-
1 leiden
1 [meenemen] lead3 [met betrekking tot wegen] lead5 [in een toestand brengen] lead6 [besturen, in een richting sturen] manage ⇒ conduct 〈 orkest, debat〉, direct 〈 onderzoek, gesprek〉7 [sport] (be in the) lead8 [(een leven) doorbrengen] lead♦voorbeelden:1 iemand leiden naar • lead/steer someone towards3 de weg leidde ons/onze route leidde door het dorpje • the road took/led us/our route led through the village4 zij leidde hem door de gangen • she led/guided him through the corridors5 de nieuwe bezuinigingen zullen ertoe leiden dat … • as a result of the new cutbacks, …tot niets leiden • lead nowhereleiden tot 〈felle discussies/de ontdekking enz.〉 • lead to, end intot niets leidend gepraat • talk that leads/gets one nowherede zaak leiden • be in chargezich laten leiden door • be guided/ruled by -
2 leiden
1 [algemeen; ook sport en spel] mener2 [brengen, geleiden; de weg wijzen] conduire3 [m.b.t. wegen] mener (à)4 [besturen, in een richting sturen] diriger♦voorbeelden:een kind aan de hand leiden • mener un enfant par la maintot niets leiden • ne mener à rieneen orkest leiden • diriger un orchestreeen vergadering leiden • présider une réunion -
3 weg
weg1〈de〉♦voorbeelden:eigen weg • chemin privéde openbare weg • la voie publique〈 figuurlijk〉 iemand van de rechte weg afleiden • détourner qn. du droit cheminde weg bereiden • préparer la voie〈 figuurlijk〉 de weg effenen voor iemand • préparer le terrain pour qn.zijn eigen weg gaan • suivre sa propre voiezijn weg vinden • faire son cheminiemand de weg wijzen • montrer le chemin à qn.aan de weg naar Delft • au bord de la route de Delftzo oud als de weg naar Kralingen, Rome • vieux comme le mondeop weg gaan (naar) • se mettre en route (pour)〈 figuurlijk〉 iemand op weg helpen • mettre qn. sur la (bonne) voiehij is op weg beroemd te worden • il est en passe de devenir célèbrede wagen ligt vast, goed op de weg • la voiture tient bien la route〈 spreekwoord〉 de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens • l'enfer est pavé de bonnes intentions〈 spreekwoord〉 wie aan de weg timmert, heeft veel bekijks • qui édifie en grande place, fait maison trop haute ou trop basselangs deze onsympathieke weg • par ce moyen peu sympathiquelangs vreedzame weg • par la négociationeen weg te voet afleggen • parcourir un chemin à piediemand de weg afsnijden • couper la route à qn.zich een weg banen • se frayer un cheminmet zijn geld geen weg weten • ne pas savoir que faire de son argentiemand iets in de weg leggen • mettre des bâtons dans les roues à qn.iemand in de weg lopen • être dans les jambes de qn.dat zit me in de weg • ça m'irriteiemand in de weg staan • gêner qn.problemen uit de weg ruimen • résoudre des problèmesuit de weg kunnen • savoir comment s'y prendre (avec qn., qc.)uit de weg! • laisse(z)-moi passer!iemand uit de weg gaan • éviter qn.iemand uit de weg ruimen • liquider qn.→ link=wil wil————————weg2〈 bijwoord〉1 [afwezig] parti2 [niet te vinden] disparu3 [+ van][verrukt] fou/fol/folle4 [verwijderd] loin♦voorbeelden:weg wezen! • allez, ouste!weg met …! • à bas …!¶ als dat gebeurt ben je weg • dans ce cas-là, tu seras fichuiets weg hebben van • ressembler un peu à〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 met iets weg zijn • avoir pigé qc.in het wilde weg schieten • tirer au hasard -
4 lead
adj. belangrijkste; eerste; de leider; de leiding; opening (van een artikel)--------adj. loden--------n. leiding; bescherming; verschil tussen-; leidend; voorbeeld; richting (van een verhoor); toespeling; de eerste plaats; leidinggevende positie; leiding; bescherming; leidend; toelichting, voorlichting--------n. lood; grafiet; kogels (voor vuurwapen); gewicht; printplaat--------v. leiden, ertoe brengen; vooropgaan; voorgaan; aanvoeren; leiden (leven)--------v. met lood bedekken, verloden; in lood zettenlead1[ led] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 lood♦voorbeelden:————————lead2[ lie:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 aanknopingspunt ⇒ aanwijzing, suggestie8 〈 elektriciteit〉voedingsdraad/leiding/lijn9 〈 voornamelijk Brits-Engels〉(honden)lijn/riem♦voorbeelden:2 give someone a lead • iemand op weg helpen/een hint geven5 whose lead is it? • wie moet er uitkomen?————————lead3♦voorbeelden:1 voorgaan ⇒ de weg wijzen, (bege)leiden2 aan de leiding gaan ⇒ aanvoeren, op kop/voor(op) liggen; 〈 sport〉 voorstaan, een voorsprong hebben op; 〈 figuurlijk〉 de toon aangeven4 leiden ⇒ aanvoeren, het bevel hebben/voeren (over)♦voorbeelden:Liverpool leads with sixty points • Liverpool staat bovenaan met zestig punten¶ lead off (with) • beginnen/openen/van start gaan (met)2 brengen/bewegen tot ⇒ overhalen, aanzetten tot♦voorbeelden:¶ lead (someone) astray • (iemand) op een dwaalspoor/het verkeerde pad brengenlead (someone) on • (iemand) overhalen/verleiden (tot); iemand iets wijsmaken -
5 blaze a trail
v. de weg leiden〈 figuurlijk〉de weg banen, baanbrekend werk verrichten————————een pad banen/markeren, een nieuwe weg inslaan -
6 verleiden
1 [op de slechte weg leiden] lead astray2 [verlokken] tempt, invite ⇒ entice3 [brengen tot geslachtsgemeenschap] seduce♦voorbeelden:1 zich door mooie beloften laten verleiden • (allow oneself to) be led astray/seduced by fair promises -
7 cross
1. nounthe Cross — das Kreuz [Christi]
2) (cross-shaped thing or mark) Kreuz[zeichen], das4) (affliction, cause of trouble) Kreuz, das5) (intermixture of breeds) Kreuzung, die2. transitive verb1) [über]kreuzencross one's arms/legs — die Arme verschränken/die Beine übereinander schlagen
cross one's fingers or keep one's fingers crossed [for somebody] — (fig.) [jemandem] die od. den Daumen drücken/halten
I got a crossed line — (Teleph.) es war jemand in der Leitung
2) (go across) kreuzen; überqueren [Straße, Gewässer, Gebirge]; durchqueren [Land, Wüste, Zimmer]we can cross — abs. die Straße ist frei
cross somebody's mind — (fig.) jemandem einfallen
cross somebody's path — (fig.) jemandem über den Weg laufen (ugs.)
3) (Brit.)4) (make sign of cross on)5) (cause to interbreed) kreuzen; (cross-fertilize) kreuzbefruchten3. intransitive verb(meet and pass) aneinander vorbeigehen4. adjectivecross [in the post] — [Briefe:] sich kreuzen
1) (transverse) Quer-2) (coll.): (peevish) verärgert; ärgerlich [Worte]somebody will be cross — jemand wird ärgerlich od. böse werden
be cross with somebody — böse auf jemanden od. mit jemandem sein
Phrasal Verbs:- academic.ru/85872/cross_off">cross off* * *[kros] I adjective(angry: I get very cross when I lose something.) ärgerlich- crosslyII 1. plural - crosses; noun1) (a symbol formed by two lines placed across each other, eg + or x.) das Kreuz2) (two wooden beams placed thus (+), on which Christ was nailed.) das Kreuz3) (the symbol of the Christian religion.) das Kreuz4) (a lasting cause of suffering etc: Your rheumatism is a cross you will have to bear.) das Leiden5) (the result of breeding two varieties of animal or plant: This dog is a cross between an alsatian and a labrador.) die Kreuzung6) (a monument in the shape of a cross.) das Kreuz7) (any of several types of medal given for bravery etc: the Victoria Cross.) das Kreuz2. verb1) (to go from one side to the other: Let's cross (the street); This road crosses the swamp.) kreuzen2) ((negative uncross) to place( two things) across each other: He sat down and crossed his legs.) kreuzen4) (to meet and pass: Our letters must have crossed in the post.) sich kreuzen5) (to put a line across: Cross your `t's'.) einen Querstrich ziehen6) (to make (a cheque or postal order) payable only through a bank by drawing two parallel lines across it.) einen Scheck etc. als Verrechnungsscheck kennzeichnen8) (to go against the wishes of: If you cross me, you'll regret it!) Plan durchkreuzen•- cross-- crossing
- crossbow
- cross-breed
- cross-bred
- crosscheck 3. noun(the act of crosschecking.)- cross-country- cross-country skiing
- cross-examine
- cross-examination
- cross-eyed
- cross-fire
- at cross-purposes
- cross-refer
- cross-reference
- crossroads
- cross-section
- crossword puzzle
- crossword
- cross one's fingers
- cross out* * *[krɒs, AM krɑ:s]I. nto mark sth with a [red] \cross etw [rot] ankreuzenfirst, mark the place for the drillhole with a \cross markieren Sie bitte zunächst die Stelle für das Bohrloch mit einem KreuzChrist died on the \cross Christus starb am Kreuzto bear/take up one's \cross sein Kreuz tragen/auf sich akk nehmenwe all have our \cross to bear wir haben alle unser Kreuz zu tragen5. (hybrid) Kreuzung f ( between zwischen/aus + dat); ( fig: something in between) Mittelding nt ( between zwischen + dat); (person) Mischung f ( between aus + dat)7. ASTRONthe [Southern] \cross das Kreuz des Südens8. (bias)on the \cross schrägshe is \cross at being given all the boring jobs sie ist verärgert, weil sie immer die langweiligen Arbeiten bekommt▪ to be \cross that... verärgert sein, dass...III. vt1.▪ to \cross sth (traverse) country, desert, valley etw durchqueren; equator, lake, mountain, river etw überquerenthe new bridge \crosses the estuary die neue Brücke geht [o führt] über die Flussmündungthe railway \crosses a hundred miles of desert die Bahnstrecke führt zweihundert Meilen durch die Wüsteto \cross the border die Grenze passieren; ( fig) die Grenze überschrittento \cross a bridge/the road eine Brücke/die Straße überqueren; (on foot also) über eine Brücke/die Straße gehen\cross the line (go out of play) ins Aus gehen; (go into the goal) ins Tor gehen; ( fig) zu weit gehento \cross the room das Zimmer durchquerento \cross the threshold die Schwelle überschreiten2. FBALLto \cross the ball [to sb] den Ball [zu jdm] flanken▪ to \cross sth etw [über]kreuzento \cross one's arms die Arme verschränkento \cross one's legs die Beine übereinanderschlagento \cross a cheque einen Scheck zur Verrechnung ausstellen\crossed cheque Verrechnungsscheck m5. REL▪ to \cross sb jdn verärgern7. (breed)▪ to \cross an animal with another animal ein Tier mit einem anderen Tier kreuzen8. BRIT POLto \cross the floor [of the House] die Partei [o Fraktion] wechseln9. TELECthe lines are \crossed, we've got a \crossed line da ist jemand in der Leitung10.▶ let's \cross that bridge when we come [or get] to it lassen wir die Sache [erst mal] auf uns zukommen▶ their lines [or wires] were \crossed sie haben sich missverstanden▶ to \cross one's mind jdm einfallenit suddenly \crossed my mind that... mir fiel plötzlich ein, dass...it didn't \cross my mind that/to... es ist mir [gar] nicht in den Sinn gekommen dass/zu...▶ to \cross sb's path jdm über den Weg laufen▶ to \cross paths with sb jdn treffenwhen did you last \cross paths with each other? wann seid ihr euch zuletzt über den Weg gelaufen?▶ to \cross swords with sb mit jmd eine Auseinandersetzung haben, mit jdm die Klinge kreuzen fig gehIV. vi1. (intersect) sich kreuzen2. (traverse a road) die Straße überqueren; (on foot) über die Straße gehen; (travel by ferry) übersetzen; (traverse a border)to \cross into a country die Grenze in ein Land passierenhow did you manage to \cross into the USA? wie bist du über die amerikanische Grenze gekommen?3. (meet)our paths have \crossed several times wir sind uns schon mehrmals über den Weg gelaufen4. (pass) sich kreuzenour letters must have \crossed in the post unsere Briefe müssen sich auf dem Postweg gekreuzt haben* * *I [krɒs]1. n1) Kreuz ntto make the sign of the Cross —
2)(= bias)
on the cross —a cross between a laugh and a bark — eine Mischung aus Lachen und Bellen
2. attr(= transverse) street, line etc Quer-3. vt1) (= go across) road, river, mountains überqueren; (on foot) picket line etc überschreiten; country, desert, room durchquerento cross the road — über die Straße gehen, die Straße überqueren
it crossed my mind that... — es fiel mir ein, dass..., mir kam der Gedanke, dass...
a smile crossed her lips —
don't cross your bridges until you come to them (prov) — lass die Probleme auf dich zukommen
we'll cross that bridge when we come to it — lassen wir das Problem mal auf uns zukommen, das sind ungelegte Eier (inf)
they have clearly crossed the boundary into terrorism — sie haben eindeutig die Grenze zum Terrorismus überschritten
2) (= put at right-angles, intersect) kreuzenthe lines are crossed, we have a crossed line (Telec) — die Leitungen überschneiden sich
to cross sb's palm with silver —
keep your fingers crossed for me! (inf) — drück or halt mir die Daumen! (inf)
I'm keeping my fingers crossed ( for you) (inf) — ich drücke or halte ( dir) die Daumen (inf)
3) (= put a line across) letter, t einen Querstrich machen durch; (Brit) cheque ≈ zur Verrechnung ausstellenSee:→ dot4)(= make the sign of the Cross)
to cross oneself — sich bekreuzigencross my/your heart (inf) — Ehrenwort, Hand aufs Herz
5) (= mark with a cross) ankreuzen7) animal, fruit kreuzen4. vi1) (across road) hinübergehen, die Straße überqueren; (across Channel etc) hinüberfahren"cross now" — "gehen"
2) (= intersect) sich kreuzen; (lines also) sich schneiden3) (letters etc) sich kreuzenIIadj (+er)böse, sauer (inf)* * *A s1. Kreuz n:2. the Cross das Kreuz (Christi):a) das Christentumb) das Kruzifix:cross and crescent Kreuz und Halbmond, Christentum und Islam3. Kruzifix n (als Bildwerk)4. Kreuzestod m (Christi)5. fig Kreuz n, Leiden n:everyone has a cross to bear in life wir haben alle unser Kreuz zu tragen;take up one’s cross sein Kreuz auf sich nehmen6. (Gedenk)Kreuz n (Denkmal etc)7. Kreuz(zeichen) n:make the sign of the cross sich bekreuzigen8. Kreuz(zeichen) n (als Unterschrift)9. Kreuz n, Merkzeichen n:mark with a cross, put a cross against ankreuzen, mit einem Kreuz bezeichnen10. Heraldik etc: Kreuz n:cross potent Krückenkreuz11. (Ordens-, Ehren) Kreuz n:Grand Cross Großkreuz12. Kreuz n, kreuzförmiger Gegenstand13. TECH Kreuzstück n, kreuzförmiges Röhrenstück14. TECH Fadenkreuz n15. ELEK Querschuss m16. a) Kreuzung fb) Kreuzungspunkt m17. Widerwärtigkeit f, Unannehmlichkeit f, Schwierigkeit f18. BIOLa) Kreuzung fbetween zwischen dat)20. Querstrich m21. SPORT Cross m:a) (Tennis) diagonal über den Platz geschlagener Ballb) (Boxen) Schlag, der über den abwehrenden Arm des Gegners auf dessen entgegengesetzte Körperhälfte führt23. sl Gaunerei f, Schwindel m:on the cross auf betrügerische Weise, unehrlich, hintenherum umgB v/t1. bekreuz(ig)en, das Kreuzzeichen machen auf (akk) oder über (dat):cross o.s. sich bekreuzigen;cross sb’s hand ( oder palm) (with silver) jemandem (besonders einer Wahrsagerin) Geld in die Hand drücken; → heart Bes Redew2. kreuzen, übers Kreuz legen:cross one’s armsa) die Arme kreuzen oder verschränken,b) fig die Hände in den Schoß legen;3. eine Grenze, ein Meer, eine Fahrbahn etc überqueren, ein Land etc durchqueren, (hinüber)gehen oder (-)fahren über (akk):cross sb’s path fig jemandem in die Quere kommen, jemandem über den Weg laufen;cross the street die Straße überqueren, über die Straße gehen;4. fig überschreiten5. sich erstrecken über (akk)6. hinüberschaffen, -transportieren7. kreuzen, schneiden:8. sich kreuzen mit:9. ankreuzencross sb’s name off the list jemandes Namen von der Liste streichen11. einen Querstrich ziehen durch:cross a t im (Buchstaben) t den Querstrich ziehen13. a) einen Plan etc durchkreuzen, vereitelnbe crossed auf Widerstand stoßen;be crossed in love Pech in der Liebe haben16. BIOL kreuzen17. ein Pferd besteigenC v/i1. quer liegen oder verlaufen2. sich kreuzen, sich schneiden:their paths crossed again fig ihre Wege kreuzten sich wiedera) hinübergehen, -fahren (zu), übersetzen (nach),b) hinüberreichen (bis),c) SPORT flanken4. sich kreuzen (Briefe)5. BIOL sich kreuzen (lassen)6. cross overa) BIOL Gene austauschen,b) THEAT die Bühne überquerenD adj (adv crossly)1. sich kreuzend, sich (über)schneidend, kreuzweise angelegt oder liegend, quer liegend oder laufend, Quer…2. schräg, Schräg…3. wechsel-, gegenseitig (Zahlungen etc)5. Gegen…, Wider…6. widerwärtig, unangenehm, ungünstig8. BIOL Kreuzungs…9. Statistik etc: Querschnitts…, vergleichend10. Br sl unehrlichE adv1. quer2. über Kreuz, kreuzweise3. falsch, verkehrt* * *1. noun1) Kreuz, das; (monument) [Gedenk]kreuz, das; (sign) Kreuzzeichen, dasthe Cross — das Kreuz [Christi]
2) (cross-shaped thing or mark) Kreuz[zeichen], das4) (affliction, cause of trouble) Kreuz, das5) (intermixture of breeds) Kreuzung, die2. transitive verb1) [über]kreuzencross one's arms/legs — die Arme verschränken/die Beine übereinander schlagen
cross one's fingers or keep one's fingers crossed [for somebody] — (fig.) [jemandem] die od. den Daumen drücken/halten
I got a crossed line — (Teleph.) es war jemand in der Leitung
2) (go across) kreuzen; überqueren [Straße, Gewässer, Gebirge]; durchqueren [Land, Wüste, Zimmer]we can cross — abs. die Straße ist frei
cross somebody's mind — (fig.) jemandem einfallen
cross somebody's path — (fig.) jemandem über den Weg laufen (ugs.)
3) (Brit.)5) (cause to interbreed) kreuzen; (cross-fertilize) kreuzbefruchten3. intransitive verb(meet and pass) aneinander vorbeigehen4. adjectivecross [in the post] — [Briefe:] sich kreuzen
1) (transverse) Quer-2) (coll.): (peevish) verärgert; ärgerlich [Worte]somebody will be cross — jemand wird ärgerlich od. böse werden
be cross with somebody — böse auf jemanden od. mit jemandem sein
Phrasal Verbs:* * *adj.durchkreuzen adj.quer adj.schief adj.zuwider adj.ärgerlich adj. n.(§ pl.: crosses)= Flanke -n f.Flankenball m.Kreuz -e n. v.durchqueren v.kreuzen v.verschränken (Arme) v. -
8 stand
1. intransitive verb,1) stehenwe stood talking — wir standen da und unterhielten uns
2) (have height)he stands six feet tall/the tree stands 30 feet high — er ist sechs Fuß groß/der Baum ist 30 Fuß hoch
3) (be at level) [Aktien, Währung, Thermometer:] stehen (at auf + Dat.); [Fonds:] sich belaufen (at auf + Akk.); [Absatz, Export usw.:] liegen (at bei)4) (hold good) bestehen bleibenmy offer/promise still stands — mein Angebot/Versprechen gilt nach wie vor
5) (find oneself, be)as it stands, as things stand — wie die Dinge [jetzt] liegen
the law as it stands — das bestehende od. gültige Recht
I'd like to know where I stand — (fig.) ich möchte wissen, wo ich dran bin
stand in need of something — einer Sache (Gen.) dringend bedürfen
stand as a Liberal/Conservative — für die Liberalen/Konservativen kandidieren
stand for Parliament — (Brit.) für einen Parlamentssitz kandidieren
7)8) (place oneself) sich stellenstand in the way of something — (fig.) einer Sache (Dat.) im Weg stehen
[not] stand in somebody's way — (fig.) jemandem [keine] Steine in den Weg legen
9) (be likely)2. transitive verb,stand to win or gain/lose something — etwas gewinnen/verlieren können
1) (set in position) stellenstand something on end/upside down — etwas hochkant/auf den Kopf stellen
2) (endure) ertragen; vertragen [Klima]I can't stand the heat/noise — ich halte die Hitze/den Lärm nicht aus
I cannot stand [the sight of] him/her — ich kann ihn/sie nicht ausstehen
he can't stand the pressure/strain/stress — er ist dem Druck/den Strapazen/dem Stress nicht gewachsen
I can't stand it any longer! — ich halte es nicht mehr aus!; see also academic.ru/75052/time">time 1. 1)
3) (undergo) ausgesetzt sein (+ Dat.)stand trial [for something] — [wegen etwas] vor Gericht stehen
4) (buy)3. nounstand somebody something — jemandem etwas ausgeben od. spendieren (ugs.)
1) (support) Ständer, der3) (raised structure, grandstand) Tribüne, die4) (resistance) Widerstand, dertake or make a stand — (fig.) klar Stellung beziehen (for/against/on für/gegen/zu)
5) (standing place for taxi, bus, etc.) Stand, derPhrasal Verbs:- stand by- stand in- stand up* * *[stænd] 1. past tense, past participle - stood; verb1) (to be in an upright position, not sitting or lying: His leg was so painful that he could hardly stand; After the storm, few trees were left standing.) stehen2) ((often with up) to rise to the feet: He pushed back his chair and stood up; Some people like to stand (up) when the National Anthem is played.) (auf)stehen3) (to remain motionless: The train stood for an hour outside Newcastle.) stehen4) (to remain unchanged: This law still stands.) gelten5) (to be in or have a particular place: There is now a factory where our house once stood.) stehen6) (to be in a particular state, condition or situation: As matters stand, we can do nothing to help; How do you stand financially?) liegen7) (to accept or offer oneself for a particular position etc: He is standing as Parliamentary candidate for our district.) bewerben8) (to put in a particular position, especially upright: He picked up the fallen chair and stood it beside the table.) stellen9) (to undergo or endure: He will stand (his) trial for murder; I can't stand her rudeness any longer.) ertragen2. noun1) (a position or place in which to stand ready to fight etc, or an act of fighting etc: The guard took up his stand at the gate; I shall make a stand for what I believe is right.) der Platz2) (an object, especially a piece of furniture, for holding or supporting something: a coat-stand; The sculpture had been removed from its stand for cleaning.) der Ständer3) (a stall where goods are displayed for sale or advertisement.) der Stand4) (a large structure beside a football pitch, race course etc with rows of seats for spectators: The stand was crowded.) die Tribüne5) ((American) a witness box in a law court.) der Zeugenstand•- take the stand- standing 3. noun1) (time of lasting: an agreement of long standing.) die Dauer2) (rank or reputation: a diplomat of high standing.) der Stand•- stand-by4. adjective((of an airline passenger or ticket) costing or paying less than the usual fare, as the passenger does not book a seat for a particular flight, but waits for the first available seat.) stand-by5. adverb(travelling in this way: It costs a lot less to travel stand-by.) stand-by- stand-in- standing-room
- make someone's hair stand on end
- stand aside
- stand back
- stand by
- stand down
- stand fast/firm
- stand for
- stand in
- stand on one's own two feet
- stand on one's own feet
- stand out
- stand over
- stand up for
- stand up to* * *[stænd]I. NOUNto take up a \stand somewhere sich akk irgendwo hinstellenwhat's her \stand on sexual equality? wie steht sie zur Gleichberechtigung?it's her civic duty to take a \stand on civil rights es ist ihre Bürgerpflicht, die Bürgerrechte zu verteidigento take a \stand with sb jdm gegenübertretenI had to take a firm \stand with my son and forbid him to attend that party ich musste meinem Sohn gegenüber hart bleiben und ihm verbieten, diese Party zu besuchento bring sb/sth to a \stand jdm/etw Einhalt gebieten gehmusic/revolving \stand Noten-/Drehständer mcandy/news \stand Süßwaren-/Zeitungsstand mtaxi \stand Taxistand mone-night \stand One-Night-Stand m fam10. AM LAW▪ the \stand der Zeugenstandto take the \stand vor Gericht aussagen12. (group of plants)\stand of clover Büschel nt Klee\stand of trees Baumgruppe f<stood, stood>1. (be upright) stehen\stand against the wall stell dich an die Wand\stand in front of the house stell dich vor das Haus\stand in a straight line! stellen Sie sich in einer Reihe auf!the team will \stand or fall by the success of their new model das Team steht und fällt mit dem Erfolg seines neuen Modells\stand and deliver! ( dated) Hände hoch und Geld her!to \stand guard [or watch] [over sb/sth] [bei jdm/etw] Wache haltenhe felt it necessary to \stand watch over the cash box er hielt es für nötig, die Kasse im Auge zu behaltento \stand on one's hands/head einen Hand-/Kopfstand machento \stand clear [or aside] aus dem Weg gehen, beiseitetretento \stand erect [or tall] aufrecht [o gerade] stehento \stand motionless regungslos dastehento \stand still stillstehenhe \stands over seven feet er misst über sieben Fuß4. (be located) liegenan old hut stood by the river am Fluss stand eine alte Hüttethe train is \standing at platform 8 der Zug steht auf Gleis 8to \stand in sb's way jdm im Weg stehento \stand in the way of sth etw dat im Weg[e] stehen [o hinderlich sein]to \stand open offen stehen5. (have a viewpoint)from where she \stands it seemed reasonable to ask von ihrer Warte aus schien es vernünftig zu fragenhow do you think your chances \stand of being offered the job? wie, glaubst du, stehen deine Chancen, dass man dir die Stelle anbietet?with the situation as it \stands right now... so wie die Sache im Moment aussieht,...to \stand high/low in sb's opinion bei jdm sehr [o hoch] /wenig [o schlecht] angesehen seinto \stand alone beispiellos [o einzigartig] seinto \stand empty [or idle] leer stehento \stand fast [or firm] standhaft sein\stand firm on your decision steh fest zu deinem Entschlussto \stand second/third an zweiter/dritter Stelle stehento \stand accused of murder des Mordes angeklagt seinI \stand corrected ich muss mich korrigieren [o gebe meinen Fehler zu]to \stand to gain [or win] /lose sth wahrscheinlich etw gewinnen/verlieren7. (separate from)▪ to \stand between sb/sth zwischen jdm/etw stehenthe handouts he got from his parents were all that stood between Dan and destitution es waren allein die Zuwendungen, die Dan von seinen Eltern erhielt, was ihn vor völliger Mittellosigkeit bewahrte8. (remain valid) gelten, Bestand habendoes that still \stand? ist das noch gültig?, gilt das noch?his work still \stands as one of the greatest advances in medical theory seine Arbeit gilt immer noch als eine der größten Leistungen in der MedizinNewtonian mechanics stood for over two hundred years die Newton'sche Mechanik galt zweihundert Jahre lang unangefochtento \stand for election sich akk zur Wahl stellen10.▶ to \stand on one's own two feet auf eigenen Füßen stehen▶ to not leave one stone \standing on another keinen Stein auf dem anderen lassen▶ it \stands to reason [that]... es ist logisch [o leuchtet ein], dass...III. TRANSITIVE VERB<stood, stood>▪ to \stand sth somewhere etw irgendwohin hinstellenshe stood the yardstick upright against the wall sie stellte den Messstab gegen die Wandto \stand sth on its head etw auf den Kopf stellen2. (refuse to be moved)to \stand one's ground wie angewurzelt stehen bleiben; (refuse to yield) standhaft bleiben3. (bear)▪ to not [be able to] \stand sth etw nicht ertragen könnenour tent won't \stand another storm unser Zelt wird keinen weiteren Sturm überstehenshe can't \stand anyone touching her sie kann es nicht leiden, wenn man sie anfasstto not be able to \stand the sight of sth den Anblick von etw dat nicht ertragen könnento \stand the test of time die Zeit überdauern4. (pay for)▪ to \stand sb sth jdm etw ausgeben [o spendieren]Catherine stood us all a drink Catherine lud uns alle zu einem Drink einto \stand bail for sb für jdn Kaution stellen [o Sicherheit leisten5. ( fam)to \stand a chance of doing sth gute Aussichten haben, etw zu tun6. LAW7.▶ to \stand sb in good stead jdm von Nutzen [o Vorteil] sein* * *[stnd] vb: pret, ptp stood1. nmy stand is that... — ich stehe auf dem Standpunkt, dass..., ich vertrete die Einstellung, dass...
to take a stand (on a matter) — (zu einer Angelegenheit) eine Einstellung vertreten
to make a stand (lit, fig) — sich widersetzen, Widerstand leisten
that was their last stand — das war ihr letztes Gefecht
3) (= taxi stand) Stand m5) (= furniture, lamp stand, music stand) Ständer m6) (= market stall etc) Stand m7) (= band stand) Podium nt9) (esp US FOREST) (Baum)bestand m2. vtSee:→ stead, head2) (= withstand) pressure, close examination etc (= object) standhalten (+dat); (person) gewachsen sein (+dat); test bestehen; climate vertragen; heat, noise ertragen, aushalten; loss, cost verkraften3) (inf: put up with) person, noise, interruptions etc aushaltenI can't stand being kept waiting —
4) (Brit inf= treat)
to stand sb a drink/a meal — jdm einen Drink/ein Essen spendieren5)3. vi1) (= be upright) stehen; (= get up) aufstehendon't just stand there(, do something)! — stehen Sie nicht nur( dumm) rum, tun Sie was! (inf)
we stood talking —
stand and deliver! (old, hum) — anhalten, her mit dem Zeug! (inf)
See:3) (= be situated) stehenit has stood there for 600 years — es steht da schon seit 600 Jahren
5)See:→ also stand for6) (= continue to be valid offer, argument, promise) gelten; (objection, contract) gültig bleiben; (decision, record, account) stehen8) (fig= be in a position)
we stand to lose/gain a lot — wir können sehr viel verlieren/gewinnenwhat do we stand to gain by it? — was springt für uns dabei heraus? (inf), was bringt uns (dat) das ein?
9) (fig= be placed)
how do we stand? — wie stehen wir?I'd like to know where I stand (with him) — ich möchte wissen, woran ich (bei ihm) bin
as it stands — so wie die Sache aussieht
to stand accused of sth — einer Sache (gen) angeklagt sein
10) (fig= be, continue to be)
to stand firm or fast — festbleibento stand ready —
to stand (as) security for sb — für jdn bürgen
11)* * *stand [stænd]A s1. a) Stehen nb) Stillstand m, Halt m2. a) (Stand)Platz m, Standort mb) fig Standpunkt m:take a stand Stellung beziehen (on zu);take a common stand einen gemeinsamen Standpunkt einnehmen3. fig Eintreten n:make a stand for sich einsetzen für4. a) (Zuschauer)Tribüne fb) Podium n5. JUR US Zeugenstand m:on the stand im Zeugenstand;a) den Zeugenstand betreten,b) als Zeuge aussagen6. WIRTSCH (Verkaufs-, Messe) Stand m7. Stand(platz) m (für Taxis)8. (Kleider-, Noten- etc) Ständer m9. Gestell n, Regal n10. a) Stativ nb) Stütze f11. (Baum)Bestand m12. AGR Stand m (des Getreides etc), (zu erwartende) Ernte:stand of wheat stehender WeizenB v/i prät und pperf stood [stʊd]1. a) allg stehen:as there were no seats left, we had to stand;don’t just stand there, help me! steh nicht herum, hilf mir!;on in dat)( → B 4);stand or fall by stehen und fallen mit;stand gasping keuchend dastehen;stand on one’s heada) einen Kopfstand machen, kopfstehen,b) fig (vor Freude etc) kopfstehen;stand on one’s hands einen Handstand machen;stand to lose (to win) (mit Sicherheit) verlieren (gewinnen);how are things standing? wie stehen die Dinge?;how do we stand in comparision to …? wie stehen wir im Vergleich zu …?;the wind stands in the west der Wind weht von Westen;stand well with sb mit jemandem gut stehen, sich mit jemandem gut stellen;leave sb (sth) standing Br umg jemanden (etwas) in den Schatten stellen; → attention 4, foot A 1, leg Bes Redewc) aufstehen3. sein:stand! halt!;stand fast! MIL Br stillgestanden!, US Abteilung halt! ( → B 1);stand still for US → C 75. bleiben:stand neutral, etc;and so it stands und dabei bleibt es6. sich stellen, treten:stand clear zurücktreten (of von);stand clear of auch den Eingang etc frei machen;stand on the defensive sich verteidigen;8. sich behaupten, bestehen ( beide:against gegen):stand through sth etwas überstehen oder -dauern9. fig festbleiben10. (weiterhin) gelten:my offer stands mein Angebot gilt nach wie vor oder bleibt bestehen;let sth stand etwas gelten oder bestehen bleiben lassenC v/t1. stellen (on auf akk):stand a plane on its nose FLUG einen Kopfstand machen;stand sth on its head fig etwas auf den Kopf stellen2. standhalten (dat), aushalten:he can’t stand the climate er kann das Klima nicht (v)ertragen;I couldn’t stand the pain ich konnte den Schmerz nicht aushalten oder ertragen;she couldn’t stand the pressure sie war dem Druck nicht gewachsen;I can’t stand him ich kann ihn nicht ausstehen oder leiden;I can’t stand being told ( oder people telling me) what to do ich kann es nicht ausstehen oder leiden, wenn man mir Vorschriften macht; → heat A 1 a, racket2 A 4, sight A 23. sich etwas gefallen lassen, dulden, ertragen:I won’t stand that any longer das lasse ich mir nicht länger bieten6. a) Pate stehen7. umga) aufkommen fürb) (jemandem) ein Essen etc spendieren:stand a drink einen ausgeben oder spendieren;8. eine Chance haben* * *1. intransitive verb,1) stehenstand in a line or row — sich in einer Reihe aufstellen; (be standing) in einer Reihe stehen
he stands six feet tall/the tree stands 30 feet high — er ist sechs Fuß groß/der Baum ist 30 Fuß hoch
3) (be at level) [Aktien, Währung, Thermometer:] stehen (at auf + Dat.); [Fonds:] sich belaufen (at auf + Akk.); [Absatz, Export usw.:] liegen (at bei)4) (hold good) bestehen bleibenmy offer/promise still stands — mein Angebot/Versprechen gilt nach wie vor
5) (find oneself, be)as it stands, as things stand — wie die Dinge [jetzt] liegen
the law as it stands — das bestehende od. gültige Recht
I'd like to know where I stand — (fig.) ich möchte wissen, wo ich dran bin
stand in need of something — einer Sache (Gen.) dringend bedürfen
6) (be candidate) kandidieren ( for für)stand as a Liberal/Conservative — für die Liberalen/Konservativen kandidieren
stand for Parliament — (Brit.) für einen Parlamentssitz kandidieren
7)8) (place oneself) sich stellenstand in the way of something — (fig.) einer Sache (Dat.) im Weg stehen
[not] stand in somebody's way — (fig.) jemandem [keine] Steine in den Weg legen
9) (be likely)2. transitive verb,stand to win or gain/lose something — etwas gewinnen/verlieren können
1) (set in position) stellenstand something on end/upside down — etwas hochkant/auf den Kopf stellen
2) (endure) ertragen; vertragen [Klima]I can't stand the heat/noise — ich halte die Hitze/den Lärm nicht aus
I cannot stand [the sight of] him/her — ich kann ihn/sie nicht ausstehen
he can't stand the pressure/strain/stress — er ist dem Druck/den Strapazen/dem Stress nicht gewachsen
I can't stand it any longer! — ich halte es nicht mehr aus!; see also time 1. 1)
3) (undergo) ausgesetzt sein (+ Dat.)stand trial [for something] — [wegen etwas] vor Gericht stehen
4) (buy)3. nounstand somebody something — jemandem etwas ausgeben od. spendieren (ugs.)
1) (support) Ständer, der2) (stall; at exhibition) Stand, der3) (raised structure, grandstand) Tribüne, die4) (resistance) Widerstand, dertake or make a stand — (fig.) klar Stellung beziehen (for/against/on für/gegen/zu)
5) (standing place for taxi, bus, etc.) Stand, derPhrasal Verbs:- stand by- stand in- stand up* * *(microphone) n.Stativ -e n. n.Gestell -e n.Stand ¨-e m.Ständer - m. (one's) trial expr.sich vor Gericht verantworten ausdr. (up) for expr.eintreten für ausdr. (to tolerate) v.ertragen prät. v.(§ p.,p.p.: stood)= andauern v.stehen v.(§ p.,pp.: stand, gestanden) -
9 feel
1. transitive verb,1) (explore by touch) befühlenfeel somebody's pulse — jemandem den Puls fühlen
feel one's way — sich (Dat.) seinen Weg ertasten; (fig.): (try something out) sich vorsichtig vor[an]tasten
2) (perceive by touch) fühlen; (become aware of) bemerken; (be aware of) merken; (have sensation of) spüren3) empfinden [Mitleid, Dank, Eifersucht]; verspüren [Drang, Wunsch]feel the cold/ heat — unter der Kälte/Hitze leiden
make itself felt — zu spüren sein; (have effect) sich bemerkbar machen
4) (experience) empfinden; (be affected by) zu spüren bekommenfeel [that]... — das Gefühl haben, dass...
6) (think)feel [that]... — glauben, dass...
2. intransitive verb,if that's what you feel about the matter — wenn du so darüber denkst
1)feel [about] in something [for something] — in etwas (Dat.) [nach etwas] [herum]suchen
feel [about] [after or for something] with something — mit etwas [nach etwas] [umher]tasten
3) (be conscious that one is) sich... fühlenfeel angry/delighted/disappointed — böse/froh/enttäuscht sein
feel inclined to do something — dazu neigen, etwas zu tun
the child did not feel loved/wanted — das Kind hatte das Gefühl, ungeliebt/unerwünscht zu sein
I felt sorry for him — er tat mir leid
how do you feel today? — wie fühlst du dich od. wie geht es dir heute?
feel like something/doing something — (coll.): (wish to have/do) auf etwas (Akk.) Lust haben/Lust haben, etwas zu tun
we feel as if or as though... — es kommt uns vor, als ob...; (have the impression that) wir haben das Gefühl, dass...
how do you feel about the idea? — was hältst du von der Idee?
if that's how or the way you feel about it — wenn du so darüber denkst
4) (be emotionally affected)feel passionately/bitterly about something — sich für etwas begeistern/über etwas (Akk.) verbittert sein
5) (be consciously perceived as) sich... anfühlen3. nounit feels nice/uncomfortable — es ist ein angenehmes/unangenehmes Gefühl
let me have a feel — lass mich mal fühlen
get/have a feel for something — (fig.) ein Gespür für etwas bekommen/haben
Phrasal Verbs:- academic.ru/86960/feel_for">feel for- feel out- feel with* * *[fi:l]past tense, past participle - felt; verb1) (to become aware of (something) by the sense of touch: She felt his hand on her shoulder.) fühlen2) (to find out the shape, size, texture etc of something by touching, usually with the hands: She felt the parcel carefully.) befühlen5) (to believe or consider: She feels that the firm treated her badly.) glauben•- feeler- feeling
- feel as if / as though
- feel like
- feel one's way
- get the feel of* * *[fi:l]I. vt<felt, felt>1. (sense)▪ to \feel sth etw fühlen [o spüren]to \feel one's age sein Alter spürento \feel anger/jealousy wütend/eifersüchtig seinto \feel it in one's bones [that...] es im Gefühl haben[, dass...]to \feel the cold/heat unter der Kälte/Hitze leidenyou made me \feel a real idiot du hast mir das Gefühl gegeben, ein richtiger Idiot zu seinto \feel joy sich akk freuento \feel nothing for sb für jdn nichts empfindendo you still \feel anything for Robert? hast du noch etwas für Robert übrig?to \feel one's old self [again] [wieder] ganz der/die Alte sein2. (think)what do you \feel about it? was hältst du davon?to \feel it appropriate/necessary/right to do sth es für angebracht/notwendig/richtig halten, etw zu tun▪ to \feel that... der Meinung sein, dass...3. (touch)▪ to \feel sth etw fühlenthey're \feeling their way towards a solution sie tasten sich an eine Lösung heranII. vi<felt, felt>my mouth \feels very dry mein Mund fühlt sich ganz trocken anmy eyes \feel sore from the smoke meine Augen brennen von dem Rauchit \feels awful to tell you this ich fühle mich ganz schrecklich dabei, dir das zu sagenit \feels all wrong somehow ich habe ein ganz schlechtes Gefühl dabeihow do you \feel about it? was sagst du dazu?how does it \feel to be world champion? wie fühlt man sich als Weltmeister?to \feel angry/glad/sad wütend/froh/traurig seinto \feel better/ill/well sich akk besser/krank/wohl fühlento \feel foolish sich dat dumm vorkommento \feel good/bad sich akk gut/schlecht fühlensb \feels hot/cold jdm ist heiß/kaltsb \feels hungry/thirsty jd ist hungrig/durstig [o hat Hunger/Durst]to \feel safe sich akk sicher fühlen▪ to \feel as if one were doing sth das Gefühl haben, etw zu tun▪ to \feel for sb mit jdm fühlenwhat does it \feel like? was für ein Gefühl ist das?the bag felt heavy die Tasche kam mir schwer vorhow do the shoes \feel? was für ein Gefühl hast du in den Schuhen?3. (search) tasten▪ to \feel along sth etw abtasten4. (want)▪ to \feel like doing sth Lust haben, etw zu tun1. (texture)the \feel of wool das Gefühl von Wolle [auf der Haut]you can recognize high-quality leather simply by the \feel of it hochwertiges Leder kann man schon beim Anfassen erkennenthe material has a nice \feel to it das Material fühlt sich gut anshe had a \feel around in the bottom of the trunk sie tastete den Boden der Truhe aba \feel of mystery eine geheimnisvolle Atmosphäreto get the/have a \feel for sth ein Gespür für etw akk bekommen/haben* * *[fiːl] vb: pret, ptp felt1. vt1) (= touch) fühlen; (examining) befühlenI'm still feeling my way ( in my new job) — ich versuche noch, mich (in meiner neuen Stelle) zurechtzufinden
to feel one's way into sth (fig) — sich in etw (acc) einfühlen
2) (= be aware of by touching, feeling) prick, sun etc fühlen, spürenI can't feel anything in my left leg — ich habe kein Gefühl im linken Bein
I felt it move — ich spürte, wie es sich bewegte
I felt myself blush — ich merkte or spürte, dass ich rot wurde
he felt a sense of regret —
can't you feel the sadness in this music? — können Sie nicht empfinden, wie traurig diese Musik ist?
she felt his eyes on her — sie merkte or spürte, wie er sie ansah
4) (= be affected by) heat, cold, insult, loss leiden unter (+dat)I don't feel the cold as much as he does —
a right hook which he really felt — ein rechter Haken, der saß
she's fallen, I bet she felt that! — sie ist hingefallen, das hat bestimmt wehgetan!
5) (= think) glaubenwhat do you feel about him/it? — was halten Sie von ihm/davon?
it was felt that... — man war der Meinung, dass...
don't feel you have to... — glauben Sie nicht, Sie müssten...
I can't help feeling that... — ich kann mir nicht helfen, ich glaube, dass...
2. vi1) (indicating physical or mental state person) sich fühlento feel well/ill/apprehensive — sich wohlfühlen/elend/unsicher fühlen
I feel sick —
to feel convinced/certain — überzeugt/sicher sein
to feel hungry/thirsty/sleepy — hungrig/durstig/müde sein
I feel hot/cold — mir ist heiß/kalt
I felt very touched by his remarks —
I feel much better — ich fühle mich viel besser, es geht mir viel besser
you'll feel ( all) the better for a bath — ein Bad wird Ihnen guttun
I felt sad/strange — mir war traurig/komisch zumute or zu Mute
I felt as though I'd never been away — mir war, als ob ich nie weg gewesen wäre
I felt as if I was going to be sick — ich dachte, mir würde schlecht werden
you can imagine what I felt like or how I felt — Sie können sich (dat) vorstellen, wie mir zumute or zu Mute war
2) (= feel to the touch material, ground, bricks etc) sich anfühlento feel hard/soft/rough etc — sich hart/weich/rau etc anfühlen
the room/air feels warm — das Zimmer/die Luft kommt einem warm vor
the shirt feels as though it's made of silk — das Hemd fühlt sich so an, als sei es aus Seide
3) (= think, have opinions) meinenhow do you feel about him/the idea/going for a walk? —
that's just how I feel — das meine ich auch, ich bin genau derselben Meinung
4)I felt like screaming/crying/giving up — ich hätte am liebsten geschrien/geheult/aufgegeben, ich hätte schreien/heulen/aufgeben können
if you feel like it — wenn Sie Lust haben, wenn Sie wollen or gern möchten
5) imperswhat does it feel like or how does it feel to be all alone? — wie fühlt man sich or wie ist das so ganz allein?
what does it feel like or how does it feel to be the boss? — wie fühlt man sich als Chef?, was ist das für ein Gefühl, Chef zu sein?
3. n no pl1)2)(= quality when touched)
it has a velvety/papery feel — es fühlt sich samten/wie Papier anhe loved the feel of her skin — er liebte es, wie sich ihre Haut anfühlte
he recognizes things by their feel — er erkennt Dinge daran, wie sie sich anfühlen
I don't like the feel of wool against my skin — ich mag Wolle nicht auf der Haut
3)(= quality)
the room has a cosy feel —there's a nostalgic feel to his music — seine Musik klingt nostalgisch
4) (fig)to get/have a feel for sth — ein Gefühl nt für etw bekommen/haben
* * *feel [fiːl]A v/t prät und pperf felt [felt]1. anfassen, (be)fühlen, anfühlen:feel up umg jemanden befummeln;feel one’s waya) sich tasten(d zurechtfinden),b) fig vorsichtig vorgehen;feel one’s age sein Alter spüren;I felt myself blush ich spürte, wie ich rot wurde;3. Vergnügen etc empfinden:he felt the loss deeply der Verlust ging ihm sehr zu Herzenthat dass):I feel that … ich finde, dass …; es scheint mir, dass …;it is felt in London that … in London ist man der Ansicht, dass …c) halten für:I feel it (to be) my duty ich halte es für meine Pflicht;it was felt to be unwise man erachtete es für unklugB v/i1. fühlen:he has lost all ability to feel in his left hand er hat in seiner linken Hand keinerlei Gefühl mehr2. auch feel to see fühlen, durch Fühlen oder Tasten festzustellen suchen oder feststellen (whether, if ob; how wie)3. feel fora) tasten nach:feel along the wall for die Wand abtasten nachb) vorsichtig Ausschau halten nachc) suchen nach einer Ausrede etcd) herausfinden; versuchen, etwas herauszufinden:in the absence of a book of instructions we had to feel for the best way to operate the machine4. gefühlsmäßig reagieren oder handeln5. sich fühlen, sich befinden, sich vorkommen, sein:feel ill sich krank fühlen;I feel warm mir ist warm;I don’t feel quite myself ich bin nicht ganz auf dem Posten;a) sich einer Sache gewachsen fühlen,b) sich in der Lage fühlen zu etwas,c) in (der) Stimmung sein zu etwas;feel like a new man (woman) sich wie neugeboren fühlen;feel 40 sich wie 40 fühlen;feel like (doing) sth Lust haben zu einer oder auf eine Sache(, etwas zu tun);we feel with you wir fühlen mit eucha) entschiedene Ansichten haben über (akk),b) sich erregen über (akk);how do you feel about it? was meinst du dazu?8. sich anfühlen:9. unpers sich fühlen:they know how it feels to be hungry sie wissen, was es heißt, hungrig zu seinC s1. Gefühl n (Art und Weise, wie sich etwas anfühlt):2. (An)Fühlen n:it is soft to the feel, it has a soft feel es fühlt sich weich an;let me have a feel lass mich mal fühlen3. Gefühl n:a) Empfindung f, Eindruck mb) Stimmung f, Atmosphäre ffor für):clutch feel AUTO Gefühl für richtiges Kuppeln* * *1. transitive verb,1) (explore by touch) befühlenfeel one's way — sich (Dat.) seinen Weg ertasten; (fig.): (try something out) sich vorsichtig vor[an]tasten
2) (perceive by touch) fühlen; (become aware of) bemerken; (be aware of) merken; (have sensation of) spüren3) empfinden [Mitleid, Dank, Eifersucht]; verspüren [Drang, Wunsch]feel the cold/ heat — unter der Kälte/Hitze leiden
make itself felt — zu spüren sein; (have effect) sich bemerkbar machen
4) (experience) empfinden; (be affected by) zu spüren bekommenfeel [that]... — das Gefühl haben, dass...
6) (think)2. intransitive verb,feel [that]... — glauben, dass...
1)feel [about] in something [for something] — in etwas (Dat.) [nach etwas] [herum]suchen
feel [about] [after or for something] with something — mit etwas [nach etwas] [umher]tasten
2) (have sense of touch) fühlen3) (be conscious that one is) sich... fühlenfeel angry/delighted/disappointed — böse/froh/enttäuscht sein
feel inclined to do something — dazu neigen, etwas zu tun
the child did not feel loved/wanted — das Kind hatte das Gefühl, ungeliebt/unerwünscht zu sein
how do you feel today? — wie fühlst du dich od. wie geht es dir heute?
feel like something/doing something — (coll.): (wish to have/do) auf etwas (Akk.) Lust haben/Lust haben, etwas zu tun
we feel as if or as though... — es kommt uns vor, als ob...; (have the impression that) wir haben das Gefühl, dass...
if that's how or the way you feel about it — wenn du so darüber denkst
feel passionately/bitterly about something — sich für etwas begeistern/über etwas (Akk.) verbittert sein
5) (be consciously perceived as) sich... anfühlen3. nounit feels nice/uncomfortable — es ist ein angenehmes/unangenehmes Gefühl
get/have a feel for something — (fig.) ein Gespür für etwas bekommen/haben
Phrasal Verbs:- feel for- feel out* * *expr.betasten ausdr.empfinden ausdr.fühlen ausdr.sich fühlen ausdr.spüren ausdr. v.sich befinden v.sich fühlen v. -
10 hand
1. noun1) (Anat., Zool.) Hand, dieget one's hands dirty — (lit. or fig.) sich (Dat.) die Hände schmutzig machen
give somebody one's hand — (reach, shake) jemandem die Hand geben od. reichen
give or lend [somebody] a hand [with or in something] — [jemandem] [bei etwas] helfen
pass or go through somebody's hands — (fig.) durch jemandes Hand od. Hände gehen
hand in hand — Hand in Hand
go hand in hand [with something] — (fig.) [mit etwas] Hand in Hand gehen
the problem/matter in hand — das vorliegende Problem/die vorliegende Angelegenheit
hold hands — Händchen halten (ugs. scherzh.); sich bei den Händen halten
hold somebody's hand — jemandes Hand halten; jemandem die Hand halten; (fig.): (give somebody close guidance) jemanden bei der Hand nehmen; (fig.): (give somebody moral support or backing) jemandem das Händchen halten (iron.)
hands off! — Hände od. Finger weg!
take/keep one's hands off somebody/something — jemanden/etwas loslassen/nicht anfassen
keep one's hands off something — (fig.) die Finger von etwas lassen (ugs.)
hands up [all those in favour] — wer dafür ist, hebt die Hand!
hands down — (fig.) (easily) mit links (ugs.); (without a doubt, by a large margin) ganz klar (ugs.)
turn one's hand to something — sich einer Sache (Dat.) zuwenden
be at hand — (be nearby) in der Nähe sein; (be about to happen) unmittelbar bevorstehen
out of hand — (summarily) kurzerhand
be to hand — (be readily available, within reach) zur Hand sein; (be received) [Brief, Notiz, Anweisung:] vorliegen
go/pass from hand to hand — von Hand zu Hand gehen
hand live from hand to mouth — von der Hand in den Mund leben
be hand in glove [with] — unter einer Decke stecken [mit]
wait on somebody hand and foot — (fig.) jemanden vorn und hinten bedienen (ugs.)
have one's hands full — die Hände voll haben; (fig.): (be fully occupied) alle Hände voll zu tun haben (ugs.)
hand on heart — (fig.) Hand aufs Herz
get one's hands on somebody/something — jemanden erwischen od. (ugs.) in die Finger kriegen/etwas auftreiben
lay or put one's hand on something — etwas finden
by hand — (manually) mit der od. von Hand; (in handwriting) handschriftlich; (by messenger) durch Boten
2) (fig.): (authority)with a firm/iron hand — mit starker Hand/eiserner Faust [regieren]
he needs a father's hand — er braucht die väterliche Hand
get out of hand — außer Kontrolle geraten; see also academic.ru/73191/take">take 1. 6); upper 1. 1)
have a free hand to do something — freie Hand haben, etwas zu tun
in somebody's hands, in the hands of somebody — (in somebody's possession) in jemandes Besitz; (in somebody's care) in jemandes Obhut
fall into somebody's hands — [Person, Geld:] jemandem in die Hände fallen
have [got] something/somebody on one's hands — sich um etwas/jemanden kümmern müssen
he's got such a lot/enough on his hands at the moment — er hat augenblicklich so viel/genug um die Ohren (ugs.)
have time on one's hands — [viel] Zeit haben; (too much) mit seiner Zeit nichts anzufangen wissen
take somebody/something off somebody's hands — jemandem jemanden/etwas abnehmen
4) (disposal)have something in hand — etwas zur Verfügung haben; (not used up) etwas [übrig] haben
keep in hand — in Reserve halten [Geld]
be on hand — da sein
5) (share)have a hand in something — bei etwas seine Hände im Spiel haben
take a hand [in something] — sich [an etwas (Dat.)] beteiligen
the hand of a craftsman has been at work here — hier war ein Handwerker am Werk
suffer/suffer injustice at the hands of somebody — unter jemandem/jemandes Ungerechtigkeit zu leiden haben
7) (pledge of marriage)9) (person having ability)be a good/poor hand at tennis — ein guter/schwacher Tennisspieler sein
I'm no hand at painting — ich kann nicht malen
10) (source) Quelle, dieat first/second/third hand — aus erster/zweiter/dritter Hand; see also firsthand; second-hand
11) (skill) Geschick, dasget one's hand in — wieder in Übung kommen od. (ugs.) reinkommen
14) (side) Seite, dieon the right/left hand — rechts/links; rechter/linker Hand
on somebody's right/left hand — rechts/links von jemandem; zu jemandes Rechten/Linken
on every hand — von allen Seiten [umringt sein]; ringsum [etwas sehen]
on the one hand..., [but] on the other [hand]... — einerseits..., andererseits...; auf der einen Seite..., auf der anderen Seite...
15) (measurement) Handbreit, die2. transitive verbgive him a big hand, let's have a big hand for him — viel Applaus od. Beifall für ihn!
geben; [Überbringer:] übergeben [Sendung, Lieferung]hand something [a]round — (pass round, circulate) etwas herumgeben; (among group) etwas herumgehen lassen
you've got to hand it to them/her — etc. (fig. coll.) das muss man ihnen/ihr usw. lassen
Phrasal Verbs:- hand in- hand on- hand out* * *[hænd] 1. noun1) (the part of the body at the end of the arm.) die Hand2) (a pointer on a clock, watch etc: Clocks usually have an hour hand and a minute hand.) der Zeiger3) (a person employed as a helper, crew member etc: a farm hand; All hands on deck!) der Arbeiter,der Mann5) (a set of playing-cards dealt to a person: I had a very good hand so I thought I had a chance of winning.) das Blatt6) (a measure (approximately centimetres) used for measuring the height of horses: a horse of 14 hands.) die Handbreit7) (handwriting: written in a neat hand.) die Handschrift2. verb(often with back, down, up etc)1) (to give (something) to someone by hand: I handed him the book; He handed it back to me; I'll go up the ladder, and you can hand the tools up to me.) geben2) (to pass, transfer etc into another's care etc: That is the end of my report from Paris. I'll now hand you back to Fred Smith in the television studio in London.) zurückgeben•- handful- handbag
- handbill
- handbook
- handbrake
- handcuff
- handcuffs
- hand-lens
- handmade
- hand-operated
- hand-out
- hand-picked
- handshake
- handstand
- handwriting
- handwritten
- at hand
- at the hands of
- be hand in glove with someone
- be hand in glove
- by hand
- fall into the hands of someone
- fall into the hands
- force someone's hand
- get one's hands on
- give/lend a helping hand
- hand down
- hand in
- hand in hand
- hand on
- hand out
- hand-out
- handout
- hand over
- hand over fist
- hands down
- hands off! - hands-on
- hands up! - hand to hand
- have a hand in something
- have a hand in
- have/get/gain the upper hand
- hold hands with someone
- hold hands
- in good hands
- in hand
- in the hands of
- keep one's hand in
- off one's hands
- on hand
- on the one hand... on the other hand
-... on the other hand
- out of hand
- shake hands with someone / shake someone's hand
- shake hands with / shake someone's hand
- a show of hands
- take in hand
- to hand* * *[hænd]I. NOUNall these toys are made by \hand das ganze Spielzeug hier ist handgemacht\hands up! Hände hoch!\hands up who wants to come! Hand hoch, wer kommen willhe had his \hands in his pockets er hatte die Hände in den Hosentaschenthey were just holding \hands sie hielten doch nur Händchenthe letter was delivered by \hand der Brief wurde durch einen Boten überbrachtthe student put up her \hand die Schülerin meldete sichto crawl on \hands and knees auf allen vieren kriechento get down on one's \hands and knees auf die Knie gehenpen in \hand mit gezücktem Stiftto have one's \hands full die Hände voll habento be good with one's \hands geschickte Hände haben, manuell geschickt seinin one's [left/right] \hand in der [linken/rechten] Handto change \hands ( fig) in andere Hände übergehento hold sb's \hand jdm die Hand haltento keep one's \hands off sth die Finger von etw dat lassen▪ to keep one's \hands off sb die Hände von jdm lassento put sth into sb's \hands jdm etw in die Hand gebento shake \hands with sb, to shake sb's \hand jdm die Hand schütteln; (done when introducing) sich dat die Hand gebento take sth out of sb's \hands jdm etw aus der Hand nehmento take sb by the \hand jdn an die [o bei der] Hand nehmento lead sb by the \hand jdn an der Hand führen\hand in \hand Hand in Hand; (give assistance) jdn bei der Hand nehmen2. (needing attention)▪ at \hand vorliegendthe job at \hand die Arbeit, die zu tun istthe problem in \hand das anstehende Problemthe matter in \hand die vorliegende Angelegenheit3. (at one's disposal)▪ in \hand bei der Hand, verfügbarhe had a lot of money in \hand er hatte viel Geld zur Verfügung4. (close, within reach)at [or to] \hand nah, in Reichweiteto \hand COMM zur Handto keep sth close at \hand etw in Reichweite habento keep sth ready at \hand etw bereithaltento be at \hand zur Verfügung stehen, verfügbar seinwe want to ensure that help is at \hand for all wir wollen sicherstellen, dass allen geholfen werden kannto have sth to \hand etw zur Verfügung habenhe uses whatever materials come to \hand er verwendet einfach alle Materialien, die ihm in die Hände kommento have sth on one's \hands etw an der Hand haben, über etw akk verfügenshe's got a lot of work on her \hands sie hat wahnsinnig viel zu tunhe's got a lot of time on his \hands er hat viel Zeit zur Verfügungwe've got a problem on our \hands wir haben ein Problem am Hals5. (at one's service)my bank always has an advisor on \hand in meiner Bank steht den Kunden immer ein Berater zur Verfügungit's the \hand of fate das ist die Hand des Schicksals▪ at [or by] the \hands of sb/sth durch jdn/etwmy life is in your \hands mein Leben liegt in Ihren Händenyour life is in your own \hands Sie haben Ihr Leben selbst in der Handto be in good [or excellent] \hands in guten Händen seinto be in safe \hands in sicheren Händen seinto get sb/sth off one's \hands jdn/etw los seinwe can relax now that we've got the kids off our \hands jetzt wo man uns die Kinder abgenommen hat, können wir etwas ausspannento have a \hand in sth bei etw dat seine Hand [o die Finger] [mit] im Spiel haben, bei etw dat mitmischenit is thought that terrorists had a \hand in this explosion man geht davon aus, dass der Bombenanschlag auf das Konto von Terroristen gehtto leave sth/sb in sb's \hands jdm etw überlassen/jdn in jds Obhut lassento put sth into the \hands of sb/sth jdm/etw etw übergeben [o überlassen]there's no more we can do except leave it in the solicitor's \hands jetzt können wir nichts weiter tun als alles dem Anwalt zu überlassenmy \hands are tied mir sind die Hände gebundento be well in \hand gut laufen famto have sth well in \hand etw gut im Griff habena firm \hand eine [ge]strenge Handto fall into the wrong \hands in die falschen Hände geraten [o gelangen]to be in/out of sb's \hands unter/außerhalb jds Kontrolle seinit's in your \hands now, you deal with it das liegt jetzt in deiner Hand, du bearbeitest dasto have everything in \hand alles unter Kontrolle habenthe horse got out of \hand ich/er, usw. verlor die Kontrolle über das Pferdthe party got out of hand die Party ist ausgeartetto have sth in \hand etw unter Kontrolle habento take sb/sth in \hand sich dat jdn/etw vornehmenwould you like a \hand with that bag? soll ich Ihnen helfen, die Tasche zu tragen?would you like a \hand carrying those bags? soll ich Ihnen beim Tragen der Taschen helfen?factory \hand ungelernter Fabrikarbeiter/ungelernte Fabrikarbeiterin[to be] a dab \hand at sth ein Könner/eine Könnerin auf seinem/ihrem Gebiet [sein], ein Geschick nt für etw akk habenhe's quite a \hand at wallpapering er ist ziemlich gut beim Tapezierenhe's a real Russia \hand er ist ein echter RusslandkennerI'm an old \hand at... ich bin ein alter Hase im/in der...to be good with one's \hands handfertig seinto keep one's \hand in (stay in practice) in Übung bleibenJane can turn her \hand to just about anything Jane gelingt einfach alles, was sie anpackt11. (on clock, watch) Zeiger mminute \hand Minutenzeiger mthe big/little \hand der große/kleine Zeigerto deal a \hand ein Blatt nt austeilento show one's \hand seine Karten [o sein Blatt] zeigena \hand of poker eine Runde Pokerin sb's \hand in jds Handschriftthe note was written in someone else's \hand jemand anders hatte die Nachricht geschrieben15. (applause)to give sb a big \hand jdm einen großen Applaus spenden, jdn mit großem Beifall begrüßen16. (without consideration)they rejected any negotiations out of \hand sie schlugen jedwelche Verhandlungen kurzerhand ausgoods on \hand Vorräte plstock on \hand verfügbarer Bestand m18. FINnote of \hand Schuldschein m19. COMPUT\hands off automatisches System\hands on operatorbedientes System20.▶ to ask for sb's \hand in marriage ( form) jdn um ihre/seine Hand bitten, jdm einen Heiratsantrag machen▶ a bird in the \hand [is worth two in the bush] ( prov) ein Spatz in der Hand ist besser als die Taube auf dem Dach prov▶ to eat out of sb's \hands jdm aus der Hand fressen▶ at first/second \hand aus erster/zweiter Hand▶ to have got [sb] on one's \hands [mit jdm] zu tun haben▶ to have one's \hands full jede Menge zu tun haben▶ to only have one pair of \hands auch nur zwei Hände haben▶ to keep a firm \hand on sth etw fest im Griff behalten▶ to live from \hand to mouth von der Hand in den Mund leben, sich akk gerade so durchschlagen fam, gerade so über die Runden kommen fam▶ to lose/make money \hand over fist Geld schnell verlieren/scheffeln▶ on the one \hand... on the other [\hand]... einerseits... andererseitsall hospitals now have disaster plans to put in \hand allen Krankenhäusern stehen jetzt Katastrophenvorkehrungen zur Verfügung▶ with one \hand tied:I could beat you with one \hand tied ich könnte dich mit links schlagen▶ to have one's \hands tied nichts tun könnenmy \hands have been tied mir sind die Hände gebunden▶ to wait on sb \hand and foot jdn von vorne bis hinten bedienen▶ to win \hands down spielend [o mit links] gewinnenII. TRANSITIVE VERB▪ to \hand sb sth [or to \hand sth to sb] jdm etw [über]geben [o [über]reichen]▶ you've got to \hand it to sb man muss es jdm lassen* * *hand [hænd]A s1. Hand f:hands off! Hände weg!;hands up! Hände hoch!;with one’s hands up mit erhobenen Händen;a helping hand fig eine hilfreiche Hand;give sth a helping hand pej bei etwas mithelfen;do you need a hand? soll ich dir helfen?;give sb a hand up jemandem auf die Beine helfen oder hochhelfen;he asked for her hand er hielt um ihre Hand an;2. a) Hand f (eines Affen)b) Vorderfuß m (eines Pferdes etc)c) Fuß m (eines Falken)d) Schere f (eines Krebses)3. Urheber(in), Verfasser(in)4. meist pl Hand f, Macht f, Gewalt f:I am entirely in your hands ich bin ganz in Ihrer Hand;fall into sb’s hands jemandem in die Hände fallen5. pl Hände pl, Obhut f:6. pl Hände pl, Besitz m:in private hands in Privathand, in Privatbesitz;change hands → Bes Redew7. Hand f (Handlungs-, besonders Regierungsweise):with a high hand selbstherrlich, anmaßend, willkürlich, eigenmächtig;8. Hand f, Quelle f:at first hand aus erster Hand9. Hand f, Fügung f, Einfluss m, Wirken n:the hand of God die Hand Gottes;hidden hand (geheime) Machenschaften pl10. Seite f (auch fig), Richtung f:on every hand überall, ringsum;a) überall,b) von allen Seiten;on the right hand rechter Hand, rechts;on the one hand …, on the other hand fig einerseits …, andererseits11. meist in Zusammensetzungen Arbeiter(in), Mann m (auch pl), pl Leute pl, SCHIFF Matrose m: → deck A 112. Fachmann m, -frau f, Routinier m:I am a poor hand at golf ich bin ein schlechter Golfspieler13. (gute) Hand, Geschick n:he has a hand for horses er versteht es, mit Pferden umzugehen;my hand is out ich bin außer oder aus der Übung14. Handschrift f:15. Unterschrift f:set one’s hand to seine Unterschrift setzen unter (akk), unterschreiben;under the hand of unterzeichnet von16. Hand f, Fertigkeit f:it shows a master’s hand es verrät die Hand eines Meisters17. Applaus m, Beifall m:get a big hand stürmischen Beifall hervorrufen, starken Applaus bekommen;give sb a hand jemandem applaudieren oder Beifall klatschen18. Zeiger m (der Uhr etc)19. Büschel n, Bündel n (Früchte), Hand f (Bananen)20. Handbreit f (= 4 Zoll = 10,16 cm) (besonders um die Höhe von Pferden zu messen)21. Kartenspiel:a) Spieler(in)b) Blatt n, Karten pl:22. pl Fußball: Handspiel n:he was cautioned for hands er wurde wegen eines Handspiels verwarnt;hands! Hand!B v/t1. ein-, aushändigen, (über)geben, (-)reichen ( alle:sb sth, sth to sb jemandem etwas):hand sb into (out of) the car jemandem ins (aus dem) Auto helfena) an Händen und Füßen (fesseln),a) auf vertrautem Fuße stehen (mit), ein Herz und eine Seele sein (mit),b) unter einer Decke stecken (mit) umg;hands down spielend, mühelos (gewinnen etc);hand in hand Hand in Hand (a. fig);hand on heart Hand aufs Herz;a) Hand über Hand (klettern etc),b) fig Zug um Zug, schnell, spielend;hand to hand Mann gegen Mann (kämpfen);a) nahe, in Reichweite,b) nahe (bevorstehend),c) bei der oder zur Hand, bereit;at the hands of vonseiten, seitens (gen), durch, von;a) mit der Hand, manuell,b) durch Boten,c) mit der Flasche (großziehen);carved by hand handgeschnitzt;a) jemanden bei der Hand nehmen,b) fig jemanden unter seine Fittiche nehmen;by the hand of durch;from hand to hand von Hand zu Hand;from hand to mouth von der Hand in den Mund (leben);a) in der Hand,b) zur (freien) Verfügung,c) vorrätig, vorhanden,e) in Bearbeitung,f) im Gange;the letter (matter) in hand der vorliegende Brief (die vorliegende Sache);a) in die Hand oder in Angriff nehmen,b) umg jemanden unter seine Fittiche nehmen;a) verfügbar, vorrätig,b) bevorstehend,c) zur Stelle;on one’s handsa) auf dem Hals,b) zur Verfügung;be on sb’s hands jemandem zur Last fallen;a) kurzerhand, sofort,b) vorbei, erledigt,c) fig aus der Hand, außer Kontrolle, nicht mehr zu bändigen;let one’s temper get out of hand die Selbstbeherrschung verlieren;to hand zur Hand;come to hand eingehen, -laufen, -treffen (Brief etc);a) unter Kontrolle,b) unter der Hand, heimlich;under the hand and seal of Mr X von Mr. X eigenhändig unterschrieben oder geschrieben und gesiegelt;with one’s own hand eigenhändig;change hands in andere Hände übergehen, den Besitzer wechseln;the lead changed hands several times SPORT die Führung wechselte mehrmals;get one’s hand in Übung bekommen, sich einarbeiten;get sth off one’s hands etwas loswerden;have one’s hand in in Übung sein, Übung haben;have a hand in seine Hand im Spiel haben bei, beteiligt sein an (dat);have one’s hands full alle Hände voll zu tun haben;hold hands Händchen halten (Verliebte);holding hands Händchen haltend;hold one’s hand sich zurückhalten;keep one’s hand in in Übung bleiben;keep a firm hand on unter strenger Zucht halten;lay (one’s) hands ona) anfassen,b) ergreifen, packen, habhaft werden (gen),d) REL ordinieren;I can’t lay my hands on it ich kann es nicht finden;lay hands on o.s. Hand an sich legen;live by one’s hands von seiner Hände Arbeit leben;play into sb’s hands jemandem in die Hände arbeiten;put one’s hand ona) finden,b) fig sich erinnern an (akk);a) ergreifen,b) fig in Angriff nehmen, anpacken;shake hands sich die Hände schütteln, Shakehands machen;shake hands with sb, shake sb by the hand jemandem die Hand schütteln (auch zur Gratulation etc) oder geben;shake hands on etwas mit Handschlag besiegeln;show one’s hand fig seine Karten aufdecken;take a hand at a game bei einem Spiel mitmachen;try one’s hand at sth etwas versuchen, es mit etwas probieren;wash one’s handsa) sich die Hände waschen,b) euph mal kurz verschwinden;wash one’s hands of ita) (in dieser Sache) seine Hände in Unschuld waschen,b) nichts mit der Sache zu tun haben wollen;I wash my hands of him mit ihm will ich nichts mehr zu tun haben; → cross B 1, overplay A 3, sit A 1, soil1 A ahd abk1. hand2. head* * *1. noun1) (Anat., Zool.) Hand, dieeat from or out of somebody's hand — (lit. or fig.) jemandem aus der Hand fressen
get one's hands dirty — (lit. or fig.) sich (Dat.) die Hände schmutzig machen
give somebody one's hand — (reach, shake) jemandem die Hand geben od. reichen
give or lend [somebody] a hand [with or in something] — [jemandem] [bei etwas] helfen
pass or go through somebody's hands — (fig.) durch jemandes Hand od. Hände gehen
go hand in hand [with something] — (fig.) [mit etwas] Hand in Hand gehen
the problem/matter in hand — das vorliegende Problem/die vorliegende Angelegenheit
hold hands — Händchen halten (ugs. scherzh.); sich bei den Händen halten
hold somebody's hand — jemandes Hand halten; jemandem die Hand halten; (fig.): (give somebody close guidance) jemanden bei der Hand nehmen; (fig.): (give somebody moral support or backing) jemandem das Händchen halten (iron.)
hands off! — Hände od. Finger weg!
take/keep one's hands off somebody/something — jemanden/etwas loslassen/nicht anfassen
keep one's hands off something — (fig.) die Finger von etwas lassen (ugs.)
hands up [all those in favour] — wer dafür ist, hebt die Hand!
hands up! — (as sign of surrender) Hände hoch!
hands down — (fig.) (easily) mit links (ugs.); (without a doubt, by a large margin) ganz klar (ugs.)
turn one's hand to something — sich einer Sache (Dat.) zuwenden
be at hand — (be nearby) in der Nähe sein; (be about to happen) unmittelbar bevorstehen
out of hand — (summarily) kurzerhand
be to hand — (be readily available, within reach) zur Hand sein; (be received) [Brief, Notiz, Anweisung:] vorliegen
go/pass from hand to hand — von Hand zu Hand gehen
be hand in glove [with] — unter einer Decke stecken [mit]
wait on somebody hand and foot — (fig.) jemanden vorn und hinten bedienen (ugs.)
have one's hands full — die Hände voll haben; (fig.): (be fully occupied) alle Hände voll zu tun haben (ugs.)
hand on heart — (fig.) Hand aufs Herz
get one's hands on somebody/something — jemanden erwischen od. (ugs.) in die Finger kriegen/etwas auftreiben
lay or put one's hand on something — etwas finden
by hand — (manually) mit der od. von Hand; (in handwriting) handschriftlich; (by messenger) durch Boten
2) (fig.): (authority)with a firm/iron hand — mit starker Hand/eiserner Faust [regieren]
get out of hand — außer Kontrolle geraten; see also take 1. 6); upper 1. 1)
have a free hand to do something — freie Hand haben, etwas zu tun
3) in pl. (custody)in somebody's hands, in the hands of somebody — (in somebody's possession) in jemandes Besitz; (in somebody's care) in jemandes Obhut
fall into somebody's hands — [Person, Geld:] jemandem in die Hände fallen
have [got] something/somebody on one's hands — sich um etwas/jemanden kümmern müssen
he's got such a lot/enough on his hands at the moment — er hat augenblicklich so viel/genug um die Ohren (ugs.)
have time on one's hands — [viel] Zeit haben; (too much) mit seiner Zeit nichts anzufangen wissen
take somebody/something off somebody's hands — jemandem jemanden/etwas abnehmen
4) (disposal)have something in hand — etwas zur Verfügung haben; (not used up) etwas [übrig] haben
keep in hand — in Reserve halten [Geld]
5) (share)take a hand [in something] — sich [an etwas (Dat.)] beteiligen
suffer/suffer injustice at the hands of somebody — unter jemandem/jemandes Ungerechtigkeit zu leiden haben
ask for or seek somebody's hand [in marriage] — um jemandes Hand bitten od. (geh.) anhalten
9) (person having ability)be a good/poor hand at tennis — ein guter/schwacher Tennisspieler sein
10) (source) Quelle, dieat first/second/third hand — aus erster/zweiter/dritter Hand; see also firsthand; second-hand
11) (skill) Geschick, dasget one's hand in — wieder in Übung kommen od. (ugs.) reinkommen
13) (of clock or watch) Zeiger, der14) (side) Seite, dieon the right/left hand — rechts/links; rechter/linker Hand
on somebody's right/left hand — rechts/links von jemandem; zu jemandes Rechten/Linken
on every hand — von allen Seiten [umringt sein]; ringsum [etwas sehen]
on the one hand..., [but] on the other [hand]... — einerseits..., andererseits...; auf der einen Seite..., auf der anderen Seite...
15) (measurement) Handbreit, die2. transitive verbgive him a big hand, let's have a big hand for him — viel Applaus od. Beifall für ihn!
geben; [Überbringer:] übergeben [Sendung, Lieferung]hand something [a]round — (pass round, circulate) etwas herumgeben; (among group) etwas herumgehen lassen
you've got to hand it to them/her — etc. (fig. coll.) das muss man ihnen/ihr usw. lassen
Phrasal Verbs:- hand in- hand on- hand out* * *(handwriting) n.Handschrift f. (clock) n.Zeiger - m. n.Hand ¨-e f. v.einhändigen v.herüberreichen v.reichen v. -
11 bear
I noun1) Bär, der2) (Astron.)II 1. transitive verb,Great/Little Bear — Großer/Kleiner Bär
1) (show) tragen [Wappen, Inschrift, Unterschrift]; aufweisen, zeigen [Merkmal, Spuren, Ähnlichkeit, Verwandtschaft]bear a resemblance or likeness to somebody — Ähnlichkeit mit jemandem haben
2) (be known by) tragen, führen [Namen, Titel]3)bear some/little relation to something — einen gewissen/wenig Bezug zu etwas haben
I was borne along by the fierce current — die starke Strömung trug mich mit [sich]
5) (endure, tolerate) ertragen [Schmerz, Kummer]; with neg. aushalten [Schmerz]; ausstehen [Geruch, Lärm, Speise]6) (sustain) tragen, übernehmen [Verantwortlichkeit, Kosten]; auf sich (Akk.) nehmen [Schuld]; tragen, aushalten [Gewicht]7) (be fit for) vertragenit does not bear repeating or repetition — das lässt sich unmöglich wiederholen
it does not bear thinking about — daran darf man gar nicht denken
bear comparison with something — den od. einen Vergleich mit etwas aushalten
8) (give birth to) gebären [Kind, Junges]; see also academic.ru/8296/born">born9) (yield) tragen [Blumen, Früchte usw.]2. intransitive verb,bear fruit — (fig.) Früchte tragen (geh.)
bore, borne1)bear left — [Person:] sich links halten
2)bring to bear — aufbieten [Kraft, Energie]; ausüben [Druck]
Phrasal Verbs:- bear away- bear down- bear off- bear on- bear out- bear up- bear upon- bear with* * *I [beə] past tense - bore; verb1) ((usually with cannot, could not etc) to put up with or endure: I couldn't bear it if he left.) ertragen2) (to be able to support: Will the table bear my weight?)3) ((past participle in passive born [bo:n]) to produce (children): She has borne (him) several children; She was born on July 7.) gebären,geboren4) (to carry: He was borne shoulder-high after his victory.) tragen5) (to have: The cheque bore his signature.) tragen6) (to turn or fork: The road bears left here.) führen•- bearable- bearer
- bearing
- bearings
- bear down on
- bear fruit
- bear out
- bear up
- bear with
- find/get one's bearings
- lose one's bearings II [beə] noun(a large heavy animal with thick fur and hooked claws.) der Bär- bearskin* * *bear1[beəʳ, AM ber]I. nblack/brown \bear Schwarz-/Braunbär mshe-\bear Bärin fto be like a \bear with a sore head [or AM like a real \bear] ( fig fam) ein richtiger Brummbär sein fam2. STOCKEX (sb calculatedly selling stocks) Baissier m, Baissespekulant(in) m(f), Bär(in) m(f), Bear mcovered \bear gedeckter Baissieruncovered \bear Baissier m, der seine Position noch nicht glattstellen konnte3.▶ it's a \bear to do sth es ist kompliziert, etw zu tunbear2[beəʳ, AM ber]I. vt1. (carry)he was borne backwards by a large wave er wurde von einer großen Welle zurückgerissento \bear arms ( form) Waffen tragento \bear gifts ( form) Geschenke mitbringento \bear tidings ( old liter) Neuigkeiten überbringen2. (display)to \bear a date/an imprint/an inscription ein Datum/einen Aufdruck/eine Aufschrift tragento \bear sb's name jds Namen tragen [o geh führen4. (behave)▪ to \bear oneself:he bore himself with dignity er zeigte Würde5. (support)to \bear the load/the weight die Last/das Gewicht tragen; ( fig)to \bear the cost die Kosten tragen6. (endure, shoulder)▪ to \bear sth etw ertragen [o erdulden]what might have happened doesn't \bear thinking about man darf gar nicht daran denken, was hätte passieren könnenhe said something so awful that it doesn't \bear repeating er sagte so etwas Schreckliches, dass ich es gar nicht wiederholen möchteto \bear the blame die Schuld auf sich akk nehmento \bear the [burden of] responsibility die [Last der] Verantwortung tragento \bear one's cross sein Kreuz tragen figto \bear the discomfort/hardship die Unbequemlichkeit/Mühe auf sich akk nehmento \bear the pain/tribulation den Schmerz/Kummer ertragen7. (tolerate)▪ to not be able to \bear sb/sth jdn/etw nicht ertragen [o ausstehen] können▪ to not be able to \bear the boredom/suspense Langeweile/Spannung nicht aushalten▪ to not be able to \bear jokes/criticism Spaß/Kritik nicht vertragen▪ to not \bear to do sth es nicht ertragen können, etw zu tun8. (harbour resentments)to \bear sb a grudge einen Groll gegen jdn hegen gehto \bear sb ill-feeling auf jdn nicht gut zu sprechen seinto not \bear any ill-feeling against sb nichts gegen jdn habento \bear sb ill-will jdm gegenüber nachtragend seinto \bear no ill-will keine Feindschaft empfinden9. (possess)to \bear an [uncanny] likeness [or similarity] to sb [unheimliche] Ähnlichkeit mit jdm habento \bear a [strong] resemblance to sb [große] Ähnlichkeit mit jdm haben, jdm sehr ähnlich sehen10. (keep)I'll \bear that in mind ich werde das mit berücksichtigen11. (give birth to)to \bear a baby ein Kind gebären [o zur Welt bringen]to \bear sb a child jdm ein Kind gebärenhis wife bore him a son seine Frau schenkte ihm einen SohnI was born in April ich bin im April geborento \bear cubs/foals/young ZOOL Welpen/Fohlen/Junge bekommen12. AGR, BOTto \bear interest at 8% 8 % Zinsen bringen, mit 8 % verzinst sein13.to \bear testimony [or witness] Zeugnis ablegenII. vi1. (tend)to \bear left/right sich akk links/rechts halten2. (be patient)▪ to \bear with sb mit jdm Geduld [o Nachsicht] haben3. (press) drückento \bear on a lever einen Hebel betätigen4. (approach)5. (be relevant)6. (put pressure on)to bring pressure to \bear on sb/sth Druck m auf jdn/etw ausüben* * *I [bɛə(r)] pret bore, ptp borne1. vt1) (= carry) burden, arms tragen; gift, message bei sich tragen, mit sich führento bear away/back — mitnehmen/mit (sich) zurücknehmen; (through the air)
the music was borne/borne away on the wind (liter) — die Musik wurde vom Wind weiter-/weggetragen
2) (= show) inscription, signature tragen; mark, traces also, likeness, relation aufweisen, zeigen → witnessSee:→ witness3) (= be known by) name, title tragen, führenthe love/hatred he bore her — die Liebe, die er für sie empfand/der Hass, den er gegen sie hegte (geh) or empfand
See:→ mindto bear examination/comparison — einer Prüfung/einem Vergleich standhalten
it doesn't bear thinking about — man darf gar nicht daran denken
6) (= endure, tolerate) ertragen; (with neg also) ausstehen, leiden; pain aushalten; criticism, joking vertragen; smell, noise etc aushalten, vertragenshe can't bear being laughed at —
See:→ interestSee:→ born2. vi1)(= move)
to bear right/left/north — sich rechts/links/nach Norden halten2) (fruit tree etc) tragen3)to bring one's energies/powers of persuasion to bear — seine Energie/Überzeugungskraft aufwenden (on für)
to bring pressure to bear on sb/sth — Druck auf jdn/etw ausüben
3. vrsich haltenIIhe bore himself with dignity — er hat Würde gezeigt
1. n2) (ASTRON)the Great/Little Bear — der Große/Kleine Bär or Wagen
3) (ST EX) Baissespekulant m, Baissier m2. vi (ST EX)auf Baisse spekulieren* * *bear1 [beə(r)] prät bore [bɔː(r); US auch ˈbəʊər], obs bare [beə(r)], pperf borne [bɔː(r)n; US auch ˈbəʊərn], bei 4born [bɔː(r)n; US auch ˈbəʊərn]A v/t1. Lasten etc tragen2. fig Kosten, einen Verlust, die Verantwortung, die Folgen etc tragen3. Blumen, Früchte, auch Zinsen etc tragen: → fruit A 2, interest A 11 (und andere Verbindungen mit Substantiven)4. (pperf borne oder born;Letzteres nur in der passiven Bedeutung: geboren [werden], sofern nicht by … von … folgt) zur Welt bringen, gebären:a) ein Kind gebären,b) ein Kind (unter dem Herzen) tragen;the children borne to him by this woman die ihm von dieser Frau geborenen Kinder;be born geboren werden;he was born in 1941 auch er ist Jahrgang 1941;he was born into a rich family er kam als Kind reicher Eltern zur Welt oder auf die Welt;my father died two months before I was born vor meiner Geburt;I wasn’t born yesterday ich bin doch nicht von gestern;there’s one born every minute umg die Dummen werden nicht alle oder weniger; → park A 1, silver spoon5. einen Namen, einen Titel, auch Waffen etc tragen, führen:6. ein Amt etc innehaben, ausüben7. ein Datum, einen Stempel, ein Zeichen etc tragen, aufweisen:8. eine Bedeutung etc haben, in sich schließen9. ein Gefühl hegen:11. Schmerzen etc ertragen, (er)dulden, (er)leiden12. aushalten, einer Prüfung etc standhalten:that doesn’t bear thinking about man darf gar nicht daran denken; → comparison 1, repeat A 1, repetition 114. eine Nachricht etc überbringen16. Zeugnis ablegen:17. bear o.s. sich betragen, sich benehmenB v/i1. tragen, (sicher) halten (Balken, Eis etc)4. (on, upon)a) einwirken, Einfluss haben (auf akk)how does this bear on …? in welchem Zusammenhang steht das mit …?;bring to bear (up)ona) einwirken lassen auf (akk),5. eine Richtung einschlagen, sich halten:bear (to the) left sich links halten;bear to a star FLUG, SCHIFF ein Gestirn anpeilen;the beacon bears 240 degrees die Bake liegt bei oder auf 240°6. SCHIFFa) abfahren, absegeln ( beide:to nach)b) abfallen7. sich erstreckenwould ( oder could) you bear with me for a second? einen kleinen Augenblick, bitte, TEL auch bleiben Sie bitte einen kleinen Moment am Apparat9. BOT (Früchte) tragenbear on beschießen (akk)bear2 [beə(r)]A s1. ZOOL Bär m:he’s like (od umg [as] cross as) a bear with a sore head today er ist heute unausstehlich oder in einer Stinklaune; → hungry A 12. figa) Bär m, Tollpatsch mb) Brummbär m, Ekel n pejc) US umg Kanone f (at, for in dat)3. WIRTSCH Bear m, Baissier m, Baissespekulant(in):sell a bear → B4. ASTRON5. METALL Eisenklumpen m, Bodensau fB v/i WIRTSCH auf Baisse spekulieren, fixenD adj WIRTSCHb) Baisse…:bear campaign Angriff m der Baissepartei;bear market Baisse f;bear operation Baissespekulation f;bear sale Leerverkauf m* * *I noun1) Bär, der2) (Astron.)II 1. transitive verb,Great/Little Bear — Großer/Kleiner Bär
1) (show) tragen [Wappen, Inschrift, Unterschrift]; aufweisen, zeigen [Merkmal, Spuren, Ähnlichkeit, Verwandtschaft]bear a resemblance or likeness to somebody — Ähnlichkeit mit jemandem haben
2) (be known by) tragen, führen [Namen, Titel]3)bear some/little relation to something — einen gewissen/wenig Bezug zu etwas haben
4) (poet./formal): (carry) tragen [Waffe, Last]; mit sich führen [Geschenk, Botschaft]I was borne along by the fierce current — die starke Strömung trug mich mit [sich]
5) (endure, tolerate) ertragen [Schmerz, Kummer]; with neg. aushalten [Schmerz]; ausstehen [Geruch, Lärm, Speise]6) (sustain) tragen, übernehmen [Verantwortlichkeit, Kosten]; auf sich (Akk.) nehmen [Schuld]; tragen, aushalten [Gewicht]7) (be fit for) vertragenit does not bear repeating or repetition — das lässt sich unmöglich wiederholen
bear comparison with something — den od. einen Vergleich mit etwas aushalten
8) (give birth to) gebären [Kind, Junges]; see also born9) (yield) tragen [Blumen, Früchte usw.]2. intransitive verb,bear fruit — (fig.) Früchte tragen (geh.)
bore, borne1)bear left — [Person:] sich links halten
2)bring to bear — aufbieten [Kraft, Energie]; ausüben [Druck]
Phrasal Verbs:- bear off- bear on- bear out- bear up* * *(stock exchange) n.Börsenspekulant -en m. n.Baissier -s m.Bär -en m. (on) v.betreffen v.sich beziehen (auf) v. (to give birth to) v.zur Welt bringen ausdr. v.(§ p.,p.p.: bore, borne)= aushalten v.ausstehen v.ausüben v.ertragen v.gebären v.(§ p.,pp.: gebar, geboren)halten v.(§ p.,pp.: hielt, gehalten)lasten v.tragen v.(§ p.,pp.: trug, getragen) -
12 guide
n. gids, berggids; leidraad, raadgever; padvindster; wegwijzer, manueel handboek--------v. leiding geven, besturen; instrueren; gidsen, de weg wijzenguide1[ gajd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 gids2 leidraad4 〈 verkorting〉[guidebook]————————guide2〈 werkwoord〉1 leiden ⇒ gidsen, de weg wijzen, (be)geleiden2 als leidraad/richtsnoer dienen voor♦voorbeelden:1 guided missiles • geleide projectielen/wapensa guided tour • een rondleiding -
13 guider
guider [giedee]♦voorbeelden:guider un cheval • een paard mennenguider un touriste • een toerist rondleidenvisite guidée • rondleidingv1) leiden, de weg wijzen2) begeleiden3) besturen -
14 hinführen
hinführen♦voorbeelden:1 wo führt dieser Weg hin? • waar loopt deze weg naar toe?II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 erheen brengen, leiden -
15 mener
mener [mənee]♦voorbeelden:→ chemin¶ ne pas en mener large • in de puree zitten, in de rats zittenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 〈+ à〉 (weg)brengen (naar) ⇒ meenemen (naar), vervoeren (naar) ⇒ 〈 dieren〉 voor zich uit drijven ⇒ 〈 figuurlijk〉 er toe brengen (te)2 leiden ⇒ leiding geven aan, besturen3 leiden ⇒ (uit)voeren, aanpakken♦voorbeelden:cela peut vous mener loin • dat kan nare gevolgen voor u hebbencela ne vous mènera pas loin • daar komt u niet erg ver meemener qn. durement • iemand hard aanpakkenêtre mené par qn. • onder iemands knoet zittenv1) leiden (naar), lopen (naar)2) op kop liggen [sport]4) leiden, besturen5) uitvoeren, aanpakken -
16 from
preposition1) (expr. starting point) von; (from within) aus[come] from Paris/Munich — aus Paris/München [kommen]
2) (expr. beginning) vonfrom the year 1972 we never saw him again — seit 1972 haben wir ihn nie mehr [wieder]gesehen
from tomorrow [until...] — von morgen an [bis...]
start work from 2 August — am 2. August anfangen zu arbeiten
3) (expr. lower limit) vonblouses [ranging] from £2 to £5 — Blusen [im Preis] zwischen 2 und 5 Pfund
dresses from £20 [upwards] — Kleider von 20 Pfund aufwärts od. ab 20 Pfund
from 4 to 6 eggs — 4 bis 6 Eier
from the age of 18 [upwards] — ab 18 Jahre od. Jahren
from a child — (since childhood) schon als Kind
4) (expr. distance) von5) (expr. removal, avoidance) von; (expr. escape) vor (+ Dat.)6) (expr. change) vonfrom... to... — von... zu...; (relating to price) von... auf...
from crisis to crisis, from one crisis to another — von einer Krise zur anderen
7) (expr. source, origin) ausbuy everything from the same shop — alles im selben Laden kaufen
where do you come from?, where are you from? — woher kommen Sie?
8) (expr. viewpoint) von [... aus]9) (expr. giver, sender) vontake it from me that... — lass dir gesagt sein, dass...
10) (after the model of)painted from life/nature — nach dem Leben/nach der Natur gemalt
11) (expr. reason, cause)she was weak from hunger/tired from so much work — sie war schwach vor Hunger/müde von der vielen Arbeit
from what I can see/have heard... — wie ich das sehe/wie ich gehört habe,...
12) with adv. von [unten, oben, innen, außen]13) with prep.from behind/under[neath] something — hinter/unter etwas (Dat.) hervor
* * *[from]1) (used before the place, thing, person, time etc that is the point at which an action, journey, period of time etc begins: from Europe to Asia; from Monday to Friday; a letter from her father.) von2) (used to indicate that from which something or someone comes: a quotation from Shakespeare.) von3) (used to indicate separation: Take it from him.) von4) (used to indicate a cause or reason: He is suffering from a cold.) an,von* * *[frɒm, frəm, AM frɑ:m, frəm]he took a handkerchief \from his pocket er nahm ein Taschentuch aus seiner HosentascheI'm so happy that the baby eats \from the table already ich bin so froh, dass das Baby jetzt schon am Tisch isstyou can see the island \from here von hier aus kann man die Insel sehen; ( fig)she was talking \from her own experience of the problem sie sprach aus eigener Erfahrung mit dem Problem\from sb's point of view aus jds Sichtthe wind comes \from the north der Wind kommt von Nordena flight leaving \from the nearest airport ein Flug vom nächstgelegenen Flughafenthe flight \from Amsterdam der Flug von Amsterdamthe water bubbled out \from the spring das Wasser sprudelte aus der Quellemy dad goes often \from Washington to Florida mein Vater reist oft von Washington nach Florida; (indicating desultoriness) von etw dat in etw datthe woman walked \from room to room die Frau lief vom einen Raum in den anderen, ab + datthe price will rise by 3p a litre \from tomorrow der Preis steigt ab morgen um 3 Pence pro Liter\from the thirteenth century aus dem dreizehnten Jahrhundertthe show will run \from 10 a.m. to 2 p.m. die Show dauert von 10.00 Uhr bis 14.00 Uhr\from start to finish vom Anfang bis zum Ende\from day to day von Tag zu Tag, täglichher strength improved steadily \from day to day sie wurden jeden Tag ein bisschen stärker\from hour to hour von Stunde zu Stunde, stündlich\from time to time von Zeit zu Zeit, ab und zu\from that day [or time] on[wards] von diesem Tag [an], seitdemthey were friends \from that day on seit diesem Tag sind sie Freunde\from now/then on von da an, seitheras \from 1 January, a free market will be created ab dem 1. Januar haben wir einen freien Marktprices start \from £2.99 die Preise beginnen bei 2,99 Pfundthe number has risen \from 25 to 200 in three years die Anzahl ist in drei Jahren von 25 auf 200 gestiegenshe translated into German \from the Latin text sie übersetzte aus dem Lateinischen ins Deutschethings went \from bad to worse die Situation wurde noch schlimmer\from strength to strength immer bessershe has gone \from strength to strength sie eilte von Erfolg zu Erfolgtickets will cost \from $10 to $45 die Karten kosten zwischen 10 und 45 Dollar\from soup to nuts alles zusammenthe whole dinner, \from soup to nuts, costs $55 das ganze Essen mit allem drum und dran kostet 55 Dollaranything \from geography to history alles von A bis Zwe're about a mile \from home wir sind ca. eine Meile von zu Hause entfernta day's walk \from her camping spot eine Tageswanderung von ihrem Zeltplatzit's about two kilometres \from the airport to your hotel der Flughafen ist rund zwei Kilometer vom Hotel entferntthough \from working-class parents, he made it to the Fortune 500 list obwohl er als Arbeiterkind aufwuchs, ist er heute unter den 500 Reichsten der Weltmy mother is \from France meine Mutter stammt aus FrankreichI'm \from New York ich komme aus New Yorkdaylight comes \from the sun das Tageslicht kommt von der Sonne, aus + dathe hasn't returned \from work yet er ist noch nicht von der Arbeit zurückshe called him \from the hotel sie rief mich aus dem Hotel anthey're here fresh \from the States sie sind gerade aus den USA angekommenhis return \from the army was celebrated seine Rückkehr aus der Armee wurde gefeiertthey sent someone \from the local newspaper sie schickten jemanden von der örtlichen Zeitungcan I borrow $10 \from you? kann ich mir 10 Dollar von dir leihen?the vegetables come \from an organic farm das Gemüse kommt von einem Biobauernhof▪ sth \from sb [to sb/sth] etw von jdm (für jdn/etw)I wonder who this card is \from ich frage mich, von wem wohl diese Karte istthis is a present \from me to you das ist ein Geschenk von mir für dich10. (made of)the seats are made \from leather die Sitze sind aus Lederin America, most people buy toys \from plastic in Amerika kaufen die meisten Leute Spielzeug aus Plastikto extract usable fuel \from crude oil verwertbaren Brennstoff aus Rohöl gewinnenthey took the child \from its parents sie nahmen das Kind von seinen Eltern weghe knows right \from wrong er kann gut und böse unterscheidenthree \from sixteen is thirteen sechzehn minus drei ist dreizehn, wegen + gento conclude \from the evidence that aufgrund des Beweismaterials zu dem Schluss kommen, dassto make a conclusion from sth wegen einer S. gen zu einem Schluss kommeninformation obtained \from papers and books Informationen aus Zeitungen und Büchern\from looking at the clouds, I would say it's going to rain wenn ich mir die Wolken so ansehe, würde ich sagen, es wird Regen gebenhe died \from his injuries er starb an seinen Verletzungenshe suffers \from arthritis sie leidet unter Arthritishe did it \from jealousy er hat es aus Eifersucht getanshe made her fortune \from investing in property sie hat ihr Vermögen durch Investitionen in Grundstücke gemachtto get sick \from salmonella sich akk mit Salmonellen infizierento reduce the risk \from radiation das Risiko einer Verstrahlung reduzierenthey got a lot of happiness \from hearing the news sie haben sich über die Neuigkeiten unheimlich gefreutto guard sb \from sth jdn vor etw dat schützenthey insulated their house \from the cold sie dämmten ihr Haus gegen die Kältethey found shelter \from the storm sie fanden Schutz vor dem Sturmthe truth was kept \from the public die Wahrheit wurde vor der Öffentlichkeit geheim gehaltenthe bank loan saved her company \from bankruptcy das Bankdarlehen rettete die Firma vor der Pleitehe saved him \from death er rettete ihm das Lebenhe has been banned \from driving for six months er darf sechs Monate lang nicht Auto fahrenhe boss tried to discourage her \from looking for a new job ihr Chef versuchte, sie davon abzubringen, nach einem neuen Job zu suchenconditions vary \from one employer to another die Bedingungen sind von Arbeitgeber zu Arbeitgeber unterschiedlichhe knows his friends \from his enemies er kann seine Freunde von seinen Feinden unterscheidenhis opinion could hardly be more different \from mine unsere Meinungen könnten kaum noch unterschiedlicher sein17.▶ \from the bottom of one's heart aus tiefstem Herzen* * *[frɒm]prephe/the train has come from London — er/der Zug ist von London gekommen
he/it comes or is from Germany — er/es kommt or ist aus Deutschland
where have you come from today? — von wo sind Sie heute gekommen?
where does he come from?, where is he from? — woher kommt or stammt er?
a representative from the company — ein Vertreter/eine Vertreterin der Firma
from... on — ab...
from now on — von jetzt an, ab jetzt
from then on — von da an; (in past also) seither
from his childhood — von Kindheit an, von klein auf
as from the 6th May — vom 6. Mai an, ab (dem) 6. Mai
the house is 10 km from the coast — das Haus ist 10 km von der Küste entfernt
4) (indicating sender, giver) von (+dat)tell him from me —
to take/grab etc sth from sb — jdm etw wegnehmen/wegreißen etc
he took it from the top/middle/bottom of the pile — er nahm es oben vom Stapel/aus der Mitte des Stapels/unten vom Stapel weg
where did you get that from? — wo hast du das her?, woher hast du das?
I got it from the supermarket/the library/Kathy — ich habe es aus dem Supermarkt/aus der Bücherei/von Kathy
to drink from a stream/glass — aus einem Bach/Glas trinken
quotation from "Hamlet"/the Bible/Shakespeare — Zitat nt aus "Hamlet"/aus der Bibel/nach Shakespeare
made from... — aus... hergestellt
7) (= modelled on) nach (+dat)8) (indicating lowest amount) ab (+dat)from £2/the age of 16 (upwards) — ab £ 2/16 Jahren (aufwärts)
dresses (ranging) from £60 to £80 — Kleider pl zwischen £ 60 und £ 80
9)he fled from the enemy — er floh vor dem Feind10)things went from bad to worse — es wurde immer schlimmer11)he is quite different from the others — er ist ganz anders als die andernI like all sports, from swimming to wrestling — ich mag alle Sportarten, von Schwimmen bis Ringen
12)(= because of, due to)
to act from compassion — aus Mitleid handeln13)(= on the basis of)
from experience — aus Erfahrungto judge from recent reports... — nach neueren Berichten zu urteilen...
to conclude from the information — aus den Informationen einen Schluss ziehen, von den Informationen schließen
from what I heard —
from what I can see... — nach dem, was ich sehen kann...
from the look of things... — (so) wie die Sache aussieht...
14) (MATH)£10 will be deducted from your account — £ 10 werden von Ihrem Konto abgebucht
15)to prevent/stop sb from doing sth — jdn daran hindern/davon zurückhalten, etw zu tunhe prevented me from coming — er hielt mich davon ab, zu kommen
to suffer from sth — an etw (dat) leiden
to protect sb from sth — jdn vor etw (dat) schützen
16) +adv vonfrom inside/underneath — von innen/unten
17) +prepfrom above or over/across sth — über etw (acc) hinweg
from beneath or underneath sth — unter etw (dat) hervor
from out of sth —
from inside/outside the house — von drinnen/draußen
* * *from the well aus dem Brunnen;from the sky vom Himmel;from crisis to crisis von einer Krise in die andere2. von, von … an, seit:from 2 to 4 o’clock von 2 bis 4 Uhr;from day to day von Tag zu Tag;a month from today heute in einem Monat;3. von … an:I saw from 10 to 20 boats ich sah 10 bis 20 Boote;good wines from £5 gute Weine von 5 Pfund an (aufwärts)4. (weg oder entfernt) von:ten miles from Rome 10 Meilen von Rom (weg oder entfernt)5. von, aus, aus … heraus:he took it from me er nahm es mir weg;stolen from the shop (the table) aus dem Laden (vom Tisch) gestohlen;they released him from prison sie entließen ihn aus dem Gefängnis6. von, aus (Wandlung):change from red to green von Rot zu Grün übergehen;from dishwasher to millionaire vom Tellerwäscher zum Millionär;an increase from 5 to 8 per cent eine Steigerung von 5 auf 8 Prozent7. von (Unterscheidung):he does not know black from white er kann Schwarz und Weiß nicht auseinanderhalten, er kann Schwarz und oder von Weiß nicht unterscheiden; → academic.ru/637/Adam">Adam, different 2, tell A 88. von, aus, aus … heraus (Quelle):draw a conclusion from the evidence einen Schluss aus dem Beweismaterial ziehen;from what he said nach dem, was er sagte;a quotation from Shakespeare ein Zitat aus Shakespeare;he has three children from previous marriages aus früheren Ehen;four points from four games SPORT vier Punkte aus vier Spielen9. von, von … aus (Stellung):from his point of view von seinem Standpunkt (aus)10. von (Geben etc):a gift from his son ein Geschenk seines Sohnes oder von seinem Sohn11. nach:painted from nature nach der Natur gemalt;from a novel by … ( FILM, TV) nach einem Roman von …12. aus, vor (dat), wegen (gen), infolge von, an (dat) (Grund):he died from fatigue er starb vor Erschöpfung13. siehe die Verbindungen mit den einzelnen Verben etcf. abk4. feminine5. following6. foot8. fromfm abk1. fathom2. fromfr. abk1. fragment2. franc3. from* * *preposition1) (expr. starting point) von; (from within) aus[come] from Paris/Munich — aus Paris/München [kommen]
2) (expr. beginning) vonfrom the year 1972 we never saw him again — seit 1972 haben wir ihn nie mehr [wieder]gesehen
from tomorrow [until...] — von morgen an [bis...]
start work from 2 August — am 2. August anfangen zu arbeiten
3) (expr. lower limit) vonblouses [ranging] from £2 to £5 — Blusen [im Preis] zwischen 2 und 5 Pfund
dresses from £20 [upwards] — Kleider von 20 Pfund aufwärts od. ab 20 Pfund
from the age of 18 [upwards] — ab 18 Jahre od. Jahren
from a child — (since childhood) schon als Kind
4) (expr. distance) von5) (expr. removal, avoidance) von; (expr. escape) vor (+ Dat.)6) (expr. change) vonfrom... to... — von... zu...; (relating to price) von... auf...
from crisis to crisis, from one crisis to another — von einer Krise zur anderen
7) (expr. source, origin) auswhere do you come from?, where are you from? — woher kommen Sie?
8) (expr. viewpoint) von [... aus]9) (expr. giver, sender) vontake it from me that... — lass dir gesagt sein, dass...
painted from life/nature — nach dem Leben/nach der Natur gemalt
11) (expr. reason, cause)she was weak from hunger/tired from so much work — sie war schwach vor Hunger/müde von der vielen Arbeit
from what I can see/have heard... — wie ich das sehe/wie ich gehört habe,...
12) with adv. von [unten, oben, innen, außen]13) with prep.from behind/under[neath] something — hinter/unter etwas (Dat.) hervor
* * *prep.aus präp.von präp.vor präp. -
17 chemin
chemin [sĵəmẽ]〈m.〉2 weg ⇒ traject, afstand3 weg ⇒ richting, toegangsweg4 weg ⇒ wijze, middel5 loper♦voorbeelden:chemin de ronde • weergang, omloopchemin de roulement • taxibaanchemin de traverse • zijwegvoleur de grand chemin • struikroveren chemin • onderwegtrouver qc. sur son chemin • iets op zijn weg vindenfaire du chemin • goed opschietenchemin faisant • onderwegpasser son chemin • z'n weg vervolgen, verder gaanprendre le chemin des écoliers • de langste weg nemens'arrêter en chemin • halverwege ophoudenrebrousser chemin • op zijn schreden terugkerenrester dans le droit chemin • op het rechte pad blijvensortir du droit chemin • van het rechte pad afrakenfaire son chemin • het ver brengenouvrir, tracer, montrer le chemin • het voorbeeld gevenne pas y aller par quatre chemins • recht op zijn doel afgaan→ bonhommeles chemins de fer • de spoorwegen(voyager) en chemin de fer • per trein (reizen)m1) weg2) loper [trap, tafel] -
18 hack
I 1. transitive verb1) hacken [Holz]hack one's way [through/along/out of something] — sich (Dat.) einen Weg [durch etwas/etwas entlang/aus etwas heraus] [frei]schlagen
2) (Computing) eindringen in (+ Akk.) [Computersystem]2. intransitive verb1)hack at — herumhacken auf (+ Dat.)
hack through the undergrowth — sich (Dat.) einen Weg durchs Unterholz schlagen
2)hacking cough — trockener Husten; Reizhusten, der
3) (Computing)hack into something — in etwas (Akk.) eindringen
Phrasal Verbs:- academic.ru/87650/hack_off">hack offII 1. nounnewspaper hack — Zeitungsschreiber, der
publisher's hack — Lohnschreiber, der
2) (hired horse) Mietpferd, das2. adjective1)hack writer — Lohnschreiber, der
2) (mediocre) Nullachtfünfzehn- (ugs. abwertend)* * *[hæk] 1. verb1) (to cut or chop up roughly: The butcher hacked the beef into large pieces.) hacken2) (to cut (a path etc) roughly: He hacked his way through the jungle; He hacked (out) a path through the jungle.) hacken2. noun1) (a rough cut made in something: He marked the tree by making a few hacks on the trunk.) die Einkerbung2) (a horse, or in the United States, a car, for hire.) das Mietpferd,-auto•- hacker- hacking
- hacksaw* * *hack1[hæk]I. vt1. (chop roughly)▪ to \hack sth etw hackento \hack sb to death jdn [mit einem Beil] erschlagento \hack the ball dem Ball einen Tritt versetzen3. (clear a way)4. COMPUT▪ to \hack sth etw aushaltenhe just can't \hack it to sit in traffic jams every morning er kann die ewigen Staus am Morgen einfach nicht ausstehento \hack it es bringenhe can't \hack it er bringt's einfach nichtII. vihe \hacked away at the tree trunk with his axe er hackte mit der Axt auf dem Baumstamm herum2. COMPUTIII. n3. (cough) trockener Hustensmoker's \hack Raucherhusten mhack2[hæk]I. n1. (horse) Reitpferd nt; (hired horse) Mietpferd nt; (worn-out horse) Klepper m pej, Gaul m ÖSTERR, SCHWEIZ; (horse-ride) Ausritt mnewspaper \hack Zeitungsschreiber(in) m(f)\hack work stumpfsinnige Arbeit pej* * *I [hk]1. nto take a hack at sth — mit der Axt etc auf etw (acc) schlagen; (in rage) auf etw (acc) einhacken
2) (= kick) Tritt m3) (= cough) trockener Husten2. vt1) (= cut) schlagen, hackendon't hack your meat, cut it — du musst das Fleisch nicht hacken, sondern schneiden
he was brutally hacked to death — er ist brutal( mit einem Beil etc) erschlagen worden
to hack one's way through (sth) — sich (dat) einen Weg (durch etw) schlagen, sich (durch etw) durchhauen
3) (inf= cope)
to hack it — es bringen (sl)3. vi1) (= chop) hacken2) (= cough) trocken husten3) (SPORT)II1. n2) (pej: literary hack) Schreiberling m4) (US: taxi) Taxi nt2. adj attr (pej)writing stumpfsinnig3. vieinen Spazierritt machen* * *hack1 [hæk]A v/t1. a) (zer)hacken:hack off abhacken (von);be hacked off with umg die Schnauze voll haben von;hack out fig grob darstellen;b) fig einen Text verstümmeln, entstellen2. (ein)kerbenb) (Basketball) jemandem, auch jemanden auf den Arm schlagen6. US umga) ausstehen, leidenb) schaffen, bewältigenB v/i1. hacken:a)(mit dem Beil etc) schlagen auf (akk),hack into a computer system in ein Computersystem eindringen2. trocken und stoßweise husten:hacking cough → C 6C s1. Hieb m:a)(mit dem Beil etc) schlagen auf (akk),b) US umg etwas probieren, versuchen2. a) Hacke fb) Haue f, Pickel m3. Kerbe f4. US Schalm m6. trockener, stoßweiser Hustenhack2 [hæk]A sb) Mietpferd nc) Klepper m2. Br Aus-, Spazierritt m3. USb) umg Taxi n4. peja) Schriftsteller(in), der (die) auf Bestellung arbeitetb) (rein) kommerzielle(r) Schriftsteller(in)c) Schreiberling m (Autor, Journalist)B v/t1. umg einen Artikel etc hinschmieren2. ein Pferd vermieten3. Br ein Pferd ausreiten4. einen Begriff etc abnutzenC v/i1. Br ausreiten, einen Spazierritt machen2. US in einer Droschke oder umg in einem Taxi fahren3. US umg ein Taxi fahrenD adj2. mittelmäßighack3 [hæk]A skeep at hack → B 12. a) Trockengestell nb) Futtergestell nB v/t1. Falken in teilweiser Freiheit halten2. auf einem Gestell trocknen* * *I 1. transitive verb1) hacken [Holz]hack somebody/something to bits or pieces — jemanden zerstückeln/etwas in Stücke hacken
hack one's way [through/along/out of something] — sich (Dat.) einen Weg [durch etwas/etwas entlang/aus etwas heraus] [frei]schlagen
2) (Computing) eindringen in (+ Akk.) [Computersystem]2. intransitive verb1)hack at — herumhacken auf (+ Dat.)
hack through the undergrowth — sich (Dat.) einen Weg durchs Unterholz schlagen
2)hacking cough — trockener Husten; Reizhusten, der
3) (Computing)hack into something — in etwas (Akk.) eindringen
Phrasal Verbs:- hack offII 1. nounnewspaper hack — Zeitungsschreiber, der
publisher's hack — Lohnschreiber, der
2) (hired horse) Mietpferd, das2. adjective1)hack writer — Lohnschreiber, der
2) (mediocre) Nullachtfünfzehn- (ugs. abwertend)* * *n.Hieb -e m. v.hacken v. -
19 schlecht
I Adj.1. allg. bad (Komp. schlechter worse, Sup. schlechtest worst); Augen, Gesundheit, Gedächtnis, Qualität, Leistung etc.: bad, poor; nicht schlecht! not bad; schlechter Absatz WIRTS. poor sales; ein schlechtes Geschäft a bad deal; schlechte Aussichten auch poor prospects, a grim outlook Sg.; ein schlechtes Zeichen a bad sign; wir hatten ( nur) schlechtes Wetter we had (nothing but) bad weather; schlechtes Essen bad food; schlechter Flug bad flight; ich war ein schlechter Schüler auch I was no good at school ( oder was a terrible student); ich hatte schlechte Lehrer I had bad teachers; schlechte Führung bad conduct; eine schlechte Nachricht bad news Sg.; zuerst die schlechte Nachricht first, the bad news; schlechte Zeiten bad ( oder hard) times; schlecht in etw. sein be bad at s.th.; schlechter werden get worse, deteriorate; du bist ein schlechter Lügner you’re a bad liar2. (böse) bad; (boshaft) auch wicked; ein schlechter Mensch a bad ( oder wicked) person; sie hat einen schlechten Charakter she has an evil disposition; er ist abgrundtief schlecht he is rotten to the core; ein schlechter Freund not a good friend, a treacherous friend3. (verdorben) bad, off; (schädlich) bad; Luft: bad, stale; (verschmutzt) polluted; Wasser: polluted, contaminated; Wein: off; schlecht werden go off (Am. go bad); die Milch ist schlecht has gone off (Am. bad), is off (Am. bad); es muss weg, bevor’s schlecht wird umg. we must get rid of it before it goes bad ( oder off)4. (unpassend) bad; einen schlechten Augenblick wählen pick a bad ( oder the wrong) moment; im Moment ist es schlecht just now is not a good time; Freitagnachmittag ist schlecht Friday afternoon is bad for me5. Gesundheit: poor; sein Zustand ist schlecht he is in a bad way; das feuchte Klima ist schlecht für ihn the damp climate is bad for him; mir ist schlecht I feel ill (bes. Am. sick); (ich habe einen Brechreiz) I feel sick; mir wird schlecht (ich muss brechen) I’m going to be sick; es kann einem schlecht dabei werden umg. it’s enough to make you sick; mir ist jetzt schon ganz schlecht umg. I’m feeling quite ill already; Laune 1, Tag1 4 etc.II Adv.1. allg. badly; schlecht riechen / schmecken smell / taste bad; er hört / sieht schlecht he can’t hear / see very well; his hearing / eyesight is bad ( oder poor); ich verstehe dich ganz schlecht I can hardly hear what you’re saying; schlecht aussehen not look good; gesundheitlich: look ill; wie ist die Lage? - es sieht schlecht aus things are looking bad, the prospects are bleak; schlecht dran sein umg. be badly off; es steht schlecht um ihn things aren’t looking too good for him; gesundheitlich: he’s in a bad way; schlecht abschneiden bei Prüfung, Wettkampf etc.: do badly; schlecht dastehen be in a bad way; damit würde ich mich nur schlechter stellen I’d be worse off than (I was) before; schlecht besucht sein Lokal, Vorstellung etc.: be poorly attended; Sie wären schlecht beraten zu (+ Inf.) I wouldn’t advise you to (+ Inf.), I would advise you against (+ Ger.) schlecht bezahlt badly paid; schlecht gelaunt grumpy, in a bad mood; schlecht sitzend Anzug etc.: badly-fitting; schlecht und recht after a fashion; er hat’s mehr schlecht als recht getan auch he made a hit-or-miss ( oder rough) job of it2. es geht ihm schlecht he’s having a bad ( oder hard) time, things are going badly for him; gesundheitlich: he’s not well ( stärker: in a bad way); finanziell: he’s in a bad way financially, he’s pretty hard up umg.; es geht ihnen nicht schlecht they’re doing pretty well; es ist mir noch nie so schlecht gegangen gesundheitlich: I’ve never been so ill; finanziell, wirtschaftlich: things have never been so bad (for me); wenn das rauskommt, geht’s euch aber schlecht umg. if that gets out you’ll be in for it3. schlecht machen umg. (jemanden) run down, knock ( bei jemandem in front of s.o.); warum musst du immer alles schlecht machen? auch why do you always have to be so disparaging about everything?, why are you always trashing everything? umg.4. schlecht behandeln treat badly, maltreat; schlecht reden von talk negatively about; (schlecht machen) run down, say nasty things about umg.; ich bin auf ihn schlecht zu sprechen don’t talk to me about him; es bekam ihm schlecht Essen etc.: it didn’t agree with him; fig. it didn’t do him any good; er kann es sich schlecht leisten zu (+ Inf.) he can’t really afford to (+ Inf.) er hat nicht schlecht gestaunt umg. he wasn’t half surprised; das kann ich schlecht sagen I can’t really say; heute geht es schlecht (passt nicht) it’s awkward ( oder difficult) today; ich kann schlecht nein sagen (bin zu gutmütig) I just can’t say no, I find it hard to say no; (in diesem Fall) I can hardly ( oder I can’t very well) say no* * *poor (Adj.); ill (Adj.); sick (Adj.); bad (Adj.); weak (Adj.); unpalatable (Adj.); wicked (Adj.); amiss (Adv.)* * *schlẹcht [ʃlɛçt]1. adj1) bad; Zustand, Aussprache, Geschmack, Zensur, Leistung poor, bad; Qualität poor, bad, inferior; Luft stale, bad; Zeiten bad, harddas Schlechte in der Welt/im Menschen — the evil in the world/in man
See:→ Dienstdie Milch/das Fleisch ist schlecht — the milk/meat has gone off or is off (Brit), the milk/meat has gone bad or is bad
schlecht werden — to go off (Brit) or bad
schlecht aussehen (Mensch) — to look bad or sick or ill; (Lage) to look bad
mit jdm/etw sieht es schlecht aus — sb/sth looks in a bad way
See:2. adv1) badlyschlecht bezahlt (Person, Job) — low-paid, badly paid
sich schlecht vertragen (Menschen) — to get along badly; (Dinge, Farben etc) not to go well together
an jdm schlecht handeln — to do sb wrong, to wrong sb
schlecht über jdn sprechen/von jdm denken — to speak/think ill of sb
2) (= mit Schwierigkeiten) hören, sehen badly; lernen, begreifen with difficultyer kann schlecht nein or Nein sagen — he finds it hard to say no, he can't say no
da kann man schlecht nein or Nein sagen — you can hardly say no to that, it's hard to say no to that
das lässt sich schlecht machen, das geht schlecht — that's not really possible or on (inf)
das kann ich schlecht sagen — it's hard to say, I can't really say
sie kann es sich schlecht leisten, zu... — she can ill afford to...
3)auf jdn/etw schlecht zu sprechen sein — not to have a good word to say for sb/sth4) (inf)er hat nicht schlecht gestaunt — he wasn't half surprised (Brit inf), he was very surprised
* * *1) (not well, efficiently or satisfactorily: He plays tennis very badly.) badly2) (not good; not efficient: He is a bad driver; His eyesight is bad; They are bad at tennis (= they play tennis badly).) bad3) (rotten: This meat is bad.) bad4) (causing harm or injury: Smoking is bad for your health.) bad5) ((of a part of the body) painful, or in a weak state: She has a bad heart; I have a bad head (= headache) today.) bad6) (unwell: I am feeling quite bad today.) bad7) (bad or evil: The government is corrupt.) corrupt8) (evil or unlucky: ill luck.) ill9) (not easily: We could ill afford to lose that money.) ill10) (in bad taste: a sick joke.) sick11) (not as good as usual, or as it should be: His work has gone off recently;) off12) (shameful or disgraceful: That was an unworthy act/thought.) unworthy* * *[ʃlɛçt]I. adj1. (nachteilig, übel) badnicht \schlecht! not bad!das ist keine \schlechte Idee! that's not a bad idea!das ist ein \schlechtes Zeichen that's a bad signRauchen ist \schlecht für die Gesundheit smoking is bad for your health\schlechtes Benehmen bad manners pl\schlechter Geschmack bad tasteein \schlechter Geruch a bad smell\schlechte Gewohnheiten bad habits\schlechter Laune sein to be in a bad mood\schlechte Manieren haben to have bad mannerseine \schlechte Meinung über jdn haben to have a poor opinion of sb\schlechtes Wetter bad weather\schlechte Zeiten hard times2. (minderwertig) bad, poorein \schlechtes Beispiel geben to be a bad example\schlechte Luft stale airvon \schlechter Qualität of poor quality\schlechter Stil bad style\schlechte Verarbeitung/Waren inferior workmanship/goodsich fürchte, das Fleisch ist \schlecht geworden I'm afraid the meat has gone off BRIT4. (ungenügend) poordeine Aussprache ist noch zu \schlecht your pronunciation is still not good enougher sprach [ein] \schlechtes Französisch he spoke poor Frenches regnete stark, und die Sicht war \schlecht it was raining heavily and visibility was poorein \schlechter Esser sein to be a poor eatereine \schlechte Ernte a poor harvestein \schlechtes Gehalt a poor salaryin Latein/Mathematik \schlecht sein to be bad at Latin/mathematicsin Englisch ist er \schlechter als ich he is worse at English than I am5. (moralisch) bad, wicked, eviler ist ein \schlechter Mensch he is a wicked maner ist nicht der S\schlechteste he's not too badich habe nur S\schlechtes über sie gehört I've heard only bad things about herdas war ein \schlechter Scherz that was a dirty trickein \schlechtes Gewissen haben to have a bad consciencedas S\schlechte im Menschen/in der Welt the evil in man/in the worldjdm etwas S\schlechtes nachsagen to speak disparagingly about sb, to cast aspersions on sb formeinen \schlechten Ruf haben [o in \schlechtem Ruf stehen] to have a bad reputationS\schlechtes über jdn sagen to say sth bad about sb; s.a. Gesellschaft\schlechte Augen poor [or weak] eyesight, weak eyeseine \schlechte Durchblutung a poor [or bad] circulationeine \schlechte Entwässerung water retentionbei \schlechter Gesundheit sein to be in poor healthein \schlechtes Herz a bad heartin \schlechter Verfassung [o in \schlechtem Zustand] sein to be in [a] poor conditionda kann einem ja \schlecht werden! (fig fam) it's enough to make you ill!8.▶ es [bei jdm] \schlecht haben to not be doing well [or to be doing badly] [with sb]II. adv1. (nachteilig, übel)in dem Restaurant speist man nicht \schlecht you can eat [quite] well in that restaurantso \schlecht habe ich selten gegessen I've rarely had such bad foodes sieht \schlecht aus it doesn't [or things don't] look goodmit ihm sieht es \schlecht aus the prospects [or things] don't look good for him\schlecht beraten ill-advised\schlecht sitzend ill-fittingum jdn/etw steht es \schlecht sb/sth is in a bad way, things look bad for sb/sth2. (ungenügend) badly, poorlydie Geschäfte gehen \schlecht business is badsie verdient ziemlich \schlecht she is badly [or poorly] paider spricht \schlecht Französisch he speaks poor Frenchich kann dich \schlecht sehen I can't see you very wellsie war \schlecht zu verstehen she was hard to understander kann sich \schlecht anpassen he finds it difficult [or hard] to adjustdie Vorstellung war \schlecht besucht the performance was poorly attendedetw \schlecht beschreiben to describe sth superficially [or badly]\schlecht bezahlt badly [or poorly] paid, low-paid attr\schlecht geplant/konzipiert badly [or poorly] planned/conceived\schlecht lernen to be a poor learner\schlecht zahlen to pay badly3. (moralisch)von jdm \schlecht denken to think ill of sban jdm \schlecht handeln to do sb wrong, to wrong sbüber jdn \schlecht reden to say bad things about sb, to speak disparagingly about sb4. (fast nicht)die beiden können sich \schlecht leiden the two of them don't get along [with each other]\schlecht mit jdm auskommen to not get on [well] with sbdie beiden vertragen sich \schlecht they don't get on welldie Farben vertragen sich \schlecht the colours don't go well together5. (körperlich)jdm geht es \schlecht sb doesn't feel [or isn't] well\schlecht hören to be hard of hearing\schlecht sehen to have poor [or weak] eyesight6. (kaum, schwerlich) hardlydu wirst \schlecht anders können you can't really do anything elsees ist \schlecht vorstellbar it's difficult to imaginesie kann \schlecht nein sagen she finds it hard to say no, she can't say noda kann man \schlecht nein sagen you can hardly say noheute geht es \schlecht today is not very convenientheute passt es mir \schlecht it's not very convenient for me todaydas lässt sich \schlecht machen that's not really possibledas kann ich \schlecht sagen it's hard to say, I can't really sayer kann es sich \schlecht leisten, das Treffen jetzt abzusagen he can ill afford to cancel the meeting nowdas wird sich \schlecht vermeiden lassen it can hardly be avoided7.▶ \schlecht gerechnet at the very least▶ jdn aber \schlecht kennen to not know sb [very well]er war nicht \schlecht beeindruckt he wasn't half impressed famnicht \schlecht staunen (fam) to be astonishedda hat sie nicht \schlecht gestaunt she wasn't half surprised famnicht \schlecht verwundert sein to be amazedich spiele Klavier, aber mehr \schlecht als recht I can play the piano, after a fashion▶ auf jdn/etw \schlecht zu sprechen sein to not have a good word to say for sb/sth* * *1.1) bad; poor, bad <food, quality, style, harvest, health, circulation>; poor <salary, eater, appetite>; poor-quality < goods>; bad, weak < eyes>mit jemandem od. um jemanden/mit etwas steht es schlecht — somebody/something is in a bad way
jemanden schlecht machen — (herabsetzen) run somebody down; disparage somebody
2) (böse) bad; wicked3) nicht attr. (ungenießbar) off2.1) badlyer sieht/hört schlecht — his sight is poor/he has poor hearing
über jemanden od. von jemandem schlecht sprechen — speak ill of somebody
schlecht bezahlt — badly or poorly paid
2) (schwer)3) inschlecht und recht, mehr schlecht als recht — after a fashion
* * *A. adj1. allg bad (kompschlechter worse, supschlechtest worst); Augen, Gesundheit, Gedächtnis, Qualität, Leistung etc: bad, poor;nicht schlecht! not bad;schlechter Absatz WIRTSCH poor sales;ein schlechtes Geschäft a bad deal;ein schlechtes Zeichen a bad sign;wir hatten (nur) schlechtes Wetter we had (nothing but) bad weather;schlechtes Essen bad food;schlechter Flug bad flight;ich hatte schlechte Lehrer I had bad teachers;schlechte Führung bad conduct;eine schlechte Nachricht bad news sg;zuerst die schlechte Nachricht first, the bad news;schlechte Zeiten bad ( oder hard) times;schlecht in etwas sein be bad at sth;schlechter werden get worse, deteriorate;du bist ein schlechter Lügner you’re a bad liarein schlechter Mensch a bad ( oder wicked) person;sie hat einen schlechten Charakter she has an evil disposition;er ist abgrundtief schlecht he is rotten to the core;ein schlechter Freund not a good friend, a treacherous friend3. (verdorben) bad, off; (schädlich) bad; Luft: bad, stale; (verschmutzt) polluted; Wasser: polluted, contaminated; Wein: off;schlecht werden go off (US go bad);4. (unpassend) bad;einen schlechten Augenblick wählen pick a bad ( oder the wrong) moment;im Moment ist es schlecht just now is not a good time;Freitagnachmittag ist schlecht Friday afternoon is bad for me5. Gesundheit: poor;sein Zustand ist schlecht he is in a bad way;das feuchte Klima ist schlecht für ihn the damp climate is bad for him;mir wird schlecht (ich muss brechen) I’m going to be sick;es kann einem schlecht dabei werden umg it’s enough to make you sick;B. adv1. allg badly;schlecht riechen/schmecken smell/taste bad;er hört/sieht schlecht he can’t hear/see very well; his hearing/eyesight is bad ( oder poor);ich verstehe dich ganz schlecht I can hardly hear what you’re saying;schlecht aussehen not look good; gesundheitlich: look ill;wie ist die Lage? -es sieht schlecht aus things are looking bad, the prospects are bleak;schlecht dran sein umg be badly off;es steht schlecht um ihn things aren’t looking too good for him; gesundheitlich: he’s in a bad way;schlecht abschneiden bei Prüfung, Wettkampf etc: do badly;schlecht dastehen be in a bad way;damit würde ich mich nur schlechter stellen I’d be worse off than (I was) before;schlecht besucht sein Lokal, Vorstellung etc: be poorly attended;Sie wären schlecht beraten zu (+inf) I wouldn’t advise you to (+inf), I would advise you against (+ger)schlecht bezahlt badly paid;schlecht gelaunt grumpy, in a bad mood;schlecht sitzend Anzug etc: badly-fitting;schlecht und recht after a fashion;2.es geht ihm schlecht he’s having a bad ( oder hard) time, things are going badly for him; gesundheitlich: he’s not well ( stärker: in a bad way); finanziell: he’s in a bad way financially, he’s pretty hard up umg;es geht ihnen nicht schlecht they’re doing pretty well;es ist mir noch nie so schlecht gegangen gesundheitlich: I’ve never been so ill; finanziell, wirtschaftlich: things have never been so bad (for me);wenn das rauskommt, geht’s euch aber schlecht umg if that gets out you’ll be in for it3.schlecht behandeln treat badly, maltreat;ich bin auf ihn schlecht zu sprechen don’t talk to me about him;er hat nicht schlecht gestaunt umg he wasn’t half surprised;das kann ich schlecht sagen I can’t really say;ich kann schlecht Nein sagen (bin zu gutmütig) I just can’t say no, I find it hard to say no; (in diesem Fall) I can hardly ( oder I can’t very well) say no* * *1.1) bad; poor, bad <food, quality, style, harvest, health, circulation>; poor <salary, eater, appetite>; poor-quality < goods>; bad, weak < eyes>mit jemandem od. um jemanden/mit etwas steht es schlecht — somebody/something is in a bad way
jemanden schlecht machen — (herabsetzen) run somebody down; disparage somebody
2) (böse) bad; wicked3) nicht attr. (ungenießbar) off2.1) badlyer sieht/hört schlecht — his sight is poor/he has poor hearing
über jemanden od. von jemandem schlecht sprechen — speak ill of somebody
schlecht bezahlt — badly or poorly paid
2) (schwer)3) inschlecht und recht, mehr schlecht als recht — after a fashion
* * *adj.amiss adj.bad adj.ill adj.unpalatable adj. adv.badly adv.unpalatably adv. -
20 direct
adj. rechtstreeks, direct; onmiddellijk; openhartig--------adv. rechtstreeks, duidelijk; op een onomwonden manier, op openhartige wijze--------v. instruëren, toelichten, aanduiden; toezien, kontroleren, inspekteren; kommanderendirect1[ dirrekt, daj-]1 direct ⇒ rechtstreeks, onmiddellijk, openhartig♦voorbeelden:direct contact • rechtstreeks contactbe a direct descendant • in een rechte lijn van iemand afstammendirect drive • directe aandrijvingdirect evidence • bewijs uit de eerste handa direct flight • een rechtstreekse vluchta direct hit • een voltrefferthe direct road • de kortste wegdirect taxes • directe belastingenbe direct • er geen doekjes om winden〈 Brits-Engels〉 direct grant • rijkssubsidie 〈 voor scholen in tegenstelling tot subsidie van plaatselijke overheid〉direct mail • direct mail, postreclame 〈 (persoonlijk gerichte) reclame via de brievenbus〉II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 absoluut ⇒ exact, precies♦voorbeelden:————————direct21 het bevel voeren ⇒ aanwijzingen geven, opdracht geven2 richten3 de weg wijzen ⇒ leiden, gidsen4 bestemmen ⇒ toewijzen, aanwijzen5 leiden ⇒ de leiding hebben over, besturen♦voorbeelden:he directed a blow at his brother • hij sloeg naar zijn broerhis remarks were directed at all of us • zijn opmerkingen waren voor ons allemaal bedoeld3 would you direct me to the town hall? • zou u mij kunnen zeggen hoe ik bij het stadhuis moet komen?————————direct3〈 bijwoord〉♦voorbeelden:she came direct to Paris • ze kwam rechtstreeks naar Parijs
См. также в других словарях:
Leiden und Größe Richard Wagners — ist ein 1933 geschriebener Essay von Thomas Mann. Inhaltsverzeichnis 1 Entstehung 2 Inhalt 2.1 Richard Wagner (1813–1883) und sein Jahrhundert 2 … Deutsch Wikipedia
Weg (Subst.) — 1. A guter Weg krumm, ist nint um. (Deisslingen.) – Birlinger, 203. 2. Ach Gott, den Weg möten wi all, säd de oll Frû, dôr füert de Schinner mit de Koh ût n Stall. – Hoefer, 295; Schlingmann, 461. »Einer Fraw war die Kuh gestorben. Als dieselbe… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Leiden — (althochdeutsch ”lidan“ = in die Fremde müssen, Not erfahren) bezeichnet ein den Menschen oft zutiefst beeinträchtigendes subjektives Erleben; gelegentlichwird das Substantiv ”Leid“ im Unterschied dazu für den objektiven Tatbestand verwendet.… … Neues Theologisches Wörterbuch
Die Leiden eines Chinesen in China — Titelseite der französischen Originalausgabe mit einer Illustration des Zeichners Léon Benett … Deutsch Wikipedia
E11-Weg — Der Europäische Fernwanderweg E11 ist ein West Ost Weg, der im Wesentlichen durch Niederungen verläuft. Im Naturpark Hoher Fläming, Hagelberg … Deutsch Wikipedia
Vierter Weg — Das Enneagramm steht für den transformatorischen Prozess des Vierten Weges Der Vierte Weg bezeichnet ein von Georges I. Gurdjieff (1872–1949) begründetes spirituelles System zur inneren Evolution des Menschen in seinem täglichen Leben. Ein… … Deutsch Wikipedia
Der Weg der Arbeiterklasse ins Paradies — Filmdaten Deutscher Titel Der Weg der Arbeiterklasse ins Paradies Originaltitel La classe operaia va in Paradiso … Deutsch Wikipedia
Leichen pflastern seinen Weg — Filmdaten Deutscher Titel Leichen pflastern seinen Weg Originaltitel Il grande silenzio … Deutsch Wikipedia
Tour der Leiden — Die Tour de France [ˌtuʀdəˈfʀɑ̃ːs], auch Grande Boucle [gʀɑ̃dˈbukl] („Große Schleife“) oder einfach Le Tour [ləˈtuːʀ] genannt, ist das berühmteste und für die Fahrer bedeutendste Radrennen der Welt. Seit 1903 wird die Tour alljährlich – mit… … Deutsch Wikipedia
Die Ilse ist weg — Filmdaten Deutscher Titel Die Ilse ist weg Produktionsland Deutschland … Deutsch Wikipedia
Der Weg zum Friedhof — ist eine Novelle von Thomas Mann, die im Jahr 1900 entstand und zunächst im Simplicissimus publiziert wurde.[1] Die erste Buchveröffentlichung folgte 1903 (Tristan. Sechs Novellen); 1922 wurde die Erzählung in Novellen. Band I übernommen, 1945 in … Deutsch Wikipedia