-
1 coucher
coucher1 [koesĵee]〈m.〉2 onderdak ⇒ onderkomen, nachtverblijf♦voorbeelden:————————coucher2 [koesĵee]1 overnachten ⇒ de nacht doorbrengen, slapen♦voorbeelden:voiture qui couche dehors • auto die 's nachts altijd buiten staat→ chambreenvoyer coucher qn. • zich van iemand ontdoenII 〈 overgankelijk werkwoord〉5 op schrift stellen ⇒ neer-, opschrijven, optekenen♦voorbeelden:2 zich uitstrekken ⇒ gaan liggen, zich (neer)leggen♦voorbeelden:se coucher par terre • op de grond gaan liggen→ lit1. m2) onderdak3) ondergang [zon]2. v1) overnachten, slapen4) neerleggen6) neer-, opschrijven3. se coucherv2) gaan liggen3) ondergaan [zon] -
2 lit
lit [lie]〈m.〉♦voorbeelden:lit à baldaquin, lit à l'ange, lit d'ange, lit à la duchesse, (en, à) tombeau • hemelbedlit de camp • veldbedlit canapé • slaapbankdescente de lit • beddenkleedjelit de douleur • ernstig ziekbedêtre sur son lit de mort • op sterven liggenlit de paille • strobedlit de sangle • veldbedlit clos, breton • bedsteelit pliant • opklapbedchasser de son lit • verstotenfaire son lit • zijn bed opmakenfaire dans son lit • in zijn bed plassenmettre au lit • in bed stoppen, naar bed brengenmourir dans son lit • een natuurlijke dood sterven→ saut3 lit mineur, majeur • bedding bij lage, hoge waterstandenfants du premier lit • kinderen uit het eerste huwelijkm1) bed2) laag, bank3) bedding [rivier] -
3 chevet
-
4 aliter
aliter [aalietee]♦voorbeelden: -
5 border
border [bordee]〈 werkwoord〉1 staan, varen, lopen, liggen langs2 afzetten ⇒ omzomen, omboorden♦voorbeelden:bordé de dentelle • met kant afgezetv1) omboorden, omzomen2) staan, varen, lopen, liggen langs3) opmaken [bed]4) instoppen [iem] -
6 changer
changer [sĵãzĵee]2 veranderen (van) ⇒ (ver)wisselen, omruilen♦voorbeelden:le vent a changé • de wind is gedraaidchanger en mieux, en pire • ten goede, ten kwade veranderenpour changer • voor de veranderingchanger d' air • er tussenuit gaanchanger de couleur • van kleur verschietenchanger de mains • in andere handen overgaanchanger de train • overstappenchanger de vêtement • zich verkledenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (ver)wisselen ⇒ (om)ruilen, vervangen♦voorbeelden:changer une chose contre, pour une autre • iets tegen, voor iets anders ruilenchanger sa voix • zijn stem verdraaienvous n'y changerez rien • daar valt niets aan te verhelpenchanger qc. à qc. d'autre • iets aan iets anders veranderenchanger les idées à qn. • iemands gedachten verzettenchanger qc. en • iets veranderen inchanger qc. en bien • iets ten goede veranderen♦voorbeelden:se changer en • veranderen in1. v1) veranderen, (zich) wijzigen2) omruilen3) vervangen, (ver)wisselen4) verschonen [bed]2. se changerv -
7 couche
couche [koesĵ]〈v.〉3 luier♦voorbeelden:〈 van hout〉 couches concentriques • groeilagen, jaarringen〈 beeldende kunst〉 couche primaire • grondlaag, basislaagfausse couche • miskraamêtre en couches • in het kraambed liggenrelever de couches • herstellen na de bevalling5 champignons de couche • op broeibed gekweekte paddestoelen, champignonstu en as, une couche d'égoïsme • jij bent me een mooie egoïst〈 informeel〉 en avoir, en tenir une couche • een uilskuiken zijn, een bord voor z'n kop hebben1. f1) laag2) bodemlaag, bedding, bank3) stand, laag, rang4) luier5) mestbed6) sponde, bed2. couchesf pl -
8 couché
