-
1 bijvoeglijk naamwoord
adjectif -
2 een bijvoeglijk naamwoord
-
3 bijvoeglijk
♦voorbeelden:bijvoeglijk gebruikt • employé adjectivement -
4 naamwoord
♦voorbeelden:een zelfstandig naamwoord • un substantif -
5 scherp
scherp1〈 het〉♦voorbeelden:met scherp schieten • tirer à balles————————scherp2♦voorbeelden:een scherp potlood • un crayon pointuscherpe trekken • traits en lame de couteaumaak die punt wat scherper • aiguise un peu cette pointeeen scherp licht • une lumière cruescherpe pijnen • douleurs aiguësde wind is scherp • le vent est âpreiemand scherp bekritiseren • critiquer qn. violemmentscherp gekant zijn tegen • être fortement hostile àscherp reageren • réagir avec véhémencescherp uitvallen • se répandre en invectiveszich scherp aftekenen tegen • se détacher suriets scherp uit laten komen • accentuer qc.scherp horen • avoir l'oreille finescherp luisteren • tendre l'oreillescherp zien • avoir la vue perçanteeen scherp verhoor • un interrogatoire serréscherp beoordelen • juger sévèrementscherp concurreren • faire une concurrence acharnéeeen bocht scherp nemen • prendre un virage à la corde -
6 los
2 [niet bevestigd, gebonden] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 détaché; 〈 verwijderbaar〉 amovible; 〈 niet gebonden〉 défait♦voorbeelden:een losse tand • une dent qui branleer is een schroef los • une des vis s'est desserréehaar hoest werd losser • sa toux devenait plus grasseeen losse voering • une doublure amoviblealles wat los en vast zit • tout le saint-frusquinde hond is los • le chien n'est pas attachéde leeuw is los • le lion s'est échappélos! • lâche(z)!→ link=zand zandlosse melk • lait en vraclos werk • du travail occasionnellos werkman • ouvrier à la journéethee wordt bijna niet meer los verkocht • le thé ne se vend pratiquement plus au poidsdat is niet los te denken van • c'est indissociable delos van • abstraction faite de¶ ze leven er maar op los • 〈 zonder nadenken〉 ils vivent au jour le jour; 〈 bandeloos〉 ils mènent une vie de bâton de chaiseer gemakkelijk op los slaan • avoir la main leste -
7 druk
druk1〈de〉♦voorbeelden:een gebied van hoge druk • un anticyclonedruk uitoefenen • faire pression (sur)iemand onder druk zetten • faire pression sur qn.onder druk leven • vivre sous tensiononder de druk der omstandigheden handelen • agir sous la pression des circonstanceseen druk op de knop is voldoende • il suffit de presser le boutonoorlog door een druk op de knop • guerre presse-boutonin druk verschijnen • paraîtrede tweede druk • la seconde édition————————druk2♦voorbeelden:een drukke zaak • un commerce actifdruk aan het schrijven zijn • être très occupé à écrirehij is druk aan het werk • il travaille intensémenthij is erg druk • il est très affairéhij is erg druk • il ne tient pas en placehet was er erg druk • il y avait un monde foueen druk bezocht college • un cours très suivizich niet druk maken • ne pas s'en fairedruk praten • parler en gesticulantdie kinderen zijn te druk • ces enfants sont fatigants -
8 rond
rond1♦voorbeelden:rond maken • arrondirde zaak is rond • l'affaire est concluerond voor zijn mening uitkomen • afficher ses opinionshij keek angstig in het rond • il regardait anxieusement autour de lui→ link=bewoordingen bewoordingen————————rond2〈 voorzetsel〉1 [algemeen] autour de2 [omstreeks] vers♦voorbeelden:hij is rond de dertig • il a la trentaine -
9 flauw
♦voorbeelden:flauwe soep • soupe fadeeen flauw licht • une lueur pâleflauwe tegenstand • faible résistanceeen flauw vermoeden van iets hebben • soupçonner vaguement qc.ik ben flauw van de honger • je meurs de faimdoe niet zo flauw • ne fais pas l'enfanteen flauwe glooiing • une pente douce -
10 plat
plat1〈 het〉♦voorbeelden:————————plat2♦voorbeelden:een korte platte neus • un nez épatéeen plat vlak • une surface planeplat op de buik • à plat ventre〈 figuurlijk〉 iemand plat krijgen • arriver à retourner qn.de patiënt moet twee weken plat • le malade doit garder le lit pendant deux semainesplat op de grond vallen • s'aplatir de tout son longplatte taal • un langage vulgairezich plat uitdrukken • s'exprimer grossièrement7 ik ben er plat voor • je suis pour à 100 % -
11 ruw
1 [niet glad] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 rugueux 〈v.: rugueuse〉; 〈m.b.t. stof, huid〉 rêche; 〈 bijwoord〉 avec des inégalités3 [globaal; onbeschaafd] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 grossier 〈v.: grossière〉; 〈 bijwoord〉 grossièrement♦voorbeelden:in ruwe trekken • grosso modoiets ruw afbreken • rompre qc. brutalementiemand ruw behandelen • rudoyer qn.een ruwe wind • un vent âpre -
12 helder
♦voorbeelden:helder klinken • sonner clair〈 figuurlijk〉 iets in een helder licht plaatsen • mettre qc. en pleine lumièrehelder maanlicht • un beau clair de luneheldere ogen • un regard limpidehelder wit • d'un blanc éclatantde zon schijnt helder • le soleil brille avec éclateen heldere hemel • un ciel claireen heldere sterrennacht • une nuit étoiléebij helder weer • par temps clairiets helder voor ogen hebben • avoir une chose présente à l'espritiets helder inzien • voir clairement qc.die zaak is mij niet helder • je ne vois pas clair dans cette affairehet wordt wat helderder • le ciel se dégagehij heeft een helder oordeel • c'est un homme lucidehelder kunnen denken • avoir toute sa tête -
13 lam
lam1〈 het〉♦voorbeelden:als een lam ter slachtbank geleid worden • se laisser égorger comme un moutonzo gedwee, mak als een lam • doux comme un agneau————————lam22 [stukgedraaid] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 fou/fol/folle♦voorbeelden:iemand lam slaan • battre qn. comme plâtrezich (half) lam werken • travailler comme une bête de sommeeen lamme vent • un type barbant -
14 slap
4 [niet doortastend, flink] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 mou/mol/molle♦voorbeelden:de zeilen hangen slap • les voiles pendentde armen slap laten hangen • être les bras ballantshet touw hangt slap • la corde est lâcheslap worden • s'amollirslappe spieren • muscles peu développészich slap lachen • se tordre (de rire)zich slap voelen • se sentir faiblezich slap in de benen voelen • se sentir les jambes faiblesde huid wordt slap • la peau se distendslap van de warmte zijn • être accablé par la chaleur -
15 vlot
vlot1〈 het〉————————vlot2♦voorbeelden:een paar vlotte krabbels • quelques croquis rapidement tracéseen vlotte pen • une plume facileeen vlotte stijl • un style coulantdat boek laat zich vlot lezen • ce livre se lit facilementeen les vlot opzeggen • réciter une leçon d'un seul traitvlot schrijven • écrire avec facilitévlot spreken • parler avec aisanceeen vlot verloop hebben • se dérouler sans encombrevlot antwoorden • avoir la répartie facilevlot verkocht worden • se vendre facilementhij is wat vlotter geworden • il s'est dégourdi un peu -
16 zeker
zeker1♦voorbeelden:1 iets op een zekere plaats opbergen • mettre qc. en lieu sûr(op) zeker spelen • jouer sur du velourshet zekere voor het onzekere nemen • ne pas lâcher la proie pour l'ombreiets zeker weten • être certain de qc.zeker weten! • pour sûr!het is zo zeker als 2 + 2 vier is • c'est aussi sûr que 2 et 2 font quatreergens zeker van zijn • être sûr de qc.je bent daar zeker van stralend weer • tu es assuré d'y avoir un temps splendide————————zeker21 certain♦voorbeelden:zekere heren willen altijd wat aanmerken • il y en a qui ont toujours qc. à redireeen zekere toon aannemen • prendre un certain toneen zekere vrees • une certaine craintezo zeker als tweemaal twee vier is • c'est sûr comme deux et deux font quatre————————zeker3♦voorbeelden:¶ wel zeker! • certainement! -
17 benauwd
2 [de ademhaling belemmerend] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 oppressant; 〈 bijwoord〉 de manière oppressante♦voorbeelden:het is benauwd warm • il fait une chaleur étouffante -
18 boos
♦voorbeelden:1 een boze blik op iemand werpen • jeter un regard furieux sur qn.boos blijven op iemand • continuer à bouder qn.zich boos maken • se mettre en colèreje moet niet boos worden • ne te fâche pasvreselijk boos worden • se fâcher tout rougezich boos maken om iets • s'énerver à propos de qc.hij is boos op zichzelf • il est mécontent de luiboos worden op iemand • se mettre en colère contre qn.ze zijn boos op elkaar • ils sont fâchésboos zijn over iets • être fâché de qc. -
