-
1 stok
♦voorbeelden:hij is met geen stok hierheen te krijgen • wild horses couldn't drag him heremij krijgen ze met geen stok de deur uit • I wouldn't go outside for all the tea in Chinaiemand met de stok geven • give someone the stick -
2 eind
♦voorbeelden:het is een heel eind • it's a long wayze zijn al een heel eind op weg • they've already gone a long wayhet is nog een heel eind • it's still a long way〈 figuurlijk〉 aan het kortste/langste eind trekken • get the worst/best of itwat een lang eind, die dochter van ons • she's a tall one, that daughter of oursop het (laatste) rechte eind • on the home/finishing stretchdaar kom ik een heel eind mee • that will go a long waydat is een heel eind om • that's quite a bit out of the way〈 figuurlijk〉 een eind weg praten • go/rattle oneen eind in de 40 • well over/past 40de kosten bleven een heel eind onder de raming • the costs were considerably less than the estimatehij woont aan het eind van de wereld • he lives in the back of beyondhet andere eind van de stad • the other end of the townop het eind van de achttiende eeuw • towards the end of the eighteenth centuryje hebt het bij het verkeerde eind • you're mistaken, you've got hold of the wrong end of the stick 〈ook → link=einde einde〉 -
3 neus
1 [lichaamsdeel] nose3 [punt van een voorwerp] nose ⇒ 〈 balg, spuit ook〉 nozzle, (toe)cap 〈 schoen〉, toe 〈 schoen〉, nib 〈 dakpan〉, heel 〈 geweer〉, handle 〈 schaaf〉♦voorbeelden:het neusje van de zalm • 〈 figuurlijk〉 the cream of the crop, the tops, it, the cat's whiskerseen frisse neus halen • get a breath of fresh aireen verstopte neus • a stuffed(-up) nosedoen alsof zijn neus bloedt • 〈 figuurlijk〉 play/act dumbzijn neus dichthouden • hold one's nosedat gaat zijn neus voorbij • that's not for (such as) him, it is lost to himhij haalt voor alles de neus op • he's a bit sniffyde neus voor iemand/iets ophalen • turn up one's nose at someone/something 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 look down one's nose at someone/somethingin zijn neus peuteren • pick one's nosezijn neus snuiten • blow one's nosezijn neus overal in steken • 〈 figuurlijk〉 poke/stick one's nose into everything〈 figuurlijk〉 zijn neus in andermans zaken steken • stick one's nose into other people's affairs/business〈 schertsend〉 ja, mijn neus • my eye!, come off it!dat kan ik aan zijn neus niet zien • I can't tell by the look on his face what he wantsdoor de neus spreken • talk through one's nosewit om de neus worden • (go) pale, go green/white about the gillsonder zijn neus • right under one's nose〈 figuurlijk〉 het/hij komt me mijn neus uit • I'm fed up (to the back teeth) with it/him〈 figuurlijk〉 niet verder zien/kijken dan zijn neus lang is • be unable to see further than (the end of) one's noseiemand iets door de neus boren • cheat someone of something -
4 hand
1 [lichaamsdeel] hand♦voorbeelden:in andere handen komen • change handsblote handen • bare handsdie zaak is in goede/slechte handen • that matter is in good/bad handsin goede/verkeerde handen vallen • 〈 figuurlijk〉 fall into the right/wrong handsiemand de helpende hand bieden • lend someone a (helping) handniet met lege handen komen • not come empty-handed〈 figuurlijk〉 uit de losse hand • roughly, in an improvised wayiets met vaste hand doen • do something with a sure touch〈 figuurlijk〉 met vaste/krachtige hand regeren • rule with a firm/iron handhij is in veilige handen • he is in safe handsiemand (de) handen vol werk geven • give someone no end of work/troublede handen vol hebben aan iemand/iets • have one's hands full with someone/somethinghij heeft de handen meer dan vol • he has enough/too much on his platedat kost handen vol geld • that costs lots of moneyiets aan vreemde handen toevertrouwen • entrust something to strangershij heeft de handen niet vrij • he does not have a free hand〈 figuurlijk〉 de vrije hand hebben/krijgen • have/acquire a free handergens zijn handen niet aan vuil willen maken • refuse to soil one's hands with something〈 figuurlijk〉 ik draai er mijn hand niet voor om • 〈 ik heb er geen moeite mee〉 I think nothing of it; 〈 het kan me niet schelen〉 I don't care a rap (for it)iemand de hand drukken/geven/schudden • give someone one's hand, shake hands with someonedan kunnen we elkaar de hand geven • we're in the same boat〈 figuurlijk〉 iemand de hand boven het hoofd houden • 〈 aan zijn kant staan〉 stand by someone; 〈 iemand beschermen die iets misdaan heeft〉 protect someone〈 figuurlijk〉 de handen op elkaar krijgen • earn/get applause〈 figuurlijk〉 de hand op iets/iemand leggen • lay hands on someone/somethingiemands hand lezen • read someone's palmde hand lichten met het reglement • disregard the regulationselkaar de hand reiken • hold out a hand to each other 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 reach out to each otherhanden schudden • shake handshij steekt geen/nooit een hand uit • he never does a stroke of workde hand over het hart strijken • 〈 figuurlijk〉 be lenient/soft-heartedhij kan zijn handen niet thuishouden • he can't keep his hands to himselfdaar wordt vaak de hand mee gelicht • that is often skimped/not taken seriously(mijn) hand erop! • you have/here's my hand on it!handen omhoog! (of ik schiet) • hands up!/ 〈 informeel〉stick 'em up! (or I'll shoot)handen thuis! • hands off!〈 figuurlijk〉 iets aan de hand hebben • 〈 met iets bezig zijn〉 have something going/on; 〈 bij iets betrokken zijn〉 be involved in somethingaan de hand van deze berekeningen • on the basis of these calculationsiemand een middel aan de hand doen tegen huiduitslag • put someone on to a good remedy for a rashniks aan de hand! • there's nothing the matteraan de hand van deze ervaringen concludeer ik … • in view of these experiences I conclude …iets achter de hand hebben • 〈 figuurlijk〉 have something to fall back on; 〈 heimelijk〉 have something up one's sleevewat geld achter de hand houden • keep some money for a rainy dayik heb mijn gummetje altijd vlak bij de hand • I always have my rubber near at handin de handen klappen • clap one's handsiemand iets in handen spelen • put something someone's wayiemand iets in de hand duwen/stoppen • slip/thrust something into someone's hands; 〈 figuurlijk〉 palm/fob someone off with somethingeen bewijs in handen hebben • have evidencehet onderzoek is in handen van N. • the investigation is being conducted by N.de markt in handen hebben • control/have control of the marketde politie heeft de zaak nu in handen • the police have the case in handde macht in handen hebben • have powerde toestand in de hand hebben • have the situation in handin handen vallen van de politie/de vijand • fall into the hands of the police/enemy〈 figuurlijk〉 iets met beide handen aangrijpen • jump at something; 〈 aanbod, gelegenheid ook〉 seize (upon) somethingmet de hand gemaakt/geschreven • hand-made/handwritten〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • force/mould/bend someone to one's will, manage someone, twist someone round one's (little) fingeriets om handen hebben • have something to do〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • take someone in hand/to taskiemand op (de) handen dragen • 〈 figuurlijk〉 worship/idolize someonehand over hand toenemen • increase hand over fist, gain ground rapidlyiemand iets ter hand stellen • hand something (over) to someoneiets ter hand nemen • take something up, take something in hand, undertake somethinger komt niets uit zijn handen • he doesn't get anything doneuit de hand lopen • get out of handiemand het werk uit (de) handen nemen • take work off someone's handsiets van de hand doen • sell/part with/dispose of somethingvan hand tot hand gaan • be passed from hand to handgoed/duur van de hand gaan • sell well/at high prices 〈 van koopwaren〉dat is de meest voor de hand liggende conclusie • that is the most obvious conclusiongeen hand voor iemand/iets uitsteken • not lift a finger for someone/somethinghij heeft er geen hand naar uitgestoken • 〈 niets aan gedaan〉 he hasn't done a stroke of work on it; 〈 niets van gegeten〉 he hasn't touched itgeen hand voor ogen kunnen zien • 〈 figuurlijk〉 not be able to see one's hand in front of one('s face)ik heb maar twee handen! • I have only (got) one pair of hands!een verhaal van de hand van • a story (written) by3 de zieke is aan de beterende hand • the patient is on the mend/getting betteraan mijn rechter/linker hand • on my right/left (hand/side)aan de winnende hand zijn • be winning〈 figuurlijk〉 iemand op zijn hand hebben/krijgen • have/get someone on one's side¶ wat is er daar aan de hand? • what's going on there?〈 figuurlijk〉 alsof er niets aan de hand was • as if nothing had happened/was wronger is iets aan de hand • there's something the matter/upiets/iemand in de hand werken • encourage something/someone; 〈 iets ook〉 make for something; 〈 iemand ook〉 play into someone's hands〈 van personen〉 zwaar op de hand zijn • be heavy/ponderousop handen zijn • be (near) at hand/imminent/forthcomingvan de hand in de tand leven • live from hand to moutheen verzoek/voorstel van de hand wijzen • refuse a request 〈 verzoek〉; turn down a proposal 〈 voorstel〉 -
5 steken
1 [verwonden] stab♦voorbeelden:2 dat steekt (hem) • that sticks in one's/(his) throatII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [in iets vastprikken] stick2 [in een omhulsel bergen] put, place3 [in een plaats/richting/toestand brengen] put6 [door te treffen in een toestand brengen] stab♦voorbeelden:steek dat bij je • put it in your pocketzijn geld in een zaak steken • put one's money in an undertakingiemand in de nieuwe kleren steken • set someone up in new clotheshij stak de handen in de zakken • he put/stuck his hands into his pocketseen hand in het water steken • dip a hand into the wateriets in elkaar steken • put something together5 asperges/turf steken • cut asparagus/peatiemand overhoop steken • stab someone to death1 [vastzitten] stick2 [in iets/ergens zijn] be3 [gevoel van pijn veroorzaken] sting♦voorbeelden:ergens in blijven steken • get stuck/bogged (down) in somethingplotseling blijven steken • stop deaddaar steekt iets achter • there is something behind itdaar steekt meer achter • there is more to it than meets the eyede sleutel steekt in het slot • the key is in the lockde zon steekt • the sun burns -
6 bij
bij1〈de〉————————bij21 [bij kennis] conscious2 [gelijk] up-to-date3 [van alles op de hoogte] up-to-date♦voorbeelden:2 de leerling is weer/nog niet bij met de lessen • the pupil has now caught up/is still behind in his lessonsbij zijn met betalen • be up-to-date with paymentsgoed bij zijn in een vak • be well up on a subjectII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:¶ om en bij • more or less, about————————bij3〈 voorzetsel〉1 [in de nabijheid van] near (to) ⇒ close (by/to)2 [met betrekking tot een raken aan/bereiken] at ⇒ to3 [met betrekking tot een niet verder gaan/een niet afwijken] to ⇒ with5 [met betrekking tot een aanwezigheid] at9 [voor, in tegenwoordigheid van] with ⇒ to10 [aan, met] by11 [gedurende, onder] by ⇒ at12 [gelijktijdig met] on ⇒ at13 [in geval van] in case of ⇒ if♦voorbeelden:bij het raam • close to/next to the windowbij het stadhuis • close to/near the town hallik woon hier vlak bij • I live nearby/close bybij zessen • almost six (o'clock)kan jij bij de hoogste plank? • can you reach the top shelf?er(gens) niet bij kunnen • 〈 figuurlijk〉 not understand/get somethingalles blijft bij het oude • everything stays the samehet er niet bij laten • not leave it at thatwe zullen het er maar bij laten • let's leave it at thater niet bij zijn • not be there/presenter(gens) gauw bij zijn • 〈 figuurlijk〉 respond quickly; 〈 met betrekking tot ziekte〉 catch (a disease) in time6 heb je iets bij de koffie? • do you have anything to go with the coffee?een kopje koffie is er tegenwoordig niet meer bij • you don't even get a cup of coffee these daysbij elkaar zijn het er 20 • there are 20 altogetherdat is bij de boeren zo de gewoonte • that is the custom with farmersbij de marine • in the navybij Vondel • in Vondelaltijd bij H. kopen • always shop at H'sgeen lucifers/geld bij zich hebben • have no matches/money on onebij hem kun je van alles verwachten • you can expect anything from himbij zichzelf (denken/zeggen) • (think/say) to oneselfiemand bij name kennen • know someone by namebij het ontbijt • at breakfastbij de derde poging • at the third attemptbij mooi weer • when/if the weather is nicebij een glas wijn iets bespreken • discuss something over a glass of wine13 bij ziekte/een sterfgeval • in case of illness/deathiets bij (de) wet bepalen • establish something by lawbij dezen • hereby16 wat is hij nu bij een dichter als Achterberg? • what is he in comparison to a poet like Achterberg?de kamer is 6 bij 5 • the room is 6 by 5¶ je bent er bij • gotcha! -
7 hangen
1 [neerwaarts gestrekt/boven de grond gehouden worden] hang3 [met een bocht verlopen] sag4 [overhellen] lean (over) ⇒ hang (over), 〈 met betrekking tot lusteloze persoon〉 loll, 〈 met betrekking tot lusteloze persoon〉 slouch, 〈 niets doen〉 hang around6 [vast (blijven) zitten] stick/cling (to) ⇒ 〈 met kleding〉 be/get stuck (in)7 [zweven] hang8 [onbeslist zijn] hang ⇒ be up in the air/undecided♦voorbeelden:de zeilen hangen slap • the sails are slack/hanging (loose)het schilderij hangt scheef • the painting is (hanging) crookedzijn kamer hangt vol posters • his room is hung with postersde sleutel hangt aan de spijker • the key is (hanging) on the nailaan het plafond hangen • hang/swing/be suspended from the ceilingaan het spit hangen • be on the spit3 het koord hangt slap • the rope is sagging/slackde teugels laten hangen • loosen/drop the reins4 hij hangt ieder weekend aan/in de bar • he hangs out Bat the pub/in bars every weekendhij hing op zijn stoel • he lay slouched/sprawled in a chair, he lolled in his chairhang niet zo tegen die kast • stop leaning against the cupboardmet hangen en wurgen • by the skin of one's teethdaarvoor zal hij hangen! • he'll hang/swing for it!er is niet veel van mijn Latijn blijven hangen • very little of my Latin has stuckde naald blijft hangen • the needle is stuck〈 figuurlijk〉 hij hangt erg aan zijn oudste zoon • he's very fond of/attached to his eldest son〈 figuurlijk〉 ze hangen erg aan elkaar • they are devoted to/wrapped up in each otherze bleef met haar japon aan een spijker hangen • her dress caught/snagged on a nailzij hangt altijd om hem heen • she's always hanging/hovering about himhij bleef in de vierde klas hangen op zijn wiskunde • he was kept down in the fourth form because of his mathsde wolken hangen laag • the clouds are (hanging) lowhet hangt erom • it's up in the air9 naar iets hangen (en verlangen) • crave (for) something, have a longing/craving for something¶ hij zal moeten hangen • he's in for it/for the high jumphij hangt • he's lumbered/stuck (with it)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [bevestigen] hang (up)2 [met betrekking tot personen, ophangen] hang♦voorbeelden:zijn jas aan de kapstok hangen • hang one's coat on the peg -
8 staan
1 [met betrekking tot personen, dieren] stand2 [op steunpunten rusten] stand3 [in een toestand, hoedanigheid zijn] stand ⇒ be4 [passen, kleden] look6 [weldra zullen] be ready/about to7 [gericht zijn] be8 [bij voortduring met iets bezig zijn] stand ⇒ be9 [geëist worden] carry10 [stilstaan] stand still12 [functie, standplaats hebben] be (employed)13 [eisen] insist ((up)on)♦voorbeelden:1 ga er maar aan staan! • (you) just go ahead and try!; 〈 dat is niet eenvoudig〉 that's no easy mattergaan staan • stand upachter/naast elkaar gaan staan • 〈 ook〉 queue/line upergens onverwacht voor komen te staan • come up against something unexpectedlyiemand terzijde staan • help/support someonekom bij me staan! • come stand beside me〈 figuurlijk〉 waar sta jij in deze zaak? • where do you stand in this?op zijn remmen staan • slam on the brakesdie gebeurtenis staat geheel op zichzelf • that is an isolated incident〈 figuurlijk〉 voor een probleem staan • be faced with/face a problemhiermee staat of valt de zaak • this will make or break the business3 hoe staat de barometer? • what does the barometer say/read?hoe staat het pond? • how high is the pound?zó staat die zaak • that's how the matter standshoe staan de zaken? • how are things?alleen staan • be alonebekend staan als • be known ashoe staat het ermee? • how's it going?, how are things?er goed bij staan • be doing weller goed voor staan • look goodhiertegenover staat echter dat … • on the other hand, however, …zij staan sterk • they are in a strong positionzijn ogen staan wazig • he has a hazy look in his eyesboven iemand staan • be above someonebuiten iets staan • not be involved in somethingin zijn twee staan • be in second (gear)in de grondverf staan • have an undercoat onin de schuld staan • be in debthoe staat het met de gezondheid? • how is your health?onder iemand staan • be under someonede verwarming staat op 18° • the heating is at 18 degreesde snelheidsmeter stond op 80 • the speedometer showed 80ergens ambivalent tegenover staan • be ambivalent about somethingergens positief tegenover staan • think something is a good thing7 staat tot 14 als 8 staat tot 16 • 7 is to 14 as 8 is to 16zij staat derde in het algemeen klassement • she is third in the overall rankingwie staat er nummer één? • who is number one?zoals de zaken nu staan • as things now standdie kleur staat er niet bij • that colour clashesdat kapsel staat u goed • that hairstyle suits youdie jas staat netjes • that jacket looks smarter staat geschreven • it is written, it says in the Bibleer staat niet bij wanneer • it doesn't say whenhet staat niet in Van Dale/in de krant • it's not in Van Dale/the paperwat staat er in de krant over Thatcher? • what does it say in the paper about Thatcher?het staat in de wet • the law says soin de tekst staat daar niets over • the text doesn't say anything about iter stond een waarschuwing op • there was a warning on itwat staat er op het programma? • what's on the programme?i.e. staat voor id est • i.e. stands for id ester staat nog 100 pond (schuld) • there is still £100 outstanding8 verlegen/raar staan (te) kijken • feel embarrassed/strangeergens van staan (te) kijken • be flabbergastedze staat al een uur te wachten • she has been waiting (for) an hourkoud staan (te) worden • be getting colder staat een hoge beloning op zijn hoofd • there's/he's got a high price on his headde vijand tot staan brengen • stop the enemysta of ik schiet! • stop or I'll shoot11 laat maar staan • just leave it (alone/there)laat staan dat … • not to mention (that) …hij kon nauwelijks spreken, laat staan zingen • he could barely speak, let alone singzijn eten laten staan • leave one's foodzijn baard laten staan • grow a beardhij liet nog wat op zijn rekening staan • he left some money in his accounter staat nog wat van gisteren • there is some left over from yesterdayhij staat op goede manieren • he insists upon good mannerser staat ons heel wat te doen • there is a whole lot (waiting) to be doneer staat hem wat te wachten • there is something in store for him -
9 blijven
1 [voortgaan te bestaan] remain3 [niet verder gaan] be ⇒ keep4 [sterven] perish, be left/remain behind♦voorbeelden:het blijft altijd gevaarlijk • it is always/will always be dangerous2 twee commissieleden blijven, de rest neemt ontslag • two committee members are staying on, the rest are resigninghet antwoord schuldig blijven • have no answerblijven leven/logeren/eten/wonen • stay alive/the night/for dinner/on (in the house)blijven wachten/hopen • go on waiting/hopingik blijf werken • I'll go/keep on workingblijven zitten/liggen • remain sitting/lyingen daar blijft het bij! • and that's final!en daarbij bleef het • and that was it, and that ended the matterik blijf erbij, dat … • I still think that …blijft u even aan de lijn? • hold the line, pleasebij iets blijven • stick to somethinghet bleef bij plannen • it never got beyond the planning stageblijf bij de reling vandaan • keep clear of the railingsbij de tijd blijven • keep up with the timeshij blijft bij zijn weigering • he persists in his refusallaat dit onder ons blijven • let this go no furtherje moet op het voetpad blijven • you have to keep to the footpathhet wil niet blijven zitten/op zijn plaats blijven • it won't stay put/in its placewaar blijf je toch? • what's keeping you?waar blijf je nou met je bewijzen? • so where is your evidence?; 〈 bij weerlegging〉 so much for all your evidencewaar zijn wij gebleven? • where were we?waar is mijn portemonnee gebleven? • where has my purse got to?waar blijft het geld? • where does the money go?ik blijf daarbuiten • I'll keep out of thatblijf maar! • don't bother, I'll take/do it!blijf van mijn lijf • keep your hands to yourselfhij is op zee gebleven • he died at seaII 〈 koppelwerkwoord〉♦voorbeelden:1 het blijft de vraag of … • the question remains whether …beleefd blijven • remain politeernstig/rustig blijven • remain serious, keep quietdeze appel blijft lang goed • this apple keeps welljong blijven • stay younghet weer blijft mooi • the fine weather is holding -
10 opkomen
5 [in zwang komen] spring/come up8 [zich verzetten tegen] fight/stand up (against)♦voorbeelden:1 de vloed komt op • the tide is rising/is coming iner is nog niets opgekomen • nothing has come up yeteen gevoel van onbehagen kwam langzaam maar zeker bij hem op • an uneasy feeling gradually came over himhet komt niet bij hem op • it doesn't occur to himzo iets zou nooit bij hem opkomen • he would never think of doing such a thingdat kwam pas later bij mij op • it only occurred to me laterhet eerste wat bij je opkomt • the first thing that comes into your mindals vanzelf opkomen • suggest itself/themselvesik voel een verkoudheid opkomen/de koorts opkomen • I can feel a cold/the fever coming oneventuele vragen, die opkomen bij het lezen van de tekst • any questions occurring while reading the textuit het niets opkomen • come out of nowhereopkomen uit • emerge from/out ofveel kiezers waren niet opgekomen • a great many voters had failed to appearer waren slechts vijf leden opgekomen • only five members had turned/showed upalle reservisten moeten opkomen • all reservists must reportde trap opkomen • come up the stairsin grote getale opkomen • turn out in large numbersze konden niet tegen de wind opkomen • they could not make headway against the windsteeds voor elkaar opkomen • stick together11 het eten zal best opkomen, die paar aardappels komen nog wel op • we'll be able to get through the food, those few potatoes will find their waykom op, we gaan • come on, let's gokom maar op als je durft! • come on if you dare! -
11 elkaar
1 each other, one another♦voorbeelden:elkaar helpen • help each otherzij lijken op elkaar • they look like/resemble one anothertwee touwen aan elkaar binden • tie two ropes togetherzij maakte het achter elkaar af • she finished it in one gohij heeft een uur achter elkaar gepraat • he went on talking for a whole hourachter elkaar staan • stand one behind the otherweken/uren achter elkaar • for weeks/hours on endvier keer achter elkaar • four times in a rowdrie boeken achter elkaar uitlezen • read three books one after the otherbij elkaar komen • meet, come togetherhij heeft ze niet allemaal bij elkaar • he's got a screw loosealles bij elkaar (genomen) • on the whole, all in allzij hebben 50 gulden bij elkaar kunnen leggen • they were able to raise 50 guilderszoveel geld heb ik nooit bij elkaar gezien • I've never seen so much money at oncemeer dan alle anderen bij elkaar • more than all the others put togetherwij blijven bij elkaar • we stick/keep togetherde kinderen lopen door elkaar • the children are running all over the placealles ligt door elkaar • everything is mixed up/confuseddoor elkaar raken • get mixed up/confusedhet verhaal zit goed/slecht in elkaar • the story is well/badly thought outzij werden het met elkaar eens • they came to an agreementze hadden met elkaar nog geen gulden • they didn't have a guilder between themze kwamen enkele minuten na elkaar binnen • they came in within a few minutes of each other/one anothernaast elkaar zitten/liggen/lopen • sit/lie/walk side by sidegetallen onder elkaar zetten • write/place figures in columnszij moeten dat onder elkaar maar uitmaken • they must sort that out amongst themselveswe zijn toch onder elkaar • after all we are by ourselveshet zijn vrienden onder elkaar • they are all friends (together)op elkaar liggen • lie one on top of the otherdingen tegen elkaar zetten/leggen/drukken • put/lay/press things togetherdie groep is uit elkaar gevallen • the group has split updie auto valt bijna (van ellende) uit elkaar • that car is falling apartze zijn uit elkaar gegroeid • they (have) drifted apart(personen of zaken) (goed) uit elkaar kunnen houden • be able to tell (people/things) apartuit elkaar gaan • 〈 gezelschap, commissie, jury〉 break up; 〈 vrienden, echtgenoten〉 split up/break up; 〈 menigte, betogers〉 disperseeen machine uit elkaar halen/nemen • strip down/dismantle a machinezij zijn familie van elkaar • they are relatedzij hebben veel van elkaar • they are very much alikehij heeft zijn zaakjes goed voor elkaar • he's got things fixediets niet voor elkaar kunnen krijgen • not manage (to do) somethinghet is voor elkaar • it has been taken care ofelkaar uit de weg gaan • avoid each other -
12 paard
1 [dier] horse2 [sport] [gymnastiektoestel] (vaulting) horse4 [schaakstuk] knight♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 het paard van Troje/het Trojaanse paard binnenhalen • bring/drag in the Trojan Horse〈 figuurlijk〉 een blind paard kan er geen schade doen • there was hardly a stick of furniture in the roomeen paard inspannen • hitch a horse to a carthet paard achter de wagen spannen • 〈 iets verkeerd aanpakken〉 make things difficult for oneself; 〈 onlogisch denken〉 put the cart before the horsemet paarden bespannen • horse-drawnmet een paard over een hindernis springen • jump a horse over a hurdleop zijn paard springen • vault onto one's horse〈 figuurlijk〉 op twee paarden wedden • hedge/cover one's bets〈 figuurlijk〉 je moet niet te veel op één paard wedden/alles op één paard zetten • don't put all your eggs in one basketover het paard getild zijn • be swollen-headedhoog te paard zitten • 〈 figuurlijk〉 be/get on one's high horsete paard zitten • be on a horsebackte paard stijgen • mountte paard! • to horse!politie te paard • mounted policehonger hebben als een paard • feel one could eat a horse〈 spreekwoord〉 men moet een gegeven paard niet in de bek zien • never look a gift horse in the mouth -
13 voet
1 [lichaamsdeel; deel van een kous] foot3 [versvoet; lengtemaat] foot5 [afdruksel] footprint♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 op staande voet • at once, on the spot; 〈 met betrekking tot verleden ook〉 then and there〈 figuurlijk〉 ergens (vaste) voet krijgen • gain a (firm) foothold somewhere, obtain a firm footingde voeten vegen • wipe one's feet〈 figuurlijk〉 iemand de voet dwars zetten • put a spoke in someone's wheel, thwart/frustrate someonevoet aan wal zetten • set foot ashoreiemand op de voet volgen • follow in someone's footsteps〈 figuurlijk〉 de gebeurtenissen/de ontwikkelingen op de voet volgen • 〈 bijhouden〉 keep (a close) track of events/developmentste voet gaan • walk, go on footnog goed uit de voeten kunnen • still be steady on one's legsvoor de voet(en) weg • off-handiemand voor de voeten lopen • 〈 figuurlijk〉 hamper someone, get under someone's feetvoet(je) voor voet(je) • step by stepde zieke kan geen voet verzetten • the patient is too weak to movegeen voet buiten de deur zetten • not set foot outside the doorik zet daar geen voet meer in huis • I won't ever set foot in that house again〈 figuurlijk〉 geen voet aan de grond krijgen • have no success, make no headway2 de voet van een glas • the stem/base of a glassde voet van een zuil/lamp • the base of a column/lampop gelijke voet met elkaar omgaan • be on an equal footingop gespannen voet staan met iemand • be at odds with someonezij staan op goede/vriendschappelijke voet met elkaar • they are on good/friendly terms (with each other)op grote voet leven • live in (great) styleop te grote voet leven • live beyond one's meansop vertrouwelijke voet staan met iemand • be on familiar terms with someonede zaken op dezelfde voet voortzetten • continue business (on the same footing) as beforeop voet van oorlog leven • be on a war footingop voet van gelijkheid • on equal terms -
14 weten
weten1〈 het〉♦voorbeelden:buiten/zonder mijn weten • without my knowledgenaar/bij mijn (beste) weten • to (the best of) my knowledge————————weten2♦voorbeelden:1 dat weet zelfs een kind! • even a fool knows that!zij die het kunnen weten zeggen … • the well-informed say …ik had het kunnen weten • I might have knownik zal het u laten weten • I'll let you knowzij weet met iedereen om te gaan • she has a way with everyoneweten te ontkomen • manage to escapezich weten te redden • cope, managehij wil (graag) weten, dat hij communist is • he makes no secret about being a communistniets van iemand willen weten • not want to have anything to do with someoneik zou wel eens willen weten waarom hij dat zei • I'd like to know why he said thatje zou eens moeten weten …, als je eens wist … • if only you knewdaar weet ik alles van • I know all about itmet haar weet je het nooit • you never know with herik weet het! • I've got it!het is maar dat u het weet • I thought you ought to know, just so you knowweet je het al, hij is failliet • have you heard the news, he's gone bankruptik ga hier weg; nu weet je het! • I'm leaving this place; so there!voor je het weet, ben je er • you're there before you know itze hebben het geweten • they found out (to their cost)hij wou er niets van weten • he wouldn't hear of itnu weet ik nóg niets! • I'm no wiser than I was (before)!ik weet wat …, weet je wat … • I know what …, you know what …hij weet (niet) wat hij wil • he doesn't know his own mindweten wat je doet • beware what you are abouthij weet wel wat een goede fles wijn is! • he knows a good bottle of wine when he sees one!je weet wie het zegt • look who's talkingwie weet • who knowsje moet het zelf (maar) weten • it's your decisionhij weet niet beter of het hoort zo • he doesn't know any betterje zou beter moeten weten • you should know better (than that), you should have known betterik weet niet beter dan dat hij morgen komt • as far as I know he's coming tomorrowhij weet ervan • he's aware of itik weet het niet meer • I really can't rememberik zou het niet weten • I wouldn't knowhij wist niet hoe gauw hij weg moest komen • he couldn't get away fast enoughals dat geen zwendel is dan weet ik het niet (meer) • if that isn't a fraud I don't know what isik zou niet weten waarom (niet) • I don't see why (not)ik weet nog zo net niet of ik kom • I don't know if I'll comehij heeft ik-weet-niet-hoeveel huizen • he owns I don't know how many housesweet je wel, je weet wel • you knowzeker weten! • no buts about it!weet je het zeker? • are you (absolutely) sure?iets zeker weten • be sure about somethingvoor zover ik weet • as far as I knownaar ik weet • to my knowledgeergens iets op weten • have an answer to somethingte weten • namelyiets te weten komen • find out somethingik weet van niks • I know nothing about itwat weet jij nu van tuinieren? • much you know about gardeningvan geen wijken (willen) weten • stick to one's gunsvan geen ophouden weten • not know when to stopkinderen weten van geen vermoeidheid • children know no fatiguezonder dat iemand het wist, had hij … • unknown to anyone, he had …als je dat maar weet! • keep it in mind!hij wil niet weten dat hij ziek is • he won't admit to being illniet dat ik weet • not that I knowweet je nog? • (do you) remember?〈 informeel〉 weet ik veel! • search me!〈 spreekwoord〉 wat niet weet, dat niet deert • what the eye doesn't see the heart doesn't grieve overje weet wel beter • you know better (than that)ik vermoeid? dat weet ik nog zo (zeker) niet! • me tired? I don't knowik wist niet wat ik zag! • I couldn't believe my eyes!je weet ('t) maar nooit • you never know -
15 haperen
1 [blijven steken] stick, get stuck2 [mankeren] have something wrong/the matter with oneself ⇒ be out of order♦voorbeelden:mijn pen hapert • my pen's acting upzijn stem haperde • his voice faltered/wavereder hapert iets aan de motor • there's something wrong with the engine -
16 overeind
2 [niet omver] standing♦voorbeelden:1 overeind gaan staan • stand up (straight), get to one's feetovereind komen • 〈 van een verkeerde houding〉 right oneself; 〈 van een kromme houding〉 straighten oneself; 〈 plotseling〉 pop upovereind zitten • sit up (straight)〈 figuurlijk〉 iemand/een bedrijf weer overeind helpen • put someone back on his feet/a business back on its feet〈 figuurlijk〉 dat houdt hem (in z'n ongeluk) overeind • that keeps him on his feet (in his misfortune)weer overeind komen/krabbelen • pick oneself up (again), struggle to one's feethij vloog overeind • he sprang up(right)
См. также в других словарях:
The Order of the Stick — Principal characters, from left to right: Belkar, Vaarsuvius, Elan, Haley, Durkon, and Roy … Wikipedia
get hold of the wrong end of the stick — get (hold of) the wrong end of the stick informal to not understand a situation correctly. Her friend saw us arrive at the party together and got hold of the wrong end of the stick. I said how nice he was and Julie got the wrong end of the stick… … New idioms dictionary
get the wrong end of the stick — get (hold of) the wrong end of the stick informal to not understand a situation correctly. Her friend saw us arrive at the party together and got hold of the wrong end of the stick. I said how nice he was and Julie got the wrong end of the stick… … New idioms dictionary
get hold of the wrong end of the stick — To misunderstand • • • Main Entry: ↑end get hold of the wrong end of the stick To misunderstand something totally • • • Main Entry: ↑wrong … Useful english dictionary
get the short end of the stick — get the short end (of the stick) to feel that you are being treated particularly badly in comparison with other people. When the mayor cut our budget almost in half, I felt like we were getting the short end of the stick. I always feel like I m… … New idioms dictionary
get the short end — (of the stick) to feel that you are being treated particularly badly in comparison with other people. When the mayor cut our budget almost in half, I felt like we were getting the short end of the stick. I always feel like I m getting the short… … New idioms dictionary
get hold of the wrong end of the stick — (*ENPITE.BTR*/) confuse the issue, be confused … English contemporary dictionary
get (hold of) the wrong end of the stick — get (hold of) the ˌwrong end of the ˈstick idiom (BrE, informal) to understand sth in the wrong way Main entry: ↑wrongidiom … Useful english dictionary
get the short end of the stick — get the short end of the ˈstick idiom (NAmE) (BrE ˌdraw the short ˈstraw) to be the person in a group who is chosen or forced to perform an unpleasant duty or task Main entry: ↑shortidiom … Useful english dictionary
get (hold of) the wrong end of the stick — Brit. misunderstand something. → wrong … English new terms dictionary
get hold of the wrong end of the stick — ► get hold of the wrong end of the stick misunderstand something. Main Entry: ↑wrong … English terms dictionary