-
101 arme
arme [aarm]〈v.〉♦voorbeelden:armes à feu • vuurwapensarmes de guerre • oorlogstuigarme à répétition • (semi-)automatisch wapenarmes à tir automatique • automatische wapensarme à double tranchant • wapen, middel dat zich tegen iemand kan kerenarme atomique, nucléaire • atoom-, kernwapenarme blanche • steekwapendéposer, rendre les armes • zich overgevenêtre sous les armes • onder de wapenen zijnpasser par les armes • fusillerenprendre les armes • naar de wapens grijpenprésenter l'arme • het geweer presenterentourner les armes contre qn. • zich keren tegen een voormalig bondgenootaux armes • te wapenavec armes et bagages • met z'n hele hebben en houdense rendre avec armes et bagages • zich onvoorwaardelijk overgevenêtre en armes • gewapend zijnpar les armes • met geweldfaire ses premières armes • zijn eerste veldtocht maken; 〈 figuurlijk〉 zijn eerste proeve van bekwaamheid afleggensalle d'armes • schermlokaaltirer les, des armes • schermen1. f1) wapen, geweer3) strijd, oorlog2. armesf pl1) krijgsdienst2) schermsport3) schild, blazoen -
102 armé
arme [aarm]〈v.〉♦voorbeelden:armes à feu • vuurwapensarmes de guerre • oorlogstuigarme à répétition • (semi-)automatisch wapenarmes à tir automatique • automatische wapensarme à double tranchant • wapen, middel dat zich tegen iemand kan kerenarme atomique, nucléaire • atoom-, kernwapenarme blanche • steekwapendéposer, rendre les armes • zich overgevenêtre sous les armes • onder de wapenen zijnpasser par les armes • fusillerenprendre les armes • naar de wapens grijpenprésenter l'arme • het geweer presenterentourner les armes contre qn. • zich keren tegen een voormalig bondgenootaux armes • te wapenavec armes et bagages • met z'n hele hebben en houdense rendre avec armes et bagages • zich onvoorwaardelijk overgevenêtre en armes • gewapend zijnpar les armes • met geweldfaire ses premières armes • zijn eerste veldtocht maken; 〈 figuurlijk〉 zijn eerste proeve van bekwaamheid afleggensalle d'armes • schermlokaaltirer les, des armes • schermenadj1) gewapend -
103 armer
armer [aarmee]♦voorbeelden:♦voorbeelden:s'armer de tout son courage • al zijn moed verzamelen1. v1) (be)wapenen2) uitrusten (met), voorzien (van)3) versterken, wapenen [beton]4) uitrusten [schip]5) spannen [trekker]6) laden [kanon]2. s'armer (de)v -
104 arracher
arracher [aaraasĵee]1 trekken ⇒ uittrekken, losrukken2 ont-, wegrukken ⇒ halen (uit), losmaken (van)3 wegkrijgen ⇒ wegjagen, weghalen♦voorbeelden:un obus lui a arraché le bras • een granaat heeft zijn arm afgeruktarracher les mauvaises herbes • het onkruid wiedenarracher les pommes de terre • de aardappelen rooienarracher les yeux à qn. • iemand de ogen uitkrabbenarracher qn. au sommeil • iemand uit zijn slaap rukken♦voorbeelden:1 s'arracher qn., qc. • vechten om iemand, ietson se l'arrache • hij, zij is zeer gewild gezelschaps'arracher les yeux • elkaar de ogen uitkrabben1. v1) (uit)trekken, losrukken2) ontrukken, halen (uit)3) weghalen2. s'arracherv1) vechten (om) -
105 articuler
articuler [aartiekuulee]♦voorbeelden:1. v1) articuleren, duidelijk uitspreken2) detailleren [juridisch]2. s'articuler (autour de)v -
106 associer
associer [aasosjee]1 verenigen ⇒ bijeenbrengen, samenvoegen1 〈+ à〉 zich aansluiten (bij) ⇒ 〈+ à, avec〉 een vennootschap aangaan (met), een bondgenootschap sluiten (met)1. v1) verenigen, samenvoegen3) betrekken (bij, in)2. s'associer (à)v -
107 attribuer
attribuer [aatriebuu.ee]1 toekennen ⇒ toewijzen, verlenen♦voorbeelden:1 zich toe-eigenen ⇒ zich aanmatigen, zich toeschrijven♦voorbeelden:1. v1) toekennen, toewijzen2) toeschrijven, wijten2. s'attribuerv -
108 bercer
bercer [bersee]3 verzachten ⇒ kalmeren, sussen♦voorbeelden:1. v1) wiegen2) paaien, misleiden3) verzachten, kalmeren2. se bercer (de)v -
109 cacher
cacher [kaasĵee]1 verbergen ⇒ weg-, verstoppen, verborgen houden2 aan het oog onttrekken ⇒ bedekken, maskeren3 verzwijgen ⇒ verhelen, verbloemen, geheim houden♦voorbeelden:cela cache qc. • daar steekt iets achtercacher le jour à qn. • iemand in het licht staanles nuages cachent le soleil • de zon gaat (schuil) achter de wolkencacher la vue (à qn.) • (iemand) het uitzicht belemmeren→ jeu1 zich verbergen ⇒ zich verschuilen, zich verstoppen♦voorbeelden:〈 tegen kinderen〉 va te cacher!, cache-toi! • schaam je!se cacher de qc. • een geheim van iets makense cacher de qn. • voor iemand verborgen houden wat men doet of zegtse cacher de qn. pour faire qc. • iets buiten iemands weten om doenoù peut bien se cacher cette lettre? • waar kan die brief toch uithangen?1. v1) verbergen, verstoppen2) bedekken3) verzwijgen2. se cacherv3. adjkoosjer, in orde -
110 capituler
capituler [kaapietuulee]〈 werkwoord〉1 capituleren ⇒ zich overgeven, zich onderwerpenv1) capituleren, zich overgeven2) toegeven, zwichten -
111 comporter
comporter [kõportee]1 met zich meebrengen ⇒ ten gevolge hebben, inhouden, vereisen♦voorbeelden:♦voorbeelden:1. v2) vereisen2. se comporterv2) functioneren, 't doen -
112 compromettre
compromettre [kõprommetr]1 in gevaar brengen ⇒ schaden, op het spel zetten2 compromitteren ⇒ in opspraak brengen, de goede naam aantasten van2 zich(zelf) compromitteren ⇒ zijn goede naam, zijn eer op het spel zetten♦voorbeelden:1. v 2. se compromettrev -
113 concentrer
concentrer [kõsãtree]1 verzamelen ⇒ bundelen, samentrekken♦voorbeelden:2 concentrer sa colère sur qn., qc. • zijn woede op iemand, iets afreageren2 zich concentreren ⇒ zich verzamelen, gebundeld, geconcentreerd worden1. v1) verzamelen, bundelen2. se concentrerv -
114 conformer
conformer [kõformee]1 zich richten (naar) ⇒ zich aanpassen (aan), zich conformeren (aan)1. v 2. se conformer (à)v -
115 décoller
décoller [deekollee]♦voorbeelden:il ne décolle pas d'ici • hij blijft hier maar plakkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 losgaan♦voorbeelden:1. v2) opstijgen (van) [vliegtuig]3) weggaan5) losmaken, losweken2. se décollerv -
116 défoncer
défoncer [deefõsee]♦voorbeelden:2 zich helemaal op iets gooien ⇒ zich helemaal geven, zich uitleven1. v2) stukslaan3) intrappen [deur]4) diepploegen5) doen trippen [drugs]2. se défoncerv1) trippen [drugs], high worden -
117 dépenser
dépenser [deepãsee]♦voorbeelden:dépenser sans compter • zijn geld wegsmijten1 zich inspannen ⇒ zich inzetten, veel moeite doen1. v1) uitgeven, besteden [geld]2) verbruiken3) gebruiken, aanwenden (voor)2. se dépenservzich inspannen (om), zich inzetten (voor) -
118 dérouler
dérouler [deeroelee]1 afwinden ⇒ af-, ontrollen, afwikkelen2 zich afspelen ⇒ plaats vinden, verlopen♦voorbeelden:1. v1) afwinden, afwikkelen2) ontvouwen, ontwikkelen3) scrollen [computer]2. se déroulerv2) zich afspelen, plaats vinden -
119 distinguer
distinguer [diestẽgee]1 zien ⇒ onderscheiden, opmerken2 onderscheiden ⇒ kenmerken, uit elkaar houden♦voorbeelden:1 sa démarche le distingue immédiatement • hij is onmiddellijk aan zijn manier van lopen te herkennen1 zich onderscheiden ⇒ zich kenmerken, opvallen♦voorbeelden:1. v 2. se distinguerv1) zich onderscheiden, opvallen2) te zien zijn -
120 distraire
distraire [diestrer]1 vermaken ⇒ verstrooiing verschaffen, ontspannen1 zich ontspannen ⇒ ontspanning zoeken, zich vermaken♦voorbeelden:1. v1) versmaken, ontspannen2) afleiden, afhouden (van)2. se distrairevzich vermaken, zich ontspannen
См. также в других словарях:
Zich — ist der Familienname folgender Personen: Denise Zich (* 1975), deutsche Schauspielerin und Sängerin Karel Zich (1949–2004), tschechischer Sänger, Gitarrist und Komponist Otakar Zich (1879–1934), tschechischer Komponist und Ästhetiker Diese Seite… … Deutsch Wikipedia
zich — zich, zick dial. ff. such, sick … Useful english dictionary
žich — מìch (plg. l. żach) interj. 1. staigiam veiksmui nusakyti: Kad va, pirma mūs kokis baltas stulpas tik žìch žìch žìch (apie vaiduoklius) DrskŽ. 2. pliupt: Ir vìsa moma pati regėj[o] – žìch žìch ugnė [girtam iš burnos] LKKXXIX185(Lz) … Dictionary of the Lithuanian Language
Karel Zich — Infobox musical artist Name = Karel Zich Img capt = Img size = Landscape = Background = solo singer Birth name = Karel Zich Alias = Czech Elvis Born = birth date|1949|7|10|mf=y Prague, Czechoslovakia Height = Height|feet=5.7 Origin = Prague,… … Wikipedia
Otakar Zich — Composer Otakar Zich Otakar Zich (March 25, 1879, Městec Králové – July 9, 1934 Ouběnice u Benešova) was a distinguished Czech composer and aesthetician. Contents 1 … Wikipedia
Denise Zich — Saltar a navegación, búsqueda Denise Zich Denise Zich con Martin Weinek (a la derecha) y Kaspar Capparoni (a la izquierda) Nombre real … Wikipedia Español
Denise Zich — mit Kaspar Capparoni (links) und Martin Weinek (rechts) Denise Zich (* 7. Dezember 1975 in Wolfen) ist eine deutsche Schauspielerin und ehemalige Sängerin[1] … Deutsch Wikipedia
Denise Zich — (2010) Denise Zich (° le 7 décembre 1975 (1975 12 07) (35 ans) à Wolfen en Saxe) est une actrice et chanteuse allemande … Wikipédia en Français
Zichy zu Zich und Vásonykeö — (spr. sittschi und wáhschonjköi), eine der bedeutendsten ungar. Familien, die schon seit 1260 vielfach in der Landesgeschichte vorkommt, sich anfänglich nach dem ersten beglaubigten Ahnherrn, (Gallus) Zayk, und erst seit dem 15. Jahrh. nach dem… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
bemoeien / zich — bumuy … Woordenlijst Sranan
bewegen (zich) — seki / sekseki … Woordenlijst Sranan