couche [koesĵ]〈v.〉3 luier♦voorbeelden:〈 van hout〉 couches concentriques • groeilagen, jaarringen〈 beeldende kunst〉 couche primaire • grondlaag, basislaagfausse couche • miskraamêtre en couches • in het kraambed liggenrelever de couches • herstellen na de bevalling5 champignons de couche • op broeibed gekweekte paddestoelen, champignonstu en as, une couche d'égoïsme • jij bent me een mooie egoïst〈 informeel〉 en avoir, en tenir une couche • een uilskuiken zijn, een bord voor z'n kop hebbenadj2) schuin, scheef -
9 page
page [paazĵ]I 〈m.〉II 〈v.〉1 bladzijde ⇒ pagina, kantje♦voorbeelden:page de garde • schutbladpages jaunes •〈 goudengidsgedeelte〉en première page • op de voorpaginatourner une page • een bladzijde omslaan; 〈 figuurlijk〉op iets anders overgaan, het verleden laten rusten1. m1) edelknaap2) nest [bed]2. fbladzijde, pagina -
10 pied
pied [pjee]〈m.〉2 voet ⇒ voeteneinde, onderkant, basis4 versvoet♦voorbeelden:1 de pied en cap • helemaal, van top tot teenmarcher en pieds de chaussettes • op kousenvoeten lopenavoir un pied dans la fosse, la tombe • met één been in het graf staanfaire le pied de grue • eindeloos staan wachtenfaire des pieds et des mains • hemel en aarde bewegenmettre les pieds dans le plat • een blunder begaanavoir les pieds sur terre • met beide benen op de grond staandes pieds à la tête • van top tot teenavoir bon pied, bon oeil • (nog, weer) helemaal in vorm zijn 〈 van bejaarde, herstellende〉de pied ferme • vastberadense lever du pied gauche, du mauvais pied • met het verkeerde been uit bed stappenpartir du pied gauche • zich (vastberaden) op weg begevenau pied levé • onvoorbereid, op stel en sprongavoir le pied marin • zeebenen hebbenpieds nus • blootsvoets, barrevoetspied plat • platvoetà pied sec • met droge voetenavoir pied • de bodem aanrakenavoir un pied qp. • ergens invloed hebbencasser les pieds à qn. • iemand aan z'n kop zeurenne pas savoir sur quel pied danser • niet weten waar men aan toe isfaire du pied à qn. • iemand met de voet een seintje geven; voetje vrijen met iemandcela lui fera les pieds • dat zal een lesje voor hem zijnlâcher pied • terrein verliezen, terugkrabbelenlever le pied • er (met het geld) vandoor gaanne pas se laisser marcher sur les pieds • zich niet op zijn kop laten zittenmettre le pied dehors • z'n neus buiten de deur stekenmettre les pieds qp. • ergens heengaan, komenmettre pied à terre • uitstappen, landen, afstijgenne plus pouvoir mettre un pied devant l'autre • geen stap meer kunnen verzettenperdre pied • geen vaste grond meer onder de voeten hebben 〈 ook figuurlijk〉; geen houvast meer hebbenremettre qn. sur pied • iemand weer op de been helpenne remuer ni pied ni patte • geen vin verroerentraîner les pieds • sloffenà pied • te voet, lopend〈 vulgair〉 je t'emmerde à pied, à cheval, en voiture! • je kan me verder de pot op!mettre qn. à pied • iemand de laan uitsturenpied à pied • voetje voor voetjesauter à pieds joints • hinkelen, springen met beide benen bij elkaaril ne sortira plus d'ici que les pieds en avant, devant • hij zal deze ruimte niet levend verlatenun portrait en pied • een portret ten voeten uit〈 figuurlijk〉 cela ne se trouve pas sous le pied d'un cheval • dat vind je niet op iedere straathoeksur pied • uit bed, op de beenmettre sur pied une affaire • een zaak op poten zettenpieds de céleri • selderijstengelsmettre qn. au pied du mur • iemand voor het blok zettenà pied d'oeuvre • klaar om te beginnenêtre à six pieds sous terre • zes voet diep onder grond liggen, dood en begraven zijnau pied de la lettre • in de letterlijke betekenis van het woordfaire un pied de nez • een lange neus makenpied de vigne • wijnstokau petit pied • in het klein(c'est) le pied! • (dat is) onwijs goed!il ne se mouche pas du pied • hij heeft nogal een hoge dunk van zichzelfse traîner aux pieds de qn. • iemand op z'n knieën smekenmettre sur le même pied • op één lijn stellenêtre traité sur le pied de • behandeld worden alssur un pied d' égalité • op voet van gelijkheidvivre sur un grand pied • op grote voet leven〈 informeel〉 comme un pied • heel slecht, waardeloosm1) voet2) versvoet -
11 pieu
-
12 ruelle
-
13 mettre au lit
mettre au litin bed stoppen, naar bed brengen -
14 recoucher
recoucher [rəkoesĵee] -
15 bas
bas1 [baa]〈m.〉1 kous♦voorbeelden:bas à varices • steunkous————————bas2 [baa],basse [baas]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., bijwoord〉6 laag(st) ⇒ min(st), gering♦voorbeelden:le bas monde • het ondermaansesoleil bas • laagstaande zonla basse ville • de benedenstadle malade est bien bas • de zieke is heel minnetjess'incliner très bas • heel diep buigenle thermomètre est tombé très bas • de thermometer is flink gezaktmettre une maison à bas • een huis met de grond gelijkmakenà bas le fascisme! • weg met het fascisme!il sauta à bas de son lit • hij sprong uit zijn beden bas • beneden, omlaagla tête en bas • met het hoofd naar benedenil habite en bas • hij woont benedenen bas de la page • onderaan de bladzijded'en bas • van onderpar en bas • van onder (naar boven)être bas sur pattes • korte pootjes hebbenau bas de • onderaandu bas jusqu'en haut • van beneden naar bovenle bas • het laagst gelegen gedeeltele bas du visage • de onderkant van het gezichtle bas d'une montagne • de voet van een bergpar le bas • van onder (naar boven)bas les pattes! • handen thuis!chapeaux bas! • hoeden af!trois étages plus bas • drie verdiepingen lagervoyez plus bas • zie verderau bas mot • op z'n minst, minstensle bas peuple • het lagere volkà bas prix • voor een zacht prijsje, goedkoop1. m 2. bas/basseadj, adv1) laag2) laaggelegen3) gemeen4) verderop6) zacht, niet luid [stem]7) laag(st), min(st), gering -
16 bois
bois [bwaa]〈m.〉1 hout3 houten voorwerp ⇒ stuk hout, schacht, schijf, steel, blok, lijst, frame♦voorbeelden:bois de construction, d'oeuvre • timmerhoutbois dur • hardhoutbois flotté • vlothouton verra, va voir de quel bois je me chauffe! • men zal mij nog leren kennen!montrer de quel bois on se chauffe • laten zien waartoe men in staat isêtre du bois dont on fait les flûtes • meegaand zijntouchons du bois • even afkloppen1. m1) hout2) bos2. m pl1) gewei -
17 clouer
clouer [kloe.ee]〈 werkwoord〉1 (aan elkaar) spijkeren ⇒ vast-, dicht-, opspijkeren, (vast)nagelen ⇒ 〈 met speer, pijl enz.〉 vastpennen♦voorbeelden:être cloué à Paris • in Parijs vastzittenrester cloué (sur place) • als vastgenageld blijven staanv1) vastspijkeren, vastpennen2) aan de grond nagelen, verlammen -
18 dais
-
19 debout
debout [dəboe]〈bijwoord; ook bijvoeglijk naamwoord, tussenwerpsel〉1 staande ⇒ rechtop, overeind♦voorbeelden:être debout • op(gestaan) zijnmettre debout • overeind zettense mettre debout • gaan staan, opstaanmourir debout • in het harnas stervense tenir debout, rester debout • overeind blijvenune intrigue qui tient debout • een goed in elkaar zittend plotdebout! • opstaan!→ place1. adv1) rechtop, overeind2) op, uit bed2. interj -
