-
41 hoop
I 〈 de (mannelijk)〉2 [(met betrekking tot zaken) grote hoeveelheid] great/good deal ⇒ lot3 [geordende stapel] pile♦voorbeelden:1 een hoop stenen/zand • a heap/pile of stones/sandop een hoop(je) vegen • sweep (together) into a heap/pileop een hoop leggen • pile/stack upje kunt niet alles/iedereen op één hoop gooien • 〈 figuurlijk〉 you can't lump everything/everyone together2 een hoop/hopen brieven • a pile/piles of letterseen hoop gelul • a load of bull(shit)een hoop leugens • a pack of lieser is van de week een hoop water gevallen • it has rained a lot this weekhet gaat hier niet van de grote hoop • money doesn't grow on trees, you know!ik heb nog een hoop te doen • I've still got a lot/lots/tons to dodat kost een hoop (geld) • that'll cost a packet¶ op een hoop staan • be crowded/huddled togetherte hoop lopen • gather/flock togetherII 〈de〉1 [verwachting] hope♦voorbeelden:goede hoop hebben • have high hopes, be hopefulnog/geen/goede hoop hebben (op iets) • still have hopes/have no hope/have every hope (of something)hij had een/de stille hoop dat … • he silently/secretly hoped that …valse hoop wekken • raise false hopeshoop geven • give/offer hopeweer hoop geven • restore one's hopeszolang er leven is, is er hoop • while there's life there's hopeal onze hoop is op u gevestigd • we place all our hope in youhoop koesteren • entertain/cherish a hopeweer/nieuwe hoop krijgen • regain hopede/alle hoop laten varen • abandon (all) hopede hoop opgeven/verliezen dat … • give up/lose hope that …hoop opvatten • take couragede hoop uitspreken, dat … • express the hope that …zijn hoop op iemand/iets vestigen • pin one's hopes on/place one's hope in someone/somethingin de hoop dat … • in the hope/in hopes that …in de hoop dat ik u spoedig weerzie • in the hope of seeing/hoping to see you soonop hoop van zegen • in (good) hope, … and hope/hoping for the bestniet veel hoop hebben op een geslaagde afloop • have little hope/not be very hopeful of successweinig hoop op verandering geven • bring little promise/hold out little hope of changetussen hoop en vrees leven • be poised between hope and fearer is geen hoop meer • there is no longer any hope, it's hopelessgeen/weinig/alle hoop geven dat • hold out no/little/every hope thatde hoop de bodem inslaan/in rook doen vervliegen • dash/shatter one's hopes -
42 mars
mars1〈de〉1 [tocht] march2 [muziek] march♦voorbeelden:1 zich op mars begeven • go on a march, marchop mars zijn • be on the march¶ hij heeft niet veel in zijn mars • he hasn't got a lot to offer; 〈 weet niet veel〉 he is pretty ignorant; 〈 met betrekking tot hersens〉 he hasn't got a lot upstairs; 〈 kan niet veel〉 he's not up to muchhij heeft heel wat in zijn mars • he has a lot to offer; 〈 weet veel〉 he is pretty knowledgeable; 〈 met betrekking tot hersens〉 he's got it upstairs————————mars21 march!♦voorbeelden:1 voorwaarts mars! • forward march!ingerukt mars! • dismiss! -
43 houden
1 [behouden] keep2 [vast-, tegenhouden] hold3 [niet laten vallen] hold4 [tot zijn gebruik, genoegen in huis hebben; ook met betrekking tot personeel] keep5 [niet opgeven, niet verlaten] hold, keep7 [in een (toe)stand laten blijven] keep11 [+ voor] [achten] take to be ⇒ consider to be/as♦voorbeelden:1 zijn geur/kleur/smaak houden • keep its aroma/colour/tasteje mag het houden • you can keep/have itiets voor zichzelf houden • keep something for oneselfhij was niet te houden • there was no stopping himer was geen houden meer aan • it could no longer be stopped4 kippen/duiven houden • keep hens/pigeonsvreemde ideeën/gewoonten erop na houden • have funny ideas/habitswat voor politieke ideeën houdt hij erop na? • what are his political ideas?rechts houden • keep (to the) rightde blik op iets gericht houden • keep looking at somethinglaten we het gezellig houden • let's keep it/things niceik zal het kort houden • I'll keep it shortde prijzen laag houden • keep prices down/lowlaten we het netjes houden • let's keep it cleaniemand eronder houden • keep someone downhij kan er niets in houden • he can't keep anything downiemand aan het werk/aan de praat houden • keep someone busy/talkingergens een lucifer bij houden • put a match to somethinghij kon er zijn gedachten niet bij houden • he couldn't keep his mind on itiets tegen het licht houden • hold something up to the lightiemand tegen zich aan houden • clasp someone to oneselfiemand van zijn werk houden • keep someone from his/her workhou je commentaar maar vóór je • keep your remarks to yourselftwee mensen/zaken niet uit elkaar kunnen houden • not be able to tell two people/things apartik kon hun namen niet uit elkaar houden • I kept getting their names mixed uporde houden • keep order9 een lezing houden • give/deliver a lectureuitverkoop houden • hold/have a sale10 (een) café/winkel houden • keep/run a café/shopiets voor gezien houden • leave it at that, call it a dayiemand voor zijn broer houden • mistake someone for his brotherwaar hou je me voor? • what do you take me for?ik hou het niet meer • I can't take/stand it any moreik hou(d) het erop dat hij onschuldig is • I consider him (to be) innocenthet bij frisdrank houden • stick to soft drinkshet met iemand houden • 〈 onder één hoedje spelen〉 be in with someone; 〈 met betrekking tot seksuele relatie〉 be carrying on with someonewe houden het op de 15e • let's make it the 15th, thenik hou het op Ajax • I'm backing Ajax1 [+ van] [liefhebben] love4 [het niet begeven] hold♦voorbeelden:veel van iemand houden • love someone a lot/very muchvan iemand gaan houden • fall in love with someone2 niet van dansen/cognac houden • not like dancing/cognachij houdt wel van een grapje • he likes a bit of jokezij houdt niet van dat soort grapjes • she doesn't like those kinds of jokeshij houdt niet zo van feestjes/toespraken • he's not (much of a) one for parties/speechesik hou meer van bier dan van wijn • I prefer beer to winedie knoop houdt niet • that knot won't holdde verf houdt niet • the paint won't stick/is peelingIII 〈wederkerend werkwoord; zich houden〉1 [+ aan] [niet afwijken van] keep to 〈 regels, dieet, verdrag, termijn, programma, afspraak〉; adhere to 〈 overeenkomst, instructies〉; abide by 〈 beslissing, vonnis〉; comply with, observe 〈 regels, voorwaarden, regel van de wet〉2 [blijven] keep3 [schijn aannemen] pretend to be♦voorbeelden:2 zich goed houden • 〈 niet lachen〉 keep a straight face; 〈 zich niet door emoties laten overmannen〉 bear up wellhij kon zich niet goed houden • he couldn't help laughing/cryingik zou me er maar buiten houden • I'd keep out of it (if I were you)hou je erbuiten! • (you) keep out of it!3 zich dom/slapend houden • pretend to be deaf/asleep¶ hij wist niet hoe hij zich moest houden • he didn't know what to do/how to behave -
44 get
get [get]━━━━━━━━━━━━━━━━━3. compounds━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━a. ( = have, receive, obtain) avoir━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━► Some get + noun combinations may take a more specific French verb.━━━━━━━━━━━━━━━━━• first I need to get a better idea of the situation je dois d'abord me faire une meilleure idée de la situation► have/has got• how many have you got? combien en avez-vous ?• I've got it! ( = have safely) (ça y est) je l'ai !• you're okay, I've got you! ne t'en fais pas, je te tiens !b. ( = find) trouver• it's difficult to get a hotel room in August c'est difficile de trouver une chambre d'hôtel en août• you get different kinds of... on trouve plusieurs sortes de...c. ( = buy) acheter• where do they get their raw materials? où est-ce qu'ils achètent leurs matières premières ?d. ( = fetch, pick up) aller chercher• can you get my coat from the cleaners? est-ce que tu peux aller chercher mon manteau au pressing ?• can I get you a drink? est-ce que je peux vous offrir quelque chose ?e. ( = take) prendref. ( = call in) appelerg. ( = prepare) préparerh. ( = catch) [+ disease, fugitive] attraper ; [+ name, details] comprendre• we'll get them yet! on leur revaudra ça !• he'll get you for that! qu'est-ce que tu vas prendre ! (inf)• you've got it in one! (inf) tu as tout compris !• let me get this right, you're saying that... alors, si je comprends bien, tu dis que...j. ( = answer) can you get the phone? est-ce que tu peux répondre ?• I'll get it! j'y vais !► to get + adjective━━━━━━━━━━━━━━━━━► This construction is often translated by a verb alone. Look up the relevant adjective.━━━━━━━━━━━━━━━━━• when do you think you'll get it finished? ( = when will you finish it) quand penses-tu avoir fini ?• you can't get anything done round here ( = do anything) il est impossible de travailler ici► to get sb/sth to do sth━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━• to get sth going [+ machine] faire marcher qch► to get sb/sth somewhere• how can we get it home? comment faire pour l'apporter à la maison ?• to get sth upstairs monter qch► to get sb/sth + preposition• to get o.s. into a difficult position se mettre dans une situation délicate• how do you get there? comment fait-on pour y aller ?• can you get there from London by bus? est-ce qu'on peut y aller de Londres en bus ?• what time do you get to Sheffield? à quelle heure arrivez-vous à Sheffield ?► to get + adverb/preposition• how did that box get here? comment cette boîte est-elle arrivée ici ?• what's got into him? qu'est-ce qui lui prend ?• now we're getting somewhere! (inf) enfin du progrès !• how's your thesis going? -- I'm getting there où en es-tu avec ta thèse ? -- ça avance• where did you get to? où étais-tu donc passé ?• where can he have got to? où est-il passé ?• where have you got to? (in book, work) où en êtes-vous ?► to get + adjective━━━━━━━━━━━━━━━━━► This construction is often translated by a verb alone.━━━━━━━━━━━━━━━━━• how stupid can you get? il faut vraiment être stupide !• to get used to sth/to doing s'habituer à qch/à faire► to get + past participle (passive)━━━━━━━━━━━━━━━━━► Reflexive verbs are used when the sense is not passive.━━━━━━━━━━━━━━━━━► to get to + infinitive• students only get to use the library between 2pm and 8pm les étudiants ne peuvent utiliser la bibliothèque qu'entre 14 heures et 20 heures► have got to + infinitive ( = must)• have you got to go and see her? est-ce que vous êtes obligé d'aller la voir ?• you've got to be joking! tu plaisantes !► to get + -ing ( = begin)• I got to thinking that... (inf) je me suis dit que...3. compounds• he's got lots of get-up-and-go il est très dynamique ► get-well card noun carte f de vœux (pour un prompt rétablissement)a. ( = move about) se déplacer• he gets about with a stick/on crutches il marche avec une canne/des béquilles• she gets about quite well despite her handicap elle arrive assez bien à se déplacer malgré son handicapb. ( = travel) voyagerc. [news] circuler• the story had got about that... des rumeurs circulaient selon lesquelles...• it has got about that... le bruit court que...• I don't want it to get about je ne veux pas que ça s'ébruite► get above inseparable transitive verb• to get above o.s. avoir la grosse tête (inf)• you're getting above yourself! pour qui te prends-tu ?► get across[person crossing] traverser ; [meaning, message] passer• the message is getting across that people must... les gens commencent à comprendre qu'il faut...b. ( = manage) se débrouiller• to get along without sth/sb se débrouiller sans qch/qnc. ( = progress) [work] avancer ; [student, invalid] faire des progrèsd. ( = be on good terms) (bien) s'entendre→ get about→ get rounda. [+ object, person, place] atteindreb. [+ facts, truth] découvrirc. ( = suggest) what are you getting at? où voulez-vous en venir ?d. (British) ( = attack) s'en prendre àa. ( = leave) partir• we are not going to be able to get away this year nous n'allons pas pouvoir partir en vacances cette année• get away (with you)! (inf) à d'autres !b. ( = escape) s'échapper• she moved here to get away from the stress of city life elle est venue s'installer ici pour échapper au stress de la vie citadine• he went to the Bahamas to get away from it all il est allé aux Bahamas pour laisser tous ses problèmes derrière lui( = suffer no consequences)• you'll never get away with that! on ne te laissera pas passer ça ! (inf)a. ( = return) revenir• let's get back to why you didn't come yesterday revenons à la question de savoir pourquoi vous n'êtes pas venu hier• can I get back to you on that? (inf) puis-je vous recontacter à ce sujet ? ; (on phone) puis-je vous rappeler à ce sujet ?b. ( = move backwards) reculer• get back! reculez !a. ( = recover) [+ sth lent, sth lost, stolen] récupérer ; [+ strength] reprendre ; [+ one's husband, partner] faire revenirb. ( = return) rendre• I'll get it back to you as soon as I can je vous le rendrai dès que possible► get back at (inf) inseparable transitive verb( = retaliate against) prendre sa revanche sura. ( = pass) passerb. ( = manage) arriver à s'en sortir (inf)• may I get down? (at table) est-ce que je peux sortir de table ?• get down! ( = climb down) descends ! ; ( = lie down) couche-toi !c. ( = make note of) noterd. ( = depress) déprimer• when you get down to it there's not much difference between them en y regardant de plus près il n'y a pas grande différence entre euxa. [person] ( = enter) entrer ; ( = be admitted to university, school) être admis• do you think we'll get in? tu crois qu'on réussira à entrer ?b. ( = arrive) [train, bus, plane] arriverc. ( = be elected) [member] être élu ; [party] accéder au pouvoira. [+ harvest] rentrer• did you get your essay in on time? as-tu rendu ta dissertation à temps ?b. ( = buy) acheterc. ( = fit in) glisser• he managed to get in a game of golf il a réussi à trouver le temps de faire une partie de golf► get into inseparable transitive verba. ( = enter) [+ house, park] entrer dans ; [+ car, train] monter dans• to get into the way of doing sth ( = make a habit of) prendre l'habitude de faire qchb. [+ clothes] mettre• I can't get into these jeans any more je ne peux plus rentrer dans ce jean► get in with inseparable transitive verba. ( = gain favour of) (réussir à) se faire bien voir deb. ( = become friendly with) se mettre à fréquenter• he got in with local drug dealers il s'est mis à fréquenter les trafiquants de drogue du quartier► get off• to get off to a good start [project, discussion] bien partirc. ( = escape) s'en tirerd. ( = leave work) finir ; ( = take time off) se libérera. [+ bus, train] descendre deb. [+ clothes, shoes] enleverc. ( = dispatch) I'll phone you once I've got the children off to school je t'appellerai une fois que les enfants seront partis à l'écoled. ( = save from punishment) faire acquittera. to get off a bus/a bike descendre d'un bus/de vélo• get off the floor! levez-vous !b. ( = be excused) (inf) to get off gym se faire dispenser des cours de gym► get off with (inf) inseparable transitive verb► get onb. ( = advance, make progress) avancer• how are you getting on? comment ça marche ? (inf)• how did you get on? comment ça s'est passé ?c. ( = succeed) réussir• if you want to get on, you must... si tu veux réussir, tu dois...d. ( = agree) s'entendre( = put on) [+ clothes, shoes] mettrea. ( = get in touch with) se mettre en rapport avec ; ( = speak to) parler à ; ( = ring up) téléphoner àb. ( = start talking about) aborder• we got on to (the subject of) money nous avons abordé la question de l'argent► get on with inseparable transitive verba. ( = continue) continuer• while they talked she got on with her work pendant qu'ils parlaient, elle a continué à travaillerb. ( = start on) se mettre à• I'd better get on with the job! il faut que je m'y mette !► get out• get out! sortez !• let's get out of here! sortons d'ici !b. ( = escape) s'échapper (of de)• you'll have to do it, you can't get out of it il faut que tu le fasses, tu ne peux pas y échapper• some people will do anything to get out of paying taxes certaines personnes feraient n'importe quoi pour éviter de payer des impôts• he's trying to get out of going to the funeral il essaie de trouver une excuse pour ne pas aller à l'enterrementc. [news] se répandre ; [secret] être éventé• wait till the news gets out! attends que la nouvelle soit ébruitée !a. ( = bring out) [+ object] sortirb. ( = remove) [+ nail, tooth] arracher ; [+ stain] enleverc. ( = free) [+ person] faire sortirb. ( = recover from) to get over an illness se remettre d'une maladie• I can't get over the fact that... je n'en reviens pas que... + subja. [+ person, animal, vehicle] faire passerb. ( = communicate) faire comprendre ; [+ ideas] communiquer► get over with separable transitive verb( = have done with) en finir• I was glad to get the injections over with j'étais content d'en avoir fini avec ces piqûres► get round= get abouta. [+ obstacle, difficulty, law] contourner• I don't think I'll get round to it before next week je ne pense pas trouver le temps de m'en occuper avant la semaine prochaine► get throughb. ( = be accepted, pass) [candidate] être reçu ; [motion, bill] passer• I phoned you several times but couldn't get through je t'ai appelé plusieurs fois mais je n'ai pas pu t'avoird. ( = communicate with) to get through to sb communiquer avec qna. [+ hole, window] passer par ; [+ hedge] passer à travers ; [+ crowd] se frayer un chemin à traversb. ( = do) [+ work] faire ; [+ book] lire (en entier)• we get through £150 per week nous dépensons 150 livres par semained. ( = survive) how are they going to get through the winter? comment vont-ils passer l'hiver ?• we couldn't get through a day without arguing pas un jour ne se passait sans que nous ne nous disputionsa. [+ person, object] faire passer• to get the message through to sb that... faire comprendre à qn que...• this is the only place where villagers can get together c'est le seul endroit où les gens du village peuvent se réunir[+ people, ideas, money] rassembler ; [+ group] former( = pass underneath) passer par-dessous• to get under a fence/a rope passer sous une barrière/une corde► get up• what time did you get up? à quelle heure t'es-tu levé ?b. (on a chair, on stage) montera. we eventually got the truck up the hill on a finalement réussi à faire monter le camion jusqu'en haut de la côtea. ( = catch up with) rattraperb. ( = reach) arriver à• where did we get up to last week? où en sommes-nous arrivés la semaine dernière ?• do you realize what they've been getting up to? tu sais ce qu'ils ont trouvé le moyen de faire ?• what have you been getting up to lately? qu'est-ce que tu deviens ?* * *Note: This much-used verb has no multi-purpose equivalent in French and therefore is very often translated by choosing a synonym: to get lunch = to prepare lunch = préparer le déjeunerget is used in many idiomatic expressions ( to get something off one's chest etc) and translations will be found in the appropriate entry (chest etc). This is also true of offensive comments ( get lost etc) where the appropriate entry would be lostRemember that when get is used to express the idea that a job is done not by you but by somebody else ( to get a room painted etc) faire is used in French followed by an infinitive ( faire repeindre une pièce etc)When get has the meaning of become and is followed by an adjective (to get rich/drunk etc) devenir is sometimes useful but check the appropriate entry (rich, drunk etc) as a single verb often suffices ( s'enrichir, s'enivrer etc)For examples and further uses of get see the entry below[get] 1.1) ( receive) recevoir [letter, grant]; recevoir, percevoir [salary, pension]; Television, Radio capter [channel]2) ( inherit)to get something from somebody — lit hériter quelque chose de quelqu'un [article, money]; fig tenir quelque chose de quelqu'un [trait, feature]
3) ( obtain) ( by applying) obtenir [permission, divorce, licence]; trouver [job]; ( by contacting) trouver [plumber]; appeler [taxi]; ( by buying) acheter [item] ( from chez); avoir [ticket]to get something for nothing/at a discount — avoir quelque chose gratuitement/avec une réduction
to get somebody something —
to get something for somebody — ( by buying) acheter quelque chose à quelqu'un
4) ( subscribe to) acheter [newspaper]5) ( acquire) se faire [reputation]6) ( achieve) obtenir [grade, mark, answer]he got it right — ( of calculation) il a obtenu le bon résultat; ( of answer) il a répondu juste
7) ( fetch) chercher [object, person, help]to get somebody something —
8) (manoeuvre, move)to get somebody/something upstairs/downstairs — faire monter/descendre quelqu'un/quelque chose
can you get between the truck and the wall? — est-ce que tu peux te glisser entre le camion et le mur?
9) ( help progress)10) ( contact)11) ( deal with)I'll get it — ( of phone) je réponds; ( of doorbell) j'y vais
12) ( prepare) préparer [breakfast, lunch etc]13) ( take hold of) attraper [person] (by par)I've got you, don't worry — je te tiens, ne t'inquiète pas
to get something from ou off — prendre quelque chose sur [shelf, table]
to get something from ou out of — prendre quelque chose dans [drawer, cupboard]
14) (colloq) ( oblige to give)to get something from ou out of somebody — faire sortir quelque chose à quelqu'un [money]; fig obtenir quelque chose de quelqu'un [truth]
15) (colloq) ( catch) gen arrêter [escapee]got you! — gen je t'ai eu!; ( caught in act) vu!
16) Medicine attraper [disease]17) ( use as transport) prendre [bus, train]18) ( have)to have got — avoir [object, money, friend etc]
19) ( start to have)to get (hold of) the idea ou impression that — se mettre dans la tête que
20) ( suffer)21) ( be given as punishment) prendre [five years etc]; avoir [fine]22) ( hit)to get somebody/something with — toucher quelqu'un/quelque chose avec [stone, arrow]
23) (understand, hear) comprendrenow let me get this right... — alors si je comprends bien...
‘where did you hear that?’ - ‘I got it from Paul’ — ‘où est-ce que tu as entendu ça?’ - ‘c'est Paul qui me l'a dit’
24) (colloq) (annoy, affect)what gets me is... — ce qui m'agace c'est que...
25) (learn, learn of)to get to do — (colloq) finir par faire
how did you get to know ou hear of our organization? — comment avez-vous entendu parler de notre organisation?
26) ( have opportunity)to get to do — avoir l'occasion de faire, pouvoir faire
27) ( start)to get to doing — (colloq) commencer à faire
then I got to thinking that... — puis je me suis dit que...
28) ( must)to have got to do — devoir faire [homework, chore]
you've got to realize that... — il faut que tu te rendes compte que...
29) ( persuade)30) ( have somebody do)31) ( cause)2.1) ( become) devenir [suspicious, old]how lucky/stupid can you get! — il y en a qui ont de la chance/qui sont vraiment stupides!
2) ( forming passive)3) ( become involved in)to get into — (colloq) ( as hobby) se mettre à; ( as job) commencer dans; fig
4) ( arrive)how did you get here? — ( by what miracle) comment est-ce que tu es arrivé là?; ( by what means) comment est-ce que tu es venu?
5) ( progress)6) (colloq) ( put on)to get into — mettre, enfiler (colloq) [pyjamas, overalls]
•Phrasal Verbs:- get at- get away- get back- get by- get down- get in- get into- get off- get on- get onto- get out- get over- get up••get along with you! — (colloq) ne sois pas ridicule!
get away with you! — (colloq) arrête de raconter n'importe quoi! (colloq)
I'll get you (colloq) for that — je vais te le faire payer (colloq)
he's got it bad — (colloq) il est vraiment mordu
to get it together — (colloq) se ressaisir
to get with it — (colloq) se mettre dans le coup (colloq)
-
45 sors
sors, tis (nom. sortis, Plaut. Cas. 2, 6, 28; abl. sorti. C. I. L. 198, 54; 200, 16; Plaut. Cas. 2, 7, 5; Liv. 4, 37, 6; 28, 45, 11; 29, 20, 4; cf. Neue, Formenl. 1, 241; but sorti is dat., Verg. G. 4, 165 Forbig. ad loc.; Sil. 7, 3, 65), f. [2. sero; cf.: fors, fero], any thing used to determine chances.I.Lit., a lot:II.aut populna sors aut abiegna,
Plaut. Cas. 2, 6, 32:coniciam sortes in sitellam,
id. ib. 2, 5, 34 sq.:tot in hydriam sortes conicerentur,
Cic. Verr. 2, 2, 51, § 127:ponere in sitellam,
Liv. 41, 18, 8;and simply conicere,
Plaut. Cas. 2, 6, 34 sq.; Cic. Lig. 7, 21:deicere,
Caes. B. C. 1, 6 fin.; Verg. A. 5, 490; cf.:cum dejecta in id sors esset,
lots were cast for it, Liv. 21, 42:miscere,
Cic. Div. 2, 41, 86:ducere,
id. ib. 2, 41, 86; id. Verr. 2, 4, 64, § 143:cum de consularibus mea prima sors exisset,
id. Att. 1, 19, 3:ut cujusque sors exciderat,
Liv. 21, 42, 3:sortem in sitellam latam,
id. 41, 18, 8 Weissenb.:et Caere sortes extenuatas (creditum est), as an omen of ill,
id. 21, 62, 5 and 8:sortes suā sponte adtenuatas,
id. 22, 1, 11.—Of chances or tickets in a lottery, Suet. Aug. 75 fin.; Lampr. Heliog. 21 fin. —Transf.A.Abstr., a casting or drawing of lots, decision by lot, lot:B.quaestor quem sors dedit,
Cic. Q. Fr. 1, 1, 3, § 11:res revocatur ad sortem,
id. Verr. 2, 2, 51, § 127:sorti sum victus,
Plaut. Cas. 2, 7, 5:ei sorte provincia Sicilia obvenit,
Cic. Verr. 2, 2, 6, § 17; cf.:cui Sicilia provincia sorte evenisset,
Liv. 29, 20;for which: cui ea provincia sorti evenit,
id. 4, 37, 6:Q. Caecilio sorte evenit, ut in Bruttiis adversum Hannibalem bellum gereret,
id. 28, 45, 11:sorte ductus,
Cic. Rep. 1, 34, 51; Sall. Fragm. ap. Serv. Verg. A. 2, 201:sorte ducti e primoribus civitatis unus et viginti,
Tac. A. 1, 54; 13, 29: sorte in provinciam proficisci, S. C. ap. Cic. Fam. 8, 8, 8:sorte agros legionibus assignare, Brut. ib., 11, 20, 3 et saep.: de se ter sortibus consultum dicebat,
Caes. B. G. 1, 53 fin.:jubet extra sortem Theomnastum renuntiari,
Cic. Verr. 2, 2, 51, § 127:extra sortem agrum Campanum dividere,
Suet. Caes. 20. —A lot, share, the duty assigned by lot, esp. of the prætors, who divided by lot the duties of their office:C.praetores, Q. Fulvius Flaccus urbanam, M. Valerius Laevinus peregrinam sortem in juris dictione habuit,
Liv. 23, 30, 18; 22, 35, 5; cf.:urbana, peregrina (sc. sors),
id. 27, 36, 10; 28, 10, 9 al.:urbana et peregrina (provinciae), quae duorum ante sors fuerat,
id. 25, 3, 2; 24, 44, 2; [p. 1733] cf. id. 35, 41, 6:comitia suae sortis esse,
i.e. had by lot been assigned to him, id. 35, 6, 2;hence, numquam ex urbe afuit nisi sorte,
i.e. on official duty, Cic. Planc. 27, 67.—In gen., an oracular response (which was often written on a little tablet or lot), a prophecy (cf. responsum):2.cum (Spartiatae) oraculum ab Jove Dodonaeo petivissent legatique illud, in quo inerant sortes, collocavissent: simia et sortis ipsas et cetera quae erant ad sortem parata, disturbavit,
Cic. Div. 1, 34, 76:ut interpres egeat interprete et sors ipsa ad sortis referenda sit,
id. ib. 2, 56, 115:Italiam Lyciae jussere capessere sortes,
i.e. the oracles of the Lycian Apollo, Verg. A. 4, 346; 4, 377; so,Phoebeae,
Ov. M. 3, 130:faticinae,
id. ib. 15, 436:sacrae,
id. ib. 1, 368;11, 412: edita oraculo,
Curt. 3, 1, 16; 5, 4, 11; 6, 9, 18; Val. Max. 1, 6, 3:neque responsa sortium ulli alii committere ausus,
Liv. 1, 56: conjecturam postulat, ut se edoceret, Quo sese vertant tantae sortes somniūm, Enn. ap. Cic. Div. 1, 21, 42 (Trag. v. 64 Vahl.).—In partic., oracular sayings, verses, or sentences at the opening of a book, selected for the purpose:D.sortes Vergilii or Vergilianae,
Lampr. Alex. Sev. 14, 5; Spart. Had. 2, 8:sacrae,
Tib. 1, 3, 11:sanctorum,
Isid. Orig. 8, 9, 28:sortes tollere,
Tib. 1. 1.:ducere,
Juv. 6, 583:de paginis poëtae cujusdam sortem consulere,
Aug. Conf. 4, 3:de paginis evangelicis sortes legere,
id. Ep. 119.—In gen., like the Engl. lot, for fate, destiny, chance, fortune, condition, share, part (esp. freq. after the Aug. per.; cf.2.fors, casus, fortuna): nescia mens hominum fati sortisque futurae,
Verg. A. 10, 501:ferrea sors vitae,
Ov. Tr. 5, 3, 28:vires ultra sortemque senectae,
Verg. A. 6, 114:iniqua,
id. ib. 6, 332; Liv. 38, 23:qui fit, ut nemo, quam sibi sortem Seu ratio dederit seu fors objecerit, illa Contentus vivat,
Hor. S. 1, 1, 1:sperat infestis, metuit secundis Alteram sortem,
id. C. 2, 10, 14:sors mea fuit irrequieta,
Ov. M. 2, 386:sors querenda, Non celanda foret,
id. ib. 3, 551:aliena,
Liv. 21, 43, 2:sunt quibus ad portas cecidit custodia sorti,
to whose lot, Verg. G. 4, 165; Sil. 7, 368:homines ultimae sortis,
Suet. Aug. 19; cf.: non tuae sortis juvenem, of your rank or condition, Hor. C. 4, 11, 22:sors tua mortalis,
Ov. M. 2, 56:nec cedit nisi sorte mihi,
id. ib. 5, 529:dilectos inter sors prima sodales,
id. Tr. 4, 5, 1:huic sortem concede priorem,
id. A. A. 1, 581:quattuor ille quidem juvenes totidemque crearat Femineae sortis,
i. e. of the female sex, id. M. 6, 680; so,feminea,
id. ib. 13, 651:altera,
id. ib. 9, 676; cf. id. ib. 3, 329:Saturni sors ego prima fui,
i. e. the first child, id. F. 6, 30:suae sortis oblitus,
Curt. 3, 2, 11:ultima,
id. 9, 2, 6:nec pars nec sors in sermone isto,
Vulg. Act. 8, 21.—With gen.:cujus mali sors incidit Remis,
Hirt. B. G. 8, 12, 3:incommodi,
id. ib. 8, 1 fin.:nobis quoniam prima animi ingenique negata sors est, secundam ac mediam teneamus,
Liv. 22, 29, 9:puer post avi mortem in nullam sortem bonorum natus (opp. omnium heredi bonorum),
to no share of the property, id. 1, 34, 3:praedae mala sors,
Ov. M. 13, 485:utrius vitae sortem legant,
Just. 1, 6, 6:servitutis,
id. 6, 5, 1.—In partic., in mercant. lang. (prop. fortune, money; hence), capital bearing interest, principal:E.et sors et fenus,
Plaut. Most. 3, 1, 122; 5, 2, 38; 3, 1, 34; 3, 1, 64; 3, 1, 70; 3, 1, 84; Ter. Ad. 2, 2, 35; Cic. Att. 6, 1, 3; Liv. 6, 14; 6, 15; Plin. praef. § 23; Mart. 5, 42, 3; Dig. 33, 2, 24; Inscr. Orell. 4405; cf. Varr. L. L. 6, § 65, and id. ib. 5, § 183 Müll.— -
46 sors
sors (old nom. sortis, T.), tis, abl. sorte or sortī, f [1 SER-], a lot: tot in hydriam sortes conicerentur: neque eorum sortes deiciuntur, Cs.: cum deiecta in id sors esset, lots were cast for it, L.: cum de consularibus mea prima sors exisset: et cuiusque sors exciderat, L.: sortes suā sponte adtenuatas, L.— A casting of lots, drawing, decision by lot, lot: quaestor quem sors dedit: cui Sicilia provincia sorti evenisset, L.: Q. Caecilio sorti evenit, ut gereret, etc., L.: de se ter sortibus consultum dicebat, Cs.: iubet extra sortem Theomnastum renuntiari.— An oracular response, prophecy: ut sors ipsa ad sortīs referenda sit: Lyciae sortes, the oracles of the Lycian Apollo, V.: Faticinae, O.: edita oraculo, Cu.: responsa sortium, L.—In business, a capital, principal: de sorte nunc venio in dubium miser? T.: sorte caret: mergentibus semper sortem usuris, L.—Fig., a lot, share, duty assigned by lot: urbana peregrina (in the division of official duties), L.: comitia suae sortis esse, i. e. had been allotted to him, L.: numquam ex urbe afuit nisi sorte, i. e. on official duty.—A lot, fate, destiny, chance, fortune, condition, share, part: futura, V.: Ferrea vitae, O.: iniqua, V.: iniquissima, L.: illā (sorte) Contentus, H.: inrequieta, O.: Sunt quibus ad portas cecidit custodia sorti, to whose lot, V.: Saturni sors ego prima fui, i. e. the first child, O.: suae sortis oblitus, Cu.: puer in nullam sortem bonorum natus, to no share of the property, L.: praedae mala sors, O.— A sort, kind, sex, class: Non tuae sortis iuvenem, rank, H.: altera, sex, O.: nova pugnae, V.* * *lot, fate; oracular response -
47 on
adj. aan--------adv. verder; vooruit; vooruitgaan--------prep. op; aan; over; langson1[ on] 〈zelfstandig naamwoord; the〉————————on2II 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉2 aan de gang ⇒ gaande, te doen3 op 〈 toneel〉♦voorbeelden:what's on tonight? • wat is er vanavond te doen?, welke film draait er vanavond?, wat is er op tv vanavond?5 oil on to \\td16 • olie stijgt tot \\td16¶ I'm on! • okay, ik doe meeyour plan is not on • je plan(netje) gaat niet doorthe wedding is on • het huwelijk gaat dooryou're on • daar houd ik je aan!————————on3〈bijwoord; vaak predicatief〉1 in werking ⇒ aan, in functie4 〈plaats- of richtingaanduidend; ook figuurlijk〉op ⇒ tegen, aan, toe♦voorbeelden:what's going on? • wat is er aan de hand?have you anything on tonight? • heb je plannen voor vanavond?leave the light on • het licht aan latenput a record on • zet een plaat opturn the lights on • steek het licht aanput on your new dress • trek je nieuwe jurk aan3 five years on • vijf jaar na dato/latercome on! • schiet op!get a move on! • maak voort!go on! • ga maar door, toe!all clocks go on an hour tomorrow • morgennacht gaan alle klokken een uur vooruitthe circus is moving on • het circus trekt verderpass the news on • zeg het voortsend on • doorsturen, nazendenspeak on • door blijven pratenthey travelled on • ze reisden verderwalk on • doorlopenlater on • laterand so on • enzovoortwell on into the night • diep in de nachtwell on in years • op gevorderde leeftijd(talk) on and on • alsmaar door/zonder onderbreking (praten)on! • vooruit!from that moment on • vanaf dat ogenblikthey collided head on • ze botsten frontaalshe looked on • ze keek toe¶ on and off • af en toe, (zo) nu en dan————————on41 〈plaats of richting; ook figuurlijk〉op ⇒ in, aan, bovenop5 over ⇒ met betrekking tot, aangaande, betreffende6 ten koste van ⇒ op kosten van, in het nadeel van♦voorbeelden:the sun revolves on its axis • de zon draait om haar aslive on bread and water • leven van water en broodride on a bus • met de bus gaanstand on the chair • op de stoel staanstay on course • koers houdena stain on her dress • een vlek op haar jurkthey marched on the enemy • ze marcheerden op de vijand affate smiled on Jill • het lot was Jill gunstig gezindshe hurt herself on the ledge • zij bezeerde zich aan de randpay off a sum on the loan • een som op de lening afbetalentravel on a plane • met het vliegtuig reizenwar on poverty • oorlog tegen de armoedeannounced on the radio • op de radio aangekondigdon the right road • op de juiste wega shop on the main street • een winkel in de hoofdstraatencounter trial upon trial • de ene beproeving na de andere doorstaanget on the train • instappenhang on the wall • aan de muur hangenI had no money on me • ik had geen geld op zaklean on a friend • steunen op een vriendon your right • aan de rechterkanta house on the river • een huis bij de rivierwinter is upon us • de winter staat voor de deurjust on sixty people • amper zestig mensenarrive on the hour • op het hele uur aankomenpay on receipt of the goods • betaal bij ontvangst van de goederenon the stroke of midnight • klokslag middernachtcome on Tuesday • kom dinsdagon opening the door • bij het openen van de deuron reading the letter she fainted • (net) toen ze de brief gelezen had, viel ze flauwbe on duty • dienst hebbenbe on fire • in brand staanon holiday • met vakantieon sick leave • met ziekteverlofbeer on tap • bier uit het vaton trial • op proefhave a monopoly on shoes • een monopolie hebben van schoenenagree on a solution • tot een akkoord komen over een oplossingthe joke was on Mary • de grap was ten koste van Maryhis work has nothing on Mary's • zijn werk haalt het niet bij dat van Maryshe has a year on her opponents in age • ze is een jaar ouder dan haar tegenkandidatenthe glass fell and broke on me • tot mijn ergernis viel het glas en brakthis round is on me • dit rondje is voor mij→ be on be on/ -
48 over
over1♦voorbeelden:dat is over • that is done with/finishedover was de pret • the party was overII 〈 bijwoord〉1 [van de ene plaats naar de andere] across, over2 [resterend] left, over3 [boven de maat] spare♦voorbeelden:〈 verkeer〉 klaar, over! • cross now!met het vliegtuig ben je in een paar uur over • you get across in a few hours by (aero)planemorgen gaan we over • we are moving tomorrowdeze leerling is over • this pupil has moved upmen liep over en weer • there was a lot of toing and froingzij zijn over uit Canada • they are over from Canadaelkaar maar over en weer verwijten maken • do nothing but pass the blame (onto one another)als er genoeg tijd over is • if there is enough time lefthet is over van gisteren • that is left over from yesterday〈 communicatiemedia〉 over! • over (to you)!3 redenen te over • plenty of/abundant reasons————————over2〈 voorzetsel〉1 [boven] over, above2 [op, langs, aan de andere kant van] across, over3 [met betrekking tot het bedekken van een oppervlak] over, across4 [wat betreft] about5 [via] by way of, via6 [gedurende] over7 [wegens] about9 [na verloop van] after, in10 [meer/verder dan] over, past♦voorbeelden:2 hij werkt over de grens • he works across/over the borderover de heuvels • over/beyond the hillseen koude rilling liep over haar rug • a cold shiver ran down her spinemet de benen over elkaar (geslagen) • with legs crossedwerk verdelen over de mensen • share out work among the peopledwars over het pad • right across the patheen kleed over de tafel leggen • put a cloth over/on the tableover de hele wereld • all over the worldzij heeft iets innemends over zich • she has got something charming about herde winst over het vierde kwartaal • the profit over the fourth quarterover deze zaak heb ik niets te zeggen • on this matter I have nothing to sayzijn gedachten over iets laten gaan • turn something over in one's mindzij communiceren over de mobilofoon • they communicate by mobile telephonezij reed over Nijmegen naar Zwolle • she drove to Zwolle via Nijmegenover de post • by posteen brug over de rivier • a bridge over/across the riverover een periode van … • over a period of …verheugd over • delighted at/withvallen over iets/iemand • 〈 figuurlijk〉 take exception to something/someone9 over een dag of tien/twee minuten • in about ten days(' time)/in two minutes(' time)zaterdag over een week • a week on/from Saturdaytot over zijn oren in de problemen zitten • be up to one's neck in troublehij is over de twee meter (lang) • he is over two metres (tall)het is over vieren • it is past fourhet is kwart over vijf • it is a quarter past fiveeen man van over de zeventig (jaar oud) • a man of over seventy (years old)het is vijf over half zes • it is twenty-five to six -
49 partij
2 [politiek] party3 [met betrekking tot personen die een overeenkomst aangaan] (contracting) party4 [onbepaalde hoeveelheid] set ⇒ bunch, 〈 met betrekking tot goederen〉 batch, 〈 met betrekking tot goederen〉 lot, 〈 zending〉 consignment, 〈 zending〉 shipment5 [muziek] part6 [spel] game7 [feest] party8 [huwelijkspartner] match♦voorbeelden:de strijdende partijen • the warring partiesbeide partijen horen • hear both sidespartij kiezen • take sidesook partij kiezen voor/tegen iemand • side with/against someonegeen partij kiezen • not take sides〈 ook figuurlijk〉 partij zijn in een conflict • be involved in/be party to a conflictboven de partijen staan • be impartial3 de partijen komen overeen dat … • the (contracting) parties agree that …in grote partijen aankopen • purchase in bulk5 zijn partij(tje) meeblazen • 〈 zijn aandeel bijdragen〉 pull one's weight, do one's share/bit; 〈 zijn mannetje staan〉 stand up for oneself7 een partijtje geven • give/throw a party¶ goed/slecht partij geven • give a good/poor account of oneselfvan de partij zijn • join in (with something) -
50 staan
1 [met betrekking tot personen, dieren] stand2 [op steunpunten rusten] stand3 [in een toestand, hoedanigheid zijn] stand ⇒ be4 [passen, kleden] look6 [weldra zullen] be ready/about to7 [gericht zijn] be8 [bij voortduring met iets bezig zijn] stand ⇒ be9 [geëist worden] carry10 [stilstaan] stand still12 [functie, standplaats hebben] be (employed)13 [eisen] insist ((up)on)♦voorbeelden:1 ga er maar aan staan! • (you) just go ahead and try!; 〈 dat is niet eenvoudig〉 that's no easy mattergaan staan • stand upachter/naast elkaar gaan staan • 〈 ook〉 queue/line upergens onverwacht voor komen te staan • come up against something unexpectedlyiemand terzijde staan • help/support someonekom bij me staan! • come stand beside me〈 figuurlijk〉 waar sta jij in deze zaak? • where do you stand in this?op zijn remmen staan • slam on the brakesdie gebeurtenis staat geheel op zichzelf • that is an isolated incident〈 figuurlijk〉 voor een probleem staan • be faced with/face a problemhiermee staat of valt de zaak • this will make or break the business3 hoe staat de barometer? • what does the barometer say/read?hoe staat het pond? • how high is the pound?zó staat die zaak • that's how the matter standshoe staan de zaken? • how are things?alleen staan • be alonebekend staan als • be known ashoe staat het ermee? • how's it going?, how are things?er goed bij staan • be doing weller goed voor staan • look goodhiertegenover staat echter dat … • on the other hand, however, …zij staan sterk • they are in a strong positionzijn ogen staan wazig • he has a hazy look in his eyesboven iemand staan • be above someonebuiten iets staan • not be involved in somethingin zijn twee staan • be in second (gear)in de grondverf staan • have an undercoat onin de schuld staan • be in debthoe staat het met de gezondheid? • how is your health?onder iemand staan • be under someonede verwarming staat op 18° • the heating is at 18 degreesde snelheidsmeter stond op 80 • the speedometer showed 80ergens ambivalent tegenover staan • be ambivalent about somethingergens positief tegenover staan • think something is a good thing7 staat tot 14 als 8 staat tot 16 • 7 is to 14 as 8 is to 16zij staat derde in het algemeen klassement • she is third in the overall rankingwie staat er nummer één? • who is number one?zoals de zaken nu staan • as things now standdie kleur staat er niet bij • that colour clashesdat kapsel staat u goed • that hairstyle suits youdie jas staat netjes • that jacket looks smarter staat geschreven • it is written, it says in the Bibleer staat niet bij wanneer • it doesn't say whenhet staat niet in Van Dale/in de krant • it's not in Van Dale/the paperwat staat er in de krant over Thatcher? • what does it say in the paper about Thatcher?het staat in de wet • the law says soin de tekst staat daar niets over • the text doesn't say anything about iter stond een waarschuwing op • there was a warning on itwat staat er op het programma? • what's on the programme?i.e. staat voor id est • i.e. stands for id ester staat nog 100 pond (schuld) • there is still £100 outstanding8 verlegen/raar staan (te) kijken • feel embarrassed/strangeergens van staan (te) kijken • be flabbergastedze staat al een uur te wachten • she has been waiting (for) an hourkoud staan (te) worden • be getting colder staat een hoge beloning op zijn hoofd • there's/he's got a high price on his headde vijand tot staan brengen • stop the enemysta of ik schiet! • stop or I'll shoot11 laat maar staan • just leave it (alone/there)laat staan dat … • not to mention (that) …hij kon nauwelijks spreken, laat staan zingen • he could barely speak, let alone singzijn eten laten staan • leave one's foodzijn baard laten staan • grow a beardhij liet nog wat op zijn rekening staan • he left some money in his accounter staat nog wat van gisteren • there is some left over from yesterdayhij staat op goede manieren • he insists upon good mannerser staat ons heel wat te doen • there is a whole lot (waiting) to be doneer staat hem wat te wachten • there is something in store for him -
51 willen
2 [lukken] will♦voorbeelden:ik wil wel een pilsje • I could do with/I wouldn't mind a beerwil je wat pinda's? • would you like some peanuts?het toeval/lot wilde dat … • as it happened …, fate decreed that …vader wil wel eens wat • dad wants a bit of fun now and thenik wil er best voor betalen • I don't mind paying for ithij wil je geen kwaad doen • he doesn't mean you any harmik wil er graag heen gaan • I should really/very much like to go, I really/very much want to gowaar wil zij al dat geld vandaan halen? • where is she planning to get all the money from?ik wil het niet hebben • 〈 verbod〉 I won't have/allow itje hebt niks te willen • beggars can't be choosers, you're in no position to make demandsniet willen luisteren • stop one's ears, refuse to listenik wil niets meer met hem te maken hebben • I've done with him, I want nothing more to do with himhet was erger dan ze wilde toegeven • it was worse than she cared to admitik wil wel toegeven dat … • I'm willing to admit that …wou je me vertellen dat …? • do you mean to tell me/to say that …?wat wou je me vertellen? • what were you going to tell me?ik wou net vertrekken toen … • I was just about/going to leave when …zij willen liever weggaan • they prefer to/would rather leavehij wil absoluut dokter worden • he is (dead) set on being a doctordat had ik best eens willen zien! • I wouldn't have minded seeing it!dat wil ik nog wel eens willen zien! • 〈 letterlijk〉 I'd like to see that!; 〈 ironisch〉 that'll be the day!iets niet willen zien/horen/weten • shut one's eyes/ears/mind to something, not want to knowwaar wil hij heen? • 〈 figuurlijk〉 what's he driving at?ja, wat wil je? • what else can you expect?wat wil je nog meer? • what more do you want?wie wil er nog? • who would like some more?je hebt het zelf gewild • you've only yourself to blame, you asked for ithoe wilt u uw ei? • 〈 ook〉 how do you like your egg?niks liever willen • ask for nothing betterals zij gewild had … • if she had chosen …wilt u dat ik het raam openzet? • shall I open the window (for you)?ik wou dat ik een fiets had • I wish I had a bikedoe het zoals je wilt • do it (just) as/anyway you like(net) zoals je wilt • (just) as you pleaseof je wilt of niet • whether you want to or notwe moesten wel glimlachen, of we wilden of niet • we could not help but smile/help smilingik wil wel • I don't mind, I'm willing/gamedat zou je wel willen! • wouldn't you just (like it)!〈 spreekwoord〉 wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet • do as you would be done by2 dat ding wil niet • the thing won't/refuses to gode motor wil niet starten • the engine won't startdat wil er bij mij niet in • I don't accept/believe thatals het een beetje wil … • with (a bit of) luck …3 zij wil ons gezien hebben • she claims she has seen us/claims to have seen uszijn laatste roman wil een manifest zijn tegen het feminisme • his latest novel is intended as an anti-feminist manifesto¶ men wil er niet aan • people are not buying (it), nobody's interestedII 〈hulpwerkwoord; van modaliteit〉1 [zullen] shall, should, will2 [met betrekking tot een gebod, verzoek] will, would3 [met betrekking tot een mogelijkheid, waarschijnlijkheid] 〈zie voorbeelden 3〉♦voorbeelden:2 wil je me de melk even (aan)geven? • could/would you pass me the milk please?wil je me even helpen? • would you mind helping me?wil jij je mond wel eens houden? • will/would you kindly shut up?zou je 's willen opbellen? • would you mind ringing?zou u zo goed willen zijn onmiddellijk te vertrekken? • would you be so kind as to leave immediately?het moet al erg meevallen, wil zij die baan krijgen • she'll be very lucky to get that jobhij wil 's avonds nog wel eens thuis zijn • he's quite likely to be in of an evening -
52 Mann
m; -(e)s, Männer1. man (Pl. men); Mann für Mann one after the other; ein Gespräch von Mann zu Mann oder unter Männern a man-to-man talk; ein Kampf Mann gegen Mann a man-to-man ( oder hand-to-hand) fight; wie ein Mann (geschlossen) as one; sprechen etc.: with one voice; bis auf den letzten Mann to a man; es wie ein Mann ertragen take it like a man; der dritte Mann Skat: the third player; da sind wir an den rechten Mann gekommen he’s the (right) man for us; Sie sind unser Mann! you’re our man, you’re the man for us; er ist ein Mann der Tat he’s a man of action; ein Mann der Feder geh. a man of letters; ein Mann von Welt a man of the world; ein Mann von Wort a man of his word; 10 Euro pro Mann umg. 10 euros each ( oder per head); Bord1, lieb I 4, selbst I 1, schwarz I 2, stark I 1, tot 1 etc.2. Pl. Mann; bes. NAUT. UND nach Zahlen: alle Mann an Deck! NAUT. all hands on deck; mit Mann und Maus untergehen NAUT. go down with all hands; die Maschine hat fünf Mann Besatzung the aircraft has a crew of five; alle Mann hoch umg. the whole lot of us ( oder them); wir waren drei Mann hoch umg. there were three of us; alle Mann mitmachen! come on, everyone!; wir brauchen drei Mann we need three men ( oder people)3. (Ehemann) husband; als oder wie Mann und Frau leben live as husband and wife; Mann und Frau werden geh. become husband and wife; an den Mann bringen umg., hum. (Tochter) marry off, find a husband for4. SPORT (Spieler) player, man; freier Mann Fußball: free man; den freien Mann anspielen / suchen pass to / look for the player in space; Mann decken Ballspiele: mark (Am. guard) man-to-man; an / in den Mann gehen bes. Fußball: go in hard5. fig., in Wendungen: der Mann auf der Straße the man in the street, the ordinary man; Manns genug sein für etw. be man enough for ( oder to do) s.th.; an den Mann bringen (Ware) find a buyer for; umg. (Witz etc.) find an audience for; (Meinung) get across; seinen Mann stehen (sich behaupten) hold one’s own, stand one’s ground; (ganze Arbeit leisten) do a fine job; seinen Mann gefunden haben have found one’s match; ein Mann, ein Wort a promise is a promise; einen kleinen Mann im Ohr haben umg. be off one’s rocker; Mann Gottes! umg. for God’s sake!; Mann! umg. wow!; auch sich beschwerend: umg. hey!; oh Mann! umg., verblüfft, empört etc.: (oh) man!* * *der Mann(Ehemann) husband;(männliches Wesen) man; male* * *Mạnn [man]m -(e)s, -er['mɛnɐ]1) manein Überschuss an Männern — a surplus of males or men
ein Mann aus dem Volk(e) — a man of the people
der erste Mann sein (fig) — to be in charge
ein Mann der Feder/Wissenschaft — a man of letters/science
ein Mann des Todes — a dead man, a man marked for death
ein Mann von Wort — a man of his word
er ist unser Mann — he's the man for us, he's our man
er ist nicht der Mann dafür or danach — he's not the man for that
drei Mann hoch (inf) — three of them together
wie ein Mann — as a or one man
auf den Mann dressiert sein — to be trained to go for people
seinen Mann stehen — to hold one's own
einen kleinen Mann im Ohr haben (hum) — to be crazy (inf)
und ein Mann, ein Wort, er hats auch gemacht — and, as good as his word, he did it
Mann an Mann — close together, next to one another
ein Gespräch unter Männern or von Mann zu Mann — a man-to-man talk
See:2) (= Ehemann) husbandjdn an den Mann bringen (inf) — to marry sb off (inf), to find sb a husband
3) pl Leute (= Besatzungsmitglied) hand, manmit Mann und Maus untergehen — to go down with all hands; (Passagierschiff) to go down with no survivors
See:→ Bord4) pl Leute (=Teilnehmer SPORT, CARDS) player, manauf den Mann spielen — to play the ball at one's opponent; (beim Zuspielen)
den dritten Mann spielen (Cards) — to play or take the third hand
5) (inf als Interjektion) (my) God (inf); (auffordernd, bewundernd, erstaunt) (my) God (inf), hey, (hey) man (inf)Mann, das kannst du doch nicht machen! — hey, you can't do that!
Mann, oh Mann! — oh boy! (inf)
* * *der1) (a very strong, powerful man.) he-man2) (an adult male human being: Hundreds of men, women and children; a four-man team.) man3) (obviously masculine male person: He's independent, tough, strong, brave - a real man!) man* * *<-[e]s, Männer o Leute>[ˈman, pl ˈmɛnɐ]m1. (erwachsener männlicher Mensch) manein feiner \Mann a [perfect] gentlemanein \Mann von Format/Welt a man of high calibre [or AM -er]/of the worldein ganzer \Mann a real [or every inch a] manjunger \Mann! young man!der \Mann jds Lebens sein to be sb's ideal manein \Mann schneller Entschlüsse/der Tat/weniger Worte a man of quick decisions/of action/of few wordsein \Mann aus dem Volk[e] a man of the [common] peopleein \Mann von Wort (geh) a man of his word2. (Ehemann)eine Frau an den \Mann bringen (fam) to marry off a woman sep fam or a. pej, to find a woman a husbandjds zukünftiger \Mann sb's future husbandjdn zum \Mann haben to be sb's wife3. (Person) manein \Mann vom Fach an expert\Mann für \Mann every single one\Mann gegen \Mann man against man[genau] jds \Mann sein to be [just] sb's mander richtige \Mann am richtigen Ort the right man for the jobein \Mann der Praxis a practised [or AM -iced] [or an old] handpro \Mann per headwie ein \Mann as one man4. NAUT man, handalle \Mann an Bord! all aboard!alle \Mann an Deck! all hands on deck!alle \Mann an die Taue! all hands heave to!\Mann über Bord! man overboard!mit \Mann und Maus untergehen (fam) to go down with all hands5. KARTEN, SPORT playerauf den \Mannspielen to play the ball at one's opponent\Mann Gottes! God [Almighty]!o \Mann! oh hell! fam7.seine Witze an den \Mann bringen to find an audience for one's jokes▶ \Manns genug sein, etw zu tun to be man enough to do sth▶ der kleine \Mann (fam: einfacher Bürger) the common [or ordinary] man, Joe Bloggs BRIT, John Doe AM; (sl: Penis) Johnson sl, BRIT a. John Thomas sl▶ einen kleinen \Mann im Ohr haben (hum fam) to have bats in one's belfry dated fam, to be crazy fam▶ der \Mann im Mond the man in the moon▶ selbst ist der \Mann! there's nothing like doing things [or it] yourself▶ seinen/ihren \Mann stehen to hold one's own* * *der; Mann[e]s, Männer; s. auch Mannen1) manein Mann, ein Wort — a man's word is his bond
der geeignete od. richtige Mann sein — be the right man
der böse od. schwarze Mann — the bogy man
auf den Mann dressiert sein — < dog> be trained to attack people
[mein lieber] Mann! — (ugs.) (überrascht, bewundernd) my goodness!; (verärgert) for goodness sake!
du hast wohl einen kleinen Mann im Ohr — (salopp) you must be out of your tiny mind (sl.)
etwas an den Mann bringen — (ugs.): (verkaufen) flog something (Brit. sl.); push something (Amer.); find a taker/takers for something
Kämpfe od. der Kampf Mann gegen Mann — hand-to-hand fighting
von Mann zu Mann — [from] man to man
2) (Besatzungsmitglied) manmit 1 000 Mann Besatzung — with a crew of 1,000 [men]
alle Mann an Deck! — (Seemannsspr.) all hands on deck!
Mann über Bord! — (Seemannsspr.) man overboard!
3) (Teilnehmer)uns fehlt der dritte/vierte Mann zum Skatspielen — we need a third/fourth person or player for a game of skat
4) (Ehemann) husband* * *1. man (pl men);Mann für Mann one after the other;unter Männern a man-to-man talk;bis auf den letzten Mann to a man;es wie ein Mann ertragen take it like a man;der dritte Mann Skat: the third player;da sind wir an den rechten Mann gekommen he’s the (right) man for us;Sie sind unser Mann! you’re our man, you’re the man for us;er ist ein Mann der Tat he’s a man of action;ein Mann der Feder geh a man of letters;ein Mann von Welt a man of the world;ein Mann von Wort a man of his word;10 Euro pro Mann umg 10 euros each ( oder per head); → Bord1, lieb A 4, selbst A 1, schwarz A 2, stark A 1, tot 1 etcalle Mann an Deck! SCHIFF all hands on deck;mit Mann und Maus untergehen SCHIFF go down with all hands;die Maschine hat fünf Mann Besatzung the aircraft has a crew of five;wir waren drei Mann hoch umg there were three of us;alle Mann mitmachen! come on, everyone!;wir brauchen drei Mann we need three men ( oder people)3. (Ehemann) husband;wie Mann und Frau leben live as husband and wife;Mann und Frau werden geh become husband and wife;an den Mann bringen umg, hum (Tochter) marry off, find a husband forfreier Mann Fußball: free man;den freien Mann anspielen/suchen pass to/look for the player in space;an/in den Mann gehen besonders Fußball: go in hardder Mann auf der Straße the man in the street, the ordinary man;Manns genug sein für etwas be man enough for ( oder to do) sth;an den Mann bringen (Ware) find a buyer for; umg (Witz etc) find an audience for; (Meinung) get across;seinen Mann stehen (sich behaupten) hold one’s own, stand one’s ground; (ganze Arbeit leisten) do a fine job;seinen Mann gefunden haben have found one’s match;ein Mann, ein Wort a promise is a promise;Mann Gottes! umg for God’s sake!;oh Mann! umg, verblüfft, empört etc: (oh) man!* * *der; Mann[e]s, Männer; s. auch Mannen1) manein Mann, ein Wort — a man's word is his bond
der geeignete od. richtige Mann sein — be the right man
der böse od. schwarze Mann — the bogy man
auf den Mann dressiert sein — < dog> be trained to attack people
[mein lieber] Mann! — (ugs.) (überrascht, bewundernd) my goodness!; (verärgert) for goodness sake!
du hast wohl einen kleinen Mann im Ohr — (salopp) you must be out of your tiny mind (sl.)
etwas an den Mann bringen — (ugs.): (verkaufen) flog something (Brit. sl.); push something (Amer.); find a taker/takers for something
Kämpfe od. der Kampf Mann gegen Mann — hand-to-hand fighting
von Mann zu Mann — [from] man to man
2) (Besatzungsmitglied) manmit 1 000 Mann Besatzung — with a crew of 1,000 [men]
alle Mann an Deck! — (Seemannsspr.) all hands on deck!
Mann über Bord! — (Seemannsspr.) man overboard!
3) (Teilnehmer)uns fehlt der dritte/vierte Mann zum Skatspielen — we need a third/fourth person or player for a game of skat
4) (Ehemann) husband* * *¨-- m.husband n.man n.(§ pl.: men) -
53 leave
I noun, no pl.grant or give somebody leave to do something — jemandem gestatten, etwas zu tun
get leave from somebody to do something — von jemandem die Erlaubnis bekommen, etwas zu tun
by leave of somebody — mit jemandes Genehmigung
by your leave — (formal) mit Ihrer Erlaubnis
leave [of absence] — Beurlaubung, die; Urlaub, der (auch Mil.)
go on leave — in Urlaub gehen
be on leave — Urlaub haben; in Urlaub sein
3)take one's leave — (say farewell) sich verabschieden; Abschied nehmen (geh.)
II transitive verb,he must have taken leave of his senses — er muss von Sinnen sein
1) (make or let remain, lit. or fig.) hinterlassenhe left a message with me for Mary — er hat bei mir eine Nachricht für Mary hinterlassen
leave somebody to do something — es jemandem überlassen, etwas zu tun
6 from 10 leaves 4 — 10 weniger 6 ist 4; (in will)
leave somebody something, leave something to somebody — jemandem etwas hinterlassen
2) (by mistake) vergessen3)be left with — nicht loswerden [Gefühl, Verdacht]; übrig behalten [Geld]; zurückbleiben mit [Schulden, Kind]
I was left with the job of clearing up — es blieb mir überlassen, aufzuräumen
4) (refrain from doing, using, etc., let remain undisturbed) stehen lassen [Abwasch, Essen]; sich (Dat.) entgehen lassen [Gelegenheit]5) (let remain in given state) lassenleave the door open/the light on — die Tür offen lassen/das Licht anlassen
leave the book lying on the table — das Buch auf dem Tisch liegen lassen
leave somebody in the dark — (fig.) jemanden im dunkeln lassen
leave one's clothes all over the room — seine Kleider im ganzen Zimmer herumliegen lassen
leave somebody alone — (allow to be alone) jemanden allein lassen; (stop bothering) jemanden in Ruhe lassen
leave it at that — (coll.) es dabei bewenden lassen
leave something to somebody/something — etwas jemandem/einer Sache überlassen
I leave the matter entirely in your hands — ich lege diese Angelegenheit ganz in Ihre Hand/Hände
leave it to me — lass mich nur machen
7) (go away from) verlassenleave home at 6 a.m. — um 6 Uhr früh von zu Hause weggehen/-fahren
the plane leaves Bonn at 6 p.m. — das Flugzeug fliegt um 18 Uhr von Bonn ab
leave Bonn at 6 p.m. — (by car, in train) um 18 Uhr von Bonn abfahren; (by plane) um 18 Uhr in Bonn abfliegen
leave the road — (crash) von der Fahrbahn abkommen
leave the rails or tracks — entgleisen
the train leaves the station — der Zug rollt aus dem Bahnhof
I left her at the bus stop — (parted from) an der Bushaltestelle haben wir uns getrennt; (set down) ich habe sie an der Bushaltestelle abgesetzt
leave the table — vom Tisch aufstehen; abs.
the train leaves at 8.30 a.m. — der Zug fährt od. geht um 8.30 Uhr
leave for Paris — nach Paris fahren/fliegen
it is time to leave — wir müssen gehen od. aufbrechen
leave on the 8 a.m. train/flight — mit dem Acht-Uhr-Zug fahren/der Acht-Uhr-Maschine fliegen
8) (quit permanently) verlassenleave school — die Schule verlassen; (prematurely) von der Schule abgehen
9) (desert) verlassenleave somebody for another man/woman — jemanden wegen eines anderen Mannes/einer anderen Frau verlassen
he was left for dead — man ließ ihn zurück, weil man ihn für tot hielt
Phrasal Verbs:- academic.ru/42249/leave_aside">leave aside* * *I [li:v] past tense, past participle - left; verb1) (to go away or depart from, often without intending to return: He left the room for a moment; They left at about six o'clock; I have left that job.) verlassen, aufgeben2) (to go without taking: She left her gloves in the car; He left his children behind when he went to France.) zurücklassen3) (to allow to remain in a particular state or condition: She left the job half-finished.) lassen4) (to let (a person or a thing) do something without being helped or attended to: I'll leave the meat to cook for a while.) lassen5) (to allow to remain for someone to do, make etc: Leave that job to the experts!) überlassen6) (to make a gift of in one's will: She left all her property to her son.) hinterlassen•- leave alone- leave out
- left over II [li:v] noun1) (permission to do something, eg to be absent: Have I your leave to go?) die Erlaubnis2) ((especially of soldiers, sailors etc) a holiday: He is home on leave at the moment.) der Urlaub•- take one's leave of- take one's leave* * *[li:v]to take [one's] \leave [of sb] sich akk [von jdm] verabschiedento ask sb's \leave jdn um Erlaubnis bittento get/have sb's \leave [to do sth] jds Erlaubnis bekommen/haben[, etw zu tun]▪ with/without sb's \leave mit/ohne jds Erlaubnisabsence without \leave unerlaubtes Fernbleibenwithout so much as a by your \leave ( iron) ohne auch nur im Mindesten um Erlaubnis zu fragenannual \leave Jahresurlaub mto be/go on \leave in Urlaub sein/gehento be on \leave for sth für etw akk beurlaubt seinto get \leave to do sth freibekommen, um etw zu tun5.have you taken \leave of your senses? that's a very dangerous animal! bist du noch bei Trost? das ist ein sehr gefährliches Tier! famII. vt<left, left>the train \leaves the station in five minutes der Zug fährt in fünf Minuten vom Bahnhof abhe left them and came over to speak with us er ließ sie stehen und kam herüber, um mit uns zu sprechento \leave home von zu Hause weggehen [o fortgehen]to \leave one's husband/wife seinen Ehemann/seine Ehefrau verlassento \leave a job eine Stelle aufgebento \leave school/university die Schule/Universität beendento \leave work aufhören zu arbeiten3. (not take away with)▪ to \leave sth etw zurücklassenI'll \leave my winter coat — I won't need it ich lasse meinen Wintermantel da — ich werde ihn nicht brauchento \leave a message/note [for sb] [jdm] eine Nachricht/ein paar Zeilen hinterlassen▪ to \leave sb/sth with sb jdn/etw bei jdm lassen4. (forget to take)▪ to \leave sth etw vergessento \leave footprints/stains Fußabdrücke/Flecken hinterlassenthe incident left a feeling of resentment der Vorfall hinterließ einen unangenehmen Nachgeschmack6. (cause to remain)▪ to \leave sth etw übrig lassenfive from twelve \leaves seven zwölf weniger fünf macht sieben▪ to \leave sb sth [or to \leave sth for sb] jdm etw übrig lassenif you take two, then that \leaves me three wenn du zwei nimmst, bleiben drei für mich übrigwe were left with five pieces that we couldn't fit into the jigsaw uns blieben am Ende fünf Teile übrig, die wir nicht in das Puzzle einfügen konnten7. (cause to remain in a certain state)to \leave sb/an animal alone jdn/ein Tier alleine lassento \leave sb better/worse off jdn in einer besseren/schlechteren Situation zurücklassento be left homeless obdachlos seinto \leave sth on/open etw eingeschaltet/offen lassen▪ to \leave sb/sth doing sth:I left the children watching television ich ließ die Kinder vor dem Fernseher zurückhe left the engine running er ließ den Motor laufen8. (not change)▪ to \leave sth etw lassen\leave that, I'll take care of it later lass das, ich kümmere mich später darum9. (not eat)▪ to \leave sth etw übrig lassen10. (bequeath)▪ to \leave sth etw hinterlassento \leave sb sth in one's will jdm etw testamentarisch vermachen11. (be survived by)▪ to \leave sb jdn hinterlassenhe \leaves a wife and two young children er hinterlässt eine Frau und zwei kleine Kinder12. (put off doing)▪ to \leave sth etw lassenI'll \leave the rest of the work for tomorrow ich hebe mir den Rest der Arbeit für morgen aufdon't \leave it too late! schieb es nicht zu lange auf!you've left it too late to apply again du hast damit zu lange gewartet, um dich nochmal bewerben zu könnendo you always \leave doing things till the very last possible minute? schiebst du immer alles bis zur allerletzten Minute auf?13. (not discuss further)to \leave a question/subject eine Frage/ein Thema lassenlet's \leave it at that lassen wir es dabei bewenden14. (assign)I left making the important decisions to Martha ich überließ es Martha, die wichtigen Entscheidungen zu treffen▪ to \leave sb to do sth:I left her to make the decision ich ließ sie die Entscheidung treffen▪ to \leave it to sb [to do sth] es jdm überlassen[, etw zu tun]15.▶ to \leave sth up in the air etw offenlassen▶ to \leave sb alone jdn in Ruhe lassen▶ \leave well [enough] alone! lass die Finger davon!▶ to \leave sb be jdn in Ruhe lassen▶ just \leave it be lass es gut sein▶ to \leave a bad [or sour] [or unpleasant] taste [in one's mouth] einen unangenehmen Nachgeschmack hinterlassen fig▶ to \leave nothing/sth to chance nichts/etw dem Zufall überlassen▶ to \leave sb cold jdn kaltlassen▶ to \leave sb out in the cold jdn ignoriereneveryone else had been invited, only he had been left out in the cold alle anderen waren eingeladen worden, nur ihn hatte man übergangenthe new taxation system \leaves single mothers out in the cold das neue Steuersystem lässt allein erziehende Mütter im Regen stehen\leave it to John to forget the keys! natürlich hat John wieder die Schlüssel vergessen!▶ to \leave the door open to sth etw begünstigenthis will \leave the door open to domestic companies to compete for international business dies wird es inländischen Firmen erleichtern, sich um internationale Aufträge zu bewerben▶ to \leave go [or hold] of sb/sth jdn/etw loslassen▶ to \leave a lot to be desired viel zu wünschen übrig lassen▶ to \leave sb on the sidelines, to \leave sb standing jdn ausstechen▶ to \leave no stone unturned nichts unversucht lassenIII. vi<left, left>our train is leaving in five minutes unser Zug fährt in fünf Minuten abwe are leaving for Paris wir fahren nach Paris* * *[liːv] vb: pret, ptp left1. n1) (= permission) Erlaubnis fhe borrowed my car without so much as a by your leave — er hat sich (dat) einfach so mein Auto geliehen
to be on leave — auf Urlaub sein, Urlaub haben
I've got leave to attend the conference — ich habe freibekommen, um an der Konferenz teilzunehmen
3)2. vt1) (= depart from, quit) place, person verlassenthe train left the station — der Zug fuhr aus dem Bahnhof
when the plane left Rome — als das Flugzeug von Rom abflog
when he left Rome — als er von Rom wegging/wegfuhr/abflog etc
would you leave us, please? — würden Sie uns bitte allein lassen?
please sir, may I leave the room? — Herr X, darf ich mal raus?
to leave the country — das Land verlassen; (permanently) auswandern
to leave home — von zu Hause weggehen/wegfahren; (permanently) von zu Hause weggehen
to leave school — die Schule verlassen; (prematurely also) (von der Schule) abgehen
I'll leave you at the station — am Bahnhof trennen wir uns dann; (in car) ich setze dich am Bahnhof ab
2) (= allow or cause to remain) lassen; bad taste, dirty mark, message, scar, impression hinterlassenleft three letters for you —
they were left to die — man ließ sie sterben
3) (= leave in a certain condition) lassenthis leaves me free for the afternoon/free to go shopping — dadurch habe ich den Nachmittag frei/Zeit zum Einkaufen
the death of her uncle left her with no financial worries — nach dem Tod ihres Onkels hatte sie keine finanziellen Probleme mehr
to leave sb to do sth — es jdm überlassen, etw zu tun
to leave go of sb/sth — jdn/etw loslassen
let's leave it at that —
if we leave it so that he'll contact us — wenn wir dabei verbleiben, dass er sich mit uns in Verbindung setzt
to leave sth to the last minute — mit etw bis zur letzten Minute warten
4) (= forget) liegen lassen, stehen lassen5) (after death) person, money hinterlassenhe left his wife very badly off — er ließ seine Frau fast mittellos zurück
6)all I have left — alles, was ich noch habe
I've (got) £6 left — ich habe noch 6 Pfund (übrig)
how many are there left? — wie viele sind noch da or übrig?
3 from 10 leaves 7 —
there was nothing left for me to do but to sell it — mir blieb nichts anderes übrig, als es zu verkaufen
7) (= entrust) überlassen (up to sb jdm)leave it to me —
I leave it to you to judge — es bleibt dir überlassen, zu urteilen
8)(= stop)
let's leave this now — lassen wir das jetzt mal3. vi(person) (weg)gehen; (in vehicle) abfahren; (in plane) abfliegen; (train, bus, ship) abfahrenwhich flight did he leave on? —
* * *leave1 [liːv] prät und pperf left [left]A v/t1. verlassen:a) von jemandem oder einem Ort etc fort-, weggehen:c) von der Schule abgehenshe left him for another man sie verließ ihn wegen eines anderen Mannes;get left umg im Stich gelassen werdene) aus einem Verein etc austreten2. lassen:leave sth to cool etwas auskühlen lassen;leave it at that es dabei belassen oder (bewenden) lassen;leave things as they are die Dinge so lassen, wie sie sind;a) allein lassen,leave him alone! auch du sollst ihn in Ruhe lassen!;leave sb to themselves jemanden sich selbst überlassen;leave sth until the last minute sich etwas bis zur letzten Minute aufheben; → cold A 4 d, device 7, lurch2, severely 13. (übrig) lassen:6 from 8 leaves 2 8 minus 6 ist 2;there is plenty of wine left es ist noch viel Wein übrig;there’s nothing left for us but to go uns bleibt nichts (anderes) übrig als zu gehen;“to be left till called for” „postlagernd“;with ten minutes left zehn Minuten vor Schluss;4. eine Narbe etc zurücklassen (on sb’s face in jemandes Gesicht), einen Eindruck, eine Nachricht, eine Spur etc hinterlassen:leave sb wondering whether … jemanden im Zweifel darüber lassen, ob …;be left with sitzen bleiben auf (dat) umg;the accident left his face disfigured nach dem Unfall war sein Gesicht entstellt; → impression 6, mark1 A 156. überlassen, anheimstellen ( beide:to sb jemandem):leave it to sb to do sth es jemandem überlassen oder anheimstellen, etwas zu tun;7. (nach dem Tode) hinterlassen:he leaves a widow and five children er hinterlässt eine Frau und fünf Kinder;he left his family well off er ließ seine Familie in gesicherten Verhältnissen zurück8. vermachen, -erben:9. (auf der Fahrt) links oder rechts liegen lassen:10. aufhören mit, einstellen, (unter)lassenB v/i1. (fort-, weg)gehen, abreisen, abfahren ( alle:for nach):the train leaves at six der Zug fährt um 6 (Uhr) ab oder geht um 62. gehen (die Stellung aufgeben):leave2 [liːv] s1. Erlaubnis f, Genehmigung f:ask leave of sb, ask sb’s leave jemanden um Erlaubnis bitten;give sb leave to do sth jemandem die Erlaubnis geben, etwas zu tun; jemandem gestatten, etwas zu tun;take leave to say sich zu sagen erlauben;by leave of mit Genehmigung (gen);by your leave mit Ihrer Erlaubnis, iron mit Ihrer gütigen Erlaubnis;2. Urlaub m:leave from the front MIL Fronturlaub;(go) on leave auf Urlaub (gehen);a man on leave ein Urlauber;3. Abschied m:take (one’s) leave sich verabschieden, Abschied nehmen ( beide:* * *I noun, no pl.grant or give somebody leave to do something — jemandem gestatten, etwas zu tun
get leave from somebody to do something — von jemandem die Erlaubnis bekommen, etwas zu tun
by your leave — (formal) mit Ihrer Erlaubnis
2) (from duty or work) Urlaub, derleave [of absence] — Beurlaubung, die; Urlaub, der (auch Mil.)
be on leave — Urlaub haben; in Urlaub sein
3)II transitive verb,take one's leave — (say farewell) sich verabschieden; Abschied nehmen (geh.)
