien; opslaan; stampen; stortenpitch11 worp8 pek♦voorbeelden:————————pitch2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 doen afhellen/aflopen 〈 dak〉♦voorbeelden: -
70 playable
adj. bespeelbaar (terrein); speelbaar[ pleeəbl] -
71 plot
n. intrige, plot; inhoud van een verhaal; ; plattegrond; stuk grond, terrein, perceel--------v. beschuldigen; plotten; (tabel) invullen, schetsenplot1[ plot] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 stuk(je)/lap(je) grond ⇒ perceel————————plot2〈 plotted〉1 samenzweren ⇒ intrigeren, plannen/een complot smedenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
72 polder
-
73 range
n. ruimte; veld; kring; draagwijdte; keten; baan; fornuis--------v. bereiken; uitbreidenrange1[ reendzj]1 rij ⇒ reeks, keten5 gebied ⇒ kring, terrein♦voorbeelden:psycholinguistics is outside our range • van psycholinguïstiek hebben wij geen verstand1 bereik ⇒ draagkracht/wijdte2 termijn ⇒ strekking, periode♦voorbeelden:the range of his voice • het bereik van zijn stemhe gave free range to his thoughts • hij liet zijn gedachten de vrije loopat a range of 200 miles • op 200 mijlthe man had been shot at close range • de man was van dichtbij neergeschotenbeyond range • buiten bereik, te ver wegI could not hear him, he was out of range • ik kon hem niet horen, hij was te ver weg 〈 buiten stembereik〉(with)in range • binnen schootsafstand, binnen bereik————————range25 zwerven ⇒ zich bewegen, gaan6 dragen ⇒ een bereik hebben, reiken♦voorbeelden:3 ticket prices range from three to eight pound • de prijzen van de kaartjes liggen tussen de drie en acht pondII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 rangschikken ⇒ ordenen, (op)stellen♦voorbeelden:range a subject under two heads • een onderwerp in twee rubrieken onderbrengen -
74 reconnaissance
n. verkenning (van vijandelijk terrein); onderzoek (van bepaald grondgebied)♦voorbeelden: -
75 reconnoiter
-
76 reconnoitre
v. verkennen; het terrein verkennen (van vijand)II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
77 region
n. regio, zone, streek; omgeving[ rie:dzjən]♦voorbeelden:the Arctic regions • de Arcticathe shaded region • het gearceerde gedeelte -
78 rough
adj. hard; ruw, grof; onbewerkt--------adv. ruw, grof, bars, streng, hardhandig, moeilijk; ruig; oneffen; ongeslepen--------n. gewelddadige kerel; iets in het klad geschreven; tegenslag--------v. ruw maken, ruw worden; zich gewelddadig gedragen; preliminair voorbereiden, in kort omschrijvenrough1[ ruf]3 ruwe staat ⇒ onbewerkte/onvoltooide staat♦voorbeelden:————————rough2〈bijvoeglijk naamwoord; roughness〉1 ruw ⇒ ruig, oneffen4 ruw ⇒ scherp, naar; wrang van smaak5 ruw ⇒ schetsmatig, niet uitgewerkt♦voorbeelden:3 rough behaviour • wild/baldadig gedrag4 rough luck • pech, tegenslaga rough time • een zware tijdrough wine • wrange wijnit is rough on him • het is heel naar voor hemrough justice • min of meer rechtvaardige behandelingrough quarter of the town • gevaarlijke buurt→ roughly roughly/————————rough3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:¶ rough it • zich behelpen, op een primitieve manier leven————————rough4〈 bijwoord〉2 wild ⇒ ruw, woest♦voorbeelden:live rough • zwerven, in de open lucht leven -
79 run
n. hardlopen; afstand; rit; gedeelte; serie; "trein ", aanval--------v. rennen, weglopen; laten lopen; een programma starten (in computers); overgaan, laten lopen, beheren; voorbereiden; oprichten; voldoen; waarmaken; doorgaan; lekken; uitkleden; moeite doenrun1[ run] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 benaming voor〉 tocht ⇒ afstand; eindje hollen; tocht, vlucht, rit; traject, route, lijn; tochtje, uitstapje 〈 van trein, boot〉; 〈 skiën〉 baan, helling; 〈 cricket, honkbal〉 run 〈 score van 1 punt〉♦voorbeelden:at a/the run • in looppasthe play had a five months' run in London • het stuk heeft vijf maanden in Londen gespeeldget/have a (good) run for one's money • waar voor zijn geld krijgengive someone the run of • iemand de (vrije) beschikking geven over〈 slang〉 the runs • buikloop, diarree————————run21 rennen ⇒ hollen, hardlopen2 〈 benaming voor〉 gaan ⇒ (voort)bewegen; lopen; (hard) rijden; pendelen, heen