-
1 ramble
n. zwerftocht--------v. zwervenramble1[ ræmbl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 zwerftocht ⇒ wandeltocht, uitstapje————————ramble2〈 werkwoord〉1 dwalen ⇒ zwerven, trekken♦voorbeelden:2 once he gets started he rambles on • wanneer hij eenmaal begonnen is, blijft hij maar doorzeuren -
2 range
n. ruimte; veld; kring; draagwijdte; keten; baan; fornuis--------v. bereiken; uitbreidenrange1[ reendzj]1 rij ⇒ reeks, keten5 gebied ⇒ kring, terrein♦voorbeelden:psycholinguistics is outside our range • van psycholinguïstiek hebben wij geen verstand1 bereik ⇒ draagkracht/wijdte2 termijn ⇒ strekking, periode♦voorbeelden:the range of his voice • het bereik van zijn stemhe gave free range to his thoughts • hij liet zijn gedachten de vrije loopat a range of 200 miles • op 200 mijlthe man had been shot at close range • de man was van dichtbij neergeschotenbeyond range • buiten bereik, te ver wegI could not hear him, he was out of range • ik kon hem niet horen, hij was te ver weg 〈 buiten stembereik〉(with)in range • binnen schootsafstand, binnen bereik————————range25 zwerven ⇒ zich bewegen, gaan6 dragen ⇒ een bereik hebben, reiken♦voorbeelden:3 ticket prices range from three to eight pound • de prijzen van de kaartjes liggen tussen de drie en acht pondII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 rangschikken ⇒ ordenen, (op)stellen♦voorbeelden:range a subject under two heads • een onderwerp in twee rubrieken onderbrengen -
3 roam
-
4 rove
n. een draad van katoen of zij of wol--------v. ((om)zwerven; dwalen (v. ogen)af-, doorzwerven[ roov]1 zwerven ⇒ dolen, dwalen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doorzwerven ⇒ dolen, dwalen -
5 stray
adj. verdwaald, zwervend--------n. (rond)zwerven (mens of dier)--------v. (rond)zwerven, (rond-)dwalen, verdwalen, afdwalenstray1[ stree] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————stray21 verdwaald ⇒ zwervend, afgedwaald2 verspreid ⇒ sporadisch, toevallig♦voorbeelden:stray cats • zwerfkatten————————stray3〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
6 swan around
swan around1 rondtrekken/zwerven ⇒ zwalken, (rond)banjerenII 〈werkwoord + voorzetsel〉1 rondtrekken/zwerven in -
7 wander
v. zwerven; dwalen[ wondə]5 kuieren♦voorbeelden:wander about • rondzwervenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
8 wandering
adj. zwerven, zwervende; slingerend; dwalend--------n. zwerven -
9 be on the move
be on the moveop trek zijn 〈 van vogels〉; op reis zijn, aan het zwerven zijn -
10 be on/walk the streets
be on/walk the streetsdakloos zijn/worden, op straat zwerven (op zoek naar werk); tippelen -
11 bum
adj. waardeloos--------n. bedelaar; iemand die niets uitvoert; achterwerk--------v. rondhangen, lummelenbum13 (kloot)zak ⇒ mislukkeling, nietsnut————————bum2〈 bijvoeglijk naamwoord〉 〈 slang〉1 waardeloos ⇒ rottig, klote-♦voorbeelden:I've got a bum leg • ik sukkel met mijn ene poot————————bum33 liften♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bietsen ⇒ bedelen, aftroggelen -
12 drift
n. beweging, richting, tendens; erosie, afdrijving--------v. met de stroom meegaan; meeslependrift1[ drift] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 afwijking/drijving ⇒ het weg/afdrijven, het zwerven2 vlaag ⇒ sneeuw/regenvlaag, stofwolk3 opeenhoping ⇒ berg, massa4 ongeorganiseerde beweging ⇒ gang, trek5 strekking ⇒ tendens, bedoeling♦voorbeelden:I get your drift • ik begrijp wat je bedoelt→ continental continental/————————drift21 (af/uiteen)drijven 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ (zich laten) meedrijven, (rond)zwalken♦voorbeelden:John and Mary drifted apart • John en Mary vervreemdden van elkaardrift away/off • geleidelijk verdwijnenshe just drifted in • ze kwam zomaar even langsII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
