-
1 door
door1〈 bijwoord〉1 through♦voorbeelden:de hele dag door • all day long, throughout the dayde kast kan de deur niet door • the cupboard won't go through the doorzijn hele leven door • his whole life long, throughout his lifemijn schoenen zijn door • my shoes are worn outde tunnel gaat onder het water door • the tunnel passes under the waterik ben door en door nat/koud • I'm wet through (and through), I'm chilled to the bonezij kent het land door en door • she knows the country like the back of her handdoor en door slecht • rotten to the core, thoroughly bad————————door2〈 voorzetsel〉1 [met betrekking tot een zijde/ruimte/opening/doorgang] through3 [middels] by (means of)5 [in passieve zinnen] by♦voorbeelden:door rood/oranje rijden • jump the lighthij vertrok door de tuin • he left via/through the gardenalles lag door elkaar • everything was in a messdoor haar heb ik hem leren kennen • it was thanks to her that I met him4 door het slechte weer • because of/owing to the bad weatherdoor ziekte verhinderd • prevented by illness from coming/attending/goingdat komt door jou • that's (all) because of youdoor wie is het geschreven? • who was it written by?door de week • through the week -
2 door
adj. through--------prep. through, along, by -
3 door de jaren heen
door de jaren heenover/through the years————————door de jaren heen————————door de jaren heenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door de jaren heen
-
4 door een zonnesteek(als) door de bliksem getroffen
door een zonnesteek/(als) door de bliksem getroffenlaid low by sunstroke, thunderstruckVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door een zonnesteek(als) door de bliksem getroffen
-
5 door en door nat
door en door natdrenched/soaked (to the skin)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door en door nat
-
6 door en door slecht
door en door slechtrotten to the core, thoroughly badVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door en door slecht
-
7 door en door verrot
door en door verrotVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door en door verrot
-
8 door en door/op-en-top Amerikaans
door en door/op-en-top AmerikaansAmerican through and through, all-AmericanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door en door/op-en-top Amerikaans
-
9 door de reet van de deur
door de reet van de deurthrough the crack/chink in the doorVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door de reet van de deur
-
10 door een zijdeur afgaan
door een zijdeur afgaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door een zijdeur afgaan
-
11 door (een) windstilte overvallen worden
door (een) windstilte overvallen wordenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door (een) windstilte overvallen worden
-
12 door (logische) redenering kan men dat geheel duidelijk maken
door (logische) redenering kan men dat geheel duidelijk makenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door (logische) redenering kan men dat geheel duidelijk maken
-
13 door alcohol bedwelmd
door alcohol bedwelmdVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door alcohol bedwelmd
-
14 door angst overmand
door angst overmandfear-stricken, overcome by fearVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door angst overmand
-
15 door bemiddeling van
door bemiddeling vanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door bemiddeling van
-
16 door brand/regen beschadigde goederen
door brand/regen beschadigde goederenfire-/rain-damaged goodsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door brand/regen beschadigde goederen
-
17 door dat te doen had hij geen recht van spreken meer
door dat te doen had hij geen recht van spreken meerVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door dat te doen had hij geen recht van spreken meer
-
18 door de band
door de band -
19 door de bank (genomen)
door de bank (genomen)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door de bank (genomen)
-
20 door de brand raakten de platen van het schip ontzet
door de brand raakten de platen van het schip ontzetVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door de brand raakten de platen van het schip ontzet
См. также в других словарях:
door — W1S1 [do: US do:r] n [: Old English; Origin: duru door and dor gate ] 1.) the large flat piece of wood, glass etc that you open and close when you go into or out of a building, room, vehicle etc, or when you open a cupboard →↑gate open/close/shut … Dictionary of contemporary English
door — [ dɔr ] noun count *** 1. ) a large flat object you open when you want to enter or leave a building, room, or vehicle: a little house with a red door The door creaked slowly open. There was a draft coming from under the door. open/close/shut the… … Usage of the words and phrases in modern English
Door — Door, n. [OE. dore, dure, AS. duru; akin to OS. dura, dor, D. deur, OHG. turi, door, tor gate, G. th[ u]r, thor, Icel. dyrr, Dan. d[ o]r, Sw. d[ o]rr, Goth. daur, Lith. durys, Russ. dvere, Olr. dorus, L. fores, Gr. ?; cf. Skr. dur, dv[=a]ra.… … The Collaborative International Dictionary of English
door — door, gate, portal, postern, doorway, gateway are comparable chiefly as meaning an entrance to a place. Door applies chiefly to the movable and usually swinging barrier which is set in the opening which serves as an entrance to a building or to a … New Dictionary of Synonyms
door — door; door·brand; door·less; door·man; door·stead; door·ward; in·door; maz·door; out·door; tan·door; door·wards; ten·door; … English syllables
door — [dôr] n. [ME dure, dor < OE duru fem. (orig., pair of doors), dor neut., akin to Ger tür, door, tor, gate < IE base * dhwer , *dhwor , door > L fores (pl. of foris), two leaved door, Gr thyra, door (in pl., double door)] 1. a movable… … English World dictionary
door — M.E. merger of O.E. dor (neut.; pl. doru) large door, gate, and O.E. duru (fem., pl. dura) door, gate, wicket, both from P.Gmc. *dur (Cf. O.S. duru, O.N. dyrr, Dan. dèr, O.Fris. dure, O.H.G. turi, Ger. Tür), from PIE … Etymology dictionary
Door — ist der Familienname folgender Personen: Anton Door (1833–1919), Wiener Konzertpianist Daisy Door (* 1943; eigentlich Evelyn van Ophuisen), deutsche Schlagersängerin Door bezeichnet weiterhin: Door County, einen County im US Bundesstaat Wisconsin … Deutsch Wikipedia
door — ► NOUN 1) a movable barrier at the entrance to a building, room, or vehicle, or in the framework of a cupboard. 2) the distance from one building in a row to another: he lived two doors away. ● lay at someone s door Cf. ↑lay at someone s door ●… … English terms dictionary
Door — (spr. Dohr), Grafschaft im Staate Wisconsin von Nordamerika, 19 QM., eine Halbinsel zwischen dem Michigan See u. der Green Bai bildend; erst 1850 von der Grafschaft Brown getrennt; Hauptort: Gibraltar … Pierer's Universal-Lexikon
Door — Door, Anton, Pianist, geb. 20. Juni 1833 in Wien, Schüler von Czerny und S. Sechter, konzertierte bereits 1850 erfolgreich in Baden Baden und Wiesbaden, dann mit Ludwig Straus in Italien, bereiste 1856–57 Skandinavien und wurde in Stockholm zum… … Meyers Großes Konversations-Lexikon