-
1 op
op1I 〈 bijwoord〉1 [omhoog] up2 [met betrekking tot een plaats/toestand] up♦voorbeelden:hij stak zijn paraplu op • he put his umbrella upde straat op en neer lopen • walk up and down the street¶ het kan niet op! • there's no end to it!vraag maar op! • ask/fire away! 〈ook → link=op-en-top op-en-top〉II 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:het geld/mijn geduld is op • the money/my patience has run outdie jas is op • this jacket has had itde voorraad is op • the supplies have run outop is op • when it's gone it's gonehij is op van de zenuwen • his nerves are gone/shot————————op2〈 voorzetsel〉1 [met betrekking tot een plaatselijke betrekking] in ⇒ on, at2 [met betrekking tot een verhouding] in ⇒ to3 [met betrekking tot een onmiddellijke nabijheid] in ⇒ on, at4 [met betrekking tot een richting] on ⇒ at5 [met betrekking tot een tijdstip] on ⇒ at, in6 [met betrekking tot de wijze waarop] on ⇒ at, in7 [met betrekking tot het doel] for♦voorbeelden:op een bus/motor rijden • drive a bus, ride a motorcycleop de begane grond • on the ground floorop de Herengracht/de hoek wonen • live on the Herengracht/the cornerde grote wijzer staat op tien • the big hand is on/at tenop jou na iedereen • everyone else (but you)de auto loopt 1 op 8 • the car does 8 km to the litreéén op de duizend • one in a thousandop één na de laatste • the second lastde op zeven na grootste industrie • the eighth largest industryde hele familie op één zoon na • the whole family except one son4 een raam op het zuiden • a window on/facing the southlater op de dag • later in the dayop negenjarige leeftijd • at nine (years of age)op maandag • (on) Mondayop een maandag • on a Mondayop vakantie • on holidaytot op vandaag • right up until todayop zijn vroegst • at the earliestop zijn Frans • in the French way/mannerop zijn minst • at (the very) leastop verre na niet • not by a long shotop zijn snelst • at the quickestop geld uit zijn • be out for/after moneyop een instrument spelen • play an instrument -
2 bij
bij1〈de〉————————bij21 [bij kennis] conscious2 [gelijk] up-to-date3 [van alles op de hoogte] up-to-date♦voorbeelden:2 de leerling is weer/nog niet bij met de lessen • the pupil has now caught up/is still behind in his lessonsbij zijn met betalen • be up-to-date with paymentsgoed bij zijn in een vak • be well up on a subjectII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:¶ om en bij • more or less, about————————bij3〈 voorzetsel〉1 [in de nabijheid van] near (to) ⇒ close (by/to)2 [met betrekking tot een raken aan/bereiken] at ⇒ to3 [met betrekking tot een niet verder gaan/een niet afwijken] to ⇒ with5 [met betrekking tot een aanwezigheid] at9 [voor, in tegenwoordigheid van] with ⇒ to10 [aan, met] by11 [gedurende, onder] by ⇒ at12 [gelijktijdig met] on ⇒ at13 [in geval van] in case of ⇒ if♦voorbeelden:bij het raam • close to/next to the windowbij het stadhuis • close to/near the town hallik woon hier vlak bij • I live nearby/close bybij zessen • almost six (o'clock)kan jij bij de hoogste plank? • can you reach the top shelf?er(gens) niet bij kunnen • 〈 figuurlijk〉 not understand/get somethingalles blijft bij het oude • everything stays the samehet er niet bij laten • not leave it at thatwe zullen het er maar bij laten • let's leave it at thater niet bij zijn • not be there/presenter(gens) gauw bij zijn • 〈 figuurlijk〉 respond quickly; 〈 met betrekking tot ziekte〉 catch (a disease) in time6 heb je iets bij de koffie? • do you have anything to go with the coffee?een kopje koffie is er tegenwoordig niet meer bij • you don't even get a cup of coffee these daysbij elkaar zijn het er 20 • there are 20 altogetherdat is bij de boeren zo de gewoonte • that is the custom with farmersbij de marine • in the navybij Vondel • in Vondelaltijd bij H. kopen • always shop at H'sgeen lucifers/geld bij zich hebben • have no matches/money on onebij hem kun je van alles verwachten • you can expect anything from himbij zichzelf (denken/zeggen) • (think/say) to oneselfiemand bij name kennen • know someone by namebij het ontbijt • at breakfastbij de derde poging • at the third attemptbij mooi weer • when/if the weather is nicebij een glas wijn iets bespreken • discuss something over a glass of wine13 bij ziekte/een sterfgeval • in case of illness/deathiets bij (de) wet bepalen • establish something by lawbij dezen • hereby16 wat is hij nu bij een dichter als Achterberg? • what is he in comparison to a poet like Achterberg?de kamer is 6 bij 5 • the room is 6 by 5¶ je bent er bij • gotcha! -
3 bovenop
1 [op de bovenzijde] on top2 [in orde] on one's feet♦voorbeelden:2 iemand er weer bovenop brengen/helpen • put/get someone back on his feet; 〈na ziekte/moeilijke tijd ook〉 pull/bring someone throughde zieke kwam er snel weer bovenop • the patient made a quick recoveryer weer bovenop zijn • be back on one's feet; 〈 zieke ook〉 have got over it; 〈 met betrekking tot moeilijkheden ook〉 be out of the wood -
4 klas
1 [leslokaal] classroom2 [leerlingen] class3 [leerjaar] Bform, Agrade4 [afdeling met verschil in prijs en comfort] class♦voorbeelden:2 de beste/laatste van de klas zijn • be (at the) top/bottom of the classbij iemand in de klas zitten • be in the same class as someoneleerling uit de tweede klas • Bsecond-former, Asecond grader3 lagere/hogere klassen • Bjunior/senior forms, Alower/higher gradesin de vierde klas zitten • be in the fourth formtweede klas reizen • travel second classin klassen verdelen • classify, divide into classes6 alles eerste klas ! • all top quality!tweede klas • second-class -
5 slagen
1 [+ in/met] [het er goed afbrengen] 〈 met persoon als onderwerp〉 succeed (in), be successful (in) ⇒ 〈 informeel〉 pull off 〈 in het bijzonder moeilijke opgave〉4 [succes hebben, goed uitvallen] be successful♦voorbeelden:1 ben je erin geslaagd? • did you pull it off/manage?in een winkel (kunnen) slagen • (manage to) get what one wants in a shophij slaagt er altijd in mij kwaad te maken • he always manages to annoy me/succeeds in annoying mehij is voor zijn Frans geslaagd • he has passed (his) Frenchde tekening is goed geslaagd • the drawing has turned out well -
6 elkaar
1 each other, one another♦voorbeelden:elkaar helpen • help each otherzij lijken op elkaar • they look like/resemble one anothertwee touwen aan elkaar binden • tie two ropes togetherzij maakte het achter elkaar af • she finished it in one gohij heeft een uur achter elkaar gepraat • he went on talking for a whole hourachter elkaar staan • stand one behind the otherweken/uren achter elkaar • for weeks/hours on endvier keer achter elkaar • four times in a rowdrie boeken achter elkaar uitlezen • read three books one after the otherbij elkaar komen • meet, come togetherhij heeft ze niet allemaal bij elkaar • he's got a screw loosealles bij elkaar (genomen) • on the whole, all in allzij hebben 50 gulden bij elkaar kunnen leggen • they were able to raise 50 guilderszoveel geld heb ik nooit bij elkaar gezien • I've never seen so much money at oncemeer dan alle anderen bij elkaar • more than all the others put togetherwij blijven bij elkaar • we stick/keep togetherde kinderen lopen door elkaar • the children are running all over the placealles ligt door elkaar • everything is mixed up/confuseddoor elkaar raken • get mixed up/confusedhet verhaal zit goed/slecht in elkaar • the story is well/badly thought outzij werden het met elkaar eens • they came to an agreementze hadden met elkaar nog geen gulden • they didn't have a guilder between themze kwamen enkele minuten na elkaar binnen • they came in within a few minutes of each other/one anothernaast elkaar zitten/liggen/lopen • sit/lie/walk side by sidegetallen onder elkaar zetten • write/place figures in columnszij moeten dat onder elkaar maar uitmaken • they must sort that out amongst themselveswe zijn toch onder elkaar • after all we are by ourselveshet zijn vrienden onder elkaar • they are all friends (together)op elkaar liggen • lie one on top of the otherdingen tegen elkaar zetten/leggen/drukken • put/lay/press things togetherdie groep is uit elkaar gevallen • the group has split updie auto valt bijna (van ellende) uit elkaar • that car is falling apartze zijn uit elkaar gegroeid • they (have) drifted apart(personen of zaken) (goed) uit elkaar kunnen houden • be able to tell (people/things) apartuit elkaar gaan • 〈 gezelschap, commissie, jury〉 break up; 〈 vrienden, echtgenoten〉 split up/break up; 〈 menigte, betogers〉 disperseeen machine uit elkaar halen/nemen • strip down/dismantle a machinezij zijn familie van elkaar • they are relatedzij hebben veel van elkaar • they are very much alikehij heeft zijn zaakjes goed voor elkaar • he's got things fixediets niet voor elkaar kunnen krijgen • not manage (to do) somethinghet is voor elkaar • it has been taken care ofelkaar uit de weg gaan • avoid each other -
7 hoofd
1 [lichaamsdeel] head3 [persoon] head6 [(van personen) leider, meerdere] head ⇒ chief, leader, 〈 school〉 principal (teacher), 〈 school〉 headmaster 〈 mannelijk〉, headmistress 〈 vrouwelijk〉♦voorbeelden:een hoofd groter/kleiner zijn (dan) • be a head taller/shorter (than)met een kaal/rood hoofd • bald-headed/red-faced〈 figuurlijk〉 iets het hoofd bieden • stand/face up to something 〈 moeilijkheden〉; meet, defy 〈 concurrentie, aanvallen〉het hoofd buigen • 〈 figuurlijk〉 bow one's head, give in/submit (to)het hoofd in de nek gooien • 〈 letterlijk〉 fling/throw/toss back one's head; 〈 figuurlijk〉 bristle/bridle up〈 figuurlijk〉 het hoofd laten hangen • hang one's head, be downcasthet hoofd schudden bij/over • shake one's head at/overwat hangt ons nu weer boven het hoofd? • 〈 figuurlijk〉 what's hanging over our heads now?, what's in store for us now?〈 figuurlijk〉 hij groeit mij boven het hoofd • he's leaving me behind/standingheb je geen ogen in je hoofd! • can't you look where you're going?licht/zwaar in het hoofd zijn • be light-headed, have a heavy head〈 figuurlijk〉 met zijn hoofd in de wolken lopen • have one's head in the clouds; 〈 gelukkig zijn〉 walk on airiemand een verwijt naar het hoofd slingeren • hurl a reproach at someone('s head)het succes is hem naar het hoofd gestegen • success has gone to his head〈 figuurlijk〉 hij kreeg van alles naar zijn hoofd • 〈 figuurlijk〉 he had all kinds of abuse thrown at himeen beloning op iemands hoofd zetten • put a price on someone's headmen kon er wel over de hoofden lopen • it was choc-a-bloc with peopleiemand voor het hoofd stoten • offend someoneeen hoofd hebben als een boei • have a face as red as a beetroot2 uit het blote hoofd spreken • speak ad lib/off the cuff〈 figuurlijk〉 het hoofd verliezen/niet verliezen • lose/keep one's headhij heeft veel aan zijn hoofd • he has a lot of things on his mindje bent niet goed bij je hoofd! • you're out of your (tiny) minddat is mij door het hoofd gegaan/geschoten • it slipped my mindzich iets in het hoofd zetten • get something in(to) one's headhoe haalt hij het in zijn hoofd? • where does he get such an idea?zij kreeg het in haar hoofd om • she took it into her head tozoiets komt niet in mijn hoofd op • it would never enter my head/mind to do such a thingfeiten in zijn hoofd stampen • cramde drank stijgt hem naar het hoofd • the drink is going to his headiets uit het hoofd kennen • learn something by heart/roteik zal die gekheid wel uit mijn hoofd laten • I know better than to do something crazy like thatiemand iets uit zijn hoofd praten • talk someone out of somethingdat zou ik maar uit mijn hoofd zetten • I'd forget it if I were youuit het hoofd spelen/zingen • play/sing from memoryhet hoofd koel houden • keep one's head, stay level-headedper hoofd • per head/capitaper hoofd van de bevolking • per head of (the) population〈 spreekwoord〉 zoveel hoofden, zoveel zinnen • so many men, so many opinions〈 figuurlijk〉 hij stelde zich aan het hoofd van de beweging • he assumed the leadership of the movementaan het hoofd staan van • be at the head of; 〈 leger〉 be in command of; 〈 bedrijf, departement〉 be in charge of7 hoofdbureau • head/main officehoofdingang • main entranceuit hoofde van zijn functie van/als • in his capacity as -
8 kop
1 [deel van het dierlijk lichaam] head7 [afbeelding; iets met de gedaante van een kop] head8 [persoon] head9 [audio, video] head♦voorbeelden:kop dicht! • shut up!〈 figuurlijk〉 een houten kop hebben • have a hangover, have a thick headeen kale kop • a bald headzij is een kop kleiner dan hij • she's a head shorter than he iseen mooie kop met haar • a beautiful head of haireen rooie kop krijgen • go red, flushhou je kop! • shut up!, shut your trap!hij had zichzelf wel voor zijn kop kunnen slaan • he could have kicked himselfkop op! • chin/cheer up!〈 figuurlijk〉 op zijn kop krijgen • get a good scolding/telling-offje krijgt het niet al ga je op je kop staan • you're not going to get it no matter what you dozich voor de kop schieten • blow one's brains outzij kreeg een kop als vuur • she turned as red as a beetrootdat is een knappe kop • he is a smart fellowmet een kwaaie kop weglopen • leave in a huffiemand aan zijn kop zeuren • nag someonehij heeft het nu eenmaal in zijn kop • he has taken it into his headde kop van Overijssel • the north of Overijsselde kop van een spijker/hamer • the head of a nail/hammerde kop van een stoet/het peloton • the head of a procession/the platoon〈 sport〉 de kop nemen • take the lead, go into the leadop zijn kop staan • be topsy-turvy/upside downover de kop gaan/slaan • overturn, somersault〈 figuurlijk〉 over de kop gaan • go broke, foldeen kop en schotel • a cup and saucer6 grote/vette koppen • big/bold headlinesde koppen tellen • count headseen gerucht de kop indrukken • 〈 ook〉 squash/scotch a rumourde kop opsteken • surface, crop upde griep steekt weer de kop op • the flu is rearing its (ugly) head againiets op de kop (weten te) tikken • (manage to) pick something up, (manage to) get hold of something/come by somethinghet is vijf uur op de kop af • it is exactly five o'clock -
9 opnemen
2 [op zich nemen] take on3 [weer opvatten] resume4 [laten afschrijven] withdraw5 [beoordelen] take6 [opvatten] take8 [nauwkeurig opmeten] measure (up)10 [weghalen] take/pull/tear up17 [opvegen] mop/wipe up♦voorbeelden:het vloerkleed opnemen • take up the carpet4 ƒ200,- opnemen • withdraw Dfl200,-een lening opnemen • take out a loaneen snipperdag opnemen • take the/a day offiets goed opnemen • take something wellhoe zou hij het opnemen? • how would he take it?iets hoog opnemen • not take kindly to somethingiets verkeerd opnemen • take something the wrong way7 iets goed opnemen • take a good look at/stock of somethingiemand nauwkeurig opnemen • observe/look at someone closelyiemand onderzoekend opnemen • scrutinize someonescherp/wantrouwend opnemen • eye sharply/keenly/suspiciouslyzij nam hem op van top tot teen • she looked him up and downop de band opnemen • tape, recordop de video opnemen • (video-)recordde tijd opnemen (van) • time a personin de stukken/notulen opnemen • enter in the documents/minutesnieuwe woorden opnemen in een woordenboek • enter new words in a dictionarylaten opnemen in een ziekenhuis • hospitalizeiets niet opnemen • leave out, omiteen clausule in een contract opnemen • insert a clause in a contractin het ziekenhuis opgenomen worden • be admitted to hospitalopnemen in een catalogus • put in a cataloguenamen in een lijst opnemen • include names on a list, list namesopnemen onder de rubriek …/in een rubriek • include under the heading …/in a columniemand als lid in een club opnemen • admit someone as a member of a club15 hij neemt alles heel snel/gemakkelijk op • he's very receptive/quick on the uptakeiets goed in zich opnemen • take something in18 deze spons neemt veel water op • this sponge takes up a lot of water/is very absorbenthet tegen iemand opnemen • take someone onhij kan het tegen iedereen opnemen • he can hold his own against anyonehet tegen anderen moeten opnemen • have to compete against othershet voor iemand/iets opnemen • make a stand for someone/something, speak/stick up for someone/something -
10 als overwinnaar uit de strijd komen
als overwinnaar uit de strijd komenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > als overwinnaar uit de strijd komen
-
11 borst
I 〈de〉3 [met betrekking tot vrouwen] breast♦voorbeelden:1 een platte/ronde/brede borst hebben • be flat-/barrel-/broad-chesteduit volle borst zingen • sing at the top of one's voiceborst vooruit! • chest out! shoulders back!iemand aan de borst drukken • clasp someone to one's bosomeen kind de borst geven • breast-feed a childII 〈 de (mannelijk)〉♦voorbeelden: -
12 dak
1 roof♦voorbeelden:een gewelfd dak • a vaulted roofeen plat dak • a flat roofeen schuin/aflopend dak • a pitched/sloping roofeen dak boven het hoofd hebben • have a roof over one's headonder dak komen • find accommodation/shelterhij is onder dak • 〈 letterlijk〉 he has found shelter; 〈 figuurlijk〉 he is settled/set up (for life)onder één dak wonen • live under one/the same roof, live in the same houseiemand tijdelijk onder dak brengen • find temporary accommodation for someonetoeristen onder dak brengen • find accommodation for/house touristsiemand/iets op zijn dak schuiven • lay/put the blame on someoneiemand op zijn dak vallen • descend on someonehet viel me koud op mijn dak • I was quite unprepared for it, it gave me quite a turn/startiemand de politie op zijn dak sturen • put the police on to someonehij kreeg (daarvoor) de politie op zijn dak • he got the police down on him〈 figuurlijk〉 iets van de daken verkondigen/schreeuwen • shout/proclaim something from the housetops/rooftopshet gaat van een leien dakje • it's plain sailing (all the way), it's as easy as falling off a log, it's a piece of cakega nu maar gauw op het dak zitten • you must be kidding!, tell it to the marines!¶ uit je dak gaan • go crazy/out of one's mind -
13 geheim
geheim1〈 het〉1 [het verborgen zijn] secrecy2 [zaak die geheim is] secret3 [mysterie] mystery♦voorbeelden:in het geheim • secretlyeen groot geheim • a big secreteen publiek geheim • an open secreteen geheim afluisteren/toevertrouwen/bewaren • overhear/confide/keep a secretgeen geheimen hebben voor iemand • hold no secrets for someoneergens geen geheim van maken • make no secret of somethingeen geheim verklappen • let the cat out of the bag————————geheim24 [aan slechts weinigen bekend] secret♦voorbeelden:1 dat moet geheim blijven • this must remain private/a secretgeheime stemming • secret vote, voting by secret ballot5 de geheime politie/dienst • secret police/serviceII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 alles ging geheim in zijn werk • everything was done in secret/in private -