19 dik
2 [van aanzienlijke omvang] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 gros/grosse♦voorbeelden:een dikke mist • un brouillard épaisdik gezaaid • semé druhet er dik bovenop leggen • forcer la dosehet ligt er dik bovenop • ça crève les yeuxdat zit er dik in • il n'y a pas l'ombre d'un doutedik in iets zitten • avoir qc. en abondanceeen dik uur • plus d'une heureeen dikke voldoende • largement la moyennedik tevreden (zijn) • (être) très satisfaitiemand dik verslaan • battre qn. de loineen dikke tien jaar geleden • il y a largement dix ans't is dik in orde • pas de problèmesdat komt dik voor elkaar, mekaar! • sans problèmes!5 dikke vrienden, maatjes zijn • être très ami(s) (avec qn.)het is dik aan tussen hen • c'est le grand amour entre euxdik doen • faire l'importantdik gekleed zijn • être habillé chaudementzich dik maken (over iets) • se faire du mauvais sangzich niet dik maken • ne pas s'en faire -
20 gek
gek1〈de〉♦voorbeelden:ja, ik ben daar gek! • tu me prends pour quoi?met iemand, iets de gek steken • tourner qn., qc. en ridiculehet is zoveel waard als een gek ervoor wil geven • une chose vaut autant que ce que l'acquéreur en donneiemand voor de gek houden • se payer la tête de qn.zichzelf voor de gek houden • refuser de voir les choses en facevoor gek staan • avoir l'air ridiculeiemand voor gek zetten • ridiculiser qn.voor gek lopen • avoir l'air d'un fourijden als een gek • conduire comme un foudat is te gek om los te lopen • c'est trop fort〈 spreekwoord〉 één gek kan meer vragen dan tien wijzen kunnen beantwoorden • un fou fait plus de questions qu'un sage (ne donne) de raisons〈 spreekwoord〉 gekken en dwazen schrijven hun namen op deuren en glazen • les murailles sont le papier des fous→ link=buurman buurman————————gek21 [krankzinnig] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 fou/fol/folle♦voorbeelden:1 ik ben me daar gek! • je ne suis pas fou, moi!ben je gek • ça va pas?het is om gek van te worden • c'est à devenir fouzich gek zoeken naar iets • se donner un mal fou pour trouver qc.ik word gek van hem • il me rend fou2 ben je gek! • tu es fou!hij is er gek genoeg voor • il en est bien capablehij is zo gek nog niet als hij er (wel) uitziet • il n'est pas aussi bête qu'il en a l'airdat lijkt me niet gek • ça n'est pas bêtedat is lang niet gek • ce n'est pas si bête que çagekke streken uithalen • faire des bêtiseswat een gekke vent! • quel drôle de type!je kunt het zo gek niet bedenken, verzinnen of … • on a beau se creuser la cervelle, mais …doe maar gewoon, dan doe je (al) gek genoeg • arrête de faire l'imbécilegek staan, zitten te kijken • tomber de (son) hautergens gek van opkijken • en ouvrir de grands yeuxiets geks zeggen • dire qc. d'idiotdat is te gek om los te lopen • c'est complètement idiotdat is van de gekke • c'est complètement dinguehet gekke van de zaak is … • ce qu'il y a de drôle dans l'affaire, c'est que …→ link=oud oudgek zijn op aardbeien • adorer les fraiseshet is nog niet zo gek lang geleden • il n'y a pas si longtemps¶ het moet al gek gaan als … • ce serait bien le diable si …dat is niet gek • c'est pas malte gek, zeg! • terrible!een te gekke meid • une fille du tonnerre
См. также в других словарях:
Holländische Sprache — Niederländisch Gesprochen in Siehe unter „Offizieller Status“, des Weiteren in Indonesien und nur mundartlich in Frankreich (Nord Pas de Calais) und Deutschland (Nördlicher Niederrhein). Sprecher ca. 26 Millionen Linguistische Klassifikation … Deutsch Wikipedia
Niederländisch-Flämische Sprache — Niederländisch Gesprochen in Siehe unter „Offizieller Status“, des Weiteren in Indonesien und nur mundartlich in Frankreich (Nord Pas de Calais) und Deutschland (Nördlicher Niederrhein). Sprecher ca. 26 Millionen Linguistische Klassifikation … Deutsch Wikipedia
Niederländische Sprache — Niederländisch (Nederlands) Gesprochen in Siehe unter „Offizieller Status“, des Weiteren in Indonesien und nur dialektal in Frankreich (Nord Pas de Calais) und Deutschland (Nördlicher Niederrhein). Sprecher ca. 26 Millionen Linguistische… … Deutsch Wikipedia