-
1 ongepast
1 [onfatsoenlijk] improper♦voorbeelden:1 ongepast voor een vrouw/man • not fitting for a woman/maneen ongepast verwijt • an uncalled-for reproach -
2 ongepast
♦voorbeelden:3 zich ergens ongepast voelen • se sentir mal à l'aise qp. -
3 ongepast
неуместный; неприличный, непристойный; неподобающий* * *прил.общ. неприличный, неуместный, непристойный -
4 ongepast
unpassend -
5 ongepast
adj. inappropriate, unbecoming, improper, unsuitable, not suited to, unseemly, unfitting, unbefitting, unseasonable, impertinent, inapposite, inconsecutive, ribald, ill placed, ill suited, fie fie--------adv. unsuitably -
6 ongepast
1. bn1) inconvenant2) déplacé3) mal à l'aise2. bw1) incongrûment2) mal à propos3) mal à l'aise -
7 ongepast
aykırı adj -
8 ongepast voor een vrouw/man
ongepast voor een vrouw/mannot fitting for a woman/manVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ongepast voor een vrouw/man
-
9 zich ergens ongepast voelen
zich ergens ongepast voelense sentir mal à l'aise qp. -
10 een ongepast verwijt
een ongepast verwijtVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een ongepast verwijt
-
11 neumjestan
ongepast -
12 ill-conditioned
ongepast -
13 facetious
adj. (ongepast) grappig, schertsend, zogenaamd leuk1 (ongepast) geestig ⇒ grappig, schertsend -
14 flip
adj. ongepast, brutaal--------n. zachte klap; worp; gooi; een onderbroken beweging; drankje van wijn en eieren--------v. opzij werpen; werpen (van een munt); maken van onderbroken bewegingen; gek worden (slang)flip1[ flip] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 tik ⇒ mep, (vinger)knip2 salto————————flip21 glad ⇒ ongepast, brutaal————————flip3〈 flipped〉2 boos worden ⇒ door het lint gaan, flippen♦voorbeelden:→ flip over flip over/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:→ flip over flip over/, flip through flip through/ -
15 improper
-
16 déplacé
déplacé [deeplaasee]1 verplaatst ⇒ verzet, verwijderd van zijn (gebruikelijke) plaats2 misplaatst ⇒ ongepast, tactloosadj1) verplaatst, verzet2) ongepast, onfatsoenlijk -
17 incongru
incongru [ẽkõgruu]1 ongepast ⇒ onbetamelijk, onwelvoeglijkadj1) ongepast, onbetamelijk2) ongemanierd -
18 indu
indu [ẽduu]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉♦voorbeelden:rentrer à des heures indues • bij nacht en ontij thuiskomenadj1) onbehoorlijk, ongepast2) ongegrond [juridisch] -
19 אָנפּאסן
onpasn || ónpasn [óngepast]примерить -
20 неподходящий
ongeschikt, niet passend, ongepast
Страницы