-
61 de neus voor iemand/iets ophalen
de neus voor iemand/iets ophalenturn up one's nose at someone/something 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 look down one's nose at someone/somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de neus voor iemand/iets ophalen
-
62 de verwarming hoger/lager zetten
de verwarming hoger/lager zettenturn the heat up/downVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de verwarming hoger/lager zetten
-
63 deur
1 door♦voorbeelden:een zitting met open deuren • a public session〈 figuurlijk〉 de deur voor iemands neus dichtdoen/gooien • shut/slam the door in someone's facede deur achter zich dichttrekken • close the door behind onehij is net de deur uitgegaan • he's just gone outzij komt de deur niet meer uit • she never goes out any morejij komt de deur niet meer in • you shan't enter my house againmet geld open je alle deuren • money opens any door/all doors〈 figuurlijk〉 de deur (wijd) openzetten voor knoeierijen • leave the door (wide) open to corruption, open the door (wide) to corruptioniemand de deur uit werken • get rid of someoneiemand de deur uitzetten/buiten de deur zetten • turn someone out of the houseik mag voorlopig de deur niet uit • I'm confined to the house at the momentzijn de folders de deur al uit(gegaan)? • have the leaflets been sent out yet?aan de deur kloppen • knock at/on the dooraan de deur wordt niet gekocht • no hawkers!vroeger kwam de bakker bij ons aan de deur • the baker used to call at the houseer is iemand voor je aan de deur geweest • there was someone at the door for youik heb wel een stok achter de deur nodig • I (do) need an incentivebuiten de deur eten • eat outmet iets langs de deuren gaan • sell something door-to-doormet de deuren gooien • slam the doorsdat is niet bepaald naast de deur • that isn't exactly on the doorstepzijn vinger kwam tussen de deur • his finger got trapped in the doorde winter staat voor de deur • winter is almost hereveranderingen die voor de deur staan • forthcoming changesdaar is (het gat van) de deur! • there's the door!¶ dat doet de deur dicht • that does it, that's the limit/it -
64 er een beestenboel van maken
er een beestenboel van makenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er een beestenboel van maken
-
65 het gas laag draaien
het gas laag draaienVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het gas laag draaien
-
66 inlopen
2 [invaren] put/run/sail into3 [inhalen] catch up4 [met vaart en kracht afkomen (op)] run/head into♦voorbeelden:bij iemand inlopen • drop in on someoneII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [schoenen/kleding gemakkelijker doen zitten] wear in2 [vuil in huis brengen] track in3 [door lopen breken] kick in4 [inhalen] make up♦voorbeelden:3 een deur/ruit inlopen • kick down/in a door, knock in a window -
67 inslaan
2 [in voorraad nemen] stock (up on/with)4 [aanbrengen in] stamp in/on♦voorbeelden:1 iemand de hersens inslaan • bash/beat someone's brains ineen ruit inslaan • smash a window♦voorbeelden:nieuwe wegen inslaan • break new ground, blaze a (new) trailop iemand blijven inslaan • hit someone repeatedlyzijn nieuwe plaat sloeg enorm in • his new record was a smash hithet nieuws sloeg in als een bom • the news came as a bombshell♦voorbeelden: -
68 leven
leven1〈 het〉3 [levensduur] life, lifetime5 [morele handel en wandel] life7 [verschijnselen/werkzaamheden in een kring] life♦voorbeelden:het leven begint bij 40 • life begins at 40zijn leven geven voor zijn land • lay down one's life for one's countryvoor hun leven wordt gevreesd • there are fears for their liveszijn leven hangt aan een zijden draad(je) • his life hangs by a threadde aanslag heeft aan twee mensen het leven gekost • the attack cost the lives of two peoplezo is het leven • that's lifedat kostte hem het leven • that killed him/cost him his lifehet leven laten/erbij inschieten • lose one's lifezijn leven loopt op een eind • his end is drawing nearhet leven schenken aan • give birth toiemand het leven schenken • spare someone's lifezijn leven duur verkopen • sell one's life dearly, fight to the bitter endzijn leven wagen • risk one's lifebij leven en welzijn • if all is welliets in leven houden • keep something alivenog in leven zijn • be still alivein leven blijven • stay/keep aliveiemand naar het leven staan • be after someone's bloodom het leven komen • lose one's life, be killediemand om het leven brengen • kill someoneop gewelddadige wijze om het leven komen • meet (with) a violent deathhet leven van alle dag • everyday liferennen alsof je leven ervan afhangt • run for one's lifezijn leven niet (meer) zeker zijn • be not safe here (anymore)als je leven je lief is • if you value your lifeeen organisatie in het leven roepen • set up an organizationtekenen/schilderen naar het leven • draw/paint from life/natureuit het leven gegrepen • true to life, taken/drawn from (real) lifezijn hele verdere leven • for the rest of his lifezijn leven slijten • spend one's daysdat heb ik nog nooit van mijn leven gezien • I have never seen that in my lifevan zijn leven niet • never (in all my life)heb je van je leven! • well, I never!hij is voor zijn leven invalide • he will be an invalid for the rest of his lifevoor het leven benoemd • appointed for lifeeen lidmaatschap voor het leven • a life membershipvoor het leven getekend • marked for lifeiemand het leven zuur maken • make someone's life a miseryzijn eigen leven leiden • lead one's own life〈 figuurlijk〉 zijn eigen leven gaan leiden • lead/assume a life of its own 〈bijvoorbeeld van verhaal/gerucht〉een gemakkelijk leven hebben • have an easy lifeeen nieuw leven beginnen • turn over a new leafzijn leven beteren • mend one's wayszij heeft geen leven bij die man • that man makes her life a miseryhoe staat het leven? • how's life?een losbandig leven leiden • lead a wild life6 mijn/hun leven lang • all my life/their livesbij/tijdens zijn leven • in/during his lifetime7 het maatschappelijk/het huiselijk leven • public/private lifein het volle leven staan • be in touch with things10 een onderneming nieuw leven inblazen • breathe/inject new life into a firmleven in de brouwerij brengen • stir/liven things up, get things goinger kwam leven in de brouwerij • things were beginning to liven upiets/iemand weer tot leven brengen • bring something/someone to life again¶ een bruin leven • a good/an easy lifehij heeft ook het eeuwige leven niet • he won't last for everde bescherming van het ongeboren leven • protection of the unborn child————————leven22 [met betrekking tot zaken/voorstellingen] live (on)3 [zich voeden] live on4 [zijn dagen doorbrengen] live5 [zich gedragen] live♦voorbeelden:mens, durf te leven • come on, live a littlehij heeft niet lang meer te leven • he has not long to liveeeuwig leven • live eternallyen zij leefden nog lang en gelukkig • and they lived happily ever afterlanger leven dan iemand • outlive someonehaar ouders leven niet meer • her parents are no longer aliveleef je nog? • are you still alive?in leven en sterven • till death do us part〈 figuurlijk〉 te weinig om te leven en te veel om te sterven • hardly sufficient to keep body and soul togetherhij weet van voren niet dat hij van achteren leeft • 〈 aartsdom〉 he is not all there; 〈 de kluts kwijt〉 he's completely at sixes and sevensbij veel mensen leeft het idee … • many people still have the idea …leeft die vaas nog? • is that vase still in one piece?de kermis leeft niet meer bij de mensen • fun fairs no longer appeal to peoplewat er leeft binnen de organisatie • what is going on inside the organizationmet deze man is/valt niet te leven • you can't live with that manin angst leven • live in fearmet iemand in vrede leven • live in peace with someonewe leven toch in een vrij land? • it's a free country, isn't it?naar iets toe leven • look forward to somethingstil gaan leven • retirezij leven langs elkaar heen • they have little to say to each othergoed kunnen leven • be comfortably offzij kan er goed van leven • she can live well from itzij moet ervan leven • she has to live on ithij heeft genoeg om van te leven • he has enough to get byvan dit vak kun je niet leven • you can't make a living out of this tradeleve de koningin! • long live the Queen!deze romanpersonages leven • these characters are true to lifeweten wat er leeft onder de bevolking • know what people are thinkingII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [een leven leiden] live♦voorbeelden:1 een eenzaam leven leven • lead a solitary/lonely life -
69 nest
6 [bed] 〈zie voorbeelden 6〉7 [in elkaar passende voorwerpen] nest♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 een nestje bouwen • build oneself a nest, settle downnesten uithalen • go bird-nestingeen nest kuikens • a brood of chicks4 een brutaal/verwaand nest • a cheeky/stuck-up little madamzich in de nesten werken • get into a fixkom je nest uit! • get yourself out of bed!ik ga naar mijn nest • I'm going to turn in7 een nest schaaltjes/dozen • a nest of bowls/boxes -
70 neus
1 [lichaamsdeel] nose3 [punt van een voorwerp] nose ⇒ 〈 balg, spuit ook〉 nozzle, (toe)cap 〈 schoen〉, toe 〈 schoen〉, nib 〈 dakpan〉, heel 〈 geweer〉, handle 〈 schaaf〉♦voorbeelden:het neusje van de zalm • 〈 figuurlijk〉 the cream of the crop, the tops, it, the cat's whiskerseen frisse neus halen • get a breath of fresh aireen verstopte neus • a stuffed(-up) nosedoen alsof zijn neus bloedt • 〈 figuurlijk〉 play/act dumbzijn neus dichthouden • hold one's nosedat gaat zijn neus voorbij • that's not for (such as) him, it is lost to himhij haalt voor alles de neus op • he's a bit sniffyde neus voor iemand/iets ophalen • turn up one's nose at someone/something 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 look down one's nose at someone/somethingin zijn neus peuteren • pick one's nosezijn neus snuiten • blow one's nosezijn neus overal in steken • 〈 figuurlijk〉 poke/stick one's nose into everything〈 figuurlijk〉 zijn neus in andermans zaken steken • stick one's nose into other people's affairs/business〈 schertsend〉 ja, mijn neus • my eye!, come off it!dat kan ik aan zijn neus niet zien • I can't tell by the look on his face what he wantsdoor de neus spreken • talk through one's nosewit om de neus worden • (go) pale, go green/white about the gillsonder zijn neus • right under one's nose〈 figuurlijk〉 het/hij komt me mijn neus uit • I'm fed up (to the back teeth) with it/him〈 figuurlijk〉 niet verder zien/kijken dan zijn neus lang is • be unable to see further than (the end of) one's noseiemand iets door de neus boren • cheat someone of something -
71 omtrekken
1 [omvertrekken] pull down♦voorbeelden: -
72 ondersteboven
-
73 over
over1♦voorbeelden:dat is over • that is done with/finishedover was de pret • the party was overII 〈 bijwoord〉1 [van de ene plaats naar de andere] across, over2 [resterend] left, over3 [boven de maat] spare♦voorbeelden:〈 verkeer〉 klaar, over! • cross now!met het vliegtuig ben je in een paar uur over • you get across in a few hours by (aero)planemorgen gaan we over • we are moving tomorrowdeze leerling is over • this pupil has moved upmen liep over en weer • there was a lot of toing and froingzij zijn over uit Canada • they are over from Canadaelkaar maar over en weer verwijten maken • do nothing but pass the blame (onto one another)als er genoeg tijd over is • if there is enough time lefthet is over van gisteren • that is left over from yesterday〈 communicatiemedia〉 over! • over (to you)!3 redenen te over • plenty of/abundant reasons————————over2〈 voorzetsel〉1 [boven] over, above2 [op, langs, aan de andere kant van] across, over3 [met betrekking tot het bedekken van een oppervlak] over, across4 [wat betreft] about5 [via] by way of, via6 [gedurende] over7 [wegens] about9 [na verloop van] after, in10 [meer/verder dan] over, past♦voorbeelden:2 hij werkt over de grens • he works across/over the borderover de heuvels • over/beyond the hillseen koude rilling liep over haar rug • a cold shiver ran down her spinemet de benen over elkaar (geslagen) • with legs crossedwerk verdelen over de mensen • share out work among the peopledwars over het pad • right across the patheen kleed over de tafel leggen • put a cloth over/on the tableover de hele wereld • all over the worldzij heeft iets innemends over zich • she has got something charming about herde winst over het vierde kwartaal • the profit over the fourth quarterover deze zaak heb ik niets te zeggen • on this matter I have nothing to sayzijn gedachten over iets laten gaan • turn something over in one's mindzij communiceren over de mobilofoon • they communicate by mobile telephonezij reed over Nijmegen naar Zwolle • she drove to Zwolle via Nijmegenover de post • by posteen brug over de rivier • a bridge over/across the riverover een periode van … • over a period of …verheugd over • delighted at/withvallen over iets/iemand • 〈 figuurlijk〉 take exception to something/someone9 over een dag of tien/twee minuten • in about ten days(' time)/in two minutes(' time)zaterdag over een week • a week on/from Saturdaytot over zijn oren in de problemen zitten • be up to one's neck in troublehij is over de twee meter (lang) • he is over two metres (tall)het is over vieren • it is past fourhet is kwart over vijf • it is a quarter past fiveeen man van over de zeventig (jaar oud) • a man of over seventy (years old)het is vijf over half zes • it is twenty-five to six -
74 overhoop halen
overhoop halen -
75 overhoophalen
2 [figuurlijk] mix up♦voorbeelden:iemand heeft mijn spullen overhoopgehaald • someone's been rummaging through my things -
76 rol
I 〈de〉2 [opgerolde hoeveelheid van iets] roll; 〈 hol〉 cylinder; 〈 stof〉 bolt; 〈touw enz.〉 coil; 〈 perkament〉 scroll; 〈 camera〉 reel, spool6 [individueel gedrag in een sociale omgeving] role7 [functie] role♦voorbeelden:zijn rol instuderen • learn one's parteen rol beschuit • a packet of rusks3 de rol van een schrijfmachine/pianola • the roller of a typewriter, the cylinder of a pianolade zaak staat op de rol • the case is down for a hearing7 wat is zijn rol in die zaak? • where does he come into this?geld speelt geen rol • money is no objectII 〈 de (mannelijk)〉1 [handeling van het rollen] rolling2 [manier van zingen] trill(ing)♦voorbeelden: -
77 straat
1 [verharde weg] street3 [zee-engte] strait(s)♦voorbeelden:de volgende straat rechts • the next turning to the righteen straat aanleggen • construct a roadde straat opbreken • dig up the streeteven verderop in de straat • up/down the streetdie woorden leren ze op straat • they pick up those words on the streetiemand op straat zetten • turn someone (out) into the streetmidden op straat • in the middle of the street/roadwayop straat spelen • play in the street(s)op straat rondzwerven, langs de straat lopen • 〈 van kinderen〉 ±run wildzich op straat wagen • venture out of doorsbinnen tien minuten stond hij weer op straat • in ten minutes' time he was out againje kunt zo niet over straat gaan • you can't go out(side) like thatiemand van de straat oprapen • pick someone up off the streetsdrie straten verderop • three streets awayik woon in de volgende straat • I live in the next street -
78 verwarming
1 [het verwarmen/verwarmd worden] heating♦voorbeelden:de verwarming hoger/lager zetten • turn the heat up/down -
79 vinger
1 [deel van de hand] finger2 [deel van een handschoen] finger♦voorbeelden:zij is met een natte vinger te lijmen • she doesn't have to be asked twice〈 figuurlijk〉 als men hem een vinger geeft, neemt hij de hele hand • give him an inch and he'll take a milehij heeft zich in de vingers gesneden • 〈 figuurlijk〉 he burned his fingers, he got (his fingers) burnedde vinger opsteken • put up/raise one's handeen vinger aan de pols houden • 〈 figuurlijk〉 have/keep a finger on the pulse〈 figuurlijk〉 iets door de vingers zien • wink at/overlook something, turn a blind eye to somethingmet de vingers knippen • snap one's fingers〈 figuurlijk〉 hij hoeft maar met zijn vingers te knippen of … • he only has to snap his fingers and …iemand met de vinger dreigen • shake/wag one's finger at someonehij had haar nog met geen vinger aangeraakt • he hadn't put/laid a finger on her〈 figuurlijk〉 zij kan hem om haar vinger winden • she can twist/wind him around her little fingerop de vingers van één hand te tellen zijn • be few and far betweende vinger op de wond leggen • 〈 figuurlijk〉 put/lay one's finger on the problem/(sore) spot, touch the (sore) spot〈 figuurlijk〉 dat had je op je vingers kunnen natellen • you could have known that, that was to be expectedgeen vinger voor iets of iemand uitsteken • not lift/raise a finger for something/someone -
80 wang
1 cheek♦voorbeelden:bolle wangen • round/chubby cheeksingevallen/behaarde wangen • sunken/hairy cheeksmet rode wangen • red-cheekediemand de andere wang toekeren • turn the other cheekiemand een kneepje in de wang geven • pinch someone's cheekkuiltjes in de wangen • dimpled cheekstranen liepen over haar wangen • tears were rolling down her cheeks
См. также в других словарях:
turn-down — turnˈ down adjective Folded down noun 1. A turn down part 2. A turn down collar 3. A turning down, rejection • • • Main Entry: ↑turn … Useful english dictionary
turn|down — «TURN DOWN», adjective, noun. –adj. that is or can be turned down; folded or doubled down: »a turndown collar. –n. 1. the action of turning down; rejection: »turndowns on loan applications (Wall Street Journal). 2. a decline; downturn: »Finance… … Useful english dictionary
turn down — (someone/something) to refuse to accept or agree to something, or to someone s idea. The bank turned down their request for a loan. Go ahead and ask her out, if you re prepared for her to turn you down … New idioms dictionary
turn down — ► turn down 1) reject an offer or application of or from. 2) adjust a control on (a device) to reduce the volume, heat, etc. Main Entry: ↑turn … English terms dictionary
turn down — index decline (reject), disapprove (reject), disoblige, refuse, spurn Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton … Law dictionary
turn down — [v] reject decline, disapprove, dismiss, rebuff, refuse, reprobate, repudiate, say no, scorn, spurn, throw out; concepts 18,54 Ant. accept, ok, take … New thesaurus
turn down — verb 1. refuse to accept (Freq. 5) He refused my offer of hospitality • Syn: ↑refuse, ↑reject, ↑pass up, ↑decline • Ant: ↑accept ( … Useful english dictionary
turn down — phrasal verb [transitive] Word forms turn down : present tense I/you/we/they turn down he/she/it turns down present participle turning down past tense turned down past participle turned down 1) to not accept an offer or request How could you turn … English dictionary
turn down — 1) PHRASAL VERB If you turn down a person or their request or offer, you refuse their request or offer. [V n P] Before this I d have smiled and turned her down... [V n P] I thanked him for the offer but turned it down... [V P n (not pron)] Would… … English dictionary
turn down — {v.} 1. To reduce the loudness, brightness, or force of. * /The theater lights were turned down./ * /Turn down that radio, will you?/ * /The hose was throwing too much water so I turned down the water a little bit./ 2. To refuse to accept; reject … Dictionary of American idioms
turn down — {v.} 1. To reduce the loudness, brightness, or force of. * /The theater lights were turned down./ * /Turn down that radio, will you?/ * /The hose was throwing too much water so I turned down the water a little bit./ 2. To refuse to accept; reject … Dictionary of American idioms