-
1 elicit demands
eisen krijgen uit -
2 process data requirements
eisen gesteld aan procesgegevensEnglish-Dutch technical dictionary > process data requirements
-
3 demand
n. eis; navraag, aanvraag--------v. vereisen, eisen; navragendemand1[ dimma:nd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 eis ⇒ verzoek, verlangen2 aanspraak ⇒ claim, vordering5 → demand note demand note/♦voorbeelden:satisfy all demands • aan alle eisen tegemoet komenlittle demand for doctors • weinig vraag naar artsenbe in great demand • erg in trek zijn————————demand2〈 werkwoord〉1 eisen ⇒ verlangen, vorderen♦voorbeelden: -
4 call
n. roep; telefoontje; visite, bezoek; bel; uitnodiging; aanklacht; moeten--------v. roepen; schreeuwen; uitnodigen; telefoneren; bezoekencall1[ ko:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 〈 benaming voor〉 signaal ⇒ 〈 leger〉 verzamelsignaal 〈op bugel e.d.〉; 〈 jacht〉 hoornsignaal; (met lokfluitje) nagebootste dierenroep; 〈 brandweer〉 alarm4 (kort/formeel/zakelijk) bezoek5 beroep ⇒ aanspraak, claim6 oproep(ing) ⇒ sommatie, roep(ing); appel, voorlezing van presentielijst 〈 school, parlement e.d.〉; 〈 geldwezen〉 oproep tot aflossing van een schuld, aanmaning7 reden ⇒ aanleiding, noodzaak, behoefte10 telefoontje ⇒ (telefoon)gesprek, belletje♦voorbeelden:within call • binnen gehoorsafstandpay a call on someone • iemand een kort bezoek brengen, bij iemand langsgaanthe actors received a call for eight o'clock • de acteurs moesten om acht uur ophave at/on one's call • tot zijn (onmiddellijke) beschikking hebben〈 geldwezen〉 money at/on call, loan on call • callgeld, daggeldleningthere's no call for you to worry • je hoeft je niet ongerust te makenthere's not much call for figs • er is niet veel vraag naar vijgen→ close close/————————call21 (even) langsgaan/komen ⇒ (kort) op bezoek gaan, aanwippen; stoppen 〈 op station〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 call by • (even) aan/binnenwippenplease call in this afternoon • kom vanmiddag even langs alsjeblieftdo call round again • kom vooral nog eens langsthe ship calls at numerous ports • het schip doet talrijke havens aan3 roepen 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ zijn roep uiten 〈 van vogel〉; lokken 〈 door nabootsing van dierengeluid〉; 〈 in het bijzonder〉 ritmisch roepen 〈 instructies〉; bij dans♦voorbeelden:call (something) (out) to someone • iemand (iets) toeroepenEdith will call (you) tonight • Edith belt (je) vanavondduty calls (me) • de/mijn plicht roept4 did Joan call (hearts) at all? • hééft Joan wel (harten) geboden?1 afroepen ⇒ oplezen, opsommen3 afkondigen ⇒ bijeenroepen, proclameren4 wakker maken ⇒ wekken, roepen7 het houden op ⇒ zeggen, (een bedrag) afmaken op♦voorbeelden:call to witness • als getuige oproepencall down/in/over • (naar) beneden/(naar) binnen/bij zich roepencall a meeting • een vergadering beleggen/bijeenroepenhow can you call yourself my friend? • hoe kun je beweren dat je mijn vriend(in) bent?call someone a liar • iemand uitmaken voor leugenaaryou call that hard? • noem/vind je dat moeilijk?call (something) one's own • (iets) bezitten, (iets) zijn eigendom (kunnen) noemen〈 informeel〉 what d'you call it? • hoe-heet-het-ook-weer?, dingesbe called after one's grandfather • vernoemd zijn naar zijn grootvadercall away • wegroepencall forth • oproepen, (naar) boven brengencall forward • naar voren roepen -
5 claim
n. aanspraak; vordering; bewering--------v. beweren; vorderen; aanspraak maken opclaim1[ kleem] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 aanspraak ⇒ recht, claim, eis♦voorbeelden:have a claim on/to • verdienen, recht hebben oplay claim/make a claim to • aanspraak maken op————————claim21 een vordering indienen ⇒ een eis instellen, genoegdoening/schadevergoeding eisen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 opeisen ⇒ aanspraak maken op, rechten doen gelden op2 beweren ⇒ verkondigen, stellen3 recht hebben op ⇒ verdienen, nodig hebben♦voorbeelden:the accident claimed six lives • het ongeluk eiste zes levensclaim back • terugvorderen3 claim attention • aandacht opeisen/verdienen -
6 demand satisfaction
-
7 enjoin
-
8 exact
adj. precies, exact--------v. nauwkeurig, stipt, juist; afgepast, exact; vorderen, eisen, afpersenexact1[ igzækt] 〈bijvoeglijk naamwoord; exactness〉1 nauwkeurig ⇒ nauwgezet, accuraat♦voorbeelden:the exact time • de juiste tijd————————exact2〈 werkwoord〉2 eisen ⇒ vereisen, vergen♦voorbeelden: -
9 ransom
n. losgeld--------v. vrijkopen, af-, loskopen; vrijlaten; verlossen; geld afpersenransom1[ rænsəm] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————ransom2〈 werkwoord〉 -
10 require
v. verlangen, nodig hebben; eisen[ rikwajjə]♦voorbeelden:1 it required all his authority to … • hij had al zijn gezag nodig om …require something from/of someone • iets van iemand vereisen -
11 reclaimable
adj. terug te eisen, op te eisen -
12 severe requirements
hoge eisenzware eisen -
13 stringent requirements
hoge eisenzware eisen -
14 ask
v. vragen; verzoeken; uitnodigen[ a:sk]1 vragen ⇒ informeren, navraag doen♦voorbeelden:1 ask about/after/for someone/something • naar iemand/iets vragenask for advice • om raad vragen〈 informeel〉 ask for it • erom vragen, het uitlokkenask for nothing better • niets liever willenask for trouble • om moeilijkheden vragenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:it's yours for the asking • je hebt er maar om te vragenask a favour of someone • iemand om een gunst vragenthis job asks a great deal of me • deze baan vergt veel van mijn krachtenask someone out/over for dinner • iemand voor een etentje uitnodigenask someone round • iemand thuis uitnodigen¶ stop it, I ask you! • hou ermee op, alsjeblieft!〈 informeel〉 if you ask me • volgens mij, als je het mij vraagt -
15 bill of health
gezondheidsverklaring met gezondheisstandaarden (bv. gegeven aan een kapitein van een schip die in de haven aan de haven autoriteiten wordt gegeven); ((figuurlijk) officiële autorisatie dat iemand onschuldig is en aan alle eisen heeft voldaan (bv. gezondheidsverklaring)gezondheidsattest, gezondheidspas -
16 claim damages
-
17 come down on
v. straffen,terecht zettencome down on1 neerkomen op ⇒ toespringen (op), overvallen2 straffen3 〈 informeel〉krachtig/dringend eisen♦voorbeelden: -
18 come up to scratch
minimale voldoening aan de eisen van de proefcome up to scratchhet halen/redden -
19 damage
n. schade, verlies; (Slang) uitgaven, kosten (Bv. "What's the damage for the drinks we had at the bar?")--------v. beschadigen; schade veroorzakendamage1[ dæmidzj]1 schade ⇒ beschadiging, averij♦voorbeelden:2 what's the damage? • hoeveel is het?♦voorbeelden:→ vindictive vindictive/————————damage2〈 werkwoord〉1 beschadigen ⇒ schade toebrengen, aantasten -
20 demands past/beyond all reason
demands past/beyond all reason
См. также в других словарях:
Eisen [3] — Eisen (metallurgisch). Alles technisch verwertete Eisen ist legiert mit andern Elementen, und zwar nicht bloß mit Metallen (Mangan, Kupfer, Chrom, Nickel, Wolfram), sondern auch mit Nichtmetallen (Kohlenstoff, Silicium, Phosphor, Schwefel,… … Lexikon der gesamten Technik
Eisen [1] — Eisen (Ferrum) Fe, das nützlichste und verbreitetste aller Metalle, findet sich in zahlreichen Verbindungen und nimmt an der Zusammensetzung der Erdrinde wesentlichen Anteil (zu etwa 5 Proz.). Vorkommen. Gediegen findet sich E. als Meteoreisen in … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Eisen — Eisen. Dieses Metall, das merkwürdigste unter allen, ist aus uralten Zeiten her schon bekannt, und beinahe eine Bedingung der Kultur des menschlichen Geschlechts geworden, indem viele tausend Gegenstände nicht ohne Eisen gemacht werden können.… … Damen Conversations Lexikon
Eisen — (German for iron) is a common surname. It can refer to the following:People*Arnold Eisen, a professor of Jewish studies *Cliff Eisen, a Canadian musicologist *Keisai Eisen, a Japanese ukiyo e artist *Matthias Johann Eisen, an Estonian folklorist… … Wikipedia
Eisen [1] — Eisen (lat. Ferrum), I. (Fe = 28, Chem.), in der Natur sehr verbreitetes Metall; findet sich fast überall im Mineralreiche u. in geringer Menge auch im Pflanzen u. Thierreiche (bildet z.B. einen Bestandtheil des Blutfarbstoffs). A) Im reinen… … Pierer's Universal-Lexikon
Eisen [1] — Eisen (chemisch) Fe, Atomgew. 56, spez. Gew. 7,86, ist ein grauweißes Metall von hohem Glanz auf polierten Flächen oder auf frischen Bruchstellen.[263] Sein Schmelzpunkt liegt in der Nähe von 1700°, wird aber durch verschiedene bei der… … Lexikon der gesamten Technik
Eisen — Eisen: Der gemeingerm. Name des Schwermetalls (mhd. īse‹r›n, ahd. īsa‹r›n, got. eisarn, engl. iron, schwed. järn) entspricht der kelt. Sippe von air. īarn. Der Name war also Germanen und Kelten gemeinsam; seine weitere Herkunft ist unklar. Abl.:… … Das Herkunftswörterbuch
Eisen — Sn std. (8. Jh.), mhd. īsen, ahd. īsan, īser, älter īsarn, as. īsarn Wanderwort. Aus g. * īsarna n. Eisen , auch in gt. eisarn, anord. járn (neben älterem ísarn), ae. īse(r)n, īren, afr. īsern, mit unregelmäßiger lautlicher Vereinfachung von rn … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Eisen — (Ferrum, chem. Zeichen Fe), wichtigstes und auf der Erde verbreitetstes Schwermetall, kommt gediegen nur in Meteoriten und manchen Basalten, sonst immer gebunden an Sauerstoff oder Schwefel in Mineralien, in vielen Quellen, im Meerwasser und im… … Kleines Konversations-Lexikon
Eisen [3] — Eisen, in der Jägersprache eine eiserne Falle, wie das Berliner Eisen, Tellereisen; s. Falle … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Eisen — Eisen, verb. reg. act. das Eis aufhauen, absolute. Die Landleute erhielten Befehl zu eisen, d.i. das Eis in dem Flusse, in dem Graben u.s.f. aufzuhauen. Noch üblicher ist dieses Zeitwort in den Zusammensetzungen aufeisen, auseisen, und loseisen … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart