-
1 changer
changer [sĵãzĵee]2 veranderen (van) ⇒ (ver)wisselen, omruilen♦voorbeelden:le vent a changé • de wind is gedraaidchanger en mieux, en pire • ten goede, ten kwade veranderenpour changer • voor de veranderingchanger d' air • er tussenuit gaanchanger de couleur • van kleur verschietenchanger de mains • in andere handen overgaanchanger de train • overstappenchanger de vêtement • zich verkledenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (ver)wisselen ⇒ (om)ruilen, vervangen♦voorbeelden:changer une chose contre, pour une autre • iets tegen, voor iets anders ruilenchanger sa voix • zijn stem verdraaienvous n'y changerez rien • daar valt niets aan te verhelpenchanger qc. à qc. d'autre • iets aan iets anders veranderenchanger les idées à qn. • iemands gedachten verzettenchanger qc. en • iets veranderen inchanger qc. en bien • iets ten goede veranderen♦voorbeelden:se changer en • veranderen in1. v1) veranderen, (zich) wijzigen2) omruilen3) vervangen, (ver)wisselen4) verschonen [bed]2. se changerv -
2 correspondance
correspondance [korrespõdãs]〈v.〉1 correspondentie ⇒ briefwisseling, post2 overeenkomst ⇒ overeenstemming, verwantschap♦voorbeelden:prendre une, la correspondance • overstappenf2) overeenkomst, overeenstemming3) aansluiting, verbinding -
3 changer de train
changer de train -
4 prendre une, la correspondance
Dictionnaire français-néerlandais > prendre une, la correspondance
-
5 transbordement
transbordement [trãsbordəmã]〈m.〉 -
6 transborder
transborder [trãsbordee]〈 werkwoord〉
См. также в других словарях:
Francis de La Fontaine — Pour les articles homonymes, voir La Fontaine. Francis de la Fontaine … Wikipédia en Français