-
1 voornamelijk
-
2 voornamelijk
1 mainly, chiefly, principally -
3 voornamelijk
главным образом; прежде всего; в основном; в значительной степени (мере)* * *нареч.общ. в особенности, главным образом, особенно, прежде всего -
4 voornamelijk
I.hauptsächlichII.vornehmlichIII.vorwiegend -
5 voornamelijk
adv. especially, chiefly, mainly, mostly -
6 voornamelijk
• chiefly• mainly• principally -
7 voornamelijk
özellikle adv -
8 voornamelijk
particulièrement, principalement, surtout -
9 osobito
voornamelijk -
10 chiefly
voornamelijk -
11 mainly
voornamelijk -
12 principally
voornamelijk -
13 good
adj. goed; aangenaam; plezierig; eerlijk, rechtschapen; waard zijn--------adv. goed, op een goede manier--------n. goedheid; winst; goederengood1[ goed]1 goed ⇒ welzijn, voorspoed4 goedheid ⇒ verdienste, deugd(zaamheid)♦voorbeelden:for the common good • voor het algemeen welzijnit will do him all the good in the world • hij zal er erg van opknappen/opkikkerenhe will come to no good • het zal slecht met hem aflopenfor his (own) good • om zijn eigen bestwilwhat is the good of it? • wat voor nut heeft het?it's no good • het heeft geen zin, het wordt niks〈 vaak ironisch〉 much good may it do you! • dat het je wel bekome!, geluk ermee!¶ for good (and all) • voorgoed, voor eeuwig (en altijd)→ bad bad/II 〈 meervoud〉4 〈vaak attributief; voornamelijk Brits-Engels〉 goederen 〈 voor treinvervoer〉 ⇒ 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 vracht♦voorbeelden:¶ by goods • per/met de goederentrein————————good21 goed ⇒ kwaliteitsvol; knap, kundig2 goed ⇒ prijzenswaardig; correct, juist3 goed ⇒ fatsoenlijk, betrouwbaar4 aardig ⇒ lief, goed; gehoorzaam5 goed ⇒ aangenaam, voordelig; lekker, smakelijk, gezond♦voorbeelden:good looks • knapheidgood sense • gezond verstandgood soil • vruchtbare bodem/grondgood for you, 〈Brits-Engels; gewestelijk〉good on you • goed zo, knap (van je)good English • goed/correct Engelsmy watch keeps good time • mijn horloge loopt gelijkall in good time • alles op zijn tijdmake good • het er goed afbrengen, het maken, slagen 〈 voornamelijk financieel〉; goedmaken; vergoeden 〈 schulden〉; nakomen, vervullen 〈 belofte〉 • herstellen 〈 schade〉be good for a laugh • grappig zijn, een lachje waard zijn(in) good faith • (te) goede(r) trouwmake good one's escape • slagen in een ontsnappinggood humour • opgewektheidgood nature • goedaardigheidput in a good word for, say a good word for • een goed woordje doen voor, aanbevelenbe good enough (to) • wees zo vriendelijk, gelievebe so good as to • wees zo vriendelijk, gelieveit's good of you to help him • het is aardig van u om hem te helpen5 beer is not good for her/her health • bier is niet goed/gezond voor haargood buy • koopje, voordeeltjethrough the good offices of • door de goede diensten van, met behulp vangood afternoon • goedemiddaggood evening • goedenavondgood morning • goedemorgengood night • goedenacht, welterustenhave a good time • zich amuserengood times • goede/voorspoedige tijdenit is good to be alive • leve het leven, het leven is verrukkelijkkeep good • goed/vers blijventoo good to be true • te mooi om waar te zijn6 a good excuse • een goed/geldig excuusthis rule holds good • deze regel is van kracht/geldt (nog)stand a good chance • een goede kans makena good deal/many • heel wata good hour/ten miles • ruim een uur/tien mijla good while • een hele poos, geruime tijd¶ 〈 spreekwoord〉 a good tale is none the worse for being told twice • goed nieuws mag best vaak verteld worden〈 spreekwoord〉 there is many a good tune played on an old fiddle • iemands leeftijd zegt vaak niets over wat hij nog kan presterenbe in someone's good books • bij iemand in een goed blaadje staanthere's a good boy/girl/fellow • wees nu eens lief, toe nouGood Friday • Goede Vrijdaggood God! • goeie genade!, gossiemijne!as good as gold • erg braaf/lief 〈 van kind〉have a good head on one's shoulders • een goed verstand hebbengood heavens! • goeie/lieve hemel!neither fish, flesh, nor good red herring • vlees noch viskeep good hours • op tijd naar bed gaanmake someone appear in a good light • iemand in een gunstig daglicht stellengood luck • (veel) gelukstroke of good luck • buitenkansjehave a good mind to • veel zin hebben inthrow good money after bad • goed geld naar kwaad geld gooien, het ene gat met het andere stoppenin good spirits • opgewekt, blijit's a good thing that • het is maar goed datit's a good thing to … • het is verstandig om …a good thing too! • maar goed ook!, het is maar gelukkig ook!too much of a good thing • teveel van het goedemake good time • goed/lekker opschietendo someone a good turn • iemand een dienst bewijzengood old Harry • (die) goeie ouwe Harryas good as • zo goed als, nagenoegbe good at • goed/knap zijn inbe good for £100,000 • 100.000 pond kunnen betalen, goed zijn voor 100.000 pondbe good for another couple of years • nog wel een paar jaar meekunnen/meegaan————————good3〈 bijwoord〉 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉1 goed♦voorbeelden:1 she is doing good • ze doet het goed, ze gaat lekkerthings are going good • het gaat goed¶ good and … • heel erg … -
14 ver
I 〈 bijwoord〉1 [met betrekking tot ruimte/tijd] 〈 voornamelijk in ontkennende en vragende zinnen〉 far; 〈 in bevestigende zinnen〉 a long way2 [in hoge mate] far, way; 〈 na werkwoord〉 by far, by a long way♦voorbeelden:ver gevorderd zijn • be well advancedhij heeft het ver geschopt • he's come a long wayde vakantie is nog ver • the holidays are still a long way offhet zou te ver voeren om … • it would be going too far to …ver vooruitzien • look well/way aheadhoe ver is het nog? • how much further is it?hoe ver ben je met je huiswerk? • how far have you got with your homework?in hoe ver • how far, to what extentdat gaat te ver! • 〈 ook〉 that is the limit!je zoekt het te ver • you're missing the pointver weg • a long way away/off, far away/offhet is zo ver! • here we go, this is itmaar zo ver zijn we nog (lang) niet • but we haven't reached that stage yetben je zo ver? • (are you) ready?die dagen liggen ver achter ons • those days are long pasttot ver in het binnenland • well inland, deep into the interiorvan ver komen • come a long way/from distant partszijn tijd ver vooruit zijn • be way ahead of one's timeII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [op grote afstand gelegen; ook in de tijd; niet spoedig vervulbaar] 〈 voornamelijk attributief〉 distant; 〈 voornamelijk predicatief〉 far ⇒ 〈 attributief〉 far-off/-away, 〈 predicatief〉 far off/away2 [zich uitstrekkend over een grote afstand] 〈 voornamelijk attributief〉 distant; 〈 voornamelijk predicatief〉 far ⇒ 〈 predicatief〉 a long way3 [komend van verre; niet nauw verwant] distant♦voorbeelden:1 verre landen • distant/far-off countriesde verre toekomst • the distant futurein een ver verleden • in some distant/remote pasteen ver vooruitzicht • a distant/remote prospect -
15 do
n. feest; doen (grammatika, gebiedende wijs), bedrog--------v. doen; voldoende zijn; klaarkomen; spelen; voor de gek houdendo1[ doe:] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: ook do's〉♦voorbeelden:→ fair fair/————————do21 doen ⇒ handelen, zich gedragen4 klaar zijn ⇒ opgehouden zijn/hebben5 geschikt/bruikbaar zijn ⇒ voldoen, volstaan♦voorbeelden:1 don't! • niet doen!, schei uit!he did well to refuse that offer • hij deed er goed aan dat aanbod te weigerenshe was hard done by • zij was oneerlijk behandelddo well/badly by someone • iemand goed/slecht behandelendo as you would be done by • wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet〈 spreekwoord〉 do as you would be done by • wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander nietdo as you please • doe wat je wilt2 how do you do • aangenaam, hoe maakt u hetbusiness is doing well • de zaken gaan goedhe is doing well • het gaat goed met hemdo well out of selling souvenirs • aardig profiteren van het verkopen van souvenirs〈 informeel〉 he made a pass at her, but nothing doing • hij probeerde haar te versieren, maar geen kanswhat's doing in London? • wat is er in Londen te doen?4 have done! • schei uit!Jack had done with eating • Jack was klaar met etenhave done with it • er de brui aan gegeven hebbenthe dress must be made to do for a while yet • deze jurk moet nog een poosje meegaanit doesn't do to worry like that • het haalt niets uit je zo'n zorgen te makenit doesn't do to say such things • zoiets hoor je niet te zeggennothing doing • het haalt niets uitthat will do! • en nou is 't uit!it will do tomorrow, tomorrow will do • morgen kan ook nog/is het ook goedJoan will do as my helper • Joan kan ik als mijn helper gebruikenthat coat will do as/for a blanket • die jas kan (wel) als deken dienenthat will do for me • dat is wel genoeg voor mijdo well/badly for something • goed/slecht voorzien zijn van ietshe can (make) do with very little food • hij heeft maar weinig eten nodigthey'll have to do with what they've got • ze zullen het moeten doen met wat ze hebbenI can't do without music • ik kan niet zonder muziek〈 informeel〉 do away with • wegdoen/gooien, een eind maken aan; afschaffen 〈 doodstraf, instituut e.d.〉〈 informeel〉 do away with someone • iemand uit de weg ruimen, iemand afmakenhow does this jacket do up? • hoe gaat dit jasje dicht?〈Brits-Engels; informeel〉 do for someone • het huishouden doen voor iemand, werkster zijn bij iemand〈 informeel〉 I'm done for • ik ben er geweest, het is met mij gedaan〈 informeel〉 what will we do for water? • hoe komen we aan water?I could do with a few quid • ik zou best een paar pond kunnen gebruikenit's got nothing to do with you • jij staat erbuitenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 bezig zijn met 〈iets concreets/bestaands〉 ⇒ doen; opknappen, in orde brengen, herstellen; oplossen 〈puzzels e.d.〉; studeren 〈enz.〉3 maken ⇒ doen ontstaan/worden4 (aan)doen ⇒ geven, veroorzaken11 handelen in ⇒ verkopen, hebben♦voorbeelden:do one's best • zijn best doendo business with • zaken doen metdo a concert • een concert gevendo a dance • een dans uitvoerendo exams • examens afleggen/doendo hard work • hard werkendo some skiing • een beetje skiënhe did all the talking at the meeting • hij voerde steeds het woord op de vergaderingif you want to go, do it now • als je wilt gaan, doe het dan nuit isn't done • zoiets doet men nietit does something for/to me • het doet me wat, het geeft me een kickthat embroidered M does something for/to your dress • die geborduurde M geeft je jurk net dat beetje extrawhat can I do for you? • wat kan ik voor je doen?; 〈 in winkel〉wat mag het zijn?well done! • goed zo!, knap gedaan!2 I still have to do the bedroom/dishes • ik moet de slaapkamer/vaat nog doendo a degree • studeren voor een (universitaire) graaddo one's duty • zijn plicht doendo one's face • zijn gezicht/zich opmakendo psychology • psychologie studerenthey did the dining room in blue and white • zij hebben de eetkamer in blauw en wit ingerichtdo his service • in dienst zijnhave one's teeth done • zijn tanden laten nakijken/behandelendo the windows • de ramen lappendo out • grondig onder handen nemen/schoonmaken/opruimendo a room over • de kamer weer eens opknappendo up the kitchen • de keuken opknappendo up (in) a parcel • een pakje maken (van)do a house up • een huis renoveren/restaurerenshe did her hair up • ze stak haar haar opdo oneself up • zich opmaken, zich opdoffendo an omelette • een omelet bakkendo a story • een verhaal schrijvendo a translation • een vertaling makendo wonders • wonderen verrichtendo someone a favour • iemand een dienst bewijzenit does me good • het doet me goed〈 ironisch〉 much good may it do you! • veel geluk ermee!it does one no harm • het kan geen kwaadthe girls were really done • de meisjes waren bekafdone in • bekaf, afgepeigerdget done with something • iets afmakenthe potatoes aren't done yet • de aardappelen zijn nog niet gaarhow do you want your steak done? • hoe wil jij je biefstuk?he did the villain • hij speelde de schurkenrol8 do 50 mph. • 80 km/uur rijden9 do Europe in five days • Europa bezoeken/doen in vijf dagendo someone for \\td100 • iemand voor honderd dollar afzettendo a child out of its prize • een kind zijn prijs afhandig makenwe do only B\\teB • we hebben enkel kamer met ontbijtdo a place over • een woning plunderen¶ that's done it! • gelukt!; nou is 't uit/naar de knoppenthat does it! • dat doet de deur dicht!I've done it again • ik heb het weer verknoeid/verknaldthat does me • daar kan ik (met m'n pet) niet bija boiled egg will do me • ik heb genoeg aan een gekookt eiwhat are you doing with yourself? • wat voer je tegenwoordig uit?they did not know what to do with themselves • ze verveelden zichif you don't stop now, I'll do you! • als je nu niet ophoudt, doe ik je wat!/dan zal ik je!do someone/something down • iemand/iets kleinerendo someone down • iemand beduvelen/belazerenover and done with • voltooid verleden tijddo up a zip/a coat • een rits/jas dichtdoenwould you do me up please • wil jij mijn rits even voor me dicht doenIII 〈 hulpwerkwoord〉1 〈om inversie en ontkenning mogelijk te maken; onvertaald〉3 〈om nadruk mogelijk te maken; voornamelijk te vertalen door een bijwoord〉♦voorbeelden:1 do you know him? • ken je hem?I don't know him • ik ken hem niet2 he laughed and so did she • hij lachte, en zij (lachte/deed dat) ookI treat my friends as he does his enemies: badly • ik behandel mijn vrienden zoals hij zijn vijanden: slechthe worked harder than he'd ever done before • hij werkte harder dan (hij vroeger) ooit (gedaan had)‘I take it it's true’ ‘So do I/But I don't’ • ‘Ik neem aan dat het waar is’ ‘Ik ook/Ik niet’he writes well, doesn't he? • hij schrijft goed, niet (waar)?/vind je niet?‘Did you see it?’ ‘I did/I didn't’ • ‘Heb jij het gezien?’ ‘Ja/Neen’‘He sold his car’ ‘Did he?’ • ‘Hij heeft zijn auto verkocht’ ‘Echt (waar)?’〈 informeel〉 they behave strangely, do women • ze doen rare dingen, de vrouwenI do love you • ik hou echt van jedo come in! • kom toch binnen! -
16 put up
zich kandidaat stellen; voorstellenput up♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 opsteken ⇒ hijsen, ophangen3 bekendmaken ⇒ afkondigen, ophangen♦voorbeelden:put up a show • iets voor de show doen4 put up a case • een zaak naar voren brengen/verdedigenput up a proposal • een voorstel voorleggen7 who will put up money for new research? • wie stelt geld beschikbaar voor nieuw onderzoek?the rebels put up strong resistance • de rebellen boden hevig weerstand¶ put someone up to something • iemand opstoken/aanzetten tot iets; iemand op de hoogte brengen van iets -
17 red