en weer rijden/varen 〈 van bus, pont e.d.〉; voorbijgaan, aflopen 〈 van tijd〉; lopen, werken 〈 van machines〉; (uit)lopen, (weg)stromen, druipen 〈van vloeistoffen e.d.〉; 〈 figuurlijk〉 (voort)duren, lopen, gaan, zich uitstrekken, gelden3 rennen ⇒ vliegen, zich haasten♦voorbeelden:run at someone • iemand aanvallenrun at something • toestormen op iets2 the play will run for ten performances • er zullen tien voorstellingen van het stuk gegeven wordenrun afoul/foul of • 〈 figuurlijk〉stuiten op, in botsing komen metfeelings ran high • de gemoederen raakten verhit/liepen hoog oprun on electricity • elektrisch zijnrun to crabbiness • geneigd zijn tot vittenrun to extremes • in uitersten vervallenhe ran fifth • hij kwam als vijfde binnenrun across someone/something • iemand tegen het lijf lopen/ergens tegen aan lopenrun for it • op de vlucht slaan, het op een lopen zettenRoman noses run in our family • de adelaarsneus zit bij ons in de familierun through the minutes • de notulen doornemenhis inheritance was run through within a year • hij had binnen een jaar zijn erfenis erdoor gejaagdmy allowance doesn't run to/I can't run to a car • mijn toelage is niet toereikend/ik heb geen geld genoeg voor een auto→ run around run around/, run away run away/, run back run back/, run down run down/, run in run in/, run into run into/, run off run off/, run on run on/, run out run out/, run over run over/, run up run up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 〈 benaming voor〉 doen bewegen ⇒ laten gaan; varen, rijden; doen stromen, gieten; in werking stellen, laten lopen 〈machines e.d.〉; 〈 figuurlijk〉 doen voortgaan, leiden, runnen♦voorbeelden:run someone over • iemand overrijdenrun a business • een zaak hebbenrun a car • autorijden, een auto hebbenrun someone close/hard • iemand (dicht) op de hielen zitten; 〈 figuurlijk〉 weinig voor iemand onderdoenrun a comb through one's hair • (even) een kam door zijn haar halen6 we won't run him • we zullen hem niet inschrijven/laten deelnemen -
80 scout
n. verkenner, padvinder, scout--------v. op verkenning uitgaan; rondzwerven op zoek naar iets of iemand; zoeken, onderzoekenscout1[ skaut] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 〈 Scout〉verkenner/ster ⇒ padvinder/ster, gids♦voorbeelden:————————scout21 zoeken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
terrein — Terrein. s. m. Espace de terre considéré par rapport à quelque ouvrage qu on y fait, ou qu on y pourroit faire, par rapport à quelque action qui s y passe. Les lignes des assiegeants occupoient un grand terrein. les assiegeants gagnoient le… … Dictionnaire de l'Académie française
terrein — obs. f. terrain, terrene … Useful english dictionary
terrein — (tè rin) s. m. 1° Espace de terre plus ou moins étendu, considéré d une manière générale. • Ce sont les hommes qui font l État, et c est le terrein qui nourrit les hommes, J. J. ROUSS. Contr. soc. II, 10. • Je ne vois dans ces terreins si… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
TERREIN — s. m. Voyez TERRAIN … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
terrain — [ terɛ̃ ] n. m. • 1155; du lat. terrenum, de l adj. terrenus « formé de terre » I ♦ 1 ♦ Étendue de terre (considérée dans son relief ou sa situation). ⇒ 1. sol. Terrain accidenté. Accident, plis de terrain, du terrain. La route épouse tous les… … Encyclopédie Universelle
NAC Breda — Full name NOAD ADVENDO Combinatie Breda Nickname(s) Pearl of the South Yellow Army The Rats Foun … Wikipedia
Rat Verlegh Stadion — Former names FUJIFILM Stadion and MyCom Stadion Location Stadionstraat 23 4815 NC Breda The Netherlands … Wikipedia
NAC Stadion — NAC Stadium Beatrix Stadium, NAC stadion Beatrixstraat Location Beatrixstraat 2 4811 AC Breda The Netherlands … Wikipedia
Deelen Air Base — IATA: none – ICAO: EHDL Summary Airport type Military Operator Royal Netherlands Air Force Location … Wikipedia
La Ciotat — 43° 10′ 25″ N 5° 36′ 36″ E / 43.173547, 5.609969 … Wikipédia en Français
NAC Fanzine De Rat — Logo NAC Fanzine De Rat Categories Fanzine, NAC Breda Frequency 8 times per season Circulation … Wikipedia