-
61 leven
leven1〈 het〉3 [levensduur] life, lifetime5 [morele handel en wandel] life7 [verschijnselen/werkzaamheden in een kring] life♦voorbeelden:het leven begint bij 40 • life begins at 40zijn leven geven voor zijn land • lay down one's life for one's countryvoor hun leven wordt gevreesd • there are fears for their liveszijn leven hangt aan een zijden draad(je) • his life hangs by a threadde aanslag heeft aan twee mensen het leven gekost • the attack cost the lives of two peoplezo is het leven • that's lifedat kostte hem het leven • that killed him/cost him his lifehet leven laten/erbij inschieten • lose one's lifezijn leven loopt op een eind • his end is drawing nearhet leven schenken aan • give birth toiemand het leven schenken • spare someone's lifezijn leven duur verkopen • sell one's life dearly, fight to the bitter endzijn leven wagen • risk one's lifebij leven en welzijn • if all is welliets in leven houden • keep something alivenog in leven zijn • be still alivein leven blijven • stay/keep aliveiemand naar het leven staan • be after someone's bloodom het leven komen • lose one's life, be killediemand om het leven brengen • kill someoneop gewelddadige wijze om het leven komen • meet (with) a violent deathhet leven van alle dag • everyday liferennen alsof je leven ervan afhangt • run for one's lifezijn leven niet (meer) zeker zijn • be not safe here (anymore)als je leven je lief is • if you value your lifeeen organisatie in het leven roepen • set up an organizationtekenen/schilderen naar het leven • draw/paint from life/natureuit het leven gegrepen • true to life, taken/drawn from (real) lifezijn hele verdere leven • for the rest of his lifezijn leven slijten • spend one's daysdat heb ik nog nooit van mijn leven gezien • I have never seen that in my lifevan zijn leven niet • never (in all my life)heb je van je leven! • well, I never!hij is voor zijn leven invalide • he will be an invalid for the rest of his lifevoor het leven benoemd • appointed for lifeeen lidmaatschap voor het leven • a life membershipvoor het leven getekend • marked for lifeiemand het leven zuur maken • make someone's life a miseryzijn eigen leven leiden • lead one's own life〈 figuurlijk〉 zijn eigen leven gaan leiden • lead/assume a life of its own 〈bijvoorbeeld van verhaal/gerucht〉een gemakkelijk leven hebben • have an easy lifeeen nieuw leven beginnen • turn over a new leafzijn leven beteren • mend one's wayszij heeft geen leven bij die man • that man makes her life a miseryhoe staat het leven? • how's life?een losbandig leven leiden • lead a wild life6 mijn/hun leven lang • all my life/their livesbij/tijdens zijn leven • in/during his lifetime7 het maatschappelijk/het huiselijk leven • public/private lifein het volle leven staan • be in touch with things10 een onderneming nieuw leven inblazen • breathe/inject new life into a firmleven in de brouwerij brengen • stir/liven things up, get things goinger kwam leven in de brouwerij • things were beginning to liven upiets/iemand weer tot leven brengen • bring something/someone to life again¶ een bruin leven • a good/an easy lifehij heeft ook het eeuwige leven niet • he won't last for everde bescherming van het ongeboren leven • protection of the unborn child————————leven22 [met betrekking tot zaken/voorstellingen] live (on)3 [zich voeden] live on4 [zijn dagen doorbrengen] live5 [zich gedragen] live♦voorbeelden:mens, durf te leven • come on, live a littlehij heeft niet lang meer te leven • he has not long to liveeeuwig leven • live eternallyen zij leefden nog lang en gelukkig • and they lived happily ever afterlanger leven dan iemand • outlive someonehaar ouders leven niet meer • her parents are no longer aliveleef je nog? • are you still alive?in leven en sterven • till death do us part〈 figuurlijk〉 te weinig om te leven en te veel om te sterven • hardly sufficient to keep body and soul togetherhij weet van voren niet dat hij van achteren leeft • 〈 aartsdom〉 he is not all there; 〈 de kluts kwijt〉 he's completely at sixes and sevensbij veel mensen leeft het idee … • many people still have the idea …leeft die vaas nog? • is that vase still in one piece?de kermis leeft niet meer bij de mensen • fun fairs no longer appeal to peoplewat er leeft binnen de organisatie • what is going on inside the organizationmet deze man is/valt niet te leven • you can't live with that manin angst leven • live in fearmet iemand in vrede leven • live in peace with someonewe leven toch in een vrij land? • it's a free country, isn't it?naar iets toe leven • look forward to somethingstil gaan leven • retirezij leven langs elkaar heen • they have little to say to each othergoed kunnen leven • be comfortably offzij kan er goed van leven • she can live well from itzij moet ervan leven • she has to live on ithij heeft genoeg om van te leven • he has enough to get byvan dit vak kun je niet leven • you can't make a living out of this tradeleve de koningin! • long live the Queen!deze romanpersonages leven • these characters are true to lifeweten wat er leeft onder de bevolking • know what people are thinkingII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [een leven leiden] live♦voorbeelden:1 een eenzaam leven leven • lead a solitary/lonely life -
62 company
сущ.1) общ. общество, компания; гость, гостиin company — в обществе, на людях
in company with smb. — в обществе кого-л.
2) общ. собеседник; партнер по общению3) сокр. Coа) эк. компания; фирма; предприятиеcapital goods company — компания, выпускающая средства производства
company under foreign ownership — компания, являющаяся иностранной собственностью
to set up [form, found\] a company — основать [учредить\] компанию
to float a company [to launch\] a company — учредить компанию и выпустить ее акции на рынок
See:advertising company, barter company, bartering company, cargo-handling company, controlling company, controlled company, domestic company, employee leasing company, export management company, export-import company, factor company, factoring company, foreign company, forfaiting company, forwarding company, freight-handling company, global company, holding company, import-export company, international business company, international company, internationally-based company, leasing company, life settlement company, logistics company, multinational company, offshore company, overseas company, parent company, pension company, sister company, subsidiary company, supranational company, title company, title insurance company, transnational company, wholesale company, affiliated company, agent-owned reinsurance company, captive insurance company, allied company, ancillary company, associate company, related company, auxiliary company, benevolent company, bogus company, captive finance company, captive insurance company, charitable company, chartered company, close company, close investment holding company, closed company, closed end management company, closed-end investment company, close-end investment company, closed-end management company, investment company, commercial company, company agreement, company auditor, company bargaining, company bull, company by-law, company car, company card, company doctor, company formation, company indicia, company law, company limited by guarantee, company limited by shares, company man, company name, company officer, company registrar, company secretary, company statute, company tax, company treasurer, company union, company unionism, company-wide, defunct company, dormant company, established company, exempt private company, farming company, formation of company, incorporated company, independent company, intercompany transaction, investment trust company, joint company, joint stock company, limited company, limited liability company, limited purpose trust company, management company, multiplant company, mutual company, nominee company, non-commercial company, non-for-profit company, not-for-profit company, one man company, open-end company, paper company, plan company, private company, private limited company, private limited liability company, proprietary company, public company, public limited company, public limited liability company, public utility company, publicly held company, publicly owned company, publicly traded company, quasi-public company, registered company, registration of company, regulated company, related company, shell company, sleeping company, small business investment company, small company, statutory company, sub-company, trust company, underlying company, unlimited company, blue chip company, company officer 2) African Management Services Companyб) эк., юр., амер. (собирательное понятие, применяемое, как правило, к формам организации бизнеса, имеющим в основе своей деятельности объединение капиталов: корпорации, товариществу и т. п.; не применяется по отношению к такой форме, как индивидуальное предпринимательство)Syn:See:в) эк., юр., брит. = corporation 2) б),г) ист. (те члены коммерческой организации, чьи фамилии не упоминаются в названии)See:4) общ., разг., амер. контора*, органы* (Центральное разведывательное управление США, ЦРУ; с определенным артиклем, с прописной буквы)See:5) эк. тр. гильдия (организация, действующая в Лондонском Сити, занимающаяся в основном благотворительной деятельностью и образовавшаяся из средневековых профессиональных объединений)6) мор. экипаж, команда7) воен. воинская единица; батальон, рота ( пехотные), батарея ( артиллерийская), эскадрон ( кавалерийский)See:
* * *
company (Co; Coy) компания: юридическое лицо, представляющее собой ассоциацию вкладчиков капитала (акционеров) для осуществления той или иной деятельности (товарищество, акционерная компания); = corporation 2.* * *компания, акционерное общество, фирма. . Словарь экономических терминов .* * *корпоративное предприятие, которое является юридическим лицом, в отличие от его участников; компания оперирует как самостоятельная единица, успеха которой добиваются все ее члены -
63 acuerdo
m.1 agreement (pacto).llegar a un acuerdo to reach (an) agreementacuerdo General sobre Aranceles y Comercio General Agreement on Tariffs and Tradeacuerdo tácito tacit agreement2 resolution.3 settlement of a claim.pres.indicat.1st person singular (yo) present indicative of spanish verb: acordar.* * *1 agreement\¡de acuerdo! all right!, O.K.!de acuerdo con in accordance withde común acuerdo by mutual agreement, by common consentestar de acuerdo to agree ( con, with)llegar a un acuerdo to come to an agreementponerse de acuerdo to agreeacuerdo marco framework agreement* * *noun m.agreement, deal, understanding- de acuerdo con
- estar de acuerdo* * *SM1) (=decisión conjunta) agreement; [implícito, informal] understanding; [de negocios] dealambas partes quieren llegar a un acuerdo — both parties wish to come to o reach an agreement
tenemos una especie de acuerdo para no hacernos la competencia — we have a sort of understanding that we will not become competitors
•
de común acuerdo — by mutual agreement, by mutual consent•
de o por mutuo acuerdo — by mutual agreement, by mutual consent•
tomar un acuerdo, no tomaron ni un solo acuerdo en la reunión — nothing was agreed on in the meetingse tomó el acuerdo de ofrecer ayuda a los países afectados — it was agreed to give aid to the affected countries
acuerdo de desarme — disarmament agreement, arms agreement
acuerdo de pago respectivo — (Com) knock-for-knock agreement, no-fault agreement (EEUU)
acuerdo tácito — unspoken agreement, tacit agreement
2)•
de acuerdo —a) [independiente] OK, all rightsí, de acuerdo — yes, OK, yes, all right
cada uno pondremos 40 euros ¿de acuerdo? — we'll each put in 40 euros, OK o all right?
b)• estar de acuerdo — to agree, be in agreement frm
en eso estamos de acuerdo — we agree on that, we're in agreement on that frm
c)• ponerse de acuerdo — to come to an agreement, reach (an) agreement
aún no nos hemos puesto de acuerdo — we still haven't come to an agreement, we still haven reached (an) agreement
d)• de acuerdo con — according to, in accordance with frm
todo se hizo de acuerdo con las reglas — everything was done according to o frm in accordance with the regulations
de acuerdo con el artículo 27 — as laid down in article 27, in accordance with article 27 frm
de acuerdo con estas fuentes, las dos mujeres fueron secuestradas — according to these sources, the two women were kidnapped
* * *1)a) ( arreglo) agreementllegar a or alcanzar un acuerdo — to reach an agreement
b) ( pacto) agreementacuerdo de paz — peace agreement o (frml) accord
2) (en locs)a)de acuerdo: estar de acuerdo to agree; ponerse de acuerdo to come to o reach an agreement; estar de acuerdo en algo to agree on something; estamos de acuerdo en que... we all agree o we're all agreed that...; estar de acuerdo con alguien/algo to agree with somebody/something; no estoy de acuerdo con pagarle tanto I don't think we should pay him so much; ¿mañana a las ocho? - de acuerdo — (indep) tomorrow at eight? - OK o all right
b)de acuerdo con or a — in accordance with
* * *= agreement, arrangement, compromise, convention, partnership, understanding, covenant, accord, partnering, pact, accommodation, bargaining, settlement.Ex. Complete agreement had not been possible, but the numbers of rules where divergent practices were evident is limited.Ex. This arrangement is faster than waiting until documents are ordered.Ex. A compromise between expressive and non-expressive notation is to be found in the Second Edition of the Bliss Bibliographic Classification Scheme.Ex. Enter a concordat, 'modus vivendi', convention, or other formal agreement between the Holy See and a national government or other political jurisdiction under the party whose catalogue entry heading is first in English alphabetic order.Ex. The partnership between the CLT and industry is considered in some detail.Ex. A basic understanding in the concept of these libraries was the desire to confront the user with shelved books on entering and while moving through the building.Ex. The article 'Public library: the Trojan Horse covenant' argues that too much emphasis is now placed on the privatisation of libraries, their transformation into information centres and collections which mirror current demands.Ex. Only then, within the framework of inter-institutional accord, will academic library cooperative activities move forward more rapidly and purposefully.Ex. These include partnering with: principals, teachers, community members, public librarians and businesses.Ex. Issues discussed at some length included problems arising from a recent copyright pact with the USA and how each country can obtain access to the best literature of the other.Ex. Whatever structure emerges will be one of accommodation and acceptance by the various stakeholders both in and outside the library.Ex. The article is entitled 'Participatory something or other through bargaining'.Ex. These settlements require the tobacco companies to make annual payments to the states in perpetuity, with total payments estimated at $246.----* aceptar los términos de un acuerdo = enter into + agreement.* acuerdo bilateral = bilateral agreement.* acuerdo con el fiscal = plea bargaining.* acuerdo con el juez = plea bargaining, plea bargaining.* acuerdo contractual = contractual agreement.* acuerdo de colaboración = collaborative partnership, partnership agreement.* acuerdo de cooperación = collaborative partnership.* acuerdo de licencia = licensing agreement, licensing arrangement.* acuerdo de paz = peace agreement.* acuerdo económico = financial arrangement.* acuerdo escrito = written agreement.* acuerdo financiero = financial arrangement.* Acuerdo General sobre Aranceles y Comercio (GATT) = General Agreement on Tariffs and Trade (GATT).* acuerdo internacional = modus vivendi.* acuerdo legal = legal agreement, legal settlement.* acuerdo multilateral = multilateral agreement.* acuerdo muto = meeting of (the) minds.* acuerdo salarial = salary agreement.* acuerdo secreto = secret deal.* acuerdo sindical = union contract.* acuerdo sobre el precio mínimo de los libros = net book agreement.* acuerdo verbal = verbal agreement.* alcanzar un acuerdo = reach + agreement, reach + compromise, hammer out + agreement.* celebrar un acuerdo = enter into + agreement.* cerrar un acuerdo = conclude + agreement, conclude + deal.* compras fuera de acuerdos con proveedores = maverick spending.* concertar un acuerdo = conclude + agreement, conclude + deal.* contraer un acuerdo = contract + agreement.* creación de acuerdo de colaboración = partnership building.* crear un acuerdo = work out + agreement.* críticos + no estar de acuerdo = critics + be divided.* cumplir (con) un acuerdo = honour + commitment, honour + agreement, fill + Posesivo + agreement.* de acuerdo = okay, granted, all right, in concert, in agreement, okeydokey! [okidoki], in consort.* de acuerdo a = according to.* de acuerdo con = according to, consistent with, in harmony with, in accordance with, in concert with, in keeping with, in line with, in step with, in tune with, by, pursuant to, in concurrence with, based on, in agreement with, as far as + Sujeto + Verbo, in consonance with, in accord with, judging by, to judge by, in conformity with, judging from.* de acuerdo con este documento = hereunder.* de acuerdo con esto = accordingly.* de acuerdo con la búsqueda de cadenas de caracteres = on a string search basis.* de acuerdo con la estación del año = seasonally.* de acuerdo con la ley = according to law.* de acuerdo con la tendencia hacia = in the trend towards.* de acuerdo con + Nombre = as far as + Nombre + be + concerned, going on + Nombre.* de acuerdo con + Posesivo + bolsillo = according to + Posesivo + pocket.* de acuerdo con + Posesivo + opinión = in + Posesivo + view, in + Posesivo + opinion.* de acuerdo con + Posesivo + parecer = in + Posesivo + view, in + Posesivo + opinion.* de acuerdo con + Pronombre = in + Posesivo + view.* dependiendo del acuerdo = subject to + agreement.* elaborar un acuerdo = draw up + agreement.* establecer un acuerdo = work out + agreement.* estando de acuerdo = approvingly.* estar completamente de acuerdo con = agree + wholeheartedly with.* estar de acuerdo = approve, be in agreement, concur (with), be agreed.* estar de acuerdo con = accord with, conform to, fit, go along with, fit with, be in conformity with, mesh with, jive with.* estar de acuerdo (con = see + eye to eye (with/on).* estar de acuerdo en que no + estar + de acuerdo = agree to + disagree.* estar de acuerdo sobre = agree (on/upon).* estar de acuerdo unánimemente = agree on + all hands.* estar totalmente de acuerdo con = be all for.* firmar acuerdo = write + agreement.* firmar un acuerdo = tie + the knot.* llegar a acuerdo = make + arrangements.* llegar a un acuerdo = conclude + agreement, reach + agreement, make + an undertaking, make + bargain, come to + consensus, reach + understanding, have + meeting of the minds, reach + consensus, hammer out + agreement, develop + compromise, work out + agreement, strike + deal, conclude + deal.* negociar un acuerdo = negotiate + agreement.* no estar de acuerdo = be at variance, disagree, beg to differ.* no estar de acuerdo (con) = disapprove (of).* no estar de acuerdo con la idea de = disapprove of + the idea of.* ponerse de acuerdo sobre = agree (on/upon).* ratificar un acuerdo = ratify + convention.* renegociar un acuerdo = renegotiate + agreement.* respetar un acuerdo = honour + commitment, honour + agreement.* romper un acuerdo = sever + arrangement.* si se llega a un acuerdo = subject to + agreement.* si todo va de acuerdo a lo planeado = all (other) things being equal.* tener acuerdos con = have + deals with.* todos + estar de acuerdo = agree on + all hands.* vivir de acuerdo con + Posesivo + ideales = live up to + Posesivo + ideals.* * *1)a) ( arreglo) agreementllegar a or alcanzar un acuerdo — to reach an agreement
b) ( pacto) agreementacuerdo de paz — peace agreement o (frml) accord
2) (en locs)a)de acuerdo: estar de acuerdo to agree; ponerse de acuerdo to come to o reach an agreement; estar de acuerdo en algo to agree on something; estamos de acuerdo en que... we all agree o we're all agreed that...; estar de acuerdo con alguien/algo to agree with somebody/something; no estoy de acuerdo con pagarle tanto I don't think we should pay him so much; ¿mañana a las ocho? - de acuerdo — (indep) tomorrow at eight? - OK o all right
b)de acuerdo con or a — in accordance with
* * *= agreement, arrangement, compromise, convention, partnership, understanding, covenant, accord, partnering, pact, accommodation, bargaining, settlement.Ex: Complete agreement had not been possible, but the numbers of rules where divergent practices were evident is limited.
Ex: This arrangement is faster than waiting until documents are ordered.Ex: A compromise between expressive and non-expressive notation is to be found in the Second Edition of the Bliss Bibliographic Classification Scheme.Ex: Enter a concordat, 'modus vivendi', convention, or other formal agreement between the Holy See and a national government or other political jurisdiction under the party whose catalogue entry heading is first in English alphabetic order.Ex: The partnership between the CLT and industry is considered in some detail.Ex: A basic understanding in the concept of these libraries was the desire to confront the user with shelved books on entering and while moving through the building.Ex: The article 'Public library: the Trojan Horse covenant' argues that too much emphasis is now placed on the privatisation of libraries, their transformation into information centres and collections which mirror current demands.Ex: Only then, within the framework of inter-institutional accord, will academic library cooperative activities move forward more rapidly and purposefully.Ex: These include partnering with: principals, teachers, community members, public librarians and businesses.Ex: Issues discussed at some length included problems arising from a recent copyright pact with the USA and how each country can obtain access to the best literature of the other.Ex: Whatever structure emerges will be one of accommodation and acceptance by the various stakeholders both in and outside the library.Ex: The article is entitled 'Participatory something or other through bargaining'.Ex: These settlements require the tobacco companies to make annual payments to the states in perpetuity, with total payments estimated at $246.* aceptar los términos de un acuerdo = enter into + agreement.* acuerdo bilateral = bilateral agreement.* acuerdo con el fiscal = plea bargaining.* acuerdo con el juez = plea bargaining, plea bargaining.* acuerdo contractual = contractual agreement.* acuerdo de colaboración = collaborative partnership, partnership agreement.* acuerdo de cooperación = collaborative partnership.* acuerdo de licencia = licensing agreement, licensing arrangement.* acuerdo de paz = peace agreement.* acuerdo económico = financial arrangement.* acuerdo escrito = written agreement.* acuerdo financiero = financial arrangement.* Acuerdo General sobre Aranceles y Comercio (GATT) = General Agreement on Tariffs and Trade (GATT).* acuerdo internacional = modus vivendi.* acuerdo legal = legal agreement, legal settlement.* acuerdo multilateral = multilateral agreement.* acuerdo muto = meeting of (the) minds.* acuerdo salarial = salary agreement.* acuerdo secreto = secret deal.* acuerdo sindical = union contract.* acuerdo sobre el precio mínimo de los libros = net book agreement.* acuerdo verbal = verbal agreement.* alcanzar un acuerdo = reach + agreement, reach + compromise, hammer out + agreement.* celebrar un acuerdo = enter into + agreement.* cerrar un acuerdo = conclude + agreement, conclude + deal.* compras fuera de acuerdos con proveedores = maverick spending.* concertar un acuerdo = conclude + agreement, conclude + deal.* contraer un acuerdo = contract + agreement.* creación de acuerdo de colaboración = partnership building.* crear un acuerdo = work out + agreement.* críticos + no estar de acuerdo = critics + be divided.* cumplir (con) un acuerdo = honour + commitment, honour + agreement, fill + Posesivo + agreement.* de acuerdo = okay, granted, all right, in concert, in agreement, okeydokey! [okidoki], in consort.* de acuerdo a = according to.* de acuerdo con = according to, consistent with, in harmony with, in accordance with, in concert with, in keeping with, in line with, in step with, in tune with, by, pursuant to, in concurrence with, based on, in agreement with, as far as + Sujeto + Verbo, in consonance with, in accord with, judging by, to judge by, in conformity with, judging from.* de acuerdo con este documento = hereunder.* de acuerdo con esto = accordingly.* de acuerdo con la búsqueda de cadenas de caracteres = on a string search basis.* de acuerdo con la estación del año = seasonally.* de acuerdo con la ley = according to law.* de acuerdo con la tendencia hacia = in the trend towards.* de acuerdo con + Nombre = as far as + Nombre + be + concerned, going on + Nombre.* de acuerdo con + Posesivo + bolsillo = according to + Posesivo + pocket.* de acuerdo con + Posesivo + opinión = in + Posesivo + view, in + Posesivo + opinion.* de acuerdo con + Posesivo + parecer = in + Posesivo + view, in + Posesivo + opinion.* de acuerdo con + Pronombre = in + Posesivo + view.* dependiendo del acuerdo = subject to + agreement.* elaborar un acuerdo = draw up + agreement.* establecer un acuerdo = work out + agreement.* estando de acuerdo = approvingly.* estar completamente de acuerdo con = agree + wholeheartedly with.* estar de acuerdo = approve, be in agreement, concur (with), be agreed.* estar de acuerdo con = accord with, conform to, fit, go along with, fit with, be in conformity with, mesh with, jive with.* estar de acuerdo (con = see + eye to eye (with/on).* estar de acuerdo en que no + estar + de acuerdo = agree to + disagree.* estar de acuerdo sobre = agree (on/upon).* estar de acuerdo unánimemente = agree on + all hands.* estar totalmente de acuerdo con = be all for.* firmar acuerdo = write + agreement.* firmar un acuerdo = tie + the knot.* llegar a acuerdo = make + arrangements.* llegar a un acuerdo = conclude + agreement, reach + agreement, make + an undertaking, make + bargain, come to + consensus, reach + understanding, have + meeting of the minds, reach + consensus, hammer out + agreement, develop + compromise, work out + agreement, strike + deal, conclude + deal.* negociar un acuerdo = negotiate + agreement.* no estar de acuerdo = be at variance, disagree, beg to differ.* no estar de acuerdo (con) = disapprove (of).* no estar de acuerdo con la idea de = disapprove of + the idea of.* ponerse de acuerdo sobre = agree (on/upon).* ratificar un acuerdo = ratify + convention.* renegociar un acuerdo = renegotiate + agreement.* respetar un acuerdo = honour + commitment, honour + agreement.* romper un acuerdo = sever + arrangement.* si se llega a un acuerdo = subject to + agreement.* si todo va de acuerdo a lo planeado = all (other) things being equal.* tener acuerdos con = have + deals with.* todos + estar de acuerdo = agree on + all hands.* vivir de acuerdo con + Posesivo + ideales = live up to + Posesivo + ideals.* * *A1 (arreglo) agreementllegar a or alcanzar un acuerdo to reach an agreementse separaron de común acuerdo they separated by mutual agreement2 (pacto) agreementun acuerdo verbal a verbal agreementlos acuerdos de paz the peace agreements o ( frml) accordsCompuestos:(UE) association agreementoutline agreementprenuptial agreementwage settlementB ( en locs)1al final se pusieron de acuerdo in the end they came to o reached an agreementde acuerdo EN algo:están de acuerdo en todo they agree on everythingestamos de acuerdo en que va a ser difícil we all agree o we're all agreed that it's going to be difficultestar de acuerdo CON algn/algo to agree WITH sb/sthsobre ese punto estoy de acuerdo con ellos I agree with them on that pointno estoy de acuerdo contigo I don't agree with you, I disagree with youno estoy de acuerdo con pagarle tanto I don't agree o I disagree with paying him so muchno estoy de acuerdo con lo que acabas de decir I don't agree with what you've just said2de acuerdo ( indep) OK, okay¿mañana a las ocho? — de acuerdo tomorrow at eight? — OK o all rightsalimos a las 6 ¿de acuerdo? we leave at 6, OK o okay?3de acuerdo con or a ( loc prep) in accordance withde acuerdo con lo establecido en el contrato in accordance with what is laid down in the contract ( frml), as laid down in the contract* * *
Del verbo acordar: ( conjugate acordar)
acuerdo es:
1ª persona singular (yo) presente indicativo
Multiple Entries:
acordar
acuerdo
acordar ( conjugate acordar) verbo transitivo ‹ términos› to agree;
‹precio/fecha› to agree (on)
■ verbo intransitivo (Andes) ( recordar) acuerdole a algn de hacer algo/que haga algo to remind sb to do sth
acordarse verbo pronominal
to remember;
acuerdose de algn/algo to remember sb/sth;
no quiero ni acuerdome I don't even want to think about it;
acuerdose de hacer algo (de una acción que hay/había que realizar) to remember to do sth;
( de una acción que ya se realizó) to remember o recall doing sth;◊ se acordó de haberlo visto allí she remembered o recalled seeing him there;
acuerdose (de) que … to remember that …
acuerdo sustantivo masculino
b)
ponerse de acuerdo to come to o reach an agreement;
estar de acuerdo en algo to agree on something;
estar de acuerdo con algn/algo to agree with sb/sth;
¿mañana a las ocho? — de acuerdo ( indep) tomorrow at eight? — OK o all right
acordar verbo transitivo to agree: los sindicatos acordaron convocar una huelga, the trade unions agreed to call a strike ➣ Ver nota en agree
acuerdo sustantivo masculino
1 agreement
acuerdo marco, framework agreement
2 (conformidad) estoy de acuerdo contigo, I agree with you
estoy de acuerdo en que es un disparate, I agree that it's ridiculous
estábamos de acuerdo en vender la casa, we agreed to sell the house
nunca se ponen de acuerdo, they never agree ➣ Ver nota en agree
3 excl (asentimiento) ¡de acuerdo!, all right!, O.K.! ➣ Ver nota en all right
♦ Locuciones: de acuerdo con, (según) in accordance with
de común acuerdo, by common consent
' acuerdo' also found in these entries:
Spanish:
acordarse
- aunar
- bien
- bilateral
- botepronto
- cerrar
- cierta
- cierto
- coincidir
- compromisaria
- compromisario
- compromiso
- comulgar
- común
- concesión
- conforme
- cumplir
- dialogar
- dinamitar
- entendimiento
- entorpecer
- estar
- excepto
- luego
- misma
- mismo
- prematrimonial
- refrendar
- saldar
- según
- sellar
- suscribir
- tácita
- tácito
- tardía
- tardío
- tratado
- tripartita
- tripartito
- unitaria
- unitario
- vendedor
- vendedora
- verificarse
- vulnerar
- acordar
- alcanzar
- aplicar
- aprobación
- aprobar
English:
accord
- accordance
- advantageous
- affirm
- agree
- agreeable
- agreement
- all right
- altogether
- amicable
- approve
- approve of
- arms control
- arrangement
- assent
- back away
- beg
- blank
- bond
- compromise
- concur
- convenient
- deadlock
- deal
- disagree
- enter into
- equitable
- fall through
- few
- formalize
- fulfillment
- fulfilment
- full
- go along with
- grant
- hammer out
- honourable
- hope
- horn
- how
- informal
- issue
- keep
- keeping
- lip
- long-standing
- many
- most
- OK
- okay
* * *♦ nm1. [determinación, pacto] agreement;un acuerdo verbal a verbal agreement;llegar a un acuerdo to reach (an) agreement;tomar un acuerdo to make a decision;no hubo acuerdo they did not reach (an) agreement;de común acuerdo by common consentacuerdo arancelario tariff agreement;acuerdo comercial trade agreement;Acuerdo General sobre Aranceles y Comercio General Agreement on Tariffs and Trade;Informát acuerdo de licencia licence agreement;acuerdo marco general o framework agreement;acuerdo de paz peace agreement o deal;Fin acuerdo de recompra repurchase agreement;acuerdo salarial pay agreement, pay deal;acuerdo tácito tacit agreement♦ de acuerdo loc adv1. [conforme]estar de acuerdo (con algo/alguien) to agree (with sth/sb);estar de acuerdo en algo to agree on sth;estamos de acuerdo en que es necesario encontrar una solución we agree that we have to find a solution;ponerse de acuerdo (con alguien) to agree (with sb), to come to an agreement (with sb)2. [bien, vale] all right;lo traeré mañana – de acuerdo I'll bring it tomorrow – all right o fine;de acuerdo, me has convencido, lo haremos a tu manera all right, you've convinced me, we'll do it your way3.de acuerdo con [conforme a] in accordance with;de acuerdo con cifras oficiales… according to official figures…* * *m1 agreement;acuerdo comercial trade agreement;estar de acuerdo con agree with, be in agreement with;tomar un acuerdo reach an agreement;de común acuerdo by mutual agreement;¡de acuerdo! all right!, OK!2:de acuerdo con algo in accordance with sth* * *acuerdo nm1) : agreement2)estar de acuerdo : to agree3)de acuerdo con : in accordance with4)de acuerdo : OK, all right* * *acuerdo n agreementde acuerdo all right / OK -
64 antes
adv.1 before.no importa si vienes antes it doesn't matter if you come earlierya no nado como antes I can't swim as I used tomucho/poco antes long/shortly beforelo antes posible as soon as possibleantes de Cristo before Christ, BCantes de tiempo ahead of timeantes de hacer algo before doing somethingantes de que beforeantes de que llegaras before you arrived2 before.me bajo dos pisos antes I get off two floors before (you)antes de before3 first (primero).esta señora está antes this lady is firstentraron antes que yo they went in in front of mem.pl.1 elks, mooses.2 suedes.* * *► adverbio1 (tiempo) before, earlier2 (en el pasado) before, in the past3 (lugar) in front, before1 on the contrary, quite the opposite, rather■ no la aborrece, antes la ama he doesn't hate her, on the contrary he loves her► adjetivo1 before\antes bien on the contrary■ no se acobardó, antes bien se encaró con su enemigo he didn't shrink back, on the contrary, he stood up to his enemyantes de J.C. before Christantes de nada first of alllo antes posible as soon as possible* * *adv.1) before, earlier2) rather, sooner3) formerly, previously•- antes de anoche
- antes de ayer
- antes de Cristo
- antes de que
- antes que* * *1.ADJ before2. ADV1) [en el tiempo]a) [con relación a otro acontecimiento]el edificio que habían comenzado dos años antes — the building that had been started two years before o previously
no te vayas sin antes consultarle — don't go without o before consulting her first, don't go without consulting her beforehand, don't go until you've consulted her
lo vio antes que yo — he saw it first o before I did o before me
•
antes de algo — before sthla cena estará lista para antes de las nueve — dinner will be ready by o before nine
una semana antes de la firma del contrato — a week before o prior to más frm signing the contract
•
el año 27 antes de Cristo — 27 BC, 27 before Christ•
antes de hacer algo — before doing sthantes de salir del coche, asegúrese de que están las ventanillas cerradas — before you get o before getting out of the car, make sure that the windows are closed
•
mucho antes de algo — long before sthmucho antes de conocerte — a long time before I met you o meeting you, long before I met you o meeting you más frm
antes de nada dejad que me presente — first of all, allow me to introduce myself
antes que nada, hay que mantener la calma — above all, we must keep calm
somos, antes que nada, demócratas — we are first and foremost democrats
•
poco antes de algo — just o shortly before sthesperamos lograrlo antes de que termine la década — we hope to achieve this before the end of the decade
b) [en el pasado]antes fumaba un paquete de tabaco al día — before, I smoked a packet of cigarettes a day, I used to smoke a packet of cigarettes a day
antes no pasaban estas cosas — these things didn't use to happen before o in the past
•
de antes, nuestra casa de antes — our old house, our previous houseya no soy el mismo de antes — I'm not the same person I was o I used to be
ya no se hacen películas como las de antes — they don't make films like they used to o like they did in the old days
c) (=hasta ahora) before, before nowd) (=más temprano) earlier•
cuanto antes — as soon as possiblee) (=más joven) at a younger age, at an earlier agecada vez se casan los hijos antes — kids get married at a younger o an earlier age these days
2) [en el espacio] before•
antes de algo — before sth3.CONJ [indicando preferencia] sooner, ratherno cederemos: antes gastamos todo nuestro dinero — we shall never give up: we would rather o sooner spend all our money
vi lo furiosa que estaba, antes no te pegó — I saw how angry she was, just as well o luckily she didn't hit you
•
antes que hacer algo — rather than doing sthantes que irme a la India, preferiría viajar por Europa — rather than going to India, I'd prefer to travel around Europe
* * *1)a) ( con anterioridad) beforeb) (en locs)antes de las tres/del accidente — before three/before the accident
antes de Jesucristo — before Christ, BC
antes de + inf — before -ing
llámame antes de salir — call me before leaving o you leave
antes (de) que + subj: antes (de) que me olvide before I forget; no se lo des antes (de) que yo lo vea don't give it to him until I've seen it; antes (de) que tú nacieras — before you were born
2) ( en tiempos pasados) before, in the past3)a) (indicando orden, prioridad) firstb) ( indicando preferencia)antes me muero! — I'd rather o sooner die!
4) ( en el espacio) before5)a)antes bien — (liter) on the contrary
b)antes no — (Chi, Méx fam)
* * *= earlier, formerly, before now.Ex. These will be established in keeping with the principles established earlier.Ex. Mr. Berman was formerly Editor of the Social Responsibility Round Table (SRRT) Newsletter and is still a member of SRRT, but chooses not to be a member of the American Library Association.Ex. OSI offers immense potential for the creation of the global 'virtual library', a network in which libraries are extensively and transparently connected to offer their patrons a wealth and breadth of information that has been inconceivable before now.----* antes de = in anticipation of, prior to, no later than, in advance (of), in the run up to, during the run up to, not later than.* antes de acostarse = before bed.* antes de ahora = before now.* antes de conseguir empleo = preappointment.* antes de darse cuenta = before + Pronombre + know what + happen, before + Pronombre + know it.* antes de + Expresión Temporal = Expresión Temporal + be up.* antes de finalizar el horario de oficina = by the close of business.* antes de + Infinitivo = before + Gerundio.* antes de la contratación = pre-employment [preemployment].* antes del amanecer = before dawn.* antes del año = Expresión Temporal + be up.* antes del examen = pretest [pre-test].* antes de lo previsto = ahead of schedule.* antes de nada = before long, before + Pronombre + know what + happen, before + Pronombre + know it.* antes (de que) = before.* antes de todo = before anything else, first off.* antes de una emergencia = pre-emergency.* antes morir que = would rather + Verbo + than.* antes o después de = either side of.* antes que = sooner than.* antes que nada = first of all, before anything else, first off, above all things.* antes todo continúa como antes = life goes on as before.* cantar victoria antes de tiempo = speak too soon.* como antes = as before.* continuar como antes = go on + as before.* cuando antes + Pronombre + sea posible = at + Posesivo + earliest convenience.* cuando antes pueda = at + Posesivo + earliest convenience.* cuanto antes = as soon as possible (asap).* cuanto antes mejor = sooner the better, the.* deber haber ocurrido antes = be long overdue.* detenerse antes de = stop + short of.* enseñanza antes de empezar el trabajo = pre-service education.* haber pasado por aquí antes = have been down this road before.* hablar antes de tiempo = speak too soon.* justo antes de = on the eve of, in the run up to, during the run up to.* justo antes (de que) = immediately before.* lo mismo que antes = the same as before.* los días antes de = leading up to.* más que antes = more than ever, more... than ever before, more than ever before.* más que nunca antes = more... than ever before, more than ever before, more than ever.* mencionado antes = above-mentioned, above-named.* minutos antes de = minutes before.* mucho antes = early on.* mucho antes de = well before.* mucho tiempo antes de (que) = long before.* no antes de = no sooner than.* no cantes victoria antes de tiempo = don't count your chickens before they are hatched.* no visto antes = unprecedented.* pasar año(s) antes de que = be year(s) before.* poco antes de + Fecha = shortly before + Fecha.* que fue común antes = once-common.* seguir como antes = go on + as before.* un año antes de = a year ahead of.* usado antes = second-hand [secondhand].* y antes de nada = the next thing + Pronombre + know.* y antes de que + Pronombre + dar + cuenta = the next thing + Pronombre + know.* * *1)a) ( con anterioridad) beforeb) (en locs)antes de las tres/del accidente — before three/before the accident
antes de Jesucristo — before Christ, BC
antes de + inf — before -ing
llámame antes de salir — call me before leaving o you leave
antes (de) que + subj: antes (de) que me olvide before I forget; no se lo des antes (de) que yo lo vea don't give it to him until I've seen it; antes (de) que tú nacieras — before you were born
2) ( en tiempos pasados) before, in the past3)a) (indicando orden, prioridad) firstb) ( indicando preferencia)antes me muero! — I'd rather o sooner die!
4) ( en el espacio) before5)a)antes bien — (liter) on the contrary
b)antes no — (Chi, Méx fam)
* * *antes (de que)= beforeEx: It will be a long time before all documents are available in machine-readable form.
= earlier, formerly, before now.Ex: These will be established in keeping with the principles established earlier.
Ex: Mr. Berman was formerly Editor of the Social Responsibility Round Table (SRRT) Newsletter and is still a member of SRRT, but chooses not to be a member of the American Library Association.Ex: OSI offers immense potential for the creation of the global 'virtual library', a network in which libraries are extensively and transparently connected to offer their patrons a wealth and breadth of information that has been inconceivable before now.* antes de = in anticipation of, prior to, no later than, in advance (of), in the run up to, during the run up to, not later than.* antes de acostarse = before bed.* antes de ahora = before now.* antes de conseguir empleo = preappointment.* antes de darse cuenta = before + Pronombre + know what + happen, before + Pronombre + know it.* antes de + Expresión Temporal = Expresión Temporal + be up.* antes de finalizar el horario de oficina = by the close of business.* antes de + Infinitivo = before + Gerundio.* antes de la contratación = pre-employment [preemployment].* antes del amanecer = before dawn.* antes del año = Expresión Temporal + be up.* antes del examen = pretest [pre-test].* antes de lo previsto = ahead of schedule.* antes de nada = before long, before + Pronombre + know what + happen, before + Pronombre + know it.* antes (de que) = before.* antes de todo = before anything else, first off.* antes de una emergencia = pre-emergency.* antes morir que = would rather + Verbo + than.* antes o después de = either side of.* antes que = sooner than.* antes que nada = first of all, before anything else, first off, above all things.* antes todo continúa como antes = life goes on as before.* cantar victoria antes de tiempo = speak too soon.* como antes = as before.* continuar como antes = go on + as before.* cuando antes + Pronombre + sea posible = at + Posesivo + earliest convenience.* cuando antes pueda = at + Posesivo + earliest convenience.* cuanto antes = as soon as possible (asap).* cuanto antes mejor = sooner the better, the.* deber haber ocurrido antes = be long overdue.* detenerse antes de = stop + short of.* enseñanza antes de empezar el trabajo = pre-service education.* haber pasado por aquí antes = have been down this road before.* hablar antes de tiempo = speak too soon.* justo antes de = on the eve of, in the run up to, during the run up to.* justo antes (de que) = immediately before.* lo mismo que antes = the same as before.* los días antes de = leading up to.* más que antes = more than ever, more... than ever before, more than ever before.* más que nunca antes = more... than ever before, more than ever before, more than ever.* mencionado antes = above-mentioned, above-named.* minutos antes de = minutes before.* mucho antes = early on.* mucho antes de = well before.* mucho tiempo antes de (que) = long before.* no antes de = no sooner than.* no cantes victoria antes de tiempo = don't count your chickens before they are hatched.* no visto antes = unprecedented.* pasar año(s) antes de que = be year(s) before.* poco antes de + Fecha = shortly before + Fecha.* que fue común antes = once-common.* seguir como antes = go on + as before.* un año antes de = a year ahead of.* usado antes = second-hand [secondhand].* y antes de nada = the next thing + Pronombre + know.* y antes de que + Pronombre + dar + cuenta = the next thing + Pronombre + know.* * *A1 (con anterioridad) beforeme lo deberías haber dicho antes you should have told me before o earlierlo haré lo antes posible I'll do it as soon as possiblelos inquilinos de antes eran más simpáticos the people who lived there before o the previous tenants were nicerdías antes había estado con él I had been with him a few days beforela había hecho el día antes she had made it the day before o the previous day2 ( en locs):antes de beforellegó antes de las tres/del accidente she arrived before three/before the accidentdebe estar aquí antes de las ocho you must be here before o by eightunos días antes de la publicación del libro a few days before the book was published o ( frml) prior to the publication of the bookantes de Jesucristo before Christ, BCno van a llegar antes de dos horas they won't be here for two hoursle daré la respuesta antes de una semana I will give you my reply within a weekantes de anoche the night before lastantes de ayer the day before yesterdayantes DE + INF before -INGmuéstrame la carta antes de mandársela show me the letter before you send it to him o before sending it to himantes ( DE) QUE + SUBJ:a ver si podemos terminarlo antes (de) que lleguen let's try and finish before they get hereantes (de) que me olvide, llamó Marisa before I forget, Marisa calledno se lo muestres antes (de) que yo lo vea don't show it to him until I've seen itmucho/poco antes (de) que tú nacieras a long time/just before you were bornB (en tiempos pasados) before, in the pastantes no se veían mendigos por la calle como ahora you didn't use to see beggars on the streets o in the past you didn't see beggars on the streets o you didn't see beggars on the streets before, the way you do nowantes salíamos mucho más que ahora we used to go out o in the past we went out much more than we do nowya no es el mismo de antes he's not the same person any more, he's not the same person he waslas casas de antes eran más sólidas houses used to be o in the past houses were more solidly builtC1 (indicando orden, prioridad) firstyo estaba antes I was here firstantes que beforeel señor está antes que yo this man was here before me o is before meantes que nada first of allla obligación está antes que la diversión duty comes before pleasuremis hijos están antes que tú para mí my children are more important to me than you are, my children come before you2(indicando preferencia): ¿casarme con él? ¡antes me muero! marry him? I'd rather o sooner die!cualquier cosa antes que eso anything but thatla muerte antes que la deshonra death before dishonorantes QUE + INF:antes que verlos pasar hambre, soy capaz de robar I'd steal rather than see them go hungryD (en el espacio) beforeme bajo dos paradas antes I get off two stops beforeel ejemplo dado líneas antes the example given a few lines above o beforeestá antes de Rocha/del puente it's before you get to o it's this side of Rocha/the bridgeE1antes bien ( liter); on the contrary2antes no (Chi, Méx fam): antes no te apuñalaron you were lucky o you can count yourself lucky you didn't get stabbed* * *
antes adverbio
1
lo antes posible as soon as possible
c) ( en locs)
antes de Jesucristo before Christ, BC;
no van a llegar antes de dos horas they won't be here for two hours;
le daré la respuesta antes de una semana I will give you my reply within a week;
antes de lo esperado earlier than expected;
antes de hacer algo before doing sth;
antes (de) que me olvide before I forget;
no se lo des antes (de) que yo lo vea don't give it to him until I've seen it
2 ( en tiempos pasados) before, in the past;
3
yo estaba antes I was here firstb) ( indicando preferencia):◊ ¡antes me muero! I'd rather o sooner die!;
cualquier cosa antes que eso anything but that
antes
I adverbio
1 (en el tiempo) before
antes de las dos, before two o'clock
un año antes, a year before
mucho antes, long before
poco antes, a short time before
2 (tiempo remoto) in the past
antes se bordaba a mano más, people used to hand-embroider more in the past
3 (en el espacio) before
la escuela está antes de la estación, the school is before the station
II conj antes morir que disculparme, I'd rather die than apologize
♦ Locuciones: antes (bien), on the contrary
cuanto antes, as soon as possible
lo antes posible, as soon as possible
' antes' also found in these entries:
Spanish:
a. C.
- acaso
- acopiar
- adelantarse
- anoche
- anticiparse
- aquél
- aquélla
- atusar
- ayer
- bélica
- bélico
- cadáver
- como
- congelación
- consumir
- cuanta
- cuanto
- dérmica
- dérmico
- engañarse
- escaparse
- escarceo
- escribano
- folclórica
- folclórico
- gay
- grabar
- homologar
- hostelera
- hostelero
- incluida
- incluido
- interesar
- manía
- marcha
- mejor
- menos
- merodear
- mezclar
- no
- noche
- ocurrirse
- poca
- poco
- presupuesto
- recoger
- resolver
- sabatina
- sabatino
English:
action
- advance
- anything
- applaud
- apprentice
- arbitration
- as
- asap
- averse
- back
- BC
- before
- beforehand
- best
- better
- blurt out
- board
- boil over
- breathing space
- bridge
- bustling
- capture
- clean
- clean up
- clear
- clock
- clock off
- clock out
- close
- cram
- customary
- defrost
- dispose of
- early
- enact
- even
- eventual
- exercise
- family
- fellow
- first
- flying
- formerly
- from
- gather in
- go over
- ground
- hold off
- hors d'oeuvre
- jack up
* * *♦ adv1. [en el tiempo] before;[antaño] formerly, in the past;lo he dicho antes I've said it before;no importa si venís antes it doesn't matter if you come earlier;me lo podías haber contado antes you could have told me earlier o before;antes llovía más it used to rain more often;antes no había televisión y la gente se entretenía con la radio in the past, there wasn't any television, so people used to listen to the radio;ya no nado como antes I can't swim as I used to;desde el accidente, ya no es el mismo de antes he hasn't been the same since the accident;cuanto antes as soon as possible;mucho/poco antes long/shortly before;lo antes posible as soon as possible;antes de before;antes de entrar dejen salir [en letrero] please let people off first before boarding;no llegues antes de las cinco don't get there before five, make sure you arrive no earlier than five;tenlo preparado antes de medianoche have it ready by midnight;antes de hacer algo before doing sth;consúltame antes de añadir nada consult me first before you add anything o before adding anything;antes de que llegaras before you arrived;antes de anoche the night before last;antes de ayer the day before yesterday;antes de Cristo before Christ, BC;de antes [antiguo] old;[anterior] previous;el sistema de antes era muy lento the old system was very slow;esta cerveza sabe igual que la de antes this beer tastes the same as the previous one o the one before2. [en el espacio] before;me bajo dos pisos antes I get off two floors before (you);antes de before;el motel está antes del próximo cruce the motel is before the next junction3. [primero] first;esta señora está antes this lady is first;ten paciencia, este señor está antes que nosotros be patient, this man is in front of us;entraron antes que yo they went in in front of me;¿quién va a salir antes? who's going to leave (the) first?4. [expresa preferencia] rather;no quiero tener coche, antes me compraría una moto I don't want a car, I'd rather buy a motorbike;antes… que rather… than;prefiero la sierra antes que el mar I prefer the mountains to the sea;iría a la cárcel antes que mentir I'd rather go to prison than lie;antes de nada first of all, before anything else;antes que nada [expresando preferencia] above all, first and foremost;antes al contrario on the contrary♦ adj[previo] previous;la noche antes the night before♦ antes bien loc conjon the contrary;no le aburría, antes bien parecía agradarle far from boring him, it appeared to please him* * *I adv before;cuanto antes, lo antes posible as soon as possible;poco antes shortly before;antes que nada first of all;antes bien on the contrary;de antes oldII prp:antes de before;antes de hora, antes de tiempo early, ahead of time;antes de llegar el tren before the train arrivedIII conj:antes de que subj before* * *antes adv1) : before, earlier2) : formerly, previously3) : rather, soonerantes prefiero morir: I'd rather die4)antes de : before, previous toantes de hoy: before today5)antes que : beforeantes que llegue Luis: before Luis arrives6)cuanto antes : as soon as possible7)antes bien : on the contrary* * *antes adv1. (previamente) before2. (más temprano) earlier3. (lugar) just before -
65 Herbert, Edward Geisler
[br]b. 23 March 1869 Dedham, near Colchester, Essex, Englandd. 9 February 1938 West Didsbury, Manchester, England[br]English engineer, inventor of the Rapidor saw and the Pendulum Hardness Tester, and pioneer of cutting tool research.[br]Edward Geisler Herbert was educated at Nottingham High School in 1876–87, and at University College, London, in 1887–90, graduating with a BSc in Physics in 1889 and remaining for a further year to take an engineering course. He began his career as a premium apprentice at the Nottingham works of Messrs James Hill \& Co, manufacturers of lace machinery. In 1892 he became a partner with Charles Richardson in the firm of Richardson \& Herbert, electrical engineers in Manchester, and when this partnership was dissolved in 1895 he carried on the business in his own name and began to produce machine tools. He remained as Managing Director of this firm, reconstituted in 1902 as a limited liability company styled Edward G.Herbert Ltd, until his retirement in 1928. He was joined by Charles Fletcher (1868–1930), who as joint Managing Director contributed greatly to the commercial success of the firm, which specialized in the manufacture of small machine tools and testing machinery.Around 1900 Herbert had discovered that hacksaw machines cut very much quicker when only a few teeth are in operation, and in 1902 he patented a machine which utilized this concept by automatically changing the angle of incidence of the blade as cutting proceeded. These saws were commercially successful, but by 1912, when his original patents were approaching expiry, Herbert and Fletcher began to develop improved methods of applying the rapid-saw concept. From this work the well-known Rapidor and Manchester saws emerged soon after the First World War. A file-testing machine invented by Herbert before the war made an autographic record of the life and performance of the file and brought him into close contact with the file and tool steel manufacturers of Sheffield. A tool-steel testing machine, working like a lathe, was introduced when high-speed steel had just come into general use, and Herbert became a prominent member of the Cutting Tools Research Committee of the Institution of Mechanical Engineers in 1919, carrying out many investigations for that body and compiling four of its Reports published between 1927 and 1933. He was the first to conceive the idea of the "tool-work" thermocouple which allowed cutting tool temperatures to be accurately measured. For this advance he was awarded the Thomas Hawksley Gold Medal of the Institution in 1926.His best-known invention was the Pendulum Hardness Tester, introduced in 1923. This used a spherical indentor, which was rolled over, rather than being pushed into, the surface being examined, by a small, heavy, inverted pendulum. The period of oscillation of this pendulum provided a sensitive measurement of the specimen's hardness. Following this work Herbert introduced his "Cloudburst" surface hardening process, in which hardened steel engineering components were bombarded by steel balls moving at random in all directions at very high velocities like gaseous molecules. This treatment superhardened the surface of the components, improved their resistance to abrasion, and revealed any surface defects. After bombardment the hardness of the superficially hardened layers increased slowly and spontaneously by a room-temperature ageing process. After his retirement in 1928 Herbert devoted himself to a detailed study of the influence of intense magnetic fields on the hardening of steels.Herbert was a member of several learned societies, including the Manchester Association of Engineers, the Institute of Metals, the American Society of Mechanical Engineers and the Institution of Mechanical Engineers. He retained a seat on the Board of his company from his retirement until the end of his life.[br]Principal Honours and DistinctionsManchester Association of Engineers Butterworth Gold Medal 1923. Institution of Mechanical Engineers Thomas Hawksley Gold Medal 1926.BibliographyE.G.Herbert obtained several British and American patents and was the author of many papers, which are listed in T.M.Herbert (ed.), 1939, "The inventions of Edward Geisler Herbert: an autobiographical note", Proceedings of the Institution of Mechanical Engineers 141: 59–67.ASD / RTSBiographical history of technology > Herbert, Edward Geisler
-
66 νόμος
νόμος, ου, ὁ (νέμω; [Zenodotus reads ν. in Od. 1, 3] Hes.+; loanw. in rabb.—On the history of the word MPohlenz, Nomos: Philol 97, ’48, 135–42; GShipp, Nomos ‘Law’ ’78; MOstwald, Nomos and the Beginnings of Athenian Democracy ’69). The primary mng. relates to that which is conceived as standard or generally recognized rules of civilized conduct esp. as sanctioned by tradition (Pind., Fgm. 152, 1=169 Schr. νόμος ὁ πάντων βασιλεύς; cp. SEG XVII, 755, 16: Domitian is concerned about oppressive practices hardening into ‘custom’; MGigante, ΝΟΜΟΣ ΒΑΣΙΛΕΥΣ [Richerche filologiche 1] ’56). The synonym ἔθος (cp. συνήθεια) denotes that which is habitual or customary, especially in reference to personal behavior. In addition to rules that take hold through tradition, the state or other legislating body may enact ordinances that are recognized by all concerned and in turn become legal tradition. A special semantic problem for modern readers encountering the term ν. is the general tendency to confine the usage of the term ‘law’ to codified statutes. Such limitation has led to much fruitless debate in the history of NT interpretation.—HRemus, Sciences Religieuses/Studies in Religion 13, ’84, 5–18; ASegal, Torah and Nomos in Recent Scholarly Discussion, ibid., 19–27.① a procedure or practice that has taken hold, a custom, rule, principle, norm (Alcman [VII B.C.], Fgm. 93 D2 of the tune that the bird sings; Ocellus [II B.C.] c. 49 Harder [1926] τῆς φύσεως νόμος; Appian, Basil. 1 §2 πολέμου ν., Bell. Civ. 5, 44 §186 ἐκ τοῦδε τοῦ σοῦ νόμου=under this rule of yours that governs action; Polyaenus 5, 5, 3 ν. πόμπης; 7, 11, 6 ν. φιλίας; Sextus 123 τοῦ βίου νόμος; Just., A II, 2, 4 παρὰ τὸν τῆς φύσεως ν.; Ath. 3, 1 νόμῳ φύσεως; 13, 1 θυσιῶν νόμῳ)ⓐ gener. κατὰ νόμον ἐντολῆς σαρκίνης in accordance w. the rule of an external commandment Hb 7:16. εὑρίσκω τὸν νόμον I observe an established procedure or principle or system Ro 7:21 (ν. as ‘principle’, i.e. an unwritten rightness of things Soph., Ant. 908). According to Bauer, Paul uses the expression νόμος (which dominates this context) in cases in which he prob. would have preferred another word. But it is also prob. that Paul purposely engages in wordplay to heighten the predicament of those who do not rely on the gospel of liberation from legal constraint: the Apostle speaks of a principle that obligates one to observe a code of conduct that any sensible pers. would recognize as sound and valid ὁ νόμος τ. νοός μου vs. 23b (s. νοῦς 1a). Engaged in a bitter struggle w. this νόμος there is a ἕτερος νόμος which, in contrast to the νοῦς, dwells ἐν τοῖς μέλεσίν μου in my (physical) members vs. 23a, and hence is a νόμος τῆς ἁμαρτίας vs. 23c and 25b or a νόμος τ. ἁμαρτίας καὶ τ. θανάτου 8:2b. This sense prepares the way for the specific perspectiveⓑ of life under the lordship of Jesus Christ as a ‘new law’ or ‘system’ of conduct that constitutes an unwritten tradition ὁ καινὸς ν. τοῦ κυρίου ἡμῶν Ἰησοῦ Χριστοῦ 2:6; in brief ν. Ἰησοῦ Χριστοῦ IMg 2 (cp. Just., D. 11, 4; 43, 1; Mel., P. 7, 46). Beginnings of this terminology as early as Paul: ὁ ν. τοῦ Χριστοῦ =the standard set by Christ Gal 6:2 (as vs. 3 intimates, Christ permitted himself to be reduced to nothing, thereby setting the standard for not thinking oneself to be someth.). The gospel is a νόμος πίστεως a law or system requiring faith Ro 3:27b (FGerhard, TZ 10, ’54, 401–17) or ὁ ν. τοῦ πνεύματος τῆς ζωῆς ἐν Χρ. Ἰ. the law of the spirit (=the spirit-code) of life in Chr. J. 8:2a. In the same sense Js speaks of a ν. βασιλικός (s. βασιλικός) 2:8 or ν. ἐλευθερίας vs. 12 (λόγος ἐλ. P74), ν. τέλειος ὁ τῆς ἐλευθερίας 1:25 (association w. 1QS 10:6, 8, 11 made by EStauffer, TLZ 77, ’52, 527–32, is rejected by SNötscher, Biblica 34, ’53, 193f. On the theme of spontaneous moral achievement cp. Pind., Fgm. 152 [169 Schr.] 1f νόμος ὁ πάντων βασιλεὺς | θνατῶν τε καὶ ἀθανάτων | ἄγει δικαιῶν τὸ βιαιότατον| ὑπερτάτᾳ χειρί=custom is lord of all, of mortals and immortals both, and with strong hand directs the utmost power of the just. Plut., Mor. 780c interprets Pindar’s use of νόμος: ‘not written externally in books or on some wooden tablets, but as lively reason functioning within him’ ἔμψυχος ὢν ἐν αὐτῷ λόγῳ; Aristot., EN 4, 8, 10 οἷον ν. ὢν ἑαυτῷ; Diod S 1, 94, 1 ν. ἔγγραπτος; cp. also Ovid, Met. 1, 90 sponte sua sine lege fidem rectumque colebat; Mayor, comm. ‘Notes’ 73.—RHirzel, ΑΓΡΑΦΟΣ ΝΟΜΟΣ 1903.). Some would put ὁ νόμος Js 2:9 here (s. LAllevi, Scuola Cattol. 67, ’39, 529–42), but s. 2b below.—Hermas too, who in part interprets Israel’s legal tradition as referring to Christians, sees the gospel, exhibited in Christ’s life and words, as the ultimate expression of God’s will or ‘law’. He says of Christ δοὺς αὐτοῖς (i.e. the believers) τὸν ν., ὅν ἔλαβε παρὰ τοῦ πατρὸς αὐτοῦ Hs 5, 6, 3, cp. Hs 8, 3, 3. Or he sees in the υἱὸς θεοῦ κηρυχθεὶς εἰς τὰ πέρατα τῆς γῆς, i.e. the preaching about the Son of God to the ends of the earth, the νόμος θεοῦ ὁ δοθεὶς εἰς ὅλον. τ. κόσμον 8, 3, 2. Similarly to be understood are τηρεῖν τὸν ν. 8, 3, 4. ὑπὲρ τοῦ ν. παθεῖν 8, 3, 6. ὑπὲρ τοῦ ν. θλίβεσθαι 8, 3, 7. ἀρνησάμενοι τὸν νόμον ibid. βλασφημεῖν τὸν ν. 8, 6, 2.② constitutional or statutory legal system, lawⓐ gener.: by what kind of law? Ro 3:27. ν. τῆς πόλεως the law of the city enforced by the ruler of the city (ν. ἐν ταῖς πόλεσι γραπτός Orig., C. Cels. 5, 37, 2); the penalty for breaking it is banishment Hs 1:5f. τοῖς ν. χρῆσθαι observe the laws 1:3; πείθεσθαι τοῖς ὡρισμένοις ν. obey the established laws Dg 5:10; νικᾶν τοὺς ν. ibid. (νικάω 3). Ro 7:1f, as well as the gnomic saying Ro 4:15b and 5:13b, have been thought by some (e.g. BWeiss, Jülicher) to refer to Roman law, but more likely the Mosaic law is meant (s. 3 below).ⓑ specifically: of the law that Moses received from God and is the standard according to which membership in the people of Israel is determined (Diod S 1, 94, 1; 2: the lawgiver Mneves receives the law from Hermes, Minos from Zeus, Lycurgus from Apollo, Zarathustra from the ἀγαθὸς δαίμων, Zalmoxis from Hestia; παρὰ δὲ τοῖς Ἰουδαίοις, Μωϋσῆς receives the law from the Ἰαὼ ἐπικαλούμενος θεός) ὁ ν. Μωϋσέως Lk 2:22; J 7:23; Ac 15:5. ν. Μωϋσέως Ac 13:38; Hb 10:28. Also ὁ ν. κυρίου Lk 2:23f, 39; GJs 14:1. ὁ ν. τοῦ θεοῦ (Theoph. Ant. 2, 14 [p. 136, 4]) Mt 15:6 v.l.; Ro 8:7 (cp. Tat. 7, 2; 32, 1; Ath. 3:2). ὁ ν. ἡμῶν, ὑμῶν, αὐτῶν etc. J 18:31; 19:7b v.l.; Ac 25:8. κατὰ τὸν ἡμέτερον ν. 24:6 v.l. (cp. Jos., Ant. 7, 131). ὁ πατρῷος ν. 22:3. τὸν ν. τῶν ἐντολῶν Eph 2:15. Since the context of Ac 23:29 ἐγκαλούμενον περὶ ζητημάτων τοῦ νόμου αὐτῶν points to the intimate connection between belief, cult, and communal solidarity in Judean tradition, the term νόμος is best rendered with an hendiadys: (charged in matters) relating to their belief and custom; cp. ν. ὁ καθʼ ὑμᾶς 18:15. Ro 9:31 (CRhyne, Νόμος Δικαιοσύνης and the meaning of Ro 10:4: CBQ 47, ’85, 486–99).—Abs., without further qualification ὁ ν. Mt 22:36; 23:23; Lk 2:27; J 1:17; Ac 6:13; 7:53; 21:20, 28; Ro 2:15 (τὸ ἔργον τοῦ νόμου the work of the law [=the moral product that the Mosaic code requires] is written in the heart; difft. Diod S 1, 94, 1 ν. ἔγγραπτος, s. 1b, above), 18, 20, 23b, 26; 4:15a, 16; 7:1b, 4–7, 12, 14, 16; 8:3f; 1 Cor 15:56; Gal 3:12f, 17, 19, 21a, 24; 5:3, 14; 1 Ti 1:8 (GRudberg, ConNeot 7, ’42, 15); Hb 7:19 (s. Windisch, Hdb. exc. ad loc.), 28a; 10:1; cp. Js 2:9 (s. 1b above); μετὰ τὸν ν. Hb 7:28b; οἱ ἐν τῷ ν. Ro 3:19; κατὰ τὸν ν. according to the (Mosaic) law (Jos., Ant. 14, 173; 15, 51 al.; Just., D. 10, 1) J 19:7b; Ac 22:12; 23:3; Hb 7:5; 9:22. παρὰ τ. νόμον contrary to the law (Jos., Ant. 17, 151, C. Ap. 2, 219; Ath. 1, 3 παρὰ πάντα ν.) Ac 18:13.—νόμος without the art. in the same sense (on the attempt, beginning w. Origen, In Ep. ad Ro 3:7 ed. Lomm. VI 201, to establish a difference in mng. betw. Paul’s use of ὁ νόμος and νόμος s. B-D-F §258, 2; Rob. 796; Mlt-Turner 177; Grafe [s. 3b below] 7–11) Ro 2:13ab, 17, 23a, * 25a; 3:31ab; 5:13, 20; 7:1a (s. above); Gal 2:19b; 5:23 (JRobb, ET 56, ’45, 279f compares κατὰ δὲ τῶν τοιούτων οὐκ ἔστι νόμος Aristot., Pol. 1284a). δικαίῳ νόμος οὐ κεῖται, ἀνόμοις δὲ … 1 Ti 1:9. Cp. ἑαυτοῖς εἰσιν νόμος Ro 2:14 (in Pla., Pol. and in Stoic thought the wise person needed no commandment [Stoic. III 519], the bad one did; MPohlenz, Stoa ’48/49 I 133; II 75). Used w. prepositions: ἐκ ν. Ro 4:14; Gal 3:18, 21c (v.l. ἐν ν.); Phil 3:9 (ἐκ νόμου can also mean corresponding to or in conformity with the law: PRev 15, 11 ἐκ τῶν νόμων); cp. ἐκ τοῦ νόμου Ro 10:5. διὰ νόμου Ro 2:12b; 3:20b; 4:13; 7:7b; Gal 2:19a, 21; ἐν ν. (ἐν τῷ ν. Iren. 3, 11, 8 [Harv. II 49, 9]) Ro 2:12a, 23; Gal 3:11, 21c v.l.; 5:4; Phil 3:6. κατὰ νόμον 3:5; Hb 8:4; 10:8 (make an offering κατὰ νόμον as Arrian, Anab. 2, 26, 4; 5, 8, 2); χωρὶς ν. Ro 3:21a; 7:8f; ἄχρι ν. 5:13a. ὑπὸ νόμον 6:14f; 1 Cor 9:20; Gal 3:23; 4:4f, 21a; 5:18 (cp. Just., D. 45, 3 οἱ ὑπὸ τὸν ν.).—Dependent on an anarthrous noun παραβάτης νόμου a law-breaker Ro 2:25b ( 27b w. art.); Js 2:11. ποιητὴς ν. one who keeps the law 4:11d (w. art. Ro 2:13b). τέλος ν. the end of the law Ro 10:4 (RBultmann and HSchlier, Christus des Ges. Ende ’40). πλήρωμα ν. fulfilment of the law 13:10. ν. μετάθεσις a change in the law Hb 7:12. ἔργα ν. Ro 3:20a, 28; 9:32 v.l.; Gal 2:16; 3:2, 5, 10a.—(ὁ) ν. (τοῦ) θεοῦ Ro 7:22, 25a; 8:7 because it was given by God and accords w. his will. Lasting Mt 5:18; Lk 16:17 (cp. Bar 4:1; PsSol 10:4; Philo, Mos. 2, 14; Jos., C. Ap. 2, 277).—Used w. verbs, w. or without the art.: ν. ἔχειν J 19:7a; Ro 2:14 (ApcSed 14:5). πληροῦν ν. fulfill the law Ro 13:8; pass. Gal 5:14 (Mel., P. 42, 291). πληροῦν τὸ δικαίωμα τοῦ ν. fulfill the requirement of the law Ro 8:4. φυλάσσειν τὸν ν. observe the law Ac 21:24; Gal 6:13. τὰ δικαιώματα τοῦ ν. φυλάσσειν observe the precepts of the law Ro 2:26; διώκειν ν. δικαιοσύνης 9:31a; πράσσειν ν. 2:25a. ποιεῖν τὸν ν. J 7:19b; Gal 5:3; Ro 2:14b, s. below; τὸν ν. τηρεῖν Js 2:10. τὸν ν. τελεῖν Ro 2:27. φθάνειν εἰς ν. 9:31b. κατὰ ν. Ἰουδαϊσμὸν ζῆν IMg 8:1 v.l. is prob. a textual error (Pearson, Lghtf., Funk, Bihlmeyer, Hilgenfeld; Zahn, Ign. v. Ant. 1873 p. 354, 1 [difft. in Zahn’s edition] all omit νόμον as a gloss and are supported by the Latin versions; s. Hdb. ad loc.). τὰ τοῦ ν. ποιεῖν carry out the requirements of the law Ro 2:14b (ApcSed 14:5; FFlückiger, TZ 8, ’52, 17–42). καταλαλεῖν νόμου, κρίνειν ν. Js 4:11abc. ἐδόθη ν. Gal 3:21a.—Pl. διδοὺς νόμους μου εἰς τὴν διάνοιαν αὐτῶν Hb 8:10; cp. 10:16 (both Jer 38:33).—Of an individual stipulation of the law ὁ νόμος τοῦ ἀνδρός the law insofar as it concerns the husband (Aristot., Fgm. 184 R. νόμοι ἀνδρὸς καὶ γαμετῆς.—SIG 1198, 14 κατὰ τὸν νόμον τῶν ἐρανιστῶν; Num 9:12 ὁ ν. τοῦ πάσχα; Philo, Sobr. 49 ὁ ν. τῆς λέπρας) Ro 7:2b; cp. 7:3 and δέδεται νόμῳ vs. 2a (on the imagery Straub 94f); 1 Cor 7:39 v.l.—The law is personified, as it were (Demosth. 43, 59; Aeschin. 1, 18; Herm. Wr. 12, 4 [the law of punishment]; IMagnMai 92a, 11 ὁ ν. συντάσσει; b, 16 ὁ ν. ἀγορεύει; Jos., Ant. 3, 274) J 7:51; Ro 3:19.③ a collection of holy writings precious to God’s people, sacred ordinanceⓐ in the strict sense the law=the Pentateuch, the work of Moses the lawgiver (Diod S 40, 3, 6 προσγέγραπται τοῖς νόμοις ἐπὶ τελευτῆς ὅτι Μωσῆς ἀκούσας τοῦ θεοῦ τάδε λέγει τ. Ἰουδαίοις=at the end of the laws this is appended: this is what Moses heard from God and is telling to the Jews. ὁ διὰ τοῦ ν. μεταξὺ καθαρῶν καὶ ἀκαθάρτων διαστείλας θεός Iren. 3, 12, 7 [Harv. II 60, 3]; cp. Hippol., Ref. 7, 34, 1) τὸ βιβλίον τοῦ νόμου Gal 3:10b (cp. Dt 27:26). Also simply ὁ νόμος (Jos., Bell. 7, 162 ὁ ν. or 2, 229 ὁ ἱερὸς ν. of the holy book in a concrete sense) Mt 12:5 (Num 28:9f is meant); J 8:5; 1 Cor 9:8 (cp. Dt 25:4); 14:34 (cp. Gen 3:16); Gal 4:21b (the story of Abraham); Hb 9:19. ὁ ν. ὁ ὑμέτερος J 8:17 (cp. Jos., Bell. 5, 402; Tat. 40, 1 κατὰ τοὺς ἡμετέρους ν.). ἐν Μωϋσέως νόμῳ γέγραπται 1 Cor 9:9. καθὼς γέγραπται ἐν νόμῳ κυρίου Lk 2:23 (γέγραπται ἐν νόμῳ as Athen. 6, 27, 23c; IMagnMai 52, 35 [III B.C.]; Mel., P. 11, 71; cp. Just., D. 8, 4 τὰ ἐν τῷ ν. γεγραμμένα); cp. vs. 24. ἔγραψεν Μωϋσῆς ἐν τῷ νόμῳ J 1:45 (cp. Cercidas [III B.C.], Fgm. 1, 18f Diehl2 [=Coll. Alex. p. 204, 29=Knox p. 196] καὶ τοῦθʼ Ὅμηρος εἶπεν ἐν Ἰλιάδι).—The Sacred Scriptures (OT) referred to as a whole in the phrase ὁ ν. καὶ οἱ προφῆται (Orig., C. Cels. 2, 6, 4; cp. Hippol., Ref. 8, 19, 1) the law (הַתּוֹרָה) and the prophets (הַנְּבִיאִים) Mt 5:17; 7:12; 11:13; 22:40; Lk 16:16; Ac 13:15; 24:14; 28:23; Ro 3:21b; cp. Dg 11:6; J 1:45. τὰ γεγραμμένα ἐν τῷ ν. Μωϋσέως καὶ τοῖς προφήταις καὶ ψαλμοῖς Lk 24:44.ⓑ In a wider sense=Holy Scripture gener., on the principle that the most authoritative part gives its name to the whole (ὁ ν. ὁ τοῦ θεοῦ Theoph. Ant. 1, 11 [p. 82, 15]): J 10:34 (Ps 81:6); 12:34 (Ps 109:4; Is 9:6; Da 7:14); 15:25 (Ps 34:19; 68:5); 1 Cor 14:21 (Is 28:11f); Ro 3:19 (preceded by a cluster of quotations fr. Psalms and prophets).—Mt 5:18; Lk 10:26; 16:17; J 7:49.—JHänel, Der Schriftbegriff Jesu 1919; OMichel, Pls u. s. Bibel 1929; SWesterholm, Studies in Religion 15, ’86, 327–36.—JMeinhold, Jesus u. das AT 1896; MKähler, Jesus u. das AT2 1896; AKlöpper, Z. Stellung Jesu gegenüber d. Mos. Gesetz, Mt 5:17–48: ZWT 39, 1896, 1–23; EKlostermann, Jesu Stellung z. AT 1904; AvHarnack, Hat Jesus das atl. Gesetz abgeschafft?: Aus Wissenschaft u. Leben II 1911, 225–36, SBBerlAk 1912, 184–207; KBenz, D. Stellung Jesu zum atl. Gesetz 1914; MGoguel, RHPR 7, 1927, 160ff; BBacon, Jesus and the Law: JBL 47, 1928, 203–31; BBranscomb, Jes. and the Law of Moses 1930; WKümmel, Jes. u. d. jüd. Traditionsged.: ZNW 33, ’34, 105–30; JHempel, D. synopt. Jesus u. d. AT: ZAW 56, ’38, 1–34.—Lk-Ac: JJervell, HTR 64, ’71, 21–36.—EGrafe, D. paulin. Lehre vom Gesetz2 1893; HCremer, D. paulin. Rechtfertigungslehre 1896, 84ff; 363ff; FSieffert, D. Entwicklungslinie d. paul. Gesetzeslehre: BWeiss Festschr. 1897, 332–57; WSlaten, The Qualitative Use of νόμος in the Pauline Ep.: AJT 23, 1919, 213ff; HMosbech, Pls’ Laere om Loven: TT 4/3, 1922, 108–37; 177–221; EBurton, ICC, Gal 1921, 443–60; PFeine, Theol. des NT6 ’34, 208–15 (lit.); PBenoit, La Loi et la Croix d’après S. Paul (Ro 7:7–8:4): RB 47, ’38, 481–509; CMaurer, D. Gesetzeslehre des Pls ’41; PBläser, D. Gesetz b. Pls ’41; BReicke, JBL 70, ’51, 259–76; GBornkamm, Das Ende d. Gesetzes ’63; HRaisänen, Paul and the Law2 ’87; PRichardson/SWesterholm, et al., Law in Religious Communities in the Rom. Period, ’91 (Torah and Nomos); MNobile, La Torà al tempo di Paolo, alcune ri-flessioni: Atti del IV simposio di Tarso su S. Paolo Apostolo, ed. LPadovese ’96, 93–106 (lit. 93f, n. 1).—Dodd 25–41.—B. 1358; 1419; 1421. DELG s.v. νέμω Ic. Schmidt, Syn. I 333–47. M-M. EDNT. TW. Sv. -
67 contar
v.1 to count.se pueden contar con los dedos de una mano you can count them on (the fingers of) one handPedro cuenta los goles Peter counts the goals.El aseo cuenta como algo importante Hygiene counts as something important.2 to count.cuenta también los gastos de desplazamiento count o include travel costs toosomos 57 sin contar a los niños there are 57 of us, not counting the children3 to count.sabe contar hasta diez she can count to ten4 to count.aquí no cuento para nada I count for nothing herelo que cuenta es… what matters is…5 to tell.cuéntame, ¿cómo te va la vida? tell me, how are things?Ricardo le cuenta historias al grupo Richard tells the group stories.Le conté I told him [her].6 to consider, to repute, to judge.María cuenta su actitud Mary considers his attitude.* * *(o changes to ue in stressed syllables)Present IndicativePresent SubjunctiveImperative* * *verb1) to count2) tell•* * *1. VT1) (=calcular) [+ objetos, números, puntos] to count; [+ dinero] to count, count up2) (=relatar) to tell¿qué les voy a contar que ustedes no sepan? — what can I tell you that you don't already know?
el paro está peor y la corrupción, ¿qué le voy a contar? — unemployment has got worse and as for corruption, what can I say?
si pierdo el trabajo, ya me contarás de qué vamos a vivir — you tell me what we'll live on if I lose my job
¿y a mí qué me cuentas? — so what?
¡a mi me lo vas a contar! — you're telling me! *, tell me about it! *
se cuenta que... — it is said that...
- ¡una obra que ni te cuento!3) (=tener la edad de)4) (=incluir) to countseis en total, sin contarme a mí — six altogether, not counting me
1.500 sin contar las propinas — 1,500, excluding tips, 1,500, not counting tips
5) (=tener en cuenta) to remember, bear in mindcuenta que es más fuerte que tú — remember o don't forget he's stronger than you are
2. VI1) (Mat) to countparar de contar * —
hay dos sillas, una mesa y para ya de contar — there are two chairs, a table, and that's it
2) (=relatar) to tellojalá tengas suerte con la entrevista de trabajo, ya me contarás — I hope the job interview goes well, I look forward to hearing all about it
- cuenta y no acaba de hablar3) (=importar, valer) to count•
contar por dos, los domingos una hora cuenta por dos — on Sundays one hour counts as two4)•
contar con —a) (=confiar en) to count oncuenta conmigo — you can rely o count on me
b) (=tener presente)tienes que contar con el mal estado de la carretera — you have to take into account o remember the bad state of the road
cuenta con que es más fuerte que tú — bear in mind o remember he's stronger than you are
sin contar con que... — leaving aside the fact that...
c) (=incluir) to count inlo siento, pero para eso no cuentes conmigo — I'm sorry but you can count me out of that
no contéis con nosotros para el viernes, estaremos ocupados — don't expect us on Friday, we'll be busy
d) (=tener) to haveel polideportivo cuenta con una piscina olímpica — the sports centre has o boasts an Olympic-size swimming pool
una democracia que tan solo cuenta con dieciséis años de existencia — a democracy that has only existed for sixteen years
3.See:* * *1.verbo transitivo1) <dinero/votos/dís> to count2)a) ( incluir) to countb) ( tener)contaba ya veinte años — (frml o liter) she was then twenty years old
3) <cuento/chiste/secreto> to tella mí me lo vas a contar! — (fam) you're telling me!
¿y a a mí qué me cuentas? — what's that to do with me?
¿qué cuentas (de nuevo)? — (fam) how're things? (colloq)
2.cuenta la leyenda que... — the story goes that...
contar vi1) (Mat) to counthay cuatro tiendas... y para de contar — there are four stores and that's it
2) (importar, valer) to count¿este trabajo cuenta para la nota final? — does this piece of work count toward(s) the final grade?
ella no cuenta para nada — what she says (o thinks etc) doesn't count for anything
3) contar con<persona/ayuda/discreción> to count on, rely oncuento contigo para la fiesta — I'm counting o relying on you being at the party
yo me opongo, así es que no cuentes conmigo — I'm against it, so you can count me out
eso contando con que... — assuming that...
sin contar con que... — without taking into account that...
4) ( prever) to expect5) (frml) ( tener) to have3.contarse v prona) (frml) ( estar incluido)contarse entre algo: se cuenta entre los pocos que tienen acceso she is numbered among the few who have access (frml); me cuento entre sus partidarios I count myself as one of their supporters; su nombre se cuenta entre los finalistas her name figures o appears among the finalists; su novela se cuenta entre las mejores — his novel is among the best
b)¿qué te cuentas? — how's it going? (colloq)
* * *= count, relate, tally, count, tell out into, narrate, number, count out, hip.Ex. To ease the cataloguer's job and save him the trouble of counting characters, DOBIS/LIBIS uses a special function.Ex. This article relates what happened to the records of the German era after the colony became a mandate under the British administration and after the attainment of independence.Ex. The statistic programs have been designed to make it possible to extract, tally, and print statistical information from the journal.Ex. People must be made to feel that they and their ideas count.Ex. The finished paper was sorted for imperfections and told out into quires and reams for sale.Ex. The inmates satisfied their need for reading by smuggling in Polish books, or else narrating stories from memory.Ex. I would therefore like to give a blanket thankyou to everyone who has talked or written to me in my research and they must now number thousands rather than hundreds.Ex. At midnight, one pirate arose, opened the chest, and counted out the gold pieces into five even piles.Ex. He was aghast after having been hipped to the fact there are hookers on the Internet.----* contando = counting.* contar Algo a Alguien = let + Nombre + in on.* contar chismes de Alguien = tell + tales out of school about + Alguien.* contar con = hold, count on, have at + Posesivo + disposal, bank on, set + your watch by.* contar con Alguien = count + Pronombre + in.* contar con apoyo para = have + support for.* contar con el apoyo de Alguien = have + Nombre + behind + Pronombre.* contar con el apoyo necesario para = have + the power behind to.* contar con el visto bueno = meet with + approval.* contar con la aprobación = meet with + approval.* contar con la colaboración de = enjoy + cooperation with.* contar con la cooperación de = enjoy + cooperation with.* contar con + Posesivo + aprobación = meet + Posesivo + approval.* contar con + Posesivo + visto bueno = meet + Posesivo + approval.* contar de = tell of.* contar dinero = count + money.* contar en confianza = confide.* contar experiencias = tell + tales.* contar historias = tell + tales.* contar la experiencia = relate + experience, recount + experience.* contar las ideas a Alguien = run + ideas + past + Pronombre.* contarle las penas a Alguien = sob + Posesivo + heart out to.* contar para nada = count + for nothing.* contar + Posesivo + propia vida y milagros = spill + Posesivo + guts.* contar todo sobre = give + Nombre + the lowdown on.* contar una anécdota = tell + story.* contar una historia = spin + a yarn, weave + a tale, narrate + story, weave + story.* contar un cuento = tell + story.* cuenta la leyenda que = legend has it that, as legend goes.* dinero contante y sonante = readies, the ready.* entre ellos contamos con los siguientes = numbered amongst these are.* no contar = be out of the picture.* no contar con = leave + Nombre + out of the picture, drop + Nombre + out of the picture.* no contar con la aprobación = frown on/upon.* poder contar con = be there for + Pronombre.* que se cuentan por millones = numbered in millions.* según cuenta la leyenda = legend has it that, as legend goes.* sin contar = not including, excluding.* sin contar con = in the absence of.* visión contada por una persona de adentro = insider's look, insider's perspective.* volver a contar = recount, retell.* * *1.verbo transitivo1) <dinero/votos/dís> to count2)a) ( incluir) to countb) ( tener)contaba ya veinte años — (frml o liter) she was then twenty years old
3) <cuento/chiste/secreto> to tella mí me lo vas a contar! — (fam) you're telling me!
¿y a a mí qué me cuentas? — what's that to do with me?
¿qué cuentas (de nuevo)? — (fam) how're things? (colloq)
2.cuenta la leyenda que... — the story goes that...
contar vi1) (Mat) to counthay cuatro tiendas... y para de contar — there are four stores and that's it
2) (importar, valer) to count¿este trabajo cuenta para la nota final? — does this piece of work count toward(s) the final grade?
ella no cuenta para nada — what she says (o thinks etc) doesn't count for anything
3) contar con<persona/ayuda/discreción> to count on, rely oncuento contigo para la fiesta — I'm counting o relying on you being at the party
yo me opongo, así es que no cuentes conmigo — I'm against it, so you can count me out
eso contando con que... — assuming that...
sin contar con que... — without taking into account that...
4) ( prever) to expect5) (frml) ( tener) to have3.contarse v prona) (frml) ( estar incluido)contarse entre algo: se cuenta entre los pocos que tienen acceso she is numbered among the few who have access (frml); me cuento entre sus partidarios I count myself as one of their supporters; su nombre se cuenta entre los finalistas her name figures o appears among the finalists; su novela se cuenta entre las mejores — his novel is among the best
b)¿qué te cuentas? — how's it going? (colloq)
* * *= count, relate, tally, count, tell out into, narrate, number, count out, hip.Ex: To ease the cataloguer's job and save him the trouble of counting characters, DOBIS/LIBIS uses a special function.
Ex: This article relates what happened to the records of the German era after the colony became a mandate under the British administration and after the attainment of independence.Ex: The statistic programs have been designed to make it possible to extract, tally, and print statistical information from the journal.Ex: People must be made to feel that they and their ideas count.Ex: The finished paper was sorted for imperfections and told out into quires and reams for sale.Ex: The inmates satisfied their need for reading by smuggling in Polish books, or else narrating stories from memory.Ex: I would therefore like to give a blanket thankyou to everyone who has talked or written to me in my research and they must now number thousands rather than hundreds.Ex: At midnight, one pirate arose, opened the chest, and counted out the gold pieces into five even piles.Ex: He was aghast after having been hipped to the fact there are hookers on the Internet.* contando = counting.* contar Algo a Alguien = let + Nombre + in on.* contar chismes de Alguien = tell + tales out of school about + Alguien.* contar con = hold, count on, have at + Posesivo + disposal, bank on, set + your watch by.* contar con Alguien = count + Pronombre + in.* contar con apoyo para = have + support for.* contar con el apoyo de Alguien = have + Nombre + behind + Pronombre.* contar con el apoyo necesario para = have + the power behind to.* contar con el visto bueno = meet with + approval.* contar con la aprobación = meet with + approval.* contar con la colaboración de = enjoy + cooperation with.* contar con la cooperación de = enjoy + cooperation with.* contar con + Posesivo + aprobación = meet + Posesivo + approval.* contar con + Posesivo + visto bueno = meet + Posesivo + approval.* contar de = tell of.* contar dinero = count + money.* contar en confianza = confide.* contar experiencias = tell + tales.* contar historias = tell + tales.* contar la experiencia = relate + experience, recount + experience.* contar las ideas a Alguien = run + ideas + past + Pronombre.* contarle las penas a Alguien = sob + Posesivo + heart out to.* contar para nada = count + for nothing.* contar + Posesivo + propia vida y milagros = spill + Posesivo + guts.* contar todo sobre = give + Nombre + the lowdown on.* contar una anécdota = tell + story.* contar una historia = spin + a yarn, weave + a tale, narrate + story, weave + story.* contar un cuento = tell + story.* cuenta la leyenda que = legend has it that, as legend goes.* dinero contante y sonante = readies, the ready.* entre ellos contamos con los siguientes = numbered amongst these are.* no contar = be out of the picture.* no contar con = leave + Nombre + out of the picture, drop + Nombre + out of the picture.* no contar con la aprobación = frown on/upon.* poder contar con = be there for + Pronombre.* que se cuentan por millones = numbered in millions.* según cuenta la leyenda = legend has it that, as legend goes.* sin contar = not including, excluding.* sin contar con = in the absence of.* visión contada por una persona de adentro = insider's look, insider's perspective.* volver a contar = recount, retell.* * *vtA ‹dinero/votos› to count15 días a contar desde la fecha de notificación 15 days starting from the date of notificationestá contando los días que faltan para que llegues he's counting the days until you arriveB1 (incluir) to counta mí no me cuentes entre sus partidarios don't include me among his supporterslo cuento entre mis mejores amigos I consider him (to be) one of my best friendssin contar al profesor somos 22 there are 22 of us, not counting the teachery eso sin contar las horas extras and that's without taking overtime into account o without including overtime2la asociación cuenta ya medio siglo de vida ( frml); the association has now been in existence for half a century ( frml)Sentido II ‹cuento/chiste/secreto› to tellno se lo cuentes a nadie don't tell anyonecuéntame qué es de tu vida tell me what you've been doing o ( colloq) what you've been up to¡y a mí me lo vas a contar! ( fam); you're telling me! o don't I know! o tell me about it! ( colloq)abuelito, cuéntame un cuento grandpa, tell me a storyes una historia muy larga de contar it's a long story¡cuéntaselo a tu abuela! ( fam); go tell it to the marines! ( AmE colloq), come off it! ( BrE colloq)■ contarviA1 ( Mat) to countcuenta de diez en diez count in tenscuenta hasta 20 count (up) to 20cuatro tiendas, dos bares … y para de contar four stores, two bars and that's it2 (importar, valer) to countpara él lo único que cuenta es el dinero for him the only thing that counts is money o the only thing that matters to him is money¿este trabajo cuenta para la nota final? does this piece of work count toward(s) the final grade?este ejercicio cuenta por dos porque es muy largo this exercise counts as two because it's very longa efectos impositivos, estos ingresos no cuentan this does not count as taxable incomelo que cuenta es el gesto it's the thought that counts1 ‹persona/ayuda/discreción› to count on, rely on¿puedo contar con tu colaboración? can I count on your help?cuento contigo para la fiesta I'm counting o relying on you being at the partyno cuentes conmigo para mañana, tengo una cita con el médico don't expect me there tomorrow, I've got a doctor's appointmentyo me opongo, así es que no cuentes conmigo I'm against it, so you can count me out2 (prever) to expectno contaba con que hiciera tan mal tiempo I wasn't expecting the weather to be so bad, I hadn't bargained for o allowed for such bad weatherno habíamos contado con este contratiempo we hadn't expected o anticipated o ( colloq) we hadn't reckoned on this setbackel hotel cuenta con piscina, gimnasio y sauna the hotel has o is equipped with o offers o boasts a swimming pool, gym and saunano contamos con los elementos de juicio necesarios we do not have o possess the necessary knowledgelos sindicatos contarán con representación en este organismo the unions will be represented in this organization■ contarse1 ( frml) (estar incluido) contarse ENTRE algo:se cuenta entre los pocos que tienen acceso she is numbered among the few who have access ( frml), she is one of the few people who have accesssus partidarios, entre quienes me cuento their supporters, and I count myself as one of them o ( frml) their supporters, and I number myself among themsu nombre se cuenta entre los finalistas her name figures o appears among the finalistssu novela se cuenta entre las mejores del año his novel is among o is numbered among the year's best2* * *
contar ( conjugate contar) verbo transitivo
1 ‹dinero/votos/días› to count;
y eso sin contar las horas extras and that's without including overtime;
lo cuento entre mis amigos I consider him (to be) one of my friends
2 ‹cuento/chiste/secreto› to tell;
es muy largo de contar it's a long story;
¿qué cuentas (de nuevo)? (fam) how're things? (colloq)
verbo intransitivo
1 ( en general) to count;
¿este trabajo cuenta para la nota final? does this piece of work count toward(s) the final grade?;
ella no cuenta para nada what she says (o thinks etc) doesn't count for anything
2
◊ cuento contigo para la fiesta I'm counting o relying on you being at the party;
sin contar con que … without taking into account that …
contarse verbo pronominala) (frml) ( estar incluido):
su novela se cuenta entre las mejores his novel is among the bestb)◊ ¿qué te cuentas? how's it going? (colloq)
contar
I verbo transitivo
1 (un suceso, una historia) to tell
2 (numerar) to count
II verbo intransitivo to count
♦ Locuciones: contar con, (confiar en) to count on
(constar de) to have
' contar' also found in these entries:
Spanish:
acostumbrar
- cacarear
- confiar
- cotillear
- cuento
- dada
- dado
- desahogarse
- guión
- lisamente
- película
- referir
- sin
- bola
- chisme
- chiste
- contabilizar
- esperar
- largo
- narración
- platicar
English:
allow for
- bank on
- bargain for
- bargain on
- count
- count on
- count out
- crack
- depend
- expect
- fib
- figure on
- foresee
- joke
- miscount
- narrate
- number
- plan on
- put
- reckon
- reckon on
- recount
- rely
- repeat
- report
- retell
- secret
- spin
- story
- tell
- untold
- bank
- boast
- command
- figure
- gossip
- plan
- re-count
- tale
- to
* * *♦ vt1. [enumerar] to count;contaron doscientos manifestantes en la marcha del domingo the number of demonstrators at Sunday's march was estimated at two hundred;se pueden contar con los dedos de una mano you can count them on (the fingers of) one hand2. [incluir] to count;cuenta también los gastos de desplazamiento count o include travel costs too;somos cincuenta y siete sin contar a los niños there are fifty-seven of us, not counting the children;la economía, sin contar el desempleo, parece recuperarse the economy, with the exception of the unemployment situation, seems to be recovering3. [narrar] to tell;no me cuentes el final don't tell me what happens;ya me contarás qué tal te va por la capital let me know how you get on in the capital;me han contado maravillas sobre ese restaurante I've heard great things about that restaurant;Fam¿qué cuentas? how are you doing?;¿qué me cuentas? ¡no me lo puedo creer! never! I can't believe it!;Famcuéntame, ¿cómo te va la vida? tell me, how are things?;Irónico¿me lo cuentas a mí? you're telling me!;Fam¡cuéntaselo a tu abuela! pull the other one!, come off it!;Famno me cuentes tu vida I don't want to hear your life story4. [tener una cantidad de]la población contaba mil habitantes the village had a thousand inhabitants;cuenta ya diez años she's ten years old now;el equipo cuenta ya dos victorias the team has already achieved two wins, the team already has two wins under its belt5. [considerar]a él lo cuento como uno más del grupo I consider o see him as just another member of the group;te contaba como una persona seria I thought you were a serious person;cuenta que la próxima semana estoy de vacaciones remember that I'm on holiday next week♦ vi1. [hacer cálculos] to count;sabe contar hasta diez she can count to ten;contar con los dedos to count on one's fingers;un perro, dos gatos y para de contar a dog, two cats and that's it2. [importar] to count;lo que cuenta es que te pongas bien the important thing is for you to get better, what matters is for you to get better;en esta casa no cuento para nada I count for nothing in this household;para él lo único que cuenta es ganar dinero the only thing that matters to him is making money;los dos peores resultados no cuentan para el resultado final the worst two scores aren't taken into account when calculating the final total;es tan fuerte que cuenta por dos he has the strength of two men3.contar con [confiar en] to count on, to rely on;es un buen amigo, siempre se puede contar con él he's a good friend, you can count on o rely on him;¡no cuentes con ellos! don't count on o rely on them!;no cuentes conmigo, no voy a venir don't expect me, I won't be coming;cuenta con ello, estaré allí para ayudarte I'll be there to help you, you can count on it, rest assured, I'll be there to help you4.contar con [tener, poseer] to have;cuenta con dos horas para hacerlo she has two hours to do it;las minorías contarán con representación en el nuevo parlamento minority parties will be represented in the new parliament5.contar con [tener en cuenta] to take into account;con esto no contaba I hadn't reckoned with that;no contaban con que se acabara la cerveza tan rápidamente they hadn't expected the beer to run out so quickly* * *I v/t1 count2 ( narrar) tell;¡a quién se lo vas a contar!, ¡me lo vas a contar a mí! you’re telling me!;¿qué (me) cuentas? what’s new?II v/i1 count2:contar con count on* * *contar {19} vt1) : to count2) : to tell3) : to includecontar vi1) : to count (up)2) : to matter, to be of concerneso no cuenta: that doesn't matter3)contar con : to rely on, to count on* * *contar vb1. (en general) to count3. (edad) to be -
68 ciego
adj.1 blind, unseeing, eyeless, sightless.2 unperceptive, blind, uncomprehending, half-blind.3 senseless.4 blind, dead-end.5 blind, viewless.m.1 blind man, blind person, blind, sightless person.2 blind intestine, caecum, cecum, blindgut.pres.indicat.1st person singular (yo) present indicative of spanish verb: cegar.* * *► adjetivo1 (persona) blind2 (conducto) blocked up► nombre masculino,nombre femenino1 (persona) blind person1 ANATOMÍA caecum (US cecum), blind gut1 the blind\estar ciego,-a de ira to be blind with angerquedarse ciego,-a to go blindser ciego,-a de nacimiento to be born blind————————1 ANATOMÍA caecum (US cecum), blind gut* * *1. (f. - ciega)noun2. (f. - ciega)adj.- a ciegas* * *ciego, -a1. ADJ1) (=invidente) blindes ciego de nacimiento — he has been blind from o since birth, he was born blind
•
dejar ciego a algn — to blind sb•
estar ciego — to be blindpero ¿estás ciego? ¿no ves que el semáforo está en rojo? — are you blind or what? can't you see the lights are red?
•
quedarse ciego — to go blindse quedó ciego después del accidente — he was blinded in the accident, he went blind as a result of the accident
2) [por ofuscación]a) [persona] blind•
ciego a — blind to•
ciego de celos — blind with jealousyciego de ira o rabia — blind with rage
b) [violencia] mindless, senseless; [fanatismo] mindless3) (=total) [confianza, fe] unquestioning, blind peytenían una confianza ciega en su líder — they had unquestioning o pey blind faith in their leader
4) (=bloqueado) [arco, entrada] blind; [conducto, tubo] blocked5) ** (=borracho) blind drunk *, pissed **; [con drogas duras] high *; [con drogas blandas] stoned **•
ponerse ciego a o de algo — (=borracho) to get pissed on sth **, get trashed on sth (EEUU) **; [con drogas duras] to get high on sth *; [con drogas blandas] to get stoned on sth **; [comiendo] to stuff o.s. with sth *6)•
a ciegas —a) (=sin ver)andar o caminar a ciegas — to grope one's way
buscó a ciegas la puerta — he searched blindly for the door, he groped about searching for the door
•
volar a ciegas — to fly blindb) (=sin pensar) [actuar, decidir] in the dark; [obedecer] unquestioningly, blindly peycita 1), b)creíamos a ciegas todo lo que decía el partido — we unquestioningly o pey blindly believed everything the party said, we believed everything the party said without question
2.SM / F (=invidente) blind man/blind womanuna organización de ciegos — an organization for the blind, a blind people's organization
3. SM1) Esp**¡qué ciego llevaba! — [de alcohol] he was blind drunk * o pissed! **; [de drogas duras] he was high as a kite *; [de drogas blandas] he was stoned out of his mind **
2) (Anat) caecum, cecum (EEUU)3) Caribe (=claro) forest clearing* * *I- ga adjetivo1)a) ( invidente) blinda ciegas: anduvimos a ciegas por el pasillo we groped our way along the corridor; lo decidió a ciegas he decided without thinking it through; comprar a ciegas to buy something without seeing it first; más ciego que un topo as blind as a bat; ponerse ciego a or de algo — (Esp fam) to stuff oneself with something (colloq)
b) ( ante una realidad)2) ( ofuscado) blind3) <fe/obediencia> blind5) (Esp fam) ( por alcohol) blind drunk (colloq); ( por la droga) stoned (sl)II- ga masculino, femenino1) ( invidente) (m) blind man; (f) blind womanen el país or el reino de los ciegos el tuerto es (el) rey — in the land of the blind the one-eyed man is king
2) ciego masculino (Anat) cecum*3) ciego masculino (Esp arg)qué ciego llevaba/se cogió! — ( por droga) he was/got stoned out of his mind (sl); ( por alcohol) he was/got totally plastered (colloq)
* * *I- ga adjetivo1)a) ( invidente) blinda ciegas: anduvimos a ciegas por el pasillo we groped our way along the corridor; lo decidió a ciegas he decided without thinking it through; comprar a ciegas to buy something without seeing it first; más ciego que un topo as blind as a bat; ponerse ciego a or de algo — (Esp fam) to stuff oneself with something (colloq)
b) ( ante una realidad)2) ( ofuscado) blind3) <fe/obediencia> blind5) (Esp fam) ( por alcohol) blind drunk (colloq); ( por la droga) stoned (sl)II- ga masculino, femenino1) ( invidente) (m) blind man; (f) blind womanen el país or el reino de los ciegos el tuerto es (el) rey — in the land of the blind the one-eyed man is king
2) ciego masculino (Anat) cecum*3) ciego masculino (Esp arg)qué ciego llevaba/se cogió! — ( por droga) he was/got stoned out of his mind (sl); ( por alcohol) he was/got totally plastered (colloq)
* * *ciego11 = blind, mindless, blind man.Ex: It is the order of words that helps us to distinguish between 'office post' and 'post office' or, to quote the hackneyed example, ' blind Venetian' and 'Venetian blind'.
Ex: This article argues that mindless adulation is no substitute for honest discussions of the bad as well as the good in young adult literature.Ex: Volunteering to answer a query that has not yet been asked is like helping a blind man to the other side of the street without first making sure he wants to cross.* a ciegas = blindfold, blindfolded, in the dark.* amor ciego = blind love.* andar a tientas y a ciegas = grope (for/toward).* a tientas y a ciegas = blindly, in the dark.* a tontas y a ciegas = headlong, runaway.* biblioteca para ciegos = library for the blind.* ciegos, los = blind, the.* cita a ciegas = blind date.* comprar a ciegas = buy + a pig in a poke.* curva ciega = hairpin bend, hairpin curve, hairpin turn.* dar palos de ciego = grope (for/toward).* en el país de los ciegos el tuerto es el rey = in the land of the blind, the one-eyed man is king, in the country of the blind, the one-eyed man is king, in the kingdom of the blind, the one-eyed man is king.* en el país de los ciegos el tuerto es el rey = be a case of the blind leading the blind.* ensayo doble ciego = double-blind research study.* fe ciega = blind faith, blind trust.* hacerse el ciego = pretend + not to have seen.* ir a tientas y a ciegas = bump around + in the dark, fumble.* licencia a ciegas = shrink-wrapped licence [shrinkwrapped licence].* más hambre que el perro de un ciego = as hungry as a wolf, as hungry as a bear, as hungry as a hunter.* palos de ciego = a stab in the dark, a shot in the dark.* pozo ciego = cesspool, cesspit.* punto ciego = blind spot.* referencia ciega o vacía = blind reference.* volverse ciego = become + blind.ciego22 = drunk back, blind drunk.Ex: Is it not against the law to release a drunk back into society who may be still under the infuence?.
Ex: New research published today finds that even having just one stiff drink can make you ' blind drunk'.* ponerse ciego = make + a pig of + Reflexivo, pig out (on).* * *A1 (invidente) blindes ciego de nacimiento he was born blindse quedó ciego he went blindel accidente lo dejó ciego he was blinded in the accident, the accident left him blind¿estás ciego?, ¿no ves que está cerrado? ( fam); are you blind? can't you see that it's closed? ( colloq)a ciegas: no tomes decisiones importantes así, a ciegas don't rush blindly into important decisions like thatno me gusta comprar las cosas a ciegas I don't like buying things without seeing them firstanduvimos a ciegas por el pasillo we groped our way along the corridormás ciego que un topo as blind as a bat2 (ante una realidad) estar ciego A algo to be blind TO sthestá ciega a sus defectos she is blind to his faultsB (ofuscado) blindciego de celos/ira blind with jealousy/furyC ‹fe/obediencia› blindtiene una confianza ciega en sus hijos she trusts her children blindly, she has blind faith in her childrenE ( Esp fam) (por el alcohol) blind drunk ( colloq), plastered ( colloq); (por la droga) stoned (sl)masculine, feminineen tierra de ciegos or en el país or el reino de los ciegos el tuerto es (el) rey in the land of the blind the one-eyed man is kingBCciego masculine ( Esp arg): ¡qué ciego llevaba! (por la droga) he was stoned out of his mind (sl) (por el alcohol) he was totally plastered ( colloq) o (sl) smashed* * *
Del verbo cegar: ( conjugate cegar)
ciego es:
1ª persona singular (yo) presente indicativo
Multiple Entries:
cegar
ciego
cegar ( conjugate cegar) verbo transitivo
1
2 ‹conducto/cañería› to block
ciego◊ -ga adjetivo
1
se quedó ciego he went blind;
anduvimos a ciegas por el pasillo we groped our way along the corridorb) ( ante una realidad) estar ciego a algo to be blind to sth
2 ‹fe/obediencia› blind
3 ‹conducto/cañería› blocked;
■ sustantivo masculino, femenino ( invidente) (m) blind man;
(f) blind woman;
cegar verbo transitivo
1 to blind
2 (una puerta, ventana) to wall up
ciego,-a
I adjetivo
1 (persona) blind: es ciego de nacimiento, he/she was born blind
se quedó ciego, he/she went blind
2 familiar (atiborrado) ponerse ciego (de comida) to stuff oneself
(de alcohol) to get blind drunk
(de droga) to get stoned
II sustantivo masculino argot tener/llevar un ciego impresionante, (borrachera) to be blind drunk
(de droga) to be stoned
III sustantivo masculino y femenino
1 blind person
los ciegos, the blind pl
♦ Locuciones: a ciegas, (sin ver nada) blindly
(sin información o reflexión) compró el coche a ciegas, she bought the car without having a look at it
' ciego' also found in these entries:
Spanish:
ciega
- topo
- aberración
- desgracia
- pozo
- punto
- tuerto
English:
blind
- go
- in
- strike
- unquestioning
- be
- cesspit
- dead
- disable
- fanatical
- mindless
- stuff
* * *ciego, -a♦ adj1. [invidente] blind;Juan es ciego de nacimiento Juan was born blind;quedarse ciego to go blind2. [ante algo] blind;el amor lo ha vuelto ciego love has made him blind3. [enloquecido] blinded (de by);entonces, ciego de ira, lo mató then, blind with rage, he killed him;está ciego por el esquí he's mad about skiing4. [pozo, tubería] blocked (up)5. [total] [fe, confianza] blind;tengo una confianza ciega en él I trust him unconditionallymuy Fam [drogado] stoned;♦ nm,f[invidente] blind person;los ciegos the blind♦ nm1. Anat caecumtener/cogerse un ciego [de alcohol] to be/get blind drunk o plastered o Br pissed;llevo un ciego que no me tengo I'm totally plastered, Br I'm pissed out of my mind3.los ciegos [sorteo de la ONCE] = lottery organized by Spanish association for the blind4. RP [en naipes] = player who has no trump cards in their hand♦ a ciegas loc advblindly;andar a ciegas to grope one's way;no hagas las cosas a ciegas don't act without knowing what you are doing* * *I adj1 blind;quedar(se) ciego go blind;ciego de ira blind with rage;a ciegas blindly2 ANAT:intestino ciego cecum, Br caecumII m1 blind man;¡eso lo ve un ciego! even a blind man can see that!2 ANAT cecum, Brcaecum* * *ciego, -ga adj1) invidente: blind2)a ciegas : blindly3)quedarse ciego : to go blind♦ ciegamente advciego, -ga ninvidente: blind person* * *ciego1 adj blindciego2 n blind person -
69 दुर् _dur
दुर् ind. (A prefix substituted for दुस् before words beginning with vowels or soft consonants in the sense of 'bad'. 'hard' or 'difficult to do a certain thing'; for compounds with दुस् as first member see दुस् s. v.).-Comp. -अक्ष a.1 weak-eyed.-2 evileyed.(-क्षः) 1 a loaded or false die.-2 dishonest gambling.-अक्षरम् an evil word; श्रुतिं ममाविश्य भवद्दुरक्षरं सृजत्यदः कीटकवदुत्कटा रुजः N.9.63.-अतिक्रम a. difficult to be overcome or conquered, unconquerable; सर्वं तु तपसा साध्यं तपो हि दुरति- क्रमम् Ms.11.2.38; स्वभावो दुरतिक्रमः 'nature cannot be changed'; स्वजातिर्दुरतिक्रमा Pt.1.-2 insurmountable, impassable; B. R.6.18-19.-3 inevitable. (-मः) an epithet of Viṣṇu.-अत्यय a.1 difficult to be overcome; स्वर्गमार्गपरिघो दुरत्ययः R.11.88.-2 hard to be attained or fathomed; स एष आत्मा स्वपरेत्यबुद्धिभिर्दुरत्यया- नुक्रमणो निरूप्यते Bhāg.7.5.13.-अदृष्टम् ill-luck, misfortune.-अधिग, -अधिगम a.1 hard to reach or attain, unattainable; Bhāg.3.23.8; दुरधिगमः परभागो यावत्पुरुषेण पौरुषं न कृतम् Pt.1.33.-2 insurmountable.-3 hard to be studied or understood; इह दुरधिगमैः किञ्चि- देवागमैः Ki.5.18.-अधिष्ठित a. badly performed, managed, or executed. (-तम्) improper stay at a place.-अधीत a. badly learnt or read.-अध्यय a.1 difficult of attainment; सहस्रवर्त्मा चपलैर्दुरध्ययः Śi.12.11.-2 hard to be studied.-अध्यवसायः a foolish undertaking.-अध्वः a bad road; स्वयं दुरध्वार्णवनाविकाः कथं स्पृशन्तु विज्ञाय हृदापि तादृशीम् N.9.33.-अन्त a.1 whose end is difficult to be reached, endless, infinite; संकर्षणाय सूक्ष्माय दुरन्तायान्तकाय च Bhāg.-2 ending ill or in misery, unhappy; अहो दुरन्ता बलवद्विरोधिता Ki.1.23; नृत्यति युवति- जनेन समं सखि विरहिजनस्य दुरन्ते (वसन्ते) Gīt.1; इयमुदरदरी- दुरन्तधारा यदि न भवेदभिमानभङ्गभूमिः Udb.-3 hard to be understood or known.-4 insurmountable.-अन्तक a. = दुरन्त q. v. (-कः) an epithet of Śiva.-अन्वय a.1 difficult to be passed along; Mb.14.51.17.-2 hard to be carried out or followed.-3 difficult to be attained. or understood; बुद्धिश्च ते महाप्राज्ञ देवैरपि दुरन्वया Rām.3. 66.18.-4 not suitable, improper; वचो दुरन्वयं विप्रास्तूष्णी- मासन्भ्रमद्धियः Bhāg.1.84.14.(-यः) 1 a wrong conclusion, one wrongly inferred from given premisses.-2 (in gram.) a false agreement.-अपवादः ill report. slander.-अभिग्रह a. difficult to be caught.-अभि- मानिन् a. vain-glorious, disagreeably proud.- अवगम a. incomprehensible; Bhāg.5.13.26.-अवग्रह a.1 difficult to be restrained or subjugated; भक्ता भजस्व दुरवग्रह मा त्यजास्मान् Bhāg.1.29.31.-2 disagreeable.-अवग्राह a. difficult to be attained; Bhāg.7.1.19.-अवच्छद a. difficult to be hidden; हेतुभिर्लक्षयांचक्रुराप्रीतां दुरवच्छदैः Bhāg.1.62.28.-अवबोध a. unintelligible. Bhāg.1.49.29.-अवसित a. unfathomed, difficult to be ascertained, द्युपतिभिरजशक्रशंकराद्यैर्दुरवसितस्तवमच्युतं नतो$स्मि Bhāg.12.12.67.-अवस्थ a. ill off, badly or poorly circumstanced.-अवस्था, -स्थानम् a wretched or miser- able state; Bhāg.5.3.12.-अवाप a. difficult to be gained or fulfilled; Ś.1.-अवेक्षितम् an improper look.-अह्नः a bad day.-आकृति a. ugly, mis-shaped.-आक्रन्द a. crying bitterly or miserably; किं क्रन्दसि दुराक्रन्द स्वपक्ष- क्षयकारक Pt.4.29.-आक्रम a.1 invincible, unconquer- able.-2 difficult to be passed.-आक्रमणम् 1 unfair attack.-2 difficult approach.-आगमः improper or illegal acquisition.-आग्रहः foolish obstinacy, head- strongness, pertinacity; ममाहमित्यूढदुराग्रहाणां पुंसाम् Bhāg.3. 5.43.- आचर a.1 hard to be performed.-2 incurable (as a disease).-आचार a.1 ill-conducted, badly be- haved.-2 following bad practices, wicked, depraved; अपि चेत्सुदुराचारो भजते मामनन्यभाक् Bg.9.3. (-रः) bad practice, ill-conduct, wikedness.-आढ्य a. not rich, poor.-आत्मता vileness, baseness, wickedness.-आत्मन् a. evil-natured, low, wicked, vile, base, mean; ये च प्राहुर्दुरात्मानो दुराराध्या महीभुजः Pt.1.39. (-m.) a rascal, villain, scoundrel.- आधर a. difficult to be withstood or overpowered, irresistible.-आधर्ष a. hard to be approached or assailed, unassailable जगन्नाथो दुराधर्षो गङ्गां भागीरथीं प्रति Mb.-2 not to be attacked with impu- nity.-3 haughty. (-र्षः) white mustard.-आधारः an epithet of Śiva.-आधिः (m.)1 distress or anxiety of mind; निरस्तनारीसमया दुराधयः Ki.1.28.-2 indignation.-आधी a. Ved. malignant, thinking ill of.- आनम a. difficult to bend or draw; स विचिन्त्य धनुर्दुरानमम् R.11.38.-आप a.1 difficult to be obtained; श्रिया दुरापः कथमीप्सितो भवेत् Ś.3.13; R.1.72;6.62.-2 difficult to be ap- proached; Pt.1.67.-3 hard to be overcome.-आपादन a. difficult to be brought about; किं दुरापादनं तेषाम् Bhāg.3.23.42.-आपूर a. difficult to be filled or satisfied; Bhāg.7.6.8.-आबाध a. hard to be molested. (-धः) N. of Śiva.-आमोदः bad scent, stench; शवधूमदुरामोदः शालिभक्ते$त्र विद्यते Ks.82.22.-आराध्य a. difficult to be propitiated, hard to be won over or conciliated; दुराराध्याः श्रियो राज्ञां दुरापा दुष्परिग्रहाः Pt.1.38.-आरुह a. difficult to be mounted.(-हः) 1 the Bilva tree.-2 the cocoanut tree.-3 the date tree.-आरोप a. difficult to be strung (bow); दुरारोपमैन्दुशेखरं धनुर्दुर्निवारा रावणभुजदण्डाः B. R.1.46-47.-आरोह a. difficult of ascent.(-हः) 1 The cocoanut tree.-2 the palm tree.-3 the date tree.-आलापः 1 a curse, imprecation.-2 foul of abusive language.-आलोक a.1 difficult to be seen or perceived.-2 painfully bright, dazzling; दुरालोकः स समरे निदाघाम्बररत्नवत् K. P.1. (-कः) dazzling splendour.-आव(वा)र a.1 difficult to be covered or filled up; दुरावरं त्वदन्येन राज्यखण्डमिदं महत् Rām.2.15.5.-2 difficult to be restrained, shut in, kept back or stopped.-आवर्त a. difficult to be convinced or set up; भवन्ति सुदुरावर्ता हेतुमन्तो$पि पण्डिताः Mb.12.19.23.- आशय a.1 evil-minded, wicked, malicious, स्फुटनिर्भिन्नो दुराशयो$धमः Śi. उपेयिवान् मूलमशेषमूलं दुराशयः कामदुघाङ्घ्रिपस्य Bhāg.3.21.15.-2 having a bad place or rest. (-m.) the subtle body which is not destroyed by death (लिङ्गदेह); एतन्मे जन्म लोके$स्मिन्मुमुक्षूणां दुराशयात् Bhāg.3.24. 36.-आशा 1 a bad or wicked desire.-2 hoping against hope.-आस a. difficult to be abided or associated with; संघर्षिणा सह गुणाभ्यधिकैर्दुरासम् Śi.5.19.- आसद a.1 difficult to be approached or overtaken; स सभूव दुरासदः परैः R.3.66; 8.4; Mv.2.5; 4.15.-2 difficult to be found or met with.-3 unequalled, unparalleled.-4 hard to be borne, insupportable.-5 difficult to be conquered, unassailable, unconquerable; जहि शत्रुं महाबाहो कामरूपं दुरासदम् Bg.3.43. (-दः) an epithet of Śiva.-इत a.1 difficult.-2 sinful.(-तम्) 1 a bad course, evil, sin; दरिद्राणां दैन्यं दुरितमथ दुर्वासनहृदां द्रुतं दूरीकुर्वन् G. L.2; R.8.2; Amaru.2; Mv.3.43.-2 a difficulty, danger.-3 a calamity, evil; अपत्ये यत्तादृग्- दुरितमभवत् U.4.3.-इतिः f. Ved.1 a bad course.-2 difficulty.-इष्टम् 1 a curse, imprecation.-2 a spell or sacrificial rite performed to injure another person.-ईशः a bad lord or master.-ईषणा, -एषणा 1 a curse, an imprecation.-2 an evil eye.-उक्त a. harshly utter- ed; Pt.1.89.-उक्तम्, -उक्तिः f. offensive speech, reproach, abuse, censure; लक्ष्मि क्षमस्व वचनीयमिदं दुरुक्तम् Udb.-उच्छेद a. difficult to be destroyed.-उत्तर a.1 unanswerable.-2 difficult to be crossed; दुरुत्तरे पङ्क इवान्धकारे Bk.11.2; प्राप्तः पङ्को दुरुत्तरः Ki.15.17.- उदय a. appearing with difficulty, not easily manifested; यो$ नात्मनां दुरुदयो भगवान्प्रतीतः Bhāg.3.16.5.-उदर्क a. having bad or no consequences; N.5.41.-उदाहर a. diffi- cult to be pronounced or composed; अनुज्झितार्थसंबन्धः प्रबन्धो दुरुदाहरः Śi.2.73.-उद्वह a. burdensome, unbear- able.- उपसद a. difficult of approach; Ki.7.9.-उपसर्पिन् a. approaching incautiously; एकमेव दहत्यग्निर्नरं दुरुपसर्पिणम् Ms.7.9.-ऊह a. abstruse; जानीते जयदेव एव शरणः श्लाघ्ये दुरूहद्रुते Gīt.-एव a. Ved.1 having evil ways.-2 irresis- tible, unassailable. (-वः) a wicked person.-ओषस् a. Ved. slow, lazy.- ग 1 difficult of access, inaccessible, impervious, impassable; दुर्गस्त्वेष महापन्थाः Mb.12.3. 5; दुर्गं पथस्तत्कवयो वदन्ति Kaṭh.1.3.14.-2 unattain- able.-3 incomprehensible.-4 following wicked path, vicious; Rām.2.39.22.(-गः, -गम्) 1 a difficult or narrow passage through a wood or over a stream, mountain &c., a defile, narrow pass.-2 a citadel. fortress, castle; न दुर्गं दुर्गमित्येव दुर्गमं मन्यते जनः । तस्य दुर्गमता सैव यत्प्रभुस्तस्य दुर्गमः ॥ Śiva. B.16.61.-3 rough ground.-4 difficulty, adversity, calamity, distress, danger; निस्तारयतिं दुर्गाच्च Ms.3.98;11.43; मच्चित्तः सर्व- दुर्गाणि मत्प्रसादात्तरिष्यसि; Bg.18.58.(-गः) 1 bdellium.-2 the Supreme Being.-3 N. of an Asura slain by Durgā (thus receiving her name from him). ˚अध्यक्षः, ˚पतिः, ˚पालः the commandant or governor of a castle. ˚अन्तः The suburb of a fort; दुर्गान्ते सिद्धतापसाः Kau. A. 1.12. ˚कर्मन् n. fortification. ˚कारक a. making difficult. (-कः) the birch tree. ˚घ्नी N. of Durgā. ˚तरणी an epithet of Sāvitrī. सावित्री दुर्गतरणी वीणा सप्तविधा तथा Mb. ˚मार्गः a defile, gorge. ˚लङ्घनम् surmounting difficu- lties. (-नः) a camel. ˚संचरः1 a difficult passage as to a fort &c., a bridge &c. over a defile. ˚संस्कारः Repairs to the old forts; अतो दुर्गसंस्कार आरब्धव्ये किं कौमुदीमहोत्सवेन Mu. ˚सिंहः N. of the author of कलापपरिशिष्ट. ˚व्यसनम् a defect or weak point in a fortress. (-र्गा) an epithet of Pārvatī, wife of Śiva.-2 the female cuckoo-3 N. of several plants. ˚नवमी the 9th day of the bright half of कार्तिक. ˚पूजा the chief festival in honour of दुर्गा in Bengal in the month of Āśvina.-गत a.1 unfortunate, in bad circumstances; समाश्वसिमि केनाहं कथं प्राणिमि दुर्गतः Bk.18.1.-2 indigent, poor.-3 distressed, in trouble.-गतता ill-luck, poverty, misery; तावज्जन्मातिदुःखाय ततो दुर्गतता सदा Pt.1.265.-गतिः f.1 misfortune, poverty, want, trouble, indigence; न हि कल्याणकृत्कश्चिद् दुर्गतिं तात गच्छति Bg.6.4.-2 a difficult situation or path.-3 hell.-गन्ध a. ill-smelling.(-न्धः) 1 bad odour, stink-2 any ill-smelling substance.-3 an onion.-4 the mango tree. (-न्धम्) sochal salt.-गन्धि, -गन्धिन् a. ill-smelling.-गम a.1 impassable, inaccessible, impervious; कामिनीकायकान्तारे कुचपर्वतदुर्गमे Bh.1.86; Śi. 12.49.-2 unattainable, difficult of attainment.-3 hard to be understood. (-मम्) a difficult place like hill etc; भ्राम्यन्ते दुर्गमेष्वपि Pt.5.81.-गाढ, -गाध, -गाह्य a. difficult to be fathomed or investigated, unfathomable.-गुणितम् not properly studied; चिराम्यस्तपथं याति शास्त्रं दुर्गुणितं यथा Avimārakam.2.4.-गोष्ठी evil association; conspiracy. वृद्धो रक्कः कम्पनेशो दुर्गोष्ठीमध्यगो$भवत् Rāj. T.6. 17.-ग्रह a.1 difficult to be gained or accomplished.-2 difficult to be conquered or subjugated; दुर्गाणि दुर्ग्रहाण्यासन् तस्य रोद्धुरपि द्विषाम् R.17.52.-3 hard to be understood.(-हः) 1 a cramp, spasm.-2 obstinacy.-3 whim, monomania; कथं न वा दुर्ग्रहदोष एष ते हितेन सम्य- ग्गुरुणापि शम्यते N.9.41.-घट a.1 difficult. कार्याणि घटयन्नासीद् दुर्घटान्यपि हेलया Rāj. T.4.364.-2 impossible.-घण a.1 closely packed together, very compact.-घुरुटः An unbeliever; L. D. B.-घोषः 1 a harsh cry.-2 a bear.-जन a.1 wicked, bad, vile.-2 slanderous, malicious, mischievous; यथा स्त्रीणां तथा वाचां साधुत्वे दुर्जनो जनः U.1.6. (-नः) a bad or wicked person, a malicious or mischievous man, villain; दुर्जनः प्रियवादी च नैतद्विश्वास- कारणम् Chāṇ.24,25; शाम्येत्प्रत्यपकारेण नोपकारेण दुर्जनः Ku.2.4. (दुर्जनायते Den. Ā. to become wicked; स्वजनो$पि दरिद्राणां तत्क्षणाद् दुर्जनायते Pt.1.5.). (दुर्जनीकृ [च्वि] to make blameworthy; दुर्जनीकृतास्मि अनेन मां चित्रगतां दर्शयता Nāg.2).-जय a. invincible. (-यः) N. of Viṣṇu.-जर a.1 ever youthful; तस्मिन्स्तनं दुर्जरवीर्यमुल्बणं घोराङ्कमादाय शिशोर्दधावथ Bhāg.1.6.1.-2 hard (as food), indigestible.-3 difficult to be enjoyed; राजश्रीर्दुर्जरा तस्य नवत्वे भूभुजो$भवत् Rāj. T.5.19.-जात a.1 unhappy, wretched.-2 bad-tempered, bad, wicked; Rāj. T.3. 142.-3 false, not genuine. ˚जीयिन् a. one who is born in vain; यो न यातयते वैरमल्पसत्त्वोद्यमः पुमान् । अफलं जन्म तस्याहं मन्ये दुर्जातजायिनः ॥ Mb.(-तम्) 1 a misfortune, calamity, difficulty; त्वं तावद् दुर्जाते मे$त्यन्तसाहाय्यकारिणी भव M.3; दुर्जातबन्धुः R.13.72. 'a friend in need or adversity.'-2 impropriety.-जाति a.1 bad natured, vile, wicked; रुदितशरणा दुर्जातीनां सहस्व रुषां फलम् Amaru.96.-2 out- cast. (-तिः f.) misfortune, ill condition.-ज्ञान, -ज्ञेय a. difficult to be known, incomprehensible. उच्चावचेषु भुतेषु दुर्ज्ञेयामकृतात्मभिः Ms.6.73. (-यः) N. of Śiva.-णयः, -नयः, -नीतिः 1 bad conduct.-2 impropriety-3 in- justice.-णामन्, -नामन् a. having a bad name.-णीत a.1 ill-behaved.-2 impolitic.-3 forward. (-तम्) miscon- duct; दुर्णीतं किमिहास्ति किं सुचरितं कः स्थानलाभे गुणः H.-दम, -दमन, -दम्य a. difficult to be subdued, untamable, indomitable.-दर्श a.1 difficult to be seen.-2 dazzling; सुदुर्दर्शमिदं रूपं दृष्टवानसि यन्मन Bg.11.52.-दर्शन a. ugly, ill-looking; दुर्दर्शनेन घटतामियमप्यनेन Māl.2.8.-दशा a misfortune, calamity.-दान्त a.1 hard to be tamed or subdued, untamable; Śi.12.22.-2 intractable, proud, insolent; दुर्दान्तानां दमनविधयः क्षत्रियेष्वायतन्ते Mv.3.34.(-तः) 1 a calf.-2 a strife, quarrel.-3 N. of Śiva.-दिन a. cloudy, rainy.(-नम्) 1 a bad day in general; तद्दिनं दुर्दिनं मन्ये यत्र मित्रागमो हि न Subhāṣ.-2 a rainy or cloudy day, stormy or rainy weather; उन्नमत्यकालदुर्दिनम् Mk.5; Ku.6 43; Mv.4.57.-3 a shower (of any- thing); द्विषां विषह्य काकुत्स्थस्तत्र नाराचदुर्दिनम् ॥ सन्मङ्गलस्नात इव R.4.41,82;5.47; U.5.5.-4 thick darkness; जीमूतैश्च दिशः सर्वाश्चक्रे तिमिरदुर्दिनाः Mb. (दुर्दिनायते Den. Ā. to become cloudy.)-दिवसः a dark or rainy day; Pt.1.173.-दुरूटः, -ढः 1 an unbeliever-2 an abusive word.-दृश a.1 disagreeable to the sight, disgusting; दुर्दृशं तत्र राक्षसं घोररूपमपश्यत्सः Mb.1.2.298.-2 difficult to be seen; पादचारमिवादित्यं निष्पतन्तं सुदुर्दृशम् Rām.7.33.5.-दृष्ट a. ill- judged or seen, wrongly decided; Y.2.35.-दैवम् ill-luck, misfortune.-द्यूतम् an unfair game.-द्रुमः onion (green).-धर a.1 irresistible, difficult to be stopped.-2 difficult to be borne or suffered; दुर्धरेण मदनेन साद्यते Ghat.11; Ms.7.28.-3 difficult to be accomplished.-4 difficult to be kept in memory. (-रः) quicksilver.-धर्ष a.1 inviolable, unassailable.-2 inaccessible; संयोजयति विद्यैव नीचगापि नरं सरित् । समुद्रमिव दुर्धर्षं नृपं भाग्य- मतः परम् ॥ H. Pr.5.-3 fearful, dreadful.-4 haughty.-धी a. stupid, silly.-नयः 1 arrogance.-2 immorality.-3 evil strategy; उन्मूलयितुमीशो$हं त्रिवर्गमिव दुर्नयः Mu.5.22.-नामकः piles. ˚अरिः a kind of bulbous root (Mar. सुरण).-नामन् m. f. a cockle. (-n.) piles.-निग्रह a. irre- pressible, unruly; मनो दुर्निग्रहं चलम् Bg.6.35.-निमित a. carelessly put or placed on the ground; पदे पदे दुर्निमिते गलन्ती R.7.1.-निमित्तम् 1 a bad omen; R.14.5.-2 a bad pretext.-निवार, -निवार्य a. difficult to be check- ed or warded off, irresistible, invincible.-नीतम् 1 mis- conduct, bad policy, demerit, misbehaviour; दुर्णीतं किमि- हास्ति Pt.2.21; H.1.49.-2 ill-luck.-नीतिः f. mal- administration; दुर्नीतिं तव वीक्ष्य कोपदहनज्वालाजटालो$पि सन्; Bv.4.36.-नृपः a bad king; आसीत् पितृकुलं तस्य भक्ष्यं दुर्नृप- रक्षसः Rāj. T.5.417.-न्यस्त a. badly arranged; दुर्न्यस्त- पुष्परचितो$पि Māl.9.44.-बल a.1 weak, feeble.-2 enfeebled, spiritless; दुर्बलान्यङ्गकानि U.1.24.-3 thin, lean, emaciated; U.3.-4 small, scanty, little; स्वार्थोप- पत्तिं प्रति दुर्बलाशः R.5.12.-बाध a. Unrestrained (अनिवार); दुर्बाधो जनिदिवसान्मम प्रवृद्धः (आधिः); Mv.6.28.-बाल a.1 bald-headed.-2 void of prepuce.-3 having crook- ed hair.-बुद्धि a.1 silly, foolish, stupid.-2 perverse, evil-minded, wicked; धार्तराष्ट्रस्य दुर्बुद्धेर्युद्धे प्रियचिकीर्षवः (समा- गताः) Bg.1.23-बुध a. wicked-minded, silly; Mb. 11.4.18.-बोध a. unintelligible, unfathomable, inscru- table; निसर्गदुर्बोधमबोधविक्लवाः क्व भूपतीनां चरितं क्व जन्तवः Ki. 1.6.-भग a.1 unfortunate, unlucky; श्रीवल्लभं दुर्भगाः (निन्दन्ति) Pt.1.415.-2 not possessed of good features, ill-looking.-भगा 1 a wife disliked by her husband; दुर्भगाभरणप्रायो ज्ञानं भारः क्रियां विना H.1.17.-2 an ill-tempered woman, a shrew.-3 a widow;-भर a. insupportable, burdensome, heavily laden with (comp.); ततो राजाब्रवीदेतं बहुव्यसनदुर्भरः Ks.112.156.-भाग्य a. unfortunate, unlucky. (ग्यम्) ill-luck.-भावना 1 an evil thought.-2 a bad tendency.