-
21 get
v. krijgen; halen; bereiken; verkrijgen; pakken; begrijpen; worden; aangestoken worden (met een ziekte); komen; veroorzaken[ get] 〈 got, got, verouderd, behalve in Amerikaans-Engels of in Brits-Engels in vaste verbindingen gotten〉1 (ge)raken ⇒ (ertoe) komen, gaan, bereiken♦voorbeelden:get ready • zich klaarmakenhe's getting to be an old man • hij is een oude man aan het worden〈 Amerikaans-Engels〉 get to do something • erin slagen/ertoe komen iets te doenget done with • afmakenhe never gets to drive the car • hij krijgt nooit de kans om met de auto te rijdenget lost • verdwalen〈 Amerikaans-Engels〉 get lost! • loop naar de maan!get to see someone • iemand te zien krijgenget ahead • vooruitkomen, succes boekenget ahead of • achter zich latenget behind/behindhand • achterop rakenget as far as • komen tot (bij)〈informeel; figuurlijk〉 get nowhere/somewhere • niets/iets bereikenget above oneself • heel wat van zichzelf denkenget abreast of • op gelijke hoogte komen metget among • verzeild raken tussenget at • bereiken, te pakken krijgen, komen aan/achter/bij; 〈 informeel〉 bedoelen; bekritiseren; knoeien met • omkopen; ertussen nemenstop getting at me! • laat me met rust!get at the truth • de waarheid achterhalenthe witness had been got at • de getuige was omgekochtwhat are you getting at? • wat bedoel je daarmee?who are you getting at? • op wie heb je het eigenlijk gemunt?get from • weg raken vanget in contact/touch with • contact opnemen metget into something • ergens in (verzeild) rakenget into the car • in de auto stappenget into debt • schulden makenget into a habit • een gewoonte aankwekenthe alcohol got into his head • de alcohol steeg hem naar het hoofdget into a school • toegelaten worden tot een schoolget into shape • in conditie komenget into a temper • driftig wordenget into trouble • in moeilijkheden gerakenget into the way of things • eraan wennenget into yoga • aan yoga gaan doenwhat's got into you? • wat bezielt je?, wat heb je?get on(to) a subject • bij een onderwerp belanden〈 informeel〉 get on(to) something • lucht krijgen van iets, iets ontdekken〈 informeel〉 get onto someone • iemand te pakken krijgen/contacterenget onto the council • tot raadslid gekozen wordenget on(to) the plane • op het vliegtuig stappenget on(to) one's bike • op zijn fiets stappenget out of something • ergens uitraken, zich ergens uit reddenget out of bed • uit bed komenget out of a habit • een gewoonte ontwennenget out of it! • kom nou!, verkoop geen onzin!get out of (someone's) sight • (uit iemands ogen) verdwijnenget out of the way • uit de weg gaan, plaats makenget round the table • rond de tafel gaan zitten, besprekingen voerenget to • bereiken, kunnen beginnen aan, toekomen aanwhere has he got to? • waar is hij naar toe?get to bed • naar bed gaanget to the point • ter zake komenget to the top (of the ladder/tree) • de top bereikenget to work on time • op tijd op zijn werk komenget to someone • iemand aangrijpen; iemand vervelen, iemand ergeren〈 slang〉 get with it • erbij zijn, alert/aandachtig zijnget going/moving! • vooruit!, begin (nu eindelijk)!get to know someone • iemand leren kennenget to like something • ergens de smaak van te pakken krijgenget talking • een gesprek aanknopenhe got to wondering … • hij begon zich af te vragen …→ get about get about/, get across get across/, get along get along/, get around get around/, get away get away/, get back get back/, get by get by/, get down get down/, get in get in/, get off get off/, get on get on/, get out get out/, get over get over/, get round get round/, get through get through/, get up get up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 bezorgen ⇒ verschaffen, voorzien4 doen geraken ⇒ doen komen/gaan/bereiken; brengen; krijgen; doen5 maken ⇒ doen worden, bereiden, klaarmaken6 nemen ⇒ (op/ont)vangen, grijpen; (binnen)halen7 overhalen ⇒ ertoe/zover krijgen♦voorbeelden:get a blow on the head • een klap op zijn kop krijgenget fame • beroemd wordenget the feel of • de slag te pakken krijgen vanget a glimpse of • vluchtig te zien krijgenget a grip on • de slag te pakken krijgen vanget one's hands on • te pakken krijgenget leave • verlof krijgenget a letter • een brief ontvangenget a look at • te zien krijgenget measles • de mazelen krijgenget one year in prison • tot één jaar gevangenisstraf veroordeeld wordenget possession of • in zijn bezit krijgenget what's coming to one • krijgen wat men verdientget little by something • ergens weinig baat bij vindenget it (hot) • zijn verdiende loon krijgenthe soldier got it in the leg • de soldaat werd aan zijn been gewondwe get nine as the average • onze gemiddelde uitkomst is negenget from/out of • krijgen vanget something out of someone • iets van iemand loskrijgenget something out of something • ergens iets aan hebbenget the best/most/utmost out of • het beste maken van3 get someone some food/a place • iemand te eten/onderdak gevenget something for someone • iemand iets bezorgen, iets voor iemand halen4 get something going • iets op gang krijgen, iets op dreef helpenget someone talking • iemand aan de praat krijgenget something home • iets doen doordringenget together • bijeenbrengen, inzamelenget it together • het klaarspelen, het goed doenget something into one's head • zich iets in het hoofd halenget something into someone's head • iets aan iemand duidelijk makenget something into a room • iets in een kamer binnenkrijgenget oneself into trouble • in moeilijkheden gerakenget someone into trouble • iemand in moeilijkheden brengenget someone out of something • iemand aan iets helpen ontsnappenget something out of one's head/mind • iets uit zijn hoofd zettenget something out of a room • iets een kamer uitkrijgenget the two sides round the table • de twee partijen met elkaar confronterenget something through the door • iets door de deur krijgenget something under control • iets onder controle krijgenlet me get this clear/straight • laat me dit even duidelijk stellenget ready • klaarmakenget the sum right • de juiste uitkomst krijgenI'll just get the dishes done and then … • ik doe nog even de afwas en dan …get one's hair cut • zijn haar laten knippenget something done • iets gedaan krijgenget the six o'clock train • de trein van zes uur nemenget something to eat • een hapje etengo and get your breakfast! • ga maar ontbijten!7 get someone to do something • iemand ertoe krijgen iets te doen, iemand iets laten doenget someone to talk • iemand aan de praat krijgenget someone to understand something • iemand iets aan het verstand brengenas soon as I get time • zodra ik tijd hebget someone (where it hurts) • iemand op de gevoelige plek rakenwhat has got him? • wat bezielt hem?get it? • gesnapt?I don't get it • ik snap er niets vanI don't get you • ik begrijp je nietyou've got it! • je hebt het geraden!¶ get something/someone wrong • iets/iemand verkeerd begrijpen/misverstaan→ get across get across/, get around get around/, get away get away/, get back get back/, get down get down/, get in get in/, get off get off/, get on get on/, get out get out/, get over get over/, get round get round/, get through get through/, get up get up/♦voorbeelden:get excited • zich opwindenget used to • wennen aanget even with someone • het iemand betaald zettenIV 〈 hulpwerkwoord〉1 worden♦voorbeelden:get married • trouwenget wounded • gewond rakenget punished • gestraft worden→ have got have got/ -
22 ἅπτω
ἅπτω 1 aor. ἧψα, ptc. ἅψας. Mid.: fut. ἅψομαι LXX; 1 aor. ἡψάμην; pf. 3 sg. ἧπται; ptc. ἡμμένος LXX. Pass.: fut. 3 sg. ἀφθήσεται Jer 31:9 B S (Hom.+).① to cause illumination or burning to take place, light, kindle (Aeschyl., Hdt.; PGM 7, 543; POxy 1297, 4; 7; 13; LXX, Joseph.) λύχνον ἅ. (Herodas 8, 6; PAthen 60, 6; Epict. 1, 20, 19; Diog. L. 4, 66; 6, 41; TestSol 6:10 λύχνους; Philo, Gig. 33 [mid.]; Jos., Ant. 3, 199) Lk 8:16; 11:33; 15:8. ἅ. πῦρ kindle a fire (Eur., Hel. 503; Phalaris, Ep. 122, 2; Jdth 13:13; TestSol 7:5; Jos., Ant. 4, 55) Lk 22:55 v.l.; Ac 28:2. Pass. Mk 4:21 v.l. (cp. PGM 13, 683 λύχνους ἡμμένους).② to make close contact, mid. w. gen. (Hom. et al.; En, PsSol, GrBar; Jos., Ant. 6, 308 al; Just., Ath.; Mel., P. 52, 383).ⓐ gener. touch, take hold of, hold τινός someone or someth. Lk 7:39; IRo 5:2. Dg 12:8. MPol 13:2. Hs 1:11; the sky by throwing a stone m 11:18.— Touch someone’s chest, spontaneously, of one who is speaking Hv 1, 4, 2; cp. 3, 1, 6. Cp. GHb 356, 39=ISm 3:2. ἅψαι τοῦ παιδίου take hold of the child GJs 20:3. Fig., take hold of τ. βασιλείας the Kingdom B 7:11.—JBauer, Agraphon 90 Resch: ZNW 62, ’71, 301–3.ⓑ cling to μή μου ἅπτου stop clinging to me! (s. BHaensler, BZ 11, 1913, 172–77; KKastner, ibid. 13, 1915, 344–53; KRösch, ibid. 14, 1917, 333–37; BViolet, ZNW 24, 1925, 78–80; FPerles, ibid. 25, 1926, 287; WCotter, ET 43, ’32, 45f; TNicklin, ibid. 51, ’39/40, 478; JMaiworm, ThGl ’38, 540–46) J 20:17 (Arrian, Anab. 6, 13, 3: Alexander is severely wounded in the chest by an arrow and his soldiers cannot believe that he is still alive. When he appears among them, recovered from his wound, they take hold [ἁπτόμενοι] of his hands, knees, and clothing in astonishment and delight).ⓒ freq. of touching as a means of conveying a blessing (divine working by a touch of the hand: Anton. Lib. 4, 7 Ἀπόλλων ἁψάμενος αὐτοῦ τῇ χειρὶ πέτρον ἐποίησεν; Ps.-Apollod. 2, 1, 3, 1 Zeus transforms by touching [ἅπτεσθαι]) Mk 10:13; Lk 18:15 (here perh. hold), esp. to bring about a healing (SIG 1169, 62). Gener. of touching persons who are ill Mt 8:3; 17:7; Mk 1:41; 8:22; Lk 5:13. ἅψαι αὐτῆς ἐκ τ. χειρῶν σου Mk 5:23 D. Esp. of touching parts of the body (SIG 1170, 23 ἥψατό μου τῆς δεξιᾶς χιρός) τ. γλώσσης (cp. Philo, De Prov. in Eus., PE 8, 14, 18) Mk 7:33. τ. ὀφθαλμῶν Mt 9:29; cp. 20:34; 8:15; Lk 22:51. Likew. τῆς σοροῦ touch the coffin, if the purpose was to raise the dead man, not simply to halt the bearers (cp. Aphrodite touching a chariot Pind., P. 9, 11) Lk 7:14. Of those who are ill, touching the healer Mk 3:10; 6:56; Lk 6:19; 8:45ff. Also of touching the clothes of the healer (cp. Athen. 5, 212f ἑκάστου σπεύδοντος κἂν προσάψασθαι τῆς ἐσθῆτος) ἅ. τ. ἱματίου touch his cloak Mt 9:21; Mk 5:27; 6:56. τ. ἱματίων 5:28, 30f. τ. κρασπέδου the hem or tassel Mt 9:20; 14:36; Lk 8:44.③ to partake of someth., w. cultic implications, have contact with, touch. Of contact w. unclean things 2 Cor 6:17 (Num 16:26; Is 52:11). The abs. μὴ ἅψῃ you must not touch or handle Col 2:21 can be interpreted in this sense. On the other hand, ἅπτεσθαι can mean eat, like our ‘touch food’ (Od. 4, 60; Plut., Anton. 923 [17]; Chariton 6, 2, 8 οὐχ ἥπτετο τροφῆς; Arrian, Anab. 4, 9, 5 σίτου ἅπτεσθαι; Aelian, VH 12, 37 ἐπʼ ἀπορίᾳ τροφῶν ἥψατο τῶν καμήλων=he seized [and ate] the camels; Diog. L. 6, 73 κρεῶν; Philostrat., Vi. Apoll. 3, 27 p. 105, 9; Philo, Exs. 134; Jos., Ant. 4, 234; 8, 362; 13, 276; En 25:4f [tree of life, as in GrBar 4:8]). We would, then, have in this passage the anticlimax eat, taste, touch. Finally, θιγγάνω, like ἅπτ. and γεύομαι (q.v. 1) can mean eat (cp. Iambl., Vi. Pyth. 31, 191 κυάμων μὴ θιγγάνειν; 13, 61 γεύεσθαι=Porphyr., Vi. Pyth. 24 θιγγάνειν; POxy 1185, 10f [c. 200 A.D.], where three difft. expr. for ‘eat’ are grouped together: τὸν παῖδα δεῖ ἄρτον ἐσθίειν, ἅλας ἐπιτρώγειν, ὀψαρίου μὴ θιγγάνειν [eat, eat [with], not eat at all]). The combination ἐσθ., τρωγ., θιγγ. might corresp. to Col 2:21 ἅπτ., γεύ., θιγγ., taken to mean eat, enjoy, consume (ἅ. and γεύ. together, both=‘eat’ in Teles p. 34, 5). The verbs, perh. used in association w. var. foods (s. POxy 1185) by the false spirits, are effectively combined by Paul, in order to picture the feeling of dread which he castigates.④ to touch intimately, have sexual contact, of intercourse w. a woman (Pla., Leg. 8, 840a; Aristot., Pol. 7, 14, 12 [1335b]; Plut., Alex. 676 [21, 9]; M. Ant. 1, 17, 13; Jos., Ant. 1, 163; Gen 20:6; Pr 6:29) γυναικὸς μὴ ἅ. 1 Cor 7:1 (ἅπτεσθαι w. gen. of ‘touching’ a woman in general: Vi. Aesopi G103).⑤ to make contact with a view to causing harm, touch for the purpose of harming, injure (Diod S 1, 84, 1; Arrian, Alex. Anab. 4, 4, 2; Ps 104:15; 1 Ch 16:22; Zech 2:12; Demetr.: 722 Fgm. 1, 7 Jac.) ὁ πονηρὸς οὐχ ἅπτεται αὐτοῦ the evil one cannot harm him (or cannot even touch him; cp. 1 Esdr 4:28; PsSol 13:6; TestAbr A 15 p. 96, 11 [Stone p. 40]) 1J 5:18.—Fig. οὐχ ἅψηται σου κακόν no evil shall touch you 1 Cl 56:8 (Job 5:19; cp. PsSol 13:6; 15:4).—OHeick, Hapto in the NT: Luth. Church Quart. 12, ’39, 90–95.—B. 76; 1061. DELG. M-M s.v. ἅπτομαι. TW. Sv. -
23 أعاق (حركة أو نمو)
أَعَاقَ (حركة أو نُمُو) \ cramp: to prevent easy or natural movement of: Tight shoes cramp the feet. hinder: to delay; make (sth.) slow or difficult: His wounded leg hindered his escape (or hindered him in his escape). hold up: to delay: The building of the road has been held up by bad weather. interrupt: to stop; prevent for a short time: The electricity supply was interrupted by the storm. retard: to delay the progress or development of (sth.); cause to be late. \ See Also أخر (أَخَّرَ)، أوقف (أَوْقَفَ)، ضايق (ضَايَقَ)، عرقل (عَرْقَلَ) -
24 cramp
أَعَاقَ (حركة أو نُمُو) \ cramp: to prevent easy or natural movement of: Tight shoes cramp the feet. hinder: to delay; make (sth.) slow or difficult: His wounded leg hindered his escape (or hindered him in his escape). hold up: to delay: The building of the road has been held up by bad weather. interrupt: to stop; prevent for a short time: The electricity supply was interrupted by the storm. retard: to delay the progress or development of (sth.); cause to be late. \ See Also أخر (أَخَّرَ)، أوقف (أَوْقَفَ)، ضايق (ضَايَقَ)، عرقل (عَرْقَلَ) -
25 hinder
أَعَاقَ (حركة أو نُمُو) \ cramp: to prevent easy or natural movement of: Tight shoes cramp the feet. hinder: to delay; make (sth.) slow or difficult: His wounded leg hindered his escape (or hindered him in his escape). hold up: to delay: The building of the road has been held up by bad weather. interrupt: to stop; prevent for a short time: The electricity supply was interrupted by the storm. retard: to delay the progress or development of (sth.); cause to be late. \ See Also أخر (أَخَّرَ)، أوقف (أَوْقَفَ)، ضايق (ضَايَقَ)، عرقل (عَرْقَلَ) -
26 hold up
أَعَاقَ (حركة أو نُمُو) \ cramp: to prevent easy or natural movement of: Tight shoes cramp the feet. hinder: to delay; make (sth.) slow or difficult: His wounded leg hindered his escape (or hindered him in his escape). hold up: to delay: The building of the road has been held up by bad weather. interrupt: to stop; prevent for a short time: The electricity supply was interrupted by the storm. retard: to delay the progress or development of (sth.); cause to be late. \ See Also أخر (أَخَّرَ)، أوقف (أَوْقَفَ)، ضايق (ضَايَقَ)، عرقل (عَرْقَلَ) -
27 interrupt
أَعَاقَ (حركة أو نُمُو) \ cramp: to prevent easy or natural movement of: Tight shoes cramp the feet. hinder: to delay; make (sth.) slow or difficult: His wounded leg hindered his escape (or hindered him in his escape). hold up: to delay: The building of the road has been held up by bad weather. interrupt: to stop; prevent for a short time: The electricity supply was interrupted by the storm. retard: to delay the progress or development of (sth.); cause to be late. \ See Also أخر (أَخَّرَ)، أوقف (أَوْقَفَ)، ضايق (ضَايَقَ)، عرقل (عَرْقَلَ) -
28 retard
أَعَاقَ (حركة أو نُمُو) \ cramp: to prevent easy or natural movement of: Tight shoes cramp the feet. hinder: to delay; make (sth.) slow or difficult: His wounded leg hindered his escape (or hindered him in his escape). hold up: to delay: The building of the road has been held up by bad weather. interrupt: to stop; prevent for a short time: The electricity supply was interrupted by the storm. retard: to delay the progress or development of (sth.); cause to be late. \ See Also أخر (أَخَّرَ)، أوقف (أَوْقَفَ)، ضايق (ضَايَقَ)، عرقل (عَرْقَلَ) -
29 جرح
جَرَحَ \ cut: to wound or treat with sth. sharp, esp. with a knife: She cut her finger on some broken glass. injure: to hurt or wound: She was slightly injured in a motor accident. The injured (people) were taken to hospital. wound: to hurt (sb.) by cutting, bitting, shooting, etc. (usu. on purpose): He wounded me in the leg. \ See Also قطع (قَطَعَ)، آذى (آذَى) \ جَرَحَ شُعُورَه \ hurt sb.’s feelings: to make sb. unhappy: If you refuse his help, you’ll hurt his feelings. -
30 cut
جَرَحَ \ cut: to wound or treat with sth. sharp, esp. with a knife: She cut her finger on some broken glass. injure: to hurt or wound: She was slightly injured in a motor accident. The injured (people) were taken to hospital. wound: to hurt (sb.) by cutting, bitting, shooting, etc. (usu. on purpose): He wounded me in the leg. \ See Also قطع (قَطَعَ)، آذى (آذَى) -
31 injure
