-
1 Atlit camp
Kamp Atlit (een kamp dat werd gebruikt voor Ma'apilim gevangenen) -
2 camp for displaced persons
kamp voor verplaatste mensen -
3 camp
adj. verwijfd; homoseksueel; verouderd; belachelijk--------n. kamp--------v. kamperen; parkeren; in een kamp wonencamp1[ kæmp]♦voorbeelden:the socialist camp • het socialistische kampbreak (up)/strike camp • (zijn tenten) opbrekenpitch camp • zijn tenten opslaan2 kitsch♦voorbeelden:————————camp21 verwijfd ⇒ nichterig, precieus3 overdreven ⇒ theatraal, bizar♦voorbeelden:low camp • goedkoop, laag-bij-de-gronds————————camp31 kamperen ⇒ zijn kamp/tenten opslaan2 zich nichterig/overdreven gedragen♦voorbeelden:they camped out last night • ze hebben vannacht in de tent geslapenII 〈 overgankelijk werkwoord〉→ camp up camp up/ -
4 decamp
v. het kamp opbreken, vluchten[ dikæmp] -
5 encampment
-
6 labor camp
werkkamp, kamp voor gedetineerden waar ze hard werk moeten verrichten; kamp voor zwervende boerderijknechten -
7 break camp
-
8 break
n. onderbreking; doorbraak; pauze; inbraak; kans; wijziging; (in computers) overbrugging, stoppen en starten van een nieuw deel in een document--------v. breken; stuk slaan; verbreken; inbreken; stoppen, aflastenbreak1[ breek]♦voorbeelden:there was a break in the weather • het weer sloeg omwithout a break • onophoudelijk, zonder te stoppen4 bad break • pech, tegenvallerlucky break • geluk, meevallergive someone a break • iemand een kans geven (om zichzelf te bewijzen), iemand een plezier doen→ clean clean/♦voorbeelden:2 break of day • dageraad, ochtendgloren————————break23 pauzeren♦voorbeelden:his voice broke • hij kreeg de baard in zijn keelthe box broke open • de doos barstte open2 break free/loose • ontsnappen, losbreken4 the frost broke • het hield op met vriezen, het ging dooienbreak into a gallop • plotseling gaan galopperenbreak forth • uitbarsten, losbarsten 〈 in woede〉break into a tenner • een briefje van tien aanbrekenthis extra work breaks into my evenings • dit extra werk slokt mijn avonden opbreak over • overheen golven, overheen spoelen→ break away break away/, break down break down/, break in break in/, break off break off/, break out break out/, break through break through/, break up break up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 break a blow • een klap opvangen/brekenbreak camp • het kamp opbrekenbreak cover • uit de schuilplaats komenbreak someone of a habit • iemand een gewoonte aflerenbreak the law • de wet overtreden/brekenbreak a path/way • een weg banenbreak prison/jail • uitbrekenbreak a record • een record verbeteren/brekenbreak a strike • een staking breken -
9 cantonment
-
10 laager
n. legerkamp (i.h.b. omringd door wagens-in Zuid-Afrika); wagenpark[ la:gə] -
11 latrine
-
12 pitch
n. hoogte van een toon; teer; worp van een bal; helling; waar zaken gedaan worden; (in computers - printers) het aantal tekens per inch--------v. gooien; opslaan; stampen; stortenpitch11 worp8 pek♦voorbeelden:————————pitch2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 doen afhellen/aflopen 〈 dak〉♦voorbeelden: -
13 post
n. (in computers) de zelftest van de computer die gestart wordt wordt, de controles die de computer uitvoert al deze aangezet wordtpost1[ poost] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 paal ⇒ stijl, post2 〈 paardensport〉start/finishpaal ⇒ vertrekpunt, eindpunt4 post(bestelling) ⇒ postkantoor, brievenbus5 post ⇒ (stand)plaats, (leger)kamp6 betrekking ⇒ baan, ambt♦voorbeelden:4 by return of post • per kerende post, per omgaandeby post • per postit's in the post • het is onderweg————————post2II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 bekendmaken ⇒ aankondigen, openbaar maken3 posteren ⇒ plaatsen, uitzetten♦voorbeelden: -
14 put up
zich kandidaat stellen; voorstellenput up♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 opsteken ⇒ hijsen, ophangen3 bekendmaken ⇒ afkondigen, ophangen♦voorbeelden:put up a show • iets voor de show doen4 put up a case • een zaak naar voren brengen/verdedigenput up a proposal • een voorstel voorleggen7 who will put up money for new research? • wie stelt geld beschikbaar voor nieuw onderzoek?the rebels put up strong resistance • de rebellen boden hevig weerstand¶ put someone up to something • iemand opstoken/aanzetten tot iets; iemand op de hoogte brengen van iets -
15 strike
n. staking; aanval; uitvinding; geluk--------v. slaan; aansteken; toeslaan; toeschijnen; schijnen; opkomen bij; treffen; staken; doorhalen; waarmakenstrike1[ strajk] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 staking♦voorbeelden:————————strike21 slaan ⇒ slaan in/met/op/tegen; uithalen; treffen, raken; aanvallen, toeslaan; aanslaan 〈 snaar, noot〉; aan de haak slaan, vangen; munten, geld slaan; aansteken 〈 lucifer〉; botsen (met/op), stoten (op/tegen)3 wortel (doen) schieten ⇒ stekken; (zich) vasthechten (in)4 aanvoelen ⇒ aandoen, lijken5 (op pad/weg) gaan ⇒ beginnen (met)♦voorbeelden:the clock strikes • de klok slaatstruck dumb • met stomheid geslagenthey were struck silent • ze stonden als verstomdstrike through • doorstrepen, schrappenstrike (up)on • treffen, slaan op; stoten op, ontdekken; krijgen, komen op 〈 idee〉strike at • uithalen naar, een slag toedienen 〈 ook figuurlijk〉struck by lightning • door de bliksem getroffenstrike someone off the list • iemand royerenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 bereiken ⇒ sluiten, halen4 uitkomen op ⇒ tegenkomen, stuiten op5 ontdekken ⇒ vinden, stoten op6 een indruk maken op ⇒ opvallen, lijken♦voorbeelden:strike a bargain with • het op een akkoordje gooien metdid it ever strike you that • heb je er wel eens aan gedacht dat¶ strike terror into someone's heart • iemand met schrik vervullen/de schrik op het lijf jagen -
16 the boxers put up a good fight
-
17 the guns are trained (up)on the camp
the guns are trained (up)on the campEnglish-Dutch dictionary > the guns are trained (up)on the camp
-
18 the socialist camp
-
19 train
n. trein; caravan; rij; opeenvolging, reeks gebeurtenissen; sleep van een jurk, japon of rok (zoals bij troujapon) die over de grond sleept; stoet; staart van een komeet--------v. opleiden, trainen, africhtentrain1[ treen] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 trein3 gevolg ⇒ stoet, sleep♦voorbeelden:1 by train • per/met de treina train of thoughts • een gedachtegangpreparations are in train • de voorbereidingen zijn aan de gang————————train2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 opleiden ⇒ scholen, opvoeden♦voorbeelden: -
20 winger
n. vleugelspeler (voetbal); iemand behorend bij kamp- (bij politiek)
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Kamp — bezeichnet Kamp (Land), ein Stück Land geographisch: ein historisches Gebiet nördlich von Rendsburg, Schleswig Holstein, siehe Fræzlæt einen Ortsteil von Kamp Lintfort, einer Stadt in Nordrhein Westfalen Kamp (Gemeinde Arbesbach), eine… … Deutsch Wikipedia
kamp — kȁmp m <N mn kàmpovi> DEFINICIJA 1. logor, tabor [vojni kamp] 2. uređeno mjesto s potrebnim instalacijama i higijenskim uvjetima za boravak većeg broja ljudi pod šatorima, u prikolicama vozila itd. [turistički kamp]; kamping SINTAGMA kamp… … Hrvatski jezični portal
KAMP — may refer to:* KAMP (AM), an unlicensed radio station (1570 AM) located in Tucson, Arizona, United States * KAMP LP, a low power radio station (92.9 FM) licensed to St. Michael, Alaska, United States … Wikipedia
Kamp — Sm Grasplatz, kleine Baumschule per. Wortschatz reg. (16. Jh.), mndd. kamp Entlehnung. Entlehnt aus l. campus Feld . Ebenso nndl. kamp, ne. camp, nfrz. camp; Camp. ✎ Jones (1976), 170. lateinisch l … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Kamp [3] — Kamp, 1) (Kloster Kamp) Dorf im preuß. Reg. –Bez. Düsseldorf, Kreis Mörs, hat eine kath. Kirche, ein ehemaliges Cistercienserkloster (1122 gegründet. 1802 aufgehoben) und (1900) 1130 Einw. Hier fanden 12. Juni 1758 und 16. Okt. 1760 Gefechte… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
kamp — sb., en, e, ene, i sms. kamp , fx kampdommer, kampdag, kamppilot … Dansk ordbog
Kamp [1] — Kamp, 1) eine mit Rasen bewachsene od. mit Holz etc. bepflanzte Fläche; 2) in Steinsalzwerken der Theil zwischen zwei Schächten … Pierer's Universal-Lexikon
Kamp [2] — Kamp, 1) Marktflecken am Rheine, im nassauischen Amte Braubach; Wallfahrtskirche; 1200 Ew.; Trümmer der Burgen Liebenstein u. Sternberg (die Brüder); 2) Fluß in Österreich unter der Enns, fällt unterhalb Krems in die Donau; 3) Dorf, so v.w.… … Pierer's Universal-Lexikon
Kamp [1] — Kamp, eingefriedigtes oder mit einem Graben umzogenes Feldstück; auch ein ausgerissenes Stück Land, z. B. ein Eichelkamp, wo Eicheln aufschlagen sollen; in Westfalen und Niedersachsen ein mit Eichen bestandenes Stück Grasland; auch eine Flußinsel … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Kamp [2] — Kamp, Fluß in Niederöstereich, entsteht aus dem Großen und Kleinen K. im Greinerwald an der Grenze von Oberösterreich, fließt östlich, dann südlich und mündet nach 144 km langem Lauf bei Grafenwörth links in die Donau. Das Kamptal ist reich an… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Kamp — Kamp, mit Rasen bewachsenes oder mit Holz bepflanztes, eingefriedigtes Stück Land; Flußinsel; in Norddeutschland jeder in der Fruchtfolge in gleicher Weise bearbeitete und bestellte Acker … Kleines Konversations-Lexikon