14 helemaal
2 [met betrekking tot een plaatsaanduiding] 〈 met betrekking tot plaats〉 right; 〈 met betrekking tot afstand〉 all the way♦voorbeelden:helemaal nat zijn • be wet through, be drenched/soakedben je nu helemaal? • are you completely out of your mind?hij draaide zich helemaal om • he turned completely/right rounddie speler heeft het helemaal • that player has really got what it takesdat is het helemaal • that's the workseen boek helemaal lezen • read a book from cover to cover/right to the endzij waren helemaal weg van het concert • they were wild/crazy about the concertdit huis was het helemaal voor ons • this house was just what we wantedhelemaal niets • nothing at allhet kan mij helemaal niets schelen • I couldn't care lesshelemaal niet • absolutely notniet helemaal juist • not quite correctik ben nog niet helemaal overtuigd • I'm not altogether convinced yethelemaal opnieuw moeten beginnen • have to start all over againhelemaal in het begin • right at the (very) beginning/startde bruid was helemaal in het wit • the bride was all in whiteik heb helemaal geen zin • I don't feel like it at allhelemaal aan het eind van de zaal • right at the back of/at the far end of the hallhelemaal in het noorden • way up in the Northhelemaal tot het eind(e) • right to the (very) enddat pakje komt helemaal uit Amerika • that parcel has come all the way from America -
15 het winnen
het winnen〈 ook〉 be out on top -
16 hijsen
♦voorbeelden:de vlag (in top) hijsen • hoist/run up the flagzich uit een stoel hijsen • heave oneself out of a chair1 [(veel) drinken] booze♦voorbeelden: -
17 hoed
1 [hoofddeksel] hat♦voorbeelden:een hoge hoed • a top hatde hoed afnemen • take off one's hatzijn hoed afzetten • remove one's hatde hoed diep in de ogen zetten • pull one's hat down over one's eyes -
18 keihard
2 [onaandoenlijk] hard, tough3 [zeer luid] 〈zie voorbeelden 3〉♦voorbeelden:die stopverf is keihard • that putty is as hard as rockkeihard weghollen • run away at full pelt/speedkeiharde onderhandelingen • hard bargainingzich keihard opstellen • take a firm/strong linehet keihard spelen • go all out, play to win(iemand) keihard zeggen waar het op staat • give it to someone straighthij is een keiharde • 〈 uiterst zakelijk〉 he's a hard/tough one, he's as hard as nails; 〈 hij kan veel pijn verdragen〉 he's toughde radio stond keihard aan • the radio was on full blast/was blaring away -
19 maken
3 [scheppen] make, create4 [in een toestand/positie brengen] make5 [uitvoeren, doen plaats hebben] make ⇒ do7 [bedragen] make, be8 [veroorzaken] cause♦voorbeelden:een gebroken schaal maken • mend a broken dishzijn auto laten maken • have one's car repaired/fixedcider wordt van appels gemaakt • cider is made from appleseen tafel die van hout/staal is gemaakt • a table made of wood/steel4 iemand voorzitter maken • make/appoint someone chairmaniemand dood/blind maken • kill/blind someonemaak het kort • make/keep it shortiemand wanhopig maken • drive someone to despairzoiets maakt me woest! • this kind of thing really drives me up the wallhet is maar wat je ervan maakt • it all depends on what you do with/make of iter het beste van maken • make the most of ithij maakt er niet veel van • he is not doing too well, he is making a bit of a mess of ithij maakt er nog niet veel van • he is not very good at it yetervan maken wat ervan te maken valt • make the best of a bad jobhij zal het niet lang meer maken • he is not long for this worldergens een werkplaats van maken • turn something into a workshopje hebt daar niets te maken • you have no business therehij kan mij niets maken • he's got nothing on meje hebt het ernaar gemaakt • you've asked for it6 veel geld maken • make/earn a lot of money8 slachtoffers maken • lead to fatalities/casualtieshet slechte weer maakte dat ze de trein miste • the bad weather caused her to miss the trainje hebt er niets mee te maken • it is none of your businessdat heeft er niets mee te maken • that's got nothing to do with itdan krijg je met mij te maken • in that case you'll have to deal with meze wil niets meer met hem te maken hebben • she doesn't want anything more to do with himmoeder en kind maken het goed • mother and baby are doing wellhij maakt het slecht • he is not (doing too) wellik weet het goed gemaakt • I'll tell you what, I'll make you an offerhoe maakt u het? • how do you do?hoe maakt je broer het? • how is your brother?van een vijf een zes maken • change/turn a five into a sixmaak dat je wegkomt! • get out of here! -
20 overheen
1 [over iets uitgespreid; uitstekend] over3 [langs de oppervlakte] across, over4 [verder dan een grens] past♦voorbeelden:er/ergens overheen stappen • step over it/something; 〈 figuurlijk〉 pass over it/something, overlook it/something〈 figuurlijk〉 zich ergens overheen zetten • overcome something, get over it3 er een doek/dweil overheen halen • run a cloth/mop over ittwee jaar zijn er overheen gegaan • it is two years past¶ ergens overheen lezen • miss/overlook something, read past somethingergens overheen praten • change the subject, skip over a subject
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Top out — (Building) To top off; to finish by putting on a cap of top (uppermost) course (called a {top ping out course}). [Webster 1913 Suppl.] … The Collaborative International Dictionary of English
top out — ► top out 1) put the highest structural feature on (a building). 2) reach an upper limit. Main Entry: ↑top … English terms dictionary
top-out — «TOP OWT», noun. the completion of the skeleton structure of a building being erected … Useful english dictionary
top out — verb 1. give up one s career just as one becomes very successful The financial consultant topped out at age 40 because he was burned out • Hypernyms: ↑leave office, ↑quit, ↑step down, ↑resign • Verb Frames: Somebody s … Useful english dictionary
top out — UK US top out Phrasal Verb with top({{}}/tɒp/ verb [T] ( pp ) ► to reach the highest point in a continuously changing level that is about to start becoming less again: »House prices have topped out. top out at sth »Cash bonuses top out at… … Financial and business terms
top out — phrasal verb [intransitive] Word forms top out : present tense I/you/we/they top out he/she/it tops out present participle topping out past tense topped out past participle topped out if a rate or an amount tops out, it reaches its highest level… … English dictionary
top out (at something) — ˌtop ˈout (at sth) derived if sth tops out at a particular price, speed, etc. it does not rise any higher • Inflation topped out at 12%. Main entry: ↑topderived … Useful english dictionary
top out — reach an upper limit. → top … English new terms dictionary
top out — record breaking demand, maximum requests, much demand … English contemporary dictionary
top — Ⅰ. top [1] ► NOUN 1) the highest or uppermost point, part, or surface. 2) a thing placed on, fitted to, or covering the upper part of something. 3) (the top) the highest or most important rank, level, or position. 4) the utmost degree: she… … English terms dictionary
top — top1 [täp] n. [ME < OE topp, akin to ON toppr, tuft, top, Ger zopf, tuft of hair, summit] 1. Obs. a) a tuft of hair b) the hair of the head 2. the head, or crown of the head: now chiefly in top to toe 3 … English World dictionary