-
61 dip
n. duik(en); inzinking; daling; dompeling--------v. dompelen; dalen; salueren; duikendip1[ dip]1 〈 benaming voor〉 indoping ⇒ onderdompeling; wasbeurt 〈 dieren, met insecticide〉; 〈 informeel〉 duik 〈 ook figuurlijk〉2 schepje1 dipsaus————————dip2〈 dipped〉1 duiken ⇒ plonzen, kopje-onder gaan2 ondergaan ⇒ vallen, zinken4 tasten ⇒ reiken, grijpen♦voorbeelden:dip into one's financial resources • een aanspraak doen op zijn geldelijke middelendip into one's pocket • in de zak tastendip into • vluchtig bekijkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 〈 benaming voor〉 (onder)dompelen ⇒ (in)dopen; galvaniseren 〈 in bad〉; wassen 〈 dieren in bad met insecticide〉♦voorbeelden: -
62 filibuster
n. obstructie, vertragingstaktiek ; houden van lange redevoeringen (om besluit uit te stellen)--------v. vrijbuiter; obstructie; vertragingstactiek; obstructief gedragfilibuster1[ fillibbustə] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 Amerikaans-Engels〉 obstructie ⇒ vertragingstactiek, filibuster 〈door het houden van lange redevoeringen in het Congres enz.〉————————filibuster2〈 werkwoord〉 -
63 job evaluation
functiebeoordeling (het vergelijken van een functie met andere functies om het loon van de functiebekleder vast te stellen)job evaluation -
64 launch
n. motorbarkas, motorsloep; tewaterlating; het lanceren--------v. te water laten, ken; overbruggen; versturen; aanvangen; openen met; (in computers) laten lopen, projekteren; in werking stellen; inwijden; uitbarsten; binnendringen; inbrekenlaunch1[ lo:ntsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————launch21 〈vaak +out〉(energiek) iets (nieuws) beginnen/aanvatten ⇒ uitpakken/weiden, losbarsten♦voorbeelden:launch into • zich storten/zich werpen opII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 lanceren ⇒ afvuren, (weg)werpen/slingeren/smijten2 lanceren ⇒ uitbrengen, de wereld insturen4 op gang brengen ⇒ (doen) beginnen, op touw zetten♦voorbeelden: -
65 law
n. wet; recht; rechtspraak; rechten; wetgeving; algemeenheid; gewoonte--------v. procederen; achtervolgen; een proces aangaan[ lo:]7 wet ⇒ wetmatigheid, natuurwet♦voorbeelden:law and order • orde en gezag, recht en ordebe a law unto oneself • zijn eigen wetten stellen, eigenmachtig optreden5 go to law • naar de rechter stappen, een proces aanspannenlaw of averages • wetten van de kansrekening/waarschijnlijkheidsrekeningby the law of averages • naar alle waarschijnlijkheid¶ law of Moses • Mozaïsche wet, tien gebodentake the law into one's own hands • het recht in eigen hand nemenlaw of the jungle • recht van de sterkstelay down the law • de wet voorschrijven; snauwen, blaffen -
66 match
n. gelijke; opgewassen (zijn; wedstrijd, match; huwelijk; partij; paar, stel; lucifer--------v. aanpassen; passen; een waardige tegenstander; vergelijken; gelijk maken; huwelijken; uithuwelijken; (in computers) het vergelijken van informatiematch1[ mætsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 huwelijk5 paar ⇒ koppel, stel (bij elkaar passende zaken)6 lucifer♦voorbeelden:be a match for • opgewassen zijn tegen, niet onderdoen voorbe more than a match for someone • iemand de baas zijn————————match2♦voorbeelden:1 matching clothes/colours • bij elkaar passende kleren/kleurenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 evenaren ⇒ opgewassen zijn tegen, niet onderdoen voor♦voorbeelden:can you match that? • kan je dat net zo goed doen?they are well matched • zij zijn aan elkaar gewaagdmatch to • in overeenstemming brengen met -
67 present
adj. aanwezig; ; tegenwoordig; heden--------n. aanwezigheid; tegenwoordige tijd--------n. cadeau, geschenk--------v. voordragen; uitreiken, toekennen; aanbieden; opdragenpresent1[ preznt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 geschenk ⇒ cadeau, gift♦voorbeelden:for the present • voorlopig————————present2[ prizzent] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————present3[ preznt]♦voorbeelden:in the present case • in dit/onderhavig geval3 present participle • onvoltooid/tegenwoordig deelwoordpresent perfect • voltooid tegenwoordige tijdpresent tense • tegenwoordige tijdII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉♦voorbeelden:present at • aanwezig bij/op————————present41 voorstellen ⇒ introduceren; voordragen3 (ver)tonen ⇒ ten toon spreiden, blijk geven van4 aanbieden ⇒ schenken, uitreiken♦voorbeelden:present a show • een show presenteren3 present no difficulties • geen problemen bieden/opleverenpresent someone with a price • iemand een prijs uitreikenyour remarks present me with a problem • je opmerkingen stellen me voor een probleem5 present arms! • presenteer geweer!present oneself for an examination • voor een examen opgaana new chance presents itself • er doet zich een nieuwe kans voor -
