-
1 indefinite
adj. onduidelijk; niet gedefinieerd; onbepaald (gramatikaal); onbepaald[ indefnit] 〈 indefiniteness〉1 onduidelijk ⇒ onbestemd, vaag♦voorbeelden: -
2 indirect
adj. indirekt; niet direkt[ indirrekt, -daj-] 〈 indirectness〉2 ontwijkend ⇒ niet rechtlijnig, onoprecht♦voorbeelden: -
3 auxiliary
adj. hulpmiddel, door middel van, hulp---------n. hulp aan-, behulpzaamauxiliary1[ o:gzil(j)ərie, o:ksi-] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: auxiliaries〉1 helper ⇒ hulpkracht, assistent————————auxiliary21 hulp- ⇒ behulpzaam, helpend2 aanvullend ⇒ supplementair, reserve-♦voorbeelden:1 psychology is an auxiliary science to literature • psychologie is een hulpwetenschap voor literatuurstudieauxiliary troops • hulptroepen -
4 compound
adj. samengesteld--------n. scheikundige verbinding, mengsel; samenstelling--------v. vermengen, samenstellencompound1[ kompaund] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 benaming voor〉 samenstel ⇒ mengsel; 〈 taalkunde〉 samengesteld woord; 〈 scheikunde〉 (chemische) verbinding2 〈 benaming voor〉omheinde groep gebouwen/huizen ⇒ (krijgs)gevangenkamp; omheind gebied, schutstal 〈 voor vee〉————————compound21 samengesteld ⇒ ge/vermengd, gecombineerd♦voorbeelden:〈 anatomie〉 compound eye • facetoog, samengesteld oog〈 medicijnen, geneeskunde〉 compound fracture • gecompliceerde breuk/fractuurcompound interest • samengestelde interest, rente op rente〈 plantkunde〉 compound leaf • samengesteld/(dubbel)geveerd blad————————compound3[ kəmpaund]1 tot overeenstemming/een vergelijk komen ⇒ bijleggen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (dooreen/ver)mengen ⇒ samenstellen, opbouwen♦voorbeelden: -
5 conjugate
v. vervoeging van werkwoordenconjugate1[ kondzjoegət] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 gepaard ⇒ (paarsgewijs) gekoppeld, verenigd————————conjugate2[ kondzjoegeet]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
6 direct
adj. rechtstreeks, direct; onmiddellijk; openhartig--------adv. rechtstreeks, duidelijk; op een onomwonden manier, op openhartige wijze--------v. instruëren, toelichten, aanduiden; toezien, kontroleren, inspekteren; kommanderendirect1[ dirrekt, daj-]1 direct ⇒ rechtstreeks, onmiddellijk, openhartig♦voorbeelden:direct contact • rechtstreeks contactbe a direct descendant • in een rechte lijn van iemand afstammendirect drive • directe aandrijvingdirect evidence • bewijs uit de eerste handa direct flight • een rechtstreekse vluchta direct hit • een voltrefferthe direct road • de kortste wegdirect taxes • directe belastingenbe direct • er geen doekjes om winden〈 Brits-Engels〉 direct grant • rijkssubsidie 〈 voor scholen in tegenstelling tot subsidie van plaatselijke overheid〉direct mail • direct mail, postreclame 〈 (persoonlijk gerichte) reclame via de brievenbus〉II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 absoluut ⇒ exact, precies♦voorbeelden:————————direct21 het bevel voeren ⇒ aanwijzingen geven, opdracht geven2 richten3 de weg wijzen ⇒ leiden, gidsen4 bestemmen ⇒ toewijzen, aanwijzen5 leiden ⇒ de leiding hebben over, besturen♦voorbeelden:he directed a blow at his brother • hij sloeg naar zijn broerhis remarks were directed at all of us • zijn opmerkingen waren voor ons allemaal bedoeld3 would you direct me to the town hall? • zou u mij kunnen zeggen hoe ik bij het stadhuis moet komen?————————direct3〈 bijwoord〉♦voorbeelden:she came direct to Paris • ze kwam rechtstreeks naar Parijs -
7 future
adj. toekomstig, in de toekomst, de volgende--------n. toekomstfuture1[ fjoe:tsjə] 〈zelfstandig naamwoord; vaak the〉1 toekomst♦voorbeelden:for the/in future • voortaan, in 't vervolg————————future21 toekomstig ⇒ toekomend, aanstaande♦voorbeelden:future wife • aanstaande -
8 indicative
-
9 interrogative
adj. vragend, vraag-; vragend voornaamwoord--------n. vragend, vraag-; vragend voornaamwoord (Grammatika)interrogative1♦voorbeelden:————————interrogative2 -
10 linguistics
-
11 passive
adj. passief, lijdzaam; onverschillig--------n. passief; lijdende vormpassive11 passief ⇒ passieve/lijdende vorm————————passive2♦voorbeelden:passive smoker • meeroker, passieve roker¶ passive balance of trade • passieve/ongunstige handelsbalanspassive obedience • onvoorwaardelijke gehoorzaamheid -
12 past
adj. vroeger; voorbijgegaan; van vroeger; vorig, afgelopen, voorbij--------adv. voorbij; vroeger; toen--------n. geschiedenis; verleden; voorbijgegane tijd--------prep. langs; voorbijpast1[ pa:st] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————past21 voorbij(gegaan) ⇒ over, gepasseerd♦voorbeelden:II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:2 past participle • verleden/voltooid deelwoordpast tense • verleden tijd2 voorbij ⇒ vorig, laatst♦voorbeelden:an hour past • sedert een uuryour letter of the fifteenth past • uw brief van de vijftiende jl.————————past3〈 bijwoord〉♦voorbeelden:————————past4〈 voorzetsel〉1 voorbij ⇒ verder dan, later dan♦voorbeelden:past all hope • hopelooshe cycled past our house • hij fietste voorbij/langs ons huisjust past sixty • net over de zestigit's past our understanding • het gaat ons begrip te bovenhalf past three • half vier -
13 normative grammar
normatieve taalkunde (regels in de taalkunde die vaststellen wat wel of niet geoorloofd is) -
14 Romance
n. roman; liefdesverhaal; overdreven zijn--------v. fantaseren; het hof maken1 Romaans♦voorbeelden: -
15 accusative
adj. accusatief, vierde naamval (bij grammatica)--------n. accusatief, vierde naamval (grammatica) -
16 active
adj. actief, bedrijvig; bijdragend, ondernemend--------n. werkzaam zijnde (in grammatica)[ æktiv]1 actief ⇒ werkend, in werking2 actief ⇒ bedrijvig, levendig♦voorbeelden:an active volcano • een werkende vulkaanlead an active life • een actief/druk leven leiden3 active voice • bedrijvende vorm, actief4 an active balance of trade • een actieve/gunstige handelsbalansactive property • activa〈 handel〉 active debts • actieve/uitstaande schulden〈 handel〉 active securities/stocks • actieve fondsen, druk verhandelde fondsen〈 leger〉 on active service • 〈 Brits-Engels〉 aan het front; 〈 Amerikaans-Engels〉in actieve/feitelijke dienst -
17 adjective
-
18 adjunct
n. toevoegsel, aanhangsel; bepaling[ ædzjung(k)t] -
19 adverb
-
20 adverbial
См. также в других словарях:
Names for the Dutch language — Because of the turbulent history of both the Netherlands and Belgium (mostly because of the frequent change of economic and military power within the Low Countries), the names that other peoples have chosen to use to refer to the Dutch language… … Wikipedia
Hugo Brandt Corstius — (born 29 august, 1935 in Eindhoven, Noord Brabant) is a Dutch author known for his achievements in both literature and science.In 1970, he was awarded a PhD on the subject of computational linguistics. He used to work at the Mathematisch Centrum… … Wikipedia
Vries — Vries, 1) Jan Fredeman de, niederländ. Maler, geb. 1527 in Leeuwarden, gest. nach 1604, war zuerst fünf Jahre lang Lehrling des Glasmalers Reyer Gerritszen in Amsterdam, danach in Mecheln und später in Antwerpen tätig, wo er 1549 an der… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Paul Kempeneers — Infobox Writer name = Paul T.C. Kempeneers imagesize = 200px caption = Dr. phil. P. Kempeneers in 2005 pseudonym = birthdate = birth date|1935|12|9|mf=y birthplace = Tienen deathdate = deathplace = occupation = Scientist nationality = Belgium… … Wikipedia
Ygo Gales Galama — (c. 1443 – 25 January 1492) was a 15th century Frisian warlord and Galama patriarch. Family and marriage He was the son of Gale Yges Galama and Trijn Douwesdr Harinxma. The marriage of Gale and Trijn was an attempt to create a provisional peace… … Wikipedia
Petrus Thaborita — Petrus Jacobi Thaborita (real name Peter Jacobusz van Bolsward) (Bolsward, 1450 1527) was a Frisian monk, historian and writer. He was most famous for his writings on the Frisian freedom fighter Pier Gerlofs Donia, and for writing down Donia s… … Wikipedia
Fries Museum — Das Fries Museum (deutsch: Friesisches Museum, friesisch: Frysk Museum) ist ein Museum in Leeuwarden, Niederlande. Das Museum wird von der Provinciaal Friesch Genootschap ter Beoefening van Friesche Geschied , Oudheid en Taalkunde betrieben und… … Deutsch Wikipedia
Niederlandistik — (auch Nederlandistik) ist das wissenschaftliche Forschungs und Studienfach, das sich mit niederländischer und flämischer Sprachwissenschaft, Literatur, Landeskunde, Gesellschaft und Kultur beschäftigt. Inhaltsverzeichnis 1 Studium 1.1… … Deutsch Wikipedia
Niederländisch (Name) — Das Niederländische hat im Laufe der Jahrhunderte unterschiedliche Namen gehabt. Die wichtigsten sind: Nederlands (Niederländisch) Nederduits (Niederdeutsch) Diets, Duits (Deutsch) Hollands (Holländisch) Vlaams (Flämisch) Hoog Afrikaans (Hoog… … Deutsch Wikipedia
Gotique — Ne doit pas être confondu avec Gothique. Gotique Période IVe au IXe siècle, survivances jusqu au XVIIe siècle en Crimée Région Europe de l Est, Italie … Wikipédia en Français
Langue gothique — Gotique Wikipédia … Wikipédia en Français