-
1 géologie
-
2 tertiaire
-
3 banc
banc [bã]〈m.〉1 bank♦voorbeelden:banc de menuisier • werkbankpetit banc • voetenbankjem1) bank2) school [vissen]3) laag [geologie]4) ondiepte, rif -
4 couche
couche [koesĵ]〈v.〉3 luier♦voorbeelden:〈 van hout〉 couches concentriques • groeilagen, jaarringen〈 beeldende kunst〉 couche primaire • grondlaag, basislaagfausse couche • miskraamêtre en couches • in het kraambed liggenrelever de couches • herstellen na de bevalling5 champignons de couche • op broeibed gekweekte paddestoelen, champignonstu en as, une couche d'égoïsme • jij bent me een mooie egoïst〈 informeel〉 en avoir, en tenir une couche • een uilskuiken zijn, een bord voor z'n kop hebben1. f1) laag2) bodemlaag, bedding, bank3) stand, laag, rang4) luier5) mestbed6) sponde, bed2. couchesf pl -
5 couché
couche [koesĵ]〈v.〉3 luier♦voorbeelden:〈 van hout〉 couches concentriques • groeilagen, jaarringen〈 beeldende kunst〉 couche primaire • grondlaag, basislaagfausse couche • miskraamêtre en couches • in het kraambed liggenrelever de couches • herstellen na de bevalling5 champignons de couche • op broeibed gekweekte paddestoelen, champignonstu en as, une couche d'égoïsme • jij bent me een mooie egoïst〈 informeel〉 en avoir, en tenir une couche • een uilskuiken zijn, een bord voor z'n kop hebbenadj2) schuin, scheef -
6 couverture
couverture [koevertuur]〈v.〉1 deken♦voorbeelden:amener, tirer la couverture à soi • zich het grootste, beste deel van iets toe-eigenencette assurance présente une couverture à 80% • deze verzekering dekt 80% van de schadef1) bedekking2) deken3) omslag, kaft4) dakbedekking5) dekking6) dekmantel, schijn7) (het) verslaan [nieuws]8) dekblad, deklaag [geologie] -
7 gisement
-
8 poche
poche [posĵ]I 〈m.〉II 〈v.〉♦voorbeelden:poche revolver • achterzak in broekfaire les poches à qn. • iemands zakken doorzoekenmettre qn. dans sa poche • iemand inpakkenl'affaire est dans la poche • de zaak is rondpayer de sa poche • uit eigen zak betalenen être de sa poche • er (geld) bij inschietenil a 100 francs en poche • hij heeft 100 frank op zakdes poches sous les yeux • wallen onder de ogenpoche de pétrole • olielaag1. m 2. f1) zak [kleding, verpakking]2) vak [tas]3) vangnet4) holte, put [geologie]5) buidel [dier]6) haard, punt7) sector -
9 cailloutis
-
10 stratification
stratification [straatiefiekaasjõ]〈v.〉 -
11 bassin
bassin [baasẽ]〈m.〉2 bekken ⇒ reservoir, vijver3 rede ⇒ havenkom, dok♦voorbeelden:1 bassin (hygiénique) • po, ondersteek————————bassin (hygiénique)po, ondersteekm1) bekken2) kom, schaal3) reservoir, vijver4) rede, dok5) stroomgebied -
12 boue
boue [boe]〈v.〉2 bezinksel ⇒ neerslag, slik♦voorbeelden:tirer qn. de la boue • iemand uit de goot halen1. f1) modder, slijk2) bezinksel, slik2. f pl -
13 carotte
carotte [kaarot]〈v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:couleur carotte • oranje, roodpoil de carotte • peenhaarcarotte fourragère • voederwortella politique de la carotte • de zachte lijnf1) wortel2) lokkertje3) bodemmonster -
14 central
central1 [sãtraal]〈m.〉————————central2 [sãtraal],centraux [sãtroo]1 centraal ⇒ hoofd-, midden-♦voorbeelden:〈 geologie〉 feu central • kernvuur, gloeiende kernmassamaison, prison centrale • strafgevangenispoint central • middelpuntproblème central • kernprobleemquartier central • wijk in het stadscentrum1. m 2. adj1) centraal, belangrijkst, hoofd-2) in het middelpunt gelegen, midden- -
15 désintégration