adj. rood--------n. rood; ; rode (socialist); rode bal (bij biljart); de rode cijfersred1[ red] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 iets roods ⇒ rode verf; rode kleren♦voorbeelden:¶ Reds under the bed(s) • het (vermeende) alomtegenwoordige ‘rode gevaar’be in the red • rood staanget into the red • in de rode cijfers komen————————red2〈bijvoeglijk naamwoord; redder; redness〉1 rood♦voorbeelden:1 red (blood) cell/corpuscule • rode bloedcel, rood bloedlichaampjeRed Cross • Rode Kruisred currant • rode aalbesred flag • rode vlag, gevarenvlagred light • rood (verkeers)lichtred meat • rood vleeslike a red rag to a bull • als een rode lap op een stierred setter • rode setter〈 spreekwoord〉 red sky at night, shepherd's delight; red sky in the morning, shepherd's warning • avondrood, mooi weer/licht in de boot; morgenrood, water in de slootred with shame • rood van schaamteroll out the red carpet for someone • de (rode) loper voor iemand uitleggen 〈 voornamelijk figuurlijk〉red ensign • Britse koopvaardijvlag〈 voornamelijk Brits-Engels〉 Red Indian • indiaan, roodhuidred lead • (rode) menie〈informeel; pejoratief〉 red tape • (administratieve) rompslomp, (bureaucratische) formaliteitensee red • buiten zichzelf raken (van woede), witheet zijn/worden -
18 ride
n. paardrijden; rit; weg--------v. rijden; paardrijdenride1[ rajd] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:can you give me a ride to the station? • kan je mij een lift geven tot aan het station?〈 informeel〉 take someone for a ride • iemand voor de gek houden; 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; eufemistisch〉 een ritje met iemand gaan maken 〈 onder dwang, met de bedoeling hem te vermoorden〉————————ride2♦voorbeelden:1 ride astride/side-saddle • schrijlings/in amazonenzit (paard) rijdenride high • hoog op het water liggen4 this horse rides well • dit paard rijdt goed/is goed berijdbaar¶ Batman rides again • Batman slaat weer toe/is weer in actieride roughshod over someone/something • (gemakkelijk) over iemand heen lopen, over iets heen stappen, zich niet storen aan iemand/ietsride up • omhoogkruipen, opkruipenthis skirt is always riding up • die rok kruipt altijd omhoogII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 (laten/doen) rijden♦voorbeelden:2 ride a bicycle/bike • op de fiets rijden, fietsen -
19 up
adj. wakker; staand--------adv. boven--------n. helling, opgang; stijging--------v. (plotseling) de hoogte in jagen, verhogenup1♦voorbeelden:¶ ups and downs • wisselvalligheden, voor- en tegenspoed〈 informeel〉 on the up-and-up • 〈 voornamelijk Brits-Engels〉gestaag stijgend/vooruitgaand; 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉eerlijk, openhartig————————up21 omhoog- ⇒ op-, opgaand♦voorbeelden:II 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉1 (om)hoog ⇒ hoger(geplaatst), op, rechtstaand2 op ⇒ uit bed, wakker5 gestegen9 om ⇒ op, voorbij♦voorbeelden:that matter is up for discussion • die zaak is voor discussie vatbaar9 time's up • de/je tijd is om/verstreken10 be well up in/on • veel afweten van, goed op de hoogte zijn vanI'm not up on this subject • ik weet geen snars van dit onderwerp af¶ what's up? • wat gebeurt er (hier)?up and about/around • weer op de been, (druk) in de weer♦voorbeelden:1 the road up • de weg omhoog/naar boven————————up3〈 upped〉♦voorbeelden:1 she upped and left • zij vertrok plotseling/zomaar1 (plotseling) de hoogte in jagen ⇒ verhogen, (abrupt) doen stijgen♦voorbeelden:————————up4[ up] 〈bijwoord; vaak predicatief〉1 〈plaats of richting; ook figuurlijk〉 omhoog ⇒ op, naar boven, sterker, hoger, meer, verder 〈enz.〉, op-, uit-2 te voorschijn ⇒ zichtbaar, voor, uit-, over-4 〈 plaats of richting〉in/naar ⇒ 〈 Brits-Engels in het bijzonder〉 in/naar de universiteit(sstad)/Londen♦voorbeelden:hands up! • handen omhoog!face up • met de bovenkant omhoogup the republic • leve de republiekcome up for air • aan de oppervlakte komen om lucht te happenhelp her up • help haar opstaanlive up in the hills • boven in de bergen wonenpuffed up • opgeblazensail up against the wind • tegen de wind in zeilenshe tore up the flowers • ze rukte de bloemen uit de grondturn up the music • zet de muziek harderhe went up north • hij ging naar het noordenup and down • op en neer, heen en weerup through history • door heel de geschiedenis heenup till/to now • tot nu toeup to and including • tot en metsums of up to sixty pounds • bedragen tot zestig pondfrom £4 up • vanaf vier pondfrom then on up • van dan af aanchildren from six years up • kinderen van zes jaar en ouderown up • bekennenit will turn up • het zal wel aan het licht komendrink up • drink je glas uitall sold up • helemaal uitverkochtup and down • overalI don't feel up to it • ik voel er mij niet toe in staat————————up5〈 voorzetsel〉1 〈plaats of richting; ook figuurlijk〉op ⇒ boven in/op, omhoog♦voorbeelden:up the coast to Edinburgh • langs de kust omhoog naar Edinburghit's up the coast from here • het is hier vandaan verder langs de kustup (the) river • stroomopwaartsup the stairs • de trap opup the street • verderop in de straatup the valley • (verder) het dal in¶ up and down the country • door/in het gehele land→ yours yours/ -
20 gil
1 [schreeuw] 〈voornamelijk met betrekking tot pijn of angst; ook met betrekking tot vreugde, sirene〉 scream ⇒ 〈 voornamelijk met betrekking tot krijsen, gieren; ook met betrekking tot remmen〉 screech, 〈 voornamelijk met betrekking tot varkens, kinderen; ook met betrekking tot vreugde, opgewondenheid〉 squeal, 〈voornamelijk met betrekking tot schril gekrijs; ook met betrekking tot stoomfluiten en lachen〉 shriek♦voorbeelden:als je me nodig hebt, geef dan even een gil • if you need me just give (me) a shout
См. также в других словарях:
Franz Junghuhn — Fr. Junghuhn. Titelbild zum Aufsatz Franz Wilhelm Junghuhn von A. Wichmann. In: Petermanns Mitteilungen aus Justus Perthes Geographischer Anstalt, 55. Band 1909, Tafel 37 (gegenüber S. 297) … Deutsch Wikipedia
Junghuhn — Fr. Junghuhn. Titelbild zum Aufsatz Franz Wilhelm Junghuhn von A. Wichmann. In: Petermanns Mitteilungen aus Justus Perthes Geographischer Anstalt, 55. Band 1909, Tafel 37 (gegenüber S. 297) … Deutsch Wikipedia
Junghuhns Werke — Franz Wilhelm Junghuhn (1809–1864) zählt zu den bedeutendsten Naturforschern in Niederländisch Indien. Sein Gesamtwerk in Wort und Bild über die von ihm erforschten Gebiete blieb jahrzehntelang wissenschaftlich von herausragendem Wert.… … Deutsch Wikipedia
Van Gink — The Van Gink was a Dutch automobile manufactured between 1899 and around 1903. Powered by two separate 2½ hp engines mounted at its rear, the tubular framed voiturette was the product of a cycle maker from Amsterdam.ReferencesDavid Burgess Wise,… … Wikipedia
Jan van den Aveelen — Jan van den Aveele or Aveelen (Leiden , Dutch Republic, ca 1650 Stockholm, Sweden, 18 May 1727) was a Dutch etcher and copper engraver. With compatriot Willem Swidde, he worked for the Swedish etching company Holmiae. Van den Aveelen made etches… … Wikipedia
Coenraad van Heemskerck — Coenraad van Heemskerk, Gravur von Jacobus Houbraken Coenraad Reichsgraf van Heemskerck, Heer von Achttienhoven (* 12. Dezember 1646 in Den Haag; † 23. Juli 1702 ebenda), war ein niederländischer Diplomat und Politiker. Biografie Seine Eltern… … Deutsch Wikipedia