13 float
n. drijvend voorwerp, vlot, boei; drijflichaam; luchttank (bij vliegtuig voor het drijven op water)--------v. drijven, laten drijven; laten varen; zweven; stichten, oprichten; op de beurs verkopenfloat1[ floot] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 drijvend voorwerp ⇒ vlot, boei, dobber4 geldbedrag ⇒ contanten, kleingeld————————float23 zweven♦voorbeelden:the scene floated before my eye • het tafereel zweefde me voor de ogenII 〈 overgankelijk werkwoord〉6 in omloop brengen ⇒ voorstellen, rondvertellen♦voorbeelden:float a rumour • praatjes in de wereld brengen -
14 hoof
n. hoef van een speciaal dier (paard, koe, enz.)--------v. zwerven; trappen; dansen (jargon)hoof1[ hoe:f] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: ook hooves〉♦voorbeelden:————————hoof21 lopen♦voorbeelden: -
15 live rough
zwerven, in de open lucht leven -
16 migrant
adj. migrerend; v. migrant, seizoenarbeider--------n. emigrant, iemand die verhuist, vogels die trekken, zwerven[ majgrənt]♦voorbeelden: -
17 mobile
adj. mobiel, beweeglijk; beweging; (het) zwerven; verandering--------n. mobiel (speelgoed)[ moobajl] 〈zelfstandig naamwoord: mobility〉♦voorbeelden: -
18 move
n. zet; stap; verhuizing--------v. bewegen; verplaatsen; verhuizen; ontroeren; voorstellenmove1[ moe:v] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 beweging3 zet ⇒ beurt, slag4 stap ⇒ maatregel, manoeuvre♦voorbeelden:get someone/something on the move • iemand/iets in beweging brengenlarge forces were on the move • grote strijdkrachten waren op de been4 make a move • opstaan 〈 van tafel〉; opstappen, het initiatief nemen; maatregelen treffen, in actie komenmake moves to stop the war • stappen ondernemen om de oorlog te staken————————move21 (zich) bewegen ⇒ zich verplaatsen, van positie/houding veranderen2 vorderen ⇒ vooruitkomen, opschieten6 verhuizen ⇒ (weg)trekken, zich verzetten7 een voorstel/verzoek doen♦voorbeelden:it's time to be moving • het is tijd om te vertrekkenmove along • doorlopen, opschietenhe moved away from her • hij ging een stapje opzijmove off! • verdwijn!, hoepel op!move over • inschikken, opschuivenmove down a road • een weg afgaanmove towards better understanding • tot een beter begrip komenthe plot moves slowly • de plot ontwikkelt zich langzaamsuddenly things began to move • plotseling kwam er leven in de brouwerijkeep moving! • blijf doorgaan!, doorlopen!the army moves off • het leger marcheert af6 they moved away • ze trokken weg/verhuisdenthey moved into a flat • ze betrokken een flat→ move about move about/, move around move around/, move down move down/, move in move in/, move on move on/, move out move out/, move up move up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bewegen ⇒ (ver)roeren, in beweging/beroering brengen3 verhuizen ⇒ vervoeren, overbrengen4 opwekken ⇒ (ont)roeren, raken, aangrijpen5 drijven ⇒ aanzetten, aansporen♦voorbeelden:1 the police moved them along • de politie dwong hen door te lopen/rijdenit moved him to laughter • het werkte op zijn lachspierenhe is moved to tears • hij is tot tranen toe geroerdbe moved to • zich geroepen voelen (om) te→ move about move about/, move around move around/, move down move down/, move in move in/, move on move on/, move out move out/, move up move up/ -
19 peregrination
n. zwerftocht; het zwerven1 het rondtrekken ⇒ zwerftocht, rondzwerving -
20 reel
n. haspel, klos, spoel--------v. duizelen, wankelen; zwervenreel1[ rie:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 haspel ⇒ klos, spoel————————reel2♦voorbeelden:3 reel back • terugdeinzen/wijkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 doen duizelen/wankelen/draaien♦voorbeelden:
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Swerve — Swerve, v. i. [imp. & p. p. {Swerved}; p. pr. & vb. n. {Swerving}.] [OE. swerven, AS. sweorfan to wipe off, to file, to polish; akin to OFries. swerva to creep, D. zwerven to swerve, to rope, OS. swerban to wipe off, MHG. swerben to be whirled,… … The Collaborative International Dictionary of English
Swerved — Swerve Swerve, v. i. [imp. & p. p. {Swerved}; p. pr. & vb. n. {Swerving}.] [OE. swerven, AS. sweorfan to wipe off, to file, to polish; akin to OFries. swerva to creep, D. zwerven to swerve, to rope, OS. swerban to wipe off, MHG. swerben to be… … The Collaborative International Dictionary of English
Swerving — Swerve Swerve, v. i. [imp. & p. p. {Swerved}; p. pr. & vb. n. {Swerving}.] [OE. swerven, AS. sweorfan to wipe off, to file, to polish; akin to OFries. swerva to creep, D. zwerven to swerve, to rope, OS. swerban to wipe off, MHG. swerben to be… … The Collaborative International Dictionary of English
Germanic strong verb — In the Germanic languages, a strong verb is one which marks its past tense by means of ablaut. In English, these are verbs like sing, sang, sung. The term strong verb is a translation of German starkes Verb , which was coined by the linguist… … Wikipedia
Hai Tanahku Papua — ( Oh My Land Papua ) is an unofficial anthem of West Papua. Contents 1 History 2 Current status 3 Lyrics 3.1 Old Indonesian spelling … Wikipedia
Henri Arnoldus — (* 22. Februar 1919 in Middelburg; † 19. Dezember 2002, ebenda) war ein niederländischer Lehrer und Kinderbuchautor, der durch seine Kinderbuchreihe Pitje Puck bekannt wurde. Pitje Puck ist der lustige Briefträger eines kleinen Dorfes, der in den … Deutsch Wikipedia
Verbes irreguliers neerlandais — Verbes irréguliers néerlandais Infinif OVT Participe passé Traduction Bakken Bakte Gebakken Cuire Barsten Barstte Gebarsten Éclater Bederven Bedorf Bedorven Corrompre Bedriegen Bedroog … Wikipédia en Français
Verbes irréguliers néerlandais — Infinif OVT Participe passé Traduction Bakken Bakte Gebakken Cuire Barsten Barstte Gebarsten Éclater Bederven Bedorf Bedorven Corrompre Bedriegen Bedroog Bedrogen … Wikipédia en Français
swerve — /swerrv/, v., swerved, swerving, n. v.i. 1. to turn aside abruptly in movement or direction; deviate suddenly from the straight or direct course. v.t. 2. to cause to turn aside: Nothing could swerve him. n. 3. an act of swerving; turning aside.… … Universalium
swerve — [c]/swɜv / (say swerv) verb (swerved, swerving) –verb (i) 1. to turn aside abruptly in movement or direction; deviate suddenly or sharply from the straight or direct course. –verb (t) 2. to cause to turn aside. –noun 3. the act of swerving; a… …
Sterben — 1. Alles besser wie gestorben. (Warschau.) Trost der Unglücklichen, die bei grossem Verlust, z.B. einer Feuersbrunst, wenigstens das Leben gerettet haben. 2. Ans Sterben denkt man zu spät. Frz.: On s arise tard en mourant. 3. As män sugt:… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon