-
1 mal
mal1 [maal],maux [moo]〈m.〉1 (het) kwade ⇒ schade, zonde2 pijn4 moeite♦voorbeelden:1 〈 spreekwoord〉 de deux maux, il faut choisir le moindre • men moet van twee kwaden het minste kiezendire du mal des autres • kwaadsprekenle mal est fait • het kwaad is geschiedfaire du mal à qn. • iemand kwaad doenrendre le mal pour le mal • kwaad met kwaad vergeldenje n'y vois aucun mal • ik zie daar niets slechts inne vouloir de mal à personne • niemand een kwaad hart toedragenmettre à mal • aftuigen, mishandelen 〈 ook figuurlijk〉le mal est que • het ongeluk, vervelende is dat→ oeilavoir mal au coeur • misselijk zijnmal de coeur • misselijkheidça me fait mal au coeur de les entendre • ik vind het sneu als ik ze zo hooravoir mal aux dents • kiespijn hebbenun mal de gorge • keelpijnmaux de reins • rugpijnmal blanc • fijtêtre dur au mal • tegen pijn, een stootje kunnenil n'y a pas de mal • het hindert nietil a eu plus de peur que de mal • hij is met de schrik vrijgekomenmal de mer • zeeziekte〈 spreekwoord〉 aux grands maux les grands remèdes • voor een harde knoest moet een harde beitel zijnprendre mal • ziek worden¶ être en mal de qc. • grote behoefte hebben aan iets, gebrek hebben aan iets————————mal2 [maal]1 slecht ⇒ kwaad, kwaad-♦voorbeelden:c'est pas mal! • dat is niet gek!il, elle n'est pas mal • hij, zij ziet er niet onaardig uitfaire qc. de mal • iets slechts doen→ an————————mal3 [maal]〈 bijwoord〉1 slecht ⇒ verkeerd, niet goed♦voorbeelden:mal à propos • te onpasenfant mal élevé • ongemanierd kindon est mal dans cette voiture • deze wagen zit ongemakkelijkêtre mal vu de qn. • slecht aangeschreven staan bij iemandle prendre (en) bien, mal • het goed, verkeerd opnemens'y prendre mal • 't onhandig, slecht aanpakkença tombe mal • het komt niet goed uittu tombes mal • je treft het slechttourner mal • 't verkeerde pad opgaan; slecht aflopense trouver, se sentir mal • onwel worden, een flauwte krijgenil va très mal • 't gaat hem erg slechtce tableau ferait pas mal sur le mur • dit schilderij zou het goed doen op de muurelle ne s'en est pas mal tirée • ze heeft er zich aardig uit geredil y a pas mal de monde • er zijn heel wat mensença va? pas trop mal! • gaat het? best!être au plus mal • heel erg ziek zijnêtre au plus mal avec qn. • op slechte voet staan met iemandde mal en pis • van kwaad tot erger1. m1) (het) kwade, schade2) pijn3) ziekte4) moeite2. adjslecht, kwaad3. advslecht, verkeerd -
2 aller
aller1 [aalee]〈m.〉♦voorbeelden:je ne fais qu'un aller et retour de la maison au boulanger • ik loop even naar de bakkerà l'aller • op de heenweg, heenreis————————aller2 [aalee]2 functioneren ⇒ lopen, gaan3 passen ⇒ staan, samengaan♦voorbeelden:se laisser aller • zichzelf verwaarlozen, zich laten gaan, de moed verliezense laisser aller à la joie • zich overgeven aan vreugdese laisser aller à critiquer qn. • zich ertoe laten verleiden iemand te bekritiserenaller et venir • heen en weer lopen, gaan en komentout va bien • alles is in orde, okayaller devant • voorgaanil ira loin • hij zal het ver schoppenaller à son travail • naar zijn werk gaanaller à vélo, à bicyclette • fietsenaller à pied • (gaan) lopenaller aux renseignements • op inlichtingen uitgaanaller chez qn. • iemand een bezoek brengenaller chez le coiffeur • naar de kapper gaanaller contre • ingaan tegenaller de soi, sans dire • vanzelf sprekenaller en avant • vooruit gaanaller en bateau • varenaller en voiture, en train • met de auto, de trein gaanaller en France • naar Frankrijk gaanil est allé jusqu'à lui dire que • hij heeft hem zelfs gezegd datallons, allons! • kom kom, kop op!, ben je mal!allez, allez • kom, kom, zeg, zegallons donc, ce n'est pas vrai! • och kom, dat is niet waar!allez donc! • kom nou! 〈 ongeloof〉allez! • schiet op!, hup!allez, Michèle, dis-moi • toe, Michèle, zeg me nou eensva donc! • ga nou!je suis raisonnable, va • ik doe heus geen gekke dingenà la va comme je te pousse • met de Franse slag→ avant2 ça va? • (hoe) gaat het?ça ne va pas? • is er iets?, gaat het niet?ça ne va pas trop mal • ik mag niet mopperença peut aller • het kan ermee door〈 informeel〉 ça va pas, (la tête)? • ben je niet goed snik?comment allez-vous? ça va, merci • hoe maakt u het? goed, dank u〈 onpersoonlijk〉 il en va de cette affaire comme de l'autre • met deze zaak gaat het net zo als met die anderequ'est-ce qui ne va pas? • wat is er?, scheelt er iets aan?il y a quelque chose qui ne va pas • er is iets misaller bien • goed gaan, het goed makenaller mal • slecht gaan, het slecht makenle poste de radio va mal • de radio doet het niet goedvas-y, allez-y • ga erheen, doe het maar, vooruit maar, ga je gangallons-y • laten we gaan, laten we beginnen, kom, vooruit〈 sport en spel〉 vas-y, Robert! • hup, Rob!ça y allait! • dat ging er vrolijk aan toe!vous y allez un peu fort • nu overdrijf je een beetjecomme vous y allez! • kalm aan een beetje!il y est allé de sa chanson • hij heeft een liedje ten beste gegevenil a dû y aller de sa bourse • hij heeft moeten dokken3 ça vous va? • schikt u dat?ça me va • goed, okayest-ce que cette robe me va? • staat die jurk me?aller bien ensemble • goed bij elkaar passenla clef ne va pas à la serrure • die sleutel past niet in het slotelle allait tout avouer lorsque • ze zou net alles bekennen, toenn'allez surtout pas croire que • denk vooral niet datpourvu qu'il n'aille pas se faire prendre • als hij maar niet gepakt wordtn'allez pas vous imaginer que • verbeeld je maar niet datva savoir!, allez donc savoir! • wie zal het zeggen?va pour la Corse, cette année • nou goed dan, (we gaan) dit jaar naar Corsicaaller sur ses 40 ans • tegen de 40 lopen1 weggaan2 verdwijnen ⇒ verstrijken, sterven♦voorbeelden:1. m1) heenreis2) enkele reis [openbaar vervoer]2. v1) gaan, lopen2) reizen3) vertrekken5) het (goed, slecht) maken6) functioneren7) passen, goed staan, samengaan8) zullen, gaan3. s'en allerv1) weggaan2) verdwijnen3) zullen, gaan -
3 annoncer
annoncer [aanõsee]3 aanduiden ⇒ wijzen op, duiden op4 een voorteken zijn van ⇒ een voorbode zijn van, aankondigen♦voorbeelden:→ couleur♦voorbeelden:1 s'annoncer bien, mal • zich goed, slecht laten aanzien1. v1) aankondigen, mededelen2) duiden (op)4) aanmelden2. s'annoncerv -
4 désastreux
-
5 mauvais
mauvais [moove]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord, m., v.〉1 slecht ⇒ verkeerd, ongunstig2 boos(aardig) ⇒ gemeen, laag, vals♦voorbeelden:mauvais joueur • speler die niet tegen zijn verlies kanmauvaise odeur • vieze lucht, stankun mauvais quart d'heure • een benauwd kwartiertjel'avoir mauvaise • er beroerd aan toe zijnil fait mauvais • het is slecht weerça sent mauvais! • dat stinkt!; 〈 figuurlijk〉daar zit een luchtje aan!〈 informeel〉 pas mauvais ça! • niet gek!le mauvais • het kwade; de deugnietle Mauvais • de duiveladj1) slecht, verkeerd2) boos, gemeen, vals -
6 vicieux
vicieux [viesjeu]1 verdorven ⇒ slecht, met ondeugden behept2 pervers ⇒ onzedelijk, geil3 gebrekkig ⇒ verkeerd, fout, slecht♦voorbeelden:1 un vicieux, une vicieuse • verdorven, slecht menscheval vicieux • weerspannig paard -
7 corrompre
corrompre [korrõpr]1 (zedelijk) bederven ⇒ verderven, doen ontaarden2 omkopen1 ontaarden ⇒ slecht, verdorven worden1. v2) omkopen, corrumperen4) verontreinigen [lucht]5) vervalsen, verdraaien2. se corromprev1) slecht worden, ontaarden2) bederven, verrotten -
8 gentil
gentil [zĵãtie],gentille [zĵãtiej]1 aardig ⇒ lief, vriendelijk2 lief ⇒ zoet, oppassend♦voorbeelden:tout cela est bien gentil mais … • alles goed en wel maar …c'est gentil à vous d'être venu • (het is) aardig (van u) dat u gekomen bentêtre gentil pour, avec qn. • aardig voor, tegen iemand zijn1. mheiden, niet-Jood2. gentil/-illeadj1) aardig, lief -
9 méchant
méchant [meesĵã]1 boos(aardig) ⇒ kwaad(aardig), hard, onaangenaam, gemeen2 slecht ⇒ waardeloos, erbarmelijk♦voorbeelden:être méchant comme le diable, la gale, un âne rouge • zo vals als een kat zijnce n'est pas bien méchant • daar steekt geen kwaad in〈 informeel〉 faire le méchant • driftig worden, zich verzetten→ chien1. m (f - méchante) 2. = méchante; méchantadj1) kwaadaardig, hard, gemeen2) slecht, waardeloos3) stout, ondeugend -
10 mine
mine [mien]〈v.〉1 uiterlijk ⇒ voorkomen, gezicht♦voorbeelden:mine de proscrit • boeventronieavoir la mine longue, allongée • een lang gezicht trekkenavoir bonne, mauvaise mine • er goed, slecht uitzienfaire bonne, grise, mauvaise mine à qn. • iemand vriendelijk, onvriendelijk, slecht ontvangenavoir triste mine • er belabberd uitzienfaire triste mine • sip kijken, een lang gezicht trekkenfaire triste mine à qn. • iemand koeltjes ontvangenfaire des mines • zich aanstellenEcole des Mines • Hogere School voor MijnbouwIngénieur des Mines • mijnbouwkundig ingenieur4 crayon à mine dure, tendre • hard, zacht potloodmine flottante, dérivante • drijvende mijnmouiller des mines • mijnen leggenfaire la mine • mokken, pruilenfaire mine de • doen alsof, aanstalten maken omça ne paie pas de mine • dat ziet er onooglijk uitil ne paie pas de mine • hij oogt niet, heeft zijn uiterlijk niet mee〈 informeel〉 mine de rien • zonder iets te laten merken, alsof er niets aan de hand is1. f1) voorkomen, gezicht2) mijn3) potloodstift2. f plgelaatsuitdrukkingen, gebaren -
11 pitoyable
pitoyable [pietwaajaabl]1 erbarmelijk ⇒ meelijwekkend, beklagenswaardig2 erbarmelijk ⇒ ellendig, slechtadj1) erbarmelijk, meelijwekkend2) ellendig, slecht -
12 prendre
prendre [prãdr]1 dik, hard worden ⇒ bevriezen, stollen5 lukken ⇒ aanslaan, succes hebben6 afslaan ⇒ richting, weg nemen♦voorbeelden:prendre à travers champs • dwars door de velden gaanprendre sur soi de • op zich nemen om teII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 opvatten ⇒ opnemen, beschouwen4 (aan)nemen ⇒ zich verschaffen, krijgen5 aannemen ⇒ veronderstellen 〈zie voor uitdrukkingen die hier niet vermeld zijn de betreffende zelfstandige naamwoorden〉♦voorbeelden:prendre une femme de force • een vrouw verkrachten, aanrandence tissu prend bien la teinture • deze stof kan gemakkelijk geverfd worden〈 informeel〉 ça te prend souvent? • heb je daar vaker last van?〈 informeel〉 qu'est-ce qui te prend? • wat mankeert jou?, wat is er nou ineens met jou aan de hand, ben je nou helemaal?c'est à prendre ou à laisser • graag of nietil y a à prendre et à laisser • niet alles kloptprendre une personne pour une autre • iemand voor iemand anders aanzienpour qui me prenez-vous? • waar ziet u me voor aan?prendre qn. pour un savant • iemand voor een geleerde houdenle prendre de haut • het hoog opnemenprendre en bonne, en mauvaise part • goed, slecht opnemen→ temps〈 spreekwoord〉 tel est pris qui croyait prendre • die een kuil graaft voor een ander valt er zelf inon ne m'y prendra plus! • dat zal me niet meer overkomen!je vous y prends • nu heb ik je (betrapt)bien lui a pris de • hij heeft er goed aan gedaan te2 genomen, gepakt worden♦voorbeelden:s'y prendre bien, mal • het goed, slecht aanpakken, aanleggense prendre d' amitié pour • vriendschap opvatten voorpour qui te prends-tu? • wie denk je wel dat je bent?1. v1) bevriezen, stollen2) vastkoeken4) aangaan [vuur]6) afslaan7) (mee)nemen, grijpen8) opvatten9) kosten10) aannemen2. se prendrev1) bevriezen -
13 aller mal
aller malslecht gaan, het slecht maken -
14 dérégler
-
15 malvenu
malvenu [maalvənuu]♦voorbeelden:vous êtes malvenu à, de vous plaindre • u hebt het recht niet u te beklagen -
16 tourner mal
tourner mal't verkeerde pad opgaan; slecht aflopen————————tourner maleen verkeerde wending nemen, slecht aflopen -
17 venu
venu [vənuu]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 gekomen♦voorbeelden:il m'a traité comme le dernier venu • hij heeft me als een vod behandeldde nouveaux venus • nieuwelingenle premier venu, la première venue • de eerste de besteêtre bien, mal venu • (on)welkom zijn; goed, slecht van pas komenvous seriez mal venu de • u zou er verkeerd aan doen om -
18 accueillir
-
19 ajuster
ajuster [aazĵuustee]1 passend maken ⇒ aanpassen, op elkaar afstemmen2 aanleggen op ⇒ mikken op, richten♦voorbeelden:ajuster son coup • iets goed bedenken, in elkaar zettenvêtement ajusté • nauwsluitend kledingstukvêtement mal ajusté • slecht zittend kledingstuk1 passen (bij, in, op)1. v1) pasklaar/passend maken, aanpassen2) in orde brengen [kleding]3) richten, mikken (op) [wapen]2. s'ajusterv -
20 allure
allure [aaluur]〈v.〉1 vaart ⇒ tred, snelheid2 houding4 stijl5 tempo♦voorbeelden:à toute allure • in volle vaartprendre des allures de playboy • zich als een playboy gedragenprendre les allures d'une catastrophe • de omvang krijgen van een rampf1) vaart, snelheid2) houding, optreden3) uiterlijk, voorkomen4) stijl5) tempo
См. также в других словарях:
slecht — ogri / kway … Woordenlijst Sranan
Magh Slécht — (pronounced Maw shlaykht) is the name of an historic plain in Ireland. It comprises an area of about three square miles (8 km²) situated in the south eastern part of the Parish of Templeport, Barony of Tullyhaw and County of Cavan. It is… … Wikipedia
Besponnen — Slecht un dünn bespunnen wesn … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Crom Cruach — or Cromm Crúaich (Classical Irish/Gaelic pronunciation /ˈkɾˠɔmˠ ˈkɾˠuəç/), also known as Cenn Cruach /ˈkʲɛnˠ: ˈkɾˠuəxˠ/ or Cenncroithi /ˈkʲɛnˠ: ˈkɾˠoθʲɨ/, was a deity in pre Christian Ireland, reputedly propitiated with human sacrifice, whose… … Wikipedia
Masraige — The Masraige were a Fir Bolg tribe inhabiting Magh Slécht in County Cavan, Ireland. They were also called Masragii, Masraide, Masraidhe, Masruidhe, Mascraide, Masree or Mascraidhe. The name can be translated as Lords of Death or Beautiful Lords … Wikipedia
Crom Dubh — or Crum Dubh (Irish pronunciation: [krˠoumˠ d̪ˠuβˠ], Scottish Gaelic: [kʰɾɔum t̪uh]), meaning black crooked [one] , alt. Dark Crom , was a Celtic god, for which see The Voyage of Bran, Book II, p49. He may have been represented by… … Wikipedia
Tullyhaw — is an Barony in County Cavan. The area has been in constant occupation since pre 4000 B.C. In 1579 East Breifne, then part of Connacht, was made a shire. The shire was named Cavan (Irish An Cabhain ) after the area s main town. The administration … Wikipedia
6th century in Ireland — 500s= ;506 * 23 March Death of St. Mac Caírthinn, Bishop of Clogher. A New History of Ireland VIII: A Chronology of Irish History to 1976 A Companion to Irish History Part I, edited by T.W. Moody, F.X. Martin and F.J. Byrne, 1982. ISBN 0 19… … Wikipedia
Dallán Forgaill — Saint Dallan Forgail Saint Dallan Forghaill Born c. 530 Magh Slécht, County Cavan, Ireland Died 598 monastery of Inniskeel, Donegal Honored i … Wikipedia
Hund — Der Hund ist im redensartlichen Ausdruck ebensosehr das Bild des Elenden, Niederträchtigen und Untermenschlichen wie auch das Symbol der Treue, Wachsamkeit usw. Mit Recht sagt M. Kuusi, daß eine vergleichende Erforschung der überlieferten… … Das Wörterbuch der Idiome
Schlecht — (s. ⇨ Schlicht). 1. Der ist schlecht vnd recht, der in Hosen vnd Hembden bad. – Lehmann, 169, 21. 2. Der ist schlecht vnd recht, der meint, ein vergülde Nussschall sey lauter Gold. – Lehmann, 164, 21. 3. Es ist keiner so schlecht, er weiss, was… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon