-
61 tijd
1 [als ononderbroken eenheid; tijdsduur] time2 [tijdstip; juiste/geschikte moment] time5 [taalkunde] tense♦voorbeelden:in de helft van de tijd • in half the timein een jaar tijd • (with)in a yearna bepaalde tijd • after some/a time, eventuallygeruime tijd • a considerable time, a good whilede hele tijd • all the time, the whole timeeen hele tijd geleden • quite a while agohet is hoog tijd om te vertrekken • it's high time we leften dat is hoog tijd ook! • and about time too!het is de hoogste tijd! • 〈 in kroeg〉 time, (gentlemen,) please!een tijd lang • for a while/timeik heb haar lange tijd niet gezien • I haven't seen her for/in ages/quite a whileeen lange/korte tijd duren • last a long/short timevoor onbepaalde tijd • indefinitely, for an indefinite periodsedert onheuglijke tijden • since time immemorial〈 sport〉 een scherpe tijd neerzetten • record/run a fast timevrije tijd • spare/free time, time off, leisure (time)waar blijft de tijd? • where's the time gone (to)?het zal mijn tijd wel duren • I won't be around to see ithet duurde een tijdje voor ze eraan gewend was • it was/took a while before/until she got used to itik ben niet aan tijd gebonden • I'm not pressed for timeik geef je vijf seconden de tijd • I'm giving you five secondsje moet jezelf de tijd geven • take your timeiemand de tijd geven/gunnen • give someone timezich de tijd niet gunnen (om) • not take the time (to)heb je even tijd? • have you got a moment/a sec?die tijd heb ik gehad • I'm past that now, I've been through thatgeen/genoeg tijd hebben om … • have no/enough time to …tijd genoeg hebben • have plenty of/enough timede tijd hebben • have timewe hebben hem een tijd niet gezien • we haven't seen him for a/some while/some timewe hebben de tijd aan onszelf • our time is our ownweinig tijd hebben • not have got much time, be pressed for timeje hebt nog 14 dagen de tijd • you've got 14 days lefttijd kosten • take timeals je geen tijd hebt, maak je maar tijd • if you haven't got time, make timede tijd nemen voor iets • take one's time about/over somethingtijd opnemen • record the timeer is geen tijd te verliezen • there's no time to lose/to be lostde tijd verstrijkt • time passesdat was me nog eens een tijd! • what a time that was!, those were the days!mijn tijd zit erop • ±I've done my stintin de baas zijn tijd • during/on the boss's timeuw tijd is om • your time is upbinnen afzienbare tijd • within the foreseeable futurebinnen niet al te lange tijd • (with)in the not too distant future, before (too) longbinnen de kortst mogelijke tijd • in (next to) no timehet heeft in tijden niet zo geregend • it hasn't rained like this for agesmet de tijd breidde de hongersnood zich uit • as time went on the famine spreaddit zal met de tijd wel beter gaan • it'll probably get better in timemet zijn tijd geen raad weten • have time on one's handsna korte tijd lukte het ons om … • we soon managed to …sinds enige tijd • for some time (past)een tijd van 11 seconden • a time of 11 secondshet is maar voor korte tijd • it's only for a short whilevoor de tijd van • for a period ofvorig jaar om dezelfde tijd • (at) the same time last yearde plaatselijke tijd • local timede tijd is rijp om … • the time is ripe to …heeft u de tijd ? • have you got the time?'t is allang tijd geweest • it's long past/ 〈 informeel〉way past/way over timeals de tijd daar is • when the time/day comesde tijd verdrijven/korten/doden • kill timeeindelijk! het werd tijd • at last! it was about time (too)!het wordt tijd dat … • it is (high) time that …〈 pregnant〉 het wordt mijn tijd • I must be off, it's time for me to gobij tijd en wijle • now and again/thenmorgen/gisteren om deze tijd • (about/ Aaround) this time tomorrow/yesterdaytijd om te eten/te slapen • time to eat/to go to bedop vaste tijden • at set/fixed timesnet op tijd • just in timeop tijd • in time 〈om iets te doen/voorkomen〉; on time 〈 volgens een bepaald tijdschema, afspraak e.d.〉de bussen lopen precies op tijd • the buses run to/on time/scheduleruim op tijd • with plenty of time to spareop tijd naar bed gaan • not go to bed latezij is over tijd • she's late with her period, her period's late/overduerond die tijd • around then/that timesinds korte tijd • recently, latelyte allen tijde • at all timeste zijner tijd • in due course, when appropriatetegen die tijd • by that time, by thenten tijde van hun huwelijk • at the time of their marriageten tijde van Hendrik VIII • in the days/time/age of Henry VIIIvan tijd tot tijd • from time to timevan die tijd af • from that time (on/onward(s), (ever), since (that time)een tijd van komen en een tijd van gaan • ±nothing lasts foreverwarm voor de tijd van het jaar • warm for the/this time of yearsterven voor zijn tijd • die before one's time/prematurelyje moet de eerste tijd nog rustig aandoen • to begin with/at first you must take it easyin minder dan geen tijd • in (less than) no timeeen tijdje • a whileveel tijd in beslag nemen • take up a lot of timetijd te kort komen • run out/run short of time3 betere tijden gekend hebben • have known better times/seen better dayseen dure tijd • a time/period when the cost of living is highgoede/slechte tijden • good/bad timesde laatste tijd • lately, recentlyhij heeft een moeilijke tijd gehad • he's been through/had a hard timede goede oude tijd • the good old daysdat is allemaal verleden tijd • that's all in the past/water under the bridgezijn (beste) tijd gehad hebben • be past one's best/prime, have seen better daysdie tijd is geweest/‘voorbij’ • those days are gone/past/overer is een tijd geweest dat … • there was a time when …niet met zijn tijd meegaan • be behind the timesde tijden zijn veranderd • times have changedbij tijden • at times/intervals(goed) bij de tijd zijn • be right up to date, be on the ballin tijden van oorlog • in times of warin deze/onze tijd • in these times, nowadaysin deze tijd van het jaar • at this time of (the) yearin vroeger tijd • in earlier times/the pastmet zijn tijd meegaan • keep up with/move with the timesuit de tijd raken • go/get/become out of date; become outdateddie muziek is uit de tijd • that music is out of date/old-fashioneddat was voor mijn tijd • that was before my time/daydat was voor die tijd heel ongebruikelijk • in/for those days it was most unusualvóór die tijd was het een klooster • it used to be/previously it was a monasteryvóór de tijd van de auto • before the era of the car5 de tegenwoordige/verleden tijd • the present/past tense〈 figuurlijk〉 dat is voltooid verleden tijd • that's over and done with, that's ancient history -
62 de
de [də]━━━━━━━━━1. preposition2. article━━━━━━━━━1. <━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━► Lorsque de fait partie d'une locution du type décider de, content de, de plus en plus, reportez-vous à l'autre mot.━━━━━━━━━━━━━━━━━a. (provenance) from• les voisins du 2e étage the neighbours on the 2nd floorc. (destination) tod. (appartenance) of━━━━━━━━━━━━━━━━━► Lorsque de sert à exprimer l'appartenance, il se traduit par of ; on préférera toutefois souvent le génitif lorsque le possesseur est une personne ou un animal.━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━► Après un pluriel se terminant par un s, l'apostrophe s'utilise sans s.━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━► On ajoute cependant le 's après un nom commun se terminant par ss.━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━► Dans le cas où le possesseur est une chose, l'anglais supprime parfois le 's.━━━━━━━━━━━━━━━━━• les romanciers du 20e siècle 20th-century novelistsf. (matière)━━━━━━━━━━━━━━━━━► En anglais, un nom en apposition sert souvent à décrire la matière dont quelque chose est fait.━━━━━━━━━━━━━━━━━• c'est de qui ? who is it by?i. ( = avec)━━━━━━━━━━━━━━━━━► Lorsque de signifie avec, au moyen de, à l'aide de, ou exprime la manière ou la cause, la traduction dépend du contexte ; reportez-vous à l'autre mot.━━━━━━━━━━━━━━━━━j. ( = par) il gagne 30 € de l'heure he earns 30 euros an hourk. ( = durant) de jour during the day• il est d'une bêtise ! he's so stupid!• tu as de ces idées ! you have the strangest ideas!• une pièce de 6 m2 a room 6 metres square• un chèque de 100 € a cheque for 100 euros► de... à from... to• de chez moi à la gare, il y a 5 km it's 5km from my house to the station2. <━━━━━━━━━━━━━━━━━► L'article de n'est souvent pas traduit mais il peut parfois être rendu par some.━━━━━━━━━━━━━━━━━• au déjeuner, nous avons eu du poulet we had chicken for lunch• c'est du vol ! that's robbery!b. (interrogation, hypothèse)━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━• accepteriez-vous de l'argent liquide ? would you take cash?• as-tu de l'argent ? have you got any money?• as-tu rencontré des randonneurs ? did you meet any hikers?• si tu achètes du vin, j'en prendrai aussi if you buy some wine, I'll buy some too━━━━━━━━━━━━━━━━━► Dans les offres polies, on utilise plus souvent some.━━━━━━━━━━━━━━━━━• voulez-vous des œufs ? would you like some eggs?• vous ne voulez vraiment pas de vin ? are you sure you don't want some wine?c. ► pas... de... not any... no...* * *(d' before vowel or mute h) də, d préposition1) ( indiquant l'origine) fromà 20 mètres de là — 20 metres [BrE] from there
un vin de Grèce — ( rapporté de là-bas) a wine from Greece; ( fait là-bas) a Greek wine
2) ( indiquant la progression)de...à, de...en — from...to
3) ( indiquant la destination) to4) ( indiquant la cause)5) ( indiquant la manière) in6) ( indiquant le moyen) with7) ( indiquant l'agent) by8) ( indiquant la durée)travailler de nuit/de jour — to work at night/during the day
9) (indiquant l'appartenance, la dépendance)le vin du tonneau — ( qui s'y trouve) the wine in the barrel; ( qu'on a tiré) the wine from the barrel
11) ( détermination par le contenu) of12) ( détermination par la quantité) ofune minute de silence — one minute of silence, a minute's silence
13) ( détermination par le lieu) of14) ( détermination par le temps) of15) (détermination par la dimension, la mesure)être long de 20 mètres — to be 20 metres [BrE] long
16) (détermination par la nature, fonction, matière)17) ( apposition) ofl'ourlet a deux centimètres de trop — the hem is two centimetres [BrE] too long
quelque chose/rien de nouveau — something/nothing new
c'est quelqu'un de célèbre — he's/she's famous
c'est ça de fait — (colloq) that's that out of the way
19) ( avec un infinitif)20) ( après un déverbal)21) ( après un superlatif) gén of; ( avec un lieu ou ensemble assimilé) in22) (colloq) (en corrélation avec le pronom un, une)pour une gaffe, c'en est une, de gaffe! — as blunders go, that was a real one!
23) ( dans une comparaison chiffrée) thanplus/moins de 10 — more/less than 10
••
Certains emplois de la préposition de sont traités ailleurs dans le dictionnaire, notammentlorsque de introduit le complément de verbes transitifs indirects comme douter de, jouer de, de verbes à double complément comme recevoir quelque chose de quelqu'un, de certains noms comme désir de, obligation de, de certains adjectifs comme fier de, plein delorsque de fait partie de locutions comme d'abord, de travers ou de composés comme chemin de fer, pomme de terreD'autres renvois essentiels apparaissent dans l'entrée ci-dessous, mais on se reportera également aux notes d'usage répertoriées pour certaines constructionsde article indéfini pluriel est traité avec un IL'article partitif: de, de l', de la, duLorsqu'il exprime une généralité non quantifiée ou une alternative, de, article partitif ne se traduit pas: manger de la viande/du lapin/des oeufs = to eat meat/rabbit/eggs; il ne boit jamais de vin = he never drinks wine; tu prends du café au petit déjeuner? = do you have coffee for breakfast?; voulez-vous de la bière ou du vin? = would you like beer or wine?; il ne veut pas de vin mais de la bière = he doesn't want wine, he wants beerLorsque l'idée de quantité est présente il se traduit par some ou any: achète de la bière/des bananes = buy some beer/some bananas; voulez-vous de la bière? = would you like some beer?; évidemment, tu leur as donné de l'argent? = of course, you gave them some money?; y a-t-il du soleil? = is there any sun?; il n'y a pas de soleil = there isn't any sun, there's no sun; il y a rarement du soleil = there's seldom any sun; il n'y a jamais de soleil = there's never any sun; il n'y a plus de vin = there isn't any more wineEt lorsque qu'il s'agit d'une partie déterminée d'un tout, il se traduit par some of ou any of: elle a mangé des gâteaux que j'ai achetés = she has eaten some of the cakes I bought; a-t-elle bu du vin que j'ai apporté? = did she drink any of the wine I brought?; je ne prendrai plus de ce mélange = I won't take any more of this mixture* * *de1. nm1) (à jouer) dice2) (dé à coudre) thimble2. dés nmpl1) (= jeu) dice, game of dice2) CUISINE* * *1 ( indiquant l'origine) from; leur départ/le train de Bruxelles their departure/the train from Brussels; il arrive du Japon he's just come from Japan; de la fenêtre, on peut voir… from the window, one can see…; à 20 mètres de là 20 metresGB from there; de ce moment fml from that moment; un enfant de mon premier mari/mariage a child by my first husband/from my first marriage; elle est de Taiwan she's from Taiwan; un vin de Grèce ( rapporté de là-bas) a wine from Greece; ( fait là-bas) a Greek wine; né de parents immigrés born of immigrant parents; il est de père italien et de mère chinoise his father is Italian and his mother Chinese; le bébé est de février the baby was born in February; de méfiant il est devenu paranoïaque he went from being suspicious to being paranoid; d'ici là between now and then; d'ici la fin du mois by the end of the month; ⇒ par;2 ( indiquant la progression) de…à, de…en from…to; de 8 à 10 heures from 8 to 10 (o'clock); de mardi à samedi, du mardi au samedi from Tuesday to Saturday; du matin au soir from morning till night; d'une semaine à l'autre from one week to the next; de Lisbonne à Berlin from Lisbon to Berlin; de l'équateur aux pôles from the equator to the poles; de ville en ville from town to town; d'heure en heure from hour to hour; de déception en désillusion from disappointment to disillusion; ⇒ Charybde, long, moins, moment, place, plus;3 ( indiquant la destination) to; le train de Paris the train to Paris, the Paris train;4 ( indiquant la cause) mourir de soif/de chagrin/d'une pneumonie to die of thirst/of a broken heart/of pneumonia; phobie de l'eau/la foule fear of water/crowds; des larmes de désespoir tears of despair; un hurlement de terreur a scream of terror; pleurer de rage to cry with rage; hurler de terreur to scream with terror; trembler de froid to shiver with cold; ⇒ joie;5 ( indiquant la manière) in; parler d'un ton monocorde to speak in a monotone; s'exprimer de manière élégante to express oneself in an elegant way; plaisanterie d'un goût douteux joke in dubious taste; tirer de toutes ses forces to pull with all one's might; il a répondu d'un geste obscène he answered with an obscene gesture; ⇒ beau, cœur, concert, mémoire, tac, trait;6 ( indiquant le moyen) with; pousser qch du pied to push sth aside with one's foot; soulever qch d'une main to lift sth with one hand; gravure/graver de la pointe d'un couteau engraving/to engrave with the point of a knife; suspendu des deux mains hanging by two hands; déjeuner/vivre de saucisses et de haricots to lunch/to live on sausages and beans; il a fait de sa chambre un bureau he made his bedroom into a study; ⇒ coup, coude;7 ( indiquant l'agent) by; un poème/dessin de Victor Hugo a poem/drawing by Victor Hugo; avoir un enfant de qn to have a child by sb; respecté de tous respected by all;8 ( indiquant la durée) travailler de nuit/de jour to work at night/during the day; ne rien faire de la journée/semaine to do nothing all day/week; de ma vie je n'avais vu ça I had never seen such a thing in my life; ⇒ temps;9 (indiquant l'appartenance, la dépendance) les chapeaux de Paul/de mon frère/de mes parents Paul's/my brother's/my parents' hats; les oreilles de l'ours/de mon chat the bear's/my cat's ears; la politique de leur gouvernement/de la France their government's/France's policy, the policy of their government/of France; un élève du professeur Talbin one of professor Talbin's students; l'immensité de l'espace/la mer the immensity of space/the sea; le toit de la maison the roof of the house; la porte de la chambre the bedroom door; les rideaux de la chambre sont sales the bedroom curtains are dirty; j'ai lavé les rideaux de la chambre I washed the bedroom curtains; le cadran du téléphone the dial on the telephone; c'est bien de lui it's just like him;10 ( détermination par le contenant) le foin de la grange the hay in the barn; le vin du tonneau ( qui s'y trouve) the wine in the barrel; ( qu'on a tiré) the wine from the barrel;11 ( détermination par le contenu) of; une tasse de café a cup of coffee; un sac de charbon a sack of coal;12 ( détermination par la quantité) of; cinq pages de roman five pages of a novel; deux mètres de tissu two metresGB of material; trois litres de vin three litresGB of wine; une minute de silence one minute of silence, a minute's silence; quatre heures de musique four hours of music; deux milliardièmes de seconde two billionths of a second; le quart de mes économies a quarter of my savings; la totalité or l'ensemble de leurs œuvres the whole of their works; les sept maisons du hameau the seven houses of the hamlet;13 ( détermination par le lieu) of; les pyramides d'Égypte the pyramids of Egypt; le roi de Brunéi the King of Brunei; le premier ministre du Japon the prime minister of Japan, the Japanese prime minister; le comte de Monte-Cristo the Count of Monte-Cristo;14 ( détermination par le temps) of; les ordinateurs de demain the computers of tomorrow; le 20 du mois the 20th of the month; la réunion de samedi Saturday's meeting; la réunion du 20 juin the meeting on 20 June; le train de 15 heures the 3 o'clock train; les ventes de juin the June sales;15 (détermination par la dimension, la mesure) un livre de 200 pages a 200-page book; un spectacle de deux heures a two-hour show; une grue de 50 tonnes a 50-tonne crane; être long de 20 mètres, avoir 20 mètres de long to be 20 metresGB long; 20 euros de l'heure 20 euros an hour; enceinte de trois mois three months' pregnant; on aura deux heures d'attente we'll have a two-hour wait; on aura deux heures de retard we'll be two hours late; trop lourd de trois kilos three kilos too heavy; plus/moins de trois more/less than three; elle est la plus âgée/jeune de deux ans she's the oldest/youngest by two years;16 (détermination par la nature, fonction, matière) un billet de train a train ticket; une statue de cristal a crystal statue; un livre de géographie a geography book; un professeur de botanique a botany teacher; un chapeau de cow-boy a cowboy hat; une salle de réunion a meeting room; une robe de coton rouge a red cotton dress; une bulle d'air/de savon an air/a soap bubble; un joueur de tennis a tennis player; un produit de qualité a quality product; un travail de qualité quality work; un spécialiste de l'électronique an electronics expert, an expert in electronics; un homme de bon sens a man of common sense; la théorie de la relativité the theory of relativity; ⇒ bois, laine;17 ( apposition) of; le mois de juillet the month of July; la ville de Singapour the city of Singapore; le titre de duc the title of duke; le nom de Flore the name Flore; le terme de quark the term quark;18 ( avec attribut du nom ou du pronom) trois personnes de tuées three people killed; une jambe de cassée a broken leg; un seul ticket de valable only one valid ticket; deux heures de libres two hours free; 200 euros de plus 200 euros more; l'ourlet a deux centimètres de trop the hem is two centimetresGB too long; ton imbécile de frère your stupid brother; quelque chose/rien de nouveau something/nothing new; je n'ai jamais rien vu de semblable I've never seen anything like it; c'est quelqu'un de célèbre he's/she's famous; c'est ça de fait○ that's that out of the way, that's that taken care of;19 ( avec un infinitif) de la voir ainsi me peinait seeing her like that upset me; ça me peinait de la voir ainsi it upset me to see her like that; et eux/toute la salle de rire and they/the whole audience laughed; être content de faire to be happy to do;20 ( après un déverbal) le filtrage de l'eau pose de gros problèmes filtering water poses big problems; le remplacement de la chaudière a coûté très cher replacing the boiler was very expensive;21 ( après un superlatif) gén of; ( avec un lieu ou ensemble assimilé) in; le plus jeune des trois frères the youngest of the three brothers; le roi des rois the king of kings; le plus grand restaurant de la ville the biggest restaurant in the town; le plus vieux de la classe/famille the oldest in the class/family;22 ○(en corrélation avec le pronom un, une) pour une gaffe, c'en est une, de gaffe! as blunders go, that was a real one!; est-ce que j'en ai une, moi, de voiture? and me, have I got a car?;23 ( dans une comparaison chiffrée) than; plus/moins de 10 more/less than 10.[də] (devant voyelle ou 'h' muet d' [d], contraction de 'de' avec 'le' du [dy], contraction de 'de' avec 'les' des [de]) prépositionA.[INDIQUANT L'ORIGINE, LE POINT DE DÉPART]1. [indiquant la provenance] fromil a sorti un lapin de son chapeau he produced ou pulled a rabbit out of his hat2. [à partir de]de quelques fleurs des champs, elle a fait un bouquet she made a posy out of ou from a few wild flowers3. [indiquant l'auteur] by4. [particule]B.[DANS LE TEMPS]1. [à partir de] from2. [indiquant le moment]de jour during the ou by dayle train de 9 h 30 the 9.30 train[depuis]de longtemps, on n'avait vu cela such a thing hadn't been seen for a long timeC.[INDIQUANT LA CAUSE]mourir de peur/de faim to die of fright/of hungerse tordre de douleur/de rire to be doubled up in pain/with laughterD.[INDIQUANT LE MOYEN, L'INSTRUMENT]E.[INDIQUANT LA MANIÈRE]F.[AVEC DES NOMBRES, DES MESURES]1. [emploi distributif]50 euros de l'heure 50 euros per ou an hour2. [introduisant une mesure]un moteur de 15 chevaux a 15 h.p. engine3. [indiquant une différence dans le temps, l'espace, la quantité]G.[INDIQUANT L'APPARTENANCE]la maison de mes parents/Marie my parents'/Marie's houseles pays de l'UE the countries in the EU, the EU countriespour les membres du club for members of the club ou club membersH.[MARQUANT LA DÉTERMINATION]1. [indiquant la matière, la qualité, le genre etc.]elle est d'un snob! she is so snobbish!, she's such a snob!2. [indiquant le contenu, le contenant]a. [récipient] a flowerpotb. [fleurs] a pot of flowers3. [dans un ensemble]4. [avec une valeur emphatique]I.[SERVANT DE LIEN SYNTAXIQUE]1. [après un verbe]parler de quelque chose to speak about ou of something2. [après un substantif]3. [après un adjectif]4. [après un pronom]5. [devant un adjectif, participe ou adverbe]restez une semaine de plus stay (for) one more ou an extra week6. [introduisant un nom en apposition]7. [indiquant le sujet d'un ouvrage]‘De l'art d'être mère’ ‘The Art of Being a Mother’8. (littéraire) [introduisant un infinitif]————————[də] (devant voyelle ou 'h' muet d' [d], contraction de 'de' avec 'le' du [dy], contraction de 'de' avec 'les' des [de]) article partitif1. [dans une affirmation]c'est de la provocation/de l'entêtement! it's sheer provocation/pig-headedness!chanter du Fauré to sing some Fauré ou a piece by Fauré[dans une interrogation][dans une négation]il n'y a pas de place there's no room, there isn't any room2. [exprimant une comparaison]ça c'est du Julien tout craché ou du pur Julien that's Julien all over, that's typical of Julien————————[də] (devant voyelle ou 'h' muet d' [d], contraction de 'de' avec 'le' du [dy], contraction de 'de' avec 'les' des [de]) article défini[dans une affirmation]il a de bonnes idées he has ou he's got (some) good ideas[dans une négation]————————de... à locution correlative1. [dans l'espace] from... to2. [dans le temps] from... toa. [progressivement] from one minute to the nextb. [bientôt] any minute ou time now3. [dans une énumération] from... to4. [dans une évaluation]————————de... en locution correlative1. [dans l'espace] from... to2. [dans le temps]le nombre d'étudiants augmente d'année en année the number of students is getting bigger by the year ou every year ou from one year to the next3. [dans une évolution]de déduction en déduction, il avait trouvé le coupable he'd deduced who the culprit was -
63 AT
I) prep.A. with dative.I. Of motion;1) towards, against;Otkell laut at Skamkatli, bowed down to S.;hann sneri egginni at Ásgrími, turned the edge against A.;2) close atup to;Brynjólfr gengr alit at honum, quite up to him;þeir kómust aldri at honum, they could never get near him, to close quarters with him;3) to, at;koma at landi, to come to land;ganga at dómi, to go into court;ganga at stræti, to walk along the street;dreki er niðr fór at ánni (went down the river) fyrir strauminum;refr dró hörpu at ísi, on the ice;5) denoting hostility;renna (sœkja) at e-m, to rush at, assault;gerði þá at þeim þoku mikla, they were overtaken by a thick fog;6) around;vefja motri at höfði sér, to wrap a veil round one’s head;bera grjót at e-m, to heap stones upon the body;7) denoting business, engagement;ríða at hrossum, at sauðum, to go looking after horses, watching sheep;fara at landskuldum, to go collecting rents.II. Of position, &c.;1) denoting presence at, near, by, upon;at kirkju, at church;at dómi, in court;at lögbergi, at the hill of laws;2) denoting participation in;vera at veizlu, brullaupi, to be at a banquet, wedding;vera at vígi, to be an accessory in man-slaying;3) ellipt., vera at, to be about, to be busy at;kvalararnir, er at vóru at pína hann, who were tormenting him;var þar at kona nökkur at binda (was there busy dressing) sár manna;4) with proper names of places (farms);konungr at Danmörku ok Noregi, king of;biskup at Hólum, bishop of Holar;at Helgafelli, at Bergþórshváli;5) used ellipt. with a genitive, at (a person’s) house;at hans (at his house) gisti fjölmenni mikit;at Marðar, at Mara’s home;at hins beilaga Ólafs konungs, at St. Olave’s church;at Ránar, at Ran’s (abode).III. Of time;1) at, in;at upphafi, at first, in the beginning;at skilnaði, at parting, when they parted;at páskum, at Easter;at kveldi, at eventide;at þinglausnum, at the close of the Assembly;at fjöru, at the ebb;at flœðum, at the floodtide;2) adding ‘komanda’ or ‘er kemr’;at ári komanda, next year;at vári, er kemr, next spring;generally with ‘komanda’ understood;at sumri, hausti, vetri, vári, next summer, &c.;3) used with an absolute dative and present or past part.;at sér lifanda, duing his lifetime;at öllum ásjándum, in the sight of all;at áheyranda höfðingjanum, in the hearing of the chief;at upprennandi sólu, at sunrise;at liðnum sex vikum, after six weeks are past;at honum önduðum, after his death;4) denoting uninterrupted succession, after;hverr at öðrum, annarr at öðrum, one after another;skildu menn at þessu, thereupon, after this;at því (thereafter) kómu aðrar meyjar.IV. fig. and in various uses;1) to, into, with the notion of destruction or change;brenna (borgina) at ösku, to burn to ashes;verða at ormi, to become a snake;2) for, as;gefa e-t at gjöf, as a present;eiga e-n at vin, to have one as friend;3) by;taka sverð at hjöltum, by the hilt;draga út björninn at hlustunum, by the ears;kjósa at afli, álitum, by strength, appearrance;4) as regards as to;auðigr at fé, wealthy in goods;vænn (fagr) at áliti, fair of face;5) as a law term, on the grounds of, by reason of;ryðja ( to challenge) dóm at mægðum, kvið at frændsemi;6) as a paraphrase of a genitive;faðir, móðir at barni (= barns, of a child);aðili at sök = aðili sakar;7) with adjectives denoting colour, size, age, of;hvítr, svartr, rauðr at lit, while, black, red of colour;mikill, lítill at stœrð, vexti, tall, small of stature;tvítugr at aldri, twenty years of age;kýr at fyrsta, öðrum kálfi, a cow that has calved once, twice;8) determining the source from which anything comes, of, from;Ari nam ok marga frœði at Þuríði (from her);þiggja, kaupa, geta, leigja e-t at e-m, to receive, buy, obtain, borrow a thing from one;hafa veg (virðing) styrk at e-m, to derive honour, power, from one;9) according, to, after (heygðr at fornum sið);at ráði allra vitrustu manna, by the advice of;at landslögum, by the law of the land;at vánum, as was to be expected;at leyfi e-s, by one’s leave;10) in adverbial phrases;gróa (vera grœddr) at heilu, to be quite healed;bíta af allt gras at snøggu, quite bare;at fullu, fully;at vísu, surely;at frjálsu, freely;at eilífu, for ever and ever;at röngu, at réttu, wrongly, rightly;at líku, at sömu, equally, all the same;at mun, at ráði, at marki, to a great extent.B. with acc., after, upon (= eptir);sonr á at taka arf at föður sinn, to take the inheritance after his father;eiga féránsdóm at e-n, to hold a court of execution upon a person;at þat (= eptir þat), after that, thereafter;connected with a past part. or a., at Gamla fallinn, after the fall of Gamli;at Hrungni dauðan, upon the death of Hrungnir.1) as the simple mark of the infinitive, to;at ganga, at ríða, at hlaupa, to walk, to ride, to run;2) in an objective sense;hann bauð þeim at fara, sitja, he bade (ordered) them to go, sit;gefa e-m at eta, at drekka, to give one to eat, to drink;3) denoting design or purpose, in order to (hann gekk í borg at kaupa silfr).1) demonstrative particle before a comparative, the, all the, so much the;hón grét at meir, she wept the more;þykkir oss at líkara, all the more likely;þú ert maðr at verri (so much the worse), er þú hefir þetta mælt;2) rel. pron., who, which, that (= er);þeir allir, at þau tíðindi heyrðu, all those who heard;sem þeim er títt, at ( as is the custom of those who) kaupferðir reka.conj., that;1) introducing a subjective or objective clause;þat var einhverju sinni, at Höskuldr hafði vinaboð, it happened once that H.;vilda ek, at þú réðist austr í fjörðu, I should like you to go;svá mikill lagamaðr, at, so great a lawyer, that;3) with subj., denoting end or purpose, in order that (skáru þeir fyrir þá (viz. hestana) melinn, at þeir dœi eigi af sulti);4) since, because, as (= því at);5) connected with þó, því, svá;þó at (with subj.), though, although;því at, because, for;svá at, so that;6) temp., þá at (= þá er), when;þegar at (= þegar er), as soon as;þar til at (= þar til er), until, till;áðr at (= á. en), before;7) used superfluously after an int. pron. or adv.;Ólafr spurði, hvern styrk at hann mundi fá honum, what help he was likely to give him;in a relative sense; með fullkomnum ávexti, hverr at (which) þekkr ok þægiligr mun verða.V)negative verbal suffix, = ata; var-at, was not.odda at, Yggs at, battle.* * *1.and að, prep., often used ellipt. dropping the case and even merely as an adverb, [Lat. ad; Ulf. at = πρός and παρά, A. S. ät; Engl. at; Hel. ad = apud; O. H. G. az; lost in mod. Germ., and rare in Swed. and Dan.; in more freq. use in Engl. than any other kindred language, Icel. only excepted]:—the mod. pronunciation and spelling is að (aþ); this form is very old, and is found in Icel. vellum MSS. of the 12th century, e. g. aþ, 623. 60; yet in earlier times it was sounded with a tenuis, as we may infer from rhymes, e. g. jöfurr hyggi at | hve ek yrkja fat, Egill: Sighvat also makes it rhyme with a t. The verse by Thorodd—þar vastu at er fjáðr klæðið þvat (Skálda 162)—is hardly intelligible unless we accept the spelling with an aspirate (að), and say that þvað is = þvá = þváði, lavabat; it may be that by the time of Thorodd and Ari the pure old pronunciation was lost, or is ‘þvat’ simply the A. S. þvât, secuit? The Icelanders still, however, keep the tenuis in compounds before a vowel, or before h, v, or the liquids l, r, thus—atyrða, atorka, athöfn, athugi, athvarf, athlægi; atvinna, atvik; atlaga, atlíðanði ( slope), atriði, atreið, atróðr: but aðdjúpr, aðfinsla (critic), aðferð, aðkoma, aðsókn, aðsúgr (crowding), aðgæzla. In some words the pronunciation is irregular, e. g. atkvæði not aðkv-; atburðr, but aðbúnaðr; aðhjúkran not athjúkran; atgörvi not aðgörfi. At, to, towards; into; against; along, by; in regard to; after.Mostly with dat.; rarely with acc.; and sometimes ellipt.—by dropping the words ‘home,’ ‘house,’ or the like—with gen.WITH DAT.A. LOC.I. WITH MOTION; gener. the motion to the borders, limits of an object, and thus opp. to frá:1. towards, against, with or without the notion of arrival, esp. connected with verbs denoting motion (verba movendi et eundi), e. g. fara, ganga, koma, lúta, snúa, rétta at…; Otkell laut at Skamkatli, O. louted (i. e. bowed down) towards S., Nj. 77, Fms. xi. 102; sendimaðrinn sneri ( turned) hjöltum sverðsins at konungi, towards the king, i. 15; hann sneri egginni at Ásgrími, turned the edge towards A., Nj. 220; rétta e-t at e-m, to reach, hand over, Ld. 132; ganga at, to step towards, Ísl. ii. 259.2. denoting proximity, close up to, up to; Brynjólfr gengr … allt at honum, B. goes quite up to him, Nj. 58; Gunnarr kom þangat at þeim örunum, G. reached them even there with his arrows, 115; þeir kómust aldri at honum, they could never get near him, to close quarters, id.; reið maðr at þeim (up to them), 274; þeir höfðu rakit sporin allt at ( right up to) gammanum, Fms. i. 9; komu þeir at sjó fram, came down to the sea, Bárð. 180.3. without reference to the space traversed, to or at; koma at landi, to land, Ld. 38, Fms. viii. 358; ríða at dyrum, Boll. 344; hlaupa at e-m, to run up to, run at, Fms. vii. 218, viii. 358; af sjáfarganginum er hann gekk at landinu, of the surf dashing against the shore, xi. 6; vísa ólmum hundi at manni, to set a fierce hound at a man, Grág. ii. 118; leggja e-n at velli, to lay low, Eg. 426, Nj. 117; hníga at jörðu, at grasi, at moldu, to bite the dust, to die, Njarð. 378; ganga at dómi, a law term, to go into court, of a plaintiff, defendant, or bystander, Nj. 87 (freq.)4. denoting a motion along, into, upon; ganga at stræti, to walk along the street, Korm. 228, Fms. vii. 39; at ísi, on the ice, Skálda 198, Fms. vii. 19, 246, viii. 168, Eb. 112 new Ed. (á is perh. wrong); máttu menn ganga bar yfir at skipum einum, of ships alone used as a bridge, Fas. i. 378; at höfðum, at nám, to trample on the slain on the battle-field, Lex. Poët.; at ám, along the rivers; at merkiósum, at the river’s mouth, Grág. ii. 355; at endilöngu baki, all along its back, Sks. 100.5. denoting hostility, to rush at, assault; renna at, hlaupa at, ganga, fara, ríða, sækja, at e-m, (v. those words), whence the nouns atrenna, athlaup, atgangr, atför, atreið, atsókn, etc.β. metaph., kom at þeim svefnhöfgi, deep sleep fell on them, Nj. 104. Esp. of weather, in the impers. phrase, hríð, veðr, vind, storm görir at e-m, to be overtaken by a snow storm, gale, or the like; görði þá at þeim þoku mikla, they were overtaken by a thick fog, Bárð. 171.6. denoting around, of clothing or the like; bregða skikkju at höfði sér, to wrap his cloak over his head, Ld. 62; vefja motri at höfði sér, to wrap a snood round her head, 188; sauma at, to stick, cling close, as though sewn on; sauma at höndum sér, of tight gloves, Bs. i. 453; kyrtill svá þröngr sem saumaðr væri at honum, as though it were stitched to him, Nj. 214; vafit at vándum dreglum, tight laced with sorry tags, id.; hosa strengd fast at beini, of tight hose, Eg. 602; hann sveipar at sér iðrunum ok skyrtunni, he gathers up the entrails close to him and the skirt too, Gísl. 71; laz at síðu, a lace on the side, to keep the clothes tight, Eg. 602.β. of burying; bera grjót at einum, to heap stones upon the body, Eg. 719; var gör at þeim dys or grjóti, Ld. 152; gora kistu at líki, to make a coffin for a body, Eb. 264, Landn. 56, Ld. 142.γ. of summoning troops or followers; stefna at sér mönnum, to summon men to him, Nj. 104; stefna at sér liði, Eg. 270; kippa mönnum at sér, to gather men in haste, Ld. 64.7. denoting a business, engagement; ríða at hrossum, at sauðum, to go looking after after horses, watching sheep, Glúm. 362, Nj. 75; fara at fé, to go to seek for sheep, Ld. 240; fara at heyi, to go a-haymaking, Dropl. 10; at veiðum, a-hunting; at fuglum, a-fowling; at dýrum, a-sbooting; at fiski, a-fishing; at veiðiskap, Landn. 154, Orkn. 416 (in a verse), Nj. 25; fara at landskuldum, to go a-collecling rents, Eg. 516; at Finnkaupum, a-marketing with Finns, 41; at féföngum, a-plundering, Fms. vii. 78; ganga at beina, to wait on guests, Nj. 50; starfa at matseld, to serve at table, Eb. 266; hitta e-n at nauðsynjum, on matters of business; at máli, to speak with one, etc., Fms. xi. 101; rekast at e-m, to pursue one, ix. 404; ganga at liði sér, to go suing for help, Grág. ii. 384.β. of festivals; snúa, fá at blóti, veizlu, brullaupi, to prepare for a sacrificial banquet, wedding, or the like, hence at-fangadagr, Eb. 6, Ld. 70; koma at hendi, to happen, befall; ganga at sínu, to come by one’s own, to take it, Ld. 208; Egill drakk hvert full er at honum kom, drained every horn that came to him, Eg. 210; komast at keyptu, to purchase dearly, Húv. 46.8. denoting imaginary motion, esp. of places, cp. Lat. spectare, vergere ad…, to look or lie towards; horfði botninn at höfðanum, the bight of the bay looked toward the headland, Fms. i. 340, Landn. 35; also, skeiðgata liggr at læknum, leads to the brook, Ísl. ii. 339; á þann arminn er vissi at sjánum, on that wing which looked toward the sea, Fms. viii. 115; sár þau er horft höfðu at Knúti konungi, xi. 309.β. even connected with verbs denoting motion; Gilsáreyrr gengr austan at Fljótinu, G. extends, projects to F. from the east, Hrafh. 25; hjá sundi því, er at gengr þingstöðinni, Fms. xi. 85.II. WITHOUT MOTION; denoting presence at, near, by, at the side of, in, upon; connected with verbs like sitja, standa, vera…; at kirkju, at church, Fms. vii. 251, K. f). K. 16, Ld. 328, Ísl. ii. 270, Sks. 36; vera at skála, at húsi, to be in, at home, Landn. 154; at landi, Fms. i. 82; at skipi, on shipboard, Grág. i. 209, 215; at oldri, at a banquet, inter pocula; at áti, at dinner, at a feast, inter edendum, ii. 169, 170; at samförum ok samvistum, at public meetings, id.; at dómi, in a court; standa (to take one’s stand) norðan, sunnan, austan, vestan at dómi, freq. in the proceedings at trials in lawsuits, Nj.; at þingi, present at the parliament, Grág. i. 142; at lögbergi, o n the hill of laws, 17, Nj.; at baki e-m, at the back of.2. denoting presence, partaking in; sitja at mat, to sit at meat, Fms. i. 241; vera at veizlu, brullaupi, to be at a banquet, nuptials, Nj. 51, Ld. 70: a law term, vera at vígi, to be an accessory in manslaying, Nj. 89, 100; vera at e-u simply means to be about, be busy in, Fms. iv. 237; standa at máli, to stand by one in a case, Grág. ii. 165, Nj. 214; vera at fóstri, to be fostered, Fms. i. 2; sitja at hégóma, to listen to nonsense, Ld. 322; vera at smíð, to be at one’s work, Þórð. 62: now absol., vera at, to go on with, be busy at.3. the law term vinna eið at e-u has a double meaning:α. vinna eið at bók, at baugi, to make an oath upon the book by laying the band upon it, Landn. 258, Grág., Nj.; cp. Vkv. 31, Gkv. 3. 3, Hkv. 2. 29, etc.: ‘við’ is now used in this sense.β. to confirm a fact (or the like) by an oath, to swear to, Grág. i. 9, 327.γ. the law phrase, nefna vátta at e-u, of summoning witnesses to a deed, fact, or the like; nefna vátta at benjum, to produce evidence, witnesses as to the wounds, Nj., Grág.; at görð, Eg. 738; at svörum, Grág. i. 19: this summoning of witnesses served in old lawsuits the same purpose as modern pleadings and depositions; every step in a suit to be lawful must be followed by such a summoning or declaration.4. used ellipt., vera at, to be about, to be busy at; kvalararnir er at vóru at pína hann, who were tormenting him; þar varstu at, you were there present, Skálda 162; at várum þar, Gísl. (in a verse): as a law term ‘vera at’ means to be guilty, Glúm. 388; vartattu at þar, Eg. (in a verse); hence the ambiguity of Glum’s oath, vask at þar, I was there present: var þar at kona nokkur ( was there busy) at binda sár manna, Fms. v. 91; hann var at ok smíðaði skot, Rd. 313; voru Varbelgir at ( about) at taka af, þau lög …, Fms. ix. 512; ek var at ok vafk, I was about weaving, xi. 49; þeir höfðu verit at þrjú sumur, they had been busy at it for three summers, x. 186 (now very freq.); koma at, come in, to arrive unexpectedly; Gunnarr kom at í því, G. came in at that moment; hvaðan komtú nú at, whence did you come? Nj. 68, Fms. iii. 200.5. denoting the kingdom or residence of a king or princely person; konungr at Danmörk ok Noregi, king of…, Fms. i. 119, xi. 281; konungr, jarl, at öllum Noregi, king, earl, over all N., íb. 3, 13, Landn. 25; konungr at Dyflinni, king of Dublin, 25; but í or yfir England!, Eg. 263: cp. the phrase, sitja at landi, to reside, of a king when at home, Hkr. i. 34; at Joini, Fms. xi. 74: used of a bishop; biskup at Hólum, bishop of Hólar, Íb. 18, 19; but biskup í Skálaholti, 19: at Rómi, at Rome, Fbr. 198.6. in denoting a man’s abode (vide p. 5, col. 1, l. 27), the prep. ‘at’ is used where the local name implies the notion of by the side of, and is therefore esp. applied to words denoting a river, brook, rock, mountain, grove, or the like, and in some other instances, by, at, e. g. at Hofi (a temple), Landn. 198; at Borg ( a castle), 57; at Helgafelli (a mountain), Eb. constantly so; at Mosfelli, Landn. 190; at Hálsi (a hill), Fms. xi. 22; at Bjargi, Grett. 90; Hálsum, Landn. 143; at Á ( river), 296, 268; at Bægisá, 212; Giljá, 332; Myrká, 211; Vatnsá, id.; þverá, Glúm. 323; at Fossi (a ‘force’ or waterfall), Landn. 73; at Lækjamoti (waters-meeting), 332; at Hlíðarenda ( end of the lithe or hill), at Bergþórshváli, Nj.; at Lundi (a grove), at Melum (sandhill), Landn. 70: the prep. ‘á’ is now used in most of these cases, e. g. á Á, á Hofi, Helgafelli, Felli, Hálsi, etc.β. particularly, and without any regard to etymology, used of the abode of kings or princes, to reside at; at Uppsölum, at Haugi, Alreksstöðum, at Hlöðum, Landn., Fms.γ. konungr lét kalla at stofudyrum, the king made a call at the hall door, Eg. 88; þeir kölluðu at herberginu, they called at the inn, Fms. ix. 475.7. used ellipt. with a gen., esp. if connected with such words as gista, to be a guest, lodge, dine, sup (of festivals or the like) at one’s home; at Marðar, Nj. 4; at hans, 74; þingfesti at þess bóanda, Grág. i. 152; at sín, at one’s own home, Eg. 371, K. Þ. K. 62; hafa náttstað at Freyju, at the abode of goddess Freyja, Eg. 603; at Ránar, at Ran’s, i. e. at Ran’s house, of drowned men who belong to the queen of the sea, Ran, Eb. 274; at hins heilaga Ólafs konungs, at St. Olave’s church, Fms. vi. 63: cp. ad Veneris, εις Κίμωνος.B. TEMP.I. at, denoting a point or period of time; at upphafi, at first, in the beginning, Ld. 104; at lyktum, at síðustu, at lokum, at last; at lesti, at last, Lex. Poët., more freq. á lesti; at skilnaði, at parting, at last, Band. 3; at fornu, in times of yore, formerly, Eg. 267, D. I. i. 635; at sinni, as yet, at present; at nýju, anew, of present time; at eilífu, for ever and ever; at skömmu, soon, shortly, Ísl. ii. 272, v. l.II. of the very moment when anything happens, the beginning of a term; denoting the seasons of the year, months, weeks, the hours of the day; at Jólum, at Yule, Nj. 46; at Pálmadegi, on Palm Sunday, 273; at Páskum, at Easter; at Ólafsvöku, on St. Olave’s eve, 29th of July, Fms.; at vetri, at the beginning of the winter, on the day when winter sets in, Grág. 1. 151; at sumarmálum, at vetrnáttum; at Tvímánaði, when the Double month (August) begins, Ld. 256, Grág. i. 152; at kveldi, at eventide, Eg. 3; at því meli, at that time; at eindaga, at the term, 395; at eykð, at 4 o’clock p. m., 198; at öndverðri æfi Abra hams, Ver. II; at sinni, now at once, Fms. vi. 71; at öðruhverju, every now and then.β. where the point of time is marked by some event; at þingi, at the meeting of parliament (18th to the 24th of June), Ld. 182; at féránsdómi, at the court of execution, Grág. i. 132, 133; at þinglausnum, at the close of the parliament (beginning of July), 140; at festarmálum, eðr at eiginorði, at betrothal or nuptials, 174; at skilnaði, when they parted, Nj. 106 (above); at öllum minnum, at the general drinking of the toasts, Eg. 253; at fjöru, at the ebb; at flæðum, at flood tide, Fms. viii. 306, Orkn. 428; at hrörum, at an inquest, Grág. i. 50 (cp. ii. 141, 389); at sökum, at prosecutions, 30; at sinni, now, as yet, v. that word.III. ellipt., or adding ‘komanda’ or ‘er kemr,’ of the future time:1. ellipt., komanda or the like being understood, with reference to the seasons of the year; at sumri, at vetri, at hausti, at vári, next summer, winter…, Ísl. ii. 242; at miðju sumri, at ári, at Midsummer, next year, Fas. i. 516; at miðjum vetri, Fms. iv. 237,2. adding ‘komanda’ or ‘er kemr;’ at ári komanda, Bárð. 177; at vári er kemr, Dipl. iii. 6.IV. used with an absolute dat. and with a pres. part.:1. with pres. part.; at morni komanda, on the coming morrow, Fms. i. 263; at sér lifanda, in vivo, in his life time, Grág. ii. 202; at þeim sofundum, illis dormientibus, Hkr. i. 234; at öllum ásjándum, in the sight of all, Fms. x. 329; at úvitanda konungi, illo nesciente, without his knowledge, 227; at áheyranda höfðingjanum, in the chief’s bearing, 235.2. of past time with a past part. (Lat. abl. absol.); at hræjum fundnum, on the bodies being found, Grág. ii. 87; at háðum dómum ok föstu þingi, during the session, the courts being set, i. 484; at liðnum sex vikum, after six weeks past, Band. 13; at svá búnu, so goru, svá komnu, svá mæltu (Lat. quibus rebus gestis, dictis, quo facto, dicto, etc.), v. those words; at úreyndu, without trial, without put ting one to the test, Ld. 76; at honum önduðum, illo mortuo.3. ellipt. without ‘at;’ en þessum hlutum fram komnum, when all this has been done, Eb. 132.V. in some phrases with a slight temp, notion; at görðum gildum, the fences being strong, Gþl. 387; at vörmu spori, at once, whilst the trail is warm; at úvörum, unawares, suddenly, Nj. 95, Ld. 132; at þessu, at this cost, on that condition, Eb. 38, Nj. 55; at illum leiki, to have a narrow escape, now við illan leik, Fms. ix. 473; at því, that granted, Grág. ii. 33: at því, at pessu, thereafter, thereupon, Nj. 76.2. denoting succession, without interruption, one after another; hverr at öðrum, annarr maðr at öðrum, aðrir at öðrum; eina konu at annarri, Eg. 91, Fms. ii. 236, vi. 25, Bs. i. 22, 625. 80, H. E. i. 522.C. METAPH. and in various cases:I. denoting a transformation or change into, to, with the notion of destruction; brenna at ösku, at köldum kolum, to burn to ashes, to be quite destroyed, Fms. i. 105, Edda 3, Sturl. ii. 51: with the notion of transformation or transfiguration, in such phrases as, verða at e-u, göra e-t at e-u, to turn it into:α. by a spell; verða at ormi, to become a snake, Fms. xi. 158; at flugdrekum, Gullþ. 7; urðu þau bönd at járni, Edda 40.β. by a natural process it can often be translated by an acc. or by as; göra e-n at urðarmanni, to make him an outlaw, Eg. 728; græða e-n at orkumlamanni, to heal him so as to maim him for life, of bad treatment by a leech, Eb. 244: in the law terms, sár görist at ben, a wound turning into a ben, proving to be mortal, Grág., Nj.; verða at ljúgvætti, to prove to be a false evidence, Grág. i. 44; verða at sætt, to turn into reconciliation, Fms. i. 13; göra e-t at reiði málum, to take offence at, Fs. 20; at nýjum tíðindum, to tell as news, Nj. 14; verða fátt at orðum, to be sparing of words, 18; kveðr (svá) at orði, to speak, utter, 10; verða at þrifnaði, to geton well, Fms. vii. 196: at liði, at skaða, to be a help or hurt to one; at bana, to cause one’s death, Nj. 223, Eg. 21, Grág. ii. 29: at undrum, at hlátri, to become a wonder, a laughing-stock, 623. 35, Eg. 553.II. denoting capacity, where it may be translated merely by as or for; gefa at Jólagjöf, to give for a Christmas-box, Eg. 516; at gjöf, for a present; at erfð, at láni, launum, as an inheritance, a loan; at kaupum ok sökum, for buying and selling, Ísl. ii. 223, Grág. i. 423; at solum, ii. 204; at herfangi, as spoil or plunder; at sakbótum, at niðgjöldum, as a compensation, weregeld, i. 339, ii. 171, Hkr. ii. 168; taka at gíslingu, to take as an hostage, Edda 15; eiga e-n at vin, at óvin, to have one as friend or foe, illt er at eiga þræl at eingavin, ‘tis ill to have a thrall for one’s bosom friend (a proverb), Nj. 77; fæða, eiga, at sonum (syni), to beget a son, Edda 8, Bs. i. 60 (but eiga at dóttur cannot be said); hafa möttul at yfirhöfn, Fms. vii. 201; verða nökkut at manni (mönnum), to turn out to be a worthy man; verða ekki at manni, to turn out a worthless person, xi. 79, 268.2. in such phrases as, verða at orðum, to come towards, Nj. 26; var þat at erindum, Eg. 148; hafa at veizlum, to draw veizlur ( dues) from, Fms. iv. 275, Eg. 647; gora e-t at álitum, to take it into consideration, Nj. 3.III. denoting belonging to, fitting, of parts of the whole or the like; vóru at honum (viz. the sword) hjölt gullbúin, the sword was ornamented with a hilt of gold, Ld. 330; umgörð at ( belonging to) sverði, Fs. 97 (Hs.) in a verse; en ef mór er eigi at landinu, if there be no turf moor belonging to the land, Grág. ii. 338; svá at eigi brotnaði nokkuð at Orminum, so that no harm happened to the ship Worm, Fms. x. 356; hvatki er meiðir at skipinu eðr at reiðinu eðr at viðum, damage done t o …, Grág. ii. 403; lesta ( to injure) hús at lásum, við eðr torfi, 110; ef land hefir batnað at húsum, if the land has been bettered as to its buildings, 210; cp. the phrase, göra at e-u, to repair: hamlaðr at höndum eðr fótum, maimed as to hands or feet, Eg. 14; heill at höndum en hrumr at fótum, sound in band, palsied in foot, Fms. vii. 12; lykill at skrá, a key belonging, fitting, to the latch; hurð at húsi; a key ‘gengr at’ ( fits) skrá; and many other phrases. 2. denoting the part by which a thing is held or to which it belongs, by; fá, taka at…, to grasp by …; þú tókt við sverði hans at hjöltunum, you took it by the bill, Fms. i. 15; draga út björninn at hlustum, to pull out the bear by the ears, Fas. ii. 237; at fótum, by the feet, Fms. viii. 363; mæla ( to measure) at hrygg ok at jaðri, by the edge or middle of the stuff, Grág. i. 498; kasta e-m at höfði, head foremost, Nj. 84; kjósa e-n at fótum, by the feet alone, Edda 46; hefja frændsemi at bræðrum, eða at systkynum, to reckon kinship by the brother’s or the sister’s side, Grág. i. 28; kjósa at afli, at álitum, by strength, sight, Gs. 8, belongs rather to the following.IV. in respect of, as regards, in regard to, as to; auðigr at fé, wealthy of goods, Nj. 16, 30, 51; beztir hestar at reið, the best racehorses, 186; spekingr at viti, a man of great intellect, Ld. 124; vænn (fagr) at áliti, fair of face, Nj. 30, Bs. i. 61; kvenna vænst at ásjónu ok vits munum, of surpassing beauty and intellect, Ld. 122; fullkominn at hyggju, 18; um fram aðra menn at vinsældum ok harðfengi, of surpassing popularity and hardihood, Eb. 30.2. a law term, of challenging jurors, judges, or the like, on account of, by reason of; ryðja ( to challenge) at mægðum, guðsifjum, frændsemi, hrörum …; at leiðarlengd, on account of distance, Grág. i. 30, 50, Nj. (freq.)3. in arithm. denoting proportion; at helmingi, þriðjungi, fjórðungi, tíunda hluta, cp. Lat. ex asse, quadrante, for the half, third… part; máttr skal at magni (a proverb), might and main go together, Hkr. ii. 236; þú munt vera at því mikill fræðimaðr á kvæði, in the same proportion, as great, Fms. vi. 391, iii. 41; at e-s hluta, at… leiti, for one’s part, in turn, as far as one is con cerned, Grág. i. 322, Eg. 309, Fms. iii. 26 (freq.): at öðrum kosti, in the other case, otherwise (freq.) More gener., at öllu, öngu, in all (no) respects; at sumu, einhverju, nokkru, partly; at flestu, mestu, chiefly.4. as a paraphrase of a genitive; faðir, móðir at barni (= barns); aðili at sök (= sakar a.); morðingi at barni (= barns), faðerni at barni (barns); illvirki at fé manna (cp. Lat. felo de se), niðrfall at sökum (saka), land gangr at fiskum (fiska), Fms. iv. 274, Grág. i. 277, 416, N. G. L. i. 340, K. Þ. K. 112, Nj. 21.5. the phrase ‘at sér,’ of himself or in himself, either ellipt. or by adding the participle görr, and with the adverbs vel, ilia, or the like; denoting breeding, bearing, endowments, character …; væn kona, kurteis ok vel at sér, an accomplished, well-bred, gifted lady, Nj. I; vitr maðr ok vel at sér, a wise man and thoroughly good in feeling and bearing, 5; þú ert maðr vaskr ok vel at þér, 49; gerr at sér, accomplished, 51; bezt at sér görr, the finest, best bred man, 39, Ld. 124; en þó er hann svá vel at sér, so generous, Nj. 77; þeir höfðingjar er svá vóru vel at sér, so noble-minded, 198, Fms. i. 160: the phrase ‘at sér’ is now only used of knowledge, thus maðr vel að sér means clever, a man of great knowledge; illa að sér, a blockhead.6. denoting relations to colour, size, value, age, and the like; hvitr, svartr, grár, rauðr … at lit, white, swarthy, gray, red … of colour, Bjarn. 55, 28, Ísl. ii. 213, etc.; mikill, lítill, at stærð, vexti, tall, small of size, etc.; ungr, gamall, barn, at aldri, young, old, a child of age; tvítugr, þrítugr … at aldri, twenty, thirty … years of age (freq.): of animals; kyr at fyrsta, öðrum … kálfi, a cow having calved once, twice…, Jb. 346: value, amount, currency of money, kaupa e-t at mörk, at a mark, N. G. L. 1. 352; ok er eyririnn at mörk, amounts to a mark, of the value of money, Grág. i. 392; verðr þá at hálfri murk vaðmála eyrir, amounts to a half a mark, 500.β. metaph. of value, connected with verbs denoting to esteem, hold; meta, hafa, halda at miklu, litlu, vettugi, engu, or the like, to hold in high or low esteem, to care or not to care for (freq.): geta e-s at góðu, illu, öngu, to mention one favourably, unfavourably, indifferently … (freq.), prop. in connection with. In many cases it may be translated by in; ekki er mark at draumum, there is no meaning in dreams, no heed is to be paid to dreams, Sturl. ii. 217; bragð er at þá barnið finnr, it goes too far, when even a child takes offence (a proverb): hvat er at því, what does it mean? Nj. 11; hvert þat skip er vöxtr er at, any ship of mark, i. e. however small, Fms. xi. 20.V. denoting the source of a thing:1. source of infor mation, to learn, perceive, get information from; Ari nam ok marga fræði at Þuríði, learnt as her pupil, at her hands, as St. Paul at the feet of Gamaliel, (just as the Scotch say to speer or ask at a person); Ari nam at Þorgeiri afraðskoll, Hkr. (pref.); nema kunnáttu at e-m, used of a pupil, Fms. i. 8; nema fræði at e-m, xi. 396.2. of receiving, acquiring, buying, from; þiggja e-t at e-m, to receive a thing at his hands, Nj. 51; líf, to be pardoned, Fms. x. 173; kaupa land at e-m, to buy it from, Landn. 72, Íb. II, (now af is more freq. in this sense); geta e-t at e-m, to obtain, procure at one’s hands, impetrare; þeirra manna er þeir megu þat geta at, who are willing to do that, Grág. i. I; heimta e-t at e-m (now af), to call in, demand (a debt, money), 279; fala e-t at e-m (now af), to chaffer for or cheapen anything, Nj. 73; sækja e-t at e-m, to ask, seek for; sækja heilræði ok traust at e-m, 98; leiga e-t at e-m (now af), to borrow, Grág. ii. 334; eiga e-t (fé, skuld) at e-m, to be owed money by any one, i. 399: metaph. to deserve of one, Nj. 113; eiga mikit at e-m, to have much to do with, 138; hafa veg, virðing, styrk, at, to derive honour, power from, Fms. vi. 71, Eg. 44, Bárð. 174; gagn, to be of use, Ld. 216; mein, tálma, mischief, disadvantage, 158, 216, cp. Eg. 546; ótta, awe, Nj. 68.VI. denoting conformity, according to, Lat. secundum, ex, after; at fornum sið, Fms. i. 112; at sögn Ara prests, as Ari relates, on his authority, 55; at ráði allra vitrustu manna, at the advice of, Ísl. ii. 259, Ld. 62; at lögum, at landslögum, by the law of the land, Grág., Nj.; at líkindum, in all likelihood, Ld. 272; at sköpum, in due course (poet.); at hinum sama hætti, in the very same manner, Grág. i. 90; at vánum, as was to be expected, Nj. 255; at leyfi e-s, by one’s leave, Eg. 35; úlofi, Grág. ii. 215; at ósk, vilja e-s, as one likes…; at mun, id. (poet.); at sólu, happily (following the course of the sun), Bs. i. 70, 137; at því sem …, as to infer from …, Nj. 124: ‘fara, láta, ganga at’ denotes to yield, agree to, to comply with, give in, Ld. 168, Eg. 18, Fms. x. 368.VII. in phrases nearly or quite adverbial; gróa, vera græddr, at heilu, to be quite healed, Bárð. 167, Eb. 148; bíta at snöggu, to bite it bare, Fms. xi. 6; at þurru, till it becomes dry, Eb. 276; at endilöngu, all along, Fas. ii; vinnast at litlu, to avail little, 655 x. 14; at fullu, fully, Nj. 257, Hkr. i. 171; at vísu, of a surety, surely, Ld. 40; at frjálsu, freely, 308; at líku, at sömu, equally, all the same, Hom. 80, Nj. 267; at röngu, wrongly, 686 B. 2; at hófi, temperately, Lex. Poët.; at mun, at ráði, at marki, to a great extent; at hringum, utterly, all round, (rare), Fms. x. 389; at einu, yet, Orkn. 358; svá at einu, því at einu, allt at einu, yet, however, nevertheless.VIII. connected with comparatives of adverbs and adjectives, and strengthening the sense, as in Engl. ‘the,’ so much the more, all the more; ‘at’ heldr tveimr, at ek munda gjarna veita yðr öllum, where it may be translated by so much the more to two, as I would willingly grant it to all of you; hon grét at meir, she grat (wept) the more, Eg. 483; þykir oss at líkara, all the more likely, Fms. viii. 6; þess at harðari, all the harder, Sturl. iii. 202 C; svá at hinn sé bana at nær, Grág. ii. 117; at auðnara, at hólpnara, the more happy, Al. 19, Grett. 116 B; þess at meiri, Fms. v. 64; auvirðismaðr at meiri, Sturl. ii. 139; maðr at vaskari, id.; at feigri, any the more fey, Km. 22; maðr at verri, all the worse, Nj. 168; ok er ‘at’ firr…, at ek vil miklu heldr, cp. Lat. tantum abest… ut, Eg. 60.β. following after a negation; eigi at síðr, no less, Nj. 160, Ld. 146; eigi… at meiri maðr, any better, Eg. 425, 489; erat héra at borgnara, any the better off for that, Fms. vii. 116; eigi at minni, no less for that, Edda (pref.) 146; eigi at minna, Ld. 216, Fms. ix. 50; ekki at verri drengr, not a bit worse for that, Ld. 42; er mér ekki son minn at bættari, þótt…, 216; at eigi vissi at nær, any more, Fas. iii. 74.IX. following many words:1. verbs, esp. those denoting, a. to ask, enquire, attend, seek, e. g. spyrja at, to speer (ask) for; leita at, to seek for; gæta, geyma at, to pay attention to; huga, hyggja at; hence atspurn, to enquire, aðgæzla, athugi, attention, etc.β. verbs denoting laughter, play, joy, game, cp. the Engl. to play at …, to laugh at …; hlæja, brosa at e-u, to laugh, smile at it; leika (sér) at e-u, to play at; þykja gaman at, to enjoy; hæða, göra gys at …, to make sport at …γ. verbs denoting assistance, help; standa, veita, vinna, hjálpa at; hence atstoð, atvinna, atverk:—mode, proceeding; fara at, to proceed, hence atför and atferli:—compliance; láta, fara at e-u, v. above:— fault; e-t er at e-u, there is some fault in it, Fms. x. 418; skorta at e-u, to fall short of, xi. 98:—care, attendance; hjúkra at, hlýja at, v. these words:—gathering, collecting; draga, reiða, flytja, fá at, congerere:—engagement, arrival, etc.; sækja at, to attack; ganga at, vera at, to be about; koma at, ellipt. to arrive: göra at, to repair: lesta at, to impair (v. above); finna at, to criticise (mod.); telja at, id.: bera at, to happen; kveða at e-m, to address one, 625. 15, (kveða at (ellipt.) now means to pronounce, and of a child to utter (read) whole syllables); falla at, of the flood-tide (ellipt.): metaph. of pains or straits surrounding one; þreyngja, herða at, to press hard: of frost and cold, with regard to the seasons; frjósa at, kólna at, to get really cold (SI. 44), as it were from the cold stiffening all things: also of the seasons themselves; hausta, vetra að, when the season really sets in; esp. the cold seasons, ‘sumra at’ cannot be used, yet we may say ‘vára að’ when the spring sets in, and the air gets mild.δ. in numberless other cases which may partly be seen below.2. connected ellipt. with adverbs denoting motion from a place; norðan, austan, sunnan, vestan at, those from the north, east…; utan at, innan at, from the outside or inside.3. with adjectives (but rarely), e. g. kærr, elskr, virkr (affectionate), vandr (zealous), at e-m; v. these words.WITH ACC.TEMP.: Lat. post, after, upon, esp. freq. in poetry, but rare in prose writers, who use eptir; nema reisi niðr at nið (= maðr eptir mann), in succession, of erecting a monument, Hm. 71; in prose, at þat. posthac, deinde, Fms. x. 323, cp. Rm., where it occurs several times, 2, 6, 9, 14, 18, 24, 28, 30, 35; sonr á at taka arf at föður sinn, has to take the inheritance after his father, Grág. i. 170 new Ed.; eiga féránsdóm at e-n, Grág. i. 89; at Gamla fallinn, after the death of G., Fms. x. 382; in Edda (Gl.) 113 ought to be restored, grét ok at Oð, gulli Freyja, she grat (wept) tears of gold for her lost husband Od. It is doubtful if it is ever used in a purely loc. sense; at land, Grág. (Sb.)ii. 211, is probably corrupt; at hönd = á hönd, Grág. (Sb.) i. 135; at mót = at móti, v. this word.☞ In compounds (v. below) at- or að- answers in turn to Lat. ad- or in- or con-; atdráttr e. g. denotes collecting; atkoma is adventus: it may also answer to Lat. ob-, in atburðr = accidence, but might also be compared with Lat. occurrere.2.and að, the mark of the infinitive [cp. Goth. du; A. S. and Engl. to; Germ. zu]. Except in the case of a few verbs ‘at’ is always placed immediately before the infinitive, so as to be almost an inseparable part of the verb.I. it is used either,1. as, a simple mark of the infinitive, only denoting an action and independent of the subject, e. g. at ganga, at hlaupa, at vita, to go, to run, to know; or,2. in an objective sense when following such verbs as bjóða segja…, to invite, command …; hann bauð þeim at ganga, at sitja, be bade, ordered them to go, sit, or the like; or as gefa and fá; gefa e-m at drekka, at eta, to give one to drink or to eat, etc. etc.β. with the additional notion of intention, esp. when following verba cogitandi; hann ætlaði, hafði í hyggju at fara, he had it in his mind to go (where ‘to go’ is the real object to ætlaði and hafði í hyggju).3. answering to the Gr. ινα, denoting intention, design, in order to; hann gékk í borg at kaupa silfr, in order to buy, Nj. 280; hann sendi riddara sína með þeim at varðveita þær, 623. 45: in order to make the phrase more plain, ‘svá’ and ‘til’ are frequently added, esp. in mod. writers, ‘svá at’ and contr. ‘svát’ (the last however is rare), ‘til at’ and ‘til þess at,’ etc.II. in the earlier times the infin., as in Greek and Lat., had no such mark; and some verbs remain that cannot be followed by ‘at;’ these verbs are almost the same in Icel. as in Engl.:α. the auxiliary verbs vil, mun ( μέλλω), skal; as in Engl. to is never used after the auxiliaries shall, will, must; ek vil ganga, I will go; ek mun fara, (as in North. E.) I mun go; ek skal göra þat, I shall do that, etc.β. the verbs kunna, mega, as in Engl. I can or may do, I dare say; svá hygginn at hann kunni fyrir sökum ráða, Grág. ii. 75; í öllu er prýða má góðan höfðingja, Nj. 90; vera má, it may be; vera kann þat, id.: kunnu, however, takes ‘at’ whenever it means to know, and esp. in common language in phrases such as, það kann að vera, but vera kann þat, v. above.γ. lata, biðja, as in Engl. to let, to bid; hann lét (bað) þá fara, he let (bade) them go.δ. þykkja, þykjast, to seem; hann þykir vera, he is thought to be: reflex., hann þykist vera, sibi videtur: impers., mér þykir vera, mibi videtur, in all cases without ‘at.’ So also freq. the verbs hugsa, hyggja, ætla, halda, to think, when denoting merely the act of thinking; but if there be any notion of intention or purpose, they assume the ‘at;’ thus hann ætlaði, hugði, þá vera góða menn, he thought them to be, acc. c. inf.; but ætlaði at fara, meant to go, etc.ε. the verbs denoting to see, bear; sjá, líta, horfa á … ( videre); heyra, audire, as in Engl. I saw them come, I heard him tell, ek sá þá koma, ek heyrði hann tala.ζ. sometimes after the verbs eiga and ganga; hann gékk steikja, be went to roast, Vkv. 9; eiga, esp. when a mere periphrasis instead of skal, móður sína á maðr fyrst fram færa (better at færa), Grág. i. 232; á þann kvið einskis meta, 59; but at meta, id. l. 24; ráða, nema, göra …, freq. in poetry, when they are used as simple auxiliary verbs, e. g. nam hann sér Högna hvetja at rúnum, Skv. 3. 43.η. hljóta and verða, when used in the sense of must (as in Engl. he must go), and when placed after the infin.of another verb; hér muntu vera hljóta, Nj. 129; but hljóta at vera: fara hlýtr þú, Fms. 1. 159; but þú hlýtr at fara: verða vita, ii. 146; but verða at vita: hann man verða sækja, þó verðr (= skal) maðr eptir mann lifa, Fms. viii. 19, Fas. ii. 552, are exceptional cases.θ. in poetry, verbs with the verbal neg. suffix ‘-at,’ freq. for the case of euphony, take no mark of the infinitive, where it would be indispensable with the simple verb, vide Lex. Poët. Exceptional cases; hvárt sem hann vill ‘at’ verja þá sök, eða, whatever he chooses, either, Grág. i. 64; fyrr viljum vér enga kórónu at bera, en nokkut ófrelsi á oss at taka, we would rather bear no crown than …, Fms. x. 12; the context is peculiar, and the ‘at’ purposely added. It may be left out ellipt.; e. g. þá er guð gefr oss finnast (= at finnast), Dipl. ii. 14; gef honum drekka (= at drekka), Pr. 470; but mostly in unclassical writers, in deeds, or the like, written nastily and in an abrupt style.3.and að, conj. [Goth. þatei = οτι; A. S. þät; Engl. that; Germ, dass; the Ormul. and Scot. at, see the quotations sub voce in Jamieson; in all South-Teutonic idioms with an initial dental: the Scandinavian idioms form an exception, having all dropped this consonant; Swed. åt, Dan. at]. In Icel. the Bible translation (of the 16th century) was chiefly based upon that of Luther; the hymns and the great bulk of theol. translations of that time were also derived from Germany; therefore the germanised form það frequently appears in the Bible, and was often employed by theol. authors in sermons since the time of the Reformation. Jón Vidalin, the greatest modern Icel. preacher, who died in 1720, in spite of his thoroughly classical style, abounds in the use of this form; but it never took root in the language, and has never passed into the spoken dialect. After a relative or demonstr. pronoun, it freq. in mod. writers assumes the form eð, hver eð, hverir eð, hvað eð, þar eð. Before the prep. þú (tu), þ changes into t, and is spelt in a single word attú, which is freq. in some MS.;—now, however, pronounced aððú, aððeir, aððið …, = að þú…, with the soft Engl. th sound. It gener. answers to Lat. ut, or to the relat. pron. qui.I. that, relative to svá, to denote proportion, degree, so…, that, Lat. tam, tantus, tot…, ut; svá mikill lagamaðr, at…, so great a lawyer, that…, Nj. 1; hárið svá mikit, at þat…, 2; svá kom um síðir því máli, at Sigvaldi, it came so far, that…, Fms. xi. 95, Edda 33. Rarely and unclass., ellipt. without svá; Bæringr var til seinn eptir honum, at hann … (= svá at), Bær. 15; hlífði honum, at hann sakaði ekki, Fas. iii. 441.II. it is used,1. with indic, in a narrative sense, answering partly to Gr. οτι, Lat. quod, ut, in such phrases as, it came to pass, happened that …; þat var einhverju sinni, at Höskuldr hafði vinaboð, Nj. 2; þat var á palmdrottinsdag, at Ólafr konungr gékk út um stræti, Fms. ii. 244.2. with subj. answering to Lat. acc. with infin., to mark the relation of an object to the chief verb, e. g. vilda ek at þú réðist, I wished that you would, Nj. 57.β. or in an oblique sentence, answering to ita ut…; ef svá kann verða at þeir láti…, if it may be so that they might…, Fms. xi. 94.γ. with a subj. denoting design, answering to ϊνα or Lat. ut with subj., in order that; at öll veraldar bygðin viti, ut sciat totus orbis, Stj.; þeir skáru fyrir þá melinn, at þeir dæi eigi af sulti, ut ne fame perirent, Nj. 265; fyrsti hlutr bókarinnar er Kristindómsbálkr, at menn skili, in order that men may understand, Gþl. p. viii.III. used in connection with conjunctions,1. esp. þó, því, svá; þó at freq. contr. þótt; svát is rare and obsolete.α. þóat, þótt (North. E. ‘thof’), followed by a subjunctive, though, although, Lat. etsi, quamquam (very freq.); þóat nokkurum mönnum sýnist þetta með freku sett… þá viljum vér, Fms. vi. 21: phrases as, gef þú mér þó at úverðugri, etsi indignae (dat.), Stj. MS. col. 315, are unclass., and influenced by the Latin: sometimes ellipt. without ‘þó,’ eigi mundi hón þá meir hvata göngu sinni, at (= þóat) hon hraeddist bana sinn, Edda 7, Nj. 64: ‘þó’ and ‘at’ separated, svarar hann þó rétt, at hann svari svá, Grág. i. 23; þó er rétt at nýta, at hann sé fyrr skorinn, answering to Engl. yet—though, Lat. attamen —etsi, K. Þ. K.β. því at, because, Lat. nam, quia, with indic.; því at allir vóru gerfiligir synir hans, Ld. 68; því at af íþróttum verðr maðr fróðr, Sks. 16: separated, því þegi ek, at ek undrumst, Fms. iii. 201; því er þessa getið, at þat þótti, it i s mentioned because …, Ld. 68.γ. svá at, so that, Lat. ut, ita ut; grátrinn kom upp, svá at eingi mátti öðrum segja, Edda 37: separated, so … that, svá úsvúst at …, so bad weather, that, Bs. i. 339, etc.2. it is freq. used superfluously, esp. after relatives; hver at = hverr, quis; því at = því, igitur; hverr at þekkr ok þægiligr mun verða, Fms. v. 159; hvern stvrk at hann mundi fá, 44; ek undrumst hvé mikil ógnarraust at liggr í þér, iii. 201; því at ek mátti eigi þar vera elligar, því at þar var kristni vel haldin, Fas. i. 340.IV. as a relat. conj.:1. temp, when, Lat. quum; jafnan er ( est) mér þá verra er ( quum) ek fer á braut þaðan, en þá at ( quum) ek kem, Grett. 150 A; þar til at vér vitum, till we know, Fms. v. 52; þá at ek lýsta (= þá er), when, Nj. 233.2. since, because; ek færi yðr (hann), at þér eruð í einum hrepp allir, because of your being all of the same Rape, Grág. i. 260; eigi er kynlegt at ( though) Skarphéðinn sé hraustr, at þat er mælt at…, because (since) it is a saying that…, Nj. 64.V. in mod. writers it is also freq. superfluously joined to the conjunctions, ef að = ef, si, (Lv. 45 is from a paper MS.), meðan að = meðan, dum; nema að, nisi; fyrst að = fyrst, quoniam; eptir að, síðan að, postquam; hvárt að = hvárt, Lat. an. In the law we find passages such as, þá er um er dæmt eina sök, at þá eigu þeir aptr at ganga í dóminn, Grág. i. 79; ef þing ber á hina helgu viku, at þat á eigi fyrir þeim málum at standa, 106; þat er ok, at þeir skulu reifa mál manna, 64; at þeir skulu með váttorð þá sök sækja, 65: in all these cases ‘at’ is either superfluous or, which is more likely, of an ellipt. nature, ‘the law decrees’ or ‘it is decreed’ being understood. The passages Sks. 551, 552, 568, 718 B, at lokit (= at ek hefi lokit), at hugleitt (= at ek hefi h.), at sent (= at ek hefi sent) are quite exceptional.4.and að, an indecl. relat. pronoun [Ulf. þatei = ος, ος αν, οστις, οσπερ, οιος, etc.; Engl. that, Ormul. at], with the initial letter dropped, as in the conj. at, (cp. also the Old Engl. at, which is both a conj. and a pronoun, e. g. Barbour vi. 24 in Jamieson: ‘I drede that his gret wassalage, | And his travail may bring till end, | That at men quhilc full litil wend.’ | ‘His mestyr speryt quhat tithings a t he saw.’—Wyntoun v. 3. 89.) In Icel. ‘er’ (the relat. pronoun) and ‘at’ are used indifferently, so that where one MS. reads ‘er,’ another reads ‘at,’ and vice versâ; this may easily be seen by looking at the MSS.; yet as a rule ‘er’ is much more freq. used. In mod. writers ‘at’ is freq. turned into ‘eð,’ esp. as a superfluous particle after the relative pron. hverr (hver eð, hvað eð, hverir eð, etc.), or the demonstr. sá (sá eð, þeir eð, hinir eð, etc.):—who, which, that, enn bezta grip at ( which) hafði til Íslands komið, Ld. 202; en engi mun sá at ( cui) minnisamara mun vera, 242; sem blótnaut at ( quae) stærst verða, Fms. iii. 214; þau tiðendi, at mér þætti verri, Nj. 64, etc. etc.5.n. collision (poët.); odda at, crossing of spears, crash of spears, Höfuðl. 8.6.the negative verbal suffix, v. -a. -
64 when
1. adverb1) (at what time) wannthat was when I intervened — das war der Moment, wo ich eingriff
2) (at which)the day when... — der Tag, an dem od. (ugs.) wo/(with past tense) als...
2. conjunctiondo you remember [the time] when we... — erinnerst du dich daran, wie wir...
when [I was] young — als ich jung war; in meiner Jugend
when in doubt — im Zweifelsfall
when cleaning the gun — beim Putzen des Gewehrs
when speaking French — wenn ich/sie usw. Französisch spreche/spricht usw.
2) (whereas)why do you go abroad when it's cheaper here? — warum fährst du ins Ausland, wo es doch hier billiger ist?
I received only £5 when I should have got £10 — ich bekam nur 5 Pfund, hätte aber 10 Pfund bekommen sollen
3) (considering that) wennhow can I finish it when you won't help? — wie soll ich es fertig machen, wenn du nicht hilfst?
4) (and at that moment) als3. pronounby/till when...? — bis wann...?
from/since when...? — ab/seit wann...?
but that was yesterday, since when things have changed — aber das war gestern, und inzwischen hat sich manches geändert
* * *1. [wen] adverb(at what time(?): When did you arrive?; When will you see her again?; I asked him when the incident had occurred; Tell me when to jump.) wann2. [wən, wen] conjunction1) ((at or during) the time at which: It happened when I was abroad; When you see her, give her this message; When I've finished, I'll telephone you.) als; wenn2) (in spite of the fact that; considering that: Why do you walk when you have a car?) wenn•- academic.ru/81941/whence">whence- whenever* * *[(h)wen]\when do you want to go? wann möchtest du gehen?\when's the baby due? wann hat sie Geburtstermin?to tell sb \when to do sth jdm sagen, wann er/sie etw tun sollsince \when...? seit wann...?until \when...? wie lange...?\when is it OK to cross the road? — when the little green man is lit up wann darf man die Straße überqueren? — wenn das kleine grüne Männchen aufleuchtetwhen is it OK to cross the road? — \when the little green man is lit up wann darf man die Straße überqueren? — wenn das kleine grüne Männchen aufleuchtetthe week between Christmas and New Year is \when we carry out an inventory in der Woche zwischen Weihnachten und Neujahr machen wir eine InventurMarch is the month \when the monsoon arrives im März kommt der Monsunthis is one of those occasions \when I could wring his neck dies ist eine der Gelegenheiten, wo ich ihm den Hals umdrehen könnteshe was only twenty \when she had her first baby sie war erst zwanzig, als sie das erste Kind bekamSaturday is the day \when I get my hair done samstags lasse ich mir immer die Haare machenthere are times \when... es gibt Momente [o Augenblicke], wo...II. conj1. (at, during the time) alsI used to love that film \when I was a child als Kind liebte ich diesen FilmI loved maths \when I was at school in der Schule liebte ich Mathe2. (after) wennhe was quite shocked \when I told him er war ziemlich schockiert, als ich es ihm erzähltecall me \when you've finished ruf mich an, wenn du fertig bist3. (whenever) wennI hate it \when there's no one in the office ich hasse es, wenn niemand im Büro ist4. (and just then) alsI was just getting into the bath \when the telephone rang ich stieg gerade in die Badewanne, als das Telefon läutete5. (considering that) wennhow can you say you don't like something \when you've never even tried it? wie kannst du sagen, dass du etwas nicht magst, wenn du es nie probiert hast?6. (although) obwohlI don't understand how he can say that everything's fine \when it's so obvious that it's not ich verstehe nicht, wie er sagen kann, dass alles in Ordnung ist, wenn doch offensichtlich was nicht stimmt* * *[wen]1. adv1) (= at what time) wann... since when he has been here —... und seitdem ist er hier
2)at the time when — zu der Zeit, zu der or als or da (liter) or wo (inf)
he wrote last week, up till when I had heard nothing from him — er schrieb letzte Woche und bis dahin hatte ich nichts von ihm gehört
in 1960, up till when he... —
during the time when he was in Germany — während der Zeit, als or wo or die (inf) er in Deutschland war
2. conj1) wenn; (with past reference) alsyou can go when I have finished — du kannst gehen, sobald or wenn ich fertig bin
he did it when young — er tat es in seiner Jugend
2) (+gerund) beim; (= at or during which time) wobeibe careful when crossing the road — seien Sie beim Überqueren der Straße vorsichtig, seien Sie vorsichtig, wenn Sie über die Straße gehen
the PM is coming here in May, when he will... — der Premier kommt im Mai hierher und wird dann...
3) (= although, whereas) wo... dochwhy do you do it that way when it would be much easier like this? — warum machst du es denn auf die Art, wo es doch so viel einfacher wäre?
* * *when [wen; hwen]A adv1. (fragend) wann:when did it happen?;2. (relativ) als, wo, da:the day when der Tag, an dem oder als;the time when it happened die Zeit, in oder zu der es geschah;the years when we were poor die Jahre, als wir arm waren;there are occasions when es gibt Gelegenheiten, woB konj1. wann:she doesn’t know when to be silent2. (damals, zu der Zeit oder in dem Augenblick,) als:when (he was) young, he lived in M.;we were about to start when it began to rain wir wollten gerade fortgehen, als es zu regnen anfing oder da fing es zu regnen an;he broke a leg when skiing er brach sich beim Skifahren ein Bein;3. (dann,) wenn:when it is very cold, you like to stay at home wenn es sehr kalt ist, bleibt man gern(e) zu Hause;when due bei Fälligkeit4. (immer) wenn, sobald, sooft:5. (ausrufend) wenn:when I think what I have done for her! wenn ich daran denke, was ich für sie getan habe!6. woraufhin, und dann:we explained it to him, when he at once consented7. während, obwohl, wo … (doch), da … doch:why did you tell her, when you knew it would hurt her? warum hast du es ihr gesagt, wo du (doch) wusstest, es würde ihr wehtun?C pron1. wann, welche Zeit:from when does it date? aus welcher Zeit stammt es?2. (relativ) welcher Zeitpunkt, wann:they left us on Wednesday, since when we have heard nothing sie verließen uns am Mittwoch, und seitdem haben wir nichts mehr von ihnen gehört;till when und bis dahinD s meist pl Wann n:the whens and wheres of sth das Wann und Wo einer Sache* * *1. adverb1) (at what time) wannsay when — (coll.): (pouring drink) sag halt
that was when I intervened — das war der Moment, wo ich eingriff
2) (at which)the time when... — die Zeit, zu der od. (ugs.) wo/(with past tense) als...
the day when... — der Tag, an dem od. (ugs.) wo/(with past tense) als...
2. conjunctiondo you remember [the time] when we... — erinnerst du dich daran, wie wir...
1) (at the time that) als; (with present or future tense) wennwhen [I was] young — als ich jung war; in meiner Jugend
when speaking French — wenn ich/sie usw. Französisch spreche/spricht usw.
2) (whereas)why do you go abroad when it's cheaper here? — warum fährst du ins Ausland, wo es doch hier billiger ist?
I received only £5 when I should have got £10 — ich bekam nur 5 Pfund, hätte aber 10 Pfund bekommen sollen
3) (considering that) wennhow can I finish it when you won't help? — wie soll ich es fertig machen, wenn du nicht hilfst?
4) (and at that moment) als3. pronounby/till when...? — bis wann...?
from/since when...? — ab/seit wann...?
but that was yesterday, since when things have changed — aber das war gestern, und inzwischen hat sich manches geändert
* * *adv.als adv.sobald adv.wann adv.wenn adv.während adv. -
65 time
time [taɪm]━━━━━━━━━━━━━━━━━1. noun3. compounds━━━━━━━━━━━━━━━━━1. nouna. temps m• have you got time to wait for me? est-ce que tu as le temps de m'attendre ?• the letter was in my pocket all the time la lettre était dans ma poche depuis le début► in good time ( = with time to spare) en avance• let me know in good time prévenez-moi suffisamment à l'avance► to take + time• to take time out to do sth trouver le temps de faire qch ; (during studies) interrompre ses études pour faire qch► to have time for• I've no time for that sort of thing ( = too busy) je n'ai pas de temps pour ça ; ( = not interested) ce genre d'histoire ne m'intéresse pasb. ( = period) for a time pendant un certain temps• what a long time you've been! il vous en a fallu du temps !• for a short time we thought that... pendant un moment nous avons pensé que...► some timec. ( = period worked) to work full time travailler à plein temps• we get paid time and a half on Saturdays le samedi, nous sommes payés une fois et demie le tarif normald. ( = day) temps m• what great times we've had! c'était le bon temps !f. (by clock) heure f• what time is it? quelle heure est-il ?• what time is he arriving? à quelle heure est-ce qu'il arrive ?• the time is 4.30 il est 4 heures et demie► preposition + time• just in time (for sth/to do sth) juste à temps (pour qch/pour faire qch)g. ( = moment) moment m• by the time I had finished, it was dark le temps que je termine, il faisait nuit• some times... at other times des fois... des fois• the time has come to decide... il est temps de décider...h. ( = occasion) fois f• the times I've told him that! je le lui ai dit je ne sais combien de fois !i. (multiplying) fois f• ten times the size of... dix fois plus grand que...a. ( = choose time of) [+ visit] choisir le moment de• you timed that perfectly! vous ne pouviez pas mieux choisir votre moment !• well-timed [remark, entrance] tout à fait opportunb. ( = count time of) [+ race, runner, worker] chronométrer ; [+ programme, piece of work] minuter3. compounds• a time-honoured tradition une tradition ancienne or vénérable ► time-lag noun (between events) décalage m• to take time off from work prendre un congé ► time-share transitive verb (Computing) utiliser en temps partagé noun maison f (or appartement m ) en multipropriété• it's like living in a time warp c'est comme si on était transporté dans une autre époque ► time zone noun fuseau m horaire* * *[taɪm] 1.1) ( continuum) temps min ou with time —
as time goes/went by — avec le temps
2) ( specific duration) temps mflight/journey time — durée f du vol/voyage
you've got all the time in the world —
you took a long time! —
in no time at all —
in five days'/weeks' time — dans cinq jours/semaines
in your own time — ( at your own pace) à ton rythme; ( outside working hours) en dehors des heures de travail
3) (hour of the day, night) heure fwhat time is it? —
10 am French time — 10 heures, heure française
this time last week/year — il y a exactement huit jours/un an
the train times — les horaires mpl des trains
to lose time — [clock] retarder
not before time! — il était (or il est) grand temps!
4) (era, epoch) époque ftime was ou there was a time when one could... — à une certaine époque on pouvait...
to keep up ou move with the times — être à la page
in times past —
it was before my time — ( before my birth) je n'étais pas encore né; ( before I came here) je n'étais pas encore ici
5) ( moment) moment mby the time I finished the letter the post had gone — le temps de finir ma lettre et le courrier était parti
from that ou this time on — à partir de ce moment
6) ( occasion) fois ftime after time —
7) ( experience)to have a tough ou hard time doing — avoir du mal à faire
he's having a rough ou hard ou tough time — il traverse une période difficile
the good/bad times — les moments heureux/difficiles
8) Administration ( hourly rate)to work/be paid time — travailler/être payé à l'heure
9) Music mesure fto beat ou mark time — battre la mesure
10) Sport temps m11) Mathematics, fig2.ten times longer/stronger — dix fois plus long/plus fort
transitive verb1) ( schedule) gen prévoir; fixer [appointment, meeting]we time our trips to fit in with school holidays — nous faisons coïncider nos voyages avec les vacances scolaires
to be well-/badly-timed — être opportun/inopportun
2) ( judge) calculer [blow, shot]3) (measure speed, duration) chronométrer [athlete, cyclist]; mesurer la durée de [journey, speech]3.••to have time on one's hands — ( for brief period) avoir du temps devant soi; ( longer) avoir beaucoup de temps libre
to do time — (colloq) ( prison) faire de la taule (colloq)
long time no see! — (colloq) ça fait un bail (colloq) (qu'on ne s'est pas vu)!
-
66 w
w, we praep. 1. (wskazując na miejsce) in (czymś sth); (o instytucji) at (czymś sth)- w kuchni/łazience in the kitchen/bathroom- w domu/szkole/pracy at home/school/work- w Warszawie/we Wrocławiu in Warsaw/Wrocław- w Polsce/we Włoszech in Poland/Italy- w górach/lesie in the mountains/forest- w powietrzu/wodzie in the air/water- w szklance/pudełku in a glass/box- w prasie in the press- w telewizji/radiu on television/on the radio- w wyobraźni in one’s imagination- otwór w desce a hole in a board- trzymała coś w dłoni she was holding something in her hand- siedział w fotelu he was sitting in an armchair- trzymał ręce w kieszeniach he had his hands in his pockets- byłem wczoraj w kinie/teatrze I went to the cinema/theatre yesterday- uczyła się w szkole muzycznej she was studying at a music school- nagle stanął w drzwiach suddenly he appeared in the doorway- służyć w armii to be in the army- grać w orkiestrze to play with a. in an orchestra- działać w związkach zawodowych to be a trade union activist- to najcenniejszy obraz w całej kolekcji this is the most valuable picture in the entire collection- śledzie w oleju/sosie pomidorowym herring in oil/tomato sauce- zakręciło jej się w głowie she felt dizzy2. (kierunek) (in)to (coś sth)- w stronę czegoś in the direction of sth, towards sth- nie wchodź w kałuże don’t walk in the puddles- samochód wjechał w tłum the car ploughed into the crowd- pies chwycił kość w zęby the dog took the bone in its teeth- wziął ją w ramiona he took her in his arms- wpięła kokardę we włosy she pinned a ribbon in her hair- pojechali w góry they’ve gone to the mountains- spojrzeć w lewo/prawo to look (to one’s) left/right- spojrzeć w górę/dół to look up(wards)/down(wards)- wypłynąć w morze to set sail3. (wskazując na kontakt) on- uderzenie w nos/szczękę a blow on the nose/jaw- pocałować kogoś w usta/policzek to kiss sb on the lips/cheek- uderzyć się w głowę/kolano (o coś) to hit one’s head/knee (on sth)- walić w drzwi to bang on the door- oparzyć się w rękę to burn one’s hand- ugryźć się w język to bite one’s tongue także przen.- pies ugryzł go w nogę a dog bit his leg a. bit him in the leg- podrap mnie w plecy scratch my back- piorun uderzył w drzewo the lightning struck a tree4. (wskazując na rodzaj ubrania, opakowania) in- w spódnicy/sandałach/okularach in a skirt/in sandals/in glasses- mężczyzna w czarnym kapeluszu a man in a. wearing a black hat- (on) zawsze chodzi w dżinsach he always wears jeans- ubrał się w ciemny garnitur he put on a dark suit- kobieta w bieli a woman (dressed) in white- bukiet róż w celofanie a bunch of roses wrapped in cellophane- proszę mi to zapakować w papier/w pudełko please wrap it up in paper/pack it in a box (for me)5. (wskazując na dziedzinę) in- nowe kierunki w sztuce new directions in art- symbole stosowane w matematyce symbols used in mathematics- co nowego w polityce? what’s new in politics?6. (wskazując na stan) in- żyć w skrajnej nędzy to live in extreme poverty- być w wyśmienitym nastroju to be in the best of moods- być w opłakanym stanie to be in a lamentable state- wpakować kogoś w kłopoty to get sb into trouble- wprawić kogoś w zdumienie/zakłopotanie to astonish/embarrass sb- wpaść w furię to fly into a passion7. (wskazując na okoliczności) in- w milczeniu in silence- w samotności in solitude- w całym zamieszaniu in all the confusion- w wielkim skupieniu with great concentration- w tych warunkach in these conditions- w trzydziestostopniowym upale in the 30-degree heatwave- nie wychodzę z domu w taki mróz/upał I don’t go out when it’s that cold/hot8. (w określeniach czasu) in- w XX wieku/w 1873 roku in the 20th century/in 1873- w latach dwudziestych XIX wieku in the eighteen twenties- w zimie/lecie in (the) winter/summer- w maju/we wrześniu in May/September- w poniedziałek/we wtorek on Monday/Tuesday- w ubiegły/przyszły czwartek last/next Thursday- w ubiegłym/przyszłym roku last/next year- w następnym roku in the following year- we dnie i w nocy day and night- w ten dzień a. w tym dniu (on) that day- w dniu 11 listopada on the 11th of November- w starożytności/średniowieczu in ancient times a. antiquity/the Middle Ages- w dawnych czasach in the old days- w przeszłości/przyszłości in the past/the future- w młodości in sb’s youth- w rok/miesiąc/tydzień później a year/month/week later- w dwie godziny/w trzy miesiące/w rok in two hours/three months/a year9 (podczas) in, during- zginął w powstaniu he was killed during/in the uprising- w rozmowie ze mną wspomniał, że… in conversation with me he mentioned that…- w podróży (on) najczęściej śpi he usually sleeps when travelling10 (wskazując na formę) in- komedia w trzech aktach a comedy in three acts- mapa w skali 1:100000 a map to a scale of 1:100,000- stoły ustawione w podkowę tables arranged in a horseshoe- otrzymać honorarium w gotówce to be paid in cash- mówili w jakimś obcym języku they were speaking in a foreign language- cukier w kostkach cube sugar, sugar cubes- herbata w granulkach granulated tea- mleko w proszku powdered milk- mydło w płynie liquid soap- spodnie w jasnym kolorze light-coloured trousers- sukienki w kilku kolorach dresses in several colours- rzeźba w marmurze a sculpture in marble- 10 tysięcy złotych w banknotach dwudziestozłotowych ten thousand zlotys in twenty-zloty notes11 (wzór) sukienka w grochy a polka-dot dress- spódnica w kwiaty a flower-patterned skirt- zasłony w paski striped curtains- papier w kratkę squared paper- rękawy haftowane w srebrne gwiazdy sleeves embroidered with silver stars12 (wskazując na przemianę) into- pokroić coś w kostkę/plastry to cut sth into cubes/slices, to cube/slice sth- czarownica przemieniła królewicza w żabę the witch turned the prince into a frog- mżawka przeszła w ulewę the drizzle turned into a downpour13 (wskazując na ilość) in- podanie w dwóch/trzech egzemplarzach an application in duplicate/triplicate- spali we trójkę w jednym łóżku the three of them slept in one bed- poszliśmy w piątkę do kina the five of us went to the cinema- romantyczna podróż we dwoje a romantic journey for two14 (jeśli chodzi o) cierpki w smaku bitter in taste- szorstki w dotyku rough to the touch- on jest miły/niemiły w obejściu he’s pleasant/unpleasant- za ciasny/luźny w pasie too tight/loose round the waist- ciasny w ramionach tight across the shoulders- szeroki w ramionach/biodrach broad-shouldered/broad-hipped- urządzenie proste w obsłudze an easy-to-use appliance- był zawsze rozsądny w planowaniu wydatków he was always prudent in planning his expenditure15 (wskazując na powód) in- w uznaniu jego zasług in recognition of his services- w obawie o jej/własne bezpieczeństwo in fear of a. fearing for her/one’s own safety- w poszukiwaniu lepszego życia in one’s search for a better life- w nadziei, że… in the hope that…16 (wskazując na cel) pójść w odwiedziny do kogoś to go to visit a. see sb- ruszyć w pogoń za kimś to set off in pursuit of sb- puścić się w tany to start dancing17 (wskazując na cechę) in- wahanie w jego/jej głosie hesitation in his/her voice- było coś dostojnego w jej zachowaniu there was something dignified in her manner* * *1. nt2. abbrW jak Wacław — ≈W for William
( =wat) W. ( watt)* * *I.wn.II.wprep.+ Loc.1. (miejsce, lokalizacja) in, at, inside; w domu at home; w pracy at work; w kinie at the movie theater; Br. at the cinema; w górach in the mountains; w lesie in the forest; w szklance in a glass; w samochodzie in the car; w pociągu on the train; w areszcie in detention; w biurze at the office; w odległości stu metrów 100 meters away, within 100 meters; w prasie in the papers; w radiu on the radio; w telewizji on TV; w wojsku in the army; w sądzie in court; w pamięci in memory; w wyobraźni in one's imagination; w sercu in one's heart; w duchu in one's soul; zimno mi w nogi my feet are cold.2. ( okoliczności) in; w bójce in fight; w płomieniach in flames; w trzech tomach in three volumes; w dwóch egzemplarzach in two copies; w skrócie in short; w poszukiwaniu prawdy in search for the truth; w części (odnowiony) partly (redecorated).3. ( stan) in; w chorobie in illness; w gorączce in fever; w miłości in love; w milczeniu in silence; w nędzy in poverty; w panice in panic; w budowie under construction; w blasku sławy in a blaze of glory; być w dobrym humorze be in a good mood; być w błędzie be mistaken; coś jest w modzie sth is in vogue l. fashion.4. ( ograniczenie) in; w pasie round the waist; szorstki w dotyku rough to the touch; szczupła w biodrach slim-hipped; miły w kontaktach osobistych pleasant in personal relations.5. ( ubiór lub jego część) in; w futrze in a fur coat; w okularach wearing glasses; w kapeluszu with a hat on, in a hat; kobieta w bieli a woman in white.6. (to, w czym się coś trzyma) in; w ręce in hand; w pułapce in a trap; trzymać kogoś w ramionach hold sb in one's arms.7. ( postać) in; mydło w płynie liquid soap; cukier w kostkach cube sugar; rzeźba w marmurze sculpture in marble; milion dolarów w złocie a million dollars in gold; 1000 zł w banknotach stuzłotowych a thousand zlotys in one hundred zloty bills; Br. a thousand zlotys in one hundred zloty notes.8. ( typ działania) in; dostać (coś) w prezencie get l. receive (sth) as a present; płacić w gotówce/ratach pay in cash/in installments.9. + Acc. ( kierunek) in, to; w lewo/prawo to the left/right; w dół/górę downwards/upwards; patrzeć w niebo look up in the sky; pojechać w góry go to the mountains; wyjść w morze set sail.10. (kształt, właściwość) in; w kratkę checked, checkered, Br. chequered; w kwiaty flowered, millefleurs; w paski striped; w parach in pairs; pokroić (coś) w kostkę cut (sth) into cubes, cube (sth).11. ( przedmiot działania) on, in; bić w dzwony ring the bells; celować w serce aim at the heart; inwestować w swoją przyszłość invest in one's future; uderzyć się w palec ( u nogi) stub one's toe; ( u ręki) hit one's finger; uderzyć się w głowę get a bang on the head; walić w drzwi bang on the door; wdać się w bójkę get into a fight; wierzyć w Boga believe in God; wprawić w zdumienie astonish, amaze; puknij się w czoło are you out of senses?12. + Acc. ( całość) in; w całości in full; w pełni to the full; w całym słowa tego znaczeniu par excellence; układać fakty w logiczną całość arrange facts logically.13. + Acc. ( wyposażenie) with; uzbrojony w karabin armed with a gun; wyposażony w narzędzia equipped with tools; obfitować w ryby swarm l. teem with fish; zaopatrzyć w żywność provide with food.14. + Acc. ( sposób) in; rozumieć w lot be quick on the uptake; śmiać się w głos laugh up l. in one's sleeve; wyciąć w pień kill every last one; żyć w nędzy live in poverty.15. + Acc. ( cel) in; grać w karty play cards; pójść (do kogoś) w odwiedziny pay (sb) a visit; zapaść w sen lapse into sleep, fall asleep.16. + Acc. ( skutek) into; obrócić się w popiół turn to dust; rozpaść się w kawałki fall into pieces; śpiew przerodził się w krzyk the singing turned into a scream.17. + Acc. ( odczucia) in; być w dobrym humorze be in a good mood; leżeć w bólach be lying in pains.18. + Acc. l. Loc. ( czas) at, on, in; we wtorek on Tuesday; w dzień during the day, by day; w południe at noon; w nocy at night; w maju in May; w roku 1995 in 1995; w lecie in the summer; w porze lunchu at lunchtime; w czasie urlopu during the holiday; w dniu ślubu on the wedding day; w wieczór wigilijny on Christmas Eve; w rok po spotkaniu a year after the meeting; w godzinę po twoim wyjściu an hour after you left; w ostatniej chwili at the last minute l. moment, at the eleventh hour; w ostatnich latach in recent years; w biały dzień in broad daylight; w młodości in one's youth; dzień w dzień day after day.The New English-Polish, Polish-English Kościuszko foundation dictionary > w
-
67 cuarto
adj.fourth.adv.fourth, fourthly, in the fourth place.m.1 room, apartment, chamber, quarter.2 fourth, fourth part.3 apartment.pres.indicat.1st person singular (yo) present indicative of spanish verb: cuartar.* * *1 (ordinal) fourth■ llegó cuarto he arrived in fourth place, he came fourth► nombre masculino,nombre femenino1 fourth————————1 (parte) quarter2 (de animal) quarter3 (de ropa) quarter4 (habitación) room\de tres al cuarto familiar worthless, third-rateestar sin un cuarto familiar to be brokeno levantar una cuarta del suelo familiar to be a shortytres cuartos de lo mismo familiar almost exactly the samecuarto creciente first quartercuarto de baño bathroomcuarto de estar living roomcuarto delantero (carne) shouldercuarto menguante last quartercuarto oscuro (fotografía) darkroomcuarto trasero (carne) hindquartercuarto trastero junk roomcuartos de final DEPORTE quarter finals* * *1. (f. - cuarta)noun adj.2. noun m.1) room2) quarter, fourth* * *1.ADJ [ordinal] fourthsexto 1.2. SM1) (=habitación) room; (=dormitorio) bedroom, roomcuarto de aseo — toilet, cloakroom, bathroom (EEUU)
cuarto de estar — living room, sitting room
cuarto frío — (Culin) cold store
cuarto intermedio Arg, Uru —
cuarto oscuro — (Fot) darkroom; (=trastero) broom cupboard; Arg, Uru voting booth
2) (=cuarta parte) quartertres cuartos de lo mismo —
su amigo es un inútil, y él... tres cuartos de lo mismo — his friend is useless, and he's not much better
en otros países ocurre tres cuartos de lo mismo — it's the same story o it's more of the same in other countries
3) [en la hora] quarterson las seis menos cuarto, es un cuarto para las seis — LAm it's a quarter to six
tuvo su cuarto de hora, ahora nadie lo lleva — it had its day o it was all the rage, now nobody wears it anymore
tardó tres cuartos de hora — it took him o he took three quarters of an hour
4) [de animal] [de cerdo, vaca] jointpl cuartos legsun cuarto de pollo — a chicken quarter, a quarter chicken
5) (=moneda) coin used in Spain in former timespl cuartos * (=dinero) dough * sing6) (Tip) quarto7)estar de cuarto — (Mil) to be on watch
8) †† (=piso) small flat9) †† (=servidumbre) household, servants pl* * *I- ta adjetivo/pronombrea) ( ordinal) fourth; para ejemplos ver quintob) ( partitivo)II1) ( habitación) room; ( dormitorio) room, bedroom2)a) ( cuarta parte) quarterde tres al cuarto — (fam) third-rate
qué... ni qué ocho cuartos! — (fam)
qué miedo ni qué ocho cuartos! — scared, my foot!
tres cuartos de lo mismo — (fam)
tu hermana es una vaga... y tú, tres cuartos de lo mismo — your sister's bone-idle... and you're not much better (colloq)
b) ( en expresiones de tiempo) quarterla una y cuarto — (a) quarter after (AmE) o (BrE) past one, one fifteen
es un cuarto para las dos or (Esp, RPl) son las dos menos cuarto — it is a quarter to two
tener su cuarto de hora — (AmS) to have had one's day
3) (Impr) quarto4) (Esp fam) ( dinero)IIItiene muchos cuartos — he's loaded (colloq)
* * *I- ta adjetivo/pronombrea) ( ordinal) fourth; para ejemplos ver quintob) ( partitivo)II1) ( habitación) room; ( dormitorio) room, bedroom2)a) ( cuarta parte) quarterde tres al cuarto — (fam) third-rate
qué... ni qué ocho cuartos! — (fam)
qué miedo ni qué ocho cuartos! — scared, my foot!
tres cuartos de lo mismo — (fam)
tu hermana es una vaga... y tú, tres cuartos de lo mismo — your sister's bone-idle... and you're not much better (colloq)
b) ( en expresiones de tiempo) quarterla una y cuarto — (a) quarter after (AmE) o (BrE) past one, one fifteen
es un cuarto para las dos or (Esp, RPl) son las dos menos cuarto — it is a quarter to two
tener su cuarto de hora — (AmS) to have had one's day
3) (Impr) quarto4) (Esp fam) ( dinero)IIItiene muchos cuartos — he's loaded (colloq)
* * *cuarto1 (4º)= fourth (4th), quarter, quarto, fourthly.Ex: Further post-co-ordinate indexes covering in excess of 9999 documents can be compiled by starting a second and possibly a third or fourth set of cards.
Ex: The old method of publication by syndicates of retail booksellers (who might also be wholesalers and/or printers) remained normal during the last quarter of the eighteenth century.Ex: A format is the number of times the printed sheet has been folded to make the leaves of a book, e.g., folio (one fold giving two leaves), quarto (two folds giving four leaves), etc.Ex: Fourthly, it legalized the application of future Community regulations to the United Kingdom.* 4º (cuarto) = 4th (fourth).* alumno de cuarto = fourth grader.* alumno de cuarto año = fourth grader.* alumno de cuarto curso = fourth grader.* alumno de cuarto grado = fourth grader.* cuarto de penique = farthing.* cuartos de final = quarter-finals.* encuadernado en cuarto = quarter-bound.* en cuarto lugar = fourthly.* tres cuartos (3/4) = three-quarters (3/4).* tres cuartos (3/4) = three-fourths (3/4).* una cuarta parte = one-quarter (1/4), one in four.* una cuarta parte de = a fourth of.* un cuarto = one-quarter (1/4), one in four.* un cuarto (1/4) = one fourth (1/4).* un cuarto de = a quarter of.cuarto22 = room.Ex: The open-plan flexible library can be enonomical since overseeing is facilitated by the openness rather than be dividing the building into rooms or halls, thereby requiring less staff.
* armario de cuarto de baño = bathroom cabinet.* cuarto de baño = bathroom.* cuarto de huéspedes = spare room, guest room.* cuarto de invitados = spare room, guest room.* cuarto de juegos = playroom.* cuarto de los juguetes = playroom.* cuarto oscuro = darkroom.* cuarto oscuro de fotografía = photographic darkroom.* cuarto para visitas = spare room, guest room.* * *adjective / pronoun2(partitivo): la cuarta parte a quarterCompuesto:feminine fourth dimensionA (habitación) room; (dormitorio) room, bedroomCompuestos:bathroomsewing roomguest room, spare roomironing room( Esp) guest room, spare roomengine roommaid's roomcold store( RPl) recessestar en cuarto intermedio to be in recesspasar a cuarto intermedio to adjourn, go into recesslumber room, junk roomB1 [ Vocabulary notes (Spanish) ] (cuarta parte) quarterun cuarto de kilo or ( colloq) un cuarto kilo de jamón a quarter of ham, a quarter (of a) kilo of hamun cuarto de pollo a quarter chickenun cuarto de millón/siglo a quarter of a million/centuryde tres al cuarto ( fam); third-rate¡qué … ni qué ocho cuartos! ( fam): ¡qué miedo ni qué ocho cuartos! scared, my foot!¡qué vacaciones ni qué ocho cuartos! it was hardly what I'd call a vacation!tres cuartos de lo mismo ( fam): tu hermana es una vaga … y tú, tres cuartos de lo mismo your sister's bone-idle … and you're not much better ( colloq)nunca tengo tiempo para nada — a mí me pasa tres cuartos de lo mismo I never seem to have time to do anything — that makes two of us o you're not the only one2 [ Vocabulary notes (Spanish) ] (en expresiones de tiempo) quarterun cuarto de hora a quarter of an hourlas clases son de tres cuartos de hora the classes last three quarters of an houruna hora y (un) cuarto an hour and a quarterson las dos menos cuartoor ( AmL exc RPI) es un cuarto para las dos it is a quarter to twotuvo su cuarto de hora a fines de los 60 he had his heyday in the late 60sC ( Impr) quartoen cuarto, 416 páginas quarto, 416 pagesCompuestos:first quarterforequarterlast quartermpl quarterfinals (pl)hindquarterD( Esp fam) (dinero): estoy sin un cuartoor no tengo ni un cuarto I haven't got a bean, I'm absolutely broke ( colloq)le pagan cuatro cuartos he gets paid peanuts o a pittance ( colloq)* * *
cuarto 1◊ -ta adjetivo/pronombre
fourth;
la cuarta parte a quarter;
para ejemplos ver quinto
cuarto 2 sustantivo masculino
1 ( habitación) room;
( dormitorio) room, bedroom;
cuarto de estar living room, parlor (AmE), sitting room (BrE);
cuarto de (los) huéspedes guest room, spare room;
cuarto trastero lumber room, junk room
2
un cuarto de pollo a quarter chicken;
cuarto creciente/menguante first/last quarter;
cuartos de final quarterfinals (pl)
la una y cuarto (a) quarter after (AmE) o (BrE) past one, one fifteen;
es un cuarto para las dos or (Esp, RPl) son las dos menos cuarto it is a quarter to two
cuarto,-a
I adjetivo & sustantivo masculino y femenino fourth
II sustantivo masculino
1 (habitación) room
cuarto de baño, bathroom
cuarto de estar, living room
cuarto trastero, boxroom, storage room
2 (cuarta parte) quarter
cuarto de hora, quarter of an hour
cuarto (de) kilo, a quarter of a kilo
cuarto creciente/menguante, first/last quarter (of the moon)
3 (de un animal) cuarto delantero, shoulderquarter
cuarto trasero, hindquarter
4 cuartos, fam (dinero) dough, money
Dep cuartos de final, quarter finals
III sustantivo femenino
1 Mús (intervalo) cuarta disminuida/aumentada, diminished/augmented fourth
2 Auto fourth (gear)
' cuarto' also found in these entries:
Spanish:
aseo
- baño
- cisterna
- comunicarse
- creciente
- cuarta
- desvestirse
- estancia
- hoy
- iluminada
- iluminado
- lavabo
- leonera
- retrete
- servicio
- tocador
- tres
- viciar
- airear
- alzar
- armario
- chisme
- desorden
- encerrado
- habitación
- menos
- sanitario
- soledad
- trasto
- váter
- wáter
English:
amiss
- basin
- bathroom
- crescent
- darkroom
- disinfectant
- fourth
- lavatory
- messy
- modernize
- nursery
- of
- playroom
- quart
- quarter
- quarter-final
- reverberate
- room
- roomful
- shut away
- study
- stuffy
- succession
- tidy out
- toilet
- utility room
- wander
- adjoin
- after
- bath
- bed
- creep
- den
- fourthly
- guest
- mother
- play
- rank
- self
- shut
- sirloin
- spare
- straight
- two
- utility
* * *cuarto, -a♦ númfourth;la cuarta parte a quarter;RP Famde cuarta fourth-ratecuarto árbitro [en fútbol] fourth official;la cuarta dimensión the fourth dimension;el cuarto poder [la prensa] the Fourth Estate;ver también octavo♦ nm1. [parte] quarter;póngame un cuarto de merluza (I'd like) a quarter kilo of hake, please;Famni qué ocho cuartos: ¡qué fiesta ni qué ocho cuartos, tú te quedas en casa! I don't care whether there's a party or not, you're staying at home!;Famser tres cuartos de lo mismo to be exactly the same o no different;uno es aburrido, y el otro tres cuartos de lo mismo one is a bore and the other one is not much bettercuarto creciente first quarter [of moon]; Dep cuartos de final quarter finals;cuarto menguante last quarter [of moon]2. [de hora] quarter;un cuarto de hora a quarter of an hour;tres cuartos de hora three quarters of an hour;una hora y cuarto an hour and a quarter;Amya pasó su cuarto de hora he's had his time in the sun, his glory days are over3. [curso universitario] fourth year4. [curso escolar] = fourth year of primary school, US ≈ fourth grade5. [de animal] quarter;los cuartos delanteros/traseros front quarters/hindquarters6. [habitación] roomcuarto de aseo washroom, small bathroom;cuarto de baño bathroom;Col cuarto de chécheres junk o lumber room;cuarto de estar living-room;cuarto de huéspedes guest room;cuarto de juegos playroom, US rumpus room;cuarto oscuro [para revelar fotografía] darkroom;RP cuarto secreto [cabina electoral] voting booth;cuarto trastero lumber roomFamcuartos dough, cashla asamblea pasó a cuarto intermedio the meeting adjourned o went into recess;discutieron tres temas y pasaron a cuarto intermedio they discussed three topics and then adjourned* * *I adj fourthII m1 ( habitación) roomcuarto de hora quarter of an hour;cuarto de kilo quarter of a kilo;las diez y cuarto (a) quarter after o Br past ten;las tres menos cuarto a quarter to three, quarter of three;de tres al cuarto fam third-rate;tres cuartos prenda three-quarter length3:dosh sg fam ;estar sin un cuarto be broke fam* * *cuarto, -ta adj: fourthcuarto, -ta n: fourth (in a series)cuarto nm1) : quarter, fourthcuarto de galón: quart2) habitación: room* * *cuarto1 n1. (habitación) room¡vete a tu cuarto! go to your room!2. (cuarta parte) quartercuarto2 num fourth -
68 corso
1. past part vedere correre2. m course( strada) main streetdi titoli ratecorso d'acqua watercoursecorso di lingue language coursecorso dei cambi exchange rate, rate of exchangecorso di chiusura closing ratefinance fuori corso out of circulationtypography in corso di stampa being printedsi sposeranno nel corso dell'anno they'll get married this year3. adj Corsican4. m, corsa f Corsican* * *corso1 s.m.1 course (anche fig.): il corso degli eventi, the course (o progress) of events; il corso della vita, the course of life; il nuovo corso della politica italiana, the new direction of Italian politics; l'anno in corso, the present (o current) year; lavori stradali in corso, road works ahead (o road up); il libro è in corso di stampa, the book is being printed (o in press); il ponte è in corso di costruzione, the bridge is under construction; nel corso dell'anno, della discussione, in the course of (o during) the year, the debate; nel corso di un anno, within the period of a year; nel corso della giornata ti farò sapere a che ora vengo, I'll let you know what time I'm coming sometime during the day; la malattia segue il suo corso, the disease is running its course; il corso della luna, delle stelle, the course (o path) of the moon, of the stars; dare libero corso alla propria immaginazione, to give free play (o rein) to one's imagination; lasciare che la giustizia segua il suo corso, to let justice take its course; seguire il corso dei propri pensieri, to follow one's train of thought2 ( di fiume, torrente ecc.) course, flow: il corso del Po, the course (o flow) of the Po; corso d'acqua, watercourse (o stream); corso d'acqua navigabile, waterway; corso d'acqua navigabile interno, inland waterway3 ( serie di lezioni, testo) course; frequento un corso di francese, I'm attending a French course; frequentare un corso serale di russo, to attend an evening course of Russian; sto seguendo un corso di dattilografia, I'm doing a typing course; mi sono iscritto a un corso accelerato d'inglese, I've enrolled in a crash course in English; ho comprato un corso di latino in tre volumi, I've bought a Latin course in three volumes; corso di formazione professionale, training course // studente fuori corso, student who has not passed his exams within the prescribed time4 ( strada principale) main street; (amer.) avenue: le nostre finestre guardano sul corso, our windows look out on the main street7 (econ., fin.) ( andamento) trend, course; ( prezzo, quotazione) price, rate; ( di valuta) currency; circulation: corso dei cambi, delle divise, course of exchange (o exchange rate); i corsi slittarono quando la società registrò una perdita, prices fell after the company reported a loss; corso forzoso, forced circulation; corso di emissione, rate of issue (o issue price); avere corso legale, to be legal tender; corso vendita, sold contract; corso acquisto, bought contract; moneta fuori corso, money no longer in circulation (o no longer current); valuta in corso, currency (o legal tender); che non ha corso ( di denaro), uncurrent8 (Borsa) rate: corso del deporto, backwardation rate; corso tel quel, tel-quel price (o flat rate); corso di chiusura, closing price (o rate); corsi oscillanti, fluctuating rates* * *I ['korso]sostantivo maschile1) (andamento, svolgimento) (di racconto, conflitto, carriera, malattia) courseseguire il proprio corso — to take o run o follow one's own course
dare libero corso a — to give free rein o expression to [immaginazione, fantasia]
2) (ciclo di lezioni) course, class; (libro) course (book), textbookcorso di inglese, di cucina — English course, cooking class
fare un corso — [ studente] to do o follow o take a course, to take a class AE; [ insegnante] to give o teach a course
studente fuori corso — univ. = in Italy, a university student who hasn't finished his studies in the prescribed time
essere in corso, fuori corso — [ moneta] to be, not to be legal tender o in circulation
4) (di fiume) (percorso) course, path; (lo scorrere) flow5) (via principale) high street BE, main street AE; (viale alberato) avenue6) astr.il corso degli astri — the course o path of the stars
7) mar.8) in corso (attuale) [mese, settimana, anno] current, present; (in svolgimento) [trattative, lavoro] in progress, underway; [battaglia, guerra] ongoing"lavori in corso" — "men at work", "road under repair", "road works"
9) nel corso di in the course of, during•II 1. ['kɔrso]corso d'acqua — stream, waterway, water course
aggettivo (della Corsica) Corsican2.1) (persona) Corsican2) (lingua) Corsican* * *corso1/'korso/sostantivo m.1 (andamento, svolgimento) (di racconto, conflitto, carriera, malattia) course; seguire il proprio corso to take o run o follow one's own course; la vita riprende il suo corso life returns to normal; dare libero corso a to give free rein o expression to [immaginazione, fantasia]2 (ciclo di lezioni) course, class; (libro) course (book), textbook; corso di inglese, di cucina English course, cooking class; fare un corso [ studente] to do o follow o take a course, to take a class AE; [ insegnante] to give o teach a course; studente fuori corso univ. = in Italy, a university student who hasn't finished his studies in the prescribed time3 econ. (andamento) course; (di valute) rate; (prezzo) price; il corso del cambio the exchange rate; il corso del dollaro the price of the dollar; corso legale official exchange rate; essere in corso, fuori corso [ moneta] to be, not to be legal tender o in circulation4 (di fiume) (percorso) course, path; (lo scorrere) flow; risalire il corso di un fiume to go up a river8 in corso (attuale) [mese, settimana, anno] current, present; (in svolgimento) [trattative, lavoro] in progress, underway; [battaglia, guerra] ongoing; "lavori in corso" "men at work", "road under repair", "road works"; la riunione è in corso the meeting is on9 nel corso di in the course of, during; nel corso degli anni over the yearscorso accelerato crash course; corso d'acqua stream, waterway, water course; corso di aggiornamento refresher course; corso estivo summer school; corso di formazione training course; corso di formazione professionale vocational course; corso intensivo intensive course; corso di laurea degree course; corso di recupero remedial course; corso serale evening class; corso di studi course of study; corso universitario academic course.————————corso2/'kɔrso/ ⇒ 30, 16(della Corsica) Corsican(f. -a)1 (persona) Corsican2 (lingua) Corsican. -
69 term
1. noun1) (word expressing definite concept) [Fach]begriff, derlegal/medical term — juristischer/medizinischer Fachausdruck
term of reproach — Vorwurf, der
in terms of money/politics — unter finanziellem/politischem Aspekt
2) in pl. (conditions) Bedingungenhe does everything on his own terms — er tut alles, wie er es für richtig hält
come to or make terms [with somebody] — sich [mit jemandem] einigen
come to terms [with each other] — sich einigen
come to terms with something — (be able to accept something) mit etwas zurechtkommen; (resign oneself to something) sich mit etwas abfinden
terms of reference — (Brit.) Aufgabenbereich, der
their terms are... — sie verlangen...
4)in the short/long/medium term — kurz-/lang-/mittelfristig
5) (Sch.) Halbjahr, das; (Univ.): (one of two/three/four divisions per year) Semester, das/Trimester, das/Quartal, dasduring term — während des Halbjahres/Semesters usw.
out of term — in den Ferien
end of term — Halbjahres-/Semesterende usw.
term [of office] — Amtszeit, die
7) (period of imprisonment) Haftzeit, diepraise in the highest terms — in den höchsten Tönen loben
9) in pl. (relations)2. transitive verbbe on good/poor/friendly terms with somebody — mit jemandem auf gutem/schlechtem/freundschaftlichem Fuß stehen
* * *[tə:m] 1. noun2) (a division of a school or university year: the autumn term.) das Semester3) (a word or expression: Myopia is a medical term for short-sightedness.) der Ausdruck•- academic.ru/112873/terms">terms2. verb(to name or call: That kind of painting is termed `abstract'.) bezeichnen als- come to terms- in terms of* * *[tɜ:m, AM tɜ:rm]I. nhalf-\term kurze Ferien, die zwischen den langen Ferien liegen, z.B. Pfingst-/Herbstferien\term of office Amtsperiode f, Amtszeit f3. (period of sentence)\term of imprisonment Haftdauer fprison \term Gefängnisstrafe f\term of a policy Vertragslaufzeit fher last pregnancy went to \term bei ihrer letzten Schwangerschaft hat sie das Kind bis zum Schluss ausgetragen; (period)\term of pregnancy Schwangerschaft fin the long/medium/short \term lang-/mittel-/kurzfristig\term of abuse Schimpfwort nt\term of endearment Kosewort ntin layman's \terms einfach ausgedrücktto be on friendly \terms with sb mit jdm auf freundschaftlichem Fuß stehengeneric \term Gattungsbegriff min glowing \terms mit Begeisterunglegal \term Rechtsbegriff mtechnical \term Fachausdruck min no uncertain \terms unmissverständlichshe told him what she thought in no uncertain \terms sie gab ihm unmissverständlich zu verstehen, was sie dachteII. vt▪ to \term sth:I would \term his behaviour unacceptable ich würde sein Verhalten als inakzeptabel bezeichnen▪ to \term sb [as] sth jdn als etw bezeichnen, jdn etw nennen* * *[tɜːm]1. nto set a term (of three years) for sth — etw (auf drei Jahre) befristen
in the long/short term — auf lange/kurze Sicht
2) (SCH three in one year) Trimester nt; (four in one year) Vierteljahr nt, Quartal nt; (two in one year) Halbjahr nt; (UNIV) Semester ntend-of-term exam — Examen nt am Ende eines Trimesters etc
during or in term(-time) — während der Schulzeit; (Univ) während des Semesters
3) (= expression) Ausdruck m4) (MATH, LOGIC) Term min terms of production we are doing well — was die Produktion betrifft, stehen wir gut da
in terms of money — geldlich, finanziell
5) pl (= conditions) Bedingungen plterms of surrender/service/sale/payment — Kapitulations-/Arbeits-/Verkaufs-/Zahlungsbedingungen pl
terms of reference (of committee etc) — Aufgabenbereich m; (of thesis etc) Themenbereich m
to buy sth on credit/easy terms — etw auf Kredit/auf Raten kaufen
the hotel offered reduced terms in winter — das Hotel bot ermäßigte Winterpreise an
not on any terms — unter gar keinen Umständen
to accept sb on his/her own terms — jdn nehmen, wie er/sie ist
6) termspl(= relations)
to be on good/bad terms with sb — gut/nicht (gut) mit jdm auskommenthey are not on speaking terms — sie reden nicht miteinander
2. vtnennen, bezeichnen* * *A slegal term juristischer Fachausdruck;2. pl Ausdrucksweise f, Worte pl, Denkkategorien pl:in terms ausdrücklich, in Worten;praise sb in the highest terms jemanden in den höchsten Tönen loben;condemn sth in the strongest terms etwas schärfstens verurteilen;in no uncertain terms unmissverständlich, klipp und klar umg;a) in Form von (od gen),b) im Sinne von (od gen),c) hinsichtlich (gen), bezüglich (gen),e) verglichen mit, im Verhältnis zu;in terms of approval beifällig;in terms of literature literarisch (betrachtet), vom Literarischen her;in terms of purchasing power in Kaufkraft umgerechnet;think in economic terms in wirtschaftlichen Kategorien denken;3. pl Wortlaut m:be in the following terms folgendermaßen lauten4. a) Zeit f, Dauer f:term of office Amtszeit, -dauer, -periode f;for a term of four years für die Dauer von vier Jahren;he is too old to serve a second term er ist zu alt für eine zweite Amtsperiode,b) (Zahlungs- etc) Frist f:on term WIRTSCH auf Zeit;in the long term auf lange Sicht, langfristig gesehen;5. WIRTSCHa) Laufzeit f (eines Vertrags etc)b) Termin m:set a term einen Termin festsetzen;at term zum festgelegten Termin6. a) Br SCHULE, UNIV Trimester nb) US UNIV Semester n, SCHULE Halbjahr n7. JUR Sitzungsperiode f8. pl (Vertrags- etc)Bedingungen pl, Bestimmungen pl:terms of delivery WIRTSCH Liefer(ungs)bedingungen;terms of trade Austauschverhältnis n (im Außenhandel);on easy terms zu günstigen Bedingungen;on the terms that … unter der Bedingung, dass …;come to terms handelseinig werden, sich einigen ( beide:with mit);come to terms with sich abfinden mit;come to terms with the past die Vergangenheit bewältigen;come to terms with the future die Zukunft(sentwicklungen) akzeptieren;9. pl Preise pl, Honorar n:what are your terms? was verlangen Sie?;I’ll give you special terms ich mache Ihnen einen Sonderpreis10. pl Beziehungen pl, Verhältnis n (zwischen Personen):they are not on speaking terms sie sprechen nicht (mehr) miteinander11. pl gute Beziehungen pl:be on terms with sb mit jemandem gutstehen12. MATHa) Glied n:term of a sum Summand m (hinzuzuzählende Zahl),b) Ausdruck m (einer Gleichung)14. ARCH Grenzstein m, -säule f15. PHYSIOLa) errechneter Entbindungstermin:she is near her term sie steht kurz vor der Niederkunft,b) obs Menstruation fB v/t (be)nennen, bezeichnen als:he may be what is termed an egghead but … er mag das sein, was man einen Eierkopf nennt, aber …* * *1. noun1) (word expressing definite concept) [Fach]begriff, derlegal/medical term — juristischer/medizinischer Fachausdruck
term of reproach — Vorwurf, der
in terms of money/politics — unter finanziellem/politischem Aspekt
2) in pl. (conditions) Bedingungenhe does everything on his own terms — er tut alles, wie er es für richtig hält
come to or make terms [with somebody] — sich [mit jemandem] einigen
come to terms [with each other] — sich einigen
come to terms with something — (be able to accept something) mit etwas zurechtkommen; (resign oneself to something) sich mit etwas abfinden
terms of reference — (Brit.) Aufgabenbereich, der
their terms are... — sie verlangen...
4)in the short/long/medium term — kurz-/lang-/mittelfristig
5) (Sch.) Halbjahr, das; (Univ.): (one of two/three/four divisions per year) Semester, das/Trimester, das/Quartal, dasduring term — während des Halbjahres/Semesters usw.
end of term — Halbjahres-/Semesterende usw.
term [of office] — Amtszeit, die
7) (period of imprisonment) Haftzeit, die8) in pl. (mode of expression) Worte9) in pl. (relations)2. transitive verbbe on good/poor/friendly terms with somebody — mit jemandem auf gutem/schlechtem/freundschaftlichem Fuß stehen
* * *(school) n.Semester - n. n.Ausdruck -¨e m.Bedingung f.Begriff -e m.Frist -en f.Laufzeit -en f.Termin -e m. -
70 run
1. [rʌn] nI1. 1) бег, пробегat a run - бегом [см. тж. ♢ ]
to cross exposed areas at a run - воен. преодолевать открытые участки перебежками
on the run - а) на ходу, в движении; to be on the run all day - быть весь день в бегах; б) второпях; [см. тж. 2) и 3)]
to keep smb. on the run - а) не давать кому-л. остановиться; б) не давать кому-л. покоя
to break into a run - побежать, пуститься бегом
to make a run for it - а) броситься куда-л. со всех ног; б) сделать перебежку куда-л. (под пулями и т. п.)
he took a short run and cleared the fence - он разбежался и перепрыгнул через забор
there was no run left in me - я больше не мог /у меня больше не было сил/ бежать
2) бегство; беспорядочное отступлениеto be on the run - поспешно отступать, бежать [см. тж. 1) и 3)]
to keep the enemy on the run - воен. не давать противнику закрепляться ( в ходе преследования)
3) побег; нахождение в бегахthe criminal was on the run - преступник был в бегах [см. тж. 1) и 2)]
he is on the run from the police - он скрывается /бегает/ от полиции
4) короткая прогулка (пешком, на лошади и т. п.); пробежкаto go for a run - а) пробежаться; б) проехаться (в автомобиле, на лошади и т. п.)
to go for a short run before breakfast - а) немного пробежаться /сделать небольшую пробежку/ перед завтраком; б) совершить небольшую (автомобильную, верховую и т. п.) прогулку перед завтраком
to give smb. a run - дать пробежаться
I was giving my dog a run in the park - я пустил свою собаку побегать в парке
2. короткая поездкаgood run! - счастливого пути!
3. рейс, маршрутship's run - маршрут /рейс/ корабля
the boat was taken off its usual run - судно было снято со своего обычного рейса
4. 1) переходtrial run - испытательный пробег [см. тж. II 1]
it is a two hour's run from London - это находится в двух часах езды от Лондона
2) ж.-д. перегон, прогон3) ав. полёт; перелёт5. 1) пройденное расстояние; отрезок пути2) ж.-д. пробег (локомотива, вагона)3) ав. отрезок трассы7. 1) тропа ( проложенная животными)2) колея ( след от транспорта)8. период, отрезок ( времени), полосаa run of success [of good luck] - полоса успеха [везения /удачи/]
a run of ill luck - несчастливая полоса, полоса невезения
9. 1) направлениеthe run of the mountains is S.W. - горы тянутся на юго-запад
2) геол. направление рудной жилы10. партия ( изделий)11. тираж (книги и т. п.)12. спорт. ( в крикете и бейсболе)1) единица счёта2) перебежка3) очко за перебежку13. 1) стадо ( животных)2) стая ( птиц)3) косяк ( рыбы)14. карт. ряд, серияa run of cards - карты одной масти, идущие подряд по достоинству; «стрит» ( в покере)
15. средний тип, сорт или разрядthe general run of smth. - что-л. обычное /среднее/
an ordinary run of cloth - обыкновенный /стандартный/ сорт ткани
the common /general, ordinary/ run of men - обыкновенные люди
out of the run - необыкновенный, из ряда вон выходящий, незаурядный
above the ordinary run of mankind - необыкновенный, незаурядный
not like the common run of girls - не такая, как все девушки
16. спросa run on rubber [on a book] - большой спрос на резину [на книгу]
the book had a considerable run - книга пользовалась спросом; книга хорошо распродавалась
a run on the bank - ком. наплыв в банк требований о возвращении вкладов, массовое изъятие вкладов из банка
17. разг. разрешение, право пользоваться (чем-л.)to have the run of smb.'s house - иметь право распоряжаться в чьём-л. доме
to give smb. the (free) run of one's house [books] - разрешить кому-л. (свободно, беспрепятственно) распоряжаться /пользоваться/ своим домом [своими книгами]
I had the run of a well-stocked library - в моём полном распоряжении оказалась богатая библиотека
18. 1) загон (для овец и т. п.)2) вольер (для кур и т. п.)3) австрал. пастбище, особ. овечье4) австрал. скотоводческая ферма19. амер. ручей, поток20. 1) сильный прилив, приток (воды и т. п.)2) амер. ток ( жидкости); истечение21. уклон, трасса22. обвал, оползень23. труба, жёлоб, лоток ( для воды)24. длина (провода, труб)a 500 ft run of pipe - пятисотфутовый отрезок трубы; труба длиной в пятьсот футов
25. размер ( стиха)26. 1) ход рыбы на нерест2) нерестящаяся рыба27. марш ( лестницы)28. мор. кормовое заострение ( корпуса)29. муз. руладаII1. ход, работа, действие (мотора, машины)test /trial/ run - испытание (машины, оборудования и т. п.) [см. тж. I 4, 1)]
an experimental run to test the machinery - опытный /пробный/ запуск агрегата
2. течение, ход (событий и т. п.)the run of the disease - ход /течение/ болезни
the usual /ordinary/ run of things - обычное положение вещей
the run of the market - ком. общая тенденция рыночных цен
3. демонстрирование, показ, просмотр (фильма, спектакля)the first run of the film - премьера кинофильма, выпуск кинофильма на экран
4. провоз ( контрабанды)5. ав. заход на цель (тж. bombing run)6. амер. спустившаяся петля ( на чулке)7. серия ( измерений)♢
at a run - подряд, один за другим [см. тж. I 1, 1)]
in the long run - в конце концов; в конечном счёте; в общем
to go with a run - ≅ идти как по маслу
prices [temperature] came down with a run - цены [температура] резко упали [упала]
to give smb. /to let smb. have/ a good run for his money - а) предоставить кому-л. все удовольствия на свете (обыкн. ирон.); б) заставить кого-л. побегать, поволноваться и т. п.
it's all in the day's run - это всё обычно, мы ко всему этому привыкли
2. [rʌn] athe run of one's teeth - бесплатное питание (обыкн. за проделанную работу)
1. жидкий; расплавленный; растопленный2. вылитый в расплавленном состоянии; литой3. отцеженный, отфильтрованный4. разг. контрабандный5. нерестящийсяrun fish - рыба, пришедшая в пресную воду на нерест
6. спец. мягкийrun coal - мягкий или сыпучий уголь; мягкий битуминозный уголь; рядовой уголь
7. диал. свернувшийся, скисший ( о молоке)3. [rʌn] v (ran, run)I1. бежать, бегатьto run fast [slowly, as hard as one can, like a deer] — бегать быстро [медленно, изо всех сил, как олень]
to run a mile — пробежать милю [ср. тж. II А 6, 2)]
to run about the streets [the fields] — бегать /носиться/ по улицам [по полям]
to run at smb.'s heels — бежать рядом ( о собаке)
to run past smb. — пробежать мимо кого-л.
to run after smb. — а) бежать за кем-л.; run after him — беги за ним!, догони его!; б) ухаживать, «бегать» за кем-л.
run after smth. — бежать за чем-л.
to run for smb. — сбегать за кем-л.
to run to smb. for help — побежать к кому-л. за помощью
she always runs to me in case of trouble — когда у неё неприятности, она всегда прибегает /обращается/ ко мне
I must run now — я должен уже бежать, мне пора (уходить)
2. гнать, подгонятьhe ran me breathless /off my logs, off my feet/ — он меня совершенно загнал, он меня загнал до изнеможения
3. убегать, спасаться бегством (тж. run away, run off)to run from smb., smth. — убегать от кого-л., чего-л.
to run for it — разг. удирать, спасаться, искать спасения в бегстве
to run for one's life /for dear life/ — разг. бежать /удирать/ изо всех сил
to run before the sea — мор. уходить от волны
to run out of range — воен. выходить за пределы досягаемости ( огня)
4. 1) двигаться, катиться, скользитьto run on rails — ходить /двигаться/ по рельсам
to run off the rails — а) сойти с рельсов (о поезде, трамвае); б) сбиться с пути (праведного); в) ≅ с катушек долой
the ship ran before the wind — а) корабль плыл с попутным ветром; б) мор. корабль шёл на фордевинд
life runs smoothly for her — её жизнь течёт гладко /спокойно/
2) амер. разг. катать в автомобиле (кого-л.)5. 1) ходить, следовать, курсировать, плаватьto run every three minutes [daily] — ходить каждые три минуты [ежедневно]
to run behind schedule — опаздывать, отставать от расписания
to run straight for — мор. идти прямо в
to run off the course — мор. сбиваться с курса
to run in with the shore — мор. идти вдоль берега
2) двигаться, идти ( с определённой скоростью)this train runs at 50 miles an hour — этот поезд делает /идёт со скоростью/ пятьдесят миль в час
we run from forty to fifty miles a day — мы проходим /делаем/ от сорока до пятидесяти миль в день
3) съездить (куда-л.) на короткий срокto run up to town (for a day or two) — съездить в город (обыкн. в Лондон) (на день-два)
to run up and visit smb. — съездить к кому-л. погостить
to run down to the country — съездить в деревню /в провинцию/ (обыкн. из Лондона)
4) ав. совершать пробег, разбег5) ав. заходить на цель6. 1) бежать, лететь, протекать ( о времени)time runs fast — время бежит /летит/
2) идти, происходить (о событиях и т. п.)7. проноситься, мелькатьthoughts run in /through/ one's head [mind] — мысли мелькают /проносятся/ в голове [в уме]
8. (быстро) распространятьсяa rumour ran through the town — по городу разнёсся /распространился, пополз/ слух
the news ran like wildfire /like lightning/ — новость распространилась с молниеносной быстротой
a murmur ran through the ranks — ропот пробежал /прокатился/ по рядам
a cheer ran down the line — возгласы одобрения /крики ура/ прокатились по строю
I felt the blood running to my head — я почувствовал, как кровь ударила /бросилась/ мне в голову
9. 1) тянуться, простираться, расстилатьсяto run north and south — тянуться /простираться/ на север и на юг
this line runs from... to... — этот маршрут проходит от... до..., эта линия соединяет...
2) ползти, виться ( о растениях)10. проводить, прокладывать11. 1) быть действительным на определённый срок2) распространяться на определённую территорию, действовать на определённой территорииso far as British justice runs — там, где действует британское правосудие
3) иметь хождение ( о деньгах)4) сопровождать в качестве непременного условияa right-of-way that runs with the land — земля, через которую проходит полоса отчуждения (шоссе и т. п.)