20 défaire
défaire [deefer]1 afbreken ⇒ uit elkaar halen, openmaken, uitpakken♦voorbeelden:défaire un mariage • een huwelijk ontbindendéfaire la table • de tafel afruimenfaire et défaire qn. • iemand maken en breken1 losraken ⇒ opengaan, in de war raken♦voorbeelden:se défaire de ses poursuivants • zijn achtervolgers van zich afschuddense défaire de ses ennemis • zijn vijanden uit de weg ruimen1. v2) afbreken3) losmaken, losknopen4) uitpakken5) tenietdoen7) verslaan2. se défairev1) losraken, opengaan2) aftakelen
См. также в других словарях:
Bed bug — Cimex lectularius Scientific classification Kingdom: Animalia … Wikipedia
Bed bug infestation — Bed bug bites Classification and external resources Typical bed bug bites. DiseasesDB 31777 … Wikipedia
bed — bed; bed·da; bed·ded; bed·der; bed·e·guar; bed·er·al; bed·fel·low·ship; bed·ford; bed·ford·shire; bed·lam·er; bed·less; bed·ling·ton; bed·man; bed·ral; bed·rid·den; bed·stead; bed·ward; crab·bed; crab·bed·ly; crab·bed·ness; em·bed; em·bed·ment;… … English syllables
Bed — Bed, n. [AS. bed, bedd; akin to OS. bed, D. bed, bedde, Icel. be?r, Dan. bed, Sw. b[ a]dd, Goth. badi, OHG. betti, G. bett, bette, bed, beet a plat of ground; all of uncertain origin.] 1. An article of furniture to sleep or take rest in or on; a… … The Collaborative International Dictionary of English
Bed of justice — Bed Bed, n. [AS. bed, bedd; akin to OS. bed, D. bed, bedde, Icel. be?r, Dan. bed, Sw. b[ a]dd, Goth. badi, OHG. betti, G. bett, bette, bed, beet a plat of ground; all of uncertain origin.] 1. An article of furniture to sleep or take rest in or… … The Collaborative International Dictionary of English
bed — [bed] n. [ME & OE < IE base * bhedh , to dig > Ger bett, L fossa, ditch, W bedd, Bret béz, a grave; orig. sense “a sleeping hollow in the ground”] 1. a thing for sleeping or resting on; specif., a piece of furniture consisting usually of a… … English World dictionary
Bed and breakfast — Bed and breakfast, also known as B B, is a term, originating in the United Kingdom, but now also used all over the world, for an establishment that offers accommodation and breakfast, but usually does not offer other meals. Typically, bed and… … Wikipedia
Bed-In — for Peace Enregistrement de Give Peace a Chance lors du bed in de Montréal. Les Bed Ins for Peace[1] (au lit pour la paix) sont les deux événements médiatiques tenus par le fondateur des Beatles … Wikipédia en Français
Bed-in — for Peace Enregistrement de Give Peace a Chance lors du bed in de Montréal. Les Bed Ins for Peace[1] (au lit pour la paix) sont les deux événements médiatiques tenus par le fondateur des Beatles … Wikipédia en Français
Bed — Bed, v. t. [imp. & p. p. {Bedded}; p. pr. & vb. n. {Bedding}.] 1. To place in a bed. [Obs.] Bacon. [1913 Webster] 2. To make partaker of one s bed; to cohabit with. [1913 Webster] I ll to the Tuscan wars, and never bed her. Shak. [1913 Webster] 3 … The Collaborative International Dictionary of English
Bed rest — is a doctor s prescription to spend a longer period of time in bed.Adverse effectsProlonged bed rest has long been known to have deleterious physiological effects, such as muscle atrophy and other forms of deconditioning. Besides lack of physical … Wikipedia