جَرَحَ \ cut: to wound or treat with sth. sharp, esp. with a knife: She cut her finger on some broken glass. injure: to hurt or wound: She was slightly injured in a motor accident. The injured (people) were taken to hospital. wound: to hurt (sb.) by cutting, bitting, shooting, etc. (usu. on purpose): He wounded me in the leg. \ See Also قطع (قَطَعَ)، آذى (آذَى) -
32 wound
جَرَحَ \ cut: to wound or treat with sth. sharp, esp. with a knife: She cut her finger on some broken glass. injure: to hurt or wound: She was slightly injured in a motor accident. The injured (people) were taken to hospital. wound: to hurt (sb.) by cutting, bitting, shooting, etc. (usu. on purpose): He wounded me in the leg. \ See Also قطع (قَطَعَ)، آذى (آذَى) -
33 krank
Adj.; kränker, am kränksten1. sick (auch psychisch); präd. auch ill, not well; Organe und BOT.: diseased; Zahn, Mandeln: bad; krank werden fall ill, bes. Am. get sick; kränker werden get worse; krank spielen malinger, pretend to be ill (bes. Am. sick); jemanden krank machen make s.o. ill2. fig. Geist: sick; Wirtschaft etc.: sick, ailing; kranke Phantasie sick mind; jemanden krank machen get s.o. down; Lärm etc.: get on s.o.’s nerves; er macht mich krank umg. he’s driving me (a)round the bend; krank vor Sorge / Heimweh fig. sick with worry / really homesick3. Jägerspr. (angeschossen) Tier: wounded* * *sick; diseased; invalid; ill* * *krạnk [kraŋk]1. adj comp - er['krɛŋkɐ] superl -ste(r, s) ['krɛŋkstə]1) (= nicht gesund) ill usu pred, sick (auch fig), not well; (= leidend) invalid; Pflanze, Organ diseased; Zahn, Bein bad; Wirtschaft, Firma ailing; (HUNT ) Wild woundedkrank werden — to fall ill or sick, to be taken ill or sick
krank am Herzen or an der Seele (liter) — sick at heart (liter)
vor Aufregung/Angst krank — sick with excitement/fear
der kranke Mann am Bosporus — the Sick Man of Europe
2) (sl = verrückt) off one's head (inf)2. adv comp -er, superl am -stensich krank stellen — to pretend to be ill or sick, to malinger
das macht/du machst mich krank! (inf) — it gets/you get on my nerves! (inf), it drives/you drive me crazy or (a)round the bend! (inf)
* * *1) (not in good health; not well: She was ill for a long time.) ill2) ((especially American) ill: He is a sick man; The doctor told me that my husband is very sick and may not live very long.) sick3) (to make (someone) feel very annoyed, upset etc: It makes me sick to see him waste money like that.) make (someone) sick* * *< kränker, kränkste>[kraŋk]ein \krankes Bein/Herz a bad leg/heart2. (leidend)▪ \krank sein to be diseased5. JAGD wounded6.* * *; kränker, kränkst... Adjektiv1) ill usu. pred.; sick; bad <leg, tooth>; diseased <plant, organ>; (fig.) sick, ailing <economy, business>ein krankes Herz/eine kranke Leber haben — have a bad heart/a liver complaint
[schwer] krank werden — be taken or fall [seriously or very] ill
er wurde immer kränker — he got steadily worse
sie liegt krank zu/im Bett — she is ill in bed
jemanden krank machen — make somebody ill; (fig.) get on somebody's nerves
vor Heimweh/Liebe krank sein — be homesick/lovesick
2) (Jägerspr.): (angeschossen) wounded* * *krank werden fall ill, besonders US get sick;kränker werden get worse;krank spielen malinger, pretend to be ill (besonders US sick);jemanden krank machen make sb ill2. fig Geist: sick; Wirtschaft etc: sick, ailing;kranke Fantasie sick mind;jemanden krank machen get sb down; Lärm etc: get on sb’s nerves;er macht mich krank umg he’s driving me (a)round the bend;krank vor Sorge/Heimweh fig sick with worry/really homesick* * *; kränker, kränkst... Adjektiv1) ill usu. pred.; sick; bad <leg, tooth>; diseased <plant, organ>; (fig.) sick, ailing <economy, business>ein krankes Herz/eine kranke Leber haben — have a bad heart/a liver complaint
[schwer] krank werden — be taken or fall [seriously or very] ill
sie liegt krank zu/im Bett — she is ill in bed
jemanden krank machen — make somebody ill; (fig.) get on somebody's nerves
vor Heimweh/Liebe krank sein — be homesick/lovesick
2) (Jägerspr.): (angeschossen) wounded* * *adj.diseased adj.ill adj.sick adj.sickly adj. adv.invalidly adv. -
34 bad
bæd
1. прил.
1) дурной, плохой, скверный bad language ≈ сквернословие bad luck ≈ невезение bad name ≈ дурная репутация She feels bad. ≈ Она плохо себя чувствует. It is too bad! ≈ Вот беда! bad coin ≈ фальшивая монета Syn: disagreeable, distasteful, objectionable, unpleasant, mischievous Ant: acceptable, desirable, good, pleasant, pleasing, satisfactory, unobjectionable
2) испорченный;
недоброкачественный to go bad ≈ испортиться;
сгнить
3) безнравственный, развращенный
4) вредный Beer is bad for you. ≈ Пиво вам вредно.
5) больной bad leg ≈ больная нога to be taken bad ≈ заболеть
6) сильный( о боли, холоде и т. п.) ;
грубый( об ошибке)
7) юр. недействительный
8) амер. (в жаргоне джазменов и черных) прекрасный, лучше некуда, крутой до колик I say read these poets of the Seventies. They got something bad to say. ≈ Я тебе говорю - ОБЯЗАТЕЛЬНО почитай этих поэтов семидесятников. У них ТАКОЕ написано! ∙ bad debt ≈ безнадежный долг bad blood ≈ ссора;
неприязнь bad hat, bad lot ≈ мошенник;
непутевый, никудышный человек bad fairy ≈ злой гений bad form ≈ дурные манеры bad man ≈ отчаянный человек, головорез with a bad grace ≈ неохотно
2. сущ. реально это субстантивированное прилагательное, однако субстантивация едва ли завершилась, так что часто правильно переводить его прилагательным
1) несчастье, неудача;
любой объект действительности или ситуация, являющийся нежелательным So bad proceeded propagating worse. ≈ Становилось все хуже и хуже Syn: misfortune, failure to take the bad with the good ≈ стойко переносить превратности судьбы
2) потеря, проигрыш, убыток;
долг He was between 70 and 80 pounds to the bad. ≈ Долг его был где-то 70-80 фунтов. to the bad in the bad Syn: loss, damage
3) гибель;
опустошение, разорение go to the badплохое, дурное - to take the * with the good стойко переносить превратности судьбы;
в жизни всякое бывает плохое состояние, качество - to exchange the * for better поправить свои дела - his health went from * to worse ему становилось все хуже и хуже - I am with you for * or worse я готов разделить с тобой все невзгоды - * is the best впереди ничего хорошего не предвидится - (the *) (собирательнле) злодеи (финансовое) (профессионализм) дефицит - 500 pounds to the * долг в 500 фунтов стерлингов > to be in * быть в беде;
(with smb.) не нравиться( кому-л.) ;
быть в немилости( у кого-л.) > he is in * with his mother-in-law теща его не жалует > to go to the * сбиться с пути( истинного) ;
плохо кончить;
пропасть, погибнуть > she wept at seeng her son go to the * она обливалась слезами, видя, что ее сын все больше опускается плохой, дурной;
скверный - * action скверный поступок - * visibility плохая /слабая/ видимость - * luck неудача, невезение - * news неприятная /тяжелая/ весть;
дурные вести - * man дурной человек;
(американизм) бандит - * taste плохой вкус, безвкусица - the remark was in * taste (это было) очень неуместное /бестактное/ замечание - in the * sense of the word в плохом смысле этого слова - to feel * чувствовать себя неловко - to be in a * temper быть в плохом настроении /раздраженным/ - he is a * correspondent он не любит отвечать на письма - the light is * мало света - the machine was in * condition машина была неисправна - he is in * shape( разговорное) он в плохом состоянии;
он не в форме - it is * to tell lies лгать нехорошо - it is very * of you это очень дурно с вашей стороны( разговорное) неплохой, недурной - not a * fellow неплохой парень - he is not a * player он недурно играет - not a * idea неплохая мысль, недурная идея;
я не возражаю - not half /so, too/ * отлично, здорово безнравственный;
развращенный;
порочный - * woman развратная женщина - children should not have access to * books детям нельзя давать безнравственные книги непристойный, неприличный - * language сквернословие - * word непристойное слово, ругательство - to call smb. * names обзывать кого-л. гнилой;
испорченный, недоброкачественный - * fish тухлая рыба - * air испорченный /загрязненный/ воздух - * water плохая /непригодная (для питья) / вода - to go * гнить, разлагаться - fish soon goes * in hot weather в жаркую погоду рыба быстро портится неполноценный, некачественный, с дефектами - * heating плохо топят больной - * tooth больной /гнилой / зуб - * leg поврежденная нога;
нарыв на ноге - * eyes слабое зрение - to feel * плохо себя чувствовать - to be * with fever болеть лихорадкой - he is in * health он нездоров, у него слабое здоровье - it is so * with him он так сильно болен - she was taken * ей стало плохо неискренний;
нечестный - to act in * fait поступать нечестно /недобросовестно/;
заведомо обманывать неприятный;
противный - * smell неприятный запах - * taste противный вкус;
неприятный привкус (во рту) (часто for) неблагоприятный;
неподходящий;
вредный - * environment плохое /неподходящее/ окружение, неблагоприятная обстановка - * food for the young неподходящая пища для детей - smoking is * for you курение вам вредно - small print is * for the eyes от мелкого шрифта портятся глаза - the weather is * for tennis погода неблагоприятна для тенниса - it was a * time /moment/ to let her know ей рассказали об этом в неподходящий момент фальшивый, поддельный;
недействительный - * coin фальшивая монета - * passport фальшивый /поддельный/ паспорт;
недействительный /просроченный/ паспорт - * will завещание, не имеющее законной силы - * insurance claim ложный /необоснованный/ страховой иск неверный, ложный;
неправильный;
неточный;
ошибочный - * spelling неправильное /ошибочное/ написание - * grammar грамматическая ошибка;
неграмотная речь - * guess неверная догадка - * laws несправедливые законы - to speak * French говорить на ломаном французском языке - to see smth. in a * light видеть что-л. в превратном свете - to put a * construction on smth. ложно /превратно/ толковать что-л.;
видеть или изображать что-л. в ложном свете неудачный - * try неудачная попытка - * excuse слабое оправдание - * crop неурожай - * picture (кинематографический) фотографический брак, неудовлетворительное качество изображения - * ticket (сленг) неудачная ставка( на бегах) - * bet проигранное пари - * buy невыгодная покупка (at) неумелый, неспособный - * at figures плохо считающий;
неспособный к арифметике - to be * at tennis плохо играть в теннис( разговорное) сильный, острый;
большой;
интенсивный - * cold сильный насморк;
сильная простуда - * pain резкая боль - is the pain very *? очень больно? - a * attack of gout острый приступ подагры - * bruise сильный ушиб, большой синяк - * blunder непростительный промах - * crime тяжкое преступление - to suffer * losses понести большие потери - to have a * temperature иметь высокую температуру - he has a * fall он упал и сильно расшибся злой, злобный;
зловещий - the * fairy злая фея - * omen дурное предзнаменование - to give smb. a * look злобно посмотреть на кого-л. непослушный - Johnnie has been a * boy today Джонни сегодня плохо себя вел /не слушался/ (американизм) (сленг) отличный, превосходный;
первоклассный - he is a * man on drums он мастак играть на барабане > a * character /egg, hat, lot, penny, sort/ мерзкая личность, негодяй;
непутевый человек > * disease дурная болезнь (сифилис) > a * case тяжелый случай;
тяжелый больной;
(of) резкое проявление( чего-л.) > * blood вражда;
ссора > to make * blood between people ссорить друг с другом;
восстанавливать друг против друга > * form невоспитанность, вульгарность, плохие манеры > this is * form порядочные люди так не делают > too * очень жаль > it's too *! как жаль! > to keep * hours вести неправильный образ жизни;
поздно ложиться и поздно вставать > to be in a * way ему очень плохо, он очень плох;
он сильно болен;
ему плохо приходится, дела его плохи > to feel * about smth. беспокоиться о чем-л., испытывать угрызения совести;
сожалеть( о сделанном и т. п.) > to give smb. a * time мучить кого-л., издеваться над кем-л. > to be taken /to have it/ * тяжело заболеть;
сильно переживать( что-л.) ;
сильно увлечься( чем-л.) > to have a * time переживать тяжелое время > to have a * time doing smth. с большим трудом делать что-л. > to give smth. up as a * job отказаться от чего-л. как от безнадежного /обреченного на провал/ дела > to turn up like a * penny возвращаться к владельцу против его желания;
появляться снова вопреки( чьему-л.) желанию > to be in smb.'s * books быть у кого-л. на плохом счету > I am in his * books он меня недолюбливает (разговорное) плохо и пр - he is doing * его дела идут неважно( разговорное) (эмоционально-усилительно) очень сильно, интенсивно;
крайне - * wounded тяжело раненный - * injured сильно поврежденный;
искалеченный - to be * ill быть опасно больным - to want smth. * сильно желать чего-л. - he needs the medicine * он крайне нуждается в этом лекарстве - their hockey team was * beaten их хоккейная команда потерпела жестокое поражение( разговорное) с сожалением, тяжкоbad, bade past от bid bad: bad больной;
bad leg больная нога;
to be taken bad заболеть ~ вредный;
beer is bad for you пиво вам вредно ~ гибель;
разорение;
to go to the bad пропасть, погибнуть;
сбиться с пути истинного ~ дефектный ~ испорченный;
недоброкачественный;
to go bad испортиться;
сгнить ~ испорченный ~ неблагоприятный ~ юр. недействительный ~ недоброкачественный ~ неисправный ~ ненадлежащий ~ неправильный ~ неудача, несчастье;
to take the bad with the good стойко переносить превратности судьбы ~ a (worse;
worst) плохой, дурной, скверный;
she feels bad она плохо себя чувствует;
bad name (for) дурная репутация;
bad coin фальшивая или неполноценная монета ~ развращенный, безнравственный ~ сильная (о боли, холоде и т. п.) ;
грубый (об ошибке) ~ убыток;
to the bad в убытке, в убыток ~ юридически необоснованный~ blood ссора;
неприязнь~ a (worse;
worst) плохой, дурной, скверный;
she feels bad она плохо себя чувствует;
bad name (for) дурная репутация;
bad coin фальшивая или неполноценная монета~ debt безнадежный долг debt: bad ~ безнадежный долг a bad ~ безнадежный долг;
debt of gratitude долг благодарности bad ~ долг, не могущий быть взысканным bad ~ просроченная ссуда~ egg (или hat, lot) разг. мошенник;
непутевый, никудышный человек;
bad fairy злой гений egg: a bad ~ разг. непутевый, никудышный человек a bad ~ разг. неудачная затея~ egg (или hat, lot) разг. мошенник;
непутевый, никудышный человек;
bad fairy злой гений fairy: ~ фея;
волшебница;
эльф;
bad fairy злой дух, злой генийbad больной;
bad leg больная нога;
to be taken bad заболеть~ language сквернословие;
bad luck невезение;
it is too bad! вот беда! luck: luck судьба, случай;
bad (или ill) luck несчастье, неудача;
good luck счастливый случай, удача~ form дурные манеры;
bad man амер. отчаянный человек, головорез;
with a bad grace неохотно~ a (worse;
worst) плохой, дурной, скверный;
she feels bad она плохо себя чувствует;
bad name (for) дурная репутация;
bad coin фальшивая или неполноценная монета name: ~ репутация;
bad (или ill) name плохая репутация;
to make (или to win) a good name for oneself завоевать доброе имяbad, bade past от bidbad больной;
bad leg больная нога;
to be taken bad заболеть~ вредный;
beer is bad for you пиво вам вредно~ испорченный;
недоброкачественный;
to go bad испортиться;
сгнить~ language сквернословие;
bad luck невезение;
it is too bad! вот беда!~ a (worse;
worst) плохой, дурной, скверный;
she feels bad она плохо себя чувствует;
bad name (for) дурная репутация;
bad coin фальшивая или неполноценная монета~ неудача, несчастье;
to take the bad with the good стойко переносить превратности судьбы~ убыток;
to the bad в убытке, в убыток to the ~ дефицит в (такую-то сумму) to the ~ долг в (такую-то сумму) -
35 trascinare
drag( travolgere) sweep awayfig ( entusiasmare) carry away* * *trascinare v.tr.1 to drag (anche fig.); to trail: il bimbo trascinava il suo cavalluccio di legno, the child was trailing his wooden horse; non trascinare quella seggiola per terra!, don't drag that chair along the floor!; trascinare le gambe, i piedi, to drag one's feet; trascinare qlcu. nel fango, to drag s.o. (o s.o.'s name) through mud (o mire); trascinò la famiglia alla rovina, he dragged his family to ruin; l'abbiamo trascinato al cinema, we dragged him to the cinema // trascinare una vita di miseria, to drag out a wretched life2 ( avvincere) to fascinate: essere trascinati da una musica, to be fascinated (o enthralled) by a piece of music; trascinare la folla, to sway the crowd // un oratore che trascina, a rousing (o compelling) speaker3 (inform.) to drive*; to drag.◘ trascinarsi v.rifl. to drag oneself along: era molto vecchio e poteva trascinare a malapena, he was very old and could hardly drag himself along; il ferito si trascinò sino alla porta, the injured man dragged himself as far as the door◆ v.intr.pron. to drag on: quest'influenza si trascina da mesi, this flu has been dragging on for months; la faccenda si trascinò per diversi anni, the matter dragged on for several years; le ore si trascinano pesantemente, time drags by (o time hangs heavy).* * *[traʃʃi'nare]1. vt(gen) to drag2. vr (trascinarsi)(strisciare) to drag o.s. (along)3. vip (trascinarsi)(controversia) to drag on* * *[traʃʃi'nare] 1.verbo transitivo1) (tirare) to drag [valigia, persona]trascinare qcn. per il braccio — to pull sb. by the arm