12. 1) течь, литься, сочиться, струитьсяthis river runs smoothly — эта река течёт плавно /спокойно/
wait till the water runs hot — подожди, пока не пойдёт горячая вода
blood ran in torrents — кровь текла /лилась/ ручьём
till the blood ran — пока не потекла /не показалась/ кровь
tears ran down her cheeks — слёзы текли /катились/ по её щекам /лицу/
her eyes ran with tears — её глаза наполнились слезами; из её глаз потекли слёзы
the kettle is beginning to run — чайник закипает /льётся через край/
the scolding ran off him like water off a duck's back — его ругают, а с него как с гуся вода
2) протекать, течьthis tap [barrel, pen] runs — этот кран [бочонок, эта ручка] течёт
his nose was running, he was running at the nose — у него текло из носу
his eyes run — у него слезятся /гноятся/ глаза
3) разливаться, расплываться4) таять, течь5) (into) сливаться, переходить (во что-л.)to run into one — сливаться, объединяться воедино
to run into one another — переходить один в другой, сливаться в одно
13. лить, наливатьto run water into a bath-tub — наливать воду в ванну, напускать ванну
14. 1) вращатьсяa wheel [a spindle] runs — колесо [шпиндель] вращается
to run (up)on an axis — а) вращаться вокруг оси; б) вращаться на оси
2) (on, upon) касаться (какой-л. темы и т. п.)his mind kept running on the problem — его мысли всё время вертелись вокруг этой проблемы; он всё время думал об этой проблеме
our talk /the conversation/ ran on recent events — мы всё время говорили /разговор шёл/ о недавних событиях
3) (over) касаться, слегка дотрагиваться до (чего-л.)15. гласитьthe story runs that (the bank will close) — говорят, что (банк закроется)
the proverb runs like this — вот как звучит эта пословица, эта пословица гласит
16. проходить; преодолевать ( препятствие)to run rapids — преодолевать пороги, проходить через пороги
17. линять18. амер., австрал. дразнить (кого-л.), приставать (к кому-л.), дёргать (кого-л.)19. стр. покрывать штукатуркойII А1. руководить (учреждением и т. п.); вести (дело, предприятие и т. п.)to run a business — вести дело, управлять предприятием
to run a factory — управлять фабрикой, быть управляющим на фабрике
to run a theatre — руководить театром, быть директором театра
to run the house (for smb.) — вести (чьё-л.) хозяйство
to run the show — разг. заправлять (чем-л.)
who is running the show? — разг. кто здесь главный?
2. 1) управлять ( автомобилем); водить (автобус и т. п.)to run the engine — запускать двигатель /мотор/
to run a car into a garage [off the road] — поставить автомобиль в гараж [съехать на обочину]
2) водить корабль без конвоя ( во время войны)to run (the) trials — мор. а) производить ходовые испытания; б) проходить ходовые испытания
4. работать, действовать ( о машине)the motor runs smoothly [very nice] — мотор работает ровно /спокойно/ [хорошо]
you mustn't let the machine run free /idle/ — ты не должен допускать, чтобы машина работала вхолостую /на холостом ходу/
an engine that runs at a very high speed — мотор, работающий на больших скоростях
5. 1) пускать ( линию); открывать (трассу, сообщение)an express train runs between these cities — между этими городами ходит поезд /есть железнодорожное сообщение/
2) отправлять (автобусы и т. п.) на линию, по маршруту6. 1) проводить (соревнования, бега, скачки; тж. run off)we are running a competition to find new dancers — мы проводим конкурс, чтобы выявить новых танцоров
2) участвовать (в соревнованиях, в беге, в скачках)to run (in) a race — участвовать в соревнованиях по бегу или в скачках
to run (a race over) a mile — участвовать в беге на одну милю [ср. тж. I 1]
3) занимать место (в соревнованиях и т. п.)to run second [third] — прийти вторым [третьим]
my horse ran last — моя лошадь пришла последней /заняла последнее место/
also ran — также участвовала (в соревнованиях и т. п. — о лошадях), но не заняла призового места [см. тж. ♢ ]
7. 1) демонстрировать, показывать (пьесу, фильм)2) идти (о пьесе, фильме)the film runs for nearly 21/2 hours — фильм идёт почти два с половиной часа
8. 1) перевозить, транспортировать ( груз)to run smb. into London — отвезти кого-л. в Лондон
2) провозить контрабандойto run liquor [drugs, arms] — нелегально /контрабандой/ провозить спиртные напитки [наркотики, оружие]
9. 1) преследовать, травить (зверя и т. п.)to run to earth — а) загнать в нору; б) скрыться в нору; в) выследить; найти, обнаружить; настигнуть; I was run to earth by Ben — Бен еле-еле разыскал меня; to run a quarry to earth — настичь, жертву; г) спрятаться, притаиться
2) преследовать ( по суду)10. подвергаться (риску, опасности)to run risks /hazards, chances/ — рисковать
we ran a chance of getting no dinner — мы могли /нам грозило, мы рисковали/ остаться без обеда
you run the danger of being suspected of theft — есть опасность, что вас заподозрят в краже
11. печатать, опубликовывать, помещать (в газете, журнале)to run a story on the third page — помещать /давать/ рассказ на третьей странице
12. 1) баллотироваться ( на пост)to run for parliament [for office, for president] — баллотироваться в парламент [на (какую-л.) должность, на пост президента]
2) выставлять ( кандидатуру)to run a candidate — выставлять /выдвигать/ кандидата
who(m) will the Republicans run against the Democratic candidate? — кого выставят республиканцы против кандидата (от) демократической партии?
13. выполнять ( поручение)to run errands — а) выполнять поручения; б) быть на посылках, на побегушках
to run messages — быть посыльным, разносить телеграммы и т. п.
14. болтать; распускать ( язык)15. спускаться ( о петле)16. смётывать (платье и т. п.); сшить на скорую руку (тж. to run up)17. идти ( на нерест)18. 1) плавить ( металл)2) лить, отливать ( металл)19. отставать ( о коре деревьев)20. ударить ( по шару), покатить ( шар — в биллиарде)21. диал.1) скисать, свёртываться ( о молоке)2) квасить, приводить к свёртыванию ( молоко)II Б1. to run across smb., smth. случайно встретить кого-л., что-л., случайно встретиться с кем-л., чем-л.; натолкнуться на кого-л., что-л.I ran across him in the street — я случайно встретился /столкнулся/ с ним на улице
2. to run against smth. наталкиваться, налетать, наскакивать на что-л., сталкиваться с чем-л.to run against a rock — наскочить на скалу, удариться о скалу
3. to run against smb. идти, действовать, выступать против кого-л.4. to run smth. against smth. столкнуть что-л. с чем-л.; стукнуть что-л. обо что-л.to run one's head against a wall — а) стукнуться головой о стену; б) прошибать лбом стену
5. to run smb., smth. against smb. выдвигать кого-л., что-л. против кого-л.6. to run at smb., smth. нападать, набрасываться, накидываться на кого-л., что-л.to run at smth. with a knife — броситься на кого-л. с ножом
7. to run into smth.1) налетать, наскакивать, наталкиваться на что-л., сталкиваться с чем-л.to run into a wall [into a tree, into a boulder] — налететь на стену [на дерево, на камень]
to run into a gale — мор. попасть в шторм
climbing higher, we ran into thick mist — поднявшись выше, мы попали в густой туман /оказались в густом тумане/
2) попадать в какое-л. положениеto run into danger [into mischief, into trouble] — попасть в опасное положение [в беду]
we expect to run into a few snags before the machine is ready for production — вполне возможно, что прежде чем машина будет готова к запуску в производство, в ней обнаружатся некоторые недоделки
3) достигать определённого количества, исчисляться определённой суммойthe damages ran into thousands — компенсация за убытки исчислялась тысячами /достигала нескольких тысяч/ (фунтов)
the ship runs into so many tons displacement — мор. корабль имеет водоизмещение, достигающее стольких-то тонн
8. to run into smb. случайно встретить кого-л., столкнуться с кем-л.to run slap into smb. — разг. налететь на кого-л., столкнуться лицом к лицу с кем-л.
9. to run smth., smb. into smth.1) втыкать, вгонять, вонзать что-л. во что-л.2) вводить, ставить; кого-л. в что-л.to run smb. into expense — ввести кого-л. в расход
to run smb. into difficulties — поставить кого-л. в трудное положение
10. to run smth., smb. into smth., smb. столкнуть что-л., кого-л. с чем-л., кем-л.; заставить что-л., кого-л. налететь, наскочить, натолкнуться на что-л., на кого-л.he lost control of the car and ran it into a lamp-post — он потерял управление и врезался в фонарный столб
11. to run on smth. = to run upon smth.12. to run out of smth. истощать запас чего-л.; иссякать (о запасах и т. п.)to run out of ammunition — воен. израсходовать боеприпасы
to run out of altitude — ав. терять высоту полёта
13. to run smth. over smth., smb. проводить чем-л. по чему-л., кому-л.to run one's hand [fingers] (down [up]) over his face [her] — провести рукой [пальцами] (вниз [вверх]) по его лицу [по ней]
to run an eye over smth., smb. — окинуть взглядом, бегло осмотреть что-л., кого-л.
he ran a rapid eye over the papers — он бросил быстрый взгляд на бумаги /газеты/, он быстро пробежал глазами бумаги /газеты/
14. to run smth. through smth. продевать, пропускать что-л. через что-л.to run a thread through an eyelet — продеть нитку в ушко /в петлю/
to run one's fingers [a comb] through one's [smb.'s] hair — провести пальцами [расчёской] по своим [по чьим-л.] волосам
to run a pen [a pencil] through smth. — зачеркнуть /прочеркнуть, перечеркнуть/ что-л. ручкой [карандашом]
15. to run smth. through smb., to run smb. through with smth. пронзать, прокалывать кого-л. чем-л.to run a sword through smb., to run smb. through with a sword — проколоть /проткнуть, пронзить/ кого-л. шпагой
16. to run through smth.1) бегло прочитывать /просматривать/ что-л.to run through the text [papers] — бегло /быстро/ просмотреть текст /бумаги/
2) разг. повторять (особ. вкратце)I'll just run through the main points of the subject — разрешите вкратце напомнить главные разделы этой темы
would you mind running through your proposals? — пожалуйста, перечислите вкратце ваши предложения
3) репетироватьI'd like to run you through that scene you have with Ophelia — я бы хотел повторить вашу сцену с Офелией
4) тратитьto run through money /fortune/ — промотать деньги /состояние/
17. to run over smth.1) бегло просматривать, пробегать (что-л. глазами)to run over a text [one's part, the names] — просматривать текст [свою роль, список имён]
2) повторять3) репетировать; прослушивать актёра, читающего рольjust run over my lines with me before the rehearsal begins — пожалуйста, послушайте мою роль, пока ещё не началась репетиция (всей пьесы)
18. to run to smth.1) тяготеть к чему-л., иметь склонность к чему-л.to run to fat — а) быть предрасположенным к полноте; б) разг. толстеть, жиреть; в) превращаться в жир
to run to sentiment — а) быть склонным к сентиментальности; б) быть сентиментальным
to run to any length /to anything/ — пойти на что угодно
to run to forgery — пойти на подделку (подписи, документов)
2) достигать (суммы, цифры)the increase may run to ten thousand pounds — увеличение может достигнуть суммы в десять тысяч фунтов
that will run to a pretty penny — это влетит /встанет/ в копеечку
3) хватать, быть достаточным19. to run (up)on smth. неожиданно, внезапно встретиться с чем-л., натолкнуться, наскочить на что-л.to run (up)on rocks — а) потерпеть крушение; б) натолкнуться на непреодолимые препятствия
to run on a mine — мор. наскочить на мину
20. to run smth. (up)on smth. натолкнуть на что-л., заставить наехать на что-л.21. to run smb. up /over, down/ to some place отвезти кого-л. куда-л.to run smb. up to town — отвезти кого-л. в город (обыкн. в Лондон)
22. to run with smb. преим. амер. общаться с кем-л.; водить компанию с кем-л.a ram running with ewes — баран, пасущийся с овечками
23. to run counter to smth. противоречить, идти вразрез с чем-л.III А1. становиться, делатьсяto run dry — а) высыхать; the river ran dry — река высохла /пересохла/; б) выдыхаться, иссякать
my imagination ran dry — моё воображение истощилось, моя фантазия иссякла
to run high — а) подниматься ( о приливе); б) волноваться ( о море); the sea runs high — море волнуется; в) разгораться ( о страстях); passions /feelings/ ran high — страсти разгорались /бушевали/; г) возрастать ( о ценах)
the tide is running strong — вода быстро прибывает, прилив быстро поднимается
to run low — а) понижаться, опускаться; б) истощаться, иссякать, быть на исходе; кончаться
supplies ran low — запасы были на исходе /кончались/
his funds [stores] are running low — его фонды [запасы] подходят к концу
to run short — истощаться, подходить к концу
I have run short of money, my money has run short — у меня кончились деньги, мне не хватило денег
to run wild — а) бурно разрастаться; the garden is running wild — сад зарастает; б) расти без присмотра; не получить образования; в) разойтись, разыграться; his imagination ran wild — его воображение разыгралось; г) не знать удержу, пуститься во все тяжкие
2. быть, являтьсяthe apples [pears] run large /big/ this year — в этом году яблоки [груши] крупные
they run in all shapes — они бывают разной формы /всех видов, всякие, разные/
to run in the blood /in the family/ — быть наследственным
courage [the collecting spirit, fondness for music] runs in the family — храбрость [страсть к коллекционированию, любовь к музыке] — это у них семейное
3. иметьI think I am running a temperature — мне кажется, что у меня (поднимается) температура
he always runs a fever if he gets his feet wet — его всегда лихорадит, если он промочит ноги
♢
an also ran — неудачник [см. тж. II А 6, 3)]
to run riot см. riot I ♢
to run the show — распоряжаться; быть во главе; ≅ командовать парадом
to run smth. close — быть почти равным (по качеству и т. п.)
to run smb. close — а) быть чьим-л. опасным соперником; б) быть почти равным кому-л.
to run to cover — уйти от /избежать/ опасности; принять меры предосторожности
to cut and run — убегать; удирать, спасаться бегством; бежать со всех ног; улепётывать
to run foul (of) — а) мор. столкнуться ( с другим судном); б) ист. брать на абордаж; в) поссориться; вступить в конфликт
to run oneself [smb.] into the ground — измотать себя [кого-л.]; совершенно измочалить себя (работой, спортом и т. п.)
to run smb. ragged см. ragged ♢
to run to seed см. seed I ♢
to run a mile (from) — бегать от кого-л.; изо всех сил избегать кого-л.
he was a bore whom everyone ran a mile from — он был занудой, от которого все старались избавиться
to run it /things/ fine — иметь в обрез (времени, денег)
to run out of steam см. steam I 3
to run rings round см. ring1 I ♢
to run before the hounds — забегать вперед, опережать события
to run the wrong hare — просчитаться, ошибиться в расчётах; пойти по ложному следу
to run aground — мор. а) сесть или посадить на мель; to run a ship aground — посадить корабль на мель; б) выбрасываться на берег
to run ashore — мор. выбрасываться на берег; приткнуться к берегу
to run a line [a rope] ashore — передать /бросить/ конец [трос] на берег
to run with the hare and hunt with the hounds — посл. ≅ служить и нашим и вашим; вести двойную игру
he who runs may read — посл. всякий поймёт, всякому доступно /понятно/ (о чём-л. лёгком, доступном для понимания)
-
71 за
1. in favour ofну давай, принимайся за дело! — now, come on, snap into it!
2. withoutвне города, за городскими стенами — without the walls
3. ayeте, кто голосовал «за» — the ayes
4. one for5. behind; over; across; beyond; out of; at; after; past; before; in; within; for; during6. after7. atбазовые данные; данные взятые за базу — base data
8. forотвечать за; ответить за; ответ — answer for
9. past10. perАнтонимический ряд:перед; передо; против -
72 atrevido
adj.1 daring, adventurous, bold, brave.2 cheeky, brassy, bold-faced, pert.f. & m.cheeky person, insolent person.past part.past participle of spanish verb: atreverse.* * *1→ link=atreverse atreverse► adjetivo1 (osado) daring, bold2 (insolente) insolent, impudent3 (indecoroso) daring, risqué* * *(f. - atrevida)adj.daring, bold* * *atrevido, -a1. ADJ1) [persona] (=audaz) daring, bold; (=insolente) cheeky, sassy (EEUU)el periodista le hizo preguntas muy atrevidas — the reporter asked him some very daring o bold questions
2) [chiste] daring, risqué2.SM / F cheeky person* * *I- da adjetivoa) ( insolente) sassy (AmE colloq), cheeky (BrE colloq)el atrevido diseño del edificio — the bold o adventurous design of the building
c) ( valiente) braveII- da masculino, femeninoa) ( insolente)es un atrevido y un maleducado — he is sassy (AmE) o (BrE) cheeky and bad-mannered
b) ( valiente)el mundo es de los atrevidos — fortune favors the brave
* * *= brave [braver -comp., bravest -sup.], presumptuous, adventurous, cheeky [cheekier -comp., cheekiest -sup.], risqué, bawdy [bawdier -comp., bawdiest -sup.], fearless, impudent, bold [bolder -comp., boldest -sup.], pert, audacious, buccaneering.Ex. It would be a brave man who would predict that such a process will always remain clumsy, slow and faulty in detail.Ex. Many feel that it is presumptuous to think that a 150- to 250-word abstract can carry enough information from a well-written 3,000-word paper to be of much use except as a guide.Ex. Many say the role of consumer advice centres as being simply mediators between the consumer and the retailer/manufacturer; only a few adventurous authorities encouraged the aggressive championing of consumer complaints.Ex. The young man in the picture is myself snapped twenty-five years or so ago by a cheeky thirteen-year-old during the first few months of my first teaching job.Ex. However, some of the central premises of the film are flawed, and the risqué touches, whether racial or erotic innuendo, are primarily there to titillate and make the film seem hot and controversial.Ex. Their secondary aim was to print piratical, scurrilous and bawdy material for the people of Dublin.Ex. He describes the decoration of the tombs, explaining that this artwork is a fearless thumbing of the nose at death itself.Ex. The Library Association is impudent in suggesting that it will impose sanctions on those who fail to keep abreast of developments in librarianship.Ex. 'Would it be bold of me to ask,' she said hesitantly, 'why is the Medical Center library virtually an autonomous unit?'.Ex. He lingered round the bookstall looking at the books and papers till a pert girl behind the counter asked him if he wouldn't like a chair.Ex. One of Belgium's most dangerous criminals, who staged an audacious jailbreak on a hijacked helicopter, has been tracked down to Morocco.Ex. But whatever we make of their buccaneering spirit, the apostolic passion firing their hearts is surely beyond contention.----* ignorancia es muy atrevida, la = ignorance is very daring.* persona atrevida = risk taker.* ser atrevido = make + a bold statement.* * *I- da adjetivoa) ( insolente) sassy (AmE colloq), cheeky (BrE colloq)el atrevido diseño del edificio — the bold o adventurous design of the building
c) ( valiente) braveII- da masculino, femeninoa) ( insolente)es un atrevido y un maleducado — he is sassy (AmE) o (BrE) cheeky and bad-mannered
b) ( valiente)el mundo es de los atrevidos — fortune favors the brave
* * *= brave [braver -comp., bravest -sup.], presumptuous, adventurous, cheeky [cheekier -comp., cheekiest -sup.], risqué, bawdy [bawdier -comp., bawdiest -sup.], fearless, impudent, bold [bolder -comp., boldest -sup.], pert, audacious, buccaneering.Ex: It would be a brave man who would predict that such a process will always remain clumsy, slow and faulty in detail.
Ex: Many feel that it is presumptuous to think that a 150- to 250-word abstract can carry enough information from a well-written 3,000-word paper to be of much use except as a guide.Ex: Many say the role of consumer advice centres as being simply mediators between the consumer and the retailer/manufacturer; only a few adventurous authorities encouraged the aggressive championing of consumer complaints.Ex: The young man in the picture is myself snapped twenty-five years or so ago by a cheeky thirteen-year-old during the first few months of my first teaching job.Ex: However, some of the central premises of the film are flawed, and the risqué touches, whether racial or erotic innuendo, are primarily there to titillate and make the film seem hot and controversial.Ex: Their secondary aim was to print piratical, scurrilous and bawdy material for the people of Dublin.Ex: He describes the decoration of the tombs, explaining that this artwork is a fearless thumbing of the nose at death itself.Ex: The Library Association is impudent in suggesting that it will impose sanctions on those who fail to keep abreast of developments in librarianship.Ex: 'Would it be bold of me to ask,' she said hesitantly, 'why is the Medical Center library virtually an autonomous unit?'.Ex: He lingered round the bookstall looking at the books and papers till a pert girl behind the counter asked him if he wouldn't like a chair.Ex: One of Belgium's most dangerous criminals, who staged an audacious jailbreak on a hijacked helicopter, has been tracked down to Morocco.Ex: But whatever we make of their buccaneering spirit, the apostolic passion firing their hearts is surely beyond contention.* ignorancia es muy atrevida, la = ignorance is very daring.* persona atrevida = risk taker.* ser atrevido = make + a bold statement.* * *2 (osado) ‹escote/vestido› daring; ‹chiste› risquéel atrevido diseño del edificio the bold o adventurous design of the buildingme parece algo atrevido decir una cosa así I think it would be rash to say such a thingun escritor atrevido a daring writer3 (valiente) brave¿te vas a vivir allí? eres muy atrevido are you going to live there? that's very brave of youmasculine, feminine1(insolente): ese niño es un atrevido y un maleducado that little boy is mouthy ( AmE) o sassy ( AmE) o ( BrE) cheeky and bad-mannered ( colloq)2(valiente): el mundo es de los atrevidos fortune favors the brave* * *
Del verbo atreverse: ( conjugate atreverse)
atrevido es:
el participio
Multiple Entries:
atreverse
atrevido
atreverse ( conjugate atreverse) verbo pronominal
to dare;◊ ¡anda, atrévete! go on then, I dare you (to);
no me atrevo a decírselo I daren't tell him;
¿cómo te atreves a pegarle? how dare you hit him?;
¿a que conmigo no te atreves? I bet you wouldn't dare take me on
atrevido -da adjetivo
‹ chiste› risqué;
‹ diseño› bold
atreverse verbo reflexivo to dare: ¿te atreves a hacerlo?, do you dare to do it? o dare you do it? ➣ Ver nota en dare
atrevido,-a adjetivo
1 (descarado) daring, bold
2 (insolente) cheeky, impudent
3 (un vestido) risqué
' atrevido' also found in these entries:
Spanish:
arrojada
- arrojado
- atrevida
- desvergonzada
- desvergonzado
- impertinente
- lanzada
- lanzado
English:
audacious
- daredevil
- daring
- naughty
- presumptuous
- revealing
- forward
- risqué
- sassy
- unadventurous
* * *atrevido, -a♦ adj1. [osado] daring;es muy atrevido, le encantan los deportes de riesgo he's very daring, he loves dangerous sports;un escote atrevido a daring neckline;una película/escultura atrevida a bold movie/sculpture2. [caradura] cheeky♦ nm,f1. [osado] daring person2. [caradura] cheeky person;¡qué atrevido, contestar así a tu madre! what a cheek, answering your mother back like that!* * *adj1 ( insolente) sassy fam, Brcheeky fam2 ( valiente) brave, daring* * *atrevido, -da adj1) : bold, daring2) : insolent* * *atrevido adj1. (audaz) daring -
73 descarado
adj.cynical, bare-faced, barefaced, bold-faced.f. & m.cheeky person.past part.past participle of spanish verb: descararse.* * *► adjetivo2 (patente) blatant► nombre masculino,nombre femenino1 shameless person, cheeky person* * *1. ADJ1) [persona] (=desvergonzado) shameless; (=insolente) cheeky, sassy (EEUU)2) (=evidente) [mentira] barefaced; [prejuicio] blatant2.ADV *sí voy, descarado — I'm going all right, you bet I'm going
si supiera inglés, descarado que me iba a Londres — if I spoke English, you can bet your life I'd go to London
* * *I- da adjetivo <persona/actitud> brazen, shamelessII- da masculino, femeninono contestes así a tu madre descarado! — don't talk back to your mother like that, you rude little boy
* * *= blatant, cheeky [cheekier -comp., cheekiest -sup.], brazen, shameless, sassy [sassier -comp., sassiest -sup.], in-your-face, unabashed, brash [brasher -comp., brashest -sup.], insolent, rude [ruder -comp., rudest -sup.], impudent, unashamed, saucy [saucier -comp., sauciest -sup.], pert.Ex. And what I'm trying to suggest is that there's something shameful about a profession that has allowed this kind of blatant and rank ethnocentrism, racism, chauvinism, the whole schmier, to persist this long.Ex. The young man in the picture is myself snapped twenty-five years or so ago by a cheeky thirteen-year-old during the first few months of my first teaching job.Ex. They accepted the government's brazen lies stating that Ramón Colás, the co-founder of the library movement, has not been arrested as a prisoner of conscience.Ex. Another librarian described herself as 'a shameless, self-promoter'.Ex. This series of personal essays are at various times sassy, profound, superficial, and maddening.Ex. Some female readers also appreciate bad-girl books for their powerful, independent heroines, and in-your-face attitude.Ex. The article is entitled 'What's the number?: an unofficial and unabashed guide to the Library of Congress Classification for the social sciences'.Ex. Caslon rejected the brash contrast of the later Dutch founts, and produced types that were without serious blemish, but also without much life.Ex. He had always anathematized those who took unscrupulous advantage of their positions, and those who succumbed to their insolent methods.Ex. 'That young man was terribly rude'.Ex. The Library Association is impudent in suggesting that it will impose sanctions on those who fail to keep abreast of developments in librarianship.Ex. There is a need for more study of current lending patterns to establish a clear mandate for unashamed purchase of AV materials by traditionally print-oriented librarians.Ex. Singers and other entertainers in Burma have been warned to cut out saucy behaviour and be neat and tidy or face the consequences.Ex. He lingered round the bookstall looking at the books and papers till a pert girl behind the counter asked him if he wouldn't like a chair.----* mentira descarada = blatant lie, bare-faced lie.* * *I- da adjetivo <persona/actitud> brazen, shamelessII- da masculino, femeninono contestes así a tu madre descarado! — don't talk back to your mother like that, you rude little boy
* * *= blatant, cheeky [cheekier -comp., cheekiest -sup.], brazen, shameless, sassy [sassier -comp., sassiest -sup.], in-your-face, unabashed, brash [brasher -comp., brashest -sup.], insolent, rude [ruder -comp., rudest -sup.], impudent, unashamed, saucy [saucier -comp., sauciest -sup.], pert.Ex: And what I'm trying to suggest is that there's something shameful about a profession that has allowed this kind of blatant and rank ethnocentrism, racism, chauvinism, the whole schmier, to persist this long.