1) (make or let remain, lit. or fig.) hinterlassenleave somebody to do something — es jemandem überlassen, etwas zu tun
6 from 10 leaves 4 — 10 weniger 6 ist 4; (in will)
leave somebody something, leave something to somebody — jemandem etwas hinterlassen
2) (by mistake) vergessen3)be left with — nicht loswerden [Gefühl, Verdacht]; übrig behalten [Geld]; zurückbleiben mit [Schulden, Kind]
I was left with the job of clearing up — es blieb mir überlassen, aufzuräumen
4) (refrain from doing, using, etc., let remain undisturbed) stehen lassen [Abwasch, Essen]; sich (Dat.) entgehen lassen [Gelegenheit]5) (let remain in given state) lassenleave the door open/the light on — die Tür offen lassen/das Licht anlassen
leave somebody in the dark — (fig.) jemanden im dunkeln lassen
leave somebody alone — (allow to be alone) jemanden allein lassen; (stop bothering) jemanden in Ruhe lassen
leave it at that — (coll.) es dabei bewenden lassen
6) (refer, entrust)leave something to somebody/something — etwas jemandem/einer Sache überlassen
I leave the matter entirely in your hands — ich lege diese Angelegenheit ganz in Ihre Hand/Hände
7) (go away from) verlassenleave home at 6 a.m. — um 6 Uhr früh von zu Hause weggehen/-fahren
the plane leaves Bonn at 6 p.m. — das Flugzeug fliegt um 18 Uhr von Bonn ab
leave Bonn at 6 p.m. — (by car, in train) um 18 Uhr von Bonn abfahren; (by plane) um 18 Uhr in Bonn abfliegen
leave the road — (crash) von der Fahrbahn abkommen
leave the rails or tracks — entgleisen
I left her at the bus stop — (parted from) an der Bushaltestelle haben wir uns getrennt; (set down) ich habe sie an der Bushaltestelle abgesetzt
leave the table — vom Tisch aufstehen; abs.
the train leaves at 8.30 a.m. — der Zug fährt od. geht um 8.30 Uhr
leave for Paris — nach Paris fahren/fliegen
it is time to leave — wir müssen gehen od. aufbrechen
leave on the 8 a.m. train/flight — mit dem Acht-Uhr-Zug fahren/der Acht-Uhr-Maschine fliegen
8) (quit permanently) verlassenleave school — die Schule verlassen; (prematurely) von der Schule abgehen
9) (desert) verlassenleave somebody for another man/woman — jemanden wegen eines anderen Mannes/einer anderen Frau verlassen
he was left for dead — man ließ ihn zurück, weil man ihn für tot hielt
Phrasal Verbs:* * *n.Abschied -e m.Urlaub -e m. (the country) v.ausreisen v. v.(§ p.,p.p.: left)= abfahren v.aufhören v.hinterlassen v.verlassen v.zurücklassen v.überlassen v.übriglassen v. -
54 about
about [əˈbaʊt]━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━1. adverba. ( = approximately) à peu près, environ• there were about 25 and now there are about 30 il y en avait environ or à peu près 25 et maintenant il y en a une trentaine• it's about 11 o'clock il est environ or à peu près 11 heures• it's about time! ce n'est pas trop tôt !• I've had about enough! (inf) je commence à en avoir assez !b. ( = here and there) çà et làc. ( = near, in circulation) par ici• is anyone about? il y a quelqu'un ?• you should be out and about! ne restez donc pas enfermé !d. ( = round) all about tout autoure. ( = opposite direction) to turn sth the other way about retourner qch• it's the other way about ( = the opposite) c'est le contraire• I was about to go out when... j'étais sur le point de sortir or j'allais sortir quand...2. prepositiona. ( = concerning) I heard nothing about it je n'en ai pas entendu parler• what is it about? de quoi s'agit-il ?• well, what about it? (inf) ( = does it matter?) et alors ? (inf) ; ( = what do you think?) alors, qu'est-ce que tu en penses ?• what about me? et moi alors ? (inf)• how about going to the cinema? (inf) et si on allait au cinéma ?• how about a coffee? (inf) et si on prenait un café ?b. ( = somewhere in) quelque part dansc. ( = round) autour ded. ( = with, on) I've got it about me somewhere je l'ai quelque part sur moif. ( = occupied with) while we're about it pendant que nous y sommes* * *Note: about is used after certain nouns, adjectives and verbs in English ( information about, a book about, curious about, worry about etc). For translations, consult the appropriate entries (information, book, curious, worry etc)about often appears in British English as the second element of certain verb structures ( move about, jump about, lie about etc). For translations, consult the relevant verb entries (move, jump, lie etc)[ə'baʊt] 1.2) ( awake)2.1) ( approximately) environ, à peu prèsat about 6 pm — vers 18 h, à environ 18 h
2) ( almost) presque3) ( in circulation)4) ( in the vicinity)3.1) ( concerning)what's it about? — (of book, film etc) ça parle de quoi?
it's about... — il s'agit de...
about your overdraft... — pour ce qui est de votre découvert...
2) ( in the nature of)3) ( bound up with)business is about profit — ce qui compte dans les affaires, ce sont les bénéfices
4) ( occupied with)while you're about it... — tant que tu y es..., par la même occasion...
5) ( around)6) (in invitations, suggestions)how ou what about some tea? — et si on prenait un thé?
7) ( when soliciting opinions)8) sout (on)hidden about one's person — [drugs, arms] caché sur soi
••it's about time (that) — il serait temps que (+ subj)
about time too! — ce n'est pas trop tôt! (colloq)
that's about it — ( that's all) c'est tout
-
55 Fortuna
fortūna, ae (archaic gen. sing. fortunas, like familias, escas, vias, etc., Naev. ap. Prisc. p. 679 P.), f. [lengthened from fors; cf. Nep-tunus, v. Corss. Ausspr. 1, 434], chance, hap, luck, fate, fortune (good or ill; syn.: casus, fors; fatum, providentia).I.In gen.:B.quid est enim aliud fors, quid fortuna, quid casus, quid eventus, nisi cum sic aliquid cecidit, sic evenit, ut vel non cadere atque evenire, vel aliter cadere atque evenire potuerit? quo modo ergo id, quod temere fit caeco casu et volubilitate fortunae, praesentiri et praedici potest?
Cic. Div. 2, 6, 15:si haec habent aliquam talem necessitatem: quid est tandem quod casu fieri aut forte fortuna putemus? Nihil enim est tam contrarium rationi et constantiae quam fortuna: ut mihi ne in deum quidem cadere videatur, ut sciat, quid casu et fortuito futurum sit. Si enim scit, certe illud eveniet: sin certe eveniet, nulla fortuna est: est autem fortuna: rerum igitur fortuitarum nulla praesensio est, etc.,
id. ib. 2, 7, 18 sq.:sed haec fortuna viderit, quoniam ratio non gubernat,
id. Att. 14, 11, 1:vir ad casum fortunamque felix,
id. Font. 15 fin.:si tot sunt in corpore bona, tot extra corpus in casu atque fortuna... plus fortunam quam consilium valere,
id. Tusc. 5, 9, 25; cf.:(bona) posita non tam in consiliis nostris quam in fortunae temeritate,
id. Lael. 6, 20:adversante fortuna,
id. Rep. 2, 16 fin.; id. Mur. 31, 64:quorum ego causa timidius me fortunae committebam,
id. Att. 9, 6, 4:fortunae rotam pertimescere,
id. Pis. 10, 22: secundam fortunam pulcherrime: adversam aeque ferre, Sulp. ap. Cic. Fam. 4, 5, 6; cf.:prospera adversave fortuna,
Cic. N. D. 3, 37, 89:spoliatam fortunam conferre cum florente fortuna,
id. Pis. 16, 38:integra fortuna (opp. afflicta),
id. Sull. 31 fin.:florentissima (opp. durior),
id. Att. 10, 4, 4:non praecipua, sed par cum ceteris fortunae condicio,
id. Rep. 1, 4:optima,
id. ib. 3, 17 fin.:rei publicae fortuna fatalis,
id. Sest. 7, 17:belli,
Caes. B. C. 2, 6, 1; id. B. G. 1, 36, 3:se suas civitatisque fortunas ejus fidei permissurum,
Caes. B. G. 5, 3 fin. (cf. II. B. 1. fin. infra.).—Prov.:fortuna miserrima tuta est,
Ov. P. 2, 2, 31:fortuna meliores sequitur,
Sall. H. 1, 48, 15 (Dietsch): fortuna cum blanditur, captatum venit, Publ. Syr. 167 (Rib.): fortes fortuna adjuvat; v. fortis, II. A. fin. —Personified: Fortuna, the goddess of fate, luck, or fortune, Fortune: He. Respice me. Er. Fortuna quod nec facit nec faciet me jubes, Plaut. Capt. 4, 2, 54:II.nequiquam tibi Fortuna faculam lucrifica adlucere volt,
id. Pers. 4, 3, 47:quo in genere vel maxime est Fortuna numeranda,
Cic. N. D. 3, 24, 61:heu, Fortuna, quis est crudelior in nos te deus?
Hor. S. 2, 8, 61:saeviat atque novos moveat Fortuna tumultus,
id. ib. 2, 2, 126:Fortunae fanum antiquum (Syracusis),
Cic. Verr. 2, 4, 53, § 119:Fortunae in gremio sedens,
id. Div. 2, 41, 85 sq.:bona Fortuna,
id. Verr. 2, 4, 3 fin.:Malam Fortunam in aedis te adduxi meas,
Plaut. Rud. 2, 6, 17:mala Fortuna,
Cic. Leg. 2, 11, 28; id. N. D. 3, 25, 63: Fors Fortuna;v. fors: Fortunae filius,
child of fortune, fortune's favorite, Hor. S. 2, 6, 49; v. filius.In partic.A. 1.For fortuna secunda, good luck, good fortune, prosperity:b.reliquum est, ut de felicitate pauca dicamus... Maximo, Marcello, Scipioni... non solum propter virtutem, sed etiam propter fortunam saepius imperia mandata,
Cic. de Imp. Pomp. 16, 47:judicium hoc omnium mortalium est, fortunam a deo petendam,
id. N. D. 3, 36, 88:diuturna cum fortuna,
id. Div. 1, 20, 39:superbum se praebuit in fortuna,
id. Att. 8, 4, 1:non solum ipsa fortuna caeca est, sed eos etiam plerumque efficit caecos, quos complexa est,
id. Lael. 15, 54:a fortuna deseri,
Caes. B. G. 5, 34, 2: fortunam habere, to succeed, Liv. 24, 34, 1:fortunam sibi facere,
id. 39, 40, 4; cf.:fortunam sequi,
Tac. H. 4, 78:habendam fortunae gratiam, quod, etc.,
Caes. B. C. 3, 73, 3:dum fortuna fuit,
Verg. A. 3, 16:deos precetur et oret, Ut redeat miseris, abeat fortuna superbis,
Hor. A. P. 201:ut tu fortunam, sic nos te feremus,
id. Ep. 1, 8, 17:venimus ad summum fortunae,
id. ib. 2, 1, 32:ut te Confestim liquidus fortunae rivus inauret,
id. ib. 1, 12, 9:occidit Spes omnis et fortuna nostri Nominis,
id. C. 4, 4, 71.—Prov.: Fortunam citius reperias quam retineas, Publ. Syr. 168 (Rib.).—Hence,Per fortunas, i. e. for heaven's sake, Cic. Att. 5, 11, 1; 5, 13, 3; 3, 20, 1.—2.For fortuna adversa, ill luck, mishap, misfortune, adversity (very rare):B.Trojae renascens alite lugubri Fortuna tristi clade iterabitur,
Hor. C. 3, 3, 62:ut arte Emendaturus fortunam,
id. S. 2, 8, 85.—= condicio, state, condition, circumstances, fate, lot (class.;2. (α).a favorite expression of Cicero): est autem infima condicio et fortuna servorum,
Cic. Off. 1, 13, 41; cf.:in infimi generis hominum condicione atque fortuna,
id. Mil. 34, 92:(Lampsaceni) populi Romani condicione socii, fortuna servi,
id. Verr. 2, 1, 32, § 81;so corresp. to condicio,
Quint. 3, 8, 50:Aedui queruntur fortunae commutationem,
Caes. B. G. 7, 63:ut non modo omnium generum, aetatum, ordinum omnes viri ac mulieres, omnis fortunae ac loci, sed, etc.,
Cic. Pis. 22, 52:homines infimā fortunā,
id. Fin. 5, 19, 52:inferiorem esse fortunā,
id. Fam. 13, 5, 2:spes amplificandae fortunae,
id. Lael. 16, 59:cui cessit triplicis fortuna novissima regni,
lot, share, Ov. M. 5, 368:Arruns Camillam Circuit et quae sit fortuna facillima temptat,
opportunity, Verg. A. 11, 761: Gallus utrum avem, an gentem, an fortunam corporis significet, bodily condition (of a eunuch), Quint. 7, 9, 2.— Plur.:quod si eo meae fortunae redeunt, abs te ut distrahar,
Ter. Phorm. 1, 4, 23:omnes laudare fortunas meas, qui gnatum haberem tali ingenio praeditum,
id. And. 1, 1, 71:ejus laudare fortunas, quod qua vellet ingredi posset,
Cic. Tusc. 5, 39, 115:et secundas fortunas amittere coactus est, et in adversis sine ullo remedio permanere,
id. Sull. 23, 66; Caes. B. G. 5, 3, 5; 6, 7, 6.—Plur.:(β).tum propter rei publicae calamitates omnium possessiones erant incertae: nunc deum immortalium benignitate omnium fortunae sunt certae,
Cic. Rosc. Com. 12, 33:bona fortunaeque,
id. Verr. 2, 1, 44, § 113:pecunia fortunaeque,
id. Rosc. Am. 3, 7:fortunas morte dimittere,
id. Tusc. 1, 6, 12:et honore et auctoritate et fortunis facile civitatis suae princeps,
id. Rep. 2, 19:fortunis sociorum consumptis,
Caes. B. G. 1, 11 fin.:fortunarum pericula,
Quint. 4, 2, 122.—Sing.:quo mihi fortuna, si non conceditur uti?
Hor. Ep. 1, 5, 12:nec mea concessa est aliis fortuna,
Ov. Tr. 5, 2, 57:adiri nomen invidiosae fortunae Caesaris,
Vell. 2, 60, 1 Ruhnk.:de fortuna, qua uterque abundabat,
Quint. 6, 1, 50:fortunam in nominibus habere,
Dig. 4, 7, 40 fin. -
56 fortuna
fortūna, ae (archaic gen. sing. fortunas, like familias, escas, vias, etc., Naev. ap. Prisc. p. 679 P.), f. [lengthened from fors; cf. Nep-tunus, v. Corss. Ausspr. 1, 434], chance, hap, luck, fate, fortune (good or ill; syn.: casus, fors; fatum, providentia).I.In gen.:B.quid est enim aliud fors, quid fortuna, quid casus, quid eventus, nisi cum sic aliquid cecidit, sic evenit, ut vel non cadere atque evenire, vel aliter cadere atque evenire potuerit? quo modo ergo id, quod temere fit caeco casu et volubilitate fortunae, praesentiri et praedici potest?
Cic. Div. 2, 6, 15:si haec habent aliquam talem necessitatem: quid est tandem quod casu fieri aut forte fortuna putemus? Nihil enim est tam contrarium rationi et constantiae quam fortuna: ut mihi ne in deum quidem cadere videatur, ut sciat, quid casu et fortuito futurum sit. Si enim scit, certe illud eveniet: sin certe eveniet, nulla fortuna est: est autem fortuna: rerum igitur fortuitarum nulla praesensio est, etc.,
id. ib. 2, 7, 18 sq.:sed haec fortuna viderit, quoniam ratio non gubernat,
id. Att. 14, 11, 1:vir ad casum fortunamque felix,
id. Font. 15 fin.:si tot sunt in corpore bona, tot extra corpus in casu atque fortuna... plus fortunam quam consilium valere,
id. Tusc. 5, 9, 25; cf.:(bona) posita non tam in consiliis nostris quam in fortunae temeritate,
id. Lael. 6, 20:adversante fortuna,
id. Rep. 2, 16 fin.; id. Mur. 31, 64:quorum ego causa timidius me fortunae committebam,
id. Att. 9, 6, 4:fortunae rotam pertimescere,
id. Pis. 10, 22: secundam fortunam pulcherrime: adversam aeque ferre, Sulp. ap. Cic. Fam. 4, 5, 6; cf.:prospera adversave fortuna,
Cic. N. D. 3, 37, 89:spoliatam fortunam conferre cum florente fortuna,
id. Pis. 16, 38:integra fortuna (opp. afflicta),
id. Sull. 31 fin.:florentissima (opp. durior),
id. Att. 10, 4, 4:non praecipua, sed par cum ceteris fortunae condicio,
id. Rep. 1, 4:optima,
id. ib. 3, 17 fin.:rei publicae fortuna fatalis,
id. Sest. 7, 17:belli,
Caes. B. C. 2, 6, 1; id. B. G. 1, 36, 3:se suas civitatisque fortunas ejus fidei permissurum,
Caes. B. G. 5, 3 fin. (cf. II. B. 1. fin. infra.).—Prov.:fortuna miserrima tuta est,
Ov. P. 2, 2, 31:fortuna meliores sequitur,
Sall. H. 1, 48, 15 (Dietsch): fortuna cum blanditur, captatum venit, Publ. Syr. 167 (Rib.): fortes fortuna adjuvat; v. fortis, II. A. fin. —Personified: Fortuna, the goddess of fate, luck, or fortune, Fortune: He. Respice me. Er. Fortuna quod nec facit nec faciet me jubes, Plaut. Capt. 4, 2, 54:II.nequiquam tibi Fortuna faculam lucrifica adlucere volt,
id. Pers. 4, 3, 47:quo in genere vel maxime est Fortuna numeranda,
Cic. N. D. 3, 24, 61:heu, Fortuna, quis est crudelior in nos te deus?
Hor. S. 2, 8, 61:saeviat atque novos moveat Fortuna tumultus,
id. ib. 2, 2, 126:Fortunae fanum antiquum (Syracusis),
Cic. Verr. 2, 4, 53, § 119:Fortunae in gremio sedens,
id. Div. 2, 41, 85 sq.:bona Fortuna,
id. Verr. 2, 4, 3 fin.:Malam Fortunam in aedis te adduxi meas,
Plaut. Rud. 2, 6, 17:mala Fortuna,
Cic. Leg. 2, 11, 28; id. N. D. 3, 25, 63: Fors Fortuna;v. fors: Fortunae filius,
child of fortune, fortune's favorite, Hor. S. 2, 6, 49; v. filius.In partic.A. 1.For fortuna secunda, good luck, good fortune, prosperity:b.reliquum est, ut de felicitate pauca dicamus... Maximo, Marcello, Scipioni... non solum propter virtutem, sed etiam propter fortunam saepius imperia mandata,
Cic. de Imp. Pomp. 16, 47:judicium hoc omnium mortalium est, fortunam a deo petendam,
id. N. D. 3, 36, 88:diuturna cum fortuna,
id. Div. 1, 20, 39:superbum se praebuit in fortuna,
id. Att. 8, 4, 1:non solum ipsa fortuna caeca est, sed eos etiam plerumque efficit caecos, quos complexa est,
id. Lael. 15, 54:a fortuna deseri,
Caes. B. G. 5, 34, 2: fortunam habere, to succeed, Liv. 24, 34, 1:fortunam sibi facere,
id. 39, 40, 4; cf.:fortunam sequi,
Tac. H. 4, 78:habendam fortunae gratiam, quod, etc.,
Caes. B. C. 3, 73, 3:dum fortuna fuit,
Verg. A. 3, 16:deos precetur et oret, Ut redeat miseris, abeat fortuna superbis,
Hor. A. P. 201:ut tu fortunam, sic nos te feremus,
id. Ep. 1, 8, 17:venimus ad summum fortunae,
id. ib. 2, 1, 32:ut te Confestim liquidus fortunae rivus inauret,
id. ib. 1, 12, 9:occidit Spes omnis et fortuna nostri Nominis,
id. C. 4, 4, 71.—Prov.: Fortunam citius reperias quam retineas, Publ. Syr. 168 (Rib.).—Hence,Per fortunas, i. e. for heaven's sake, Cic. Att. 5, 11, 1; 5, 13, 3; 3, 20, 1.—2.For fortuna adversa, ill luck, mishap, misfortune, adversity (very rare):B.Trojae renascens alite lugubri Fortuna tristi clade iterabitur,
Hor. C. 3, 3, 62:ut arte Emendaturus fortunam,
id. S. 2, 8, 85.—= condicio, state, condition, circumstances, fate, lot (class.;2. (α).a favorite expression of Cicero): est autem infima condicio et fortuna servorum,
Cic. Off. 1, 13, 41; cf.:in infimi generis hominum condicione atque fortuna,
id. Mil. 34, 92:(Lampsaceni) populi Romani condicione socii, fortuna servi,
id. Verr. 2, 1, 32, § 81;so corresp. to condicio,
Quint. 3, 8, 50:Aedui queruntur fortunae commutationem,
Caes. B. G. 7, 63:ut non modo omnium generum, aetatum, ordinum omnes viri ac mulieres, omnis fortunae ac loci, sed, etc.,
Cic. Pis. 22, 52:homines infimā fortunā,
id. Fin. 5, 19, 52:inferiorem esse fortunā,
id. Fam. 13, 5, 2:spes amplificandae fortunae,
id. Lael. 16, 59:cui cessit triplicis fortuna novissima regni,
lot, share, Ov. M. 5, 368:Arruns Camillam Circuit et quae sit fortuna facillima temptat,
opportunity, Verg. A. 11, 761: Gallus utrum avem, an gentem, an fortunam corporis significet, bodily condition (of a eunuch), Quint. 7, 9, 2.— Plur.:quod si eo meae fortunae redeunt, abs te ut distrahar,
Ter. Phorm. 1, 4, 23:omnes laudare fortunas meas, qui gnatum haberem tali ingenio praeditum,
id. And. 1, 1, 71:ejus laudare fortunas, quod qua vellet ingredi posset,
Cic. Tusc. 5, 39, 115:et secundas fortunas amittere coactus est, et in adversis sine ullo remedio permanere,
id. Sull. 23, 66; Caes. B. G. 5, 3, 5; 6, 7, 6.—Plur.:(β).tum propter rei publicae calamitates omnium possessiones erant incertae: nunc deum immortalium benignitate omnium fortunae sunt certae,
Cic. Rosc. Com. 12, 33:bona fortunaeque,
id. Verr. 2, 1, 44, § 113:pecunia fortunaeque,
id. Rosc. Am. 3, 7:fortunas morte dimittere,
id. Tusc. 1, 6, 12:et honore et auctoritate et fortunis facile civitatis suae princeps,
id. Rep. 2, 19:fortunis sociorum consumptis,
Caes. B. G. 1, 11 fin.:fortunarum pericula,
Quint. 4, 2, 122.—Sing.:quo mihi fortuna, si non conceditur uti?
Hor. Ep. 1, 5, 12:nec mea concessa est aliis fortuna,
Ov. Tr. 5, 2, 57:adiri nomen invidiosae fortunae Caesaris,
Vell. 2, 60, 1 Ruhnk.:de fortuna, qua uterque abundabat,
Quint. 6, 1, 50:fortunam in nominibus habere,
Dig. 4, 7, 40 fin. -
57 fortunae
fortūna, ae (archaic gen. sing. fortunas, like familias, escas, vias, etc., Naev. ap. Prisc. p. 679 P.), f. [lengthened from fors; cf. Nep-tunus, v. Corss. Ausspr. 1, 434], chance, hap, luck, fate, fortune (good or ill; syn.: casus, fors; fatum, providentia).I.In gen.:B.quid est enim aliud fors, quid fortuna, quid casus, quid eventus, nisi cum sic aliquid cecidit, sic evenit, ut vel non cadere atque evenire, vel aliter cadere atque evenire potuerit? quo modo ergo id, quod temere fit caeco casu et volubilitate fortunae, praesentiri et praedici potest?
Cic. Div. 2, 6, 15:si haec habent aliquam talem necessitatem: quid est tandem quod casu fieri aut forte fortuna putemus? Nihil enim est tam contrarium rationi et constantiae quam fortuna: ut mihi ne in deum quidem cadere videatur, ut sciat, quid casu et fortuito futurum sit. Si enim scit, certe illud eveniet: sin certe eveniet, nulla fortuna est: est autem fortuna: rerum igitur fortuitarum nulla praesensio est, etc.,
id. ib. 2, 7, 18 sq.:sed haec fortuna viderit, quoniam ratio non gubernat,
id. Att. 14, 11, 1:vir ad casum fortunamque felix,
id. Font. 15 fin.:si tot sunt in corpore bona, tot extra corpus in casu atque fortuna... plus fortunam quam consilium valere,
id. Tusc. 5, 9, 25; cf.:(bona) posita non tam in consiliis nostris quam in fortunae temeritate,
id. Lael. 6, 20:adversante fortuna,
id. Rep. 2, 16 fin.; id. Mur. 31, 64:quorum ego causa timidius me fortunae committebam,
id. Att. 9, 6, 4:fortunae rotam pertimescere,
id. Pis. 10, 22: secundam fortunam pulcherrime: adversam aeque ferre, Sulp. ap. Cic. Fam. 4, 5, 6; cf.:prospera adversave fortuna,
Cic. N. D. 3, 37, 89:spoliatam fortunam conferre cum florente fortuna,
id. Pis. 16, 38:integra fortuna (opp. afflicta),
id. Sull. 31 fin.:florentissima (opp. durior),
id. Att. 10, 4, 4:non praecipua, sed par cum ceteris fortunae condicio,
id. Rep. 1, 4:optima,
id. ib. 3, 17 fin.:rei publicae fortuna fatalis,
id. Sest. 7, 17:belli,
Caes. B. C. 2, 6, 1; id. B. G. 1, 36, 3:se suas civitatisque fortunas ejus fidei permissurum,
Caes. B. G. 5, 3 fin. (cf. II. B. 1. fin. infra.).—Prov.:fortuna miserrima tuta est,
Ov. P. 2, 2, 31:fortuna meliores sequitur,
Sall. H. 1, 48, 15 (Dietsch): fortuna cum blanditur, captatum venit, Publ. Syr. 167 (Rib.): fortes fortuna adjuvat; v. fortis, II. A. fin. —Personified: Fortuna, the goddess of fate, luck, or fortune, Fortune: He. Respice me. Er. Fortuna quod nec facit nec faciet me jubes, Plaut. Capt. 4, 2, 54:II.nequiquam tibi Fortuna faculam lucrifica adlucere volt,
id. Pers. 4, 3, 47:quo in genere vel maxime est Fortuna numeranda,
Cic. N. D. 3, 24, 61:heu, Fortuna, quis est crudelior in nos te deus?
Hor. S. 2, 8, 61:saeviat atque novos moveat Fortuna tumultus,
id. ib. 2, 2, 126:Fortunae fanum antiquum (Syracusis),
Cic. Verr. 2, 4, 53, § 119:Fortunae in gremio sedens,
id. Div. 2, 41, 85 sq.:bona Fortuna,
id. Verr. 2, 4, 3 fin.:Malam Fortunam in aedis te adduxi meas,
Plaut. Rud. 2, 6, 17:mala Fortuna,
Cic. Leg. 2, 11, 28; id. N. D. 3, 25, 63: Fors Fortuna;v. fors: Fortunae filius,
child of fortune, fortune's favorite, Hor. S. 2, 6, 49; v. filius.In partic.A. 1.For fortuna secunda, good luck, good fortune, prosperity:b.reliquum est, ut de felicitate pauca dicamus... Maximo, Marcello, Scipioni... non solum propter virtutem, sed etiam propter fortunam saepius imperia mandata,
Cic. de Imp. Pomp. 16, 47:judicium hoc omnium mortalium est, fortunam a deo petendam,
id. N. D. 3, 36, 88:diuturna cum fortuna,
id. Div. 1, 20, 39:superbum se praebuit in fortuna,
id. Att. 8, 4, 1:non solum ipsa fortuna caeca est, sed eos etiam plerumque efficit caecos, quos complexa est,
id. Lael. 15, 54:a fortuna deseri,
Caes. B. G. 5, 34, 2: fortunam habere, to succeed, Liv. 24, 34, 1:fortunam sibi facere,
id. 39, 40, 4; cf.:fortunam sequi,
Tac. H. 4, 78:habendam fortunae gratiam, quod, etc.,
Caes. B. C. 3, 73, 3:dum fortuna fuit,
Verg. A. 3, 16:deos precetur et oret, Ut redeat miseris, abeat fortuna superbis,
Hor. A. P. 201:ut tu fortunam, sic nos te feremus,
id. Ep. 1, 8, 17:venimus ad summum fortunae,
id. ib. 2, 1, 32:ut te Confestim liquidus fortunae rivus inauret,
id. ib. 1, 12, 9:occidit Spes omnis et fortuna nostri Nominis,
id. C. 4, 4, 71.—Prov.: Fortunam citius reperias quam retineas, Publ. Syr. 168 (Rib.).—Hence,Per fortunas, i. e. for heaven's sake, Cic. Att. 5, 11, 1; 5, 13, 3; 3, 20, 1.—2.For fortuna adversa, ill luck, mishap, misfortune, adversity (very rare):B.Trojae renascens alite lugubri Fortuna tristi clade iterabitur,
Hor. C. 3, 3, 62:ut arte Emendaturus fortunam,
id. S. 2, 8, 85.—= condicio, state, condition, circumstances, fate, lot (class.;2. (α).a favorite expression of Cicero): est autem infima condicio et fortuna servorum,
Cic. Off. 1, 13, 41; cf.:in infimi generis hominum condicione atque fortuna,
id. Mil. 34, 92:(Lampsaceni) populi Romani condicione socii, fortuna servi,
id. Verr. 2, 1, 32, § 81;so corresp. to condicio,
Quint. 3, 8, 50:Aedui queruntur fortunae commutationem,
Caes. B. G. 7, 63:ut non modo omnium generum, aetatum, ordinum omnes viri ac mulieres, omnis fortunae ac loci, sed, etc.,
Cic. Pis. 22, 52:homines infimā fortunā,
id. Fin. 5, 19, 52:inferiorem esse fortunā,
id. Fam. 13, 5, 2:spes amplificandae fortunae,
id. Lael. 16, 59:cui cessit triplicis fortuna novissima regni,
lot, share, Ov. M. 5, 368:Arruns Camillam Circuit et quae sit fortuna facillima temptat,
opportunity, Verg. A. 11, 761: Gallus utrum avem, an gentem, an fortunam corporis significet, bodily condition (of a eunuch), Quint. 7, 9, 2.— Plur.:quod si eo meae fortunae redeunt, abs te ut distrahar,
Ter. Phorm. 1, 4, 23:omnes laudare fortunas meas, qui gnatum haberem tali ingenio praeditum,
id. And. 1, 1, 71:ejus laudare fortunas, quod qua vellet ingredi posset,
Cic. Tusc. 5, 39, 115:et secundas fortunas amittere coactus est, et in adversis sine ullo remedio permanere,
id. Sull. 23, 66; Caes. B. G. 5, 3, 5; 6, 7, 6.—Plur.:(β).tum propter rei publicae calamitates omnium possessiones erant incertae: nunc deum immortalium benignitate omnium fortunae sunt certae,
Cic. Rosc. Com. 12, 33:bona fortunaeque,
id. Verr. 2, 1, 44, § 113:pecunia fortunaeque,
id. Rosc. Am. 3, 7:fortunas morte dimittere,
id. Tusc. 1, 6, 12:et honore et auctoritate et fortunis facile civitatis suae princeps,
id. Rep. 2, 19:fortunis sociorum consumptis,
Caes. B. G. 1, 11 fin.:fortunarum pericula,
Quint. 4, 2, 122.—Sing.:quo mihi fortuna, si non conceditur uti?
Hor. Ep. 1, 5, 12:nec mea concessa est aliis fortuna,
Ov. Tr. 5, 2, 57:adiri nomen invidiosae fortunae Caesaris,
Vell. 2, 60, 1 Ruhnk.:de fortuna, qua uterque abundabat,
Quint. 6, 1, 50:fortunam in nominibus habere,
Dig. 4, 7, 40 fin. -
58 about
❢ About is used after certain nouns, adjectives and verbs in English ( information about, a book about, curious about, worry about etc). For translations, consult the appropriate entries (information, book, curious, worry etc). about often appears in British English as the second element of certain verb structures ( move about, rummage about, lie about etc). For translations, consult the relevant verb entries (move, rummage, lie etc).A adj1 ( expressing future intention) to be about to do être sur le point de faire ;2 ( rejecting course of action) I'm not about to do je ne suis pas près de faire ;3 ( awake) debout ; you were (up and) about early this morning tu étais debout tôt ce matin.B adv1 ( approximately) environ, à peu près ; it's about the same as yesterday c'est à peu près pareil qu'hier ; at about 6 pm à environ 18 h ; it's about as useful as an umbrella in a hurricane iron c'est aussi utile qu'un parapluie dans un ouragan ; ⇒ round ;2 ( almost) presque ; to be (just) about ready être presque prêt ; that seems about right ça a l'air d'aller, ça devrait aller ; I've had just about enough of her! j'en ai plus qu'assez d'elle! ; I've had about as much as I can take! j'en ai plus qu'assez! ; ⇒ just ;3 ( in circulation) there was no-one about il n'y avait personne ; there are few people about il y a peu de gens dans les parages ; there is a lot of food poisoning about il y a beaucoup d'intoxications alimentaires en ce moment, les intoxications alimentaires ne manquent pas en ce moment ; there's a lot of it about ça ne manque pas ;4 ( in the vicinity) to be somewhere about être dans les parages ; she must be somewhere about elle doit être dans les parages, elle doit être quelque part par là ;5 ( indicating reverse position) the other way about l'inverse, le contraire ; ⇒ put about (put), turn about (turn).C prep1 (concerning, regarding) a book/film about sb/sth un livre/film sur qn/qch ; to talk about parler de [problem, subject] ; what's it about? (of book, film etc) ça parle de quoi? ; it's about… il s'agit de… ; may I ask what it's about? pourriez-vous me dire de quoi il s'agit? ; I'm ringing about my results j'appelle pour mes résultats ; it's about my son's report c'est au sujet du bulletin scolaire de mon fils ; about your overdraft… pour ce qui est de votre découvert… ;2 ( in the nature of) there's something weird/sad about him il a quelque chose de bizarre/triste ; there's something about the place that intrigues me l'endroit a quelque chose qui me fascine ; what I like about her is ce que j'aime chez elle c'est ;3 ( bound up with) business is about profit ce qui compte dans les affaires, ce sont les bénéfices ; teaching is all about communication enseigner, c'est communiquer ; that's what life is all about c'est la vie ;4 ( occupied with) to know what one is about savoir ce qu'on fait ; mind what you're about! GB fais attention or fais gaffe ○ à ce que tu fais! ; while you're about it… tant que tu y es…, par la même occasion… ; and be quick about it! et fais vite! ;5 ( around) to wander/run about the streets errer/courir dans les rues ; strewn about the floor éparpillés sur le sol ;6 (in invitations, suggestions) how ou what about some tea? et si on prenait un thé? ; how about going into town? et si on allait en ville? ; how about it?, how about you? ça te or vous dit? ;7 ( when soliciting opinions) what about the transport GB ou transportation US costs? et les frais de transport? ; what about us? et nous alors? ; ‘what about the dinner?’-‘what about it?’ ‘et le repas alors?’-‘quoi, le repas?’ ; what about you? et toi? ; what about Natasha? et Natasha? ; how about it? qu'est-ce que tu en penses? ;9 GB ( surrounding) autour de ; there were trees about the house il y avait des arbres autour de la maison.it's about time (that) il serait temps que (+ subj) ; about time too! il était temps!, ce n'est pas trop tôt ○ ! ; that's about it ( that's all) c'est tout ; ( that's the situation) en gros, oui, c'est à peu près ça. -
59 have
1 ( possess) avoir ; she has a dog elle a un chien ;2 ( consume) prendre ; to have a sandwich manger un sandwich ; to have a whisky boire un whisky ; to have a cigarette fumer une cigarette ; to have breakfast prendre le petit déjeuner ; to have dinner dîner ; to have lunch déjeuner ; he had a sandwich for lunch il a mangé un sandwich au déjeuner ; I had some more cake j'ai repris du gâteau ;3 ( want) vouloir, prendre ; I'll have tea please je voudrais du thé s'il vous plaît ; what will you have? qu'est-ce que vous prendrez or voulez? ; she won't have him back elle ne veut plus de lui ; I offered her £5, but she wouldn't have it je lui ai offert cinq livres sterling, mais elle les a refusées ; I wouldn't have it any other way ça me convient comme ça ; I wouldn't have him/her any other way c'est comme ça que je l'aime ;4 (receive, get) recevoir [letter, parcel, information] ; I've had no news from him je n'ai pas eu de nouvelles de lui ; I must have the information/some money soon il me faut l'information/de l'argent bientôt ; I must have the document by 4 o'clock il faut que j'aie le document avant 4 heures ; to let sb have sth donner qch à qn ;5 ( hold) faire [party, celebration] ; tenir [meeting] ; organiser [competition, ballot, exhibition] ; avoir [conversation] ; célébrer [church service] ; mener [enquiry] ; passer [interview] ;6 (exert, exhibit) avoir [effect, influence] ; avoir [courage, nerve, impudence, courtesy] (to do de faire) ;7 ( spend) passer ; to have a nice day/evening passer une journée/soirée agréable ; to have a good time bien s'amuser ; to have a hard ou bad time avoir des moments difficiles ; to have a good vacation/a day at the beach passer de bonnes vacances/une journée à la plage ;8 ( be provided with) ( also have got) to have sth to do avoir qch à faire ; I have ou I've got some clothes to wash j'ai des vêtements à laver ; I have ou I've got letters to write j'au du courrier à faire ; I have ou I've got a lot of work to do j'ai beaucoup de travail ;9 (undergo, suffer) avoir ; to have (the) flu/measles avoir la grippe/la rougeole ; to have (a) toothache/a headache avoir mal aux dents/mal à la tête ; to have an accident/a heart attack avoir un accident/une crise cardiaque ; to have a shock subir un choc ; he had his car/watch stolen il s'est fait voler sa voiture/montre, on lui a volé sa voiture/montre ; she has had her windows broken on lui a cassé ses fenêtres ; they like having stories read to them ils aiment qu'on leur lise des histoires ; I have ou I've got a student coming in five minutes j'ai un élève qui arrive dans cinq minutes ;10 ( cause to be done) to have sth done faire faire qch ; to have the house painted/the washing-machine installed faire peindre la maison/installer la machine à laver ; to have one's hair cut se faire couper les cheveux ; to have an injection/a dental check-up/a manicure se faire faire une piqûre/un contrôle des dents/une manucure ; to have sb do sth faire faire qch à qn ; she had him close the door/wait in the corridor elle lui a fait fermer la porte/attendre dans le couloir ; they would have us believe that ils voudraient nous faire croire que ; I would have you know/say that je voudrais que vous sachiez/disiez que ; to have sb doing faire faire qn ; he had them laughing/crying il les a fait rire/pleurer ; she had them digging the garden/writing poetry elle leur a fait bêcher le jardin/écrire des poèmes ;11 ( cause to become) he had his revolver/camera ready il avait son revolver/appareil photo prêt ; we'll soon have everything ready/clean nous aurons bientôt fini de tout préparer/nettoyer ; she had the car in pieces in the garage elle avait démonté la voiture dans le garage ; if you're not careful you'll have that table/that glass over si tu ne fais pas attention tu vas renverser la table/le verre ; she had them completely baffled elle les a complètement déroutés ; I had it finished by 5 o'clock je l'avais fini avant 5 heures ;12 ( allow) ( gén au négatif) tolérer ; I won't have this kind of behaviour! je ne tolérerai pas ce comportement! ; I won't have it! ça ne va pas se passer comme ça! ; I won't have this any more! je n'en supporterai pas davantage! ; I won't have them exploit him je ne tolérerai pas qu'ils l'exploitent ; I won't have him hurt je ne laisserai personne le blesser ; we can't have them staying in a hotel on ne peut pas les laisser aller à l'hôtel ;13 ( physically hold) tenir ; she had the glass in her hand elle tenait le verre dans la main ; she had him by the throat/by the arm elle le tenait à la gorge/par le bras ; he had his hands over his eyes il avait les mains sur les yeux ; to have one's back to sb tourner le dos à qn ;14 ( give birth to) [woman] avoir [child] ; [animal] mettre bas, avoir [young] ; has she had it yet? est-ce qu'elle a accouché? ; she's having a baby (in May) elle va avoir un enfant (en mai) ;15 ( as impersonal verb) over here, we have a painting by Picasso ici vous avez un tableau de Picasso ; what we have here is a small group of extremists ce à quoi nous avons affaire ici, est un petit groupe d'extrémistes ; on the one hand you have the victims of crime and on the other… d'un côté il y a les victimes des crimes, et de l'autre… ;17 ( have at one's mercy) ( also have got) I've got you/him now! maintenant je te/le tiens! ; I'll have you! je vais te montrer! ;18 ○ ( have sex with) se faire ◑ [person].1 ( must) I have to leave now je dois partir maintenant, il faut que je parte maintenant ;2 ( need to) you don't have to ou you haven't got to leave so early tu n'as pas besoin de or tu n'es pas obligé de partir si tôt ; why did this have to happen? pourquoi fallait-il que ça arrive? ; did you have to spend so much money? tu avais vraiment besoin de dépenser autant d'argent?, est-ce qu'il fallait vraiment que tu dépenses autant d'argent? ; something had to be done il fallait faire quelque chose ;3 ( for emphasis) this has to be the most difficult decision I've ever made c'est sans doute la décision la plus difficile que j'aie jamais eu à prendre.C aux1 gen avoir ; ( with movement and reflexive verbs) être ; she has lost her bag elle a perdu son sac ; she has already left/arrived elle est déjà partie/arrivée ; she has hurt herself elle s'est blessée ; she has washed her hands elle s'est lavé les mains ; have you seen her? l'as-tu vue?, est-ce que tu l'as vue? ; we haven't lost them nous ne les avons pas perdus ;2 ( in tag questions etc) you've seen the film, haven't you? tu as vu le film, n'est-ce pas? ; you haven't seen the film, have you? tu n'as pas vu le film? ; you haven't seen my bag, have you? tu n'as pas vu mon sac, par hasard? ; ‘he's already left’-‘has he indeed!’ ‘il est déjà parti’-‘vraiment!’ ; ‘you've never met him’-‘yes I have!’ ‘tu ne l'as jamais rencontré’-‘mais si!’1 ( in time clauses) having finished his breakfast, he went out après avoir fini son petit déjeuner, il est sorti ; having said he'd be there early, he arrived late après avoir dit or alors qu'il avait dit qu'il viendrait tôt, il est arrivé en retard ;2 (because, since) having already won twice, he's a great favourite comme il a déjà gagné deux fois, c'est un grand favori ; having lost money before, he was reluctant to invest in a new project ayant déjà perdu de l'argent or comme il avait déjà perdu de l'argent, il hésitait à investir dans un nouveau projet.to have done with sth en finir avec qch ; this car/TV has had it ○ cette voiture/télé est foutue ○ ; when your father finds out, you've had it ○ ! ( in trouble) quand ton père saura, ça va être ta fête ○ ! ; I can't do any more, I've had it ○ ! ( tired) je n'en peux plus, je suis crevé ○ ! ; I've had it (up to here) ○ j'en ai marre ○ ; I've had it (up to here) with him/my job ○ j'en ai marre de ce type/mon travail ○ ; to have it in for sb ○ avoir qn dans le collimateur ○ ; she has/doesn't have it in her to do elle est capable/incapable de faire ; he will have it that il soutient que ; he won't have it that il n'admet pas que ; I've got it! je sais! ; let's be having you! hum à nous deux! ; and the ayes/noes have it les oui/non l'emportent, les voix pour/contre l'emportent ; to have it off ou away with sb ◑ GB s'envoyer en l'air avec qn ◑ ; the haves and the have-nots les riches et les pauvres ; …and what have you …etc ; there is no milk/there are no houses to be had on ne trouve pas de lait/de maisons ; are there any more to be had? est- ce qu'on en trouve encore? ; these are the best spectacles to be had ce sont les meilleures lunettes qu'on puisse trouver.■ have back:▶ have [sth] back, have back [sth] ( have returned) you can have it back tomorrow je te le rendrai demain ; when can I have my car/my money back? quand est-ce que tu me rends ma voiture/mon argent?■ have down:▶ have [sb] down inviter [person] ; to have sb down for the weekend inviter qn à passer le weekend à la maison.■ have in:▶ have [sb] in ( also have got) faire venir [doctor, priest] ; faire entrer [employee, neighbour] ; we've got decorators in at the moment en ce moment nous avons des décorateurs à la maison.■ have on:▶ have [sth] on, have on [sth] ( also have got) ( be wearing) porter [coat, skirt etc] ; to have nothing on ne rien avoir sur soi ;▶ have [sth] on ( be busy doing) avoir [qch] de prévu ; have you got anything on this evening? avez-vous quelque chose de prévu ce soir? ; I've got a lot on next week j'ai beaucoup de choses prévues la semaine prochaine ;▶ have sth on sb ( have evidence about) avoir des preuves contre qn ; the police have got nothing on me la police n'a aucune preuve contre moi.■ have out:▶ have [sth] out se faire enlever or arracher [tooth] ; to have one's appendix out se faire opérer de l'appendicite ; to have it out with sb s'expliquer avec qn.■ have over, have round:▶ have [sb] over inviter [person] ; to have sb over for the evening inviter qn à passer la soirée chez soi.■ have up ○:▶ to be had up être jugé (for pour). -
60 manche
many (Pl.); some (Pl.)* * *man·che(r, s)\manche Menschen sind einfach klüger als andere some people are simply cleverer than others2. adjektivisch, mit sing a lot of, many a\manches Los ist schwer zu ertragen many lots are difficult to endure3. adjektivisch, mit substantiviertem adj many [or a lot of]... things, quite a few\manches Gute much good4. substantivisch (einiges, vieles) many + pl vbich habe viele Freunde, aber \manche sehe ich nur selten I have a lot of friends, but some [of them] I only see rarely\manche Menschen many people; (bei Dingen) many [things]in \manchem (in einigem) in many respects, in much [or many] ofin \manchem sieht man keinen Sinn some things make no sense5. substantivisch (viele/einige Dinge)▪ \manches much/many, a lot ofes gibt \manches zwischen Himmel und Erde, was man sich nicht erklären kann there are many things between heaven and earth that cannot be explained▪ \mancher, der/ \manche, die many people [or a person] who\manche von meinen Schulfreunden sind heute schon tot many of my school friends have already passed away▪ \manches, was much [or a lot] of whatich habe schon \manches bereut, was ich im Leben gesagt habe I have come to regret a lot of the things I've said during my lifetime
См. также в других словарях:
tot lot — noun : a small playground for young children … Useful english dictionary
Lot-Et-Garonne — Administration … Wikipédia en Français
Lot-et-Garonne — Administration Pays … Wikipédia en Français
Lot-et-garonne — Administration … Wikipédia en Français
Lot et Garonne — Administration … Wikipédia en Français
Département de Lot-et-Garonne — Lot et Garonne Lot et Garonne Administration … Wikipédia en Français
Dundee Township Park District — The Dundee Township Park District provides park areas, open spaces, recreational facilities and services. The Park District serves the communities of Carpentersville, East Dundee, West Dundee, Sleepy Hollow, and portions of Elgin, Barrington… … Wikipedia
Hunters Creek, Florida — Infobox Settlement official name = Hunters Creek, Florida other name = native name = nickname = settlement type = CDP motto = imagesize = image caption = flag size = image seal size = image shield = shield size = image blank emblem = blank emblem … Wikipedia
Marlboro Township, New Jersey — Township Seal … Wikipedia
White Rock, New Mexico — Infobox Settlement official name = White Rock, New Mexico settlement type = CDP nickname = motto = imagesize = image caption = image imagesize = image caption = image mapsize = 250px map caption = Location of White Rock, New Mexico mapsize1 = map … Wikipedia
Playground — This article is about an area for play. For other uses, see Playground (disambiguation). Combination playground structure for small children; slides, climbers (stairs in this case), playhouse A playground or play area is a place with a specific… … Wikipedia