-
1 glas
glas [glaa]〈m.〉♦voorbeelden:m -
2 sonner le glas de qc.
sonner le glas de qc. -
3 verre
verre [ver]〈m.〉1 glas♦voorbeelden:un verre de bière • een glas bierverre à dents • wastafelglasverre à moutarde • (glazen) mosterdpotverre opale • melkglasverre au plomb • loodglasverre de silice • kwartsglasverre à vitres • vensterglasverre blanc • gewoon glasverre dépoli, opaque • matglas(châssis à) verre dormant • vast vensterverre organique • plexiglasverre perdu • wegwerpglas(werk)un petit verre • een glaasje, een borreltjesouple comme un verre de lampe • zo stijf als een plank〈 spreekwoord〉 qui casse les verres les paie • wie zijn billen brandt, moet op de blaren zittenchoquer les verres • klinkenlever son verre • een toast uitbrengenprendre un verre • iets drinkende verre • glazen, glas-verres cornéens • contactlenzenverres fumés • donkere brilverres grossissants • sterke bril1. m 2. verresm pl1) bril -
4 chope
-
5 vitreux
-
6 ballon
-
7 clarté
clarté [klaartee]〈v.〉1 licht ⇒ lichtschijn(sel), glans, helderheid♦voorbeelden:f1) lichtschijn(sel), glans2) helderheid [water, glas]3) duidelijkheid, helderheid -
8 coupe
coupe [koep]〈v.〉1 coupe ⇒ glas, kelk, bokaal3 (het) snijden ⇒ (het) knippen, (het) maaien4 (het) kappen ⇒ (het) hakken, kap♦voorbeelden:3 coupe de cheveux • (het) knippen van het haar, kapselune coupe et un shampooing • wassen en knippenétoffe dure à la coupe • stof die moeilijk is te knippenfaire des coupes sombres dans un texte • veel schrappen in een tekstcoupe à blanc • kaalslagêtre, se trouver sous la coupe de qn. • het eerste moeten spelen nadat is gecoupeerd; 〈 figuurlijk〉 afhankelijk van iemand zijnf1) beker, glas, bokaal3) (het) snijden, knippen4) (het) hakken, kap5) pasvorm, snit6) (door)snede7) (het) afbreken [woorden] -
9 glace
glace [glaas]〈v.〉2 koelheid ⇒ onverschilligheid, gevoelloosheid4 ruit6 glazuur ⇒ gelatine, gelei♦voorbeelden:glace à l'eau • ijslolly, waterijsjeglace à la crème • roomijsglace à la vanille • vanilleijsune glace s'il vous plaît • een ijsje alstublieftf1) ijs4) ruit, raampje5) glazuur, gelatine -
10 pot
pot [poo]〈m.〉1 pot ⇒ kan, bus♦voorbeelden:pot (de chambre) • po, potpot d'échappement • knalpotêtre sourd comme un pot • potdoof, stokdoof zijn2 payer les pots cassés • 't gelag betalen, met de brokken zittenprendre un pot • een glaasje drinken3 avoir du pot • mazzel hebben, boffenmanquer de pot • geen mazzel hebbenun vrai pot de peinture • een opgedirkte tantepot à tabac • propje, dikkerdjec'est le pot de terre contre le pot de fer • het is een ongelijke strijddécouvrir le pot aux roses • ergens achter komen, iets op het spoor komentourner autour du pot • ergens omheen draaien————————pot (de chambre)po, potm1) pot2) kan3) glas4) mazzel -
11 verroterie
verroterie [verrotrie]〈v.〉1 klein (sier)glaswerk ⇒ kleine snuisterijen van glas ⇒ 〈 meervoud〉 gekleurde steentjes, kralen van glas -
12 vitrifier
-
13 canne
canne [kaan]〈v.〉3 hengel♦voorbeelden:canne blanche (d'aveugle) • blindenstokles cannes blanches • de blindenf2) (wandel)stok4) blaaspijp [glas] -
14 canon
canon [kaanõ]〈m.〉1 kanon ⇒ vuurmond, (stuk) geschut5 〈 religie〉 canon ⇒ verzameling geschriften die tot de bijbel worden gerekend ⇒ 〈 ook〉 kerkelijke leerstelling♦voorbeelden:canon de marine • scheepskanoncanon à neige • sneeuwkanontir au canon • (het) schieten met de kanonnencanon antiaérien • luchtafweergeschutcanon antichar • antitankgeschuttirer le canon • het kanon afvuren→ chaircanon de soufre • zwavelstok(je)m1) kanon2) loop [vuurwapen]3) buis, pijp4) canon [bijbel]5) beurtzang6) maatstaf -
15 cathédrale
cathédrale [kaateedraal]〈v.〉1 kathedraal ⇒ bisschoppelijke kerk, domkerk♦voorbeelden:1 verre cathédrale • kathedraalglas, doorzichtig glasf -
16 coupé
coupe [koep]〈v.〉1 coupe ⇒ glas, kelk, bokaal3 (het) snijden ⇒ (het) knippen, (het) maaien4 (het) kappen ⇒ (het) hakken, kap♦voorbeelden:3 coupe de cheveux • (het) knippen van het haar, kapselune coupe et un shampooing • wassen en knippenétoffe dure à la coupe • stof die moeilijk is te knippenfaire des coupes sombres dans un texte • veel schrappen in een tekstcoupe à blanc • kaalslagêtre, se trouver sous la coupe de qn. • het eerste moeten spelen nadat is gecoupeerd; 〈 figuurlijk〉 afhankelijk van iemand zijnm -
17 cristal
cristal [kriestaal],cristaux [kriestoo]〈m.〉1 kristal♦voorbeelden:voix de cristal • zeer heldere stemen cristal • kristallen1. m 2. cristauxm pl1) kristalwerk2) kristalsoda -
18 cul
cul [kuu]〈m.〉♦voorbeelden:histoire de cul • geil praatjemagazine de cul • blootbladtrou du cul • gat, holne pas se casser le cul pour un travail • zich niet direct uit de naad werkenlécher le cul de, à qn. • iemands gat likken〈 vulgair〉 se torcher le cul avec • aan zijn laars lappen, zich geen snars aantrekken vancul de bouteille • ziel van een flesfaire cul sec en buvant • het glas in één teug leegdrinkenmon cul! • ammehoela!en avoir plein le cul • het spuugzat zijnc'est à se taper le cul par terre • ik lach me te plettertirer au cul • zich drukkenrenverser cul par-dessus tête • ondersteboven gooientomber sur le cul • met z'n bek wijd open staan van verbazingm1) kont, reet, gat2) klootzak3) bodem, onderkant4) achterkant -
19 dans
dans [dã]〈 voorzetsel〉1 〈 plaats〉in ⇒ binnenin, te midden van, bij4 〈 wijze〉in ⇒ met, bij♦voorbeelden:dans une île • op een eilanddans la rue • op straatboire dans un verre • uit een glas drinkendans les délais convenus • binnen de gestelde termijn, tijddans la semaine • in de loop van de weekdans le temps • indertijddans l'intention de • met de bedoeling omdans les règles • volgens de voorschriftenprép1) in, binnen(in), te midden van, bij [plaats]2) over [tijd]3) in, in de loop van [tijd]4) in, met, bij [wijze]5) ongeveer, bij benadering -
20 disque
disque [diesk]〈m.〉♦voorbeelden:disque microsillon de longue durée, à rotation lente • langspeelplaatdisque de variétés • plaat met lichte muziekdisque compact • compact discdisque compact vidéo • video-cd, cd-video〈 informeel〉 change de disque! • praat eens over wat anders!mettre un disque • een plaatje opzetten→ freindisque de stationnement • parkeerschijfdisque intervertébral • tussenwervelschijf4 disque dur • harde schijf, harddiskdisque magnétique • magneetschijfdisque optique compact, disque optique numérique • cd-romdisque souple • floppy(disk), diskettem2) schijf4) geheugenschijf [computer]
См. также в других словарях:
glas — glas … Dictionnaire des rimes
Glas — (et) … Kölsch Dialekt Lexikon
Glas — (von germanisch glasa „das Glänzende, Schimmernde“, auch für „Bernstein“) ist ein amorpher, nichtkristalliner Feststoff. Materialien, die man im Alltagsleben als Glas bezeichnet (zum Beispiel Trink und Fenstergläser, Fernsehscheiben und… … Deutsch Wikipedia
glas — [ gla ] n. m. • 1225; lat. médiév. °classum, class. classicum « sonnerie de trompette » ♦ Tintement lent d une cloche d église pour annoncer l agonie, la mort ou les obsèques d un fidèle. Sonner le glas. « Pour qui sonne le glas », titre français … Encyclopédie Universelle
Glas — Glas, vollkommen amorphe Masse, im wesentlichen aus Verbindungen der Kieselsaure mit mindestens zwei Basen (an Stelle der Kieselsaure tritt auch Borsäure oder Fluor, neben die Basen auch Baryt und die Oxyde von Thallium, Wismut, Zink, ferner… … Lexikon der gesamten Technik
Glas V8 — Glas 2600 V8 Glas 2600 V8 … Deutsch Wikipedia
Glas GT — Glas 1300 GT Cabrio Glas 1700 GT (1965) … Deutsch Wikipedia
Glas — Glas, eine durch Schmelzen erzeugte, bei hoher Temperatur dickflüssige, beim Erkalten allmählich aus dem zähflüssigen in den starren Zustand übergehende, vollständig amorphe Masse, die gewöhnlich aus Verbindungen der Kieselsäure mit mindestens… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
glas — GLAS, glasuri, s.n. 1. Ansamblul sunetelor produse de vibrarea (vibra) coardelor vocale umane; facultate specifică omului de a emite sunete articulate; voce. ♢ loc. adv. Într un glas = (toţi) deodată; în unanimitate. ♢ expr. A da glas = a) a… … Dicționar Român
glas — glȃs m <N mn glȁsovi/ i knjiš.> DEFINICIJA 1. učinak rada govornih organa 2. glazb. visina tona u pjevanju [duboki glas] 3. mišljenje drugih o kome [na dobru je glasu]; ime, ugled 4. vijest, novost [o njemu ni glasa] 5. pojedinačno… … Hrvatski jezični portal
glas — glas·gow; glas·ser s; glas·ton·bury; Plex·i·glas; ver·glas; glas·nost; glas·we·gian; … English syllables