Ex: The young man in the picture is myself snapped twenty-five years or so ago by a cheeky thirteen-year-old during the first few months of my first teaching job.Ex: They accepted the government's brazen lies stating that Ramón Colás, the co-founder of the library movement, has not been arrested as a prisoner of conscience.Ex: Another librarian described herself as 'a shameless, self-promoter'.Ex: This series of personal essays are at various times sassy, profound, superficial, and maddening.Ex: Some female readers also appreciate bad-girl books for their powerful, independent heroines, and in-your-face attitude.Ex: The article is entitled 'What's the number?: an unofficial and unabashed guide to the Library of Congress Classification for the social sciences'.Ex: Caslon rejected the brash contrast of the later Dutch founts, and produced types that were without serious blemish, but also without much life.Ex: He had always anathematized those who took unscrupulous advantage of their positions, and those who succumbed to their insolent methods.Ex: 'That young man was terribly rude'.Ex: The Library Association is impudent in suggesting that it will impose sanctions on those who fail to keep abreast of developments in librarianship.Ex: There is a need for more study of current lending patterns to establish a clear mandate for unashamed purchase of AV materials by traditionally print-oriented librarians.Ex: Singers and other entertainers in Burma have been warned to cut out saucy behaviour and be neat and tidy or face the consequences.Ex: He lingered round the bookstall looking at the books and papers till a pert girl behind the counter asked him if he wouldn't like a chair.* mentira descarada = blatant lie, bare-faced lie.* * *1 ‹persona/actitud› brazen, shamelessel muy descarado, pedirme dinero así what (a) nerve he has, asking me for money like thatlas elecciones fueron un fraude descarado the elections were a blatant fraud o were clearly rigged2 ( como adv)( Esp fam): si tuviese dinero, descarado que me iría a vivir sola you can bet your life if I had the money, I'd go off and live alone ( colloq)lo hizo adrede, descarado make no mistake, she did it on purpose, she did it on purpose, you can be sure of it o you can bet your life on itmasculine, feminineno contestes así a tu madre ¡descarado! don't talk back to your mother like that, you rude o ( BrE) cheeky little boyese chico es un descarado that boy has a lot of nerve* * *
Del verbo descararse: ( conjugate descararse)
descarado es:
el participio
descarado
es muy descarado he has a lot of nerve
descarado,-a
I adj (insolente) cheeky, insolent
(desvergonzado) shameless
una mentira descarada, a barefaced lie
II sustantivo masculino y femenino cheeky person
' descarado' also found in these entries:
Spanish:
atrevida
- atrevido
- cara
- descarada
- desvergonzada
- desvergonzado
- golfa
- golfo
- lisa
- liso
- sinvergüenza
- fresco
- patudo
English:
audacious
- barefaced
- blatant
- bold
- brash
- brassy
- brazen
- cheeky
- downright
- forward
- shameless
- unabashed
- outright
- pert
* * *descarado, -a♦ adj1. [desvergonzado] [persona] cheeky, impertinent;¡no seas (tan) descarado! don't be (so) cheeky!;¡el muy descarado se ha atrevido a burlarse de mí! the cheeky devil had the nerve to make fun of me!2. [flagrante] barefaced, blatant;una mentira descarada a barefaced lie;¡es un robo descarado! it's daylight robbery!;¡ha sido un penalti descarado! there's no way that wasn't a penalty!♦ advEsp Fam [por supuesto, seguro] you bet!;no lo conseguirá, descarado there's no way she'll manage to do it;¡descarado que iremos! too right we're going to go!♦ nm,fcheeky devil;eres un descarado mirando you are awful the way you stare at people* * *adj rude, impertinent* * *descarado, -da adj: brazen, impudent♦ descaradamente adv* * * -
74 incrementar
v.1 to increase.El director incrementó los salarios The director increased the salaries.2 to increment, to increase, to augment, to raise.Los precios incrementaron The prices incremented.* * *1 to increase* * *1.VT to increase2.See:* * *1.verbo transitivo (frml) to increase2.incrementarsev pron (frml) to increase* * *= augment, increment, rise, deepen, escalate, ramp up, step up, crank up, ratchet up, mark + Nombre + up, turn up.Ex. These sources which form the basis of the intellectual selection of terms may be augmented by the machine selection of terms.Ex. If a periodical increases its volume number more than once during the year, the volume pattern should contain a '1' each time the volume number is incremented.Ex. If suppliers are forced out of business, there will be less software to lend and prices will rise with the lack of competition.Ex. One of the effects of reading in children is that their appreciation of the processes and function of literature is deepened.Ex. Over the past two to three years the numbers of full text data bases and data banks has started to escalate considerably.Ex. EGND has hit a home run with the introduction of a new product line, increasing sales projections, and ramping up production schedules.Ex. The intensity of marketing to schools and parents will have to be stepped up by publishers if they are to succeed in the more competitive market.Ex. Refiners are cranking up diesel output to meet rising global demand.Ex. The health department has ratcheted up efforts to prevent or slow down the spread of swine flu in schools.Ex. Determine how much it costs to make the item, how much it costs to market that item, and then mark it up by 15-30% or more.Ex. Cytokines are small proteins used to communicate messages between the immune cells in the immune system to either turn up or down the immune response.* * *1.verbo transitivo (frml) to increase2.incrementarsev pron (frml) to increase* * *= augment, increment, rise, deepen, escalate, ramp up, step up, crank up, ratchet up, mark + Nombre + up, turn up.Ex: These sources which form the basis of the intellectual selection of terms may be augmented by the machine selection of terms.
Ex: If a periodical increases its volume number more than once during the year, the volume pattern should contain a '1' each time the volume number is incremented.Ex: If suppliers are forced out of business, there will be less software to lend and prices will rise with the lack of competition.Ex: One of the effects of reading in children is that their appreciation of the processes and function of literature is deepened.Ex: Over the past two to three years the numbers of full text data bases and data banks has started to escalate considerably.Ex: EGND has hit a home run with the introduction of a new product line, increasing sales projections, and ramping up production schedules.Ex: The intensity of marketing to schools and parents will have to be stepped up by publishers if they are to succeed in the more competitive market.Ex: Refiners are cranking up diesel output to meet rising global demand.Ex: The health department has ratcheted up efforts to prevent or slow down the spread of swine flu in schools.Ex: Determine how much it costs to make the item, how much it costs to market that item, and then mark it up by 15-30% or more.Ex: Cytokines are small proteins used to communicate messages between the immune cells in the immune system to either turn up or down the immune response.* * *incrementar [A1 ]vt( frml); to increase( frml); to increase* * *
incrementar ( conjugate incrementar) verbo transitivo (frml) to increase
incrementar verbo transitivo to increase
' incrementar' also found in these entries:
Spanish:
reforzar
English:
augment
* * *♦ vtto increase* * *v/t increase* * *incrementar vt: to increase -
75 time
1. n время выполнения2. n период времениit took him a long time to do it, he took a long time doing it — ему потребовалось немало времени, чтобы сделать это; он немало с этим провозился
all the time, the whole time — всё время, всегда
all the time we were working — в течение всего времени, что мы работали
at one time — одно время, когда-то
for the time being — пока, до поры до времени
I think that we may win in time — думаю, что со временем нам удастся победить
in no time, in less than no time — очень быстро, мигом, в два счёта
in the same flash of time — в то же мгновение, в тот же миг
to tell the time — показывать время; показывать, который час
time interrupt — временное прерывание; прерывание по времени
3. n сезон, пора, времяsowing time — время сева, посевной период, посевная
4. n долгое времяhe was gone time before you got there — он ушёл задолго до того, как вы туда явились
settling time — время установления сигнала; время успокоения
reversal time — время реверсирования; время перемагничивания
5. n час, точное времяwhat time, at what time — в какое время, в котором часу; когда
6. n момент, мгновение; определённый момент, определённое времяsome time — в какой-то момент, в какое-то время
some time — когда-нибудь, рано или поздно
at times — по временам, время от времени
at the time — в тот момент, в то время
at the same time — в то же самое время, одновременно; в тот же момент
at any time you like — в любой момент, когда вам будет удобно
at the proper time, when the time comes — в своё время, когда придёт время
we shall do everything at the proper time — мы всё сделаем, когда нужно;
between times — иногда, временами
block-to-block time — время, затраченное на выполнение рейса
travel time — время, необходимое на переходы в часы работы
time modulation — временная модуляция; модуляция по времени
7. n время прибытия или отправления8. n срок, времяin time — в срок, вовремя
in due time — в своё время, своевременно
I was just in time to see it — я успел как раз вовремя, чтобы увидеть это
behind time, out of time — поздно, с опозданием
high time — давно пора, самое время
time! — время вышло!; ваше время истекло
time is drawing on — времени остаётся мало, срок приближается
9. n подходящий момент, подходящее время10. n времена, пора; эпоха, эраour time — наше время, наши дни
the times we live in — наши дни; время, в которое мы живём
at all times, all the time — всегда, во все времена
a book unusual for its time — книга, необычная для своего времени
from time immemorial — с незапамятных времён, испокон веку ; искони, исстари
old time — старое время; в древности, в стародавние времена, во время оно
in happier times — в более счастливые времена, в более счастливую пору
in times to come — в будущем, в грядущие времена
abreast of the times — вровень с веком; не отставая от жизни
to be abreast of the times, to move with the times — стоять вровень с веком, не отставать от жизни, шагать в ногу со временем
ahead of the time — опередивший свою эпоху, передовой
other times, other manners — иные времена — иные нравы
11. n возрастat his time of life — в его возрасте, в его годы
12. n период жизни, векit was before her time — это было до её рождения; она этого уже не застала
he died before his time — он безвременно умер;
debug time — время отладки; период отладки
13. n свободное время; досугto have no time, to be hard pressed for time — совершенно не иметь времени, торопиться
to make up for lost time — наверстать упущенное; компенсировать потери времени
to save time — экономить время, не терять попусту времени
I need time to rest — мне нужно время, чтобы отдохнуть
switching time — время переключения; время перемагничивания
response time — время ответа, время реакции; время отклика
14. n время; времяпрепровождениеto have a good time — хорошо провести время, повеселиться
one-pulse time — время действия импульса; импульсный период
15. n рабочее времяGreenwich time — время по Гринвичу, среднеевропейское время
16. n плата за работу17. n интервал между раундами18. n тайм; период, половина игрыTime Inc. — Тайм инк.
19. n скорость, темп; такт; размер; ритмto keep time — отбивать такт; выдерживать такт
20. n стих. мора21. n библ. год22. a связанный с временем23. a снабжённый часовым механизмом24. a связанный с покупками в кредит или с платежами в рассрочкуseeding time — время сева, посевная страда, сев
time base — временная ось; масштаб по оси времени
25. a подлежащий оплате в определённый срокtime wage — повременная, подённая оплата
26. v выбирать время; рассчитыватьturnover time — время переключения; время перемагничивания
to snooze time away — бездельничать, растранжиривать время
27. v назначать или устанавливать время; приурочиватьseasoning time — время, необходимое для полного увлажнения
28. v ставить29. v задавать темп; регулировать30. v отмечать по часам; засекать; определять время; хронометрироватьcore time — часы, когда все сотрудники должны быть на работе
mercifully, he came in time — к счастью, он пришёл вовремя
31. v рассчитывать, устанавливать продолжительностьclockwork apparatus timed to run for forty-eight hours — часовой механизм, рассчитанный на двое суток работы
32. v выделять время для определённого процесса33. v делать в такт34. v редк. совпадать, биться в унисонin double-quick time — быстро, в два счёта
35. v тех. синхронизироватьСинонимический ряд:1. duration (noun) continuance; duration; future; interval; lastingness; past; present; span; stretch; term; year2. era (noun) age; cycle; date; day; days; epoch; era; generation; period; season3. go (noun) bout; go; hitch; innings; shift; spell; stint; tour; trick; turn; watch4. hour (noun) hour; instant; minute; moment; occasion5. opportunity (noun) break; chance; leisure; liberty; look-in; opening; opportunity; shot; show; squeak6. tempo (noun) beat; cadence; measure; pace; rate; rhythm; swing; tempo7. while (noun) bit; space; spell; stretch; while8. adjust (verb) adjust; set; synchronize9. book (verb) book; schedule10. gauge (verb) clock; gauge; measure; regulate -
76 near cash
!гос. фин. The resource budget contains a separate control total for “near cash” expenditure, that is expenditure such as pay and current grants which impacts directly on the measure of the golden rule.This paper provides background information on the framework for the planning and control of public expenditure in the UK which has been operated since the 1998 Comprehensive Spending Review (CSR). It sets out the different classifications of spending for budgeting purposes and why these distinctions have been adopted. It discusses how the public expenditure framework is designed to ensure both sound public finances and an outcome-focused approach to public expenditure.The UK's public spending framework is based on several key principles:"consistency with a long-term, prudent and transparent regime for managing the public finances as a whole;" "the judgement of success by policy outcomes rather than resource inputs;" "strong incentives for departments and their partners in service delivery to plan over several years and plan together where appropriate so as to deliver better public services with greater cost effectiveness; and"the proper costing and management of capital assets to provide the right incentives for public investment.The Government sets policy to meet two firm fiscal rules:"the Golden Rule states that over the economic cycle, the Government will borrow only to invest and not to fund current spending; and"the Sustainable Investment Rule states that net public debt as a proportion of GDP will be held over the economic cycle at a stable and prudent level. Other things being equal, net debt will be maintained below 40 per cent of GDP over the economic cycle.Achievement of the fiscal rules is assessed by reference to the national accounts, which are produced by the Office for National Statistics, acting as an independent agency. The Government sets its spending envelope to comply with these fiscal rules.Departmental Expenditure Limits ( DEL) and Annually Managed Expenditure (AME)"Departmental Expenditure Limit ( DEL) spending, which is planned and controlled on a three year basis in Spending Reviews; and"Annually Managed Expenditure ( AME), which is expenditure which cannot reasonably be subject to firm, multi-year limits in the same way as DEL. AME includes social security benefits, local authority self-financed expenditure, debt interest, and payments to EU institutions.More information about DEL and AME is set out below.In Spending Reviews, firm DEL plans are set for departments for three years. To ensure consistency with the Government's fiscal rules departments are set separate resource (current) and capital budgets. The resource budget contains a separate control total for “near cash” expenditure, that is expenditure such as pay and current grants which impacts directly on the measure of the golden rule.To encourage departments to plan over the medium term departments may carry forward unspent DEL provision from one year into the next and, subject to the normal tests for tautness and realism of plans, may be drawn down in future years. This end-year flexibility also removes any incentive for departments to use up their provision as the year end approaches with less regard to value for money. For the full benefits of this flexibility and of three year plans to feed through into improved public service delivery, end-year flexibility and three year budgets should be cascaded from departments to executive agencies and other budget holders.Three year budgets and end-year flexibility give those managing public services the stability to plan their operations on a sensible time scale. Further, the system means that departments cannot seek to bid up funds each year (before 1997, three year plans were set and reviewed in annual Public Expenditure Surveys). So the credibility of medium-term plans has been enhanced at both central and departmental level.Departments have certainty over the budgetary allocation over the medium term and these multi-year DEL plans are strictly enforced. Departments are expected to prioritise competing pressures and fund these within their overall annual limits, as set in Spending Reviews. So the DEL system provides a strong incentive to control costs and maximise value for money.There is a small centrally held DEL Reserve. Support from the Reserve is available only for genuinely unforeseeable contingencies which departments cannot be expected to manage within their DEL.AME typically consists of programmes which are large, volatile and demand-led, and which therefore cannot reasonably be subject to firm multi-year limits. The biggest single element is social security spending. Other items include tax credits, Local Authority Self Financed Expenditure, Scottish Executive spending financed by non-domestic rates, and spending financed from the proceeds of the National Lottery.AME is reviewed twice a year as part of the Budget and Pre-Budget Report process reflecting the close integration of the tax and benefit system, which was enhanced by the introduction of tax credits.AME is not subject to the same three year expenditure limits as DEL, but is still part of the overall envelope for public expenditure. Affordability is taken into account when policy decisions affecting AME are made. The Government has committed itself not to take policy measures which are likely to have the effect of increasing social security or other elements of AME without taking steps to ensure that the effects of those decisions can be accommodated prudently within the Government's fiscal rules.Given an overall envelope for public spending, forecasts of AME affect the level of resources available for DEL spending. Cautious estimates and the AME margin are built in to these AME forecasts and reduce the risk of overspending on AME.Together, DEL plus AME sum to Total Managed Expenditure (TME). TME is a measure drawn from national accounts. It represents the current and capital spending of the public sector. The public sector is made up of central government, local government and public corporations.Resource and Capital Budgets are set in terms of accruals information. Accruals information measures resources as they are consumed rather than when the cash is paid. So for example the Resource Budget includes a charge for depreciation, a measure of the consumption or wearing out of capital assets."Non cash charges in budgets do not impact directly on the fiscal framework. That may be because the national accounts use a different way of measuring the same thing, for example in the case of the depreciation of departmental assets. Or it may be that the national accounts measure something different: for example, resource budgets include a cost of capital charge reflecting the opportunity cost of holding capital; the national accounts include debt interest."Within the Resource Budget DEL, departments have separate controls on:"Near cash spending, the sub set of Resource Budgets which impacts directly on the Golden Rule; and"The amount of their Resource Budget DEL that departments may spend on running themselves (e.g. paying most civil servants’ salaries) is limited by Administration Budgets, which are set in Spending Reviews. Administration Budgets are used to ensure that as much money as practicable is available for front line services and programmes. These budgets also help to drive efficiency improvements in departments’ own activities. Administration Budgets exclude the costs of frontline services delivered directly by departments.The Budget preceding a Spending Review sets an overall envelope for public spending that is consistent with the fiscal rules for the period covered by the Spending Review. In the Spending Review, the Budget AME forecast for year one of the Spending Review period is updated, and AME forecasts are made for the later years of the Spending Review period.The 1998 Comprehensive Spending Review ( CSR), which was published in July 1998, was a comprehensive review of departmental aims and objectives alongside a zero-based analysis of each spending programme to determine the best way of delivering the Government's objectives. The 1998 CSR allocated substantial additional resources to the Government's key priorities, particularly education and health, for the three year period from 1999-2000 to 2001-02.Delivering better public services does not just depend on how much money the Government spends, but also on how well it spends it. Therefore the 1998 CSR introduced Public Service Agreements (PSAs). Each major government department was given its own PSA setting out clear targets for achievements in terms of public service improvements.The 1998 CSR also introduced the DEL/ AME framework for the control of public spending, and made other framework changes. Building on the investment and reforms delivered by the 1998 CSR, successive spending reviews in 2000, 2002 and 2004 have:"provided significant increase in resources for the Government’s priorities, in particular health and education, and cross-cutting themes such as raising productivity; extending opportunity; and building strong and secure communities;" "enabled the Government significantly to increase investment in public assets and address the legacy of under investment from past decades. Departmental Investment Strategies were introduced in SR2000. As a result there has been a steady increase in public sector net investment from less than ¾ of a per cent of GDP in 1997-98 to 2¼ per cent of GDP in 2005-06, providing better infrastructure across public services;" "introduced further refinements to the performance management framework. PSA targets have been reduced in number over successive spending reviews from around 300 to 110 to give greater focus to the Government’s highest priorities. The targets have become increasingly outcome-focused to deliver further improvements in key areas of public service delivery across Government. They have also been refined in line with the conclusions of the Devolving Decision Making Review to provide a framework which encourages greater devolution and local flexibility. Technical Notes were introduced in SR2000 explaining how performance against each PSA target will be measured; and"not only allocated near cash spending to departments, but also – since SR2002 - set Resource DEL plans for non cash spending.To identify what further investments and reforms are needed to equip the UK for the global challenges of the decade ahead, on 19 July 2005 the Chief Secretary to the Treasury announced that the Government intends to launch a second Comprehensive Spending Review (CSR) reporting in 2007.A decade on from the first CSR, the 2007 CSR will represent a long-term and fundamental review of government expenditure. It will cover departmental allocations for 2008-09, 2009-10 and 2010 11. Allocations for 2007-08 will be held to the agreed figures already announced by the 2004 Spending Review. To provide a rigorous analytical framework for these departmental allocations, the Government will be taking forward a programme of preparatory work over 2006 involving:"an assessment of what the sustained increases in spending and reforms to public service delivery have achieved since the first CSR. The assessment will inform the setting of new objectives for the decade ahead;" "an examination of the key long-term trends and challenges that will shape the next decade – including demographic and socio-economic change, globalisation, climate and environmental change, global insecurity and technological change – together with an assessment of how public services will need to respond;" "to release the resources needed to address these challenges, and to continue to secure maximum value for money from public spending over the CSR period, a set of zero-based reviews of departments’ baseline expenditure to assess its effectiveness in delivering the Government’s long-term objectives; together with"further development of the efficiency programme, building on the cross cutting areas identified in the Gershon Review, to embed and extend ongoing efficiency savings into departmental expenditure planning.The 2007 CSR also offers the opportunity to continue to refine the PSA framework so that it drives effective delivery and the attainment of ambitious national standards.Public Service Agreements (PSAs) were introduced in the 1998 CSR. They set out agreed targets detailing the outputs and outcomes departments are expected to deliver with the resources allocated to them. The new spending regime places a strong emphasis on outcome targets, for example in providing for better health and higher educational standards or service standards. The introduction in SR2004 of PSA ‘standards’ will ensure that high standards in priority areas are maintained.The Government monitors progress against PSA targets, and departments report in detail twice a year in their annual Departmental Reports (published in spring) and in their autumn performance reports. These reports provide Parliament and the public with regular updates on departments’ performance against their targets.Technical Notes explain how performance against each PSA target will be measured.To make the most of both new investment and existing assets, there needs to be a coherent long term strategy against which investment decisions are taken. Departmental Investment Strategies (DIS) set out each department's plans to deliver the scale and quality of capital stock needed to underpin its objectives. The DIS includes information about the department's existing capital stock and future plans for that stock, as well as plans for new investment. It also sets out the systems that the department has in place to ensure that it delivers its capital programmes effectively.This document was updated on 19 December 2005.Near-cash resource expenditure that has a related cash implication, even though the timing of the cash payment may be slightly different. For example, expenditure on gas or electricity supply is incurred as the fuel is used, though the cash payment might be made in arrears on aquarterly basis. Other examples of near-cash expenditure are: pay, rental.Net cash requirement the upper limit agreed by Parliament on the cash which a department may draw from theConsolidated Fund to finance the expenditure within the ambit of its Request forResources. It is equal to the agreed amount of net resources and net capital less non-cashitems and working capital.Non-cash cost costs where there is no cash transaction but which are included in a body’s accounts (or taken into account in charging for a service) to establish the true cost of all the resourcesused.Non-departmental a body which has a role in the processes of government, but is not a government public body, NDPBdepartment or part of one. NDPBs accordingly operate at arm’s length from governmentMinisters.Notional cost of a cost which is taken into account in setting fees and charges to improve comparability with insuranceprivate sector service providers.The charge takes account of the fact that public bodies donot generally pay an insurance premium to a commercial insurer.the independent body responsible for collecting and publishing official statistics about theUK’s society and economy. (At the time of going to print legislation was progressing tochange this body to the Statistics Board).Office of Government an office of the Treasury, with a status similar to that of an agency, which aims to maximise Commerce, OGCthe government’s purchasing power for routine items and combine professional expertiseto bear on capital projects.Office of the the government department responsible for discharging the Paymaster General’s statutoryPaymaster General,responsibilities to hold accounts and make payments for government departments and OPGother public bodies.Orange bookthe informal title for Management of Risks: Principles and Concepts, which is published by theTreasury for the guidance of public sector bodies.Office for NationalStatistics, ONS60Managing Public Money————————————————————————————————————————"GLOSSARYOverdraftan account with a negative balance.Parliament’s formal agreement to authorise an activity or expenditure.Prerogative powerspowers exercisable under the Royal Prerogative, ie powers which are unique to the Crown,as contrasted with common-law powers which may be available to the Crown on the samebasis as to natural persons.Primary legislationActs which have been passed by the Westminster Parliament and, where they haveappropriate powers, the Scottish Parliament and the Northern Ireland Assembly. Begin asBills until they have received Royal Assent.arrangements under which a public sector organisation contracts with a private sectorentity to construct a facility and provide associated services of a specified quality over asustained period. See annex 7.5.Proprietythe principle that patterns of resource consumption should respect Parliament’s intentions,conventions and control procedures, including any laid down by the PAC. See box 2.4.Public Accountssee Committee of Public Accounts.CommitteePublic corporationa trading body controlled by central government, local authority or other publiccorporation that has substantial day to day operating independence. See section 7.8.Public Dividend finance provided by government to public sector bodies as an equity stake; an alternative to Capital, PDCloan finance.Public Service sets out what the public can expect the government to deliver with its resources. EveryAgreement, PSAlarge government department has PSA(s) which specify deliverables as targets or aimsrelated to objectives.a structured arrangement between a public sector and a private sector organisation tosecure an outcome delivering good value for money for the public sector. It is classified tothe public or private sector according to which has more control.Rate of returnthe financial remuneration delivered by a particular project or enterprise, expressed as apercentage of the net assets employed.Regularitythe principle that resource consumption should accord with the relevant legislation, therelevant delegated authority and this document. See box 2.4.Request for the functional level into which departmental Estimates may be split. RfRs contain a number Resources, RfRof functions being carried out by the department in pursuit of one or more of thatdepartment’s objectives.Resource accountan accruals account produced in line with the Financial Reporting Manual (FReM).Resource accountingthe system under which budgets, Estimates and accounts are constructed in a similar wayto commercial audited accounts, so that both plans and records of expenditure allow in fullfor the goods and services which are to be, or have been, consumed – ie not just the cashexpended.Resource budgetthe means by which the government plans and controls the expenditure of resources tomeet its objectives.Restitutiona legal concept which allows money and property to be returned to its rightful owner. Ittypically operates where another person can be said to have been unjustly enriched byreceiving such monies.Return on capital the ratio of profit to capital employed of an accounting entity during an identified period.employed, ROCEVarious measures of profit and of capital employed may be used in calculating the ratio.Public Privatepartnership, PPPPrivate Finance Initiative, PFIParliamentaryauthority61Managing Public Money"————————————————————————————————————————GLOSSARYRoyal charterthe document setting out the powers and constitution of a corporation established underprerogative power of the monarch acting on Privy Council advice.Second readingthe second formal time that a House of Parliament may debate a bill, although in practicethe first substantive debate on its content. If successful, it is deemed to denoteParliamentary approval of the principle of the proposed legislation.Secondary legislationlaws, including orders and regulations, which are made using powers in primary legislation.Normally used to set out technical and administrative provision in greater detail thanprimary legislation, they are subject to a less intense level of scrutiny in Parliament.European legislation is,however,often implemented in secondary legislation using powers inthe European Communities Act 1972.Service-level agreement between parties, setting out in detail the level of service to be performed.agreementWhere agreements are between central government bodies, they are not legally a contractbut have a similar function.Shareholder Executive a body created to improve the government’s performance as a shareholder in businesses.Spending reviewsets out the key improvements in public services that the public can expect over a givenperiod. It includes a thorough review of departmental aims and objectives to find the bestway of delivering the government’s objectives, and sets out the spending plans for the givenperiod.State aidstate support for a domestic body or company which could distort EU competition and sois not usually allowed. See annex 4.9.Statement of Excessa formal statement detailing departments’ overspends prepared by the Comptroller andAuditor General as a result of undertaking annual audits.Statement on Internal an annual statement that Accounting Officers are required to make as part of the accounts Control, SICon a range of risk and control issues.Subheadindividual elements of departmental expenditure identifiable in Estimates as single cells, forexample cell A1 being administration costs within a particular line of departmental spending.Supplyresources voted by Parliament in response to Estimates, for expenditure by governmentdepartments.Supply Estimatesa statement of the resources the government needs in the coming financial year, and forwhat purpose(s), by which Parliamentary authority is sought for the planned level ofexpenditure and income.Target rate of returnthe rate of return required of a project or enterprise over a given period, usually at least a year.Third sectorprivate sector bodies which do not act commercially,including charities,social and voluntaryorganisations and other not-for-profit collectives. See annex 7.7.Total Managed a Treasury budgeting term which covers all current and capital spending carried out by the Expenditure,TMEpublic sector (ie not just by central departments).Trading fundan organisation (either within a government department or forming one) which is largely orwholly financed from commercial revenue generated by its activities. Its Estimate shows itsnet impact, allowing its income from receipts to be devoted entirely to its business.Treasury Minutea formal administrative document drawn up by the Treasury, which may serve a wide varietyof purposes including seeking Parliamentary approval for the use of receipts asappropriations in aid, a remission of some or all of the principal of voted loans, andresponding on behalf of the government to reports by the Public Accounts Committee(PAC).62Managing Public Money————————————————————————————————————————GLOSSARY63Managing Public MoneyValue for moneythe process under which organisation’s procurement, projects and processes aresystematically evaluated and assessed to provide confidence about suitability, effectiveness,prudence,quality,value and avoidance of error and other waste,judged for the public sectoras a whole.Virementthe process through which funds are moved between subheads such that additionalexpenditure on one is met by savings on one or more others.Votethe process by which Parliament approves funds in response to supply Estimates.Voted expenditureprovision for expenditure that has been authorised by Parliament. Parliament ‘votes’authority for public expenditure through the Supply Estimates process. Most expenditureby central government departments is authorised in this way.Wider market activity activities undertaken by central government organisations outside their statutory duties,using spare capacity and aimed at generating a commercial profit. See annex 7.6.Windfallmonies received by a department which were not anticipated in the spending review.———————————————————————————————————————— -
77 when
1. wen adverb(at what time(?): When did you arrive?; When will you see her again?; I asked him when the incident had occurred; Tell me when to jump.) cuando
2. wən, wen conjunction1) ((at or during) the time at which: It happened when I was abroad; When you see her, give her this message; When I've finished, I'll telephone you.) cuando2) (in spite of the fact that; considering that: Why do you walk when you have a car?) si•- whence- whenever
when1 adv cuándowhen did you sell your car? ¿cuándo vendiste tu coche?when2 conj cuandoit was different when I was a boy cuando yo era niño, era diferentetr[wen]1 (direct questions) cuándo■ when did it happen? ¿cuándo pasó?■ when are they coming? ¿cuándo vendrán?■ when did she die? ¿cuándo murió?■ since when? ¿desde cuándo?2 (indirect questions) cuándo3 (at which, on which) cuando, en que■ August is the month when everyone goes on holiday agosto es el mes en que todo el mundo se va de vacaciones1 (at the time that) cuando2 (whenever) cuando, siempre que3 (considering) cuando, si■ why do you want to move when you've got such a nice house? ¿por qué te quieres mudar si tienes una casa tan bonita?4 (although) cuando, aunque■ they said it was an antique when in fact it was a reproduction dijeron que era una antigüedad cuando en realidad era una reproducción1 cuando\SMALLIDIOMATIC EXPRESSION/SMALLwhen ['hwɛn] adv: cuándowhen will you return?: ¿cuándo volverás?he asked me when I would be home: me preguntó cuándo estaría en casawhen conjwhen you are ready: cuando estés listothe days when I clean the house: los días en que limpio la casa2) if: cuando, sihow can I go when I have no money?: ¿cómo voy a ir si no tengo dinero?3) although: cuandoyou said it was big when actually it's small: dijiste que era grande cuando en realidad es pequeñowhen pron: cuándosince when are you the boss?: ¿desde cuándo eres el jefe?adv.• como adv.• cuando adv.• cuándo adv.conj.• cuando conj.• que conj.
I hwen, wen1) (in questions, indirect questions) cuándowhen did you arrive? — ¿cuándo llegaste?
that was when I realized that... — fue entonces cuando or (esp AmL tb) que me di cuenta de que...
2) ( as relative)in December, when we were on holiday — en diciembre, cuando estábamos de vacaciones
II
1)a) ( temporal sense) cuandob) (if) si, cuandothese results aren't bad when you compare them with... — estos resultados no son malos si or cuando se los compara con...
2)a) (since, considering that) si, cuandowhy go to a hotel when you can stay here? — ¿por qué ir a un hotel si or cuando te puedes quedar aquí?
b) ( although) cuandohe said he was 18 when in fact he's only 15 — dijo que tenía 18 años cuando en realidad sólo tiene 15
III
pronoun cuándowhen do you have to be in London by? — ¿para cuándo tienes que estar en Londres?
[wen]since when have they had the farm? — ¿desde cuándo tienen la granja?, ¿cuánto hace que tienen la granja?
1. ADVERB1) (in direct and indirect questions, reported speech)
When in direct and indirect questions as well as after expressions of (un)certainty and doubt (e.g. no sé) translates as cuándo (with an accent) and is used with the indicative: cuándowhen did it happen? — ¿cuándo ocurrió?
•
he asked me when I had seen it — me preguntó cuándo lo había visto•
do you know when he died? — ¿sabes cuándo murió?say when! (when serving food, drink) ¡dime cuánto! since when•
he told me when the wedding would be — me dijo cuándo sería la bodatill when? ¿hasta cuándo?since when do you like or have you liked Indian food? — ¿desde cuándo te gusta la comida india?
2) (in exclamations) cuándowhen will we learn to keep our mouths shut! — ¡cuándo aprenderemos a callar la boca!
a) (=the time, day, moment etc) cuandoMonday? that's when Ted gets back — ¿el lunes? ese día es cuando vuelve Ted
If when follows a noun (e.g. day, time) and defines the noun, translate using ( en) que not cuando:1958: that's when I was born — 1958: (en) ese año nací yo
(en) quethere are times when I wish I'd never met him — hay momentos en los que desearía no haberlo conocido nunca
c)If the when clause following a noun provides additional information which does not define or restrict the noun - in English as in Spanish commas are obligatory here - translate using cuando:
cuandosome days, when we're very busy, we don't finish work till very late — algunos días, cuando tenemos mucho trabajo, no acabamos hasta muy tarde
2. CONJUNCTION1) (=at, during or after the time that)As a conjunction, when can be translated by cuando (without an accent) followed by either the indicative or the subjunctive. Use the indicative when talking about the past or making general statements about the present. Use the subjunctive when the action is or was in the future: cuandoIf [when] + verb can be substituted by [on] + '-ing' in English and describes an action that takes place at the same time as another one or follows it very closely, you can use [al] + infinitive:he arrived at 8 o'clock, when traffic is at its peak — llegó a las ocho en punto, en lo peor del tráfico
be careful when crossing or when you cross the road — ten cuidado al cruzar la calle
when a student at Oxford, she... — cuando era estudiante or estudiaba en Oxford...
my father, when young, had a fine tenor voice — mi padre, de joven or cuando era joven, tenía una buena voz de tenor
when just three years old, he was... — cuando tenía solo tres años, era...
hardly had the film begun when there was a power cut — apenas había empezado la película cuando se fue la corriente
2) (=if) si, cuandothis sounds expensive when compared with other cars — este parece caro si or cuando se compara con otros coches
how can I relax when I've got loads of things to do? — ¿cómo puedo relajarme si or cuando tengo montones de cosas que hacer?
3) (=whereas) cuandohe thought he was recovering, when in fact... — pensaba que se estaba recuperando, cuando de hecho...
she made us study when all we wanted to do was play — nos hacía estudiar cuando lo único que queríamos hacer era jugar
* * *
I [hwen, wen]1) (in questions, indirect questions) cuándowhen did you arrive? — ¿cuándo llegaste?
that was when I realized that... — fue entonces cuando or (esp AmL tb) que me di cuenta de que...
2) ( as relative)in December, when we were on holiday — en diciembre, cuando estábamos de vacaciones
II
1)a) ( temporal sense) cuandob) (if) si, cuandothese results aren't bad when you compare them with... — estos resultados no son malos si or cuando se los compara con...
2)a) (since, considering that) si, cuandowhy go to a hotel when you can stay here? — ¿por qué ir a un hotel si or cuando te puedes quedar aquí?
b) ( although) cuandohe said he was 18 when in fact he's only 15 — dijo que tenía 18 años cuando en realidad sólo tiene 15
III
pronoun cuándowhen do you have to be in London by? — ¿para cuándo tienes que estar en Londres?
since when have they had the farm? — ¿desde cuándo tienen la granja?, ¿cuánto hace que tienen la granja?
-
78 przez
praep. 1. (na drugą stronę) across, through [park, pustynię]; over [przeszkodę, płot, barierę]; over, across [most, rów]; (na wylot) through [ścianę, chmury]- głęboka blizna przechodząca mu przez czoło a deep scar stretching across his forehead- chmury ciągnące się od Skandynawii, przez Morze Północne po Wyspy Brytyjskie clouds stretching from Scandinavia across the North Sea as far as the British Isles- przejść przez jezdnię to cross the street, to go across the street- przeskoczyć przez strumyk to jump over a. across a stream- sweter przerzucony przez oparcie krzesła a jumper thrown over the back of a chair- wejść/wyskoczyć przez okno to come in through/jump out of the window- przeciskać się przez tłum to push one’s way through the crowd- brnąć przez śnieg to plough through the snow- usłyszeć jakiś hałas przez ścianę to hear some noise through the wall- most przez Wisłę a bridge across a. over the Vistula- pociąg do Kolonii przez Poznań i Hanower a train to Cologne via Köln a. passing through Poznań and Hanover- torba z paskiem przez ramię a bag with a shoulder strap- okno przez całą szerokość ściany a window covering the entire width of the wall2. (po drugiej stronie) across- mieszkali przez podwórko they lived across the courtyard- nocowaliśmy przez ścianę we slept in adjacent rooms3. (o doświadczeniu) through [fazę, okres, życie]- przejść pomyślnie przez egzamin to pass a. get through an exam4. (czas trwania) for; (od początku do końca) through- przez dwa dni/trzy lata for two days/three years- przez chwilę for a moment- przez jakiś czas for some time- przez cały czas all the time- przez cały dzień/rok all through the day/year, throughout the day/year- pracować przez całą noc to work all through the night a. the whole night (through)- skończę tłumaczenie przez niedzielę/maj I’ll finish the translation over Sunday/during May5. (w stronie biernej) by (kogoś/coś sb/sth)- dom zniszczony przez pożar a house destroyed by fire- zakazany przez prawo forbidden by law- został ukąszony przez węża he was bitten by a snake6. (za pomocą) przez lunetę/szkło powiększające through a telescope/magnifying glass- przez telefon [rozmawiać] on the phone; [poinformować] over the phone- transmitowany przez radio/telewizję broadcast a. transmitted on the radio/on television- pić sok przez słomkę to drink juice through a. with a straw- napisać coś przez kalkę to make a carbon copy of sth- prasować spodnie przez mokrą szmatkę to iron a pair of trousers through a damp cloth- uczcili pamięć zmarłych przez powstanie they paid tribute to the dead by rising from their seats- głosowali przez podniesienie ręki they voted by a show of hands- słowo „chirurg” pisze się przez „ch” the word ‘chirurg’ is spelt with a ‘ch’7. (z powodu) through, out of- przez niedopatrzenie/nieuwagę through a. out of negligence/carelessness- przez złośliwość out of malice- przez pomyłkę/przypadek by mistake/accident- przez kogoś because of a. through sb- przez niego złamałem sobie nogę because of a. thanks to iron. him I broke my leg- to wszystko przez ciebie/przeze mnie it’s all your/my fault, it’s all because of you/me- przez to because of that- miał krótszą jedną nogę i przez to lekko utykał he had one leg shorter than the other and because of that he had a slight limp- przez to, że… through the fact that…, because…- straciliśmy mnóstwo pieniędzy przez to, że mu uwierzyliśmy we lost a lot of money, all because we trusted him8. (za pośrednictwem) through- rozmawiać przez tłumacza to speak through an interpreter- zarezerwować hotel przez biuro podróży to book a hotel through a travel agent- poznałem przyszłą żonę przez Roberta I met my wife through Robert- list wysłano przez gońca the letter was sent by messenger a. through a messenger9. (wskazujące na interpretację) by- przez pierwiastki ciężkie rozumiemy pierwiastki cięższe od wodoru by heavy elements we undertstand elements heavier than hydrogen- co przez to rozumiesz? what do you understand by that?- co chcesz przez to powiedzieć what do you mean by (saying) that?10. Mat. by- podziel/pomnóż sumę przez 5 divide/multiply the sum by 511. (w numerach) by- Domaniewska 7/9 (siedem łamane przez dziewięć) 7-9 (seven to nine) Domaniewska Street* * *prep +acc1) ( na drugą stronę) acrossprzechodzić (przejść perf) przez ulicę — to walk across the street; to cross the street
przez granicę/rzekę — across lub over the border/river
2) ( poprzez) throughprzez park/pustynię — through lub across the park/desert
przez Poznań do Warszawy — through lub via Poznań to Warsaw
3) ( ponad) over4) ( za pomocą)przez radio/telefon — over lub on the radio/phone
to się pisze przez dwa "l" — it's spelt with double "l"
5) ( czas trwania) forprzez ten rok wiele się zmieniło — a lot has changed for lub in this past year
robić (zrobić perf) coś przez niedzielę/wakacje — to do sth over Sunday/the holidays
6) ( z powodu)przez pomyłkę/przypadek — by mistake/accident
przez to, że... — because...
7) ( w konstrukcjach biernych) bymnożyć/dzielić przez 2 — to multiply/divide by 2
* * *prep.+ Acc.1. (= poprzez) (śnieg, okno, bramę, ścianę) through.2. (= w poprzek) (ulicy, rzeki) across.4. (= przy pomocy, za pomocą) through, over; przez Internet through l. over the Internet; przez kolegę through a friend; przez telefon/radio over the phone/radio.6. (= w ciągu) for, during, over; przez minutę/tydzień/miesiąc for a minute/week/month; przez całą noc throughout the night; przez przerwę/weekend during l. over the break/weekend.7. przez kogoś (= z powodu) because of sb; (= z winy) through sb's fault; to się stało przez niego it happened because of him, it happened through his fault.8. ( sprawca) by; napisany przez Kowalskiego written by Kowalski; dobrze traktowany przez nauczycieli well treated by teachers.9. ( w działaniach arytmetycznych) by; podziel to przez dwa divide it by two; trzeba pomnożyć powierzchnię podstawy przez wysokość you need to multiply the area of the base by the height.10. przez przypadek by accident; mówić przez sen speak in one's sleep; co przez to rozumiesz? what do you mean by this?; to się pisze przez u it's spelled with a „u”.The New English-Polish, Polish-English Kościuszko foundation dictionary > przez
-
79 next
next [nekst]1. adjective• come back next week/month revenez la semaine prochaine/le mois prochain• during the next five days he did not go out il n'est pas sorti pendant les cinq jours qui ont suivib. (in series, list) ( = following) [page, case] suivant ; ( = which is to come) prochain• who's next? à qui le tour ?• next please! au suivant !• the next thing to do is... la première chose à faire maintenant est de...• he saw that the next thing to do was... il a vu que ce qu'il devait faire ensuite (c')était...• the next thing I knew, he had gone (inf) et tout d'un coup, il avait disparu• the next size up/down la taille au-dessus/au-dessousc. ( = immediately adjacent) [house, street, room] d'à côté2. adverba. ensuite• what shall we do next? qu'allons-nous faire maintenant ?• a new dress! whatever next? une nouvelle robe ! et puis quoi encore ?b. (with superlative) the next best thing would be to speak to his brother à défaut le mieux serait de parler à son frère3. noun4. compounds• "next of kin" (on forms) « nom et prénom de votre plus proche parent »• who is your next of kin? qui est votre plus proche parent ?* * *Note: When next is used as an adjective it is generally translated by prochain when referring to something which is still to come or happen and by suivant when referring to something which has passed or happened: I'll be 40 next year = j'aurai 40 ans l'année prochaine; the next year, he went to Spain = l'année suivante il est allé en Espagne[nekst] 1.he's happy one minute, sad the next — il passe facilement du rire aux larmes
the next to speak was Emily — ensuite, c'est Emily qui a parlé
2.the week/month after next — dans deux semaines/mois
1) (in list, order or series) ( following) suivant; ( still to come) prochain‘next!’ — ‘au suivant!’
‘who's next?’ — ‘c'est à qui le tour?’
‘you're next’ — ‘c'est à vous’
next to last — avant-dernier/-ière
2) ( in expressions of time) ( in the future) prochain; ( in the past) suivantnext Thursday —
(the) next thing I knew, the police were at the door — la police était à la porte avant que j'aie eu le temps de comprendre ce qui se passait
3) ( adjacent) [room, street] voisin; [building, house] voisin, d'à côté3.1) ( afterwards) ensuite, après2) ( now)next, I'd like to say... — je voudrais dire maintenant...
3) ( on a future occasion)4) ( nearest in order)after 65, 50 is the next best score — c'est 65 le meilleur score, ensuite c'est 50
4.the next best thing would be to... — à défaut, le mieux serait de...
next to adverbial phrase presque5.next to prepositional phrase à côté denext to Picasso, my favourite painter is Chagall — après Picasso c'est Chagall mon peintre préféré
••he's as honest as the next man ou person — il est aussi honnête que n'importe qui
-
80 Introduction
Portugal is a small Western European nation with a large, distinctive past replete with both triumph and tragedy. One of the continent's oldest nation-states, Portugal has frontiers that are essentially unchanged since the late 14th century. The country's unique character and 850-year history as an independent state present several curious paradoxes. As of 1974, when much of the remainder of the Portuguese overseas empire was decolonized, Portuguese society appeared to be the most ethnically homogeneous of the two Iberian states and of much of Europe. Yet, Portuguese society had received, over the course of 2,000 years, infusions of other ethnic groups in invasions and immigration: Phoenicians, Greeks, Celts, Romans, Suevi, Visigoths, Muslims (Arab and Berber), Jews, Italians, Flemings, Burgundian French, black Africans, and Asians. Indeed, Portugal has been a crossroads, despite its relative isolation in the western corner of the Iberian Peninsula, between the West and North Africa, Tropical Africa, and Asia and America. Since 1974, Portugal's society has become less homogeneous, as there has been significant immigration of former subjects from its erstwhile overseas empire.Other paradoxes should be noted as well. Although Portugal is sometimes confused with Spain or things Spanish, its very national independence and national culture depend on being different from Spain and Spaniards. Today, Portugal's independence may be taken for granted. Since 1140, except for 1580-1640 when it was ruled by Philippine Spain, Portugal has been a sovereign state. Nevertheless, a recurring theme of the nation's history is cycles of anxiety and despair that its freedom as a nation is at risk. There is a paradox, too, about Portugal's overseas empire(s), which lasted half a millennium (1415-1975): after 1822, when Brazil achieved independence from Portugal, most of the Portuguese who emigrated overseas never set foot in their overseas empire, but preferred to immigrate to Brazil or to other countries in North or South America or Europe, where established Portuguese overseas communities existed.Portugal was a world power during the period 1415-1550, the era of the Discoveries, expansion, and early empire, and since then the Portuguese have experienced periods of decline, decadence, and rejuvenation. Despite the fact that Portugal slipped to the rank of a third- or fourth-rate power after 1580, it and its people can claim rightfully an unusual number of "firsts" or distinctions that assure their place both in world and Western history. These distinctions should be kept in mind while acknowledging that, for more than 400 years, Portugal has generally lagged behind the rest of Western Europe, although not Southern Europe, in social and economic developments and has remained behind even its only neighbor and sometime nemesis, Spain.Portugal's pioneering role in the Discoveries and exploration era of the 15th and 16th centuries is well known. Often noted, too, is the Portuguese role in the art and science of maritime navigation through the efforts of early navigators, mapmakers, seamen, and fishermen. What are often forgotten are the country's slender base of resources, its small population largely of rural peasants, and, until recently, its occupation of only 16 percent of the Iberian Peninsula. As of 1139—10, when Portugal emerged first as an independent monarchy, and eventually a sovereign nation-state, England and France had not achieved this status. The Portuguese were the first in the Iberian Peninsula to expel the Muslim invaders from their portion of the peninsula, achieving this by 1250, more than 200 years before Castile managed to do the same (1492).Other distinctions may be noted. Portugal conquered the first overseas empire beyond the Mediterranean in the early modern era and established the first plantation system based on slave labor. Portugal's empire was the first to be colonized and the last to be decolonized in the 20th century. With so much of its scattered, seaborne empire dependent upon the safety and seaworthiness of shipping, Portugal was a pioneer in initiating marine insurance, a practice that is taken for granted today. During the time of Pombaline Portugal (1750-77), Portugal was the first state to organize and hold an industrial trade fair. In distinctive political and governmental developments, Portugal's record is more mixed, and this fact suggests that maintaining a government with a functioning rule of law and a pluralist, representative democracy has not been an easy matter in a country that for so long has been one of the poorest and least educated in the West. Portugal's First Republic (1910-26), only the third republic in a largely monarchist Europe (after France and Switzerland), was Western Europe's most unstable parliamentary system in the 20th century. Finally, the authoritarian Estado Novo or "New State" (1926-74) was the longest surviving authoritarian system in modern Western Europe. When Portugal departed from its overseas empire in 1974-75, the descendants, in effect, of Prince Henry the Navigator were leaving the West's oldest empire.Portugal's individuality is based mainly on its long history of distinc-tiveness, its intense determination to use any means — alliance, diplomacy, defense, trade, or empire—to be a sovereign state, independent of Spain, and on its national pride in the Portuguese language. Another master factor in Portuguese affairs deserves mention. The country's politics and government have been influenced not only by intellectual currents from the Atlantic but also through Spain from Europe, which brought new political ideas and institutions and novel technologies. Given the weight of empire in Portugal's past, it is not surprising that public affairs have been hostage to a degree to what happened in her overseas empire. Most important have been domestic responses to imperial affairs during both imperial and internal crises since 1415, which have continued to the mid-1970s and beyond. One of the most important themes of Portuguese history, and one oddly neglected by not a few histories, is that every major political crisis and fundamental change in the system—in other words, revolution—since 1415 has been intimately connected with a related imperial crisis. The respective dates of these historical crises are: 1437, 1495, 1578-80, 1640, 1820-22, 1890, 1910, 1926-30, 1961, and 1974. The reader will find greater detail on each crisis in historical context in the history section of this introduction and in relevant entries.LAND AND PEOPLEThe Republic of Portugal is located on the western edge of the Iberian Peninsula. A major geographical dividing line is the Tagus River: Portugal north of it has an Atlantic orientation; the country to the south of it has a Mediterranean orientation. There is little physical evidence that Portugal is clearly geographically distinct from Spain, and there is no major natural barrier between the two countries along more than 1,214 kilometers (755 miles) of the Luso-Spanish frontier. In climate, Portugal has a number of microclimates similar to the microclimates of Galicia, Estremadura, and Andalusia in neighboring Spain. North of the Tagus, in general, there is an Atlantic-type climate with higher rainfall, cold winters, and some snow in the mountainous areas. South of the Tagus is a more Mediterranean climate, with hot, dry, often rainless summers and cool, wet winters. Lisbon, the capital, which has a fifth of the country's population living in its region, has an average annual mean temperature about 16° C (60° F).For a small country with an area of 92,345 square kilometers (35,580 square miles, including the Atlantic archipelagos of the Azores and the Madeiras), which is about the size of the state of Indiana in the United States, Portugal has a remarkable diversity of regional topography and scenery. In some respects, Portugal resembles an island within the peninsula, embodying a unique fusion of European and non-European cultures, akin to Spain yet apart. Its geography is a study in contrasts, from the flat, sandy coastal plain, in some places unusually wide for Europe, to the mountainous Beira districts or provinces north of the Tagus, to the snow-capped mountain range of the Estrela, with its unique ski area, to the rocky, barren, remote Trás-os-Montes district bordering Spain. There are extensive forests in central and northern Portugal that contrast with the flat, almost Kansas-like plains of the wheat belt in the Alentejo district. There is also the unique Algarve district, isolated somewhat from the Alentejo district by a mountain range, with a microclimate, topography, and vegetation that resemble closely those of North Africa.Although Portugal is small, just 563 kilometers (337 miles) long and from 129 to 209 kilometers (80 to 125 miles) wide, it is strategically located on transportation and communication routes between Europe and North Africa, and the Americas and Europe. Geographical location is one key to the long history of Portugal's three overseas empires, which stretched once from Morocco to the Moluccas and from lonely Sagres at Cape St. Vincent to Rio de Janeiro, Brazil. It is essential to emphasize the identity of its neighbors: on the north and east Portugal is bounded by Spain, its only neighbor, and by the Atlantic Ocean on the south and west. Portugal is the westernmost country of Western Europe, and its shape resembles a face, with Lisbon below the nose, staring into theAtlantic. No part of Portugal touches the Mediterranean, and its Atlantic orientation has been a response in part to turning its back on Castile and Léon (later Spain) and exploring, traveling, and trading or working in lands beyond the peninsula. Portugal was the pioneering nation in the Atlantic-born European discoveries during the Renaissance, and its diplomatic and trade relations have been dominated by countries that have been Atlantic powers as well: Spain; England (Britain since 1707); France; Brazil, once its greatest colony; and the United States.Today Portugal and its Atlantic islands have a population of roughly 10 million people. While ethnic homogeneity has been characteristic of it in recent history, Portugal's population over the centuries has seen an infusion of non-Portuguese ethnic groups from various parts of Europe, the Middle East, and Africa. Between 1500 and 1800, a significant population of black Africans, brought in as slaves, was absorbed in the population. And since 1950, a population of Cape Verdeans, who worked in menial labor, has resided in Portugal. With the influx of African, Goan, and Timorese refugees and exiles from the empire—as many as three quarters of a million retornados ("returned ones" or immigrants from the former empire) entered Portugal in 1974 and 1975—there has been greater ethnic diversity in the Portuguese population. In 2002, there were 239,113 immigrants legally residing in Portugal: 108,132 from Africa; 24,806 from Brazil; 15,906 from Britain; 14,617 from Spain; and 11,877 from Germany. In addition, about 200,000 immigrants are living in Portugal from eastern Europe, mainly from Ukraine. The growth of Portugal's population is reflected in the following statistics:1527 1,200,000 (estimate only)1768 2,400,000 (estimate only)1864 4,287,000 first census1890 5,049,7001900 5,423,0001911 5,960,0001930 6,826,0001940 7,185,1431950 8,510,0001960 8,889,0001970 8,668,000* note decrease1980 9,833,0001991 9,862,5401996 9,934,1002006 10,642,8362010 10,710,000 (estimated)
См. также в других словарях:
The Legend of Zelda: A Link to the Past — North American box art Developer(s) Nintendo EAD Publisher(s) … Wikipedia
The Present and the Past — (1953) is a novel by Ivy Compton Burnett about the head of a family who, although outwardly powerful and in charge, is suffering under the fact that he is being belittled and at some point even outright ignored by family and servants alike.Plot… … Wikipedia
The 40-Year-Old Virgin — Infobox Film name = The 40 Year Old Virgin caption = Theatrical release poster director = Judd Apatow producer = Judd Apatow Shauna Robertson Seth Rogen Clayton Townsend Steve Carell (executive) writer = Judd Apatow Steve Carell starring = Steve… … Wikipedia
Temperature record of the past 1000 years — The temperature record of the past 1,000 years describes the reconstruction of temperature for the last 1000 years on the Northern Hemisphere. A reconstruction is needed because a reliable surface temperature record exists only since about 1850.… … Wikipedia
The Seven Year Itch — Infobox Film name = The Seven Year Itch director = Billy Wilder producer = Charles K. Feldman Billy Wilder writer = George Axelrod Billy Wilder starring = Marilyn Monroe Tom Ewell cinematography = Milton R. Krasner distributor = 20th Century Fox… … Wikipedia
past — /past, pahst/, adj. 1. gone by or elapsed in time: It was a bad time, but it s all past now. 2. of, having existed in, or having occurred during a time previous to the present; bygone: the past glories of the Incas. 3. gone by just before the… … Universalium
Torture during the Algerian War — The French Armed Forces made a systematic and indiscriminate use of torture during the Algerian War of Independence (1954 62), creating a public controversy which is far from having been stifled today. Although the Algerian National Liberation… … Wikipedia
The Loyal Edmonton Regiment (4th Battalion, Princess Patricia's Canadian Light Infantry) — Infobox Military Unit unit name= The Loyal Edmonton Regiment (4th Battalion, Princess Patricia s Canadian Light Infantry) caption=Badge of the Loyal Edmonton Regiment Facings=French grey Abbreviation=LER dates= 1904 – Present country= Canada… … Wikipedia
Tibet during the Ming Dynasty — The exact nature of Sino Tibetan relations during the Ming Dynasty (1368–1644) of China is unclear. Some modern scholars living and working in the People s Republic of China assert that the Ming Dynasty had unquestioned sovereignty over Tibet,… … Wikipedia
List of number-one singles in Australia during the 1990s — The following lists the number one singles on the Australian Singles Chart, along with other substantial hits, during the 1990s. The source for this decade is the ARIA Charts. 1990# The B 52 s Love Shack #:January 6 for 6 weeks and 2 weeks in… … Wikipedia
United States support for Iraq during the Iran–Iraq war — The United States supported Iraq during the Iran–Iraq War as a counterbalance to post revolutionary Iran. The support took the form of technological aid, intelligence, the sale of dual use and military equipment, and direct involvement in warfare … Wikipedia