-
1 executive information system: EIS
leidinggevend-gericht informatiesysteemEnglish-Dutch technical dictionary > executive information system: EIS
-
2 money demand
eis te betalen (eis om geld te geven, verzoek om geldelijke schuld af te betalen) -
3 restitution claim
eis op schadevergoeding (eis tot teruggave van geldbedrag) -
4 virtue claim
eis tot deugdelijkheid -
5 claim
n. aanspraak; vordering; bewering--------v. beweren; vorderen; aanspraak maken opclaim1[ kleem] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 aanspraak ⇒ recht, claim, eis♦voorbeelden:have a claim on/to • verdienen, recht hebben oplay claim/make a claim to • aanspraak maken op————————claim21 een vordering indienen ⇒ een eis instellen, genoegdoening/schadevergoeding eisen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 opeisen ⇒ aanspraak maken op, rechten doen gelden op2 beweren ⇒ verkondigen, stellen3 recht hebben op ⇒ verdienen, nodig hebben♦voorbeelden:the accident claimed six lives • het ongeluk eiste zes levensclaim back • terugvorderen3 claim attention • aandacht opeisen/verdienen -
6 demand
n. eis; navraag, aanvraag--------v. vereisen, eisen; navragendemand1[ dimma:nd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 eis ⇒ verzoek, verlangen2 aanspraak ⇒ claim, vordering5 → demand note demand note/♦voorbeelden:satisfy all demands • aan alle eisen tegemoet komenlittle demand for doctors • weinig vraag naar artsenbe in great demand • erg in trek zijn————————demand2〈 werkwoord〉1 eisen ⇒ verlangen, vorderen♦voorbeelden: -
7 insistence
n. aandrang, eis; volharding[ insistəns] -
8 requirement
-
9 requisition
n. (op)vordering, eis, rekwisitie--------v. rekwireren, (op)vorderenrequisition1[ rekwizzisjn] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————requisition2〈 werkwoord〉 〈 voornamelijk leger〉 -
10 right
n. rechts, de conservatieven (politiek); rechterhand, -kant; recht; recht op voorrangright1[ rajt]1 recht ⇒ voorrecht, (gerechtvaardigde) eis♦voorbeelden:rights and duties • rechten en plichtenright of entry • recht van toegangright of primogeniture • eerstgeboorterechtthe right of free speech • het recht op vrije meningsuitingstand on one's rights • op zijn recht(en) staanall rights reserved • alle rechten voorbehoudenby rights • eigenlijkby right of • krachtens, uit rechte van, op grond van(as) of right • rechtmatig, op grond van een gerechtigde eishe has a right to the money • hij heeft recht op het geldwithin one's rights • in zijn recht→ own own/♦voorbeelden:he is in the right • hij heeft gelijk/heeft het recht aan zijn kantput someone in the right • iemand in het gelijk stellenon/to the/your right • aan de/je rechterkantIV 〈 meervoud〉♦voorbeelden:1 the rights (and wrongs) of the case • de rechte/ware toedracht van de zaak¶ put/set to rights • in orde brengen, rechtzetten————————right2〈 rightness〉1 juist ⇒ correct, rechtmatig♦voorbeelden:1 what's the right time? • hoe laat is het precies?he got the answers right • hij heeft de vragen juist (beantwoord)you were right to tell her • je deed er goed aan het haar te vertellenput/set the clock right • de klok juist/gelijk zettenstrike the right note, touch the right chord • de juiste toon aanslaan/vindenon the right side of fifty • nog geen vijftig (jaar oud)keep on the right side of the law • zich (keurig) aan de wet houdenlet's get this right • laten we de dingen even op een rijtje zettenput/set something right • iets in orde brengenput/set someone right again • iemand genezen/op de been helpennot in one's right mind • niet wel/helemaal bij (zijn) zinnenMister Right • de ware Jakob〈 informeel〉 (as) right as rain • perfect/helemaal in orde, kerngezondput/set someone right • iemand terechtwijzensee someone right • zorgen dat iemand aan zijn trekken komt/recht wordt gedaanall right • (erg) goed, primathat's right • dat klopt, ja zekerright (you are)!, 〈 Brits-Engels〉right oh! • komt in orde, doen weII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:it's a right mess • het is een puinzooi¶ right arm/hand • rechterhand, assistentkeep on the right side • rechts houden1 gelijk♦voorbeelden:how right you are! • gelijk hebt u!————————right3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:————————right4〈 bijwoord〉2 juist ⇒ vlak, regelrecht♦voorbeelden:1 right and left • aan alle kanten, overal, s en rechtsright, left and centre, left, right, and centre • aan alle kanten2 right ahead • recht/pal vooruitright behind you • vlak achter jeright, let's go • okay, laten we gaan -
11 liquidated claim
vereffende eis (eis van bepaalde som geld) -
12 (as) of right
(as) of rightrechtmatig, op grond van een gerechtigde eis -
13 I insist (up)on an apology
I insist (up)on an apology -
14 action
n. actie; handeling; daad; gevecht[ æksjn]1 actie ⇒ daad, handeling, activiteit, beweging2 gevechtsactie ⇒ treffen, strijd3 techniek ⇒ wijze van gaan, gang4 mechaniek ⇒ mechanisme, werk♦voorbeelden:a man of action • een man van de daadbring/put/set a machine in(to) action • een machine in werking stellen/aan de gang brengengo into action • in actie komenput something out of action • iets buiten werking/buiten bedrijf stellentake action • maatregelen nemen, tot handelen overgaanbe killed in action • in de strijd sneuvelenput someone out of action • iemand buiten gevecht stellensee action • aan de gevechtshandelingen deelnementhe action of a runner • de (loop)techniek van een hardloper4 the action of a piano • het (toets)mechaniek/de hamers van een pianothe action of a drug on the brain • de (uit)werking/invloed van een geneesmiddel op de hersenen -
15 an extortionate demand
een exorbitante/veel te ver gaande eis -
16 disallow a claim
v. een aanklacht verwerpen, een bewering onbevoegd verklaren -
17 disallow
v. niet toestaan, ongeldig verklaren[ dissəlau]2 ongeldig verklaren ⇒ verwerpen, afkeuren♦voorbeelden:disallow a goal • een doelpunt afkeuren -
18 exaction
-
19 exigence
-
20 exigency
n. nood, behoefte, eis1 noodsituatie/toestand
См. также в других словарях:
Eis — Eiskristalle unter dem Mikroskop Chemische Formel H2O Mineralklasse Oxide – Kation:Anion (M:O) = 2:1 (und 1.8:1) 4.AA.05 (8. Aufl.: IV/A.01 10) (nach Strunz) 04.01.02.01 (nach Dana) … Deutsch Wikipedia
Eis — das; es; nur Sg; 1 Wasser, das zu einer festen Masse gefroren ist <das Eis schmilzt, taut, bricht; das Eis aufhacken> || K : Eisblock, Eisfläche, Eisglätte, Eiskristall, Eisschicht, Eisscholle; eisfrei, eisbedeckt 2 ↑Eis (1) in Form von… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
EIS — Personal equity investment in qualifying trading companies allows the investor income tax relief at 20 per cent of the amount invested and capital gains tax benefits on the eventual sale. The conditions for relief are complex and restrictive,… … Law dictionary
EIS — ist die Abkürzung für: Elektrochemische Impedanzspektroskopie, siehe Impedanzspektroskopie Enterprise Information System, englisch für Betriebliches Informationssystem Executive Information System, siehe Führungsinformationssystem Europäisches… … Deutsch Wikipedia
Eis — Eis: Das altgerm. Wort mhd., ahd. īs, niederl. ijs, engl. ice, schwed. is ist urverwandt mit awest. isu »eisig«, afghan. asai »Frost« u. ä. Wörtern anderer idg. Sprachen, ohne dass sich weitere Anknüpfungen finden. In der jungen Bed. »Speiseeis«… … Das Herkunftswörterbuch
Eis [1] — Eis nimmt in mehreren Formen erheblichen Anteil an der Bildung der Erdrinde und ist in diesem Sinne zu den Gesteinen zu rechnen. Man unterscheidet 1) Schneeeis, den losen Schnee, der unter bestimmten meteorologischen Verhältnissen in Firn (s. d.) … Meyers Großes Konversations-Lexikon
eis — adv. 1. Usa se para apresentar algo ou alguém, geralmente presente ou próximo dos interlocutores; aqui está, aqui estão (ex.: eis a lista dos premiados; eis nos aqui reunidos outra vez). 2. eis que: de repente (ex.: e eis que o pneumático do… … Dicionário da Língua Portuguesa
Eis — nennt man Wasser, das durch Entziehung der Wärme aus einem flüssigen Zustande in einen compacten übergegangen ist. Die dadurch entstehende Masse bildet sich bei einem Kältegrade von 0 Reaumür, ist fest, glatt, durchsichtig. Das Eis schwimmt im… … Damen Conversations Lexikon
Eis — Sn std. (8. Jh.), mhd. īs, ahd. īs, as. is Stammwort. Aus g. * īsa n. Eis , auch in anord. íss m., ae. īs, afr. īs; vermutlich aus älterem * eisa . Dieses hat eine genaue Vergleichsmöglichkeit lediglich in den iranischen Sprachen, z.B. avest.… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Eis — Eis , das; , (Tonbezeichnung) Eis , das; es; [drei] Eis essen; auf dem Eis laufen; vgl. aber eislaufen … Die deutsche Rechtschreibung
Eis — Eis, gefrorenes Wasser, kommt in der Natur in den mannigfachsten Modifikationen vor. Indessen ist nach neueren Untersuchungen allen diesen verschiedenen Formen gemeinsam, daß jene Prismen, deren Querschnitt ein regelmäßiges Sechseck darstellt und … Lexikon der gesamten Technik