-
1 changer
changer [sĵãzĵee]2 veranderen (van) ⇒ (ver)wisselen, omruilen♦voorbeelden:le vent a changé • de wind is gedraaidchanger en mieux, en pire • ten goede, ten kwade veranderenpour changer • voor de veranderingchanger d' air • er tussenuit gaanchanger de couleur • van kleur verschietenchanger de mains • in andere handen overgaanchanger de train • overstappenchanger de vêtement • zich verkledenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (ver)wisselen ⇒ (om)ruilen, vervangen♦voorbeelden:changer une chose contre, pour une autre • iets tegen, voor iets anders ruilenchanger sa voix • zijn stem verdraaienvous n'y changerez rien • daar valt niets aan te verhelpenchanger qc. à qc. d'autre • iets aan iets anders veranderenchanger les idées à qn. • iemands gedachten verzettenchanger qc. en • iets veranderen inchanger qc. en bien • iets ten goede veranderen♦voorbeelden:se changer en • veranderen in1. v1) veranderen, (zich) wijzigen2) omruilen3) vervangen, (ver)wisselen4) verschonen [bed]2. se changerv -
2 varier
varier [vaarjee]2 〈+ sur〉van mening, houding veranderen, van mening verschillen (over)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verscheidenheid, afwisseling brengen in ⇒ variëren♦voorbeelden:pour varier • voor de variatie, afwisseling→ saucev1) veranderen, (af)wisselen2) van mening veranderen/verschillen3) variëren -
3 altérer
altérer [aalteeree]♦voorbeelden:1. v1) veranderen [ten kwade]2) vervalsen, verdraaien5) verhogen/verlagen [muziek]2. s'altérerv1) veranderen, bederven, slechter/minder worden2) verschieten [kleur] -
4 bifurquer
-
5 virer
virer [vieree]♦voorbeelden:virer au rouge • rood worden→ ventII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 overmaken ⇒ gireren, overschrijven, stortenv1) veranderen2) worden4) ronddraaien5) overmaken, storten6) ontslaan -
6 modifier
modifier [moddiefjee]1 veranderen ⇒ zich wijzigen, wijzigingen ondergaanv1) wijzigen, veranderen2) bepalen, nader aanduiden [taal] -
7 transformer
transformer [trãsformee]1 (van gedaante) veranderen ⇒ omzetten, omvormen♦voorbeelden:1 zich veranderen ⇒ een gedaanteverandering ondergaan, (veranderd) worden♦voorbeelden:v1) (van gedaante) veranderen, omzetten2) verbouwen3) herleiden -
8 métamorphoser
métamorphoser [meetaamorfoozee]1 (van gedaante) veranderen ⇒ veranderingen ondergaan, zich veranderen -
9 virage
virage [vieraazĵ]〈m.〉♦voorbeelden:négocier un virage • met grote snelheid een bocht nemenprendre le virage à la corde • de binnenbocht nemen, de bocht zeer kort nemen -
10 bouger
bouger [boezĵee]3 in beweging zijn, komen ⇒ in opstand komen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:v1) bewegen, zich verroeren2) veranderen3) in opstand komen, protesteren4) verplaatsen -
11 contrefaire
-
12 déplacer
déplacer [deeplaasee]1 verplaatsen ⇒ verzetten, verschuiven, verleggen♦voorbeelden:1 zich verplaatsen ⇒ van plaats veranderen, bewegen, reizen♦voorbeelden:1. v1) verplaatsen, verzetten2) overplaatsen2. se déplacerv1) zich verplaatsen, bewegen2) reizen -
13 dérouter
-
14 fusil
fusil [fuuzie]〈m.〉1 geweer2 schutter3 wetstaal ⇒ aanzetstaal, wetsteen♦voorbeelden:fusil à chargement par la bouche • voorladerfusil à chargement par la culasse • achterladerfusil de chasse • jachtgeweerfusil à un coup • enkelloopsgeweerfusil à deux coups • dubbelloop(sgeweer)fusil à pompe • riotgunfusil à répétition • snelvuurgeweerfusil à vent • windbuks〈 figuurlijk〉 changer son fusil d'épaule • omzwaaien 〈 zijn plannen, opvattingen, methodes veranderen; van baan veranderen〉charger un fusil • een geweer ladentirer au fusil • aan geweerschieten doenm1) geweer2) schutter3) aanzetstaal4) gasaansteker -
15 refaire
refaire [rəfer]1 opnieuw maken, doen ⇒ weer maken, doen♦voorbeelden:tout est à refaire • alles moet over2 refaire à neuf • weer als nieuw maken, vernieuwen♦voorbeelden:→ beautév1) overdoen, opnieuw maken2) herstellen3) beetnemen -
16 renverser
renverser [rãversee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:¶ ne pas renverser! • deze kant boven!→ vapeur1. v2) omkeren3) omgooien4) omverwerpen2. se renverserv1) omvallen, omslaan -
17 résoudre
-
18 retourner
retourner [rətoernee]♦voorbeelden:retourner à son propos • de draad (van een verhaal) hervattenretourner sur • terugkomen opII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 van mening, houding doen veranderen♦voorbeelden:retourner la salade • de sla omroerenretourner la terre • de grond omspittenretourner la tête • omkijkenretourner un vêtement • een kledingstuk kerentourner et retourner un projet • een plan van alle kanten bekijken→ veste2 omkijken♦voorbeelden:s'en retourner • terugkerens'en retourner comme on est venu • onverrichter zake vertrekkense retourner sur le dos • zich op zijn rug draaiense retourner contre • zich keren tegen→ crêpe1. v1) terugkeren2) weer gaan5) omdraaien8) richten [wapen]9) terugsturen2. se retournerv1) zich omkeren2) omkijken -
19 révolutionner
-
20 tourner
tourner [toernee]3 veranderen ⇒ een loop, wending nemen♦voorbeelden:faire tourner un disque • een plaat draaienfaire tourner une usine • een fabriek draaiende houdenfaire tourner la tête • duizelig makenfaire tourner les tables • de tafels doen dansenla tête lui tourne • het duizelt hem, hij is duizeligqu'est-ce qui ne tourne pas rond? • wat schort er aan?tourner rond • goed lopen, goed draaientourner autour d' une femme • een vrouw proberen te versierenla conversation tournait autour de la crise économique • het gesprek had de economische crisis tot onderwerptourner à droite, sur sa droite • rechtsaf slaantourner dans une rue • een straat inslaan3 tourner mal • een verkeerde wending nemen, slecht aflopenelle a mal tourné • ze is op het verkeerde pad geraaktla discussion tourne à la violence • de discussie loopt uit op gewelddadighedenle temps tourne au beau • het wordt mooier weer4 silence, on tourne • stilte, opnameII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 draaien ⇒ omdraaien, bewerken2 roeren4 richten ⇒ wenden, draaien♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 tourner et retourner un problème dans sa tête • een probleem van alle kanten bekijken2 zich richten ⇒ zich wenden, zich keren♦voorbeelden:1. v1) draaien5) zuur worden [melk]6) roeren7) omslaan [bladzijde]8) richten9) om [iets] heen lopen10) omzeilen2. se tournerv2) zich richten
См. также в других словарях:
veranderen — kenki … Woordenlijst Sranan
Umstand — 1. Ein kleiner Umstand kann grosse Dinge thun. Lat.: Parvae poterunt impellere causae in scelus. (Philippi, II, 83.) 2. Etwas Umständ machen, ist (gilt für) anständig. 3. Jeder kennt seine Umstände am besten. Er weiss am besten, wo ihn der Schuh… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Name change — For name changes within the Wikipedia community, see Wikipedia:Changing username. For name changes of places rather than persons, see Geographical renaming. Name change certificate issued by Christian X of Denmark in 1917 Name change generally… … Wikipedia
Margaretha Guidone — Margaretha Maggie Guidone (born ca. 1956) is a housewife from Helmond (the Netherlands) living in Kapellen (Belgium) who became famous in Flanders because of her campaign for the environment and against global warming.[1][2] She successfully… … Wikipedia
Charmed — Seriendaten Deutscher Titel Charmed – Zauberhafte Hexen Originaltitel Charmed … Deutsch Wikipedia
Lucas Derks — (* 19. November 1950 in Oosterbeek) ist ein niederländischer Sozialpsychologe sowie NLP Autor und NLP Forscher. Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Wirken 3 Werke (Auswahl) … Deutsch Wikipedia
Soziales Panorama — Das Modell des Sozialen Panoramas befasst sich mit den sozialen Vorstellungen (Kognitionen) des Menschen und deren Bedeutung für das menschliche Erleben und Sozialverhalten. Es wurde von dem niederländische Sozialpsychologen und NLP Forscher… … Deutsch Wikipedia
Стёненберг, Йоп — Йоп Стёненберг Общая информация … Википедия
Gewohnheit — 1. Alle gute Gewohnheit soll man behalten. – Graf, 12, 145; Lünig, I, 360. Frz.: Les bonnes coustumes sont à garder et les mauvaises à laisser. (Leroux, II, 250.) 2. Alte Gewohnheit ist stärker als Brief und Siegel. – Pistor., IX, 38; Graf, 12,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kleid — 1. Alt Klâder drêd em gärn. (Siebenbürg. sächs.) – Schuster, 816. 2. Alte Kleider lachen über eine weiche Bürste (oder: wollen eine scharfe Bürste). 3. Alte Kleider soll man nicht wegwerffen, man hab denn newe. – Lehmann, 9, 56. 4. Alte Kleider… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Lachen — 1. Al lachen zegt den Zot de Woarheid. (Franz. Flandern.) – Firmenich, III, 698, 21. Im Lachen, lachend, sagt der Narr die Wahrheit. 2. Am Lachen und Blarren erkennt man die Narren. Ueber das Lachen und dessen verschiedenen Charakter nach… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon