-
61 sustain
v. houden,dragen; ondersteunen; lijden; verlengen; krijgen,verkrijgen[ səsteen]1 (onder)steunen ⇒ dragen; staven, bevestigen4 ondergaan ⇒ lijden, oplopen♦voorbeelden:sustain an effort • een inspanning volhoudensustain a note • een noot aanhouden3 sustain an attack • een aanval afslaan/doorstaan4 sustain a defeat/an injury • een nederlaag/letsel oplopen -
62 call
n. roep; telefoontje; visite, bezoek; bel; uitnodiging; aanklacht; moeten--------v. roepen; schreeuwen; uitnodigen; telefoneren; bezoekencall1[ ko:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 〈 benaming voor〉 signaal ⇒ 〈 leger〉 verzamelsignaal 〈op bugel e.d.〉; 〈 jacht〉 hoornsignaal; (met lokfluitje) nagebootste dierenroep; 〈 brandweer〉 alarm4 (kort/formeel/zakelijk) bezoek5 beroep ⇒ aanspraak, claim6 oproep(ing) ⇒ sommatie, roep(ing); appel, voorlezing van presentielijst 〈 school, parlement e.d.〉; 〈 geldwezen〉 oproep tot aflossing van een schuld, aanmaning7 reden ⇒ aanleiding, noodzaak, behoefte10 telefoontje ⇒ (telefoon)gesprek, belletje♦voorbeelden:within call • binnen gehoorsafstandpay a call on someone • iemand een kort bezoek brengen, bij iemand langsgaanthe actors received a call for eight o'clock • de acteurs moesten om acht uur ophave at/on one's call • tot zijn (onmiddellijke) beschikking hebben〈 geldwezen〉 money at/on call, loan on call • callgeld, daggeldleningthere's no call for you to worry • je hoeft je niet ongerust te makenthere's not much call for figs • er is niet veel vraag naar vijgen→ close close/————————call21 (even) langsgaan/komen ⇒ (kort) op bezoek gaan, aanwippen; stoppen 〈 op station〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 call by • (even) aan/binnenwippenplease call in this afternoon • kom vanmiddag even langs alsjeblieftdo call round again • kom vooral nog eens langsthe ship calls at numerous ports • het schip doet talrijke havens aan3 roepen 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ zijn roep uiten 〈 van vogel〉; lokken 〈 door nabootsing van dierengeluid〉; 〈 in het bijzonder〉 ritmisch roepen 〈 instructies〉; bij dans♦voorbeelden:call (something) (out) to someone • iemand (iets) toeroepenEdith will call (you) tonight • Edith belt (je) vanavondduty calls (me) • de/mijn plicht roept4 did Joan call (hearts) at all? • hééft Joan wel (harten) geboden?1 afroepen ⇒ oplezen, opsommen3 afkondigen ⇒ bijeenroepen, proclameren4 wakker maken ⇒ wekken, roepen7 het houden op ⇒ zeggen, (een bedrag) afmaken op♦voorbeelden:call to witness • als getuige oproepencall down/in/over • (naar) beneden/(naar) binnen/bij zich roepencall a meeting • een vergadering beleggen/bijeenroepenhow can you call yourself my friend? • hoe kun je beweren dat je mijn vriend(in) bent?call someone a liar • iemand uitmaken voor leugenaaryou call that hard? • noem/vind je dat moeilijk?call (something) one's own • (iets) bezitten, (iets) zijn eigendom (kunnen) noemen〈 informeel〉 what d'you call it? • hoe-heet-het-ook-weer?, dingesbe called after one's grandfather • vernoemd zijn naar zijn grootvadercall away • wegroepencall forth • oproepen, (naar) boven brengencall forward • naar voren roepen -
63 counsel
n. raad, advies, overleg; raadsman/vrouw--------v. raad geven, adviserencounsel1[ kaunsl]1 raad ⇒ (deskundig) advies, leidraad2 overleg ⇒ beraad(slaging), consult♦voorbeelden:take counsel together • beraadslagen, overleggen1 raadslieden ⇒ advocaat, verdediging♦voorbeelden:1 counsel for the defence claim that … • de verdediging voert aan dat …————————counsel2〈werkwoord; Brits-Engels counselled〉1 advies/raad geven ⇒ adviseren, aanraden♦voorbeelden: -
64 damage
n. schade, verlies; (Slang) uitgaven, kosten (Bv. "What's the damage for the drinks we had at the bar?")--------v. beschadigen; schade veroorzakendamage1[ dæmidzj]1 schade ⇒ beschadiging, averij♦voorbeelden:2 what's the damage? • hoeveel is het?♦voorbeelden:→ vindictive vindictive/————————damage2〈 werkwoord〉1 beschadigen ⇒ schade toebrengen, aantasten -
65 demand
n. eis; navraag, aanvraag--------v. vereisen, eisen; navragendemand1[ dimma:nd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 eis ⇒ verzoek, verlangen2 aanspraak ⇒ claim, vordering5 → demand note demand note/♦voorbeelden:satisfy all demands • aan alle eisen tegemoet komenlittle demand for doctors • weinig vraag naar artsenbe in great demand • erg in trek zijn————————demand2〈 werkwoord〉1 eisen ⇒ verlangen, vorderen♦voorbeelden: -
66 disallow
v. niet toestaan, ongeldig verklaren[ dissəlau]2 ongeldig verklaren ⇒ verwerpen, afkeuren♦voorbeelden:disallow a goal • een doelpunt afkeuren -
67 kindred
-
68 no claims bonus
-
69 peg out
afbakenen; de was ophangen; stervenpeg out♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
70 proof
adj. bestand, opgewassen, (water)dicht--------n. bewijs--------v. bestand staan tegen; waterdicht zijn; bewijzenproof1[ proe:f]♦voorbeelden:1 〈 spreekwoord〉 the proof of the pudding is in the eating • in de praktijk zal blijken of het goed isbring/put to the proof • op de proef stellen♦voorbeelden:————————proof2II 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉♦voorbeelden:1 proof against water • waterdicht, waterbestendig————————proof3II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
71 put in
een verzoek indienen, solliciteren; binnenlopenput in♦voorbeelden:put in for leave • verlof (aan)vragen3 put in at a port • een haven binnenlopen/aandoenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (erin) plaatsen/zetten/brengen ⇒ inlassen, invoegen2 opwerpen♦voorbeelden:1 put in an/one's appearance • zich (eens) laten zien/vertonenput in a comma here! • las hier een komma in!put in the horses • de paarden inspannen3 put in guards for the President's protection • bewakers aanstellen voor de bescherming van de presidentthe Conservative Party was put in • de Conservatieve Partij kwam aan de machtwe had another hour to put in • we moesten nog een uur passerenput in a claim for damages • een eis tot schadevergoeding indienen -
72 settle
n. een bank met hoge leuning--------v. regelen; bijleggen; regeling treffen; bevolken; vaststellen; betalen; vestigen, koloniseren; wonen; (be)landensettle1[ setl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————settle21 gaan zitten ⇒ zich neerzetten, neerstrijken♦voorbeelden:darkness settled on the town • duisternis daalde neer op de stadsettle back in a chair • gemakkelijk gaan zitten in een stoelwe haven't yet settled in • we zijn nog niet op ordesettle for something • genoegen nemen met ietssettle into new surroundings • wennen aan een nieuwe omgevingsettle (down) to something • zich ergens op concentreren, zich ergens toe zetten→ settle down settle down/♦voorbeelden:settle with someone • rekening/schulden betalen aan iemand→ settle down settle down/2 vestigen 〈 in woonplaats, maatschappij〉 ⇒ 〈 bij uitbreiding〉 aan een goede baan helpen, aan de man/vrouw brengen7 schikken ⇒ bijleggen, tot een schikking komen8 〈 informeel〉 afrekenen met 〈 alleen figuurlijk〉 ⇒ tot zwijgen brengen, doen ophouden; betaald zetten♦voorbeelden:4 she settled her mother among the pillows • zij legde haar moeder comfortabel neer tussen de kussensshe settled herself in the chair • zij nestelde zich in haar stoel6 that settles it! • dat doet de deur dicht!settle into • zich thuis doen voelen insettle on • vastzetten op -
73 stake
n. staak, paal; brandstapel; inzet, belang; prijzengeld; op het spel staan--------v. vastbinden aan een staak, stutten; afpalen, afbakenen; aanspraak maken op; verwedden, inzettenstake1[ steek] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:2 go to the stake • op de brandstapel sterven; 〈 figuurlijk〉 de zure vruchten plukken (van een onverstandig besluit)3 have a stake in something • zakelijk belang hebben/betrokken zijn bij ietslose one's stake • zijn inzet/de weddenschap verliezenbe at stake • op het spel staanthe issue at stake • waar het om gaat————————stake2〈 werkwoord〉3 spietsen♦voorbeelden:¶ 〈Amerikaans-Engels; informeel〉 stake out • posten bij, in de gaten houden 〈 bijvoorbeeld (huis van) misdadiger〉 -
74 substantiate
v. substantiëren, bewijzen[ səbstænsjie▪eet] 〈zelfstandig naamwoord: substantiation〉1 substantiëren ⇒ van gronden voorzien, bewijzen; verwezenlijken♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
claim — n [Old French, from clamer to call, claim, from Latin clamare to shout, proclaim] 1 a: a demand for something (as money) due or believed to be due; specif: a demand for a benefit (as under the workers compensation law) or contractual payment (as… … Law dictionary
claim — A right to payment (SA Bankruptcy.com) A right to payment, whether or not fixed, contingent, liquidated, disputed, or matured. (Bernstein s Dictionary of Bankruptcy Terminology) BAR DATE The date by which claims must be filed with the Bankruptcy… … Glossary of Bankruptcy
claim — claim; claim·ant; claim·er; claim·less; de·claim; dis·claim·ant; dis·claim·er; ex·claim·er; non·claim; pro·claim·er; re·claim·able; re·claim·ant; re·claim·er; sub·claim; ac·claim; coun·ter·claim; dis·claim; ex·claim; pro·claim; re·claim;… … English syllables
claim — vb *demand, exact, require Analogous words: *maintain, assert, defend, vindicate, justify: allege, *adduce, advance Antonyms: disclaim: renounce Contrasted words: disavow, disown, dis acknowledge (see affirmative verbs at ACKNOWLEDGE): reject,… … New Dictionary of Synonyms
claim — verb. There are several areas of difficulty with this word. The first concerns claim + that, and the second claim + to. The third concerns the expression to claim responsibility. 1. claim + that. In this construction, claim should not be used as… … Modern English usage
Claim — Claim, n. [Of. claim cry, complaint, from clamer. See {Claim}, v. t.] 1. A demand of a right or supposed right; a calling on another for something due or supposed to be due; an assertion of a right or fact. [1913 Webster] 2. A right to claim or… … The Collaborative International Dictionary of English
claim — [klām] vt. [ME claimen < OFr claimer, to call, claim < L clamare, to cry out: see CLAMOR] 1. to demand or ask for as rightfully belonging or due to one; assert one s right to (a title, accomplishment, etc. that should be recognized) [to… … English World dictionary
Claim — may refer to: Claim (legal) Claim (patent) Land claim Proposition, a statement which is either true or false A right Sequent, in mathematics A main contention, see conclusion of law This disambiguation page lists articles associ … Wikipedia
Claim — Claim, v. i. To be entitled to anything; to deduce a right or title; to have a claim. [1913 Webster] We must know how the first ruler, from whom any one claims, came by his authority. Locke. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Claim — (Englisch Behauptung, Anspruch) bezeichnet: im angelsächsischen Raum im Rechtswesen einen Anspruch im angelsächsischen Raum einen Rechtstitel auf Grundbesitz, siehe Claim (Grundbesitz) einen Begriff aus dem Marketing, siehe Claim (Werbung) als… … Deutsch Wikipedia
Claim — [kleim] der, auch das; [s], s <aus gleichbed. engl. claim zu to claim »beanspruchen«, dies über altfr. clamer »(aus)schreien« aus lat. clamare »rufen, schreien«>: 1. Anrecht, Rechtsanspruch, Patentanspruch (Rechtsw.). 2. Anteil (z. B. an… … Das große Fremdwörterbuch