désintégration [deezẽteegraasjõ]〈v.〉4 vernietiging ⇒ verwoesting, vernielingf2) verwering [rots]3) vernieling -
16 écorce
-
17 époque
époque [eepok]〈v.〉2 tijdstip♦voorbeelden:il faut être de son époque, vivre avec son époque • men moet met zijn tijd meegaannous vivons une drôle d'époque • wij leven in een rare tijdd' époque • echt antiekl'époque des semailles • de zaaitijdà l'époque • destijdsà l'époque de son mariage • ten tijde van zijn huwelijkà l'époque où • toenf1) tijdperk2) tijdstip -
18 ère
ère [er]〈v.〉1 tijdperk ⇒ tijdvak, tijd♦voorbeelden:f1) tijdperk2) tijdrekening3) hoofdtijdperk, era -
19 éruption
-
20 étage
См. также в других словарях:
GÉOLOGIE — AU MOYEN ÂGE la geologia était l’étude de tout ce qui était terrestre, par opposition au divin: en faisaient partie aussi bien les sciences humaines que les sciences de la matière. Le terme «géologie» n’a pris le sens de science de la Terre qu’au … Encyclopédie Universelle
Geologie — Geologie. Im Laufe ihrer Entwicklung hat sich die Geologie diejenigen Forschungen zu eigen gemacht, die sich auf den Bau und die Ausgestaltung des festen Teiles der Erde und der in ihm vorgehenden Veränderungen erstrecken. Sie bedient sich der… … Lexikon der gesamten Technik
Geologie — Géologie La Science et les Sciences Généralités Connaissance · Théorie · Savoir Classification des sciences Science empirique · sciences exactes Sciences dures · sciences molles Science de la nature · … Wikipédia en Français
geologie — GEOLOGÍE s.f. Ştiinţă care studiază modul de formare, alcătuirea şi istoria dezvoltării globului terestru. ♦ Manual în care se studiază această ştiinţă. [pr.: ge o ] – Din fr. géologie. Trimis de gall, 13.09.2007. Sursa: DEX 98 GEOLOGÍE s.… … Dicționar Român
Geolŏgie — (v. gr.). I. Begriff u. Eintheilung der Geologie. Die G. ist die Wissenschaft von der Natur der Erde u. ihren verschiedenen Gliedern, mit Ausschluß der auf ihr lebenden organischen Welt. Sie zerfällt in zwei Haupttheile: Geogonie, od. Lehre von… … Pierer's Universal-Lexikon
Geologie — Sf erw. fach. (18. Jh.) Neoklassische Bildung. Neoklassische Bildung aus geo und logie. Nomen agentis: Geologe; Adjektiv: geologisch. Ebenso nndl. geologie, ne. geology, nfrz. géologie, nschw. geologi, nnorw. geologi. lateinisch gr … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Geologie — (griech.), die Wissenschaft von dem Bau und der Entwickelungsgeschichte der Erde, stellt sich die Aufgabe: 1) den jetzigen Zustand der Erde nach Form, Größe, Zusammensetzung und Struktur zu untersuchen (physische G. oder Geognosie im engern… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Geologie — Geologīe (grch.) oder Geognosie, die Wissenschaft von der Zusammensetzung und dem Bau der Erde als eines aus anorganischen Massen bestehenden Weltkörpers. Mit der Untersuchung der Gesteine oder Felsarten beschäftigt sich die Petrographie oder… … Kleines Konversations-Lexikon
Geologie — ist die Lehre von der Entstehung der Erde, nach Andern nur von der Ablagerung der Erdrinde. Sie beruht auf sehr verschiedenen Ansichten und ihre Systeme sind auf Hypothesen gebaut, die sich völlig widersprechen. Noch sind die Gelehrten darüber… … Damen Conversations Lexikon
Geologie — Geologie, s. Geognosie … Herders Conversations-Lexikon
Geologie — Geologie: Die Bezeichnung für die Lehre von der Entstehung und dem Bau der Erde ist eine gelehrte Neubildung (vgl. ↑ geo..., ↑ Geo... und »...logie« unter ↑ ...loge) … Das Herkunftswörterbuch