68 prize
adj. gewaardeerd; bekroond; beloning waard zijnde--------n. prijs; bekroning--------v. kronen; waarderenprize1[ prajz] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————prize2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:prize a crate open • een krat openbreken→ prize out prize out/ -
69 rate
n. koers; cijfer; snelheid; prijs; klas; plaatselijke belasting; geval--------v. schatten; berispenrate1[ reet] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 snelheid ⇒ vaart, tempo2 prijs ⇒ tarief, koers3 (sterfte/geboorte)cijfer4 (kwaliteits)klasse ⇒ rang, graad5 〈voornamelijk meervoud; Brits-Engels〉 gemeentebelasting ⇒ 〈 in het bijzonder〉 onroerendgoedbelasting, onroerendezaakbelasting♦voorbeelden:rate of interest • rentevoetimprove the rate of pay • het loon/salaris verhogenbuy oranges at a rate of 70p a pound • sinaasappels kopen voor 70p per pond¶ at any rate • in ieder geval, ten minsteat this/that rate • in dit/dat geval; op deze/die manier————————rate21 gerekend worden ⇒ behoren, gelden♦voorbeelden:he rates as one of the best writers • hij geldt als een van de beste schrijversII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 beschouwen ⇒ tellen, rekenen4 〈 voornamelijk Brits-Engels〉 aanslaan ⇒ taxeren, schatten 〈 met betrekking tot onroerendgoedbelasting, onroerendezaakbelasting〉♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 many tourists rate the service of this hotel high(ly) • vele toeristen slaan de bediening in dit hotel hoog aanrate someone's income at • iemands inkomen schatten op2 do you rate him? • sla je hem hoog aan?3 rate among/with • rekenen onder/tot -
70 save
n. redding, save (v. keeper)--------prep. buiten--------v. redden; sparen; passen op, letten opsave1[ seev] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————save22 sparen ⇒ zuinig/spaarzaam zijn4 〈 religie〉verlossing/heil brengen ⇒ redden, verlossen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 redden ⇒ bevrijden, verlossen3 overbodig maken ⇒ voorkomen, besparen♦voorbeelden:1 save the situation • de situatie redden, een fiasco voorkomensave someone from danger • iemand uit het gevaar reddensave time • tijd (uit)sparensave a seat for me • hou een plaats voor mij vrij〈 voornamelijk Brits-Engels〉 this will save me going into town • dat bespaart me een rit naar het dorp¶ God save the Queen • God beware/behoede de koningin————————save3♦voorbeelden: -
71 stand
n. standaard, voet, stel; tribune; plaats; plaats voor taxi's--------v. staan; doen staan; opstaan; aanleunen; erop staan; leed dragen; waarderenstand1[ stænd] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 plaats ⇒ positie, post4 stander ⇒ statief, standaard♦voorbeelden:————————stand22 zich bevinden ⇒ staan, liggen6 zijn ⇒ (ervoor) staan, zich in een bepaalde situatie bevinden♦voorbeelden:as I stand here • zowaar ik hier sta4 stand and deliver! • je geld of je leven!he stands at nothing • hij staat nergens voorstand at thirty degrees • op dertig graden staanas it stands • momenteel, zoals het nu isknow where he stands • weten waar hij aan toe isstand to lose something • waarschijnlijk/zeker iets zullen verliezenstand aloof • zich op een afstand houdenstand apart • zich afzijdig houdenstand easy! • op de plaats rust!stand well with someone • met iemand op goede voet staanstand in (for someone) • (iemand) vervangenstand on • aandringen opstand on ceremony • aan plichtplegingen hechtenstand over • toezicht houden opstand upon • staan op→ stand aside stand aside/, stand back stand back/, stand by stand by/, stand down stand down/, stand for stand for/, stand off stand off/, stand out stand out/, stand up stand up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
72 switch
n. schakelaar, overgaan (tot); (in computers) parameter die nodig is om een progamma in werking te stellen door het geven van een opdracht aan het DOS of UNIX besturingssysteem--------v. wisselen, verwisselen; slaanswitch1[ switsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 omkeer ⇒ ommezwaai, verandering————————switch23 meppen ⇒ slaan, (af)ranselen♦voorbeelden:switch a train to another track • een trein op een ander spoor zettenswitch through (to) • doorverbindenswitch to • overgaan naar/opII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:→ switch on switch on/ -
73 thank
v. bedanken[ θængk]1 (be)danken ⇒ dank betuigen, dankbaar zijn2 danken ⇒ (ver)wijten, verantwoordelijk stellen♦voorbeelden:1 thank God/goodness/heaven(s) • God(e) zij dank, goddank, gelukkigthank you • dank u/je (wel), (ja) graag, alstublieftno, thank you • (nee) dank u/jeI will thank you to be a little more polite! • een beetje beleefder kan ook wel!2 he has his own stupidity to thank for it • hij heeft het aan zijn eigen domheid te danken/wijtenshe has herself to thank for that • het is haar eigen schuld -
74 ward
n. afdeling (van een ziekenhuis of gevangenis); bescherming; onder protektoraat van-; voogd; toezicht; het (af)stoten; gleuf--------v. stoten, afstoten, terugdringen; voorkomen; verijdelen[ wo:d]1 (ziekenhuis)afdeling/zaal4 voogdijschap ⇒ hoede, curatele♦voorbeelden:put someone in/under ward • iemand onder voogdij stellen -
75 writing
n. geschrift; literair werk; correspondent; handschrift; het geschreven woord; schrijfstijl[ rajting]♦voorbeelden:II 〈 meervoud〉 -
76 DCE
gegevenscommunicatie apparatuur, apparaat (in het algemeen modem) die gegevens communiceert tussen de uitzendende computer en zijn doel (door middel van toepassing van DCE, RS-232C)DCE (Data Communications Equipment)--------suite van technologiën en software die computers van gevariëerde soorten die verbonden zijn met het netwerk in gelegenheid stellen gegevens en applicaties die zich op andere plaats in netwerk bevinden te delenDCE (Distributed Computing Environment) -
77 batch file
batch groep (een groep die een verzameling bevelen heeft voor het in werking stellen van het systeem) -
78 civilianisation
n. verandering van militaire status in burgerlijke status; het iets burgerlijk maken; het onder burgerlijke controle stellen -
79 civilianization
n. verandering van militaire status in burgerlijke status; het iets burgerlijk maken; het onder burgerlijke controle stellen -
80 inactivation
n. het buiten werking stellen; het stoppen van activiteit
См. также в других словарях:
Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog — (deutsch: „Das Königreich der Niederlande im Zweiten Weltkrieg“) ist das monumentale Standardwerk über die Niederlande und Niederländisch Indien im Zweiten Weltkrieg. Es erschien von 1969 bis 1991 und umfasst 29 Teilbände. Hauptautor war der… … Deutsch Wikipedia
Het Oplage Instituut — (HOI Das Auflageninistitut) ist eine niederländische Einrichtung zur Ermittlung von Medienauflagezahlen. Die Leitung besteht zur einen Hälfte aus Personen aus dem jeweiligen Inserenten und Werbeagenturverband, zur anderen Hälfte aus dem… … Deutsch Wikipedia
Stellen — 1. Bi me sich stellt, so wöred me gekrellt. (Henneberg.) – Frommann, II, 408, 25. Krellen, sich krellen, wird in der Regel nur die Empfindung genannt, welche z.B. ein mit einem Beile oder dergleichen Werkzeuge auf ein hohlliegendes Stück Bret,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Het Monochrome Banketje — Stillleben mit Austern, Römer, Tazza, Berkemeyer und Brötchen Pieter Claesz, ca. 1633 Öl auf Leinwand, 38 cm × 53 cm Staatliche Kunstsammlungen, Kassel Bei dem Monochrom … Deutsch Wikipedia
Het Schip — Entwurf des Gebäudes Het Schip von Michel de Klerk, 1917 … Deutsch Wikipedia
Het Achterhuis — Haus Prinsengracht Nr. 263 in Amsterdam: Im Hinterhaus schrieb Anne Frank ihr Tagebuch. Das Tagebuch der Anne Frank (niederländischer Originaltitel: Het Achterhuis – „Das Hinterhaus“) ist ein Werk der Weltliteratur. Die Jüdin Anne Frank führte es … Deutsch Wikipedia
Teufel — (s. ⇨ Teixel). 1. A mol muess ma m Teuffel uff de Wedel treta. – Birlinger, 1036. 2. All, wat de Düwel nich lesen kann (will), dat sleit he vörbi (oder: sleit he äwer). – Frommann, II, 389, 123; Eichwald, 346; Goldschmidt, 57; Kern, 1430. 3. Als… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Franz Junghuhn — Fr. Junghuhn. Titelbild zum Aufsatz Franz Wilhelm Junghuhn von A. Wichmann. In: Petermanns Mitteilungen aus Justus Perthes Geographischer Anstalt, 55. Band 1909, Tafel 37 (gegenüber S. 297) … Deutsch Wikipedia
Junghuhn — Fr. Junghuhn. Titelbild zum Aufsatz Franz Wilhelm Junghuhn von A. Wichmann. In: Petermanns Mitteilungen aus Justus Perthes Geographischer Anstalt, 55. Band 1909, Tafel 37 (gegenüber S. 297) … Deutsch Wikipedia
Mann — 1. A blind man may perchance hit the mark. – Tauben und Hühner Zeitung (Berlin 1862), Nr. 6, S. 46. 2. A Mann a Wort oder a Hundsfott. (Ulm.) 3. A Mann wie a Maus ün a Weib wie a Haus is noch nit gleich. (Jüd. deutsch. Warschau.) Will sagen, dass … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Junghuhns Werke — Franz Wilhelm Junghuhn (1809–1864) zählt zu den bedeutendsten Naturforschern in Niederländisch Indien. Sein Gesamtwerk in Wort und Bild über die von ihm erforschten Gebiete blieb jahrzehntelang wissenschaftlich von herausragendem Wert.… … Deutsch Wikipedia