2) (portar via) [ corso d'acqua] to sweep* away, to wash away [ tronchi]trascinare qcn. a teatro — to drag sb. along to the theatre
trascinare qcn. dal medico — to drag sb. to the doctor
trascinare qcn. in tribunale — to drag sb. through the courts
trascinare qcn. via da una festa — to drag sb. away from a party
4) (esaltare) to carry awayfarsi trascinare da — to be carried away by [ immaginazione]; to get caught up in [ eccitazione]
5) fig. (spingere)trascinare qcn. a fare qcs. — to make sb. do sth.; (coinvolgere)
non ho intenzione di farmi trascinare in una discussione — I'm not going to be drawn into an argument
6) inform. to drag [ icona]2.verbo pronominale trascinarsi1) (strisciare)- rsi fino alla porta — [ ferito] to crawl to the door; (andare con sforzo)
2) fig. (protrarsi) [processo, malattia] to drag on* * *trascinare/tra∫∫i'nare/ [1]1 (tirare) to drag [ valigia, persona]; trascinare qcn. per il braccio to pull sb. by the arm; trascinare la gamba ferita to drag one's wounded leg; trascinare i piedi to drag one's feet2 (portar via) [ corso d'acqua] to sweep* away, to wash away [ tronchi]; essere trascinato dalla folla to be swept along by the crowd3 (condurre a forza) trascinare qcn. a teatro to drag sb. along to the theatre; trascinare qcn. dal medico to drag sb. to the doctor; trascinare qcn. in tribunale to drag sb. through the courts; trascinare qcn. via da una festa to drag sb. away from a party4 (esaltare) to carry away; farsi trascinare da to be carried away by [ immaginazione]; to get caught up in [ eccitazione]; un ritmo che trascina a swinging rhythm; lasciarsi trascinare dalle proprie emozioni to be swept away by one's own emotions5 fig. (spingere) trascinare qcn. a fare qcs. to make sb. do sth.; (coinvolgere) non ho intenzione di farmi trascinare in una discussione I'm not going to be drawn into an argument6 inform. to drag [ icona]II trascinarsi verbo pronominale1 (strisciare) - rsi fino alla porta [ ferito] to crawl to the door; (andare con sforzo) - rsi al lavoro to drag oneself to work2 fig. (protrarsi) [ processo, malattia] to drag on. -
36 wund
Adj. sore, chafed; (offen) raw; wundes Herz fig. wounded heart; wunde Stelle sore; fig. ( auch wunder Punkt) sore point; wund gelegener Rücken back covered in bedsores; sich wund liegen get bedsores; sich (Dat) den Rücken wund liegen get bedsores on one’s back; wund reiben oder scheuern chafe; sich wund reiten ride until one is saddle-sore; sich (Dat) die Füße wund laufen get sore feet; fig. walk one’s feet off; sich (Dat) die Finger wund schreiben fig. wear one’s fingers to the bone writing; sich (Dat) den Mund wund reden fig. talk till one is blue in the face; den Finger auf eine wunde Stelle legen fig. touch a sore point* * *injured; sore; wounded* * *wụnd [vʊnt]1. adjsoreein wunder Punkt, eine wunde Stelle —
2. advetw wund kratzen/scheuern/reiben — to scratch/chafe/rub sth until it's raw
das Pferd/ich war vom Reiten wund gescheuert — the horse/I was saddle-sore
die Füße/Fersen wund laufen (lit) — to walk until one's feet/heels are raw; (fig) to walk one's legs off
die Finger wund nähen/schreiben — to sew/write one's fingers to the bone
See:* * *1) (with the skin rubbed and sore: My heel is raw because my shoe doesn't fit properly.) raw2) (painful: My leg is very sore; I have a sore leg.) sore* * *[vʊnt]I. adj soreich bin an den Hacken ganz \wund my heels are all soreII. adv\wund gelegen having [or suffering from] bedsores pleine \wund gelegene Stelle a bedsoresie hat sich den Rücken ganz \wund gelegen she had bedsores pl all over her backetw \wund kratzen/reiben/scheuern to make sth sore by scratching/rubbing/chafing itich habe mir die Fersen \wund gelaufen I got sore heels from walking; s.a. Punkt* * *Adjektiv soresich wund liegen — get bedsores (an + Dat. on)
* * *wundes Herz fig wounded heart;wunder Punkt) sore point;wund gelegener Rücken back covered in bedsores;sich wund liegen get bedsores;sich (dat)den Rücken wund liegen get bedsores on one’s back;scheuern chafe;sich wund reiten ride until one is saddle-sore;sich (dat)die Füße wund laufen get sore feet; fig walk one’s feet off;sich (dat)die Finger wund schreiben fig wear one’s fingers to the bone writing;sich (dat)den Mund wund reden fig talk till one is blue in the face;sich (dat)die Hände wund arbeiten umg work one’s hands raw;den Finger auf eine wunde Stelle legen fig touch a sore point* * *Adjektiv soresich wund liegen — get bedsores (an + Dat. on)
* * *adj.sore adj. -
37 piquer
piquer [pike]➭ TABLE 11. transitive verba. [guêpe, ortie] to sting ; [moustique, serpent] to bite ; (avec une épingle, une pointe) to prick ; [barbe] to prickle ; (Medicine) to give an injection to• attention, ça pique [alcool sur une plaie] careful, it's going to stingd. [+ curiosité, intérêt] to arouse2. intransitive verba. [avion] to go into a dive ; [oiseau] to swoop down• piquer du nez [avion] to nosedive ; [fleurs] to droop ; [personne] to fall headfirst ; (de sommeil) to nod off (inf)3. reflexive verbb. [drogué] to shoot upc. ( = prétendre pouvoir) se piquer de faire qch to pride o.s. on one's ability to do sth* * *pike
1.
1) ( blesser) [guêpe, ortie] to sting; [moustique, serpent] to bite; [chardon, rosier] to prick2) ( enfoncer une pointe) [personne] to prick [animal, fruit]3) Médecine to give [somebody] an injection4) Culinaire5) ( fixer) to stick [épingle]6) ( de trous) [insecte, ver] to make holes in [bois, meuble]7) ( irriter)8) (colloq) ( voler) to pinch (colloq) GB, to steal [livre, idée] (à from); ( emprunter) to pinch (colloq) GB, to borrow [crayon, pull]il pique (dans les magasins) — he's always pinching things (from shops GB ou stores US)
9) (colloq) ( arrêter) [police] to nab (colloq), to nick (colloq) GB [bandit]; ( surprendre) to get [personne]10) (colloq) ( attraper) to catch [virus]11) to stitch [tissu, vêtement]12) [propos] to needle [personne]; to sting [orgueil, fierté]13) ( éveiller) to arouse [curiosité, intérêt]14) (colloq) ( commencer)15) ( plonger)16) Musique
2.
verbe intransitif1) ( irriter) [barbe] to be bristly; [vêtement, laine] to be scratchy; [gorge, yeux] to sting; [vent, froid] to be biting2) ( exciter les sens) [moutarde, sauce] to be hot; [vin, fromage] to be sharp; [boisson, soda] (colloq) to be fizzy (colloq) GB ou sparkling3) ( descendre) [oiseau] to swoop down; [avion] to divepiquer du nez — ( s'endormir) to nod off, to doze off; ( baisser la tête) to look down; ( chuter) [avion] to go into a nosedive; [marché, Bourse] to take a nosedive; [fleur] to droop
4) (colloq) ( prendre)5) (colloq) ( s'élancer)
3.
se piquer verbe pronominal1) ( se blesser) to prick oneself2) ( se faire une piqûre) to inject oneself; ( se droguer) (colloq) to shoot up (colloq)3) ( se couvrir de taches) [miroir, linge, métal] to become spotted; [papier, livre] to become foxed4) ( par prétention) fml5) ( se vexer) to take offence [BrE] (de at)••quelle mouche t'a piqué? — (colloq) what's eating (colloq) you?
son article n'était pas piqué des vers (colloq) or hannetons — (colloq) his/her article didn't pull any punches
c'est une petite maison pas piquée des vers (colloq) or hannetons — (colloq) it's a really lovely little house
* * *pike1. vt1)piquer qch sur; piquer qch à [tableau d'affichage] — to pin sth onto
2) [abeille] to sting, [moustique] to biteNous avons été piqués par les moustiques. — We were bitten by mosquitoes.
3) [ortie] to stingpiquer les yeux [fumée] — to make one's eyes sting
4) [froid] to biteLa fumée me pique les yeux. — The smoke is making my eyes sting.
5) [sauce, poivre] to burnCette sauce me pique la langue. — This sauce is burning my tongue.
6) [patient] to give an injection to7) [chien, chat] to put to sleep8) COUTURE to machine (stitch)9) [intérêt, curiosité] to arouse10) * (= voler) to pinch *On m'a piqué mon porte-monnaie. — Somebody pinched my purse.
11) * (= arrêter) [voleur] to nab *2. vi1) [oiseau, avion] to go into a divepiquer sur [proie, cible] — to swoop down on
piquer du nez [avion] — to go into a nose-dive, fig, [personne] to doze off, [économie, chiffres] to nose-dive, to take a nose-dive
2) (= brûler) [plante, feuille] to sting, [froid] to bite, [sauce] to be hot* * *piquer verb table: aimerA vtr1 ( blesser) [guêpe, scorpion, méduse, ortie] to sting; [moustique, puce, araignée, serpent] to bite; [chardon, rosier] to prick; le scorpion l'a piqué au bras the scorpion stung his arm; il s'est fait piquer par une méduse he was ou got stung by a jellyfish;2 ( enfoncer une pointe) [personne, bec, aiguille] to prick [animal, fruit]; piquer qn avec une aiguille to prick sb with a needle; piquer son cheval to spur one's horse; piquer un rôti avec une fourchette to prick a roast with a fork; piquer un couteau dans le gâteau to prick the cake with a knife; piquer des petits pois avec sa fourchette to stab peas with one's fork; piquer (son cheval) des éperons to urge one's horse on with one's spurs;3 Méd to give [sb] an injection; piquer qn à l'épaule/au bras to give sb an injection in the shoulder/in the arm; je me suis fait piquer contre la grippe I've had a flu injection; faire piquer un animal to have an animal put down; on a dû faire piquer le chat we had to have the cat put down;4 Culin piquer un gigot d'ail to stud a leg of lamb with garlic; piquer un oignon de clous de girofle to stick an onion with cloves; un gigot d'agneau piqué d'ail a leg of lamb studded with garlic;5 ( fixer) to stick [épingle, peigne] (dans into); ( épingler) to pin [carte, badge] (à to; sur on); piquer des fleurs dans ses cheveux to stick flowers in one's hair; piquer une photo au mur/une médaille sur une veste to pin a photo to the wall/a medal on a jacket;6 ( parsemer) ( de trous) [insecte, ver] to make holes in [bois, meuble]; ( de taches) [moisissure, rouille] to spot [linge, miroir]; to fox [papier, livre];7 ( irriter) [vent, froid] to be biting; mon pull me pique la peau my sweater feels scratchy; le froid me pique le visage the cold is making my face tingle; la fumée me pique la gorge/les yeux the smoke is stinging my throat/eyes; sa gorge le pique his throat is prickling ou stinging; ses yeux la piquaient her eyes were stinging; ça me pique partout I'm itchy all over;8 ○( voler) to pinch○ GB, to steal [livre, idée] (à from); ( emprunter) to pinch○ GB, to borrow [crayon, pull]; ( choisir) to pick [nombre, personne]; il a piqué cette invention à son professeur he pinched the invention from his professor; il pique (dans les magasins) he's always pinching things (from shops GB ou stores US); il n'arrête pas de me piquer mes fringues○ he's always pinching my clothes; je me suis fait piquer mon sac à main I had my handbag pinched; piquer un numéro au hasard to pick a number at random;9 ○( arrêter) [police] to nab○, to nick○ GB [bandit, voleur]; ( surprendre) to get [personne]; il s'est fait piquer à la sortie du magasin he was nabbed ou nicked GB as he left the store; ils se sont fait piquer à tricher pendant l'examen they got caught cheating during the exam;10 ○( attraper) to catch [maladie, virus];11 Cout to stitch [tissu, vêtement]; piquer une robe à la machine to machine(-stitch) a dress; est- ce que tu sais piquer? do you know how to use a sewing-machine?;12 (toucher, affecter) [propos, attitude, personne] to needle [personne]; to sting [orgueil, fierté]; cette remarque m'a piquée this remark wounded me; piquer qn au vif to cut sb to the quick;13 ( éveiller) to arouse [curiosité, intérêt];14 ○( commencer) piquer un fou rire to have a fit of the giggles; piquer une crise de nerfs to throw a fit○; piquer un cent mètres to break into a run; piquer un galop to break into a gallop;15 ( plonger) piquer une tête (dans l'eau) to dive (into the water);16 Mus piquer une note to play a note staccato.B vi1 ( irriter) [barbe] to be bristly; [vêtement, laine] to be scratchy ; [gorge, yeux, nez] to sting; ça pique! [ortie, seringue] it stings!; [plante épineuse] it pricks!; [fumée] it stings!; [barbe] it's bristly!; j'ai la gorge qui pique my throat is stinging; tu piques ce matin you are all bristly this morning;2 ( exciter les sens) [moutarde, sauce] to be hot; [vin, fromage] to be sharp; [boisson, soda]○ to be fizzy○ GB ou sparkling; c'est de l'eau qui pique this is fizzy GB ou sparkling water;3 ( descendre) [oiseau] to swoop down; [avion] to dive; l'aigle piqua droit sur sa proie the eagle swooped on its prey; piquer du nez ( s 'endormir) to nod off, to doze off; ( baisser la tête) to look down; ( chuter) [avion] to go into a nosedive; [marché, Bourse, actions] to take a nosedive; [fleur] to droop;4 ( prendre) arrête de piquer dans le plat stop picking (things out of the serving dish); il y a plein de livres/vêtements dans le grenier, pique dans le tas si tu veux there are lots of books/clothes in the attic, help yourself from the pile;5 ○( s'élancer) le taureau piqua droit sur nous the bull came straight for us; il piqua à travers bois pour échapper à la police he cut across the woods to escape (from) the police.C se piquer vpr1 ( se blesser) to prick oneself; se piquer avec to prick oneself with [aiguille]; to prick oneself on [clou]; se piquer aux ronces to scratch oneself on the brambles; se piquer aux orties to get stung by nettles; ⇒ frotter;2 ( se faire une piqûre) to inject oneself; ( se droguer)○ to shoot up○, to inject oneself; il se pique he shoots up○; je n'ai pas besoin d'infirmière, je me pique moi-même I don't need a nurse, I do my own injections; il se pique à l'héroïne he injects himself ou shoots up○ with heroin;3 ( se couvrir de taches) [miroir] to go spotty GB, to become spotted; [papier, livre] to become foxed; [confiture] to go GB ou become mouldy GB ou moldy US; [linge] to become spotted; [métal] to become spotted (with rust); le papier mural de la salle de bains est en train de se piquer the bathroom wallpaper is becoming mildewed;4 fml ( par prétention) se piquer de philosophie to like to make out GB ou pretend one is a philosopher; se piquer de peindre/d'écrire to like to make out GB ou pretend that one is a painter/writer; se piquer de réussir seul to claim that one can manage on one's own;5 ( se vexer) to take offenceGB (de at); elle s'est piquée de ta plaisanterie she took offenceGB at your joke; il se pique facilement he takes offenceGB easily.quelle mouche t'a piqué○? what's eating○ you?; piquer des deux Équit to spur on one's horse; ( s'enfuir)○ to beat it○; son article n'était pas piqué des vers○ or hannetons○ his/her article didn't pull any punches; c'est une petite maison pas piquée des vers○ ou hannetons○ it's a really lovely little house; se piquer le nez○ or la truffe◑ to booze○, to knock it back○.[pike] verbe transitif1. MÉDECINE [avec une seringue]2. MÉDECINE VÉTÉRINAIRE [tuer]piquer un animal to put an animal down, to put an animal to sleep3. [avec une pointe] to prickpiquer un morceau de viande avec une fourchette/la pointe d'un couteau to stick a fork/the tip of a knife into a piece of meatêtre piqué ou se faire piquer par une abeille to get stung by a bee5. [enfoncer] to stickpiquer une fleur dans ses cheveux to put a flower in ou to stick a flower in one's hairpiquer une broche sur un chemisier to pin a brooch on ou onto a blouseça pique la gorge it gives you a tickle in your ou the throat7. [stimuler - curiosité, jalousie] to arouse, to awaken ; [ - amour-propre] to pique ; [ - intérêt] to stir (up)8. (familier) [faire de manière soudaine]piquer un cent mètres ou un sprintpiquer un fard to turn red ou crimsonpiquer une phrase dans un livre/à un auteur to lift a sentence from a book/an authora. [arrêter] to get nabbed ou nailed (US)b. [surprendre] to get caught11. MUSIQUEpiquer une note to dot a note, to play a note staccato[cuir] to stitch13. CUISINE————————[pike] verbe intransitifradis/moutarde qui pique hot radish/mustard2. [descendre - avion] to (go into a) dive ; [ - oiseau] to swoop down ; [ - personne] to head straight towards3. (locution)a. [avion] to go into a nosediveb. [bateau] to tilt forwardc. [fleur] to droopd. [personne] to (begin to) drop off————————se piquer verbe pronominal (emploi réfléchi)il se pique à l'héroïne he shoots ou does heroin————————se piquer verbe pronominal intransitif1. [par accident] to prick oneself2. [s'abîmer - papier, linge] to turn mildewy, to go mouldy ; [ - métal] to pit, to get pitted ; [ - vin] to turn sour3. (locution)————————se piquer verbe pronominal transitif————————se piquer de verbe pronominal plus préposition -
38 lesionado
adj.hurt, injured, wounded, damaged.f. & m.injured person, wounded person.past part.past participle of spanish verb: lesionar.* * *1→ link=lesionar lesionar► adjetivo1 injured► nombre masculino,nombre femenino1 injured person* * *(f. - lesionada)adj.* * *ADJ (=herido) hurt; (Dep) injured* * *I- da adjetivo injuredII- da masculino, femenino* * *I- da adjetivo injuredII- da masculino, femenino* * *injuredalgunos pasajeros resultaron lesionados several passengers were injuredtiene una mano lesionada he has injured o hurt his handmasculine, femininesólo hubo algunos lesionados only a few people were injuredel equipo tiene varios lesionados the team has several players injured* * *
Del verbo lesionar: ( conjugate lesionar)
lesionado es:
el participio
Multiple Entries:
lesionado
lesionar
lesionado◊ -da adjetivo
injured
lesionar ( conjugate lesionar) verbo transitivo ‹ persona› to injure;
le lesionadoon la pierna en el partido his leg was hurt o injured in the game
lesionarse verbo pronominal [ persona] to injure oneself;
‹pierna/rodilla› to injure
lesionado,-a adjetivo & sustantivo masculino y femenino wounded, injured
lesionar verbo transitivo to injure
' lesionado' also found in these entries:
Spanish:
lesionada
- tocada
- tocado
- reemplazo
English:
hurt
* * *lesionado, -a♦ adjinjured♦ nm,finjured person;llegan a la final con varios lesionados they will have a number of players out with injury for the final, a number of players will miss the final through injury* * *adj injured* * *lesionado, -da adjherido: injured, wounded* * *lesionado adj injured -
39 action
noun1) (doing something) Handeln, dastake action — Schritte od. etwas unternehmen
put a plan into action — einen Plan in die Tat umsetzen
be/be put out of action — außer Betrieb sein/gesetzt werden
a film full of action — ein Film mit viel Handlung
2) (effect)3) (act) Tat, diewhere the action is — (coll.) wo was los ist (ugs.)
5) (legal process) [Gerichts]verfahren, dasbring an action against somebody — eine Klage od. ein Verfahren gegen jemanden anstrengen
he died in action — er ist [im Kampf] gefallen
7) (movement) Bewegung, die* * *['ækʃən]1) (something done: Action, not talking, is necessary if we are to defeat the enemy; Take action immediately; The firemen are ready to go into action.) das Handeln2) (movement: Tennis needs a good wrist action.) die Bewegung3) (a legal case: He brought an action for divorce against his wife.) Klage4) (the events (of a play, film etc): The action of the play takes place on an island.) die Handlung5) (a battle; fighting: He was killed in action; Our troops fought an action against the enemy.) das Gefecht•- academic.ru/116764/in_action">in action- out of action* * *ac·tion[ˈækʃən]nwhat we need is \action wir brauchen Tatenwe need firm \action wir müssen entschlossen vorgehenonly decisive \action will stop the crisis from escalating nur ein entschlossenes Vorgehen wird eine Eskalation der Krise verhindernso, what's the plan of \action? wie sieht also der Plan aus?come on lazy things, let's see some \action [around here]! ( fam) auf, ihr Faulpelze, legt euch ins Zeug! famwhat [kind of] \action is necessary to reduce unemployment? wie kann man die Arbeitslosigkeit senken?course of \action Vorgehensweise fcould you tell me what the best course of \action is? wie soll ich Ihrer Meinung nach am besten vorgehen?freedom of \action Handlungsfreiheit fa man/woman of \action ein Mann/eine Frau der Tatprompt \action promptes Handelnto be out of \action außer Gefecht seinto come into \action in die Tat umgesetzt werdento put sth into \action etw in die Tat umsetzento put sb out of \action jdn außer Gefecht setzento take \action handeln, etwas unternehmenno \action was taken es wurde nichts unternommenwe must take \action to deal with the problem wir müssen etwas unternehmen, um mit dem Problem fertig zu werdenin \action in Aktionyou're responsible for your own \actions now du bist jetzt selbst für das, was du tust, verantwortlichyour \action in releasing the caged animals was highly irresponsible es war höchst unverantwortlich von Ihnen, die eingesperrten Tiere freizulassenthe [main] \action die [Haupt]handlunglights, camera, \action! Beleuchtung, Kamera und Action!his films have a lot of \action and not much dialogue seine Filme sind voller Action und arm an Dialogento be missing in \action vermisst seinto be in \action im Einsatz seinto be destroyed by enemy \action durch Feindeinwirkung zerstört werdento go into \action ins Gefecht ziehento be killed in \action fallento see \action im Einsatz sein7. no pllet's go where the \action is lass uns hingehen, wo was los ist famI'll say the words and you can mime the \actions ich spreche den Text und du kannst die Bewegungen dazu machenthe fibres are broken down by chemical \action die Fasern werden durch chemische Vorgänge zersetztto be out of \action außer Betrieb seinto put sth out of \action etw außer Betrieb setzenin \action in Betriebhe's got a very awkward bowling \action er verfügt über einen eigenartigen Wurfstilclass \action Gruppenklage fcourt \action Prozess m\action for damages Schadenersatzklage f\action in personam/rem obligatorische/dingliche Klage fachspr\action in tort Schadenersatzklage fto bring an \action [for sth] against sb gegen jdn Klage [wegen einer S. gen] erheben, jdn [wegen einer S. gen] verklagento bring an \action for damages against sb jdn auf Schadenersatz verklagento take [industrial] \action streiken15.▶ the wheels of bureaucracy creaked into \action esp BRIT ( hum) die Mühlen der Bürokratie setzten sich langsam in Bewegung* * *['kSən]nto take action — etwas or Schritte unternehmen
have you taken any action on his letter? — haben Sie auf seinen Brief hin irgendetwas or irgendwelche Schritte unternommen?
course of action — Vorgehen nt
"action" (on office tray) — "zur Bearbeitung"
no further action — keine weiteren Maßnahmen; (label on file etc) abgeschlossen
the action of the play/novel takes place... — das Stück/der Roman spielt...
2) (= deed) Tat fhis first action was to phone me to suit the action to the word — als Erstes rief er mich an dem Wort die Tat folgen lassen, sein Wort in die Tat umsetzen
3)he's been out of action since he broke his leg — er ist nicht mehr in Aktion gewesen or war nicht mehr einsatzfähig, seit er sich das Bein gebrochen hat
he needs prodding into action — man muss ihm immer erst einen Stoß geben
there's no action in this film — in dem Film passiert nichts, dem Film fehlt die Action (inf)
to go where the action is (inf) — hingehen, wo was los ist (inf)
that's where the action is (inf) — da ist was los (inf)
5) (MIL) (= fighting) Aktionen pl; (= battle) Kampf m, Gefecht nt6) (= way of operating) (of machine) Arbeitsweise f; (of piano etc) Mechanik f; (of watch, gun) Mechanismus m; (= way of moving) (of athlete etc) Bewegung f; (of horse) Aktion f7) (ESP CHEM, PHYS: effect) Wirkung f (on auf +acc)9) (FIN inf)a piece or slice of the action — ein Stück nt aus dem Kuchen (sl)
* * *action [ˈækʃn] s1. a) Handeln, Handlung f, Maßnahme(n) f(pl), Tat f, Aktion f:man of action Mann m der Tat;full of action aktiv;bring into action ins Spiel bringen, einsetzen;call into action auf den Plan rufen;come into action in Aktion treten;put into action in die Tat umsetzen;see sb in action jemanden in Aktion sehen;actions speak louder than words Taten zählen mehr als Worte;take action Maßnahmen treffen, Schritte unternehmen, handeln;we must take action before it is too late wir müssen etwas unternehmen, bevor es zu spät ist;the police took no action die Polizei griff nicht ein;take action against vorgehen gegen ( → 12);course of action Handlungs-, Vorgehensweise f;for further action zur weiteren Veranlassungb) Handlung f, engS. Action f:there is no action in this play in diesem Stück tut sich oder passiert nichts;where the action is sl wo sich alles abspielt; wo was los ist; if you are interested in good food, Paris is where the action is musst du unbedingt nach Paris fahren2. auch PHYSIOL, TECH Tätigkeit f, Funktion f, Gang m (einer Maschine), Funktionieren n (eines Mechanismus):action of the heart Herztätigkeit, -funktion;action (of the bowels) Stuhlgang m;in action TECH in Betrieb, im Einsatz;put in action in Gang oder in Betrieb setzen;be out of action außer Betrieb sein ( → 13);put out of action außer Betrieb setzen ( → 13)3. a) TECH Mechanismus m, Werk nb) Arbeitsweise fa) (Ein)Wirkung f, Wirksamkeit f, Einfluss m:the action of this acid on metal die Einwirkung dieser Säure auf Metall;action of presence Kontaktwirkungb) Vorgang m, Prozess m5. Handlung f (eines Dramas etc):the action of the play takes place in das Stück spielt in (dat);the action takes place in London Ort der Handlung ist London6. KUNSTa) Bewegung f, Aktion f:b) Stellung f, Haltung f (einer Figur auf einem Bild)7. Bewegung f, Gangart f (eines Pferdes)8. Vortrag(sweise) m(f), Ausdruck m (eines Schauspielers)9. fig Benehmen n, Führung f, Haltung f10. SOZIOL Umwelteinflüsse pl11. WIRTSCH Preisbewegung f, Konjunktur(verlauf) f(m)12. JUR Klage f, Prozess m, (Rechts-, Gerichts)Verfahren n:action for annulment Nichtigkeitsklage;action for damages Schadenersatzklage;bring ( oder file, institute) an action against sb, take action against sb jemanden verklagen, gegen jemanden Klage erheben oder ein Gerichtsverfahren einleiten ( → 1); → debt 2, detinue, trespass B 5, trover 213. MIL Gefecht n, Gefechts-, Kampfhandlung f, Unternehmen n, Einsatz m:killed (missing, wounded) in action gefallen (vermisst, verwundet);go into action eingreifen;be out of action außer Gefecht sein (a. fig)( → 2);he saw action er war im Einsatz oder an der Front14. POL etc USa) Beschluss m, Entscheidung fb) Maßnahme(n) f(pl)15. MUS, TECHa) (Spiel)Mechanik fb) Traktur f (der Orgel)* * *noun1) (doing something) Handeln, dastake action — Schritte od. etwas unternehmen
be/be put out of action — außer Betrieb sein/gesetzt werden
2) (effect)3) (act) Tat, diewhere the action is — (coll.) wo was los ist (ugs.)
5) (legal process) [Gerichts]verfahren, dasbring an action against somebody — eine Klage od. ein Verfahren gegen jemanden anstrengen
he died in action — er ist [im Kampf] gefallen
7) (movement) Bewegung, die* * *n.Akt -e m.Aktion -en f.Arbeitsgang m.Gang ¨-e m.Handlung -en f.Prozess -e m.Tat -en f.Wirkung -en f. -
40 hang
1. [hæŋ] n1. вид (чего-л. висящего, повешенного); способ подвески; манераdo you like the hang of the curtains [the drapes]? - вам нравится, как повешены занавески [драпировки]?
mark the hang of the dress - обратите внимание на то, как сидит платье
2. разг. общий смысл, значение; сутьthe hang of an argument - последовательность аргументации, доказательность
to get /to see/ the hang of smth. - понять что-л.; освоиться с чем-л.
to get the hang of smb. - понять, «раскусить» кого-л.
3. склон, скат, наклон4. склонность, предрасположение5. пауза, перерыв, остановка, заминка; замедление6. диал. то, что свисает, висит7. спорт. висback [cross, side, instep, closed] hang - вис сзади, [поперёк, продольно, носками, соединив руки]
♢
not to care /to give/ a hang - наплеватьI don't care a hang - мне совершенно безразлично, мне наплевать
2. [hæŋ] v (hung, hanged [-{hæŋ}d])it 's not worth a hang - ≅ это выеденного яйца не стоит
1. вешать, подвешивать; развешиватьto hang one's hat [coat, dress] on a peg [in the cupboard] - повесить шляпу [пальто, платье] на крючок [в шкаф]
to hang a lamp from the ceiling - повесить лампу /люстру/; подвесить лампу /люстру/ к потолку
2. висетьto hang round smb.'s neck - вешаться на шею кому-л.
an aqueduct hanging over a torrent - акведук, переброшенный через бурную реку
3. выставлять картины (в музее, на выставке)4. (hanged)1) вешать, казнитьbeef, sir, is hung, men are hanged - говядину, сэр, подвешивают, а людей вешают
to hang smb. for murder - повесить кого-л. за убийство
to hang by the neck - юр. предать казни через повешение
he was sentenced to be hanged by the neck until dead - он был приговорён к смертной казни через повешение
2) быть повешенным3) уст. повеситься5. 1) навешивать; прикреплять, приделывать; устанавливать, ставить (на рессоры, пружины)2) быть прикреплённым, навешенным; быть установленным6. привязывать, подвешивать (тушу, чтобы стекла кровь)7. 1) нависать; висеть надa cloud hanging over the mountain peaks - облако, нависшее над горными вершинами
a cloud hangs over his past - его прошлое вызывает /внушает/ сомнения
a heavy silence hung over those present - воцарилось /наступило/ тяжёлое молчание
fear hangs upon him - страх охватил /обуял/ его
2) нависать, грозитьa great disaster is hanging /is hung/ over him /over his head/ - над ним нависло ужасное несчастье
8. парить, висеть в воздухе9. болтатьсяto hang loose - болтаться; свободно свисать; качаться [см. тж. ♢ ]
the folds of her evening gown hung gracefully - мягко ниспадали складки её вечернего платья
10. лежать, сидеть ( о платье)I don't like the way her coat hangs - мне не нравится, как сидит её пальто
11. (круто) спускаться ( о склоне)12. (with)1) увешивать, украшать (портьерами, флагами и т. п.)to hang walls with pictures [tapestries] - украсить стены картинами [гобеленами]
2) часто pass усеивать13. (on, upon) зависеть (от чего-л.); быть связанным (с чем-л.)the whole of human life hangs on probabilities - все в жизни зависит от случайностей
14. (on, upon) оперетьсяto hang on /upon/ smb.'s arm - а) опереться на чью-л. руку; б) быть перекинутым через чью-л. руку
16. (about, around)1) окружать, группироваться (вокруг кого-л., чего-л.); льнуть (к кому-л., чему-л.)2) увиваться; не отставатьto hang round a girl - увиваться /ухаживать/ за девушкой
17. разг. (on) приклеивать (кличку, прозвище и т. п.)18. сл. ударитьhe hung a left on his opponent's jaw - он нанёс противнику сильный удар в челюсть слева
19. разг. (about, around) слоняться; шататьсяhe hung between staying and going - он не знал, остаться ему или уйти
20. колебаться; находиться в промежуточном положенииto hang in the balance - сомневаться, колебаться
the wounded man's life hung in the balance - жизнь раненого висела на волоске
he has been hanging between life and death - он был на грани жизни и смерти
21. мор. удерживать на месте ( судно)22. 1) тех. застревать (о клапане и т. п.)2) метал. зависать ( о шихте в доменной печи)23. амер. юр.1) застопорить работу присяжныхto hang a jury - помешать суду присяжных прийти к единому мнению ( об одном или нескольких заседателях), отказаться поддержать мнение остальных присяжных заседателей
2) не прийти к единому мнению ( о присяжных заседателях)♢
to hang by a thread, to hang by a (single) hair - висеть на волоскеto hang (on) by the eyelids - а) еле-еле держаться, висеть на волоске; б) остаться незаконченным
to hang on smb.'s sleeve - зависеть от кого-л.
to hang upon smb.'s lips /smb.'s words/ - внимательно слушать кого-л., ловить каждое слово кого-л.; смотреть в рот кому-л.
to hang in there - держаться изо всех сил, упорствовать
to hang heavy - а) медленно тянуться ( о времени); time hangs heavy on him - время мучительно тянется для него; б) тяготить, быть обузой
to hang loose - сохранять спокойствие; оставаться невозмутимым [см. тж. II 9]
to hang one's head - а) смущаться, стыдиться; б) унывать, вешать голову
to hang a leg /the groin/ - не иметь желания что-л. делать, медлить
to hang fire - а) воен. производить затяжной выстрел; б) воен. дать осечку; в) медлить; откладывать; г) быть неразрешённым
to hang one on smb. - амер. сл. ударить кого-л.; дать раза кому-л.; [см. тж. hang on ♢ ]
to hang five [ten] - обхватить доску пальцами ноги [обеих ног] ( виндсерфинг)
let it go hang! - ≅ наплевать!; чёрт с ним!; пропади оно пропадом!
if he doesn't like it he can go hang! - если ему не нравится, пусть убирается к чёрту!
(oh) hang it! - чёрт!
(oh) hang it all! - чёрт возьми!
I'm hanged if I know - провалиться мне на этом месте /будь я проклят/, если я знаю
hang the fellow! - ну его к чёрту!
to hang with it! - к чёрту!
as well be hanged for a sheep as (for) a lamb - посл. ≅ семь бед - один ответ; двум смертям не бывать, а одной не миновать
См. также в других словарях:
The Rebels (novel) — The Rebels is a historical novel written by John Jakes and originally published in 1975. It is book two in a series known as The Kent Family Chronicles or the American Bicentennial Series. The novel mixes fictional characters with actual… … Wikipedia
The Jackal (film) — The Jackal redirects here. For other uses, see Jackal (disambiguation) Infobox Film name = The Jackal caption = Film poster director = Michael Caton Jones producer = Michael Caton Jones Sean Daniel James Jacks Kevin Jarre writer = Chuck Pfarrer… … Wikipedia
The Puritan — The Puritan, or the Widow of Watling Street is an anonymous Jacobean stage comedy, first published in 1607. It is often attributed to Thomas Middleton, but also belongs to the Shakespeare Apocrypha due to its title page attribution to W.S. .Date… … Wikipedia
The Queen's Own Cameron Highlanders of Canada — Infobox Military Unit unit name= The Queen s Own Cameron Highlanders of Canada caption=Cap badge of the Camerons of C dates= 1 February 1910 Present country= Canada allegiance= branch= Militia type= Line Infantry role= Light Role size= One… … Wikipedia
Timeline of the Israeli–Palestinian conflict — This is an incomplete timeline of notable events in the Israeli Palestinian conflict. TOC tart of Jewish migrationThere had been a continuous Jewish presence in the Holy Land since Biblical times, as well as smaller waves of immigration… … Wikipedia
Timeline of the 2007 Lebanon conflict — This is a detailed timeline of the 2007 Lebanon conflict. Timeline May 20: Start of the fighting in Tripoli and Nahr al BaredFighting began early on Sunday after a police raid on a house in Tripoli which was apparently being used by militants… … Wikipedia
The Legend of the Legendary Heroes — Cover of The Legend of the Legendary Heroes first volume as published by Fujimi Shobo 伝説の勇者の伝説 … Wikipedia
The Red Baron (film) — The Red Baron Cinema poster Directed by Nikolai Müllerschön Produced by … Wikipedia
The Legacy (professional wrestling) — The Legacy Left to right: Cody Rhodes, Randy Orton and Ted DiBiase Tag team Members Randy Orton Ted DiBiase, Jr … Wikipedia
Battle of the Big Hole — Infobox Military Conflict conflict=Battle of the Big Hole colour scheme=background:#cccccc caption= Big Hole Battlegrounds, 2003 partof=the Nez Perce War date=9 August, 1877 place=Beaverhead County, Montana result=U.S. strategic victory… … Wikipedia
Military History of the Philippines — Pre Colonial Period (Pre 1565)= Battle of MactanThe Battle of Mactan on April 21, 1521 is the earliest reported resistance of the natives in the Philippines against foreign invaders. Lapu Lapu, a chieftain of Mactan Island, defeated Spanish… … Wikipedia