-
81 meenemen
3 [in één moeite door verrichten] faire en même temps♦voorbeelden:weer meenemen • remporter, remmeneriemand aan de hand meenemen • mener qn. par la main2 ik heb een cadeautje voor je meegenomen • je t'ai apporté un petit cadeau; 〈 bij terugkomst〉 je t'ai rapporté un petit cadeauweer meenemen • rapporter, ramener -
82 imitatie
♦voorbeelden:2 een slechte imitatie • a poor/bad imitation -
83 jacht
I 〈 het〉1 [zeilboot; motorjacht] yachtII 〈de〉3 [jachttijd] (open) season♦voorbeelden:lange jacht • coursingjacht maken op • hunt 〈 wild〉; shoot 〈 klein wild〉; hunt (for) 〈 persoon〉; pursue 〈 eer, rijkdom〉; 〈 van roofdier〉 hunt, prey onop jacht gaan • go (out) hunting; go (out) shooting 〈 klein wild〉; 〈 van roofdier〉 go hunting, prowl4 jacht maken op een man/een vrouw • be after a man/a womanjacht maken op oorlogsmisdadigers • hunt down war criminalsde jacht met de camera • the great picture huntop jacht zijn naar iets • be on the hunt for something -
84 vlot
vlot1〈 het〉1 raft♦voorbeelden:————————vlot2♦voorbeelden:1 een vlotte pen • a facile/ready pendat boek laat zich vlot lezen • the book reads smoothlyeen les vlot opzeggen • reel off a lessonvlot spreken • speak fluentlyeen zaak vlot afwikkelen • settle a matter promptlyhet gaat nog niet erg vlot • it is still somewhat difficulthet ging heel vlot • it went off without a hitchvlot van begrip zijn • be quick-witted/sharphij is wat vlotter geworden • he loosened up a littleII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [drijvend] afloat♦voorbeelden: -
85 boer
♦voorbeelden:wat een boer is die vent! • quel plouc!een boer laten (vliegen) • roterlachen als een boer die kiespijn heeft • rire jaune -
86 afwijken
1 [een andere richting nemen] deviate (from) 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ depart (from) 〈 onderwerp〉, diverge (from) 〈lijn e.d.〉♦voorbeelden:1 doen afwijken • divert, turn (away)van de regel afwijken • deviate from the rule -
87 huishouden
huishouden1〈 het〉1 [huishouding] housekeeping2 [persoon of groep personen] household3 [wanordelijke troep] shambles♦voorbeelden:1 het huishouden doen • run the house, do the housekeeping; 〈 voornamelijk voor iemand anders〉 keep houseze is erg goed in het huishouden • she's a very good housekeeper————————huishouden2♦voorbeelden:1 de voetbalsupporters hebben weer verschrikkelijk huisgehouden in de binnenstad van A. • the football fans went on the rampage again in A.'s city centreII 〈 werkwoord〉 -
88 publiek
publiek1〈 het〉1 [bezoekers] public ⇒ 〈 sport〉 crowd, 〈 film, toneel〉 audience, 〈 boek, krant〉 readership, 〈 klanten〉 clientele, 〈 museum〉 visitors2 [de massa] (general) public♦voorbeelden:een breed publiek proberen te bereiken • try to cater for a broad publicdie twee scholen hebben een verschillend publiek • those two schools have pupils from different backgroundsveel publiek trekken • draw a good crowdop het publiek spelen • play to the galleryiemand uit het publiek • someone in the audience/crowdhet grote publiek • the general publictoegankelijk voor (het) publiek • open to the (general) public————————publiek21 [algemeen bekend] public2 [voor iedereen bestemd] public♦voorbeelden:iets publiek maken • make something public; 〈 onthullen〉 disclose something; 〈 aankondigen〉 announce somethingiemand publiek te schande maken • disgrace someone in publicpubliek worden • become public knowledgein het publiek optreden • appear in publicde vergadering is niet publiek • the meeting is not open to the publiceen publieke vrouw • a woman of the streetsiets publiek verkopen • sell something by public auctionII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [algemeen] public2 [van de overheid] public♦voorbeelden:de publieke zaak • the public interesteen publieke zaak • a public matterpublieke werken • public works -
89 vogel
♦voorbeelden:vogels van diverse pluimage • 〈 figuurlijk〉 a motley crew, a mixed bagzo vrij als een vogel • as free as a bird〈 spreekwoord〉 beter één vogel in de hand dan tien in de lucht • a bird in the hand is worth two in the bush〈 spreekwoord〉 ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is • a bird is known by its note and a man by his talk2 het is een rare/een gladde/een slimme vogel • he's an odd character/a slippery customer/a crafty customerhet is een vroege vogel • he/she's an early bird -
90 werken
2 [een beroep uitoefenen; bezig zijn] work6 [schoonmaken] clean♦voorbeelden:iemand hard laten werken • work someone hardhard werken • work hardaan iets werken • work at/on somethinger wordt aan gewerkt • someone is working on itmet een computer/machine werken • 〈 ook〉 operate a computer/machinewerken op het land • work the soil/landvan werken ga je niet dood • hard work won't kill youwerken voor school/een examen • do one's schoolwork, study for an examdie man werkt voor drie • that man does the work of three (people)2 minder/meer uren gaan werken • work shorter/longer hoursaan zijn conditie werken • improve one's conditionhij werkt met twintig man personeel • he employs a staff of twenty3 hoe werkt dat ding? • how does that thing work?de nieuwe regeling werkt (goed) • the new procedure is functioning (well)dit apparaat werkt heel eenvoudig • this apparatus is simple to operatezo werkt dat niet • that's not the way it worksin iemands voordeel/nadeel werken • work to someone's advantage/disadvantagehout blijft altijd werken • wood keeps warpingII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [in een toestand brengen] 〈zie voorbeelden 1〉♦voorbeelden:zich kapot werken • work one's fingers to the bonezich dood werken • work oneself to deathzich omhoog werken • work one's way upeen ongewenst persoon eruit werken • get rid of an unwanted personnaar iets toe werken • work up to (doing) somethingiemand tegen de grond werken • lay someone low -
91 ingaan
2 [+ op][aandacht besteden aan] réagir (à)3 [+ op][positief reageren] accéder à4 [beginnen] commencer♦voorbeelden:een deur ingaan • entrerde verkeerde deur ingaan • se tromper de portewij gingen de duinen verder in • nous nous enfonçâmes dans les dunesik zag hem het huis ingaan • je le vis entrer dans la maisonde stad ingaan • aller en villede nieuwe week ingaan • aborder la nouvelle semaineeen weg ingaan • s'engager dans un chemin2 ergens niet op ingaan • laisser qc. de côténader ingaan op een kwestie • traiter une question plus à fondingaan tegen • s'opposer à3 gretig op iets ingaan • sauter sur qc.ingaan op een verzoek • accéder à une demande -
92 ster
♦voorbeelden:het staat in de sterren • c'est écrit dans le cieleen ster in de ruit • une étoile sur la vitrede toekomst uit de sterren lezen • lire l'avenir dans les astreseen restaurant met drie sterren • un restaurant trois étoileseen generaal met vijf sterren • un général (à) cinq étoiles -
93 inslag
2 [het met een slag doordringen] impact3 [met betrekking tot waren] stock, store♦voorbeelden:4 een artikel met een duidelijk commerciële inslag • an article with an obvious commercial bias/slant (to it)een partij met een fascistische inslag • a party with fascist leanings -
94 rond
rond14 [niet hoekig; volklinkend] round(ed)6 [afgerond] round11 [met betrekking tot wijn] full-bodied♦voorbeelden:3 een rond venster • a round/circular window5 de zaak is rond • everything is arranged/fixed (up)hij kon de financiering niet rond krijgen • he couldn't arrange the financehet klokje rond slapen • sleep (a)round the clock————————rond2〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 de sfeer van geheimzinnigheid rond haar verdwijning • the mystery surrounding her disappearancerond (de) 2000 betogers • approximately/about/some 2000 demonstrators -
95 prop
1 [bal van samendrukbaar materiaal] boulette 〈v.〉; 〈m.b.t. textiel, watten〉 tampon 〈m.〉; 〈m.b.t. haar〉 touffe 〈v.〉♦voorbeelden:1 er zit een prop in die buis • il y a qc. qui bouche ce tuyaueen prop papier • une boulette de papieriemand een prop in de mond stoppen • mettre un bâillon à qn.met iets op de proppen komen • 〈 voorstellen〉 proposer qc.; 〈 ter sprake brengen〉 mettre qc. sur le tapis -
96 zak
♦voorbeelden:een papieren zak • un sac en papieriemand de zak geven • virer qn.de zak krijgen • se faire virer〈figuurlijk; Algemeen Zuid-Nederlands〉 iemand in de zak steken • embobiner qn.die jurk zit, hangt als een zak • cette robe te va (lui va) comme un sac→ link=geld gelddiep in de zak tasten • ouvrir tout grand sa boursemet de handen in de zakken lopen • se promener les mains dans les pochesiemand in zijn zak hebben • ne faire qu'une bouchée de qn.die kun je in je zak steken! • attrape ça!geld op zak hebben • avoir de l'argent en pocheuit eigen zak betalen • payer de sa pocheiemand zijn zakken vullen • 〈 figuurlijk〉 graisser la patte à qn.4 die vent is een ontiegelijke zak! • quel con ce mec!het kan hem geen zak schelen • il s'en bat l'oeil -
97 bal
I 〈de〉1 [sport en spel] 〈 klein〉 balle 〈v.〉 ⇒ 〈 groter〉 ballon 〈m.〉 ⇒ 〈 klein, massief〉 boule 〈v.〉 ⇒ 〈 biljart, ook〉 bille 〈v.〉♦voorbeelden:de bal terugkaatsen • renvoyer la balle〈 spreekwoord〉 wie kaatst moet de bal verwachten • qui s'y frotte, s'y pique¶ mooie bal! • bien joué!de ballen van iets begrijpen • ne piger que dalle à qc.geen bal zin hebben • avoir autant envie (de ça) que d'aller se pendregeen bal uitvoeren • ne rien fiche(r)geen bal van iets weten • être complètement nul sur un sujetde ballen! • à un de ces quatre!II 〈 het〉♦voorbeelden:na afloop bal, bal na • la soirée se terminera par un bal -
98 iemand
1 [deze of gene] someone ⇒ somebody, 〈in ontkennende/neutraal vragende zinnen〉 anyone, 〈in ontkennende/neutraal vragende zinnen〉 anybody♦voorbeelden:1 is daar iemand? • is anybody there?hij is niet zomaar iemand • he's not just anybodyhij wilde niet dat iemand het wist • he didn't want anyone to knowhij is niet iemand die makkelijk opgeeft • he is not one to give up easilyiemand, die zo rijk is • someone so richzij maakte de indruk van iemand die • she gave the impression of being someone/a woman whoiemand anders • someone elsezo iemand doet dat niet • someone like that wouldn't do such a thingis er iemand onder u, die • is there anyone here whoiemand van het publiek/het personeel • a member of the audience/the staffeen sympathiek iemand • a likable person -
99 object
1 [voorwerp, zaak, persoon] object2 [beeldende kunst] objet d'art♦voorbeelden:een geliefkoosd object van menig schilder • a favourite subject of many artists -
100 prop
2 [kort, dik persoon] pudge♦voorbeelden:iemand een prop in de mond stoppen • gag a personmet propjes gooien • throw pellets
См. также в других словарях:
Willem Godschalck van Focquenbroch — (* vermutlich im April 1630 in Amsterdam; † eventuell 14. Juli 1670 in Elmina) war ein niederländischer Dichter und Dramatiker. Er gilt als wichtigster Vertreter der Burleske des 17. Jahrhunderts seines Mutterlandes. Von seinen Landsleuten, bei… … Deutsch Wikipedia
Willem Godschalk van Focquenbroch — Willem Godschalck van Focquenbroch (* vermutlich im April 1630 in Amsterdam; † eventuell 14. Juli 1670 in Elmina) war ein niederländischer Dichter und Dramatiker. Er gilt als wichtigster Vertreter der Burleske des 17. Jahrhunderts seines… … Deutsch Wikipedia
List of charismatic leaders as defined by Max Weber's classification of authority — This is a list of people whose leadership has been characterized as based on charismatic authority by listed sources. Charismatic authority is a sociological concept and one of three forms of authority as defined by Max Weber s tripartite… … Wikipedia
Hendrik Conscience — Hendrik C … Deutsch Wikipedia
De Focq — Willem Godschalck van Focquenbroch (* vermutlich im April 1630 in Amsterdam; † eventuell 14. Juli 1670 in Elmina) war ein niederländischer Dichter und Dramatiker. Er gilt als wichtigster Vertreter der Burleske des 17. Jahrhunderts seines… … Deutsch Wikipedia
Focquenbroch — Willem Godschalck van Focquenbroch (* vermutlich im April 1630 in Amsterdam; † eventuell 14. Juli 1670 in Elmina) war ein niederländischer Dichter und Dramatiker. Er gilt als wichtigster Vertreter der Burleske des 17. Jahrhunderts seines… … Deutsch Wikipedia
René Appel — und seine deutsche Übersetzerin Stefanie Schäfer bei einer Lesung in Moers am 29. April 2004 René Appel (* 19. September 1945 in Hoogkarspel) ist ein niederländischer Schriftsteller. Inhaltsverzeichnis … Deutsch Wikipedia
Edward Schillebeeckx — Edward Cornelis Florentius Alfonsus Schillebeeckx (Antwerp, November 12, 1914 ) is a Belgian Roman Catholic theologian. He is a member of the Dominican Order. His books on theology have been translated into many languages, and his contributions… … Wikipedia
De Martelaere — Patricia De Martelaere Patricia De Martelaere (* 16. April 1957 in Zottegem; † 4. März 2009[1] in Wezemaal, Gemeinde Rotselaar) war eine flämische Schriftstellerin und Professorin für Philosophie. Patricia De Martelaere studierte Philosophie an… … Deutsch Wikipedia
Martelaere — Patricia De Martelaere Patricia De Martelaere (* 16. April 1957 in Zottegem; † 4. März 2009[1] in Wezemaal, Gemeinde Rotselaar) war eine flämische Schriftstellerin und Professorin für Philosophie. Patricia De Martelaere studierte Philosophie an… … Deutsch Wikipedia
Patricia de Martelaere — (* 16. April 1957 in Zottegem; † 4. März 2009[1] in Wezemaal, Gemeinde Rotselaar) war eine flämische Schriftstellerin und Professorin für Philosophie. Patricia De Martelaere studierte Philosophie an der Katholischen Univ … Deutsch Wikipedia