-
1 uiteendrijven
♦voorbeelden:1 de menigte uiteendrijven • scatter/disperse/break up the crowdhun meningsverschil dreef ze uiteen • their difference of opinion drove them apart -
2 uiteenslaan
♦voorbeelden:1 een oproer/leger uiteenslaan • break up a riot, disperse an army -
3 verspreiden
2 [uiteen (doen) gaan] disperse♦voorbeelden:een kwalijke geur verspreiden • give off a ghastly smelllicht verspreiden • shed lightwarmte verspreiden • give off heateen reclamefolder op ruime schaal verspreiden • distribute an advertizing brochure on a wide scalezich over de hele aarde verspreiden • spread all over the world -
4 afdruipen
v. drain, be emptied slowly; disperse (Figurative) -
5 bestrooien
adj. strewn, scattered, sprinkled--------v. scatter, disperse, bestrew -
6 diffusor
n. diffuser, device that evenly distributes light; device used to make an air current disperse over a wider area; screen for softening light -
7 uiteendrijven
v. disperse, drive around, scatter -
8 uiteenjagen
v. disperse, scatter, shatter, drive around -
9 versnipperen
v. cut into bits, split up, fritter away, disperse -
10 verspreiden
v. spread, spread about, set about, send out, shed, circulate, disperse, scatter, disseminate, sow, propagate, distribute, diffuse, effuse, hawk -
11 verstrooien
v. scatter, shatter, disperse, distract, dissipate, divert, ted -
12 dispergeren
• to disperse -
13 verstrooien
• to disperse• to distract• to divert• to entertain• to scatter• to spread -
14 afdrijven
2 [wegdrijven] disperse, blow over3 [stroomafwaarts drijven] drift along/downstream♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door drijven verwijderen] drive off/away, dispel2 [medicijnen, geneeskunde] expel, abort♦voorbeelden: -
15 de aandacht verbrokkelen
de aandacht verbrokkelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de aandacht verbrokkelen
-
16 de menigte uiteendrijven
de menigte uiteendrijvenscatter/disperse/break up the crowdVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de menigte uiteendrijven
-
17 de politie sommeerde de menigte uit elkaar te gaan
de politie sommeerde de menigte uit elkaar te gaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de politie sommeerde de menigte uit elkaar te gaan
-
18 decentraliseren
1 decentralize ⇒ deconcentrate 〈 bestuurlijke macht〉, localize 〈 voorzieningen〉, disperse 〈 industrie〉Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > decentraliseren
-
19 een oproer/leger uiteenslaan
een oproer/leger uiteenslaanbreak up a riot, disperse an armyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een oproer/leger uiteenslaan
-
20 elkaar
1 each other, one another♦voorbeelden:elkaar helpen • help each otherzij lijken op elkaar • they look like/resemble one anothertwee touwen aan elkaar binden • tie two ropes togetherzij maakte het achter elkaar af • she finished it in one gohij heeft een uur achter elkaar gepraat • he went on talking for a whole hourachter elkaar staan • stand one behind the otherweken/uren achter elkaar • for weeks/hours on endvier keer achter elkaar • four times in a rowdrie boeken achter elkaar uitlezen • read three books one after the otherbij elkaar komen • meet, come togetherhij heeft ze niet allemaal bij elkaar • he's got a screw loosealles bij elkaar (genomen) • on the whole, all in allzij hebben 50 gulden bij elkaar kunnen leggen • they were able to raise 50 guilderszoveel geld heb ik nooit bij elkaar gezien • I've never seen so much money at oncemeer dan alle anderen bij elkaar • more than all the others put togetherwij blijven bij elkaar • we stick/keep togetherde kinderen lopen door elkaar • the children are running all over the placealles ligt door elkaar • everything is mixed up/confuseddoor elkaar raken • get mixed up/confusedhet verhaal zit goed/slecht in elkaar • the story is well/badly thought outzij werden het met elkaar eens • they came to an agreementze hadden met elkaar nog geen gulden • they didn't have a guilder between themze kwamen enkele minuten na elkaar binnen • they came in within a few minutes of each other/one anothernaast elkaar zitten/liggen/lopen • sit/lie/walk side by sidegetallen onder elkaar zetten • write/place figures in columnszij moeten dat onder elkaar maar uitmaken • they must sort that out amongst themselveswe zijn toch onder elkaar • after all we are by ourselveshet zijn vrienden onder elkaar • they are all friends (together)op elkaar liggen • lie one on top of the otherdingen tegen elkaar zetten/leggen/drukken • put/lay/press things togetherdie groep is uit elkaar gevallen • the group has split updie auto valt bijna (van ellende) uit elkaar • that car is falling apartze zijn uit elkaar gegroeid • they (have) drifted apart(personen of zaken) (goed) uit elkaar kunnen houden • be able to tell (people/things) apartuit elkaar gaan • 〈 gezelschap, commissie, jury〉 break up; 〈 vrienden, echtgenoten〉 split up/break up; 〈 menigte, betogers〉 disperseeen machine uit elkaar halen/nemen • strip down/dismantle a machinezij zijn familie van elkaar • they are relatedzij hebben veel van elkaar • they are very much alikehij heeft zijn zaakjes goed voor elkaar • he's got things fixediets niet voor elkaar kunnen krijgen • not manage (to do) somethinghet is voor elkaar • it has been taken care ofelkaar uit de weg gaan • avoid each other
- 1
- 2
См. также в других словарях:
dispersé — ⇒DISPERSÉ, ÉE, part. passé et adj. I. Part. passé de disperser. II. Emploi adj. A. Répandu ou jeté çà et là, au hasard. Des lambeaux, des débris, des fragments dispersés; des cendres dispersées; dispersé au vent, çà et là; rassemblé ou dispersé.… … Encyclopédie Universelle
Disperse — Dis*perse , v. t. [imp. & p. p. {Dispersed}; p. pr. & vb. n. {Dispersing}.] [L. dispersus, p. p. of dispergere to strew, scatter. See {Sparse}.] 1. To scatter abroad; to drive to different parts; to distribute; to diffuse; to spread; as, the Jews … The Collaborative International Dictionary of English
Disperse — Genres Rock, Garage Rock Labels Route7Records Members Chelsey Pieratt Andy Higham Nic Higham Chris Billings Dustin Sanders … Wikipedia
dispersé — dispersé, ée (di sper sé, sée) part. passé. 1° Jeté, poussé çà et là. • D un frère dans la mer les membres dispersés, CORN. Médée, I, 4. • C est une mère ravie à ses enfants dispersés Qui leur tend de l autre vie Ces bras qui les ont bercés … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Disperse — Dis*perse , v. i. 1. To separate; to go or move into different parts; to vanish; as, the company dispersed at ten o clock; the clouds disperse. [1913 Webster] 2. To distribute wealth; to share one s abundance with others. [1913 Webster] He hath… … The Collaborative International Dictionary of English
disperse — I (disseminate) verb administer, allocate, apportion, assign, bestow in shares, bestrew, cast forth, cast off, circulate, consign, convey, deal, deal out, dispense, dispose, distribute, divide, dole, dole out, give away, give out among a number,… … Law dictionary
disperse — late 14c., from L. dispersus, pp. of dispergere to scatter, from dis apart, in every direction (see DIS (Cf. dis )) + spargere to scatter (see SPARSE (Cf. sparse)). The Latin word is glossed in O.E. by tostregdan. Related: Dispersed; … Etymology dictionary
disperse — *scatter, dissipate, dispel Analogous words: *separate, part, divide: *dismiss, discharge Antonyms: assemble, congregate (persons): collect (things) Contrasted words: *summon, convoke, convene, muster, cite, call … New Dictionary of Synonyms
disperse — [v] distribute; scatter banish, besprinkle, break up, broadcast, cast forth, circulate, deal, diffuse, disappear, disband, disburse, discharge, dislodge, dismiss, dispel, disseminate, dissipate, dissolve, divvy*, dole out, eject, intersperse,… … New thesaurus
disperse — ► VERB 1) go or distribute in different directions or over a wide area. 2) thin out and eventually disappear. 3) Physics divide (light) into constituents of different wavelengths. DERIVATIVES dispersal noun disperser noun dispersible adjective… … English terms dictionary
disperse — [di spʉrs′] vt. dispersed, dispersing [ME dispersen < L dispersus, pp. of dispergere, to scatter abroad < dis , out + spargere, to scatter, strew: see SPARK1] 1. to break up and scatter in all directions; spread about; distribute widely 2.… … English World dictionary