-भिक्षम् 1 scarcity of provisions, dearth, famine; Y.2.147; Ms.8.22; उत्सवे व्यसने चैव दुर्भिक्षे... यस्तिष्ठति स बान्धवः H.1.71; Pt.2.-2 want in general.-भिद, -भेद, -भेद्य a. firm; सुजनस्तु कनकघटवद् दुर्भेद्यश्चाशु संध्येयः Subhāṣ.-भृत्यः a bad servant.-भिषज्यम् incurability; Bṛi. Up.4.3.14.-भ्रातृ m. a bad brother.-मङ्कु a. obstinate, disobedient.-मति a.1 silly, stupid, foolish, ignorant.-2 wicked, evilminded; न सांपरायिकं तस्य दुर्मतेर्विद्यते फलम् Ms.11.3.-मद a. drun- ken, ferocious, maddened, infatuated; Bhāg.1.15.7.-दः foolish pride, arrogance.-दम् the generative organ; ग्रामकं नाम विषयं दुर्मदेन समन्वितः Bhāg.4.25.52.-मनस् a. troubled in mind, discouraged, disspirited, sad, malancholy; अद्य बार्हस्पतः श्रीमान् युक्तः पुष्येण राघवः । प्रोच्यतै ब्राह्मणैः प्राज्ञैः केन त्वमसि दुर्मनाः ॥ Rām. [दुर्मनायते Den. Ā. to be troubled in mind, be sad, meditate sorrowfully, to be disconso- late, become vexed or fretted; Māl.3].-मनुष्यः a bad or wicked man.-मन्त्रः, -मन्त्रितम्, -मन्त्रणा evil advice, bad counsel; दुर्मन्त्रान्नृपतिर्विनश्यति; Pt.1.169.-मरम् a hard or difficult death; Mb.14.61.9.-मरी a kind of दूर्वा grass.-मरणम् violent or unnatural death.-मर्ष a.1 unbearable; Bhāg.6.5.42.-2 obstinate, hostile.-मर्षणः N. of Viṣṇu.-मर्षित a. provocated, encouraged; एवं दुर्मर्षितो राजा स मात्रा बभ्रुवाहनः Mb.14. 79.13,-मर्याद a. immodest, wicked.-मल्लिका, -मल्ली a minor drama, comedy, farce; S. D.553.-मित्रः 1 a bad friend.-2 an enemy.-मुख a.1 having a bad face, hideous, ugly; Bh.1.9.-2 foul-mouthed, abusive, scurrilous; Bh.2.69.(-खः) 1 a horse.-2 N. of Śiva.-3 N. of a serpent king (Nm.)-4 N. of a monkey (Nm.)-5 N. of a year (29th year out of 6 years cycle).-मूल्य a. highly priced, dear.-मेधस् a. silly, foolish, dull-headed, dull; Pt.1. (-m.) a dunce, dull-headed man, blockhead; ग्रन्थानधीत्य व्याकर्तु- मिति दुर्मेधसो$प्यलम् Śi.2.26.-मैत्र a. unfriendly, hostile; Bhāg.7.5.27.-यशस् n. ill-repute, dishonour.-योगः 1 bad or clumsy contrivance.-2 a bad combi- nation.-योध, -योधन a. invincible, unconquerable. (-नः) the eldest of the 11 sons of Dhṛitarāṣṭra and Gāndhārī. [From his early years he conceived a deep hatred for his cousins the Pāṇḍavas, but particularly Bhīma, and made every effort he could to compass their destruction. When his father pro- posed to make Yudhiṣṭhira heir-apparent, Duryodhana did not like the idea, as his father was the reigning sovereign, and prevailed upon his blind father to send the Pāṇḍavas away into exile. Vāraṇāvata was fixed upon as their abode, and under pretext of constructing a palatial building for their residence, Duryodhana caused a palace to be built mostly of lac, resin and other combustible materials, thereby hoping to see them all destroyed when they should enter it. But the Paṇḍavas were forewarned and they safely escaped. They then lived at Indraprastha, and Yudhiṣṭhira performed the Rājasuya sacrifice with great pomp and splendour. This event further excited the anger and jealousy of Duryodhana, who was already vexed to find that his plot for burning them up had signally failed, and he induced his father to invite the Pāṇḍavas to Hastināpura to play with dice (of which Yudhiṣṭhira was particularly fond). In that gambling-match, Duryodhana, who was ably assisted by his maternal uncle Śakuni, won from Yudhiṣṭhira everything that he staked, till the infatuated gambler staked himself, his brothers, and Draupadī herself, all of whom shared the same fate. Yudhiṣṭhira, as a condition of the wager, was forced to go to the forest with his wife and brothers, and to remain there for twelve years and to pass one addi- tional year incognito. But even this period, long as it was, expired, and after their return from exile both the Pāṇḍavas and Kauravas made great preparations for the inevitable struggle and the great Bhāratī war commenced. It lasted for eighteen days during which all the Kauravas, with most of their allies, were slain. It was on the last day of the war that Bhīma fought a duel with Duryodhana and smashed his thigh with his club.] मोघं तवेदं भुवि नामधेयं दुर्योधनेतीह कृतं पुरस्तात् न हीह दुर्योधनता तवास्ति पलायमानस्य रणं विहाय Mb.4.65.17.-योनि a. of a low birth, न कथंचन दुर्योनिः प्रकृतिं स्वां नियच्छति Ms.1.59.-लक्ष्य a. difficult to be seen or perceived, hardly visible.-क्ष्यम् bad aim; मनः प्रकृत्यैव चलं दुर्लक्ष्यं च तथापि मे Ratn.3.2.-लभ a.1 difficult to be attained, or accomplished; R.1.67;17.7; Ku.4.4;5.46,61; दुर्लभं भारते जन्म मानुष्यं तत्र दुर्लभम् Subhāṣ.-2 difficult to be found or met with, scarce, rare; शुद्धान्तदुर्लभम् Ś.1.17.-3 best, excellent, eminent.-ग्रामः a village situated close to a large village and inhabited by the free-holders (अग्र- हारोपजीविनः); Māna.1.79-8.-4 dear, beloved.-5 costly.-ललित a.1 spoilt by fondling, fondled too much, hard to please; हा मदङ्कदुर्ललित Ve.4; V.2.8; Māl.9.-2 (hence) wayward, naughty, illbred, unruly; स्पृहयामि खलु दुर्ललितायास्मै Ś.7. (-तम्) waywardness, rudeness.-लेख्यम् a forged document. Y.2.91.-वच a.1 difficult to be described, indescribable. अपि वागधिपस्य दुर्वचं वचनं तद् विदधीत विस्मयम् Ki.2.2.-2 not to be talked about.-3 speaking improperly, abusing. (-चम्) abuse, censure, foul language.-वचस् n. abuse, censure; असह्यं दुर्वचो ज्ञातेर्मेघा- न्तरितरौद्रवत् Udb.-वर्ण a. bad-coloured.-र्णः 1 bad colour.-2 impurity; यथा हेम्नि स्थितो वह्निर्दुवर्णं हन्ति धातु- जम् Bhāg.12.3.47.(-र्णम्) 1 silver. दुर्वर्णभित्तिरिह सान्द्रसुधासुवर्णा Śi.4.28.-2 a kind of leprosy.-वस a. difficult to be resided in.-वसतिः f. painful residence; R.8.94.-वह a. heavy, difficult to be borne; दुर्वहगर्भखिन्नसीता U.2.1; Ku.1.11.-वाच् a. speaking ill. (-f.)1 evil words, abuse.-2 inelegant language or speech.-वाच्य a.1 difficult to be spoken or uttered.-2 abusive, scurrilous.-3 harsh, cruel (as words).(-च्यम्) 1 censure, abuse.-2 scandal, ill-repute.-वातः a fart. ˚वातय Den. P. to break wind or fart; इत्येके विहसन्त्येनमेके दुर्वातयन्ति च Bhāg.11.23.4.-वादः slander, defamation, calumny.-वार, -वारण a. irresistible, unbearable; R.14.87; किं चायमरिदुर्वारः पाणौ पाशः प्रचेतसः Ku.2.21.-वासना 1 evil propensity, wicked desire; कः शत्रुर्वद खेददानकुशलो दुर्वासनासंचयः Bv. 1.86.-2 a chimera.-वासस् a.1 ill-dressed.-2 naked. (-m.) N. of a very irascible saint or Ṛiṣi, son of Atri and Anasūyā. (He was very hard to please, and he cursed many a male and female to suffer misery and degradation. His anger, like that of Jama- dagni, has become almost proverbial.)-वाहितम् a heavy burden; उरोजपूर्णकुम्भाङ्का सदुर्वाहितविभ्रमा Rāj. T.4.18.-विगाह, -विगाह्य a. difficult to be penetrated or fathomed, unfathomable.-विचिन्त्य inconcei- vable, inscrutable-विद a. difficult to be known or discovered; नूनं गतिः कृतान्तस्य प्राज्ञैरपि सुदुर्विदा Mb.7.78. 2.-विदग्ध 1 unskilled, raw, foolish, stupid, silly.-2 wholly ignorant.-3 foolishly puffed up, elated. vainly proud; वृथाशस्त्रग्रहणदुर्विदग्ध Ve.3; ज्ञानलवदुर्विदग्धं ब्रह्मापि नरं न रञ्जयति Bh.2.3.-विद्ध a. Badly perforated (a pearl); Kau. A.2.11.-विद्य a. uneducated; Rāj. T.1.354.-विध a.1 mean, base, low.-2 wicked, vile.-3 poor, indigent; विदधाते रुचिगर्वदुर्विधम् N.2.23.-4 stupid, foolish, silly; विविनक्ति न बुद्धिदुर्विधः Śi.16.39.-विनयः misconduct, imprudence.-विनीत a.1 (a) badly educated, ill-mannered; ill-behaved, wicked; शासितरि दुर्विनीतानाम् Ś.1.24. (b) rude, naughty, mis- chievous.-2 stubborn, obstinate.(-तः) 1 a restive or untrained horse.-2 a wayward person, reprobate.-विपाक a. producing bad fruit; श्रितासि चन्दनभ्रान्त्या दुर्विपाकं विषद्रुमम् U.1.46.(-कः) 1 bad result or conse- quence; U.1.4; किं नो विधिरिह वचने$प्यक्षमो दुर्विपाकः Mv. 6.7.-2 evil consequences of acts done either in this or in a former birth.-विभाव्य a. inconceivable; also दुर्विभाव; असद्वृत्तेरहो वृत्तं दुर्विभावं विधेरिव Ki.11.56.-विमर्श a. difficult to be tried or examined; यो दुर्विमर्शपथया निजमाययेदं सृष्ट्वा गुणान्विभजते तदनुप्रविष्टः Bhāg.1.49.29.-विलसितम् a wayward act, rudeness, naughtiness; डिम्भस्य दुर्विलसितानि मुदे गुरूणाम् B. R.4.6.-विलासः a bad or evil turn of fate; U.1.-विवाहः a censurable marriage; इतरेषु तु शिष्टेषु नृशंसानृतवादिनः । जायन्ते दुर्विवाहेषु ब्रह्मधर्मद्विषः सुताः ॥ Ms.3.41.-विष a. ill-natured, malignant. (-षः) N. of Śiva.-विषह a. unbearable, intolerable, irresistible. (-हः) N. of Śiva.-वृत्त a.1 vile, wicked, ill-behaved.-2 roguish. (-त्तम्) misconduct, ill-behaviour. दुर्वृत्तवृत्तशमनं तव देवि शीलम् Devīmāhātmya.-वृत्तिः f.1 misconduct.-2 misery, want, distress.-3 fraud.-वृष्टिः f. insufficient rain, drought.-वेद a. difficult to be known or ascertained.-व्यवहारः a wrong judgment in law.-व्यवहृतिः f. ill-report or rumour.-व्यसनम् 1 a fond pursuit or resolve; Mu.3.-2 bad propensity, vice; तेन दुर्व्यसनेनासीद्भोजने$पि कदर्थना Ks.73.73.-व्रत a. not conforming to rules, disobedient.-हुतम् a badly offered sacrifice.-हृद् a. wicked-hearted, ill-disposed, inimical; अकुर्वतोर्वां शुश्रूषां क्लिष्टयोर्दुर्हृदा भृशम् Bhāg.1.45.9. (-m.) an enemy.-हृदय a. evil-minded, evil-intention- ed, wicked.-हृषीक a. having defective organs of sense. -
70 ἴδιος
ἴδιος, ία, ον (Hom.+; s. B-D-F §286; W-S. §22, 17; Rob. 691f; Mlt-Turner 191f.—For the spelling ἵδιος s. on ὀλίγος.)① pert. to belonging or being related to oneself, one’s ownⓐ in contrast to what is public property or belongs to another: private, one’s own (exclusively) (opp. κοινός, as Pla., Pol. 7, 535b; Appian, Bell. Civ. 5, 41 §171; Ath. 25, 4) οὐδὲ εἷς τι τῶν ὑπαρχόντων αὐτῷ ἔλεγεν ἴδιον εἶναι nor did anyone claim that anything the person had was private property or nor did anyone claim ownership of private possessions Ac 4:32; cp. D 4:8.ⓑ in respect to circumstance or condition belonging to an individual (opp. ἀλλότριος) κατὰ τὴν ἰδίαν δύναμιν according to each one’s capability (in contrast to that of others) Mt 25:15. τὴν δόξαν τὴν ἰ. ζητεῖ J 7:18; cp. 5:18, 43. ἕκαστος εἰς τὴν ἰδίαν πόλιν Lk 2:3 v.l. (for ἑαυτοῦ); sim. Mt 9:1 (noting the departure of Jesus to his home territory); cp. Dg 5:2. Christ ἐλευθερώσῃ πᾶσαν σάρκα διὰ τῆς ἰδίας σαρκός AcPlCor 2:6; cp. vs. 16 ἕκαστος τῇ ἰ. διαλέκτῳ ἡμῶν Ac 2:8; cp. 1:19 τῇ ἰ. διαλέκτῳ αὐτῶν, without pron. 2:6 (Tat. 26, 1 τὴν ἰ. αὐτῆς … λέξιν); ἰδίᾳ δυνάμει 3:12; cp. 28:30; τἡν ἰ. (δικαιοσύνην) Ro 10:3; cp. 11:24; 14:4f. ἕκαστος τ. ἴ. μισθὸν λήμψεται κατὰ τ. ἴ. κόπον each will receive wages in proportion to each one’s labor 1 Cor 3:8. ἑκάστη τὸν ἴδιον ἄνδρα her own husband 7:2 (Diog. L. 8, 43 πρὸς τὸν ἴδιον ἄνδρα πορεύεσθαι). ἕκαστος ἴδιον ἔχει χάρισμα 7:7. ἕκαστος τὸ ἴδιον δεῖπνον προλαμβάνει (s. προλαμβάνω 1c) 1 Cor 11:21 (Eratosth.: 241 Fgm. 16 Jac. of the festival known as Lagynophoria τὰ κομισθέντα αὑτοῖς δειπνοῦσι κατακλιθέντες … κ. ἐξ ἰδίας ἕκαστος λαγύνου παρʼ αὑτῶν φέροντες πίνουσιν ‘they dine on the things brought them … and they each drink from a flagon they have personally brought’. Evaluation: συνοίκια ταῦτα ῥυπαρά• ἀνάγκη γὰρ τὴν σύνοδον γίνεσθαι παμμιγοῦς ὄχλου ‘that’s some crummy banquet; it’s certainly a meeting of a motley crew’); cp. 1 Cor 9:7; 15:38. ἕκαστος τὸ ἴ. φορτίον βαστάσει Gal 6:5.—Tit 1:12; Hb 4:10; 7:27; 9:12; 13:12.—J 4:44 s. 2 and 3b.② pert. to a striking connection or an exclusive relationship, own (with emphasis when expressed orally, or italicized in written form) κοπιῶμεν ταῖς ἰ. χερσίν with our own hands 1 Cor 4:12 (first pers., cp. UPZ 13, 14 [158 B.C.] εἰμὶ μετὰ τ. ἀδελφοῦ ἰδίου=w. my brother; TestJob 34:3 ἀναχωρήσωμεν εἰς τὰς ἰδίας χώρας). ἐν τῷ ἰ. ὀφθαλμῷ in your own eye Lk 6:41; 1 Th 2:14; 2 Pt 3:17 (here the stability of the orthodox is contrasted with loss of direction by those who are misled by error). Ac 1:7 (God’s authority in sharp contrast to the apostles’ interest in determining a schedule of events). ἰ. θέλημα own will and ἰδία καρδία own heart or mind 1 Cor 7:37ab contrast with μὴ ἔχων ἀνάγκην ‘not being under compulsion’; hence ἰ. is not simply equivalent to the possessive gen. in the phrase ἐν τῇ καρδίᾳ αὐτοῦ. 1 Cor 6:18, ἰ. heightens the absurdity of sinning against one’s own body. Lk 10:34 (apparently the storyteller suggests that the wealthy Samaritan had more than one animal, but put his own at the service of the injured traveler). ἐπὶ τὸ ἴδιον ἐξέραμα 2 Pt 2:22 (cp. ἐπὶ τὸν ἑαυτοῦ ἔμετον Pr 26:11), with heightening of disgust. Some would put J 4:44 here (s. 1 end). εἰς τὸν ἴδιον ἀγρόν Mt 22:5 (the rude guest prefers the amenities of his own estate). Mk 4:34b (Jesus’ close followers in contrast to a large crowd). Ac 25:19 (emphasizing the esoteric nature of sectarian disputes). Js 1:14 (a contrast, not between types of desire but of sources of temptation: those who succumb have only themselves to blame). διὰ τοῦ αἵματος τοῦ ἰδίου through his own blood Ac 20:28 (so NRSV mg.; cp. the phrase SIG 547, 37; 1068, 16 ἐκ τῶν ἰδίων commonly associated with the gifts of generous officials, s. 4b. That the ‘blood’ would be associated with Jesus would be quite apparent to Luke’s publics).③ pert. to a person, through substitution for a pronoun, own. Some of the passages cited in 2 may belong here. ἴ. is used for the gen. of αὐτός or the possess. pron., or for the possess. gen. ἑαυτοῦ, ἑαυτῶν (this use found in Hellenistic wr. [Schmidt 369], in Attic [Meisterhans3-Schw. 235] and Magnesian [Thieme 28f] ins; pap [Kuhring—s. ἀνά beg.—14; Mayser II/2, 73f]. S. also Dssm., B 120f [BS 123f], and against him Mlt. 87–91. LXX oft. uses ἴ. without emphasis to render the simple Hebr. personal suffix [Gen 47:18; Dt 15:2; Job 2:11; 7:10, 13; Pr 6:2 al.], but somet. also employs it without any basis for it in the original text [Job 24:12; Pr 9:12; 22:7; 27:15]. Da 1:10, where LXX has ἴ., Theod. uses μου. 1 Esdr 5:8 εἰς τὴν ἰδίαν πόλιν=2 Esdr 2:1 εἰς πόλιν αὐτοῦ; Mt 9:1 is formally sim., but its position in the narrative suggests placement in 1)ⓐ with the second pers. (Jos., Bell. 6, 346 ἰδίαις χερσίν=w. your own hands). Eph 5:22 (cp. vs. 28 τὰς ἑαυτῶν γυναῖκας); 1 Th 4:11; 1 Pt 3:1.ⓑ with the third pers. ἐν τῇ ἰδίᾳ πατρίδι J 4:44 (cp. ἐν τῇ πατρίδι αὐτοῦ: Mt 13:57; Mk 6:4; Lk 4:24, but J 4:44 is expressed in a slightly difft. form and may therefore belong in 1b above); Mt 25:14; 15:20 v.l.; J 1:41 (UPZ 13, s. 2 above: ἀδ. ἴ.); Ac 1:19; 24:24; 1 Ti 6:1; Tit 2:5, 9; 1 Pt 3:5; MPol 17:3; AcPl Ha 3, 21; 4, 27 (context uncertain); τὸ ἴδιον πλάσμα AcPlCor 2:12, 1; ἴδιον χωρίον Papias (3:3).④ as subst., person or thing associated with an entityⓐ associates, relations οἱ ἴδιοι (comrades in battle: Polyaenus, Exc. 14, 20; SIG 709, 19; 22; 2 Macc 12:22; Jos., Bell. 1, 42, Ant. 12, 405; compatriots: ViHab 5 [p. 86, 7 Sch.]; Philo, Mos. 1, 177) fellow-Christians Ac 4:23; 24:23 (Just., D. 121, 3). The disciples (e.g., of a philosopher: Epict. 3, 8, 7) J 13:1. Relatives (BGU 37; POxy 932; PFay 110; 111; 112; 116; 122 al.; Vett. Val. 70, 5 ὑπὸ ἰδίων κ. φίλων; Sir 11:34; Just., A II, 7, 2 σὺν τοῖς ἰδίοις … Νῶε and D. 138, 2 Νῶε … μετὰ τῶν ἰδίων) 1 Ti 5:8; J 1:11b (the worshipers of a god are also so called: Herm. Wr. 1, 31).—Sg. τὸν ἴδιον J 15:19 v.l. (s. b below).ⓑ home, possessions τὰ ἴδια home (Polyb. 2, 57, 5; 3, 99, 4; Appian, Iber. 23; Peripl. Eryth. 65 εἰς τὰ ἴδια; POxy 4, 9f ἡ ἀνωτέρα ψυχὴ τ. ἴδια γεινώσκει; 487, 18; Esth 5:10; 6:12; 1 Esdr 6:31 [τὰ ἴδια αὐτοῦ=2 Esdr 6:11 ἡ οἰκία αὐτοῦ]; 3 Macc 6:27, 37; 7:8; Jos., Ant. 8, 405; 416, Bell. 1, 666; 4, 528) J 16:32 (EFascher, ZNW 39, ’41, 171–230); 19:27; Ac 5:18 D; 14:18 v.l.; 21:6; AcPl Ha 8, 5. Many (e.g. Goodsp, Probs. 87f; 94–96; Field, Notes 84; RSV; but not Bultmann 34f; NRSV) prefer this sense for J 1:11a and Lk 18:28; another probability in both these pass. is property, possessions (POxy 489, 4; 490, 3; 491, 3; 492, 4 al.). ἐκ τῶν ἰδίων from his own well-stocked supply (oft. in ins e.g. fr. Magn. and Priene, also SIG 547, 37; 1068, 16 [in such ins the focus is on the generosity of public-spirited officals who use their own resources to meet public needs]; Jos., Ant. 12, 158) J 8:44. The sg. can also be used in this way τὸ ἴδιον (SIG 1257, 3; BGU 1118, 31 [22 B.C.]) J 15:19 (v.l. τὸν ἴδιον, s. a above).—τὰ ἴδια one’s own affairs (X., Mem. 3, 4, 12; 2 Macc 9:20; 11:23 v.l., 26, 29) 1 Th 4:11, here πράσσειν τὰ ἴδια=mind your own business.— Jd 6 of one’s proper sphere.⑤ pert. to a particular individual, by oneself, privately, adv. ἰδίᾳ (Aristoph., Thu.; Diod S 20, 21, 5 et al.; ins, pap, 2 Macc 4:34; Philo; Jos., Bell. 4, 224, C. Ap. 1, 225; Ath. 8, 1f) 1 Cor 12:11; IMg 7:1.—κατʼ ἰδίαν (Machon, Fgm. 11 vs. 121 [in Athen. 8, 349b]; Polyb. 4, 84, 8; Diod S 1, 21, 6; also ins [SIG 1157, 12 καὶ κατὰ κοινὸν καὶ κατʼ ἰδίαν ἑκάστῳ al.]; 2 Macc 4:5; 14:21; JosAs 7:1; Philo, Sacr. Abel. 136; Just., D. 5, 2) privately, by oneself (opp. κοινῇ: Jos., Ant. 4, 310) Mt 14:13, 23; 17:1, 19; 20:17; 24:3; Mk 4:34a; 6:31f; 7:33 (Diod S 18, 49, 2 ἕκαστον ἐκλαμβάνων κατʼ ἰδίαν=‘he took each one aside’); 9:2 (w. μόνος added), 28; 13:3; Lk 9:10; 10:23; Ac 23:19; Gal 2:2 (on the separate meeting cp. Jos., Bell. 2, 199 τ. δυνατοὺς κατʼ ἰδίαν κ. τὸ πλῆθος ἐν κοινῷ συλλέγων; Appian, Bell. Civ. 5, 40 §170); ISm 7:2.⑥ pert. to being distinctively characteristic of some entity, belonging to/peculiar to an individual ἕκαστον δένδρον ἐκ τ. ἰδίου καρποῦ γινώσκεται every tree is known by its own fruit Lk 6:44. τὰ ἴδια πρόβατα his (own) sheep J 10:3f. εἰς τὸν τόπον τ. ἴδιον to his own place (= the place where he belonged) Ac 1:25; cp. 20:28. The expression τοῦ ἰδίου υἱοῦ οὐκ ἐφείσατο Ro 8:32 emphasizes the extraordinary nature of God’s gift: did not spare his very own Son (Paul’s association here with the ref. to pandemic generosity, ὑπὲρ ἡμῶν πάντων παρέδωκεν αὐτο͂ν, contributes a semantic component to ἰ. in this pass.; for the pandemic theme see e.g. OGI 339, 29f; for donation of one’s own resources, ibid. 104; IGR 739, II, 59–62. For the term ὁ ἴδιος υἱός, but in difft. thematic contexts, see e.g. Diod S 17, 80, 1 of Parmenio; 17, 118, 1 of Antipater. In relating an instance in which a son was not spared Polyaenus 8, 13 has υἱὸς αὐτοῦ, evidently without emphasis, but Exc. 3, 7 inserts ἴδιος υἱός to emphasize the gravity of an officer’s own son violating an order.). 1 Cor 7:4ab. ἕκαστος ἐν. τ. ἰδίῳ τάγματι each one in his (own) turn 15:23 (cp. En 2:1 τ. ἰ. τάξιν). καιροὶ ἴδιοι the proper time (cp. Diod S 1, 50, 7 ἐν τοῖς ἰδίοις χρόνοις; likew. 5, 80, 3; Jos., Ant. 11, 171; Ps.-Clemens, Hom. 3, 16; TestSol 6:3 ἐν καιρῷ ἰ.; Just., D. 131, 4 πρὸ τῶν ἰ. καιρῶν; Mel., P. 38, 258ff) 1 Ti 2:6; 6:15; Tit 1:3; 1 Cl 20:4; cp. 1 Ti 3:4f, 12; 4:2; 5:4. ἴδιαι λειτουργίαι … ἴδιος ὁ τόπος … ἴδιαι διακονίαι in each case proper: ministrations, … place, … services 1 Cl 40:5.—In ἰδία ἐπίλυσις 2 Pt 1:20 one’s own private interpretation is contrasted with the meaning intended by the author himself or with the interpretation of another person who is authorized or competent (s. ἐπίλυσις and WWeeda, NThSt 2, 1919, 129–35).—All these pass. are close to mng. 3; it is esp. difficult to fix the boundaries here.—DELG. M-M. EDNT. TW. Spicq. Sv. -
71 Herbert, Sir Alfred Edward
SUBJECT AREA: Mechanical, pneumatic and hydraulic engineering[br]b. 5 September 1866 Leicester, Englandd. 26 May 1957 Kings Somborne, Hampshire, England[br]English mechanical engineer and machine-tool manufacturer.[br]Alfred Herbert was educated at Stoneygate School, Leicester, and served an apprenticeship with Joseph Jessop \& Sons, also of Leicester, from 1881 to 1886. In 1887 he was engaged as Manager of a small engineering firm in Coventry, and before the end of that year he purchased the business in partnership with William Hubbard. They commenced the manufacture of machine-tools especially for the cycle industry. Hubbard withdrew from the partnership in 1890 and Herbert continued on his own account, the firm being established as a limited liability company, Alfred Herbert Ltd, in 1894. A steady expansion of the business continued, especially after the introduction of their capstan lathe, and by 1914 it was the largest manufacturer of machine-tools in Britain. In addition to making machine-tools of all types for the home and export market, the firm acted as an agent for the import of specialist machine-tools from abroad. During the First World War Alfred Herbert was in 1915 appointed head of machine-tool production at the War Office and when the Ministry of Munitions was set up he was transferred to that Ministry as Controller of Machine Tools. He was President of the Machine Tools Trades Association from 1919 to 1934. He was elected a member of the Institution of Mechanical Engineers in 1892 and in 1921 was a founder member of the Institution of Production Engineers. Almost to the end of his long life he continued to take an active part in the direction of his company. He expressed his views on current events affecting industry in the technical press and in his firm's house journal.[br]Principal Honours and DistinctionsKBE 1917. Officier de la Légion d'honneur 1917. Order of St Stanislas of Russia 1918. Order of Leopold of Belgium 1918. Freeman of the City of Coventry 1933. President, Institution of Production Engineers 1927–9. Honorary Member, Institution of Mechanical Engineers 1941.Bibliography1948, Shots at the Truth, Coventry (a selection of his speeches and writings).Further ReadingD.J.Jeremy (ed.), 1984–6, Dictionary of Business Biography, Vol. 3, London, pp. 174–7 (a useful account).Obituary, 1957, Engineering, 183:680.RTSBiographical history of technology > Herbert, Sir Alfred Edward
-
72 υἱός
υἱός, οῦ, ὁ (Hom.+; loanw. in rabb.) prim. ‘son’① a male who is in a kinship relationship either biologically or by legal action, son, offspring, descendantⓐ the direct male issue of a person, son τέξεται υἱόν Mt 1:21; GJs 14:2 (cp. Mel., P. 8, 53 ὡς γὰρ υἱὸς τεχθείς). Cp. Mt 1:23 (Is 7:14) and 25; 10:37 (w. θυγάτηρ); Mk 12:6a; Lk 1:13, 31, 57; 11:11; 15:11 (on this JEngel, Die Parabel v. Verlorenen Sohn: ThGl 18, 1926, 54–64; MFrost, The Prodigal Son: Exp. 9th ser., 2, 1924, 56–60; EBuonaiuti, Religio 11, ’35, 398–402); Ac 7:29; Ro 9:9 (cp. Gen 18:10); Gal 4:22 al. W. gen. Mt 7:9; 20:20f; 21:37ab; Mk 6:3; 9:17; Lk 3:2; 4:22; 15:19; J 9:19f; Ac 13:21; 16:1; 23:16; Gal 4:30abc (Gen 21:10abc); Js 2:21; AcPlCor 2:29. Also ἐγὼ Φαρισαῖός εἰμι υἱὸς Φαρισαίων Ac 23:6 is prob. a ref. to direct descent. μονογενὴς υἱός (s. μονογενής 1) Lk 7:12. ὁ υἱὸς ὁ πρωτότοκος (πρωτότοκος 1) 2:7.ⓑ the immediate male offspring of an animal (Ps 28:1 υἱοὺς κριῶν; Sir 38:25. So Lat. filius: Columella 6, 37, 4) in our lit. only as foal ἐπὶ πῶλον υἱὸν ὑποζυγίου Mt 21:5 (cp. Zech 9:9 πῶλον νέον).ⓒ human offspring in an extended line of descent, descendant, son Ἰωσὴφ υἱὸς Δαυίδ Mt 1:20 (cp. Jos., Ant. 11, 73); s. 2dα below. υἱοὶ Ἰσραήλ (Ἰσραήλ 1) Mt 27:9; Lk 1:16; Ac 5:21; 7:23, 37; 9:15; 10:36; Ro 9:27; 2 Cor 3:7, 13; Hb 11:22 al.; AcPlCor 2:32. οἱ υἱοὶ Λευί (Num 26:57) Hb 7:5. υἱὸς Ἀβραάμ Lk 19:9. υἱοὶ Ἀδάμ 1 Cl 29:2 (Dt 32:8). υἱοι Ῥουβήλ GJs 6:3.ⓓ one who is accepted or legally adopted as a son (Herodian 5, 7, 1; 4; 5; Jos, Ant. 2, 263; 20, 150) Ac 7:21 (cp. Ex 2:10).—J 19:26.② a pers. related or closely associated as if by ties of sonship, son, transf. sense of 1ⓐ of a pupil, follower, or one who is otherw. a spiritual son (SIG 1169, 12 οἱ υἱοὶ τοῦ θεοῦ=the pupils and helpers [40] of Asclepius; sim. Maximus Tyr. 4, 2c; Just., D. 86, 6 οἱ υἱοὶ τῶν προφητῶν.—Some combination w. παῖδες is the favorite designation for those who are heirs of guild-secrets or who are to perpetuate a skill of some kind: Pla., Rep. 3, 407e, Leg. 6, 769b; Dionys. Hal., Comp. Verbi 22 p. 102, 4 Us./Rdm. ῥητόρων παῖδες; Lucian, Anach. 19, Dial. Mort. 11, 1 Χαλδαίων π.=dream-interpreters, Dips. 5 ἱατρῶν π., Amor. 49; Himerius, Or. 48 [=Or. 14], 13 σοφῶν π.): the ‘sons’ of the Pharisees Mt 12:27; Lk 11:19. Peter says Μᾶρκος ὁ υἱός μου 1 Pt 5:13 (perh. w. a component of endearment; s. Μᾶρκος). As a familiar form of address by a cherished mentor Hb 12:5 (Pr 3:11; ParJer 5:28; 7:24). υἱοὶ καὶ θυγατέρες B 1:1.ⓑ of the individual members of a large and coherent group (cp. the υἷες Ἀχαιῶν in Homer; also PsSol 2:3 οἱ υἱοὶ Ἰερουσαλήμ; Dio Chrys. 71 [21], 15; LXX) οἱ υἱοὶ τοῦ λαοῦ μου 1 Cl 8:3 (scripture quot. of unknown origin). υἱοὶ γένους Ἀβραάμ Ac 13:26. οἱ υἱοὶ τῶν ἀνθρώπων (Gen 11:5; Ps 11:2, 9; 44:3; TestLevi 3:10; TestZeb 9:7; GrBar 2:4) the sons of men=humans (cp. dγ below) Mk 3:28; Eph 3:5; 1 Cl 61:2 (of the earthly rulers in contrast to the heavenly king).ⓒ of one whose identity is defined in terms of a relationship with a person or thingα. of those who are bound to a personality by close, non-material ties; it is this personality that has promoted the relationship and given it its character: son(s) of: those who believe are υἱοὶ Ἀβραάμ, because Abr. was the first whose relationship to God was based on faith Gal 3:7. In a special sense the devout, believers, are sons of God, i.e., in the light of the social context, people of special status and privilege (cp. PsSol 17:27; Just., D, 124, 1; Dio Chrys. 58 [75], 8 ὁ τοῦ Διὸς ὄντως υἱός; Epict. 1, 9, 6; 1, 3, 2; 1, 19, 9; Sextus 58; 60; 135; 376a; Dt 14:1; Ps 28:1; 72:15; Is 43:6 [w. θυγατέρες μου]; 45:11; Wsd 2:18; 5:5; 12:21 al.; Jdth 9:4, 13; Esth 8:12q; 3 Macc 6:28; SibOr 3, 702) Mt 5:45; Lk 6:35; Ro 8:14, 19 (‘Redeemer figures’ EFuchs, Die Freiheit des Glaubens, ’49, 108; against him EHommel in ThViat 4, ’52, 118, n. 26); 9:26 (Hos 2:1); 2 Cor 6:18 (w. θυγατέρες, s. Is 43:6 cited above); Gal 3:26 (cp. PsSol 17:27); 4:6a, 7ab (here the υἱός is the κληρονόμος and his opposite is the δοῦλος); Hb 2:10 (JKögel, Der Sohn u. die Söhne: Eine exeget. Studie zu Hb 2:5–18, 1904); 12:5–8 (in vs. 8 opp. νόθος, q.v.); Rv 21:7; 2 Cl 1:4; B 4:9. Corresp. there are sons of the devil (on this subj. cp. Hdb. on J 8:44) υἱὲ διαβόλου Ac 13:10. οἱ υἱοὶ τοῦ πονηροῦ (masc.) Mt 13:38b. τοῦ υἱοῦ τοῦ ἐν Ἅιδου ApcPt Rainer. In υἱοί ἐστε τῶν φονευσάντων τοὺς προφήτας Mt 23:31 this mng. is prob. to be combined w. sense 1c. The expr. υἱοὶ θεοῦ Mt 5:9 looks to the future (s. Betz, SM ad loc.; cp. KKöhler, StKr 91, 1918, 189f). Lk 20:36a signifies a status akin to that of angels (Ps 88:7; θεῶν παῖδες as heavenly beings: Maximus Tyr. 11, 5a; 12a; 13, 6a.—Hierocles 3, 424 the ἄγγελοι are called θεῶν παῖδες; HWindisch, Friedensbringer-Gottessöhne: ZNW 24, 1925, 240–60, discounts connection w. angels and contends for the elevation of the ordinary followers of Jesus to the status of Alexander the Great in his role as an εἰρηνηποιός [cp. Plut., Mor. 329c]; for measured critique of this view s. Betz, SM 137–42.).β. υἱός w. gen. of thing, to denote one who shares in it or who is worthy of it, or who stands in some other close relation to it, oft. made clear by the context; this constr. is prob. a Hebraism in the main, but would not appear barbaric (B-D-F §162, 6; Mlt-H. 441; Dssm., B p. 162–66 [BS 161–66]; PASA II 1884, no. 2 υἱὸς πόλεως [time of Nero; on this type of formulation SEG XXXIX, 1864]; IMagnMai 167, 5; 156, 12) οἱ υἱοὶ τοῦ αἰῶνος τούτου (αἰών 2a) Lk 16:8a (opp. οἱ υἱοί τοῦ φωτός vs. 8b); 20:34. τῆς ἀναστάσεως υἱοί (to Mediterranean publics the functional equivalent of ἀθάνατοι ‘immortals’; cp. ἀνάστασις 2b) 20:36b. υἱοὶ τῆς ἀνομίας (ἀνομία 1; cp. CD 6:15) Hv 3, 6, 1; ApcPt 1:3; τῆς ἀπειθείας (s. ἀπείθεια) Eph 2:2; 5:6; Col 3:6; τῆς ἀπωλείας ApcPt 1:2. ὁ υἱὸς τῆς ἀπωλείας of Judas the informer J 17:12 (cp. similar expressions in Eur., Hec. 425; Menand., Dyscolus 88f: s. FDanker, NTS 7, ’60/61, 94), of the end-time adversary 2 Th 2:3. υἱοὶ τῆς βασιλείας (βασιλεία 1bη; s. SEG XXXIX, 1864 for related expressions) Mt 8:12; 13:38a. υἱοὶ βροντῆς Mk 3:17 (s. Βοανηργές). υἱὸς γεέννης (s. γέεννα) Mt 23:15; τ. διαθήκης (PsSol 17:15) Ac 3:25; εἰρήνης Lk 10:6. υἱοὶ τοῦ νυμφῶνος (s. νυμφών) Mt 9:15; Mk 2:19; Lk 5:34. υἱὸς παρακλήσεως Ac 4:36 (s. Βαρναβᾶς). υἱοὶ (τοῦ) φωτός (Hippol., Ref. 6, 47, 4 in gnostic speculation) Lk 16:8b (opp. υἱοὶ τοῦ αἰῶνος τούτου); J 12:36. υἱοὶ φωτός ἐστε καὶ υἱοὶ ἡμέρας 1 Th 5:5 (EBuonaiuti, ‘Figli del giorno e della luce’ [1 Th 5:5]: Rivista storico-critica delle Scienze teol. 6, 1910, 89–93).ⓓ in various combinations as a designation of the Messiah and a self-designation of Jesusα. υἱὸς Δαυίδ son of David of the Messiah (PsSol 17:21) Mt 22:42–45; Mk 12:35–37; Lk 20:41–44; B 12:10c. Specif. of Jesus as Messiah Mt 1:1a; 9:27; 12:23; 15:22; 20:30f; 21:9, 15; Mk 10:47f; Lk 18:38f.—WWrede, Jesus als Davidssohn: Vorträge u. Studien 1907, 147–77; WBousset, Kyrios Christos2 1921, 4, Rel.3 226f; ELohmeyer, Gottesknecht u. Davidssohn ’45, esp. 68; 72; 77; 84; TNicklin, Gospel Gleanings ’50, 251–56; WMichaelis, Die Davidsohnschaft Jesu usw., in D. histor. Jesus u. d. kerygm. Christus, ed. Ristow and Matthiae, ’61, 317–30; LFisher, ECColwell Festschr. ’68, 82–97.β. ὁ υἱὸς τοῦ θεοῦ, υἱὸς θεοῦ (the) Son of God (for the phrase s. JosAs 6:2 al. Ἰωσὴφ ὁ υἱὸς τοῦ θεοῦ; there is no undisputed evidence of usage as messianic title in pre-Christian Judaism [s. Dalman, Worte 219–24, Eng. tr. 268–89; Bousset, Kyrios Christos2 53f; EHuntress, ‘Son of God’ in Jewish Writings Prior to the Christian Era: JBL 54, ’35, 117–23]; cp. 4Q 246 col. 2, 1 [JFitzmyer, A Wandering Aramean ’79, 90–93; JCollins, BRev IX/3, ’93, 34–38, 57]. Among polytheists on the other hand, sons of the gods in a special sense [s. Just., A I, 21, 1f] are not only known to myth and legend, but definite historical personalities are also designated as such. Among them are famous wise men such as Pythagoras and Plato [HUsener, Das Weihnachtsfest2 1911, 71ff], and deified rulers, above all the Roman emperors since the time of Augustus [oft. in ins and pap: Dssm., B 166f=BS 166f, LO 294f=LAE 346f; Thieme 33]. According to Memnon [I B.C./ I A.D.]: 434 Fgm. 1, 1, 1 Jac., Clearchus [IV B.C.] carried his boasting so far as Διὸς υἱὸν ἑαυτὸν ἀνειπεῖν. Also, persons who were active at that time as prophets and wonder-workers laid claim to the title υἱὸς τοῦ θεοῦ, e.g. the Samaritan Dositheus in Origen, C. Cels. 6, 11; sim. an Indian wise man who calls himself Διὸς υἱός Arrian, Anab. 7, 2, 3; cp. Did., Gen. 213, 18 ὁ Ἀβρὰμ υἱὸς θεοῦ διὰ δικαιοσύνην. S. GWetter, ‘Der Sohn Gottes’ 1916; Hdb. exc. on J 1:34; s. also Clemen2 76ff; ENorden, Die Geburt des Kindes 1924, 75; 91f; 132; 156f; EKlostermann, Hdb. exc. on Mk 1:11 [4th ed. ’50]; M-JLagrange, Les origines du dogme paulinien de la divinité de Christ: RB 45, ’36, 5–33; HPreisker, Ntl. Zeitgesch. ’37, 187–208; HBraun, ZTK 54, ’57, 353–64; ANock, ‘Son of God’ in Paul. and Hellen. Thought: Gnomon 33, ’61, 581–90 [=Essays on Religion and the Anc. World II, ’72, 928–39]—originality in Paul’s thought): Ps 2:7 is applied to Jesus υἱός μου εἶ σύ, ἐγὼ σήμερον γεγέννηκά σε Lk 3:22 D; GEb 18, 37.—Ac 13:33; Hb 1:5a; 5:5; 1 Cl 36:4. Likew. Hos 11:1 (w. significant changes): Mt 2:15, and 2 Km 7:14: Hb 1:5b. The voice of God calls him ὁ υἱός μου ὁ ἀγαπητός (s. ἀγαπητός 1) at his baptism Mt 3:17; Mk 1:11; Lk 3:22; GEb 18, 37 and 39 and at the Transfiguration Mt 17:5; Mk 9:7; Lk 9:35 (here ἐκλελεγμένος instead of ἀγαπ.); 2 Pt 1:17. Cp. J 1:34. The angel at the Annunciation uses these expressions in referring to him: υἱὸς ὑψίστου Lk 1:32; GJs 11:3 and υἱὸς θεοῦ Lk 1:35 (Ar. 15, 1 ὁ υἱὸς τοῦ θεοῦ τοῦ ὑψίστου. Cp. Just., A I, 23, 2 μόνος ἰδίως υἱὸς τῷ θεῷ γεγέννηται). The centurion refers to him at the crucifixion as υἱὸς θεοῦ Mt 27:54; Mk 15:39; GPt 11:45; cp. vs. 46 (CMann, ET 20, 1909, 563f; JPobee, The Cry of the Centurion, A Cry of Defeat: CFDMoule Festschr. ’70, 91–102; EJohnson, JSNT 31, ’87, 3–22 [an indefinite affirmation of Jesus]). The high priest asks εἰ σὺ εἶ ὁ Χριστὸς ὁ υἱὸς τοῦ θεοῦ Mt 26:63 (DCatchpole, NTS 17, ’71, 213–26). Passers-by ask him to show that he is God’s Son 27:40; sim. the devil 4:3, 6; Lk 4:3, 9. On the other hand, evil spirits address him as the Son of God Mt 8:29; Mk 3:11; 5:7; Lk 4:41; 8:28; and disciples testify that he is Mt 14:33; 16:16. S. also Mk 1:1 (s. SLegg, Ev. Sec. Marc. ’35).—Jesus also refers to himself as Son of God, though rarely apart fr. the Fourth Gosp.: Mt 28:19 (the Risen Lord in the trinitarian baptismal formula); Mt 21:37f=Mk 12:6 (an allusion in the parable of the vinedressers).—Mt 27:43; Mk 13:32; Rv 2:18. The main pass. is the so-called Johannine verse in the synoptics Mt 11:27=Lk 10:22 (s. PSchmiedel, PM 4, 1900,1–22; FBurkitt, JTS 12, 1911, 296f; HSchumacher, Die Selbstoffenbarung Jesu bei Mt 11:27 [Lk 10:22] 1912 [lit.]; Norden, Agn. Th. 277–308; JWeiss, Heinrici Festschr. 1914, 120–29, Urchristentum 1917, 87ff; Bousset, Kyrios Christos2 1921, 45ff; EMeyer I 280ff; RBultmann, Gesch. d. synopt. Trad.2 ’31, 171f; MDibelius, Die Formgeschichte des Evangeliums2 ’33, 259; MRist, Is Mt 11:25–30 a Primitive Baptismal Hymn? JR 15, ’35, 63–77; TArvedson, D. Mysterium Christi: E. Studie zu Mt 11:25–30, ’37; WDavies, ‘Knowledge’ in the Dead Sea Scrolls and Mt 11:25–30, HTR 45, ’53, 113–39; WGrundmann, Sohn Gottes, ZNW 47, ’56, 113–33; JBieneck, Sohn Gottes als Christusbez. der Synopt. ’51; PWinter, Mt 11:27 and Lk 10:22: NovT 1, ’56, 112–48; JJocz, Judaica 13, ’57, 129–42; OMichel/OBetz, Von Gott Gezeugt, Beih. ZNW [Jeremias Festschr.] 26, ’60, 3–23 [Qumran]).—Apart fr. the synoptics, testimony to Jesus as the Son of God is found in many parts of our lit. Oft. in Paul: Ro 1:3, 4, 9; 5:10; 8:3, 29, 32; 1 Cor 1:9; 15:28; 2 Cor 1:19; Gal 1:16; 2:20; 4:4; Eph 4:13; Col 1:13; 1 Th 1:10. Cp. Ac 9:20. In Hb: 1:2, 8; 4:14; 5:8; 6:6; 7:3, 28; 10:29. In greatest frequency in John (cp. Herm. Wr. 1, 6 the Λόγος as υἱὸς θεοῦ. Likew. Philo, Agr. 51 πρωτόγονος υἱός, Conf. Lingu. 146 υἱὸς θεοῦ.—Theoph. Ant. 2, 1 [p. 154, 12] ὁ λόγος ὁ τοῦ θεοῦ, ὅς ἐστιν καὶ υἱὸς αὐτοῦ; Iren. 3, 12, 2 [Harv. II 55, 2]): J 1:49; 3:16–18 (s. μονογενής 2), 35f; 5:19–26; 6:40; 8:35f; 10:36; 11:4, 27; 14:13; 17:1; 19:7; 20:31; 1J 1:3, 7; 2:22–24; 3:8, 23; 4:9f, 14f; 5:5, 9–13, 20; 2J 3, 9.—B 5:9, 11; 7:2, 9; 12:8; 15:5; Dg 7:4; 9:2, 4; 10:2 (τὸν υἱὸν αὐτοῦ τὸν μονογενῆ; also ApcEsdr 6:16 p. 31, 22 Tdf.; ApcSed 9:1f); IMg 8:2; ISm 1:1; MPol 17:3; Hv 2, 2, 8; Hs 5, 2, 6 (ὁ υἱὸς αὐτοῦ ὁ ἀγαπητός); 8; 11; 5, 4, 1; 5, 5, 2; 3; 5; 5, 6, 1; 2; 4; 7 (on the Christology of the Shepherd s. Dibelius, Hdb. on Hs 5, also ALink and JvWalter [πνεῦμα 5cα]); Hs 8, 3, 2; 8, 11, 1. Cp. 9, 1, 1; 9, 12, 1ff.—In trinitarian formulas, in addition to Mt 28:19, also IMg 13:1; EpilMosq 5; D 7:1, 3.—The deceiver of the world appears w. signs and wonders ὡς υἱὸς θεοῦ D 16:4 (ApcEsdr 4:27 p. 28, 32 Tdf. ὁ λέγων• Ἐγώ εἰμι ὁ υἱὸς τοῦ θεοῦ [of Antichrist]).—EKühl, Das Selbstbewusstsein Jesu 1907, 16–44; GVos, The Self-disclosure of Jesus 1926.—EBurton, ICC Gal 1921, 404–17; TNicklin, Gospel Gleanings ’50, 211–36; MHengel, The Son of God (tr. JBowden) ’76; DJones, The Title υἱὸς θεοῦ in Acts: SBLSP 24, ’85, 451–63.γ. ὁ υἱὸς τοῦ ἀνθρώπου lit. ‘the son of the man’ (the pl. form οἱ υἱοὶ τῶν ἀνθρώπων appears freq. in the LXX to render בְּנֵי אָדָם = mortals, e.g. Gen 11:5; Ps 10:4; 11:2; cp. ὁ υἱὸς τῆς ἀπολείας J 17:12 [s. 2cβ]) ‘the human being, the human one, the man’ in our lit. only as a byname in ref. to Jesus and in an exclusive sense the Human One, the Human Being, one intimately linked with humanity in its primary aspect of fragility yet transcending it, traditionally rendered ‘the Son of Man.’ The term is found predom. in the gospels, where it occurs in the synoptics about 70 times (about half as oft. if parallels are excluded), and in J 12 times (s. EKlostermann, Hdb. exc. on Mk 8:31). In every case the title is applied by Jesus to himself. Nowhere within a saying or narrative about him is it found in an address to him: Mt 8:20; 9:6; 10:23; 11:19; 12:8, 32, 40; 13:37, 41; 16:13, 27f; 17:9, 12, 22; 18:10 [11] v.l.; 19:28; 20:18, 28; 24:27, 30, 37, 39, 44; 25:13 v.l., 31; 26:2, 24ab, 45, 64; Mk 2:10, 28; 8:31, 38; 9:9, 12, 31; 10:33, 45; 13:26; 14:21ab, 41, 62; Lk 5:24; 6:5, 22; 7:34; 9:22, 26, 44, 56 v.l., 58; 11:30; 12:8, 10, 40; 17:22, 24, 26, 30; 18:8, 31; 19:10; 21:27, 36; 22:22, 48, 69; 24:7.—John (FGrosheide, Υἱὸς τ. ἀνθρ. in het Evang. naar Joh.: TSt 35, 1917, 242–48; HDieckmann, D. Sohn des Menschen im J: Scholastik 2, 1927, 229–47; HWindisch, ZNW 30, ’31, 215–33; 31, ’32, 199–204; WMichaelis, TLZ 85, ’60, 561–78 [Jesus’ earthly presence]) 1:51; 3:13, 14; 5:27 (BVawter, Ezekiel and John, CBQ 26, ’64, 450–58); 6:27, 53, 62; 8:28; 9:35; 12:23, 34; 13:31. Whether the component of fragility (suggested by OT usage in ref. to the brief span of human life and the ills to which it falls heir) or high status (suggested by traditions that appear dependent on Da 7:13, which refers to one ‘like a human being’), or a blend of the two dominates a specific occurrence can be determined only by careful exegesis that in addition to extra-biblical traditions takes account of the total literary structure of the document in which it occurs. Much neglected in the discussion is the probability of prophetic association suggested by the form of address Ezk 2:1 al. (like the OT prophet [Ezk 3:4–11] Jesus encounters resistance).—On Israelite thought contemporary w. Jesus and alleged knowledge of a heavenly being looked upon as a ‘Son of Man’ or ‘Man’, who exercises Messianic functions such as judging the world (metaph., pictorial passages in En 46–48; 4 Esdr 13:3, 51f) s. Bousset, Rel.3 352–55; NMessel, D. Menschensohn in d. Bilderreden d. Hen. 1922; ESjöberg, Kenna 1 Henok och 4 Esra tanken på den lidande Människosonen? Sv. Ex. Årsb. 5, ’40, 163–83, D. Menschensohn im äth. Hen. ’46. This view is in some way connected w. Da 7:13; acc. to some it derives its real content fr. an eschatological tradition that ultimately goes back to Iran (WBousset, Hauptprobleme der Gnosis 1907, 160–223; Reitzenstein, Erlösungsmyst. 119ff, ZNW 20, 1921, 18–22, Mysterienrel.3 418ff; Clemen2 72ff; CKraeling, Anthropos and Son of Man: A Study in the Religious Syncretism of the Hellenistic Orient 1927); acc. to this tradition the First Man was deified; he will return in the last times and usher in the Kingdom of God.—Outside the gospels: Ac 7:56 (v.l. τοῦ θεοῦ; GKilpatrick, TZ 21, ’65, 209); Rv 1:13; 14:14 (both after Da 7:13; sim. allusion to Da in Just., D. 31, 1). The quot. fr. Ps 8:5 in Hb 2:6 prob. does not belong here, since there is no emphasis laid on υἱὸς ἀνθρώπου. In IEph 20:2 Jesus is described as υἱὸς ἀνθρώπου καὶ υἱὸς θεοῦ. Differently B 12:10 Ἰησοῦς, οὐχὶ υἱὸς ἀνθρώπου ἀλλὰ υἱὸς τοῦ θεοῦ Jesus, not a man’s son, but Son of God.—HLietzmann, Der Menschensohn 1896; Dalman, Worte 191–219 (Eng. tr., 234–67); Wlh., Einl.2 123–30; PFiebig, Der Menschensohn 1901; NSchmidt, The Prophet of Nazareth 1905, 94–134, Recent Study of the Term ‘Son of Man’: JBL 45, 1926, 326–49; FTillmann, Der Menschensohn 1907; EKühl, Das Selbstbewusstsein Jesu 1907, 65ff; HHoltzmann, Das messianische Bewusstsein Jesu, 1907, 49–75 (lit.), Ntl. Theologie2 I 1911, 313–35; FBard, D. Sohn d. Menschen 1908; HGottsched, D. Menschensohn 1908; EAbbott, ‘The Son of Man’, etc., 1910; EHertlein, Die Menschensohnfrage im letzten Stadium 1911, ZNW 19, 1920, 46–48; JMoffatt, The Theology of the Gospels 1912, 150–63; WBousset, Kyrios Christos2 1921, 5–22 (the titles of the works by Wernle and Althaus opposing his first edition [1913], as well as Bousset’s answer, are found s.v. κύριος, end); DVölter, Jesus der Menschensohn 1914, Die Menschensohnfrage neu untersucht 1916; FSchulthess, ZNW 21, 1922, 247–50; Rtzst., Herr der Grösse 1919 (see also the works by the same author referred to above in this entry); EMeyer II 335ff; HGressmann, ZKG n.s. 4, 1922, 170ff, D. Messias 1929, 341ff; GDupont, Le Fils d’Homme 1924; APeake, The Messiah and the Son of Man 1924; MWagner, Der Menschensohn: NKZ 36, 1925, 245–78; Guillaume Baldensperger, Le Fils d’Homme: RHPR 5, 1925, 262–73; WBleibtreu, Jesu Selbstbez. als der Menschensohn: StKr 98/99, 1926, 164–211; AvGall, Βασιλεία τοῦ θεοῦ 1926; OProcksch, D. Menschensohn als Gottessohn: Christentum u. Wissensch. 3, 1927, 425–43; 473–81; CMontefiore, The Synoptic Gospels2 1927 I 64–80; ROtto, Reich Gottes u. Menschensohn ’34, Eng. tr. The Kgdm. of God and the Son of Man, tr. Filson and Woolf2 ’43; EWechssler, Hellas im Ev. ’36, 332ff; PParker, The Mng. of ‘Son of Man’: JBL 60, ’41, 151–57; HSharman, Son of Man and Kingdom of God ’43; JCampbell, The Origin and Mng. of the Term Son of Man: JTS 48, ’47, 145–55; HRiesenfeld, Jésus Transfiguré ’47, 307–13 (survey and lit.); TManson, ConNeot 11, ’47, 138–46 (Son of Man=Jesus and his disciples in Mk 2:27f); GDuncan, Jesus, Son of Man ’47, 135–53 (survey); JBowman, ET 59, ’47/48, 283–88 (background); MBlack, ET 60, ’48f, 11–15; 32–36; GKnight, Fr. Moses to Paul ’49, 163–72 (survey); TNicklin, Gospel Gleanings ’50, 237–50; TManson (Da, En and gospels), BJRL 32, ’50, 171–93; TPreiss, Le Fils d’Homme: ÉThR 26/3, ’51, Life in Christ, ’54, 43–60; SMowinckel, He That Cometh, tr. Anderson, ’54, 346–450; GIber, Überlieferungsgesch. Unters. z. Begriff des Menschensohnes im NT, diss. Heidelb. ’53; ESjöberg, D. verborgene Menschensohn in den Ev. ’55; WGrundmann, ZNW 47, ’56, 113–33; HRiesenfeld, The Mythological Backgrd. of NT Christology, CHDodd Festschr. ’56, 81–95; PhVielhauer, Gottesreich u. Menschensohn in d. Verk. Jesu, GDehn Festschr. ’57, 51–79; ESidebottom, The Son of Man in J, ET 68, ’57, 231–35; 280–83; AHiggins, Son of Man- Forschung since (Manson’s) ‘The Teaching of Jesus’: NT Essays (TW Manson memorial vol.) ’59, 119–35; HTödt, D. Menschensohn in d. synopt. Überl. ’59 (tr. Barton ’65); JMuilenburg, JBL 79, ’60, 197–209 (Da, En); ESchweizer, JBL 79, ’60, 119–29 and NTS 9, ’63, 256–61; BvIersel, ‘Der Sohn’ in den synopt. Jesusworten, ’61 (community?); MBlack, BJRL 45, ’63, 305–18; FBorsch, ATR 45, ’63, 174–90; AHiggins, Jesus and the Son of Man, ’64; RFormesyn, NovT 8, ’66, 1–35 (barnasha=‘I’); SSandmel, HSilver Festschr. ’63, 355–67; JJeremias, Die älteste Schicht der Menschensohn-Logien, ZNW 58, ’67, 159–72; GVermes, MBlack, Aram. Approach3, ’67, 310–30; BLindars, The New Look on the Son of Man: BJRL 63, ’81, 437–62; WWalker, The Son of Man, Some Recent Developments CBQ 45, ’83, 584–607; JDonahue, Recent Studies on the Origin of ‘Son of Man’ in the Gospels, CBQ 48, ’86, 584–607; DBurkitt, The Nontitular Son of Man, A History and Critique: NTS 40, ’94 504–21 (lit.); JEllington, BT 40, ’89, 201–8; RGordon, Anthropos: 108–13.—B. 105; DELG. M-M. EDNT. TW. Sv. -
73 right
1) право ( суб'єктивне); праводомагання; справедлива вимога; привілей; права сторона2) правильний; належний; правомірний, справедливий; правий ( у політичному сенсі); реакційний3) відновлювати ( справедливість); виправляти(ся)4) направо•right a wrong done to the person — виправляти шкоду, заподіяну особі
right not to answer any questions that might produce evidence against an accused — право не давати відповідей (не відповідати) на будь-які запитання, що можуть бути використані як свідчення проти обвинуваченого
right not to fulfill one's own obligations — право не виконувати свої зобов'язання ( у зв'язку з невиконанням своїх зобов'язань іншою стороною)
right of a state to request the recall of a foreign envoy as persona non grata — право держави вимагати відкликання іноземного представника як персони нон грата
right of citizens to use their native language in court — право громадян виступати в суді рідною мовою
right of every state to dispose of its wealth and its national resources — право кожної держави розпоряджатися своїми багатствами і природними ресурсами
right of everyone to the opportunity to gain his living by work — право кожної людини на отримання можливості заробляти собі на прожиття власною працею
right of legislative initiative — право законодавчої ініціативи, право законодавства
right of nations to free and independent development — право народів на вільний і незалежний розвиток
right of nations to self-determination up to and including separation as a state — право націй на самовизначення аж до державного відокремлення
right of nations to sovereignty over their natural resources — право націй на суверенітет над своїми природними ресурсами
right of parents to choose their children's education — право батьків на вибір виду освіти для своїх неповнолітніх дітей
right of reception and mission of diplomatic envoys — право приймати і призначати дипломатичних представників
right of representation and performance — право на публічне виконання (п'єси, музичного твору)
right of the accused to have adequate time, facilities and assistance for his defence — = right of the accused to have adequate time, facilities and assistance for his defense право обвинуваченого мати достатньо часу, можливостей і допомоги для свого захисту
right of the accused to have adequate time, facilities and assistance for his defense — = right of the accused to have adequate time, facilities and assistance for his defence
right of the child to live before birth from the moment of conception — право дитини на життя до її народження з моменту зачаття
right of unhindered communication with the authorities of the appointing state — право безперешкодних зносин із властями своєї держави
right to a counsel from the time that an accused is taken into custody — право на адвоката з часу арешту (зняття під варту) обвинуваченого
right to arrange meetings, processions and picketing — право на мітинги, демонстрації і пікетування
right to be confronted with witness — право очної ставки із свідком захисту, право конфронтації ( право обвинуваченого на очну ставку із свідком захисту)
right to be represented by counsel — право бути представленим адвокатом, право на представництво через адвоката
right to choose among a variety of products in a marketplace free from control by one or a few sellers — право вибирати продукцію на ринку, вільному від контролю одного чи кількох продавців
right to choose between speech and silence — право самому визначати, чи говорити, чи мовчати
right to compensation for the loss of earnings resulting from an injury at work — право на відшкодування за втрату заробітку ( або працездатності) внаслідок каліцтва на роботі, право отримати компенсацію за втрату джерела прибутку внаслідок виробничої травми
right to conduct confidential communications — право здійснювати конфіденційне спілкування, право конфіденційного спілкування ( адвоката з клієнтом тощо)
right to diplomatic relations with other countries — право на дипломатичні відносини з іншими країнами
right to do with one's body as one pleases — право робити з своїм тілом все, що завгодно
right to enjoy the benefits of scientific progress — право на користування досягненнями наукового прогресу
right to freedom from torture and other inhuman forms of treatment — право на свободу від тортур і інших форм негуманного поводження
right to gather and publish information or opinions without governmental control or fear of punishment — право збирати і публікувати інформацію або думки без втручання держави і страху бути покараним
right to lease or sell the airspace above the property — право здавати в оренду або продавати повітряний простір над своєю власністю
right to leave any country, including one's own, and to return to one's country — право залишати будь-яку країну, включаючи свою власну, і повертатися до своєї країни
right to material security in (case of) disability — право на матеріальне забезпечення у випадку втрати працездатності
right to material security in (case of) sickness — право на матеріальне забезпечення у випадку захворювання
right to possession, enjoyment and disposal — право на володіння, користування і розпорядження
right to safety from product-related hazards — право на безпеку від шкоди, яку може бути заподіяно товаром
right to terminate pregnancy through an abortion — право припиняти вагітність шляхом здійснення аборту
right to the protection of moral and material interests — право на захист моральних і матеріальних інтересів
right to use one's own language — право на свою власну мову; право спілкуватися своєю власною мовою
right to visit one's children regularly — право відвідувати регулярно дітей ( про одного з розлученого подружжя)
right of a person to control the distribution of information about himself — = right of a person to control the distribution of information about herself право особи контролювати поширення інформації про себе
right of a person to control the distribution of information about herself — = right of a person to control the distribution of information about himself
right of states to self-defence — = right of states to self-defense право держав на самооборону
right of states to self-defense — = right of states to self-defence
right of the accused to counsel — = right of the accused to legal advice право обвинуваченого на адвоката (захисника) ( або на захист)
right of the accused to legal advice — = right of the accused to counsel
right to collective self-defence — = right to collective self-defense право на колективну самооборону
right to collective self-defense — = right to collective self-defence
right to collective self-defence — = right to collective self-defense право на колективну самооборону
right to collective self-defense — = right to collective self-defence
right to consult with one's attorney — = right to consult with one's lawyer право отримувати юридичну допомогу від (свого) адвоката, право на консультацію з адвокатом
right to consult with one's lawyer — = right to consult with one's attorney
right to control the work of the administration — = right to control the work of the managerial staff право контролю (діяльності) адміністрації ( підприємства)
right to control the work of the managerial staff — = right to control the work of the administration
right to individual self-defence — = right to individual self-defense право на індивідуальну самооборону
right to individual self-defense — = right to individual self-defence
right to obtain documents essential for an adequate defence — = right to obtain documents essential for an adequate defense право отримувати документи, необхідні для належного захисту
right to obtain documents essential for an adequate defense — = right to obtain documents essential for an adequate defence
right to regulate news agencies — = right to regulate news organizations право регулювати діяльність інформаційних агентств
- right a wrong doneright to regulate news organizations — = right to regulate news agencies
- right at law
- Right-Centrist
- right extremism
- right extremist
- right-hand man
- right-holder
- right in action
- right in gross
- right in personam
- right in rem
- right not to belong to a union
- right of a trial by jury
- right of abode
- right of access
- right of access to courts
- right of access to court
- right of action
- right of angary
- right of appeal
- right of approach
- right of appropriation
- right of assembly
- right of asylum
- right of audience
- right of authorship
- right of birth
- right of blood
- right of chapel
- right of choice
- right of common
- right of concurrent user
- right of conscience
- right of contribution
- right of correction
- right of court
- right of denunciation
- right of detention
- right of dissent
- right of divorce
- right of eminent domain
- right of enjoyment
- right of entry
- right of equal protection
- right of establishment
- right of existence
- right of expatriation
- right of expectancy
- right of feud
- right of first refusal
- right of fishery
- right of free access
- right of hot pursuit
- right of individual petition
- right of innocent passage
- right of intercourse
- right of intervention
- right of joint use
- right of jurisdiction
- right of legal entity
- right of legation
- right of light
- right of membership
- right of military service
- right of mortgage
- right of navigation
- right of operative management
- right of ownership
- right of passage
- right of patent
- right of personal security
- right of petition
- right of place
- right of political asylum
- right of possession
- right of pre-emption
- right of primogeniture
- right of prior use
- right of priority
- right of privacy
- right of private property
- right of property
- right of protest
- right of publicity
- right of pursuit
- right of re-election
- right of recourse
- right of recovery
- right of redemption
- right of regress
- right of relief
- right of remuneration
- right of reply
- right of representation
- right of reprisal
- right of reproduction
- right of rescission
- right of retaliation
- right of retention
- right of sanctuary
- right of search
- right of secrecy
- right of self-determination
- right of self-preservation
- right of settlement
- right of silence
- right of suit
- right of taking game
- right of the individual
- right of the owner
- right of the people
- right of the state
- right of transit
- right of translation
- right of visit
- right of visit and search
- right of water
- right of way
- right of withdrawal
- right on name
- right oneself
- right the oppressed
- right to a building
- right to a counsel
- right to a dual citizenship
- right to a fair trial
- right to a flag
- right to a hearing
- right to a nationality
- right to a piece of land
- right to a reasonable bail
- right to a speedy trial
- right to a trial by jury
- right to act independently
- right to administer property
- right to adopt children
- right to aid of counsel
- right to air
- right to an abortion
- right to an effective remedy
- right to annul laws
- right to appeal
- right to appoint judges
- right to assemble peaceably
- right to assistance of counsel
- right to attend
- right to bail
- right to bargain collectively
- right to be confronted
- right to be heard
- right to be presumed innocent
- right to be represented
- right to bear arms
- right to bear fire-arms
- right to become president
- right to begin
- right to belong to a union
- right to burn national flag
- right to carry a firearm
- right to carry arms
- right to carry fire-arms
- right to challenge a candidate
- right to challenge a juror
- right to change allegiance
- right to choose
- right to choose one's religion
- right to coin money
- right to collective bargaining
- right to compensation
- right to consult an attorney
- right to counsel
- right to criticism
- right to cultural autonomy
- right to damages
- right to declare war
- right to designate one's hairs
- right to die
- right to divorce
- right to earn a living
- right to education
- right to elect and be elected
- right to emigrate
- right to end pregnancy
- right to enjoy one's benefits
- right to enter a country
- right to exact payment
- right to expel a trespasser
- right to express ones' views
- right to expropriate
- right to fish
- right to fly a maritime flag
- right to found a family
- right to frame a constitution
- right to free education
- right to free medical services
- right to freedom
- right to freedom from torture
- right to freedom of expression
- right to freedom of residence
- right to freedom of speech
- right to health
- right to hold a public office
- right to hold property
- right to housing
- right to human dignity
- right to immediate release
- right to impose taxes
- right to impose taxes
- right to independence
- right to inherit
- right to initiate legislation
- right to inspection
- right to interpret laws
- right to intervene
- right to introduce legislation
- right to join an association
- right to jury trial
- right to keep and bear arms
- right to keep arms
- right to possess firearms
- right to kill
- right to land
- right to lease
- right to legal equality
- right to legal representation
- right to legislate
- right to levy taxes
- right to liberty
- right to life
- right to make a decision
- right to make a will
- right to make treaties
- right to manage
- right to maternity leave
- right to medical care
- right to national autonomy
- right to neutrality
- right to nullify laws
- right to one's own culture
- right to oppose
- right to organize unions
- right to ownership of property
- right to personal security
- right to picket
- right to possess firearms
- right to practice law
- right to present witnesses
- right to privacy
- right to private property
- right to property
- right to protection
- right to public trial
- right to publish expression
- right to punish a child
- right to real estate
- right to recall
- right to recover
- right to redeem
- right to redress
- right to regulate trade
- right to remain silent
- right to remarry
- right to rest
- right to rest and leisure
- right to retain counsel
- right to return to work
- right to safety
- right to secede
- right to secede from the USSR
- right to secession
- right to security
- right to security of person
- right to seek elective office
- right to seek pardon
- right to seek refund
- right to self-determination
- right to self-expression
- right to self-government
- right to sell
- right to silence
- right to social insurance
- right to social security
- right to speak
- right to stop a prosecution
- right to strike
- right to sublet
- right to subpoena witness
- right to sue
- right to take water
- right to tariff reduction
- right to tax exemption
- right to terminate a contract
- right to terminate pregnancy
- right to the name
- right to the office
- right to the patent
- right to the voice
- right to think freely
- right to transfer property
- right to travel
- right to treasure trove
- right to trial by jury
- right to use
- right to use firearms
- right to use force
- right to use water
- right to veto
- right to will property
- right to work
- right of defence
- right of defense
- right to collect revenues
- right to collect taxes
- right to exist
- right to existence
- right to issue decrees
- right to issue edicts
- right to labor
- right to labour
- right to self-defence
- right to self-defense
- right to set penalties
- right to set punishment -
74 ♦ free
♦ free /fri:/A a.1 libero: free choice, libera scelta; free press, stampa libera; free enterprise, libera iniziativa; libera impresa; free spirit, spirito libero; free translation, traduzione libera; This is a free country, questo è un paese libero; Are you free this afternoon?, sei libero oggi pomeriggio?; DIALOGO → - Free time- What do you do in your free time?, cosa fai nel tempo libero?; Is this seat free?, è libero questo posto?; free to choose, libero di scegliere; to go free, andarsene libero; to set sb. free, mettere q. in libertà; liberare q.; to feel free to do st., sentirsi libero di fare qc.; sentirsi autorizzato a fare q.; Feel free to ask, chiedi pure liberamente; DIALOGO → - In a meeting- If anyone has a question then please feel free to interrupt, se qualcuno ha una domanda interrompetemi pure; DIALOGO → - Television- Feel free, fa' pure; accomodati4 gratuito; gratis; libero; omaggio: free admission, ingresso gratuito (o libero); DIALOGO → - At the museum- It's free admission on Tuesdays, il martedì l'ingresso è gratuito; free health care, cure sanitarie gratuite; DIALOGO → - Enrolment- The course is free, il corso è gratuito; free copy, copia omaggio; DIALOGO → - At the station 2- The boy goes free but the girl pays half price, il bambino entra gratis mentre la bambina paga la metà6 (dog., trasp.) franco; franco spese: free port, porto franco; free of charges, franco di ogni spesa; franco a domicilio; free of freight, franco di nolo; free delivery, consegna franco spese (o gratuita)7 – free from (o of) privo di; libero da; senza; esente: free from pain, senza dolori; free from worries, senza preoccupazioni; free from (o of) difficulty, privo di difficoltà; free from doubt, privo di dubbi; free of debt, privo di debiti; free from mortgage, libero da ipoteca; free of tax, esente dal pagamento delle imposte; esentasse8 ( nei composti) senza; privo di; esente da: fat-free, senza (o privo di) grassi; rent-free, senza canone d'affitto9 (di gesto, movimento) ampio; disinvolto; sciolto; spigliato: free step, passo disinvolto (o sciolto)10 dai modi franchi, liberi; (spreg.) troppo confidenziale: She's too free with everyone, si prende troppa confidenza con tutti; free manners, maniere troppo confidenziali; eccessiva familiarità11 – free with, generoso di; largo di; prodigo di; munifico di: free with one's advice, prodigo di consigli; free with praise, largo di lodi14 (mecc.) libero; in folle15 (chim., fis.) libero; allo stato libero: free carbon [electron], carbonio [elettrone] libero; free oxygen, ossigeno allo stato liberoB avv.3 (idiom.): to pull (o to push, etc.) free, estrarre (districare, o liberare, ecc.): I pulled the wounded man free from the wrecked car, estrassi il ferito dai rottami dell'auto; He shook himself free, si è liberato con uno scrollone; The bolt has worked itself free, il bullone si è allentato● free agent, persona indipendente; persona libera di agire; individuo padrone di sé □ (trasp.) free allowance, franchigia ( di peso) per il bagaglio □ (trasp., naut.) free alongside ship (abbr. F.A.S.), FAS partenza; franco lungo bordo □ free and easy, rilassato; accomodante; (spreg.) molto disinvolto □ (psic.) free association, libera associazione ( d'idee, ecc.) □ (trasp.) free baggage, bagaglio in franchigia □ (telef.) free call out, chiamata gratuita □ (comm.) free carrier, franco vettore □ the Free Churches, le Chiese non conformiste (d' Inghilterra) □ ( alpinismo) free climb, arrampicata libera ( singola); libera □ ( alpinismo) free climbing, arrampicata libera ( lo sport); libera □ (market., econ.) free competition, libera concorrenza □ (leg.) free consent, libero consenso □ free diving, immersione senza scafandro □ free economy, economia di mercato □ free fall, caduta libera: free-fall drop, lancio a caduta libera ( dall'aereo) □ free fight, mischia generale; ( anche) zuffa, rissa; (fig.) competizione aperta a tutti □ free-floating, ► free-floating □ ( di prodotto) free from vice, senza difetti; esente da imperfezioni □ free-form, ► free-form □ (market.) free gift, omaggio □ (pubbl.) free-gift advertising, pubblicità con l'invio di campioni gratuiti □ free gold, oro allo stato puro; (fin., USA) oro che eccede il fabbisogno della riserva legale □ (econ.) free good, bene non economico ( come l'aria) □ free hand, mano libera: to give sb. a free hand, dare mano libera a q.; to have (o to get) a free hand in st., avere (o ottenere) mano libera in qc. □ free-handed, generoso; munifico □ free-handedness, generosità; munificenza □ free-hearted, franco, spontaneo, sincero; generoso, munifico, prodigo □ ( polo) free hit, tiro libero (o di punizione) □ (GB) free house, pub non legato a una determinata fabbrica di birra □ (trasp., naut.) free in and out, franco di spese di caricazione e discarica □ (trasp., ferr.) free into wagon, franco vagone partenza □ (fin.) free issue, emissione di azioni gratuite □ ( sport) free kick, ( calcio) (calcio di) punizione; ( rugby) tiro libero □ (GB) free labour, operai non iscritti a sindacati □ (leg.) free legal aid, patrocinio gratuito; difesa d'ufficio □ free library, biblioteca con prestito gratuito □ free list, (comm. est.) lista di merci d'importazione libera; (teatr.) elenco delle entrate di favore □ free living, che fa vita libera, da gaudente; (biol.) che vive libero, non in simbiosi □ free love, libero amore □ (trasp.) free luggage, bagaglio in franchigia □ (econ.) free market, libero mercato; libero scambio, liberismo □ (econ.) free-market capitalism, capitalismo liberista □ free-market economy, economia di libero mercato □ (ass., naut.) free of ( all) average, franco d'avaria □ (trasp.) free of carriage, franco di porto □ free of charge, gratuitamente; gratis; (fisc.) esente da imposta (o da tassa); (leg.) a titolo gratuito □ (leg.) free of mortgage, libero da ipoteche □ (market.) free offer, offerta gratuita □ (trasp., naut.) free on board (abbr. F.O.B.), franco a bordo; FOB partenza □ (trasp., ferr.) free on rail (abbr. F.O.R.), franco stazione (di partenza); franco vagone □ (trasp., naut.) free on wharf, franco banchina □ (trasp., naut.) free overside, franco sotto paranco; FOB destino □ free paper, giornale locale distribuito gratuitamente □ (leg.) free pardon, condono □ free pass, lasciapassare; (ferr.) biglietto di libera circolazione □ ( a scuola) free period, ora libera; ‘buco’ (fam.) □ (chim.) free radicals, radicali liberi □ free-range chicken, pollo ruspante □ free-range eggs, uova di fattoria (o di campagna); uova di gallina allevate in libertà □ free ride, viaggio senza pagare; (fig.) uso indebitamente gratuito o agevolato □ (econ.) free rider, opportunista; (fam.) portoghese; ‘free rider’ ( chi trae beneficio da un bene pubblico senza pagarne il costo): the free-rider problem, il problema del free rider □ free-running, libero; regolare; di regime: (ferr.) free-running speed, velocità di regime □ ( Internet) free search, ricerca a testo libero □ free shop, negozio in franchigia doganale □ ( sport) free skating, pattinaggio libero □ (comput.) free space, spazio libero □ free speech, libertà di parola □ free spender, spendaccione □ free-spoken, franco; esplicito; sincero □ (stor. USA) free State, Stato antischiavista □ (econ.) free supply, offerta libera □ ( basket) free throw, tiro libero □ (TV, di canale e trasmissioni satellitari) free-to-air, gratuito; in chiaro □ (econ.) free trade, libero scambio; liberismo, liberoscambismo: free trade area, area di libero scambio; (dog.) free trade zone, punto franco □ (leg.) free union, unione libera □ ( poesia) free verse, versi sciolti □ (leg.) free waters, acque internazionali □ (mecc.) free wheel, ruota libera ( di bicicletta) □ (relig., filos.) free will, libero arbitrio □ of my own free will, di mia spontanea volontà □ free-will, volontario; spontaneo □ (antiq.) the free world, il mondo libero; i paesi occidentali □ (dog.) free zone, punto franco □ to be free of st., sbarazzarsi di qc.; essersi sbarazzato di qc. □ to be free with one's money, spendere con larghezza; essere uno spendaccione □ (fam.) for free, gratis □ to get free, liberarsi; sciogliersi ( da corde o vincoli) □ to give sb. free rein, dare completa libertà d'azione a q.; dare carta bianca a q. □ to have one's hands free, avere le mani libere ( anche fig.); essere libero da lavori o impegni □ to make free with sb., prendersi delle libertà con q. □ to make free with st., servirsi liberamente di qc.; approfittare di qc. □ (naut.) to sail free, navigare a vento largo (o con il vento favorevole) □ (fig., scherz.) There's no such thing as a free lunch, nessuno fa qualcosa per niente; niente è gratis nella vita.♦ (to) free /fri:/v. t.1 liberare; mettere in libertà: All the prisoners were freed, tutti i prigionieri sono stati liberati; to free from captivity, liberare dalla prigionia; to free from jail, scarcerare; He freed himself from the wreckage of his car, si è liberato dai rottami dell'auto4 (econ., fin.) liberalizzare; togliere le restrizioni a: to free capital movements, liberalizzare i movimenti di capitali5 (autom., mecc.) sbloccare. -
75 Economy
Portugal's economy, under the influence of the European Economic Community (EEC), and later with the assistance of the European Union (EU), grew rapidly in 1985-86; through 1992, the average annual growth was 4-5 percent. While such growth rates did not last into the late 1990s, portions of Portugal's society achieved unprecedented prosperity, although poverty remained entrenched. It is important, however, to place this current growth, which includes some not altogether desirable developments, in historical perspective. On at least three occasions in this century, Portugal's economy has experienced severe dislocation and instability: during the turbulent First Republic (1911-25); during the Estado Novo, when the world Depression came into play (1930-39); and during the aftermath of the Revolution of 25 April, 1974. At other periods, and even during the Estado Novo, there were eras of relatively steady growth and development, despite the fact that Portugal's weak economy lagged behind industrialized Western Europe's economies, perhaps more than Prime Minister Antônio de Oliveira Salazar wished to admit to the public or to foreigners.For a number of reasons, Portugal's backward economy underwent considerable growth and development following the beginning of the colonial wars in Africa in early 1961. Recent research findings suggest that, contrary to the "stagnation thesis" that states that the Estado Novo economy during the last 14 years of its existence experienced little or no growth, there were important changes, policy shifts, structural evolution, and impressive growth rates. In fact, the average annual gross domestic product (GDP) growth rate (1961-74) was about 7 percent. The war in Africa was one significant factor in the post-1961 economic changes. The new costs of finance and spending on the military and police actions in the African and Asian empires in 1961 and thereafter forced changes in economic policy.Starting in 1963-64, the relatively closed economy was opened up to foreign investment, and Lisbon began to use deficit financing and more borrowing at home and abroad. Increased foreign investment, residence, and technical and military assistance also had effects on economic growth and development. Salazar's government moved toward greater trade and integration with various international bodies by signing agreements with the European Free Trade Association and several international finance groups. New multinational corporations began to operate in the country, along with foreign-based banks. Meanwhile, foreign tourism increased massively from the early 1960s on, and the tourism industry experienced unprecedented expansion. By 1973-74, Portugal received more than 8 million tourists annually for the first time.Under Prime Minister Marcello Caetano, other important economic changes occurred. High annual economic growth rates continued until the world energy crisis inflation and a recession hit Portugal in 1973. Caetano's system, through new development plans, modernized aspects of the agricultural, industrial, and service sectors and linked reform in education with plans for social change. It also introduced cadres of forward-looking technocrats at various levels. The general motto of Caetano's version of the Estado Novo was "Evolution with Continuity," but he was unable to solve the key problems, which were more political and social than economic. As the boom period went "bust" in 1973-74, and growth slowed greatly, it became clear that Caetano and his governing circle had no way out of the African wars and could find no easy compromise solution to the need to democratize Portugal's restive society. The economic background of the Revolution of 25 April 1974 was a severe energy shortage caused by the world energy crisis and Arab oil boycott, as well as high general inflation, increasing debts from the African wars, and a weakening currency. While the regime prescribed greater Portuguese investment in Africa, in fact Portuguese businesses were increasingly investing outside of the escudo area in Western Europe and the United States.During the two years of political and social turmoil following the Revolution of 25 April 1974, the economy weakened. Production, income, reserves, and annual growth fell drastically during 1974-76. Amidst labor-management conflict, there was a burst of strikes, and income and productivity plummeted. Ironically, one factor that cushioned the economic impact of the revolution was the significant gold reserve supply that the Estado Novo had accumulated, principally during Salazar's years. Another factor was emigration from Portugal and the former colonies in Africa, which to a degree reduced pressures for employment. The sudden infusion of more than 600,000 refugees from Africa did increase the unemployment rate, which in 1975 was 10-15 percent. But, by 1990, the unemployment rate was down to about 5-6 percent.After 1985, Portugal's economy experienced high growth rates again, which averaged 4-5 percent through 1992. Substantial economic assistance from the EEC and individual countries such as the United States, as well as the political stability and administrative continuity that derived from majority Social Democratic Party (PSD) governments starting in mid-1987, supported new growth and development in the EEC's second poorest country. With rapid infrastruc-tural change and some unregulated development, Portugal's leaders harbored a justifiable concern that a fragile environment and ecology were under new, unacceptable pressures. Among other improvements in the standard of living since 1974 was an increase in per capita income. By 1991, the average minimum monthly wage was about 40,000 escudos, and per capita income was about $5,000 per annum. By the end of the 20th century, despite continuing poverty at several levels in Portugal, Portugal's economy had made significant progress. In the space of 15 years, Portugal had halved the large gap in living standards between itself and the remainder of the EU. For example, when Portugal joined the EU in 1986, its GDP, in terms of purchasing power-parity, was only 53 percent of the EU average. By 2000, Portugal's GDP had reached 75 percent of the EU average, a considerable achievement. Whether Portugal could narrow this gap even further in a reasonable amount of time remained a sensitive question in Lisbon. Besides structural poverty and the fact that, in 2006, the EU largesse in structural funds (loans and grants) virtually ceased, a major challenge for Portugal's economy will be to reduce the size of the public sector (about 50 percent of GDP is in the central government) to increase productivity, attract outside investment, and diversify the economy. For Portugal's economic planners, the 21st century promises to be challenging. -
76 Cayley, Sir George
SUBJECT AREA: Aerospace[br]b. 27 December 1773 Scarborough, Englandd. 15 December 1857 Brompton Hall, Yorkshire, England[br]English pioneer who laid down the basic principles of the aeroplane in 1799 and built a manned glider in 1853.[br]Cayley was born into a well-to-do Yorkshire family living at Brompton Hall. He was encouraged to study mathematics, navigation and mechanics, particularly by his mother. In 1792 he succeeded to the baronetcy and took over the daunting task of revitalizing the run-down family estate.The first aeronautical device made by Cayley was a copy of the toy helicopter invented by the Frenchmen Launoy and Bienvenu in 1784. Cayley's version, made in 1796, convinced him that a machine could "rise in the air by mechanical means", as he later wrote. He studied the aerodynamics of flight and broke away from the unsuccessful ornithopters of his predecessors. In 1799 he scratched two sketches on a silver disc: one side of the disc showed the aerodynamic force on a wing resolved into lift and drag, and on the other side he illustrated his idea for a fixed-wing aeroplane; this disc is preserved in the Science Museum in London. In 1804 he tested a small wing on the end of a whirling arm to measure its lifting power. This led to the world's first model glider, which consisted of a simple kite (the wing) mounted on a pole with an adjustable cruciform tail. A full-size glider followed in 1809 and this flew successfully unmanned. By 1809 Cayley had also investigated the lifting properties of cambered wings and produced a low-drag aerofoil section. His aim was to produce a powered aeroplane, but no suitable engines were available. Steam-engines were too heavy, but he experimented with a gunpowder motor and invented the hot-air engine in 1807. He published details of some of his aeronautical researches in 1809–10 and in 1816 he wrote a paper on airships. Then for a period of some twenty-five years he was so busy with other activities that he largely neglected his aeronautical researches. It was not until 1843, at the age of 70, that he really had time to pursue his quest for flight. The Mechanics' Magazine of 8 April 1843 published drawings of "Sir George Cayley's Aerial Carriage", which consisted of a helicopter design with four circular lifting rotors—which could be adjusted to become wings—and two pusher propellers. In 1849 he built a full-size triplane glider which lifted a boy off the ground for a brief hop. Then in 1852 he proposed a monoplane glider which could be launched from a balloon. Late in 1853 Cayley built his "new flyer", another monoplane glider, which carried his coachman as a reluctant passenger across a dale at Brompton, Cayley became involved in public affairs and was MP for Scarborough in 1832. He also took a leading part in local scientific activities and was co-founder of the British Association for the Advancement of Science in 1831 and of the Regent Street Polytechnic Institution in 1838.[br]BibliographyCayley wrote a number of articles and papers, the most significant being "On aerial navigation", Nicholson's Journal of Natural Philosophy (November 1809—March 1810) (published in three numbers); and two further papers with the same title in Philosophical Magazine (1816 and 1817) (both describe semi-rigid airships).Further ReadingL.Pritchard, 1961, Sir George Cayley, London (the standard work on the life of Cayley).C.H.Gibbs-Smith, 1962, Sir George Cayley's Aeronautics 1796–1855, London (covers his aeronautical achievements in more detail).—1974, "Sir George Cayley, father of aerial navigation (1773–1857)", Aeronautical Journal (Royal Aeronautical Society) (April) (an updating paper).JDS -
77 Renard, Charles
SUBJECT AREA: Aerospace[br]b. 23 November 1847 Damblain, Vosges, Franced. 13 April 1905 Chalais-Meudon, France[br]French pioneer of military aeronautics who, with A.C.Krebs, built an airship powered by an electric motor.[br]Charles Renard was a French army officer with an interest in aviation. In 1873 he constructed an unusual unmanned glider with ten wings and an automatic stabilizing device to control rolling. This operated by means of a pendulum device linked to moving control surfaces. The model was launched from a tower near Arras, but unfortunately it spiralled into the ground. The control surfaces could not cope with the basic instability of the design, but as an idea for automatic flight control it was ahead of its time.Following a Commission report on the military use of balloons, carrier pigeons and an optical telegraph, an aeronautical establishment was set up in 1877 at Chalais-Meudon, near Paris, under the direction of Charles Renard, who was assisted by his brother Paul. The following year Renard and a colleague, Arthur Krebs, began to plan an airship. They received financial help from Léon Gambetta, a prominent politician who had escaped from Paris by balloon in 1870 during the siege by the Prussians. Renard and Krebs studied earlier airship designs: they used the outside shape of Paul Haenlein's gas-engined airship of 1872 and included Meusnier's internal air-filled ballonnets. The gas-engine had not been a success so they decided on an electric motor. Renard developed lightweight pile batteries while Krebs designed a motor, although this was later replaced by a more powerful Gramme motor of 6.5 kW (9 hp). La France was constructed at Chalais-Meudon and, after a two-month wait for calm conditions, the airship finally ascended on 9 August 1884. The motor was switched on and the flight began. Renard and Krebs found their airship handled well and after twenty-three minutes they landed back at their base. La, France made several successful flights, but its speed of only 24 km/h (15 mph) meant that flights could be made only in calm weather. Parts of La, France, including the electric motor, are preserved in the Musée de l'Air in Paris.Renard remained in charge of the establishment at Chalais-Meudon until his death. Among other things, he developed the "Train Renard", a train of articulated road vehicles for military and civil use, of which a number were built between 1903 and 1911. Towards the end of his life Renard became interested in helicopters, and in 1904 he built a large twin-rotor model which, however, failed to take off.[br]Bibliography1886, Le Ballon dirigeable La France, Paris (a description of the airship).Further ReadingDescriptions of Renard and Kreb's airship are given in most books on the history of lighter-than-air flight, e.g.L.T.C.Rolt, 1966, The Aeronauts, London; pub. in paperback 1985.C.Bailleux, c. 1988, Association pour l'Histoire de l'Electricité en France, (a detailed account of the conception and operations of La France).1977, Centenaire de la recherche aéronautique à Chalais-Meudon, Paris (an official memoir on the work of Chalais-Meudon with a chapter on Renard).JDS -
78 ♦ right
♦ right (1) /raɪt/a.1 giusto; esatto: The right answer is yes, la risposta giusta (o esatta) è sì; What is the right time?, qual è l'ora esatta?; That's right!, giusto! (o esatto!); Let me get this right: you want to leave school and find a job?, fammi capire bene: vuoi lasciare la scuola e trovarti un lavoro?; Is this the right train for Chester?, è il treno giusto per Chester, questo?; Is this the right way for Oxford Circus?, è giusto di qua per Oxford Circus? NOTA D'USO: - ragione-2 giusto; corretto ( moralmente): It is not right of you to blame her, non è giusto che tu dia la colpa a lei; You did the right thing by telling her the truth, hai fatto bene a dirle la verità; It's ( only) right to let him know, è (più che) giusto farglielo sapere; It is ( only) right that they should pay for it, è (più che) giusto che paghino per questo3 ( di persona) che ha ragione; che fa bene: You were right in refusing his offer, hai fatto bene a rifiutare la sua offerta; You were right about him, avevi ragione sul suo conto; Time will prove me right, il tempo mi darà ragione4 a posto; normale: I don't feel right, non mi sento bene; She doesn't look quite right, non sembra che stia molto bene; Something's not right here, c'è qualcosa che non va qui; She had a Caesarean because the baby wasn't in the right position, ha avuto un cesareo perché il bambino non era nella posizione giusta; to put sb. right, rimettere in sesto: Five days' rest will put you right, cinque giorni di riposo ti rimetteranno in salute; Put the clock right!, metti l'orologio all'ora giusta!5 destro; di destra: Show me your right hand, mostrami la mano destra; a right glove, un guanto destro; the right side of the house, il lato destro della casa; ( boxe) a right hook, un gancio destro; «No right turn» ( cartello), «divieto di svolta a destra»6 giusto; adatto: This is the right time to tell him, questo è il momento giusto per dirglielo; at the right moment, al momento giusto (o opportuno); He is the right man in the right place, è l'uomo giusto al posto giusto; She's not right for you, lei non fa per te; He knows the right people, conosce le persone giuste (o la gente che conta)7 (fam., ingl.) vero; vero e proprio: He's a right idiot, è un vero idiota; a right fool, un perfetto stupido; DIALOGO → - Building work- The house is in a right mess, la casa è nel caos totale● (mecc.) right-and-left screw, vite con filettatura doppia □ ( sport) a right-and-left shot, una doppietta ( due fucilate dalle due canne) □ (geom.) right angle, angolo retto □ a right-angled bend, una curva ad angolo retto □ (geom.) a right-angled triangle, un triangolo rettangolo □ (fig.) to give one's right arm, dare qualsiasi cosa: I'd give my right arm to marry her, darei qualsiasi cosa pur di sposarla □ (fam.) (as) right as rain, che sta benissimo; in perfetta salute □ ( calcio, ecc.) right back, terzino destro □ ( rugby) right centre, trequarti centrodestra ( giocatore) □ (comput.) right click, clic destro ( del mouse) □ ( baseball) right fielder, esterno destro □ right foot, piede destro; ( sport) destro □ ( calcio, ecc.) right-foot, di destro: a right-foot cross, un cross di destro □ right-footed, di destro; ( di un giocatore) che usa (solo) il piede destro □ ( sport) right footer, chi calcia di destro; ( calcio, ecc.) destro (il tiro) □ ( calcio, ecc.) right half (o halfback), mediano (o laterale) destro □ at (o on, to) one's right hand, alla propria destra, a destra □ to be at sb. 's right hand, essere alla destra di q.; (fig.) essere il braccio destro di q. □ right-hand, destro, (che sta) a destra, di destra: the right-hand side of the canal, il lato destro del canale; a right-hand bend, una curva a destra; (autom.) right-hand drive (o steering) guida a destra; (fig.) the right-hand man, il braccio destro (di q.); right-hand screw, vite destrorsa; vite con la filettatura destra; ( calcio, ecc.) the right-hand post, il palo di destra ( della porta) □ right-handed, destrimano, che usa la mano destra; ( di un colpo, lancio, ecc.) di destro; (tecn.) destrorso, in senso orario; ( slang USA) eterosessuale: a right-handed blow, un colpo con la destra; ( boxe) un destro □ (mat.) right-handed system, sistema di riferimento destrorso □ right-handed rotation, rotazione in senso orario □ right-handedness, l'essere destrimano, uso della mano destra □ right-hander, destrimano, persona che si serve della mano destra; ( boxe) pugile che porta i colpi col destro; ( anche) destro ( pugno) □ the right heir, l'erede legittimo □ (fam.) not right in the (o in one's) head, non sano di mente; che non ha la testa a posto (fam.) □ (fin.) rights issue, emissione (di azioni) riservata agli azionisti □ (geom.) right-lined, rettilineo □ ( calcio, ecc.) right midfield, settore destro del centrocampo □ ( calcio) right midfielder, centrocampista di destra □ right-minded, equanime; onesto; giusto; ragionevole; retto □ right-mindedness, equanimità; onestà □ (polit.) right-of-centre, di centrodestra □ (fin.) rights offering = rights issue ► sopra □ (fam.) right on, sinistroide; ( USA) giusto, esatto: a right-on journalist, un giornalista sinistroide; She's very right on, si atteggia a intellettuale di sinistra □ (comput.) right shift, scorrimento a destra □ the right side, il verso giusto; il diritto ( di una stoffa, ecc.) □ right side out, al diritto: Your jumper isn't right side out, il tuo golf non è al diritto □ right side up, dritto; non capovolto; a testa in su: In the canal beside the road, right side up, rested a car, nel canale accanto alla strada c'era, dritta, un'auto □ right-thinking, assennato; giudizioso □ ( USA) right triangle = right-angled triangle ► sopra □ right wing, ala destra ( di un esercito, di un partito, ecc.); ( sport: calcio, hockey, ecc.) ala destra, fascia destra ( la posizione); ala destra ( il giocatore); ( rugby) trequarti ala destra □ (polit.) right-wing, di destra; destrorso (spreg.): right-wing extremist, estremista di destra □ right-winger, (polit.) uomo di destra; destrorso (spreg.); ( sport) ala destra ( il giocatore) □ all right, d'accordo; bene ( anche di salute): Is he feeling all right now?, sta bene ora? □ All right!, benissimo! □ not to be in one's right mind (o right senses), non essere sano di mente; non avere la testa a posto □ (fig.) to get on the right side of sb., ingraziarsi q. □ to keep on the right side of the law, rispettare la legge □ (fam.) Mr Right, l'uomo giusto ( per una donna); (il mio, tuo, ecc.) «lui» □ (fam.) Miss Right, la donna giusta ( per un uomo); (la mia, tua, ecc.) «lei» □ to be on the right side of fifty, essere al di sotto della cinquantina; avere meno di 50 anni □ to set right = to put right ► sopra □ to set (o to put) oneself right with sb., giustificarsi, spiegarsi con q. □ to stay on the right side of sb., tenersi buono q. □ Right you are!, (fam.) Right oh! ► righto □ «Thank you!» «That's all right!», «grazie!» «figurati! (o non c'è di che!)» □ All's right with the world, tutto va nel migliore dei modi.♦ right (2) /raɪt/n.1 [u] (il) giusto; (il) bene: to know right from wrong, distinguere il bene dal male; right and wrong, il bene e il male; ciò che è giusto e ciò che è sbagliato; to be in the right, essere nel giusto; aver ragione2 (leg.) diritto; rights and duties, diritti e doveri; He has no right to bully you like that, non ha il diritto di fare il prepotente con te in questo modo; by right (o as of right) di diritto; I am claiming back what was mine by right, chiedo che mi sia restituito quello che era mio di diritto; by right of, per diritto di; What gives you the right to judge me?, che cosa ti dà il diritto di giudicarmi?; legal rights, diritti riconosciuti dalla legge; constitutional rights, diritti costituzionali; equal rights, pari diritti; inalienable rights, diritti inalienabili; the right to work, il diritto al lavoro; right of access, diritto di passaggio; right of association, diritto di associazione; to have a right [every right] to do st., avere il diritto [tutto il diritto] di fare qc.; Rights Management Services ► RMS®; to assert (o to stand on) one's rights, difendere i propri diritti; to exercise one's rights, esercitare i propri diritti; to renounce (o to waive) a right, rinunciare a un diritto3 [u] lato destro; (la) destra; (la) mano destra: to keep to the right, tenere la destra; to turn to the right, svoltare a destra; I parked my car on the right of the street, ho parcheggiato sul lato destro della strada; The woman on his right is his wife, la donna alla sua destra è sua moglie4 svolta a destra: to take [o make] a right, svoltare a destra7 (mil.) ala destra; fianco destro8 – (polit.) destra: The voters have moved to the right, l'elettorato si è spostato a destra; the Right, la destra; a member of the Right, un esponente della destra; ( USA) the New Right, la nuova destra; the extreme (o far) right, l'estrema destra● ( boxe) a right-and-left, un destro doppiato da un sinistro □ (fam.) the right to hire and fire, il diritto di assumere e di licenziare □ (leg.) right in action, diritto immateriale □ (leg.) right in personam, diritto di credito □ (leg.) right in rem, diritto materiale □ (leg.) right of action, diritto di agire in giudizio □ (leg.) right of common, diritto di far uso di un terreno della comunità □ (leg.) right of pre-emption, diritto di prelazione □ (leg.) right of redemption, diritto di riscatto □ (leg.) right of search, diritto di perquisizione ( di una nave in alto mare) □ right of way, (autom.) (diritto di) precedenza; (leg.) diritto (o servitù) di passaggio □ right-to-life, (polit., di un movimento, ecc.) per il diritto alla vita; antiabortista □ right-to-lifer, (polit.) antiabortista; sostenitore del diritto alla vita □ by rights, secondo giustizia; per essere giusti: By rights, he should have won the race, sarebbe stato giusto che vincesse lui la corsa □ to do right by sb., render giustizia a q. □ in one's own right, di diritto; per diritto di nascita; (fig.) per i propri meriti □ to be within one's rights ( to do st.) –: You are within your rights to ask for a refund, è legittimo da parte tua chiedere un rimborso □ to set (o to put) st. to rights, sistemare qc.; mettere a posto qc.: He'll put the country to rights, rimetterà a posto il Paese □ to set (o to put) sb. to rights, rimettere in sesto q. □ to take the first [second, ecc.] right, prendere la prima [la seconda, ecc.] a destra □ women's rights, i diritti delle donne.♦ right (3) /raɪt/avv.1 esattamente; proprio: Put it right in the middle, mettilo esattamente nel centro (o proprio nel mezzo); right here, proprio qui; You're right on time, sei puntualissimo2 bene; correttamente: Everything seems to go right with him, sembra che tutto gli vada bene; If I remember right, se ben ricordo; You did right to tell me, hai fatto bene a dirmelo; to guess right, indovinare; He guessed right the first time, ha indovinato subito3 a destra ( anche polit.); a dritta (lett. o naut.): to turn [to look] right, girare [guardare] a destra4 immediatamente; subito: DIALOGO → - Ordering food 1- I'll be right back, torno subito; I'm going right home, vado dritto a casa; right after [before], subito dopo [prima]; I'll be right with you, sono subito da Lei5 completamente; del tutto: He turned right around, si è girato completamente; It put me right off my food, mi ha fatto passare del tutto l'appetito; right through [up, down, ecc.] – The bullet went right through his arm, la pallottola gli ha attraversato il braccio da una parte all'altra; The cafeteria is right down the stairs, il bar è proprio in fondo alle scale● right along = right on ► sotto □ right and left, a destra e a sinistra; a destra e a manca; da tutte le parti □ right away, immediatamente □ (fam.) right-down clever, bravissimo □ (fam.) a right-down rascal, un furfante matricolato □ right enough, certo; effettivamente □ Right Honourable ► honourable □ right, left and centre = right and left ► sopra □ right now, proprio adesso; immediatamente: What are you doing right now?, cosa stai facendo in questo preciso momento?; Come here right now!, vieni qui subito! □ (fam.) right off (o right off the bat), subito; immediatamente; per primo □ right on, senza interruzione; continuamente □ right or wrong, a ragione o a torto □ ( di vescovo) Right Reverend, reverendissimo □ it serves you [him, her, ecc.] right, ti [gli, le, ecc.] sta bene □ (mil.) Right turn!, fianco destr!; fronte a destr! □ Let me tell you right here that…, lascia che ti dica subito che…; ti dico subito che… □ ( USA) Come right in, avanti!; entra pure! □ ( di soldati in parata) Eyes right!, attenti a destr!♦ right (4) /raɪt/inter.1 (all'inizio di una frase) bene; allora: Right! let's start again!, bene, ricominciamo2 (= all right) (va) bene; d'accordo; (iron.) come no?: «Come tomorrow» «Right! What time?» «Vieni domani» «Bene! a che ora?»; «I told you the truth» «Yeah, right! You really expect me to believe that?», «ti ho detto la verità» «sì, come no? ti aspetti davvero che io ci creda?»3 giusto; vero: I think we all agree about it, right?, penso che siamo tutti d'accordo, giusto? quite right!, proprio così!; esatto!● (fam.) too right!, giustissimo! □ (fam.) right on!, bravo!; sono d'accordissimo!(to) right /raɪt/v. t.raddrizzare ( anche fig.): We righted the boat and started rowing, abbiamo raddrizzato la barca e abbiamo cominciato a remare; to right a wrong, raddrizzare un torto; to right an injustice, riparare un'ingiustizia● to right itself, raddrizzarsi, aggiustarsi: Let's hope things will right themselves in the end, speriamo che tutto s'aggiusti (da sé) alla fine! -
79 Bacon, Francis Thomas
SUBJECT AREA: Aerospace[br]b. 21 December 1904 Billericay, Englandd. 24 May 1992 Little Shelford, Cambridge, England[br]English mechanical engineer, a pioneer in the modern phase of fuel-cell development.[br]After receiving his education at Eton and Trinity College, Cambridge, Bacon served with C.A. Parsons at Newcastle upon Tyne from 1925 to 1940. From 1946 to 1956 he carried out research on Hydrox fuel cells at Cambridge University and was a consultant on fuel-cell design to a number of organizations throughout the rest of his life.Sir William Grove was the first to observe that when oxygen and hydrogen were supplied to platinum electrodes immersed in sulphuric acid a current was produced in an external circuit, but he did not envisage this as a practical source of electrical energy. In the 1930s Bacon started work to develop a hydrogen-oxygen fuel cell that operated at moderate temperatures and pressures using an alkaline electrolyte. In 1940 he was appointed to a post at King's College, London, and there, with the support of the Admiralty, he started full-time experimental work on fuel cells. His brief was to produce a power source for the propulsion of submarines. The following year he was posted as a temporary experimental officer to the Anti-Submarine Experimental Establishment at Fairlie, Ayrshire, and he remained there until the end of the Second World War.In 1946 he joined the Department of Chemical Engineering at Cambridge, receiving a small amount of money from the Electrical Research Association. Backing came six years later from the National Research and Development Corporation (NRDC), the development of the fuel cell being transferred to Marshalls of Cambridge, where Bacon was appointed Consultant.By 1959, after almost twenty years of individual effort, he was able to demonstrate a 6 kW (8 hp) power unit capable of driving a small truck. Bacon appreciated that when substantial power was required over long periods the hydrogen-oxygen fuel cell associated with high-pressure gas storage would be more compact than conventional secondary batteries.The development of the fuel-cell system pioneered by Bacon was stimulated by a particular need for a compact, lightweight source of power in the United States space programme. Electro-chemical generators using hydrogen-oxygen cells were chosen to provide the main supplies on the Apollo spacecraft for landing on the surface of the moon in 1969. An added advantage of the cells was that they simultaneously provided water. NRDC was largely responsible for the forma-tion of Energy Conversion Ltd, a company that was set up to exploit Bacon's patents and to manufacture fuel cells, and which was supported by British Ropes Ltd, British Petroleum and Guest, Keen \& Nettlefold Ltd at Basingstoke. Bacon was their full-time consultant. In 1971 Energy Conversion's operation was moved to the UK Atomic Energy Research Establishment at Harwell, as Fuel Cells Ltd. Bacon remained with them until he retired in 1973.[br]Principal Honours and DistinctionsOBE 1967. FRS 1972. Royal Society S.G. Brown Medal 1965. Royal Aeronautical Society British Silver Medal 1969.Bibliography27 February 1952, British patent no. 667,298 (hydrogen-oxygen fuel cell). 1963, contribution in W.Mitchell (ed.), Fuel Cells, New York, pp. 130–92.1965, contribution in B.S.Baker (ed.), Hydrocarbon Fuel Cell Technology, New York, pp. 1–7.Further ReadingObituary, 1992, Daily Telegraph (8 June).A.McDougal, 1976, Fuel Cells, London (makes an acknowledgement of Bacon's contribution to the design and application of fuel cells).D.P.Gregory, 1972, Fuel Cells, London (a concise introduction to fuel-cell technology).GW -
80 חבר
חָבֵרm. (b. h.; preced. wds.) (with suff. חֲבֵיר־) 1) associate, friend, partner (in sacrifices); colleague, fellow-student; fellow-being; of the same kind (also of things). Ab. II, 9 ח׳ טוב a true friend; ח׳ רע a false friend. Ib. 10 כבוד חֲבֵרְךָ thy neighbors honor. Sabb.63a top בח׳ טוב with a good friend (an obscene disguise for a fair woman, v. גּוּרְדְּלִי); a. v. fr.ח׳ ותלמיד, (in Babli) תלמיד ח׳ colleague and pupil, a title of distinction for a student, fellow. Y.Shek.III, beg.47b; Y.B. Bath.IX, end, 17b, a. e. ח׳ ות׳ הוהוכ׳ was a fellow under R. Ak.; Bab. ib. 158b. Ber.27b דתלמיד ח׳ הוה who was a fellow (under Rab). 2) Ḥaber, Fellow, a scholars title, less than חַכִּים or זָקֵן. Kidd.33b (in Chald. phras.) אנא ח׳, אתון חכימי ye are ḥakkime (doctors), and I merely a fellow. Snh.8b, a. e. ח׳ אינווכ׳, v. הַתְרָאָה; a. fr.Gen. R. s. 84 (play on חֶ֗בְ֗ר֗וֹן֗) ח̇ב̇ר̇ הנ̇אהוכ׳ that worthy scholar buried 3) Ḥaber, member of a religious or charitable association, esp. member of the order for the observance of levitical laws in daily intercourse. Dem. II, 3. Tosef. ib. II, 2 מקבלין אותו להיות ח׳ is accepted as a member of the order; a. v. fr.Pl. חֲבֵרִים, חֲבֵי׳. Ber.28b ולא יכשלו חֲבֵרַיוכ׳ that my colleagues (in court) may not fail in a decision of the law. Ib. הזהרו בכבוד חֲבֵירֵיכֶם take heed of your fellow-students honor. Bekh.30b בפני שלשה ח׳ in the presence of three members of the order. Pesik. R. s. 11 חֲבֵרֵיחֶם שלהם עוסקיםוכ׳ the members of societies among them are engaged in charitable work. Ib. ואין חביריהם מרגישים and their neighbors (the fruits in the same bag) are not affected; a. v. fr.Fem. הֲבֵירָה, חֲבֵרָה, הֲבֶרֶת, חֲבֶירֶת. Snh.8b אשה חבירה a scholarly woman (acquainted with the law). Ber.48b, a. fr. אין מלכות נוגעת בחֲבֶרְתָּהּוכ׳ one term of office does not touch upon its successor even at a hairs breadth (duration of power is preordained). Deut. R. s. 7 אין טיפה מתערבת בחברתה one rain-drop does not mix itself with the other; a. fr.Pl. חֲבֵרוֹת. Sabb.129a חֲבֵרוֹתֶיהָוכ׳, v. אֲגַף; a. fr.
См. также в других словарях:
Association of Ideas — Association of Ideas, or Mental association, is a term used principally in the history of philosophy and of psychology to refer to explanations about the conditions under which representations arise in consciousness, and also for a principle put… … Wikipedia
Association of Chartered Certified Accountants — Infobox Company company name = The Association of Chartered Certified Accountants (ACCA) company company type = British chartered accountancy body foundation = flagicon|UK [England, UK] (1904) company slogan = ACCA Accountancy s uncommon… … Wikipedia
Association of University Teachers — Infobox Union name= AUT country= United Kingdom affiliation= TUC members= 49,000 (on merger) full name= Association of University Teachers native name= founded= 1909 current= head= dissolved date= 1 June, 2006 dissolved state= Merged into merged… … Wikipedia
Association football in the Republic of Ireland — Association football, more usually known as football or soccer, is the most popular participation sport in the Republic of Ireland.Cite web| url =http://www.fai.ie/index.php?option=com content task=view id=1365 Itemid=9| title =FAI and Umbro… … Wikipedia
Association of the Holy Childhood — Association of the Holy Childhood † Catholic Encyclopedia ► Association of the Holy Childhood A children s association for the benefit of foreign missions. Twenty years after the foundation of the Society for the Propagation of the… … Catholic encyclopedia
Association for Psychological Science — Formation August 12, 1988 [1] Headquarters 1133 15th Street NW, Suite 1000 Washington, D.C., United States … Wikipedia
Association Jeunesse Auxerroise — Association de la Jeunesse auxerroise Pour les articles homonymes, voir AJA. AJ Auxerre … Wikipédia en Français
Association Jeunesse Auxerroise (Réserve) — Association de la Jeunesse auxerroise Pour les articles homonymes, voir AJA. AJ Auxerre … Wikipédia en Français
Association Jeunesse Auxerroise (réserve) — Association de la Jeunesse auxerroise Pour les articles homonymes, voir AJA. AJ Auxerre … Wikipédia en Français
Association Jeunesse auxerroise — Association de la Jeunesse auxerroise Pour les articles homonymes, voir AJA. AJ Auxerre … Wikipédia en Français
Association de la Jeunesse Auxerroise — Pour les articles homonymes, voir AJA. AJ Auxerre … Wikipédia en Français