-
121 go
n. Japans bordspel voor twee personen in ruiten verdeeld door 19 horizontale en 19 vertikale lijnen--------n. poging; enthousiasme; activiteit (spreektaal)--------v. lopen, gaan; gaan (rijden); aankomen; wordengo11 poging3 pit ⇒ fut, energie4 aanval♦voorbeelden:have a go doing something • iets proberen te doen2 at/in one go • in één klap, in één keerhave a go at • een aanval doen op; uitvallen tegen, van leer trekken tegen¶ be all the go • in de mode zijn, erg in trek zijnmake a go of it • er een succes van makenit 's all go • het is een drukte van je welste(up)on the go • in de weer, in volle actie(it 's) no go • het kan niet, het lukt nooit→ near near/————————go21 goed functionerend ⇒ in orde, klaar♦voorbeelden:————————go31 gaan ⇒ starten, vertrekken; beginnen, aanvatten, aanvangen2 gaan ⇒ voortgaan, lopen, reizen12 vooruitgaan ⇒ vorderen, opschieten18 verdwijnen ⇒ wijken, afgeschaft worden, afgevoerd worden23 beschikbaar/voorhanden zijn♦voorbeelden:go fetch! • zoek!, apporte! 〈 tegen hond〉go to find someone • iemand gaan zoekengo fishing • uit vissen gaanleave go of • loslaten, laten gaanlook where you are going! • kijk uit je doppen!〈 informeel〉 don't go saying that! • zeg dat nou toch niet!go shopping • gaan winkelenwho goes there? • wie daar? 〈 vraag naar wachtwoord〉go aside • opzij gaan, zich even terugtrekkengo near to do/doing something • iets bijna doengo on an errand • een boodschap (gaan) doengo on a journey • op reis gaango on the pill • aan de pil gaango on the stage • bij het toneel gaanready, steady, go! • klaar voor de start? af!2 go by air/car • met het vliegtuig/de auto reizengo for a walk • een wandeling maken1the forks go in the top drawer • de vorken horen in de bovenste la1where do you want this cupboard to go? • waar wil je deze kast hebben?3plus any cash that was going • plus wat voor geld er maar beschikbaar wasgo aboard • aan boord gaango abroad • naar het buitenland gaango straight • rechtop lopengo along that way • die weg nemen/volgengo from bad to worse • van kwaad tot erger vervallenthe difference goes deep • het verschil is erg grootgo in fear of one's life • voor zijn leven vrezenas things go • in vergelijking, in het algemeengo armed • gewapend zijnit will go hard with him • het zal erg moeilijk voor hem wordenhow are things going? • hoe gaat het ermee?how is work going? • hoe staat het met het werk?go slow • een langzaam-aan-actie houdenthe tune goes like this • het wijsje kt als volgt10 go well • goed aflopen, goed komen11 how did the exam go? • hoe ging het examen?go in someone's favour • in iemands voordeel uitvallenwhat he says goes • wat hij zegt, gebeurt ook12 how is the work going? • hoe vordert het (met het) werk?go unpunished • ongestraft wegkomengoing!, going!, gone! • eenmaal! andermaal! verkocht!16 go on • besteed worden/gespendeerd worden aanmy complaints went unnoticed • mijn klachten werden niet gehoordthe cook must go • de kok moet gaanhe paid as he went • hij betaalde directit only goes to show • zo zie je maargo (a-)begging • geen aftrek vinden, niet gewild zijnif these things are going begging I'll take them • als niemand (anders) ze wil, neem ik ze wel〈Brits-Engels; informeel〉 go and do something • iets gaan doen; zo maar even iets doen; zo dwaas zijn iets te doenlet oneself go • zich laten gaan, zich ontspannen; zich verwaarlozenanything goes • alles is toegestaanhe kept going like this • hij deed telkens zogo carefully • heel bedachtzaam/behoedzaam te werk gaango easy • het rustig(er) aan (gaan) doengo easy with • aardig/vriendelijk zijn tegen〈 informeel〉 here goes! • daar gaat ie (dan)!〈 informeel〉 here we go again • daar gaan we weer, daar heb je het weerthere it goes • weg, foetsie; kapotgo wrong • een fout maken, zich vergissen; fout/mis gaan, de mist in gaan; 〈 informeel〉stuk gaan, het begeven 〈 van apparaat〉; het verkeerde pad opgaan→ go about go about/, go across go across/, go after go after/, go against go against/, go ahead go ahead/, go along go along/, go around go around/, go at go at/, go away go away/, go back go back/, go beyond go beyond/, go by go by/, go down go down/, go far go far/, go for go for/, go forward go forward/, go in go in/, go into go into/, go off go off/, go on go on/, go out go out/, go over go over/, go round go round/, go through go through/, go to go to/, go together go together/, go under go under/, go up go up/, go with go with/, go without go without/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:go the same way • dezelfde kant opgaango the shortest way • de kortste weg nemen¶ go it alone • iets/het helemaal alleen doengo it strong • er hard tegenaan gaan; overdrijven, het er dik op leggen♦voorbeelden:go absent • afwezig blijvengo bad • slecht worden, bedervengo blind • blind wordengo broke • al zijn geld kwijtrakengo cold • koud wordengo hot and cold • het (afwisselend) warm en koud krijgengo hungry • honger krijgengo ill/sick • ziek wordenthe milk went sour • de melk werd zuurgoing fifteen • bijna vijftien (jaar), naar de vijftien toe -
122 ♦ cheque
♦ cheque, ( USA) check /tʃɛk/n.( banca) assegno (bancario): to cash a cheque, incassare un assegno; to pay by cheque, pagare con assegno; to write a cheque, fare un assegno; to stop a cheque, bloccare un assegno; blank cheque, assegno in bianco; crossed cheque, assegno sbarrato; open cheque, assegno non sbarrato; DIALOGO → - Paying in at the bank- The cheques will take five working days to clear, per l'accredito degli assegni ci vogliono cinque giorni lavorativi● ( banca) cheque account, conto corrente □ (GB) cheque ( guarantee) card, carta assegni □ cheque requisition, richiesta d'assegno ( modulo) □ cheque to bearer, assegno al portatore □ cheque to order, assegno all'ordine. -
123 ♦ run
♦ run (1) /rʌn/n.1 corsa: She had a shower after her run, ha fatto una doccia dopo la corsa; to go for a run, andare a correre; I try to go for a run three times a week, cerco di andare a correre tre volte la settimana; at a run, di corsa; to break into a run, mettersi a correre; The soldiers went past at a run, i soldati sono passati di corsa; to take the dog for a run, portare il cane a correre; far fare una corsa al cane2 ( sport: atletica) corsa; corsa a piedi: a five kilometre run, una corsa di cinque kilometri; a cross-country run, una corsa campestre; the mile run, la corsa del miglio3 ( di mezzo di trasporto) linea ( di servizio); viaggio; rotta: The ferry was on the Calais-Dover run, il traghetto faceva servizio tra Calais e Dover; There will be more planes on the Milan-London run, ci saranno più aerei sulla rotta Milano-Londra4 viaggio, giro (in macchina): Let's go for a run in the car, andiamo a fare un giro in macchina; Who's doing the school run tomorrow?, chi porta i bambini a scuola domani?5 periodo; serie; ( poesia) ritmo: a run of good luck, un periodo di fortuna; una serie fortunata; unbeaten run, serie utile ( senza avere subito sconfitte); Chelsea's successful run ended on Saturday with a defeat at home, la serie ininterrotta di vittorie del Chelsea si è conclusa sabato con una sconfitta in casa; the run of the metre, il ritmo del verso6 (teatr., cinem.) tenitura; periodo di programmazione; permanenza in cartellone: The play had a long run in the West End, la commedia è rimasta a lungo in cartellone nella West End (a Londra); The show's run has been extended by three months, la programmazione dello spettacolo è stata prolungata di tre mesi7 (ind.) produzione; quantità prodotta8 (polit., ecc.) corsa (fig.); tentativo di ottenere (qc.): to make a run for the Presidency, essere in corsa per la presidenza; Her withdrawal has given her opponent a clear run, il suo ritiro ha lasciato campo libero al suo avversario; to have a practice run, fare una serie di prove9 (fin.) corsa (fig.); assalto (fig.): a run on the dollar, una corsa all'acquisto di dollari; un assalto al dollaro; a run on the bank, una corsa agli sportelli; un assalto alla banca ( da parte dei clienti)10 ( sci) pista; ( anche) discesa, manche: first run, prima manche; DIALOGO → - Skiiing- The lower runs were a bit slushy, la neve sulle piste più basse era sciolta; ski run, pista di sci11 ( baseball) «run» (punto ottenuto raggiungendo la «casa base») ( cricket) «run» ( punto ottenuto correndo tra due basi): ( baseball) to make a home run, fare un fuoricampo ( punto ottenuto quando il battitore manda la palla fuori dalla recinzione); ( cricket) to score a «run», mettere a segno un «run»12 zona recintata; recinto: cattle run, zona recintata per il bestiame; chicken run, recinto per polli; sheep run, recinto per le pecore13 lunghezza; tratto: a five-hundred-foot run of pipe, un tratto di tubatura di cinquecento piedi ( circa 150 metri); cinquecento piedi di tubatura14 – the run, la media: He is different from the ordinary run of mankind, è un uomo che si distingue dalla media della gente15 [u] libero accesso (o uso): The dogs have the run of the house, i cani hanno libero accesso alla casa; to give sb. the run of one's house, mettere la propria casa a disposizione di q.; The tenants have the run of the estate, gli inquilini hanno libero uso della proprietà17 ( di vernice) goccia (colata): Remove any runs before the paint dries, rimuovere le gocce (colate) prima che la vernice sia asciutta18 ( a carte) sequenza di carte dello stesso seme ( di solito, più di cinque; cfr. straight, B, def. 4)20 (zool.) branco ( di pesci che risalgono un fiume); risalita ( dei pesci): a run of salmon, un branco di salmoni21 canaletto in cui scorre l'acqua; ruscelletto; abbeveratoio; vasca22 (mus.) volata23 (aeron.) corsa a terra; rullaggio25 (aeron. mil.) missione; passaggio ( sull'obiettivo); ( anche) (= run-in, run-up) rotta d'approccio, volo d'avvicinamento al bersaglio ( di bombardiere)34 (equit.) trotto veloce; galoppo● (fam.) run-around, atteggiamento dilatorio (o evasivo): to get the run-around, essere tenuto sulla corda, essere menato per il naso; to give sb. the run-around, menare q. per il naso; tenere sulla corda q. □ run-down ► run-down e rundown □ (comput.) run time, tempo di esecuzione ( di un programma): run time error, errore in fase di esecuzione □ ( sport) against the run of play, inaspettatamente; nonostante il predominio degli avversari: Arsenal scored against the run of play, l'Arsenal ha segnato nonostante la partita fosse in mano agli avversari □ (comput.) at run time, in fase di esecuzione; all'esecuzione □ (fam.) fun run, corsa podistica a scopo di beneficenza □ to go on the run, darsi alla fuga (o alla latitanza, alla macchia) □ (fig.) to have had a (good) run for one's money, avere avuto delle belle soddisfazioni: I've had a good run for my money, but now it's time for the younger generation to take over, ho avuto le mie belle soddisfazioni, ma è ora di lasciare il posto ai giovani □ in the long run, a lungo andare; (econ.) a lungo termine; nel lungo periodo □ in the short run, a breve scadenza; (econ.) a breve termine; nel breve periodo □ to make a run for it, tentare la fuga □ on the run, in fuga; in movimento; in corsa: The robbers are still on the run, i rapinatori sono ancora in fuga (o latitanti); They had the enemy on the run, hanno messo il nemico in fuga; I have been on the run all day, sono stato in movimento (o ho corso) tutto il giorno; He made the pass on the run, ha passato la palla in volata □ to take a run at st., fare una corsa verso qc.; She took a run at the fence and jumped straight over, è corsa verso la recinzione e l'ha superata con un salto.run (2) /rʌn/A p. p. di to runB a.(nelle seguenti loc.)● run-of-the mill, comune; dozzinale □ ( di un inserto pubblicitario) run of paper, collocato sulla pagina ( di un giornale) a discrezione della direzione □ run on, (tipogr.) stampato di seguito; ( poesia: di un verso) la cui ultima parola si lega strettamente al verso successivo; che ha l'enjambement.♦ (to) run /rʌn/A v. i.1 correre; fare una corsa: Walk, don't run!, cammina, non correre!; A man came running along the street, un uomo è venuto di corsa per la strada; They ran across the road, hanno attraversato la strada di corsa; Let's run down to the beach, facciamo una corsa alla spiaggia!; It was starting to rain so we ran back inside, stava cominciando a piovere, quindi siamo rientrati di corsa; The boy ran into the house, il ragazzo è corso dentro casa; They ran to my aid, sono corsi in mio aiuto; We ran to see what was happening, siamo corsi a vedere cosa stava succedendo; Sarah ran into the room, Sarah è corsa nella stanza; She ran to meet him, gli è corsa incontro; The children are running about in the park, i bambini scorrazzano nel parco; The guard dog ran at me, il cane da guardia mi è corso contro; to run downstairs [upstairs], scendere [salire] le scale di corsa; to run counter to st., andare contro qc.; to run for the bus, correre per prendere l'autobus; to run for cover (o shelter) correre al riparo; (fam.) Run and get your bag, fila a prendere la borsa; (fam.) Run to the newsstand and get me a paper, will you?, per favore, fa' un salto all'edicola e prendimi un giornale; (fam.) to run all out (o flat out) correre a tutto spiano; to run at full speed, correre a tutta velocità (fam.: a tutta birra)2 ( sport) correre; partecipare a una corsa: I used to run when I was at school, da studente correvo nella squadra di atletica; He's running in the half marathon, corre nella mezza maratona; I run every day except Sunday, corro tutti i giorni tranne la domenica3 ( di strada, muro: di solito to run along, through, ecc.) correre; andare ( in un certo senso): The road runs along a ridge, la strada corre lungo un crinale; A path ran through the forest, un sentiero attraversava la foresta; A high wall runs along the edge of the estate, un alto muro costeggia i confini della proprietà4 ( di macchina, ecc.) funzionare, andare; ( di motore) essere in moto (o acceso): Does the heating run on oil or gas?, il riscaldamento va a gasolio o a gas?; Our new car runs on LPG, la nostra nuova macchina va a GPL; The engine isn't running properly, il motore non funziona bene; Don't leave the engine running, non lasciare il motore acceso; (comput.) The program will run on PC or Mac, il programma funziona sia su PC che su Mac5 ( di veicoli) (andare a) finire: I left the handbrake off and the car ran down the slope, non ho messo il freno a mano e l'auto è finita giù per la discesa; The truck ran onto the pavement, il camion è andato a finire sul marciapiedi6 ( di treni, di navi) viaggiare; andare: Trains to the airport run every hour, i treni per l'aeroporto partono (o passano) ogni ora; The ferry runs between the two ports, il traghetto fa la spola tra i due porti; The ship ran into port, la nave è entrata in porto; to run late [on time], viaggiare con un ritardo [in orario]; The train was running ten minutes late, il treno viaggiava con dieci minuti di ritardo; to run on rails, andare su rotaie7 scorrere: In northern Italy most streams run into the Po River, nell'Italia settentrionale la maggior parte dei corsi d'acqua defluisce nel Po; Tears were running down her cheeks, le scorrevano lacrime sul viso; Wait till the water runs hot, aspetta che scorra l'acqua calda; Don't leave the tap running!, non lasciare aperto il rubinetto!; ( dell'acqua corrente) to run cold, venire fredda ( a forza di scorrere); They were running with sweat, erano in un bagno di sudore8 (fig.) trascorrere; passare: Those summer days ran swiftly, quei giorni d'estate trascorrevano in fretta9 (lett.) spirare: A gentle breeze ran through the tall trees, una lieve brezza spirava fra gli alberi alti10 ( di pensiero, ecc.) ricorrere; ritornare: The tune was running in my head all day, quel motivo mi è frullato in testa tutto il giorno; The idea kept running through my mind, quell'idea mi ricorreva (o mi si presentava) sempre alla mente; Lara's theme had been running through my head all day long, era tutto il giorno che mi frullava nella testa il motivo di Lara11 ( di mormorio, diceria: di solito to run down, among, ecc.) diffondersi; circolare: A murmur ran among the crowd, un mormorio si è diffuso tra la folla; Rumours ran through the village, correvano (o circolavano) delle voci per il paese12 ( di sensazione: di solito to run down, through, ecc.) –: A thrill ran through her at the sound of his voice, un brivido di eccitazione l'ha percorsa quando ha sentito la sua voce; A shiver ran down his back, un brivido di freddo gli è corso lungo la schiena13 decorrere; essere pagabile da ( una certa data): ( banca, ecc.) Interest runs from January 1st, gli interessi decorrono dal 1В° di gennaio14 ( di prezzo, inflazione, ecc.) aver raggiunto; essere: Inflation is running at 4%, l'inflazione ha raggiunto il 4%; The price of oil is running between $80 and $90 a barrel, il prezzo del petrolio è attualmente compreso tra gli 80 e i 90 dollari al barile; The debt was running at an enormous figure, il debito ammontava a una cifra enorme15 durare; (leg.) essere valido (o in vigore): The lease had ten years to run, il contratto di affitto aveva una durata di dieci anni; It's a long film: it runs for three hours, è un film lungo: dura tre ore; DIALOGO → - Considering an evening course- The lessons run till Christmas, le lezioni si tengono fino a Natale; The contract runs until 2015, il contratto è valido fino al 201516 (polit., ecc.) concorrere; candidarsi: He is going to run for Parliament, intende candidarsi per la Camera dei Comuni; Do you think she'll run?, pensi che si candiderà?; He ran against his old allies, si è candidato contro i suoi ex alleati17 ( sport) arrivare ( primo, secondo, ecc.): He ran second, è arrivato secondo ( nella corsa); My horse ran last, il mio cavallo è arrivato ultimo18 fondersi; sciogliersi: It was so hot that butter started to run, era così caldo che il burro cominciava a sciogliersi19 ( di colore, vernice) stingere; colare: The colours ran in the wash and everything came out pink, i colori hanno stinto nel lavaggio e tutto è diventato rosa; My mascara is running, il mio mascara sta colando; The ink ran all over the page, l'inchiostro si è sparso su tutta la pagina22 (teatr., cinem.) essere in programmazione; tenere il cartellone: Agatha Christie's «Mousetrap» has been running for many years in London, la «Trappola per topi» di Agatha Christie tiene il cartellone da molti anni a Londra23 ( radio, TV) essere trasmesso; andare in onda: The series runs for six weeks from next Sunday, la serie va in onda per sei settimane a partire da domenica24 (fig.) andare; svolgersi: After a period of strikes, everything is running smoothly at the factory, dopo un periodo di scioperi, tutto sta andando bene in fabbrica25 ( di una malattia, di una caratteristica, ecc.) essere ereditaria ( in una famiglia, ecc.): Madness runs in his family, c'è un ramo di pazzia nella sua famiglia26 ( di scritta, testo) dire; fare: The song runs like this, la canzone fa così; The message ran: «meet me outside in half an hour», il messaggio diceva: «vediamoci fuori tra mezzora»B v. t.1 dirigere; gestire ( anche comm.): to run a business, dirigere un'azienda; to run the country, governare il paese; to run a shop, gestire un negozio; His mother-in-law runs the household, è sua suocera che dirige la casa; Who is running the contest?, chi organizza la gara?; to run a drugs racket, controllare un racket di droga2 ( sport) fare ( una corsa): to run the mile in five minutes, correre il miglio in cinque minuti; to run a race, fare una corsa ( a piedi)3 mettere in funzione ( una macchina, ecc.): Did you run the dishwasher?, hai messo in funzione (fam.: attaccato) la lavastoviglie?4 ( di solito to run through, along, down, ecc.) passare ( una mano, un dito, ecc.): She ran her fingers through her hair, si è passata le dita nei capelli; She ran a finger along the shelf, ha passato un dito sullo scaffale; to run one's fingers over the keyboard, far scorrere le dita sulla tastiera ( di un pianoforte); to run one's forefinger down a column of figures, controllare una colonna di cifre scorrendole con l'indice5 far scorrere: to run water into the bath tub, far scorrere l'acqua nella vasca da bagno; to run the water until it's hot, far scorrere l'acqua finché non viene calda; Run the tap for a few minutes, fai scorrere l'acqua dal rubinetto per qualche minuto; to run (sb. ) a bath, fare scorrere l'acqua per il bagno (a q.)6 (trasp.) fare andare, effettuare corse di ( autobus, treni, ecc.): to run a special train, mettere un treno straordinario; to run extra trains, far viaggiare treni straordinari; effettuare corse straordinarie ( di metropolitana)7 accompagnare in macchina; dare un passaggio a: to run sb. home [into town], accompagnare q. a casa [in centro] in macchina; I'll run you to the station, ti do un passaggio fino alla stazione8 pubblicare: to run a story [an advertisement], pubblicare una storia [un annuncio pubblicitario]; All the main newspapers ran the story, tutti i principali quotidiani hanno riportato la vicenda9 candidare; presentare come candidato: The party is running over 100 candidates at the next elections, il partito presenta più di 100 candidati alle prossime elezioni11 ( di solito to run through, under, behind, ecc.) far passare; infilare: They ran the cables through the wall, hanno fatto passare i cavi attraverso il muro; to run a thorn into one's finger, conficcarsi una spina nel dito; to run one's sword into sb., trafiggere q. con la spada12 far correre; ( sport) iscrivere a una corsa: to run a horse, far correre un cavallo; to run a horse in the Derby, iscrivere un cavallo al Derby15 contrabbandare: to run arms [liquor], contrabbandare armi [liquori]● (fig.) to come running, essere a disposizione; correre: She comes running every time he calls, corre ogni volta che la chiama □ (naut.) to run before the storm, fuggire la tempesta □ (naut.) to run before the wind, navigare col vento in poppa □ (mil.) to run a blockade, forzare un blocco □ to run a boat down to the water, calare in acqua una barca □ to run a car, mantenere un'automobile: I can't afford to run a car, non posso permettermi (di mantenere) una macchina □ to run cattle, mandare bestiame al pascolo □ to run sb. close, ( sport) incalzare q. alle spalle, tallonare q.; ( sport) piazzarsi alle spalle di q.; (fig.) non essere da meno di q. □ ( anche fig.) to run dry, esaurirsi; prosciugarsi □ to run errands (o messages), fare commissioni; fare ambasciate; fare il fattorino □ to run one's eyes over st., dare un'occhiata (o una scorsa) a qc. □ to run for it, scappare correndo a più non posso □ (fam.) to run it fine, farcela a stento; cavarsela per un pelo (o per un soffio) □ (naut.) to run foul (o afoul) ( with), entrare in collisione (con) □ to be running high –: Tensions were running high, c'era parecchia tensione □ to be running late [early, on time, behind], essere in ritardo [in anticipo, in orario, indietro]: I'm running late, so I'll see you at the restaurant, sono in ritardo, quindi ci vediamo al ristorante; The project was starting to run seriously behind, il progetto cominciava a prendere parecchio ritardo □ to run for one's life, correre per salvarsi la vita □ to run sb. 's life, dirigere la vita di q.: Don't try and run my life!, non cercare di dirigere la mia vita! □ (fin.: di un'azienda) to run at a loss, essere in passivo □ to be running low, diventare scarso: Our food supplies are running low, le nostre provviste di viveri sono diventate scarse □ to be running low on, rimanere con poco: My computer is running low on disk space, al mio computer rimane poco spazio sull'hard disk □ (fig.) to run a mile, scappare a gambe levate: She'd run a mile if he asked her to marry him, se le chiedesse di sposarla, scapperebbe a gambe levate □ ( sport: della palla, di un giocatore) to run out of bounds, uscire dal campo di gioco □ to run out of control, sfuggire di mano; ( di una persona, una situazione, ecc.) diventare ingovernabile □ ( sport: della palla) to run out of play, andare fuori campo □ to run sb. out of town, cacciare q. dalla città □ (fam.) to run sb. ragged, fare a pezzi q., stracciare q. (gli avversari, i nemici) □ to run the rapids, scendere le rapide ( in barca) □ (fam.) to run a red light, passare col rosso ( a un semaforo) □ to run rife, abbondare; ( di una malattia) essere diffusa; ( di una notizia) circolare; ( di una diceria) correre □ to run rings around sb., superare di gran lunga q. □ to run a risk, correre un rischio: He runs the risk of losing his home, corre il rischio di perdere la casa □ to run riot = to run wild ► sotto □ (naut.: del capitano) to run a ship to Boston, portare una nave a Boston □ to run short, finire, venire a mancare: Petrol is running short, sta finendo la benzina □ to run short of, rimanere a corto di: I ran short of money, sono rimasto a corto di soldi □ (fam.) to run the show, comandare; tenere le fila; ( sport) arbitrare in modo plateale □ ( sci) to run slalom gates, fare (o superare) le porte dello slalom □ to run a tab at the bar, pagare tutte le consumazioni alla fine □ (fam.) to run a temperature, avere la febbre □ to run tests [a check], fare degli esami [un controllo]: The doctors are running some tests on him, i medici gli stanno facendo degli esami □ to be up and running, funzionare bene: The new computer system is up and running, il nuovo sistema informatico funziona bene □ to run wild, ( di piante) inselvatichire, inselvatichirsi; (fig.: di persone, dell'immaginazione) scatenarsi □ ( sport) to run with the ball, ( baseball, rugby, ecc.) correre con la palla in mano; ( calcio) correre con la palla al piede □ to try to run before one can walk, mettere il carro davanti ai buoi □ His blood ran cold, gli si è gelato il sangue nelle vene □ This story will run and run, questa storia andrà avanti all'infinito □ Things must run their course, le cose devono seguire il loro corso □ (antiq.) His life has only a few hours to run, gli restano poche ore di vita. -
124 make
1.[meɪk]transitive verb, made [meɪd]1) (construct) machen, anfertigen (of aus); bauen [Damm, Straße, Flugzeug, Geige]; anlegen [See, Teich, Weg usw.]; zimmern [Tisch, Regal]; basteln [Spielzeug, Vogelhäuschen, Dekoration usw.]; nähen [Kleider]; durchbrechen [Türöffnung]; (manufacture) herstellen; (create) [er]schaffen [Welt]; (prepare) zubereiten [Mahlzeit]; machen [Frühstück, Grog]; machen, kochen [Kaffee, Tee, Marmelade]; backen [Brot, Kuchen]; (compose, write) schreiben, verfassen [Buch, Gedicht, Lied, Bericht]; machen [Eintrag, Zeichen, Kopie, Zusammenfassung, Testament]; anfertigen [Entwurf]; aufsetzen [Bewerbung, Schreiben, Urkunde]make a dress out of the material, make the material into a dress — aus dem Stoff ein Kleid machen
a table made of wood/of the finest wood — ein Holztisch/ein Tisch aus feinstem Holz
made in Germany — in Deutschland hergestellt
show what one is made of — zeigen, was in einem steckt (ugs.)
be [simply] 'made of money — (coll.) im Geld [nur so] schwimmen (ugs.)
be 'made for something/somebody — (fig.): (ideally suited) wie geschaffen für etwas/jemanden sein
make a bed — (for sleeping) ein Bett bauen (ugs.)
make the bed — (arrange after sleeping) das Bett machen
have it made — (coll.) ausgesorgt haben (ugs.)
2) (combine into) sich verbinden zu; bilden3) (cause to exist) machen [Ärger, Schwierigkeiten, Lärm, Aufhebens]make enemies — sich (Dat.) Feinde machen od. schaffen
make time for doing or to do something — sich (Dat.) die Zeit dazu nehmen, etwas zu tun
two and two make four — zwei und zwei ist od. macht od. sind vier
qualities that make a man — Eigenschaften, die einen Mann ausmachen
5) (establish, enact) bilden [Gegensatz]; treffen [Unterscheidung, Übereinkommen]; ziehen [Vergleich, Parallele]; erlassen [Gesetz, Haftbefehl]; aufstellen [Regeln, Behauptung]; stellen [Forderung]; geben [Bericht]; schließen [Vertrag]; vornehmen [Zahlung]; machen [Geschäft, Vorschlag, Geständnis]; erheben [Anschuldigung, Protest, Beschwerde]make angry/happy/known — etc. wütend/glücklich/bekannt usw. machen
make a friend of somebody — sich mit jemandem anfreunden
make oneself heard/respected — sich (Dat.) Gehör/Respekt verschaffen
shall we make it Tuesday then? — sagen wir also Dienstag?
make it a shorter journey by doing something — die Reise abkürzen, indem man etwas tut
7)make somebody do something — (cause) jemanden dazu bringen, etwas zu tun; (compel) jemanden zwingen, etwas zu tun
make somebody repeat the sentence — jemanden den Satz wiederholen lassen
be made to do something — etwas tun müssen; (be compelled) gezwungen werden, etwas zu tun
make oneself do something — sich überwinden, etwas zu tun
what makes you think that? — wie kommst du darauf?
8) (form, be counted as)this makes the tenth time you've failed — das ist nun [schon] das zehnte Mal, dass du versagt hast
will you make one of the party? — wirst du dabei od. (ugs.) mit von der Partie sein?
9) (serve for) abgeben11) (gain, acquire, procure) machen [Vermögen, Profit, Verlust]; machen (ugs.) [Geld]; verdienen [Lebensunterhalt]; sich (Dat.) erwerben [Ruf]; (obtain as result) kommen zu od. auf, herausbekommen [Ergebnis, Endsumme]how much did you make? — wieviel hast du verdient?
12) machen [Geste, Bewegung, Verbeugung]; machen [Reise, Besuch, Ausnahme, Fehler, Angebot, Entdeckung, Witz, Bemerkung]; begehen [Irrtum]; vornehmen [Änderung, Stornierung]; vorbringen [Beschwerde]; tätigen, machen [Einkäufe]; geben [Versprechen, Kommentar]; halten [Rede]; ziehen [Vergleich]; durchführen, machen [Experiment, Analyse, Inspektion]; (wage) führen [Krieg]; (accomplish) schaffen [Strecke pro Zeiteinheit]13)make little of something — (play something down) etwas herunterspielen
they could make little of his letter — (understand) sie konnten mit seinem Brief nicht viel anfangen
I don't know what to make of him/it — ich werde aus ihm/daraus nicht schlau od. klug
what do you make of him? — was hältst du von ihm?; wie schätzt du ihn ein?
15)something makes or breaks or mars somebody — etwas entscheidet über jmds. Glück oder Verderben (Akk.)
16) (consider to be)What do you make the time? - I make it five past eight — Wie spät hast du es od. ist es bei dir? - Auf meiner Uhr ist es fünf nach acht
17)2. intransitive verb,make 'do with/without something — mit/ohne etwas auskommen
1) (proceed)make toward something/somebody — auf etwas/jemanden zusteuern
2) (act as if with intention)make to do something — Anstalten machen, etwas zu tun
3. nounmake as if or as though to do something — so tun, als wolle man etwas tun
make of car — Automarke, die
3)on the make — (coll.): (intent on gain) hinter dem Geld her (abwertend)
Phrasal Verbs:- academic.ru/44737/make_for">make for- make off- make off with- make out- make over- make up- make up for- make up to* * *[meik] 1. past tense, past participle - made; verb1) (to create, form or produce: God made the Earth; She makes all her own clothes; He made it out of paper; to make a muddle/mess of the job; to make lunch/coffee; We made an arrangement/agreement/deal/bargain.) machen2) (to compel, force or cause (a person or thing to do something): They made her do it; He made me laugh.) bringen zu3) (to cause to be: I made it clear; You've made me very unhappy.) machen6) (to become, turn into, or be: He'll make an excellent teacher.) sich erweisen als7) (to estimate as: I make the total 483.) schätzen8) (to appoint, or choose, as: He was made manager.) machen zu9) (used with many nouns to give a similar meaning to that of the verb from which the noun is formed: He made several attempts (= attempted several times); They made a left turn (= turned left); He made (= offered) a suggestion/proposal; Have you any comments to make?) machen2. noun- maker- making
- make-believe
- make-over
- makeshift
- make-up
- have the makings of
- in the making
- make a/one's bed
- make believe
- make do
- make for
- make it
- make it up
- make something of something
- make of something
- make something of
- make of
- make out
- make over
- make up
- make up for
- make up one's mind
- make up to* * *[meɪk]I. NOUNthe newer \makes of computer are much faster die neuen Computergenerationen sind viel schnellerit's jam of my own \make das ist selbst gemachte Marmelade\make of car Automarke f2. (of a person)people of her \make are rare Leute wie sie [o fam ihrer Machart] sind seltento be on the \make (for sex) auf sexuelle Abenteuer aus sein; (for money) geldgierig sein; (for power) machthungrig sein; (for profit) profitgierig sein; (for career) karrieresüchtig seinII. TRANSITIVE VERB<made, made>1. (produce)▪ to \make sth etw machen; company, factory etw herstellenthe pot is made to withstand high temperatures der Topf ist so beschaffen, dass er hohe Temperaturen aushält‘made in Taiwan’ ‚hergestellt in Taiwan‘this sweater is made of wool dieser Pullover ist aus WolleGod made the world in 7 days Gott erschuf die Erde in 7 Tagento \make bread Brot backento \make clothes Kleider nähento \make coffee/soup/supper Kaffee/Suppe/das Abendessen kochento \make a copy of sth etw kopierento \make a movie [or film] einen Film drehento \make peace Frieden schließento \make a picture ( fam) ein Foto machento \make a recording of sth etw aufnehmento \make a snowman einen Schneemann bauento \make steel/a pot Stahl/einen Topf herstellento \make time sich dat [die] Zeit nehmento show what one's [really] made of zeigen, was in einem steckt▪ to \make sb sth [or sth for sb] etw für jdn machenhe made us some coffee er machte uns Kaffeethe doll wasn't made for banging around die Puppe ist nicht dazu gedacht, herumgeschleudert zu werdenthese two were made for each other die zwei sind wie geschaffen füreinander2. (become)I don't think he will ever \make a good lawyer ich glaube, aus ihm wird nie ein guter Rechtsanwalt [werden]she'll \make a great mother sie wird eine tolle Mutter abgebenlet's \make a circle lasst uns einen Kreis bildenchampagne and caviar \make a wonderful combination Champagner und Kaviar sind eine wunderbare Kombinationto \make a good answer/excuse eine gute Antwort/Entschuldigung seinto \make a match gut zusammenpassento \make fascinating reading faszinierend zu lesen sein3. (cause) machento \make noise/a scene/trouble Lärm/eine Szene/Ärger machento \make sb one's wife jdn zu seiner Frau machen▪ to \make sth do sth:the wind is making my eyes water durch den Wind fangen meine Augen an zu tränenyou \make things sound so bad du machst alles so schlechtthe dark colours \make the room look smaller die dunklen Farben lassen das Zimmer kleiner wirkenwhat made you move here? was brachte dich dazu, hierher zu ziehen?what made you change your mind? wodurch hast du deine Meinung geändert?stories like that \make you think again Geschichten wie diese bringen dich zum Nachdenkento \make sb laugh jdn zum Lachen bringento \make oneself look ridiculous sich akk lächerlich machento \make sb suffer jdn leiden lassen4. (force)▪ to \make sb do sth jdn zwingen, etw zu tungo to your room! — no, and you can't \make me! geh auf dein Zimmer! — nein, und es kann mich auch keiner dazu zwingen!the good weather made Spain so popular das schöne Wetter hat Spanien so beliebt gemachtto \make the best of a situation das Beste aus einer Situation machento \make sb angry/happy jdn wütend/glücklich machento \make sth easy etw leicht machento \make oneself heard sich dat Gehör verschaffento \make sth public etw veröffentlichento \make oneself understood sich akk verständlich machen6. (transform to)▪ to \make sb/sth into sth:the recycled paper will be made into cardboard das Recyclingpapier wird zu Karton weiterverarbeitetthis experience will \make you into a better person diese Erfahrung wird aus dir einen besseren Menschen machenwe've made the attic into a spare room wir haben den Speicher zu einem Gästezimmer ausgebaut7. (perform)▪ to \make sth mistake, progress, offer, suggestion etw machenhe made a plausible case for returning home early er überzeugte uns, dass es sinnvoll sei, früh nach Hause zu gehenthey made about 20 miles a day on foot sie legten etwa 20 Meilen am Tag zu Fuß zurückI'll have a steak — no, \make that chicken ich nehme ein Steak — ach nein, bringen Sie doch lieber das Hühnchento \make an appointment einen Termin vereinbarento \make a bargain ein Schnäppchen machento \make a book STOCKEX eine Aufstellung von Aktien machen, für die Kauf- oder Verkaufsaufträge entgegengenommen werdento \make a call anrufento \make a deal einen Handel schließento \make a decision eine Entscheidung fällen [o treffen]to \make a deposit eine Anzahlung leistento \make a donation eine Spende vornehmento \make an effort sich akk anstrengento \make a face ein Gesicht ziehento \make a good job of sth bei etw dat gute Arbeit leistento \make a move (in game) einen Zug machen; (in business, personal life) etwas unternehmen; body sich akk bewegento \make a payment eine Zahlung leistento \make a promise ein Versprechen geben, etw versprechento \make reservations reservierento \make small talk Konversation betreibento \make a speech/presentation eine Rede/Präsentation haltento \make a start anfangento \make good time doing sth bei etw dat schnell vorankommento \make a withdrawal from a bank Geld bei einer Bank abheben8. (amount to)five plus five \makes ten fünf und fünf ist zehntoday's earthquake \makes five since January mit dem heutigen Erdbeben sind es fünf seit Januarthis \makes the third time my car has broken down das ist nun das dritte Mal, dass mein Auto eine Panne hat▪ to \make sth:he \makes £50,000 a year er verdient [o fam macht] 50.000 Pfund im Jahrto \make enemies sich dat Feinde machento \make a fortune sein Glück machento \make friends Freundschaften schließento \make a killing einen Riesengewinn machento \make a living seinen Lebensunterhalt verdienento \make profits/losses Gewinn/Verlust machen10. (appoint)▪ to \make sb president/advisor/ambassador jdn zum Präsidenten/Berater/Botschafter ernennen11. (consider important)▪ to \make sth of sth:she \makes a lot of politeness sie legt viel Wert auf Höflichkeitdon't \make too much of his grumpiness gib nicht zu viel auf seine mürrische Art12. (estimate)how much do you \make the total? was hast du als Summe errechnet?I \make the answer [to be] 105.6 ich habe als Lösung 105,6 herausbekommenwhat do you \make the time? was meinst du, wie viel Uhr ist es wohl?▪ to \make sth etw schaffencould you \make a meeting at 8 a.m.? schaffst du ein Treffen um 8 Uhr morgens?I barely made it to the meeting ich habe es gerade noch zur Versammlung geschafftthe fire made the front page das Feuer kam auf die Titelseitehe made captain/sergeant/manager AM er hat es bis zum Kapitän/Feldwebel/Manager gebrachtto \make the bus/one's train/one's plane den Bus/seinen Zug/sein Flugzeug kriegento \make the deadline den Termin einhalten [können]to \make the grade sich akk qualifizieren, es schaffento \make it to the top Karriere machento \make it es schaffenthe patient may not \make it through the night der Patient wird wahrscheinlich die Nacht nicht überstehen14. (render perfect)those curtains really \make the living room diese Vorhänge heben das Wohnzimmer ungemeinthis film has made his career der Film machte ihn berühmtthat made my day! das hat mir den Tag gerettet!you've got it made! du hast ausgesorgt!15. (have sex)to \make love sich akk lieben, miteinander schlafenhe tried to \make her er hat versucht, sie ins Bett zu kriegen fam16. NAUTto \make port Meldung an den Hafenmeister machento \make sail in See stechento \make way vorankommen17. ELECto \make contact den Stromkreis schließen18.▶ to \make a beeline [or dash] for sth/sb schnurstracks auf etw/jdn zugehen▶ to \make or break sth/sb das Schicksal von etw/jdm in der Hand haben▶ to \make a day/an evening of it den ganzen Tag/die ganze Nacht bleibenlet's \make a night of it die Nacht ist noch jung▶ made in heaven perfekt▶ to be made of money Geld wie Heu haben▶ to \make sense Sinn ergeben [o machenIII. INTRANSITIVE VERB<made, made>1. (be about to)to \make to leave/eat dinner/start a fight sich akk anschicken, zu gehen/Abend zu essen/einen Streit anzufangenjust as we made to leave the phone rang gerade als wir gehen wollten, klingelte das Telefon2. (pretend)▪ to \make as if to do sth aussehen, als ob man etw tun wollehe made as if to leave the room er machte Anstalten, das Zimmer zu verlassenstop making like you know everything! hör auf so zu tun, als wüsstest du alles!the boy made like he was sick so he wouldn't have to go to school der Junge stellte sich krank, damit er nicht zur Schule musste▪ to \make with the money/jewels Geld/Juwelen [über]geben4.can you \make do with a fiver? reicht dir ein Fünfpfundschein?▶ to \make do and mend ( prov) flicken und wiederverwerten, was man hat, sich akk mit etw dat zufriedengeben* * *make [meık]A s1. a) Machart f, Ausführung fb) Erzeugnis n, Produkt n, Fabrikat n:our own make (unser) eigenes Fabrikat;of best English make beste englische Qualität;I like the make of this car mir gefällt die Ausführung oder Form dieses Wagens;is this your own make? haben Sie das (selbst) gemacht?3. WIRTSCH (Fabrik)Marke f4. TECH Typ m, Bau(art) m(f)5. Beschaffenheit f, Zustand m6. Anfertigung f, Herstellung f, Produktion f7. Produktion(smenge) f, Ausstoß m8. a) (Körper)Bau mb) Veranlagung f, Natur f, Art f9. Bau m, Gefüge nbe at make geschlossen sein12. Kartenspiel:a) Trumpfbestimmung fb) Bridge: endgültiges Trumpfgebotc) Mischen n (der Karten)a) schwer dahinter her sein, auf Geld oder auf seinen Vorteil aus sein,b) auf ein (sexuelles) Abenteuer aus sein,c) (gesellschaftlich) nach oben drängen,d) im Kommen oder Werden seinB v/t prät und pperf made [meıd]1. allg z. B. Anstrengungen, Einkäufe, Einwände, eine Reise, sein Testament, eine Verbeugung, einen Versuch machen:make a fire Feuer machen;make a price einen Preis festsetzen oder machen;make a speech eine Rede halten;make it 2-1 SPORT auf 2:1 stellen;he’s (as) stupid as they make them umg er ist so dumm wie sonst was; (siehe die Verbindungen mit den entsprechenden Stichwörtern)2. machen:a) anfertigen, herstellen, erzeugen ( alle:from, of, out of aus)b) verarbeiten, bilden, formen ( alle:to, into in akk, zu):make a man of sb einen Mann aus jemandem machenc) Tee etc (zu)bereiten:he made himself a cup of coffee er machte sich eine Tasse Kaffeed) ein Gedicht etc verfassen, schreiben3. errichten, bauen, einen Park, Weg etc anlegen4. (er)schaffen:God made man Gott schuf den Menschen;you are made for this job du bist für diese Arbeit wie geschaffen5. fig machen zu:make a doctor of sb jemanden Arzt werden lassen6. ergeben, bilden, entstehen lassen:oxygen and hydrogen make water Wasserstoff und Sauerstoff bilden Wasser7. verursachen:a) ein Geräusch, Lärm, Mühe, Schwierigkeiten etc machenb) bewirken, (mit sich) bringen:8. (er)geben, den Stoff abgeben zu, dienen als (Sache):this makes a good article das gibt einen guten Artikel;this cloth will make a suit dieses Tuch wird für einen Anzug reichen9. sich erweisen als (Personen):he would make a good salesman er würde einen guten Verkäufer abgeben;she made him a good wife sie war ihm eine gute Frau10. bilden, (aus)machen:this makes the tenth time das ist das zehnte Mal11. (mit adj, pperf etc)machen:12. (mit folgendem Substantiv) machen zu, ernennen zu:they made him (a) general, he was made a general er wurde zum General ernannt;he made himself a martyr er machte sich zum Märtyrer13. mit inf ( aktivisch ohne to, passiv mit to) jemanden lassen, veranlassen oder bringen oder zwingen oder nötigen zu:make sb wait jemanden warten lassen;he was made to wait for an hour man ließ ihn eine Stunde warten;we made him talk wir brachten ihn zum Sprechen;they made him repeat it, he was made to repeat it man ließ es ihn wiederholen;make sth do, make do with sth mit etwas auskommen, sich mit etwas begnügen oder behelfen;14. fig machen:a) viel Wesens um etwas od jemanden machen,b) viel halten von, eine hohe Meinung haben von, große Stücke halten auf (akk)what do you make of it? was halten Sie davon?16. umg jemanden halten für:17. schätzen auf (akk):how old do you make him? wie alt schätzen Sie ihn?18. feststellen:I make it a quarter to five nach meiner Uhr ist es Viertel vor fünfI can make and break you ich kann aus Ihnen etwas machen und ich kann Sie auch erledigen21. sich ein Vermögen etc erwerben, verdienen, Geld, einen Profit machen, einen Gewinn erzielen: → name Bes Redew22. schaffen:a) eine Strecke zurücklegen:he didn’t make it to the emergency exit er schaffte es nicht bis zum Notausgang;sorry, I couldn’t make it any earlier ich konnte leider nicht früher kommenb) eine Geschwindigkeit erreichen, machen:23. umg etwas erreichen, schaffen, einen akademischen Grad erlangen, SPORT etc Punkte, auch eine Schulnote erzielen, einen Zug erwischen:make it es schaffen ( → B 22);he made it to general er brachte es bis zum General;25. ankommen in (dat), erreichen:make port SCHIFF in den Hafen einlaufen26. SCHIFF Land etc sichten, ausmachen27. Br eine Mahlzeit einnehmen28. ein Fest etc veranstalten29. Kartenspiel:a) Karten mischenb) einen Stich machen31. LING den Plural etc bilden, werden zu32. sich belaufen auf (akk), ergeben, machen:two and two make four 2 und 2 macht oder ist 433. besonders Br ein Tier abrichten, dressieren35. US sl jemanden identifizierenC v/i1. sich anschicken, den Versuch machen ( beide:to do zu tun):he made to go er wollte gehen2. (to nach)a) sich begeben oder wendenb) führen, gehen (Weg etc), sich erstreckenc) fließen3. einsetzen (Ebbe, Flut), (an)steigen (Flut etc)5. Kartenspiel: einen Stich machen* * *1.[meɪk]transitive verb, made [meɪd]1) (construct) machen, anfertigen (of aus); bauen [Damm, Straße, Flugzeug, Geige]; anlegen [See, Teich, Weg usw.]; zimmern [Tisch, Regal]; basteln [Spielzeug, Vogelhäuschen, Dekoration usw.]; nähen [Kleider]; durchbrechen [Türöffnung]; (manufacture) herstellen; (create) [er]schaffen [Welt]; (prepare) zubereiten [Mahlzeit]; machen [Frühstück, Grog]; machen, kochen [Kaffee, Tee, Marmelade]; backen [Brot, Kuchen]; (compose, write) schreiben, verfassen [Buch, Gedicht, Lied, Bericht]; machen [Eintrag, Zeichen, Kopie, Zusammenfassung, Testament]; anfertigen [Entwurf]; aufsetzen [Bewerbung, Schreiben, Urkunde]make a dress out of the material, make the material into a dress — aus dem Stoff ein Kleid machen
a table made of wood/of the finest wood — ein Holztisch/ein Tisch aus feinstem Holz
show what one is made of — zeigen, was in einem steckt (ugs.)
be [simply] 'made of money — (coll.) im Geld [nur so] schwimmen (ugs.)
be 'made for something/somebody — (fig.): (ideally suited) wie geschaffen für etwas/jemanden sein
make a bed — (for sleeping) ein Bett bauen (ugs.)
make the bed — (arrange after sleeping) das Bett machen
have it made — (coll.) ausgesorgt haben (ugs.)
2) (combine into) sich verbinden zu; bilden3) (cause to exist) machen [Ärger, Schwierigkeiten, Lärm, Aufhebens]make enemies — sich (Dat.) Feinde machen od. schaffen
make time for doing or to do something — sich (Dat.) die Zeit dazu nehmen, etwas zu tun
4) (result in, amount to) machen [Unterschied, Summe]; ergeben [Resultat]two and two make four — zwei und zwei ist od. macht od. sind vier
qualities that make a man — Eigenschaften, die einen Mann ausmachen
5) (establish, enact) bilden [Gegensatz]; treffen [Unterscheidung, Übereinkommen]; ziehen [Vergleich, Parallele]; erlassen [Gesetz, Haftbefehl]; aufstellen [Regeln, Behauptung]; stellen [Forderung]; geben [Bericht]; schließen [Vertrag]; vornehmen [Zahlung]; machen [Geschäft, Vorschlag, Geständnis]; erheben [Anschuldigung, Protest, Beschwerde]make angry/happy/known — etc. wütend/glücklich/bekannt usw. machen
make oneself heard/respected — sich (Dat.) Gehör/Respekt verschaffen
make it a shorter journey by doing something — die Reise abkürzen, indem man etwas tut
7)make somebody do something — (cause) jemanden dazu bringen, etwas zu tun; (compel) jemanden zwingen, etwas zu tun
be made to do something — etwas tun müssen; (be compelled) gezwungen werden, etwas zu tun
make oneself do something — sich überwinden, etwas zu tun
8) (form, be counted as)this makes the tenth time you've failed — das ist nun [schon] das zehnte Mal, dass du versagt hast
will you make one of the party? — wirst du dabei od. (ugs.) mit von der Partie sein?
9) (serve for) abgeben11) (gain, acquire, procure) machen [Vermögen, Profit, Verlust]; machen (ugs.) [Geld]; verdienen [Lebensunterhalt]; sich (Dat.) erwerben [Ruf]; (obtain as result) kommen zu od. auf, herausbekommen [Ergebnis, Endsumme]12) machen [Geste, Bewegung, Verbeugung]; machen [Reise, Besuch, Ausnahme, Fehler, Angebot, Entdeckung, Witz, Bemerkung]; begehen [Irrtum]; vornehmen [Änderung, Stornierung]; vorbringen [Beschwerde]; tätigen, machen [Einkäufe]; geben [Versprechen, Kommentar]; halten [Rede]; ziehen [Vergleich]; durchführen, machen [Experiment, Analyse, Inspektion]; (wage) führen [Krieg]; (accomplish) schaffen [Strecke pro Zeiteinheit]13)make little of something — (play something down) etwas herunterspielen
they could make little of his letter — (understand) sie konnten mit seinem Brief nicht viel anfangen
I don't know what to make of him/it — ich werde aus ihm/daraus nicht schlau od. klug
what do you make of him? — was hältst du von ihm?; wie schätzt du ihn ein?
make it — (succeed in arriving) es schaffen
15)something makes or breaks or mars somebody — etwas entscheidet über jmds. Glück oder Verderben (Akk.)
16) (consider to be)What do you make the time? - I make it five past eight — Wie spät hast du es od. ist es bei dir? - Auf meiner Uhr ist es fünf nach acht
17)2. intransitive verb,make 'do with/without something — mit/ohne etwas auskommen
1) (proceed)make toward something/somebody — auf etwas/jemanden zusteuern
make to do something — Anstalten machen, etwas zu tun
3. nounmake as if or as though to do something — so tun, als wolle man etwas tun
make of car — Automarke, die
3)on the make — (coll.): (intent on gain) hinter dem Geld her (abwertend)
Phrasal Verbs:- make for- make off- make out- make up* * *n.Fabrikat -e n.Herstellung f.Marke -n f. v.(§ p.,p.p.: made)= knüpfen v.machen v.vornehmen v. -
125 run
1. noun1) Lauf, dermake a late run — (Sport or fig.) zum Endspurt ansetzen
come towards somebody/start off at a run — jemandem entgegenlaufen/losrennen
I've had a good run for my money — ich bin auf meine Kosten gekommen
go for a run [in the car] — einen [Auto]ausflug machen
3)she has had a long run of success — sie war lange [Zeit] erfolgreich
have a long run — [Stück, Show:] viele Aufführungen erleben
5) (tendency) Ablauf, derthe general run of things/events — der Lauf der Dinge/der Gang der Ereignisse
6) (regular route) Strecke, die7) (Cricket, Baseball) Lauf, der; Run, derproduction run — Ausstoß, der (Wirtsch.)
10)11) (unrestricted use)12) (animal enclosure) Auslauf, der2. intransitive verb,-nn-, ran, run1) laufen; (fast also) rennenrun for the bus — laufen od. rennen, um den Bus zu kriegen (ugs.)
2) (compete) laufen3) (hurry) laufendon't run to me when things go wrong — komm mir nicht angelaufen, wenn etwas schiefgeht (ugs.)
4) (roll) laufen; [Ball, Kugel:] rollen, laufen5) (slide) laufen; [Schlitten, [Schiebe]tür:] gleiten6) (revolve) [Rad, Maschine:] laufen7) (flee) davonlaufen8) (operate on a schedule) fahrenrun between two places — [Zug, Bus:] zwischen zwei Orten verkehren
the train is running late — der Zug hat Verspätung
the train doesn't run on Sundays — der Zug verkehrt nicht an Sonntagen
9) (pass cursorily)run through — überfliegen [Text]
run through one's head or mind — [Gedanken, Ideen:] einem durch den Kopf gehen
run through the various possibilities — die verschiedenen Möglichkeiten durchspielen
10) (flow) laufen; [Fluss:] fließenrun dry — [Fluss:] austrocknen; [Quelle:] versiegen
run low or short — knapp werden; ausgehen
11) (be current) [Vertrag, Theaterstück:] laufen12) (be present)run in the family — [Eigenschaft, Begabung:] in der Familie liegen
13) (function) laufenkeep/leave the engine running — den Motor laufen lassen/nicht abstellen
the machine runs on batteries/oil — etc. die Maschine läuft mit Batterien/Öl usw.
14) (have a course) [Straße, Bahnlinie:] verlaufeninflation is running at 15 % — die Inflationsrate beläuft sich auf od. beträgt 15 %
17) (seek election) kandidierenrun for mayor — für das Amt des Bürgermeisters kandidieren
18) (spread quickly)a shiver ran down my spine — ein Schau[d]er (geh.) lief mir den Rücken hinunter
19) (spread undesirably) [Butter, Eis:] zerlaufen; (in washing) [Farben:] auslaufen20) (ladder) [Strumpf:] Laufmaschen bekommen3. transitive verb,-nn-, ran, runrun one's hand/fingers through/along or over something — mit der Hand/den Fingern durch etwas fahren/über etwas (Akk.) streichen
run an or one's eye along or down or over something — (fig.) etwas überfliegen
2) (cause to flow) [ein]laufen lassen3) (organize, manage) führen, leiten [Geschäft usw.]; durchführen [Experiment]; veranstalten [Wettbewerb]; führen [Leben]4) (operate) bedienen [Maschine]; verkehren lassen [Verkehrsmittel]; einsetzen [Sonderbus, -zug]; laufen lassen [Motor]; abspielen [Tonband]run forward/back — vorwärts-/zurückspulen [Film, Tonband]
5) (own and use) sich (Dat.) halten [Auto]this car is expensive to run — dieses Auto ist im Unterhalt sehr teuer
6) (take for journey) fahrenI'll run you into town — ich fahre od. bringe dich in die Stadt
7) (pursue) jagenrun somebody hard or close — jemandem auf den Fersen sein od. sitzen (ugs.)
be run off one's feet — alle Hände voll zu tun haben (ugs.); (in business) Hochbetrieb haben (ugs.); see also academic.ru/23126/earth">earth 1. 4)
8) (complete) laufen [Rennen, Marathon, Strecke]run messages/errands — Botengänge machen
9)run a fever/a temperature — Fieber/erhöhte Temperatur haben
10) (publish) bringen (ugs.) [Bericht, Artikel usw.]Phrasal Verbs:- run away- run down- run in- run into- run off- run on- run out- run over- run to- run up* * *1. present participle - running; verb2) (to move smoothly: Trains run on rails.) fahren4) ((of a machine etc) to work or operate: The engine is running; He ran the motor to see if it was working.) laufen(lassen)5) (to organize or manage: He runs the business very efficiently.) leiten6) (to race: Is your horse running this afternoon?) laufen7) ((of buses, trains etc) to travel regularly: The buses run every half hour; The train is running late.) verkehren9) (to own and use, especially of cars: He runs a Rolls Royce.) sich halten12) (to move (something): She ran her fingers through his hair; He ran his eyes over the letter.) gleiten lassen13) ((in certain phrases) to be or become: The river ran dry; My blood ran cold (= I was afraid).) werden2. noun1) (the act of running: He went for a run before breakfast.) das Laufen2) (a trip or drive: We went for a run in the country.) der Abstecher6) (in cricket, a batsman's act of running from one end of the wicket to the other, representing a single score: He scored/made 50 runs for his team.) der Lauf7) (an enclosure or pen: a chicken-run.) der Auslauf•- runner- running 3. adverb(one after another; continuously: We travelled for four days running.) aufeinanderfolgend- runny- runaway
- rundown
- runner-up
- runway
- in
- out of the running
- on the run
- run across
- run after
- run aground
- run along
- run away
- run down
- run for
- run for it
- run in
- run into
- run its course
- run off
- run out
- run over
- run a temperature
- run through
- run to
- run up
- run wild* * *[rʌn]I. NOUNto let the dog out for [or let the dog have] a \run den Hund hinauslassen [o ÖSTERR fam äußerln führen]to break into a \run zu laufen beginnento go for [or do] a \run laufen gehenI go for [or do] a 5 mile \run before breakfast ich laufe vor dem Frühstück 5 Meilento set off/come in at a \run weg-/hereinlaufenhe took the ditch at a \run er nahm Anlauf und sprang über den Graben; ( fig)with his main rival out injured, he has a clear \run at the title da sein Hauptrivale verletzt ist, hat er keine Konkurrenten beim Kampf um den Titelthe \run down to the coast only takes half an hour man braucht nur eine halbe Stunde zur Küsteon the London—Glasgow \run auf der Strecke London—Glasgowbombing \run Bombardierungsstrecke f\run of bad/good luck Pech-/Glückssträhne fa long \run of bad weather eine lange Schlechtwetterperiodein the normal \run of things normalerweiseafter a short \run on Broadway nach kurzer Laufzeit am Broadwaythe company is planning a first \run of 10,000 red teddy bears die Firma plant eine Anfangsproduktion von 10.000 roten Teddybärena cheque \run Ausstellung f von Schecks durch Computera computer \run Arbeitsgang m [o Durchlauf m] eines Computerstest \run Probelauf ma sudden \run on the dollar has lowered its value die plötzliche Nachfrage nach dem Dollar ließ den Kurs sinkena \run on a bank ein Ansturm m auf eine Banka \run on the pound Panikverkäufe pl des Pfundestheir food is not the usual \run of hotel cooking ihr Essen hebt sich von der üblichen Hotelküche abchicken \run Hühnerhof mto score 4 \runs vier Treffer erzielento score a home \run einen Homerun erzielento have the \runs Dünnpfiff haben sl14.▶ to give sb a \run for their money jdn etw für sein Geld tun lassen▶ to have the \run of sth etw zur Verfügung habenwhile she's away, I have the \run of the house während sie weg ist, hat sie mir das Haus überlassen▶ to have a [good] \run for one's money etw für sein Geld bekommen▶ in the long \run langfristig, auf lange Sicht gesehen▶ in the short \run kurzfristigwhen I am rushed in the mornings, I eat breakfast on the \run wenn ich morgens in Eile bin, dann esse ich mein Frühstück auf dem Weg<ran, run>1. (move fast) laufen, rennenhe ran up/down the hill er rannte den Hügel hinauf/hinunterhe ran along/down the street er rannte die Straße entlang/hinunterhe ran into/out of the house er rannte in das Haus/aus dem Hauspeople came \running at the sound of shots Menschen kamen gelaufen, als sie Schüsse hörtento \run for the bus dem Bus nachlaufento \run for cover schnell in Deckung gehento \run for it sich akk aus dem Staub machento \run for one's life um sein Leben rennento \run for help um Hilfe laufento \run for the police die Polizei benachrichtigento \run on the spot auf der Stelle laufento go \running laufen gehen▪ to \run at sb jdn angreifenare there a lot of trains \running between London and York? verkehren viele Züge zwischen London und York?they had the new computer system up and \running within an hour sie hatten das neue Computerprogramm innerhalb einer Stunde installiert und am Laufen; ( fig)work is \running smoothly at the moment die Arbeit geht im Moment glatt von der Handto keep the economy \running die Wirtschaft am Laufen haltenthe route \runs through the mountains die Strecke führt durch die Bergea shiver ran down my back mir lief ein Schauder über den Rücken gehto \run off the road von der Straße abkommenthe vine \runs up the wall and along the fence die Weinreben schlingen sich die Wand hinauf und den Zaun entlang5. (extend)there's a beautiful cornice \running around all the ceilings ein wunderschönes Gesims verläuft um alle Decken6. (last) [an]dauernhow much longer does this course \run? wie lange dauert dieser Kurs noch?a magazine subscription usually only \runs for one year ein Zeitschriftenabonnement läuft normalerweise nur ein JahrI've had that tune \running in my head all day diese Melodie geht mir schon den ganzen Tag im Kopf herumthis show will \run and \run diese Show wird ewig laufen7. (be)inflation is \running at 10% die Inflationsrate beträgt 10 %; (amount to)he has an income \running into six figures er hat ein Einkommen, das sich auf sechsstellige Zahlen beläuft8. (flow) fließenI could feel trickles of sweat \running down my neck ich fühlte, wie mir die Schweißtropfen den Hals herunterliefentheir bodies were \running with sweat ihre Körper waren schweißüberströmtwhen the sand has \run through the egg timer, it'll be five minutes wenn der Sand durch die Eieruhr gelaufen ist, dann sind fünf Minuten vorbeithe river \runs [down] to the sea der Fluss mündet in das Meerthere was a strong tide/heavy sea \running die Flut/die See war hochdon't cry, or your make-up will \run weine nicht, sonst verwischt sich dein Make-upthe colour of the dress has \run das Kleid hat abgefärbtmy nose is \running meine Nase läuftif the paint is wet, the colours will \run into each other wenn die Farbe nass ist, fließen die Farben ineinanderto \run for President für das Präsidentenamt kandidieren, sich akk für das Amt des Präsidenten bewerben▪ to \run against sb gegen jdn kandidieren10. (in tights)oh no, my tights have \run oh nein, ich habe eine Laufmasche im Strumpf11. (proceed) verlaufencan you give me an idea of how the discussion ran? kannst du mir den Verlauf der Diskussion schildern?12. NAUT fahrento \run before the wind vor dem Wind segeln13. (to be in force) price, value of commodity gelten, gültig sein14.▶ to \run amok Amok laufen▶ to \run with blood blutüberströmt seinthe streets were \running with blood in den Straßen floss überall Blut▶ to \run deep:differences between the two sides \run deep die Unterschiede zwischen den beiden Seiten sind sehr groß▶ to \run in the family in der Familie liegen▶ feelings are \running high die Gefühle gehen hoch▶ to make sb's blood \run cold jds Blut in den Adern gefrieren lassen▶ to \run short knapp werdento \run short of sth etw nicht mehr habenwe're beginning to \run short of money uns geht langsam das Geld ausshe lets her kids \run wild [or \run riot] sie setzt ihren Kindern keinerlei Grenzento let one's imagination \run wild seiner Fantasie freien Lauf lassenIII. TRANSITIVE VERB<ran, run>1. (move fast)to \run a dead heat/a mile/a race ein totes Rennen/eine Meile/ein Rennen laufen2. (enter in race)to \run a candidate einen Kandidaten aufstellento \run a horse ein Pferd laufen lassen3. (drive)he ran his car into a tree last night er fuhr letzte Nacht mit seinem Auto gegen einen Baumto \run sb home jdn nach Hause fahrento \run sb to the station jdn zum Bahnhof bringen4. (pass)she ran her eyes/finger down the list sie ließ die Augen/den Finger über die Liste gleiten\run this rope round the tree wickle dieses Seil um den Baumhe ran a vacuum cleaner over the carpet er saugte den Teppich abto \run one's fingers through one's hair sich dat mit den Fingern durchs Haar fahren5. (operate)to \run a computer program ein Computerprogramm laufen lassento \run the engine den Motor laufen lassento \run additional trains zusätzliche Züge einsetzento \run the dishwasher/washing machine die Spülmaschine/Waschmaschine laufen lassen6. (manage)how did he end up \running the city? wie wurde er Bürgermeister der Stadt?don't tell me how to \run my life! erklär mir nicht, wie ich mein Leben leben soll!some people \run their lives according to the movements of the stars manche Leute richten ihr Leben nach dem Verlauf der Sterne austo \run a company ein Unternehmen leitento \run a government/household eine Regierung/einen Haushalt führento \run a store ein Geschäft haben7. (conduct)to \run a course einen Kurs anbietento \run an experiment/a test ein Experiment/einen Test durchführen8. (let flow)he ran a little cold water into the bath er ließ etwas kaltes Wasser in die Badewanne laufento \run [sb] a bath [or to \run a bath [for sb]] [jdm] ein Bad einlaufen lassen9. (in newspaper)to \run an article/a series einen Artikel/eine Serie bringen fam10. (smuggle)▪ to \run sth etw schmuggelnto \run sth across the border etw über die Grenze schmuggeln11. (not heed)to \run a blockade eine Blockade durchbrechento \run a red light eine rote Ampel überfahren12. (incur)to \run a risk ein Risiko eingehenyou \run the risk when gambling of losing your entire stake wenn du spielst, riskierst du, deinen gesamten Einsatz zu verlieren13. (perform small tasks)to \run errands [for sb] [für jdn] Botengänge machen14.▶ to \run sb/sth close nur knapp von jdm/etw geschlagen werden▶ to let sth \run its course etw seinen Lauf nehmen lassen▶ to \run sb to earth [or ground] jdn aufspüren▶ to \run one's eye over sth etw überfliegen▶ to \run a fever [or temperature] Fieber haben▶ to \run the show verantwortlich sein* * *run [rʌn]A s1. a) Lauf m (auch fig):in the long run auf die Dauer, auf lange Sicht, langfristig;in the short run auf kurze Sicht, kurzfristig;make a run for it sich aus dem Staub machen fig;make a run for the door zur Tür rennenb) SPORT Lauf m, Durchgang m (eines Slaloms etc)2. Laufen n, Rennen n:a) (immer) auf Trab sein umg,b) auf der Flucht sein ( from the police vor der Polizei);keep sb on the run jemanden in Trab halten umg;shoot on the run (Fußball) aus vollem Lauf schießen;give sb a (good) run for their money es jemandem nicht leicht machen;this car gives you a (good) run for your money dieser Wagen ist sein Geld wert;he’s had a (good) run for his money er ist auf seine Kosten gekommen, er kann sich nicht beklagen3. Laufschritt m:at a run im Laufschritt;go off at a run davonlaufen4. Anlauf m:take a run (einen) Anlauf nehmen5. SCHIFF, AUTO Fahrt fgo for a run in the car eine Spazierfahrt machento nach)8. Reiten: schneller Galopp9. JAGD Hatz f11. (Laich)Wanderung f (der Fische)12. MUS Lauf m13. US (kleiner) Wasserlauf14. US Laufmasche f15. (Ver)Lauf m, Fortgang m:run of the play SPORT Spielverlauf;be against the run of the play SPORT den Spielverlauf auf den Kopf stellen16. Verlauf m:17. a) Tendenz fb) Mode fa run of bad (good) luck eine Pechsträhne (eine Glückssträhne, ein Lauf);a run of good weather eine Schönwetterperiode;a run of wins eine Siegesserie20. Auflage f (einer Zeitung etc)21. TECH Herstellungsmaße pl, -größe f, (Rohr- etc) Länge f, (Betriebs) Leistung f, Ausstoß m:a) Fördererz n,b) Rohkohle f23. TECHa) Durchlauf m (eines Beschickungsguts)b) Charge f, (Beschickungs)Menge f24. TECHa) Arbeitsperiode f, Gang mb) IT (Durch)Lauf mc) Bedienung f (einer Maschine etc)25. THEAT, FILM Lauf-, Spielzeit f:the play had a run of 44 nights das Stück wurde 44-mal hintereinander gegeben;run of validity Gültigkeitsdauer27. a) Strecke fb) FLUG Rollstrecke fc) SCHIFF Etmal n (vom Schiff in 24 Stunden zurückgelegte Strecke)28. give sb the run of sth jemandem etwas zur Verfügung stellen;have the run of sth etwas zur freien Verfügung haben;29. besonders Bra) Weide f, Trift fb) Auslauf m, (Hühner) Hof m30. a) JAGD Wechsel m, (Wild)Bahn fb) Maulwurfsgang m, Kaninchenröhre f31. SPORTa) (Bob-, Rodel) Bahn f32. TECHa) Bahn fb) Laufschiene f, -planke f33. TECH Rinne f, Kanal m34. TECH Mühl-, Mahlgang mthe common run of mankind der Durchschnittsmensch37. a) Herde fb) Schwarm m (Fische)38. SCHIFF (Achter-, Vor) Piek f39. Länge f, Ausdehnung fB adj1. geschmolzen2. gegossen, geformt:run with lead mit Blei ausgegossenC v/i prät ran [ræn], pperf run1. laufen, rennen, eilen, stürzen:run round one’s backhand (Tennis etc) seine Rückhand umlaufen3. SPORTa) (um die Wette) laufenb) (an einem Lauf oder Rennen) teilnehmenc) als Zweiter etc einkommen:he ran second er wurde oder war Zweiter4. (for)a) POL kandidieren (für)b) umg sich bemühen (um):run for election kandidieren, sich zur Wahl stellen5. fig laufen (Blick, Feuer, Finger, Schauer etc):his eyes ran over it sein Blick überflog es;run back over the past Rückschau halten;this tune (idea) keeps running through my head diese Melodie (Idee) geht mir nicht aus dem Kopf6. fahren:7. gleiten (Schlitten etc), ziehen, wandern (Wolken etc):let the skis run die Skier laufen lassen10. fließen, strömen (beide auch fig), rinnen:11. lauten (Schriftstück):12. gehen (Melodie)13. vergehen, -streichen (Zeit etc)14. dauern:15. laufen (Theaterstück etc), gegeben werden16. verlaufen (Straße etc, auch Vorgang), sich erstrecken, gehen, führen (Weg etc):my talent (taste) does not run that way dafür habe ich keine Begabung (keinen Sinn)17. TECH laufen:a) gleiten:b) in Betrieb oder Gang sein, arbeiten (Maschine, Motor etc), gehen (Uhr, Mechanismus etc), funktionieren:run hot (sich) heiß laufen;with the engine running mit laufendem Motor18. in Betrieb sein (Hotel, Fabrik etc)19. zer-, auslaufen (Farbe)run with tears in Tränen schwimmen21. auslaufen (Gefäß)22. schmelzen (Metall etc):running ice tauendes Eis23. MED laufen, eiterna) wachsen, wuchern,b) klettern, ranken25. fluten, wogen:a heavy sea was running SCHIFF es lief eine schwere See27. WIRTSCHa) laufenb) fällig werden (Wechsel etc)the lease runs for 7 years der Pachtvertrag läuft auf 7 Jahre30. (mit adj und s) werden, sein:a) versiegen (Quelle),b) austrocknen,c) keine Milch mehr geben (Kuh),d) fig erschöpft sein,31. WIRTSCH stehen auf (dat) (Preis, Ware)32. klein etc ausfallen:D v/t1. einen Weg etc laufen, einschlagen, eine Strecke etc durchlaufen (auch fig), zurücklegen:run its course fig seinen Verlauf nehmen;things must run their course man muss den Dingen ihren Lauf lassenrun 22 knots SCHIFF mit 22 Knoten fahrenrun races Wettrennen veranstalten4. um die Wette laufen mit, laufen gegen5. fig sich messen mit:run sb close dicht herankommen an jemanden (a. fig)6. ein Pferda) treiben, hetzenb) laufen lassen, (für ein Rennen auch) meldena) einen Fuchs im Bau aufstöbern, bis in seinen Bau verfolgen,b) fig jemanden, etwas aufstöbern, ausfindig machen10. entfliehen (dat):run the country außer Landes flüchten11. passieren:12. Vieha) treibenb) weiden lassen14. befördern, transportieren15. Alkohol etc schmuggelnrun one’s comb through one’s hair (sich) mit dem Kamm durchs Haar fahren18. einen Film laufen lassen19. eine Artikelserie etc veröffentlichen, bringen20. TECH eine Maschine etc laufen lassen, bedienen21. einen Betrieb etc verwalten, führen, leiten, ein Geschäft, eine Fabrik etc betreiben:22. hineingeraten (lassen) in (akk):run debts Schulden machen;this faucet runs hot water aus diesem Hahn kommt heißes Wasser25. Fieber, Temperatur haben26. a) Metall schmelzenb) verschmelzenc) Blei etc gießen27. stoßen, stechen ( beide:29. Bergbau: eine Strecke treiben31. ein Bad, das Badewasser einlaufen lassen32. schieben, führen ( beide:33. (bei Spielen) eine bestimmte Punktzahl etc hintereinander erzielen:run fifteen auf fünfzehn (Punkte etc) kommen34. eine Schleuse öffnen:run dry leerlaufen lassen35. eine Naht etc mit Vorderstich nähen, heften* * *1. noun1) Lauf, dermake a late run — (Sport or fig.) zum Endspurt ansetzen
come towards somebody/start off at a run — jemandem entgegenlaufen/losrennen
go for a run [in the car] — einen [Auto]ausflug machen
3)she has had a long run of success — sie war lange [Zeit] erfolgreich
have a long run — [Stück, Show:] viele Aufführungen erleben
5) (tendency) Ablauf, derthe general run of things/events — der Lauf der Dinge/der Gang der Ereignisse
6) (regular route) Strecke, die7) (Cricket, Baseball) Lauf, der; Run, derproduction run — Ausstoß, der (Wirtsch.)
10)the runs — (coll.): (diarrhoea) Durchmarsch, der (salopp)
12) (animal enclosure) Auslauf, der2. intransitive verb,-nn-, ran, run1) laufen; (fast also) rennenrun for the bus — laufen od. rennen, um den Bus zu kriegen (ugs.)
2) (compete) laufen3) (hurry) laufendon't run to me when things go wrong — komm mir nicht angelaufen, wenn etwas schiefgeht (ugs.)
4) (roll) laufen; [Ball, Kugel:] rollen, laufen5) (slide) laufen; [Schlitten, [Schiebe]tür:] gleiten6) (revolve) [Rad, Maschine:] laufen7) (flee) davonlaufen8) (operate on a schedule) fahrenrun between two places — [Zug, Bus:] zwischen zwei Orten verkehren
run through — überfliegen [Text]
run through one's head or mind — [Gedanken, Ideen:] einem durch den Kopf gehen
10) (flow) laufen; [Fluss:] fließenrun dry — [Fluss:] austrocknen; [Quelle:] versiegen
run low or short — knapp werden; ausgehen
11) (be current) [Vertrag, Theaterstück:] laufen12) (be present)run in the family — [Eigenschaft, Begabung:] in der Familie liegen
13) (function) laufenkeep/leave the engine running — den Motor laufen lassen/nicht abstellen
the machine runs on batteries/oil — etc. die Maschine läuft mit Batterien/Öl usw.
14) (have a course) [Straße, Bahnlinie:] verlaufen15) (have wording) lauten; [Geschichte:] gehen (fig.)inflation is running at 15 % — die Inflationsrate beläuft sich auf od. beträgt 15 %
17) (seek election) kandidieren18) (spread quickly)a shiver ran down my spine — ein Schau[d]er (geh.) lief mir den Rücken hinunter
19) (spread undesirably) [Butter, Eis:] zerlaufen; (in washing) [Farben:] auslaufen20) (ladder) [Strumpf:] Laufmaschen bekommen3. transitive verb,-nn-, ran, run1) (cause to move) laufen lassen; (drive) fahrenrun one's hand/fingers through/along or over something — mit der Hand/den Fingern durch etwas fahren/über etwas (Akk.) streichen
run an or one's eye along or down or over something — (fig.) etwas überfliegen
2) (cause to flow) [ein]laufen lassen3) (organize, manage) führen, leiten [Geschäft usw.]; durchführen [Experiment]; veranstalten [Wettbewerb]; führen [Leben]4) (operate) bedienen [Maschine]; verkehren lassen [Verkehrsmittel]; einsetzen [Sonderbus, -zug]; laufen lassen [Motor]; abspielen [Tonband]run forward/back — vorwärts-/zurückspulen [Film, Tonband]
5) (own and use) sich (Dat.) halten [Auto]6) (take for journey) fahrenI'll run you into town — ich fahre od. bringe dich in die Stadt
7) (pursue) jagenrun somebody hard or close — jemandem auf den Fersen sein od. sitzen (ugs.)
be run off one's feet — alle Hände voll zu tun haben (ugs.); (in business) Hochbetrieb haben (ugs.); see also earth 1. 4)
8) (complete) laufen [Rennen, Marathon, Strecke]run messages/errands — Botengänge machen
9)run a fever/a temperature — Fieber/erhöhte Temperatur haben
10) (publish) bringen (ugs.) [Bericht, Artikel usw.]Phrasal Verbs:- run away- run down- run in- run into- run off- run on- run out- run over- run to- run up* * *(of a ladder) n.Leitersprosse f. n.Fahrt -en f.Lauf -e m.Laufmasche f. v.(§ p.,p.p.: ran, run)= laufen v.(§ p.,pp.: lief, ist gelaufen)rennen v.(§ p.,pp.: rannte, ist gerannt) -
126 work
1. nounat work — (engaged in working) bei der Arbeit; (fig.): (operating) am Werk (see also academic.ru/23063/e">e)
be at work on something — an etwas (Dat.) arbeiten; (fig.) auf etwas (Akk.) wirken
set to work — [Person:] sich an die Arbeit machen
set somebody to work — jemanden an die Arbeit schicken
all work and no play — immer nur arbeiten
have one's work cut out — viel zu tun haben; sich ranhalten müssen (ugs.)
2) (thing made or achieved) Werk, dasis that all your own work? — hast du das alles selbst gemacht?
work of art — Kunstwerk, das
a work of reference/literature/art — ein Nachschlagewerk/literarisches Werk/Kunstwerk
5) (employment) Arbeit, dieout of work — arbeitslos; ohne Arbeit
7) in pl. (Mil.) Werke; Befestigungen8) in pl. (operations of building etc.) Arbeitenthe [whole/full] works — der ganze Kram (ugs.)
2. intransitive verb,give somebody the works — (fig.) (give somebody the best possible treatment) jemandem richtig verwöhnen (ugs.); (give somebody the worst possible treatment) jemanden fertig machen (salopp)
1) arbeitenwork for a cause — etc. für eine Sache usw. arbeiten
work against something — (impede) einer Sache (Dat.) entgegenstehen
2) (function effectively) funktionieren; [Charme:] wirken (on auf + Akk.)make the washing machine/television work — die Waschmaschine/den Fernsehapparat in Ordnung bringen
3) [Rad, Getriebe, Kette:] laufen4) (be craftsman)work in a material — mit od. (fachspr.) in einem Material arbeiten
5) [Faktoren, Einflüsse:] wirken (on auf + Akk.)work against — arbeiten gegen; see also work on
6) (make its/one's way) sich schieben3. transitive verb,work round to a question — (fig.) sich zu einer Frage vorarbeiten
1) (operate) bedienen [Maschine]; fahren [Schiff]; betätigen [Bremse]2) (get labour from) arbeiten lassen3) (get material from) ausbeuten [Steinbruch, Grube]4) (operate in or on) [Vertreter:] bereisen5) (control) steuern6) (effect) bewirken [Änderung]; wirken [Wunder]work it or things so that... — (coll.) es deichseln, dass... (ugs.)
work one's way up/into something — sich hocharbeiten/in etwas (Akk.) hineinarbeiten
8) (get gradually) bringenwork something into something — etwas zu etwas verarbeiten; (mix in) etwas unter etwas (Akk.) rühren
10) (gradually excite)work oneself into a state/a rage — sich aufregen/in einen Wutanfall hineinsteigern
12) (purchase, obtain with labour) abarbeiten; (fig.)she worked her way through college — sie hat sich (Dat.) ihr Studium selbst verdient; see also passage 6)
Phrasal Verbs:- work in- work off- work on- work out- work up* * *[wə:k] 1. noun1) (effort made in order to achieve or make something: He has done a lot of work on this project) die Arbeit2) (employment: I cannot find work in this town.) die Arbeit3) (a task or tasks; the thing that one is working on: Please clear your work off the table.) die Arbeit4) (a painting, book, piece of music etc: the works of Van Gogh / Shakespeare/Mozart; This work was composed in 1816.) das Werk5) (the product or result of a person's labours: His work has shown a great improvement lately.) die Arbeit6) (one's place of employment: He left (his) work at 5.30 p.m.; I don't think I'll go to work tomorrow.) die Arbeit2. verb1) (to (cause to) make efforts in order to achieve or make something: She works at the factory three days a week; He works his employees very hard; I've been working on/at a new project.) arbeiten2) (to be employed: Are you working just now?) arbeiten3) (to (cause to) operate (in the correct way): He has no idea how that machine works / how to work that machine; That machine doesn't/won't work, but this one's working.) funktionieren4) (to be practicable and/or successful: If my scheme works, we'll be rich!) klappen5) (to make (one's way) slowly and carefully with effort or difficulty: She worked her way up the rock face.) sich arbeiten6) (to get into, or put into, a stated condition or position, slowly and gradually: The wheel worked loose.) sich arbeiten7) (to make by craftsmanship: The ornaments had been worked in gold.) arbeiten•- -work- workable
- worker
- works 3. noun plural2) (deeds, actions etc: She's devoted her life to good works.) das Werk•- work-basket- work-box
- workbook
- workforce
- working class
- working day
- work-day
- working hours
- working-party
- work-party
- working week
- workman
- workmanlike
- workmanship
- workmate
- workout
- workshop
- at work
- get/set to work
- go to work on
- have one's work cut out
- in working order
- out of work
- work of art
- work off
- work out
- work up
- work up to
- work wonders* * *[wɜ:k, AM wɜ:rk]I. NOUNto be at \work am Werk seinforces of destruction are at \work here hier sind zerstörerische Kräfte am Werkvarious factors are at \work in this situation in dieser Situation spielen verschiedene Faktoren eine Rollegood \work! gute Arbeit!there's a lot of \work to be done yet es gibt noch viel zu tunthe garden needs a lot of \work im Garten muss [so] einiges gemacht werden\work on the tunnel has been suspended die Arbeiten am Tunnel wurden vorübergehend eingestelltdid you manage to get a bit of \work done? konntest du ein bisschen arbeiten?construction/repair \work Bau-/Reparaturarbeiten plresearch \work Forschungsarbeit fit's hard \work doing sth (strenuous) es ist anstrengend, etw zu tun; (difficult) es ist schwierig, etw zu tunto be at \work doing sth [gerade] damit beschäftigt sein, etw zu tunto make \work for sb jdm Arbeit machenwhat sort of \work do you have experience in? über welche Berufserfahrung verfügen Sie?she's got \work as a translator sie hat Arbeit [o eine Stelle] als Übersetzerin gefundento look for \work auf Arbeitssuche seinhe's looking for \work as a system analyst er sucht Arbeit [o eine Stelle] als Systemanalytikerto be in \work Arbeit [o eine Stelle] habento be out of \work arbeitslos seinto be late for \work zu spät zur Arbeit kommento have to stay late at \work lange arbeiten müssento be at \work bei der Arbeit seinto be off \work frei haben; (without permission) fehlento be off \work sick sich akk krankgemeldet habento commute to \work pendelnto get to \work by car/on the train mit dem Auto/mit dem Zug zur Arbeit fahrento go/travel to \work zur Arbeit gehen/fahrento be injured at \work einen Arbeitsunfall habento ring sb from \work jdn von der Arbeit [aus] anrufen4. (construction, repairs)▪ \works pl Arbeiten plbuilding/road \works Bau-/Straßenarbeiten plthis is the \work of professional thieves das ist das Werk professioneller Diebegood \works REL gute Werke6. ART, LIT, MUS Werk nt‘The Complete W\works of William Shakespeare’ ‚Shakespeares gesammelte Werke‘\works of art Kunstwerke pl\work in bronze Bronzearbeiten pl\work in leather aus Leder gefertigte Arbeitensb's early/later \work jds Früh-/Spätwerk ntto show one's \work in a gallery seine Arbeiten in einer Galerie ausstellen7. (factory)▪ \works + sing/pl vb Werk nt, Fabrik fsteel \works Stahlwerk nttwo large pizzas with the \works, please! esp AM zwei große Pizzen mit allem bitte!11. MIL▪ \works pl Befestigungen pl12.II. NOUN MODIFIER\work clothes Arbeitskleidung f\work speed Arbeitstempo nt2.\works premises Werksgelände ntIII. INTRANSITIVE VERB1. (do a job) arbeitenwhere do you \work? wo arbeiten Sie?to \work as an accountant als Buchhalter arbeitento \work a twelve-hour day/a forty-hour week zwölf Stunden am Tag/vierzig Stunden in der Woche arbeitento \work from home zu Hause [o von zu Hause aus] arbeitento \work at the hospital/abroad im Krankenhaus/im Ausland arbeitento \work hard hart arbeitento \work together zusammenarbeiten▪ to \work with sb mit jdm zusammenarbeitenwe're \working to prevent it happening again wir bemühen uns [o arbeiten daran], so etwas in Zukunft zu verhindernto \work towards a degree in biology einen Hochschulabschluss in Biologie anstrebenwe're \working on it wir arbeiten daranto \work at a problem an einem Problem arbeitento \work hard at doing sth hart daran arbeiten, etw zu tun3. (have an effect) sich auswirkento \work both ways sich sowohl positiv als auch negativ auswirken▪ to \work in sb's favour sich zu jds Gunsten auswirkenmy cell phone doesn't \work mein Handy geht nichtthe boiler seems to be \working okay der Boiler scheint in Ordnung zu seinI can't get this washing machine to \work ich kriege die Waschmaschine irgendwie nicht zum Laufento \work off batteries batteriebetrieben seinto \work off the mains BRIT mit Netzstrom arbeitento \work off wind power mit Windenergie arbeitento \work in practice [auch] in der Praxis funktionieren7. (be based)to \work on the assumption/idea that... von der Annahme/Vorstellung ausgehen, dass...8. (move)to \work free/loose sich lösen/lockernto \work windward NAUT gegen den Wind segeln10. NAUTto \work windward [hart] am Wind segeln11.▶ to \work like a charm [or like magic] Wunder bewirkenIV. TRANSITIVE VERB1. (make work)to \work sb/oneself hard jdm/sich viel abverlangen2. (operate)to be \worked by electricity/steam elektrisch/dampfgetrieben seinto be \worked by wind power durch Windenergie angetrieben werden3. (move)to \work one's way through an article/a book sich akk durch einen Artikel/ein Buch durcharbeitento \work one's way through a crowd/out of a crowded room sich dat einen Weg durch die Menge/aus einem überfüllten Zimmer bahnento \work one's way down a list eine Liste durchgehento \work one's way up sich akk hocharbeitenhe's \worked his way up through the firm er hat sich in der Firma hochgearbeitetto \work sth free/loose etw losbekommen/lockernto \work sth [backwards and forwards] etw [hin- und her]bewegen4. (bring about)▪ to \work sth etw bewirkenI don't know how she \worked it! ich weiß nicht, wie sie das geschafft hat!to \work oneself into a more positive frame of mind sich dat eine positivere Lebenseinstellung erarbeitento \work a cure eine Heilung herbeiführento \work a miracle ein Wunder vollbringento \work miracles [or wonders] [wahre] Wunder vollbringen5. (get)to \work oneself into a state sich akk aufregento \work sb into a state of jealousy jdn eifersüchtig machen6. (shape)▪ to \work sth etw bearbeitento \work clay Ton formen▪ to \work sth into sth etw in etw akk einarbeiten; food etw mit etw dat vermengen; (incorporate) etw in etw akk einbauen [o einfügen]to \work the ingredients together die Zutaten [miteinander] vermengento \work sth into the skin (rub) die Haut mit etw dat einreiben; (massage) etw in die Haut einmassieren8. (embroider)▪ to \work sth etw [auf]sticken9. (cultivate)to \work the land das Land bewirtschaften; (exploit)to \work a mine/quarry eine Mine/einen Steinbruch ausbeuten10. (cover)to \work the inner city [area]/the East Side für die Innenstadt/die East Side zuständig sein11. (pay for by working)to \work one's passage sich dat seine Überfahrt durch Arbeit auf dem Schiff verdienento \work one's way through university sich dat sein Studium finanzieren12.▶ to \work one's fingers to the bone [for sb] ( fam) sich dat [für jdn] den Rücken krumm arbeiten fam* * *[wɜːk]1. nto be at work (on sth) ( — an etw dat ) arbeiten
there are forces at work which... — es sind Kräfte am Werk, die...
nice or good work! — gut or super (inf) gemacht!
we've a lot of work to do before this choir can give a concert — wir haben noch viel zu tun, ehe dieser Chor ein Konzert geben kann
you need to do some more work on your accent/your technique — Sie müssen noch an Ihrem Akzent/an Ihrer Technik arbeiten
to get or set to work on sth — sich an etw (acc) machen
to put a lot of work into sth — eine Menge Arbeit in etw (acc) stecken
to make short or quick work of sb/sth — mit jdm/etw kurzen Prozess machen
time/the medicine had done its work — die Zeit/Arznei hatte ihr Werk vollbracht/ihre Wirkung getan
it was hard work for the old car to get up the hill — das alte Auto hatte beim Anstieg schwer zu schaffen
2) (= employment, job) Arbeit fhow long does it take you to get to work? — wie lange brauchst du, um zu deiner Arbeitsstelle zu kommen?
at work — an der Arbeitsstelle, am Arbeitsplatz
3) (= product) Arbeit f; (ART, LITER) Werk ntgood works — gute Werke pl
a chance for artists to show their work — eine Gelegenheit für Künstler, ihre Arbeiten or Werke zu zeigen
5) pl (MECH) Getriebe, Innere(s) nt; (of watch, clock) Uhrwerk nt6) sing or pl (Brit: factory) Betrieb m, Fabrik fgas/steel works — Gas-/Stahlwerk nt
7) (inf)pl alles Drum und Dranwe had fantastic food, wine, brandy, the works — es gab tolles Essen, Wein, Kognak, alle Schikanen (inf)
he was giving his opponent the works — er machte seinen Gegner nach allen Regeln der Kunst fertig (inf)
2. vi1) person arbeiten (at an +dat)to work toward(s)/for sth — auf etw (acc) hin/für etw arbeiten
or favor (US) — diese Faktoren, die gegen uns/zu unseren Gunsten arbeiten
2) (= function, operate) funktionieren; (plan) funktionieren, klappen (inf); (medicine, spell) wirken; (= be successful) klappen (inf)"not working" (lift etc) — "außer Betrieb"
but this arrangement will have to work both ways — aber diese Abmachung muss für beide Seiten gelten
3) (yeast) arbeiten, treiben5)(= move gradually)
to work loose — sich lockernto work round (wind, object) — sich langsam drehen (to nach)
he worked (a)round to asking her — er hat sich aufgerafft, sie zu fragen
OK, I'm working (a)round to it — okay, das mache ich schon noch
3. vtto work oneself/sb hard — sich/jdn nicht schonen
to work sth by electricity/hand — etw elektrisch/mit Hand betreiben
3) (= bring about) change, cure bewirken, herbeiführento work it ( so that...) (inf) — es so deichseln(, dass...) (inf)
See:→ work upwork the flour in gradually/the ingredients together — mischen Sie das Mehl allmählich unter/die Zutaten (zusammen)
6) (= exploit) mine ausbeuten, abbauen; land bearbeiten; smallholding bewirtschaften; (salesman) area bereisen7) muscles trainieren8)(= move gradually)
to work one's hands free — seine Hände freibekommenhe worked his way across the rock face/through the tunnel — er überquerte die Felswand/kroch durch den Tunnel
to work oneself into sb's confidence — sich in jds Vertrauen (acc) einschleichen
* * *A s1. allg Arbeit f:a) Beschäftigung f, Tätigkeit fb) Aufgabe fc) Hand-, Nadelarbeit f, Stickerei f, Näherei fd) Leistung fe) Erzeugnis n:work done geleistete Arbeit;a beautiful piece of work eine schöne Arbeit;a) bei der Arbeit,b) am Arbeitsplatz,c) in Tätigkeit, in Betrieb (Maschine etc);be at work on arbeiten an (dat);do work arbeiten;I’ve got some work to do ich muss arbeiten;do the work of three (men) für drei arbeiten;be in (out of) work (keine) Arbeit haben;(put) out of work arbeitslos (machen);set to work an die Arbeit gehen, sich an die Arbeit machen;take some work home Arbeit mit nach Hause nehmen;have one’s work cut out (for one) zu tun haben, schwer zu schaffen haben;make work Arbeit verursachen;make light work of spielend fertig werden mit;make sad work of arg wirtschaften oder hausen mit;2. PHYS Arbeit f:3. auch koll (künstlerisches etc) Werk:4. Werk n (Tat und Resultat):this is your work!;5. pla) ARCH Anlagen pl, (besonders öffentliche) Bauten plb) Baustelle f (an einer Autobahn etc)c) MIL (Festungs)Werk n, Befestigungen pl7. pl TECH (Räder-, Trieb)Werk n, Getriebe n:9. REL (gutes) Werkgive sb the works umg jemanden fertigmachen;B v/i prät und pperf worked, besonders obs oder poet wrought [rɔːt]1. (at, on) arbeiten (an dat), sich beschäftigen (mit):work at a social reform an einer Sozialreform arbeiten;make one’s money work sein Geld arbeiten lassen2. arbeiten, Arbeit haben, beschäftigt seinagainst gegen;for für eine Sache):work toward(s) hinarbeiten auf (akk)4. TECHa) funktionieren, gehen (beide auch fig)b) in Betrieb oder Gang sein:our stove works well unser Ofen funktioniert gut;your method won’t work mit Ihrer Methode werden Sie es nicht schaffen;get sth to work etwas reparieren5. fig klappen, gehen, gelingen, sich machen lassenthe poison began to work das Gift begann zu wirken8. sich gut etc bearbeiten lassen9. sich (hindurch-, hoch- etc) arbeiten:work into eindringen in (akk);work loose sich losarbeiten, sich lockern;her tights worked down die Strumpfhose rutschte ihr herunter10. in (heftiger) Bewegung sein, arbeiten, zucken ( alle:12. gären, arbeiten (beide auch fig: Gedanke etc)C v/t1. arbeiten an (dat)2. verarbeiten:a) TECH bearbeitenb) einen Teig kneteninto zu):work cotton into cloth Baumwolle zu Tuch verarbeiten4. (an-, be)treiben:worked by electricity elektrisch betrieben7. Bergbau: eine Grube abbauen, ausbeuten9. jemanden, Tiere (tüchtig) arbeiten lassen, (zur Arbeit) antreibenfor wegen):11. a) work one’s way sich (hindurch- etc) arbeitenb) erarbeiten, verdienen: → passage1 512. MATH lösen, ausarbeiten, errechnenwork o.s. into a rage sich in eine Wut hineinsteigern14. bewegen, arbeiten mit:he worked his jaws seine Kiefer mahlten15. fig (prät oft wrought) hervorbringen, -rufen, zeitigen, Veränderungen etc bewirken, Wunder wirken oder tun, führen zu, verursachen:work hardship on sb für jemanden eine Härte bedeuten17. work intoa) eine Arbeit etc einschieben in (akk),18. sl etwas herausschlagen19. US sl jemanden bescheißen20. herstellen, machen, besonders stricken, nähen21. zur Gärung bringenw. abk1. weight2. wide3. width4. wife5. withwk abk1. week Wo.2. work* * *1. noun1) no pl., no indef. art. Arbeit, dieat work — (engaged in working) bei der Arbeit; (fig.): (operating) am Werk (see also e)
be at work on something — an etwas (Dat.) arbeiten; (fig.) auf etwas (Akk.) wirken
set to work — [Person:] sich an die Arbeit machen
have one's work cut out — viel zu tun haben; sich ranhalten müssen (ugs.)
2) (thing made or achieved) Werk, daswork of art — Kunstwerk, das
3) (book, piece of music) Werk, dasa work of reference/literature/art — ein Nachschlagewerk/literarisches Werk/Kunstwerk
4) in pl. (of author or composer) Werke5) (employment) Arbeit, dieout of work — arbeitslos; ohne Arbeit
at work — (place of employment) auf der Arbeit (see also a)
7) in pl. (Mil.) Werke; Befestigungen8) in pl. (operations of building etc.) Arbeitenthe [whole/full] works — der ganze Kram (ugs.)
2. intransitive verb,give somebody the works — (fig.) (give somebody the best possible treatment) jemandem richtig verwöhnen (ugs.); (give somebody the worst possible treatment) jemanden fertig machen (salopp)
1) arbeitenwork for a cause — etc. für eine Sache usw. arbeiten
work against something — (impede) einer Sache (Dat.) entgegenstehen
2) (function effectively) funktionieren; [Charme:] wirken (on auf + Akk.)make the washing machine/television work — die Waschmaschine/den Fernsehapparat in Ordnung bringen
3) [Rad, Getriebe, Kette:] laufenwork in a material — mit od. (fachspr.) in einem Material arbeiten
5) [Faktoren, Einflüsse:] wirken (on auf + Akk.)work against — arbeiten gegen; see also work on
6) (make its/one's way) sich schieben3. transitive verb,work round to a question — (fig.) sich zu einer Frage vorarbeiten
1) (operate) bedienen [Maschine]; fahren [Schiff]; betätigen [Bremse]2) (get labour from) arbeiten lassen3) (get material from) ausbeuten [Steinbruch, Grube]4) (operate in or on) [Vertreter:] bereisen5) (control) steuern6) (effect) bewirken [Änderung]; wirken [Wunder]work it or things so that... — (coll.) es deichseln, dass... (ugs.)
7) (cause to go gradually) führenwork one's way up/into something — sich hocharbeiten/in etwas (Akk.) hineinarbeiten
8) (get gradually) bringen9) (knead, stir)work something into something — etwas zu etwas verarbeiten; (mix in) etwas unter etwas (Akk.) rühren
work oneself into a state/a rage — sich aufregen/in einen Wutanfall hineinsteigern
11) (make by needlework etc.) arbeiten; aufsticken [Muster] (on auf + Akk.)12) (purchase, obtain with labour) abarbeiten; (fig.)she worked her way through college — sie hat sich (Dat.) ihr Studium selbst verdient; see also passage 6)
Phrasal Verbs:- work in- work off- work on- work out- work up* * *(hard) for expr.erarbeiten v.sich etwas erarbeiten ausdr. v.arbeiten v.funktionieren v. n.Arbeit -en f.Werk -e n. -
127 now
now [naʊ]1. adverba. ( = at this time) maintenant ; ( = these days, at the moment) actuellement ; ( = at that time) alors• the couple, who now have three children... ce couple, qui a maintenant trois enfants...• what are you doing now? qu'est-ce que tu fais en ce moment ?• it's now or never! c'est le moment ou jamais !• before now people thought that... auparavant on pensait que...• long before now it was realized that... il y a longtemps déjà, on comprenait que...► by now• by now it was clear that... dès lors, il était évident que...► even now• people do that even now les gens font ça encore aujourd'hui► (every) now and again, (every) now and then de temps en temps► for now• from now until then d'ici là► from now on (with present and future tense) à partir de maintenant ; (with past tense) dès lors► till or until or up to now ( = till this moment) jusqu'à présent ; ( = till that moment) jusque-làb. (without reference to time) now! bon !• now, now! allons, allons !• now, Simon! (warning) allons, Simon !• come now! allons !• well, now! eh bien !• now then, let's start! bon, commençons !• now then, what's all this? alors, qu'est-ce que c'est que ça ?• now, they had been looking for him all morning or ils avaient passé toute la matinée à sa recherche• now do be quiet for a minute bon, ça suffit !2. conjunction* * *[naʊ] 1. 2.1) ( at the present moment) maintenantany time ou moment now — d'un moment à l'autre
now fast, now slowly — tantôt vite, tantôt lentement
(every) now and then ou again — de temps en temps
2) ( with preposition)before ou until now — jusqu'à présent
3) ( in the past)by now it was too late — à ce moment-là, il était trop tard
4) ( without temporal force)now Paul would never do a thing like that — Paul, lui, ne ferait jamais une chose pareille
now! now! —
there now, what did I tell you? — eh bien, qu'est-ce que je t'avais dit?
now then, let's get down to work — bon, reprenons le travail
-
128 remember
remember [rɪˈmembər]a. ( = recall) [+ person, date, occasion] se souvenir de, se rappeler• to remember that... se rappeler que...• I remember when... je me souviens de l'époque où...• let us remember that... n'oublions pas que...b. ( = commemorate) commémorerc. ( = give good wishes to) remember me to your mother rappelez-moi au bon souvenir de votre mère• the last time we had a party, if you remember, it took us days to clear up la dernière fois que nous avons organisé une soirée, je te rappelle qu'il nous a fallu des jours pour tout ranger* * *[rɪ'membə(r)] 1.transitive verb1) ( recall) se souvenir de, se rappeler [fact, name, place, event]; se souvenir de [person]to remember that — se rappeler que, se souvenir que
to remember doing — se rappeler avoir fait, se souvenir d'avoir fait
2) ( not forget)to remember to do — penser à faire, ne pas oublier de faire
she remembered me in her will — euph elle ne m'a pas oublié dans son testament
3) ( commemorate) commémorer [battle, war dead]4) ( convey greetings)2.intransitive verb se souvenir
См. также в других словарях:
Clear days — Clear Clear (kl[=e]r), a. [Compar. {Clearer} ( [ e]r); superl. {Clearest}.] [OE. cler, cleer, OF. cler, F. clair, fr.L. clarus, clear, bright, loud, distinct, renowned; perh. akin to L. clamare to call, E. claim. Cf. {Chanticleer}, {Clairvoyant} … The Collaborative International Dictionary of English
clear days — In calculating the correct period of notice for shareholders meetings, the date of the notice and the day of the meeting are excluded. The Articles of Association usually provide that notice sent by post is deemed received after 48 hours. In… … Law dictionary
clear days — Entire days; intervening days of which the first and last are excluded. Thus, the clear days between the first and the fourth, would be the second and the third … Ballentine's law dictionary
clear days — If a certain number of clear days be given for the doing of any act, the time is to be reckoned exclusively, as well of the first day as the last See also clear … Black's law dictionary
clear days — If a certain number of clear days be given for the doing of any act, the time is to be reckoned exclusively, as well of the first day as the last See also clear … Black's law dictionary
clear days — noun plural : days reckoned from one day to another with exclusion of both the first and the last day from Sunday to Sunday there are six clear days … Useful english dictionary
clear days — days set aside for the execution of specific tasks … English contemporary dictionary
clear days — The full days referred to in a contract, i. e. not including the days on which the contract period starts or finishes … Big dictionary of business and management
New Clear Days — Studio album by The Vapors Released 1980 … Wikipedia
New Clear Days — Swimming the Nile Gründung 1988 Auflösung 1995 Genre Rock Gründungsmitglieder Gesang, Gitarre Mathis Richter Reichhelm Schlagzeug Holger Boettcher … Deutsch Wikipedia
Clear — (kl[=e]r), a. [Compar. {Clearer} ( [ e]r); superl. {Clearest}.] [OE. cler, cleer, OF. cler, F. clair, fr.L. clarus, clear, bright, loud, distinct, renowned; perh. akin to L. clamare to call, E. claim. Cf. {Chanticleer}, {Clairvoyant}, {Claret},… … The Collaborative International Dictionary of English