-
1 fond
fond [fõ]〈m.〉3 achterste ⇒ binnenste, uiterste5 ondergrond ⇒ achtergrond, fond6 wezen ⇒ kern, grond, inhoud♦voorbeelden:trouver le fond • de bodem rakenà fond • grondig, tot op de bodemdu fond du coeur • uit de grond van zijn hart2 fond de cale • lensruimte, loosgat〈 figuurlijk〉 être à fond de cale • aan de grond zitten, platzak zijnfond d'une culotte • zitvlak van een broektoucher le fond du désespoir • de uiterste wanhoop bereikenmineur de fond • (ondergrondse) mijnwerkerrâcler les fonds de tiroir • zijn laatste centen bij elkaar harken, aansprekenau fond du coeur • diep in zijn hartau fond de • onderinelle vient du (fin) fond de la province • zij is met zeven paarden uit de klei getrokkenau fin fond de • in de verste uithoek vandans le fond de la salle • achterin de zaalfond sonore • achtergrondmuziek, -geluidenfeuilles vertes sur fond rouge • groene blaadjes op een rode achtergrondle fond et la forme • vorm en inhoudremarques sur le fond • opmerkingen over de inhoudle fond historique d'une légende • de historische kern van een legendeau fond • eigenlijk, in wezendans le fond • eigenlijk, in wezen7 faire fond sur qn., qc. • op iemand, iets steunen〈 figuurlijk〉 de fond en comble • van onder tot boven, volledigle fond du panier • het uitschotle fond du sac • het geheimsteà fond de train • in ijltempo, in vliegende vaartm1) bodem, grond2) diepte, waterhoogte3) ondergrond, fundering4) hoofdzaak, wezen, kern5) achtergrond6) uithoudingsvermogen [sport] -
2 terrain
terrain [terrẽ]〈m.〉1 terrein ⇒ stuk grond, land, grond2 terrein ⇒ veld, baan4 terrein ⇒ grond, bodem♦voorbeelden:terrain vague • onbebouwd, braakliggend terreinterrain à bâtir • bouwgrond, -terrein2 terrain de jeu • speelterrein, -veldterrain brûlant • gevoelig onderwerp, heet hangijzerterrain glissant • gevaarlijk terrein, glad ijsse faire battre sur son terrain • op eigen terrein, (vak)gebied het onderspit delven, een thuiswedstrijd verliezendisputer le terrain pied à pied, disputer le terrain à qn. • zich met hand en tand verdedigen, geen duimbreed wijkenêtre sur son terrain • op bekend terrein zijngagner, perdre du terrain • 〈 ook figuurlijk〉terrein, veld winnen, verliezenménager le terrain • behoedzaam, diplomatiek te werk gaanreconnaître, sonder, tâter le terrain • het terrein verkennen, aftastendes voitures tout terrain, tous terrains • terreinvoertuigenm1) terrein2) baan, veld3) grond, bodem4) aardlaag -
3 cul
cul [kuu]〈m.〉♦voorbeelden:histoire de cul • geil praatjemagazine de cul • blootbladtrou du cul • gat, holne pas se casser le cul pour un travail • zich niet direct uit de naad werkenlécher le cul de, à qn. • iemands gat likken〈 vulgair〉 se torcher le cul avec • aan zijn laars lappen, zich geen snars aantrekken vancul de bouteille • ziel van een flesfaire cul sec en buvant • het glas in één teug leegdrinkenmon cul! • ammehoela!en avoir plein le cul • het spuugzat zijnc'est à se taper le cul par terre • ik lach me te plettertirer au cul • zich drukkenrenverser cul par-dessus tête • ondersteboven gooientomber sur le cul • met z'n bek wijd open staan van verbazingm1) kont, reet, gat2) klootzak3) bodem, onderkant4) achterkant -
4 culot
culot [kuuloo]〈m.〉m1) onderzijde, bodem2) voet [lamp]3) brutaliteit, lef -
5 défoncer
défoncer [deefõsee]♦voorbeelden:2 zich helemaal op iets gooien ⇒ zich helemaal geven, zich uitleven1. v2) stukslaan3) intrappen [deur]4) diepploegen5) doen trippen [drugs]2. se défoncerv1) trippen [drugs], high worden -
6 foncer
foncer [fõsee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉v1) voortrazen4) donkerder worden/maken5) graven6) inheien7) de bodem beleggen (van) [bakvorm] -
7 sol
-
8 plancher
plancher1 [plãsĵee]〈m.〉♦voorbeelden:faux plancher • loze vloerdébarrasser le plancher • maken dat je wegkomtdébarrassez-moi le plancher! • duvel op!mettre le pied au plancher • gas op de plank, met plankgas rijden2 prix plancher • minimumprijs, bodemprijs————————plancher2 [plãsĵee]〈 werkwoord〉 -
9 anéantir
anéantir [aanee.ãtier]2 ontstellen ⇒ verpletteren, diep schokken1 vernietigd worden ⇒ volkomen vergaan, verdwijnen1. v1) vernietigen2) ontstellen, diep schokken2. s'anéantirvvolkomen vergaan, verdwijnen -
10 appauvrir
appauvrir [aapoovrier]♦voorbeelden:1. v1) arm maken, verarmen2) uitmergelen [grond]2. s'appauvrirv -
11 calice
calice [kaalies]〈m.〉2 miskelk♦voorbeelden:boire le calice jusqu'à la lie • de lijdensbeker tot de bodem ledigenm1) (bloem)kelk2) miskelk3) (drink)beker -
12 coupe
coupe [koep]〈v.〉1 coupe ⇒ glas, kelk, bokaal3 (het) snijden ⇒ (het) knippen, (het) maaien4 (het) kappen ⇒ (het) hakken, kap♦voorbeelden:3 coupe de cheveux • (het) knippen van het haar, kapselune coupe et un shampooing • wassen en knippenétoffe dure à la coupe • stof die moeilijk is te knippenfaire des coupes sombres dans un texte • veel schrappen in een tekstcoupe à blanc • kaalslagêtre, se trouver sous la coupe de qn. • het eerste moeten spelen nadat is gecoupeerd; 〈 figuurlijk〉 afhankelijk van iemand zijnf1) beker, glas, bokaal3) (het) snijden, knippen4) (het) hakken, kap5) pasvorm, snit6) (door)snede7) (het) afbreken [woorden] -
13 coupé
coupe [koep]〈v.〉1 coupe ⇒ glas, kelk, bokaal3 (het) snijden ⇒ (het) knippen, (het) maaien4 (het) kappen ⇒ (het) hakken, kap♦voorbeelden:3 coupe de cheveux • (het) knippen van het haar, kapselune coupe et un shampooing • wassen en knippenétoffe dure à la coupe • stof die moeilijk is te knippenfaire des coupes sombres dans un texte • veel schrappen in een tekstcoupe à blanc • kaalslagêtre, se trouver sous la coupe de qn. • het eerste moeten spelen nadat is gecoupeerd; 〈 figuurlijk〉 afhankelijk van iemand zijnm -
14 écrouler
écrouler (s') [eekroelee]〈 werkwoord〉1 instorten ⇒ inzakken, in puin vallen♦voorbeelden:2 〈 sport en spel〉 le coureur s'écroula dans la ligne d'arrivée • de renner zakte op de finish in elkaarses espoirs se sont écroulés • al zijn, haar hoop werd de bodem ingeslagenles prix s'écroulent • de prijzen kelderens'écrouler dans un fauteuil • in een fauteuil neerploffenv( s'écrouler)1) instorten, inzakken -
15 glissement
glissement [gliesmã]〈m.〉1 (het) glijden ⇒ (het) schuiven, verschuiving♦voorbeelden:1 glissement de terrain • bodem-, grondverschuivingm2) verschuiving -
16 interdire
interdire [ẽterdier]2 beletten ⇒ verhinderen, onmogelijk maken, weerhouden♦voorbeelden:c'est formellement interdit • dat is streng verbodenses principes le lui interdisent • hij doet dat uit principe niet♦voorbeelden:elle s'interdit d'y penser • ze wil er per se niet aan denkenv1) verbieden2) beletten3) schorsen -
17 mouvement
mouvement [moevmã]〈m.〉1 beweging2 verplaatsing ⇒ verschuiving, beweging, verkeer3 levendigheid ⇒ beweging, drukte4 opwelling ⇒ impuls, aandoening5 stroming ⇒ beweging, partij♦voorbeelden:mouvements de gymnastique • gymnastiekoefeningenmouvement du sol • golving, geaccidenteerdheid van de bodemmouvement de tête • hoofdknikimprimer un mouvement à qc. • iets in beweging brengenmettre en mouvement • in beweging zettenmouvements de hausse, de baisse • prijsverhogingen, -verlagingenmouvement de l'histoire • voortgang der geschiedenisle mouvement des idées • de ontwikkeling der denkbeeldenun roman d'aventures où il y a beaucoup de mouvement • een avonturenroman met veel actie→ tempsde son propre mouvement • uit eigen bewegingm1) beweging2) verplaatsing3) ontwikkeling4) verkeer5) drukte6) opwelling, impuls7) beweging, stroming8) tempo [muziek]10) mechanisme -
18 pied
pied [pjee]〈m.〉2 voet ⇒ voeteneinde, onderkant, basis4 versvoet♦voorbeelden:1 de pied en cap • helemaal, van top tot teenmarcher en pieds de chaussettes • op kousenvoeten lopenavoir un pied dans la fosse, la tombe • met één been in het graf staanfaire le pied de grue • eindeloos staan wachtenfaire des pieds et des mains • hemel en aarde bewegenmettre les pieds dans le plat • een blunder begaanavoir les pieds sur terre • met beide benen op de grond staandes pieds à la tête • van top tot teenavoir bon pied, bon oeil • (nog, weer) helemaal in vorm zijn 〈 van bejaarde, herstellende〉de pied ferme • vastberadense lever du pied gauche, du mauvais pied • met het verkeerde been uit bed stappenpartir du pied gauche • zich (vastberaden) op weg begevenau pied levé • onvoorbereid, op stel en sprongavoir le pied marin • zeebenen hebbenpieds nus • blootsvoets, barrevoetspied plat • platvoetà pied sec • met droge voetenavoir pied • de bodem aanrakenavoir un pied qp. • ergens invloed hebbencasser les pieds à qn. • iemand aan z'n kop zeurenne pas savoir sur quel pied danser • niet weten waar men aan toe isfaire du pied à qn. • iemand met de voet een seintje geven; voetje vrijen met iemandcela lui fera les pieds • dat zal een lesje voor hem zijnlâcher pied • terrein verliezen, terugkrabbelenlever le pied • er (met het geld) vandoor gaanne pas se laisser marcher sur les pieds • zich niet op zijn kop laten zittenmettre le pied dehors • z'n neus buiten de deur stekenmettre les pieds qp. • ergens heengaan, komenmettre pied à terre • uitstappen, landen, afstijgenne plus pouvoir mettre un pied devant l'autre • geen stap meer kunnen verzettenperdre pied • geen vaste grond meer onder de voeten hebben 〈 ook figuurlijk〉; geen houvast meer hebbenremettre qn. sur pied • iemand weer op de been helpenne remuer ni pied ni patte • geen vin verroerentraîner les pieds • sloffenà pied • te voet, lopend〈 vulgair〉 je t'emmerde à pied, à cheval, en voiture! • je kan me verder de pot op!mettre qn. à pied • iemand de laan uitsturenpied à pied • voetje voor voetjesauter à pieds joints • hinkelen, springen met beide benen bij elkaaril ne sortira plus d'ici que les pieds en avant, devant • hij zal deze ruimte niet levend verlatenun portrait en pied • een portret ten voeten uit〈 figuurlijk〉 cela ne se trouve pas sous le pied d'un cheval • dat vind je niet op iedere straathoeksur pied • uit bed, op de beenmettre sur pied une affaire • een zaak op poten zettenpieds de céleri • selderijstengelsmettre qn. au pied du mur • iemand voor het blok zettenà pied d'oeuvre • klaar om te beginnenêtre à six pieds sous terre • zes voet diep onder grond liggen, dood en begraven zijnau pied de la lettre • in de letterlijke betekenis van het woordfaire un pied de nez • een lange neus makenpied de vigne • wijnstokau petit pied • in het klein(c'est) le pied! • (dat is) onwijs goed!il ne se mouche pas du pied • hij heeft nogal een hoge dunk van zichzelfse traîner aux pieds de qn. • iemand op z'n knieën smekenmettre sur le même pied • op één lijn stellenêtre traité sur le pied de • behandeld worden alssur un pied d' égalité • op voet van gelijkheidvivre sur un grand pied • op grote voet leven〈 informeel〉 comme un pied • heel slecht, waardeloosm1) voet2) versvoet -
19 ravine
-
20 sole
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Bodem — Anton Bodem SDB (* 7. August 1925 in Asch im westlichen Sudetenland, heute Aš, Tschechien; † 19. Oktober 2007 in Penzberg) war katholischer Theologe und Salesianer Don Boscos. Leben Anton Bodem erlernte zunächst den Beruf des Kaufmanns.Nach der… … Deutsch Wikipedia
Anton Bodem — SDB (* 7. August 1925 in Asch (Aš), Tschechoslowakei; † 19. Oktober 2007 in Penzberg) war katholischer Theologe und Salesianer Don Boscos. Leben Anton Bodem erlernte zunächst den Beruf des Kaufmanns.Nach der Vertreibung aus der Tschechoslowakei… … Deutsch Wikipedia
Bloed, Bodem, Eer en Trouw — Bloed Bodem Eer en Trouw Bloed Bodem Eer en Trouw (en français : Sang Terre Honneur et Fidélité, une devise nazie) est un groupe néo nazi flamand, qui se présente comme étant un centre de formation idéologique pour la mouvance de Blood and… … Wikipédia en Français
Bloed-Bodem-Eer-Trouw — Bloed Bodem Eer en Trouw Bloed Bodem Eer en Trouw (en français : Sang Terre Honneur et Fidélité, une devise nazie) est un groupe néo nazi flamand, qui se présente comme étant un centre de formation idéologique pour la mouvance de Blood and… … Wikipédia en Français
Bloed-Bodem-Eer En Trouw — (en français : Sang Terre Honneur et Fidélité, une devise nazie) est un groupe néo nazi flamand, qui se présente comme étant un centre de formation idéologique pour la mouvance de Blood and Honour Vlaanderen, qui est lui même la branche… … Wikipédia en Français
Bloed-Bodem-Eer en Trouw (BBeT) — Bloed Bodem Eer en Trouw Bloed Bodem Eer en Trouw (en français : Sang Terre Honneur et Fidélité, une devise nazie) est un groupe néo nazi flamand, qui se présente comme étant un centre de formation idéologique pour la mouvance de Blood and… … Wikipédia en Français
Bloed-bodem-eer en trouw — (en français : Sang Terre Honneur et Fidélité, une devise nazie) est un groupe néo nazi flamand, qui se présente comme étant un centre de formation idéologique pour la mouvance de Blood and Honour Vlaanderen, qui est lui même la branche… … Wikipédia en Français
Bloed, Bodem, Eer en Trouw — (BBET; Blood, Soil, Honour and Loyalty ) is a Flemish neo Nazi group, created in 2004 from a splinter of the Flemish branch of the international Nazi skinhead organization Blood Honour. Activities The group rose to public prominence in September… … Wikipedia
Bloed-Bodem-Eer en Trouw — (en français : Sang Terre Honneur et Fidélité, une devise nazie) est un groupe néo nazi flamand, qui se présente comme étant un centre de formation idéologique pour la mouvance de Blood and Honour Vlaanderen, qui est lui même la branche… … Wikipédia en Français
Gulden Bodem — Original name in latin Gulden Bodem Name in other language State code NL Continent/City Europe/Amsterdam longitude 51.99428 latitude 5.8908 altitude 52 Population 2000 Date 2011 06 14 … Cities with a population over 1000 database
bôsti — bôdem nedov., bôdel in bódel bôdla, stil. bòl bôla (ó) 1. zaradi ostrosti povzročati komu pekočo bolečino: trnje me bode; pesek ga je bodel v bose noge / osat bode / ostra svetloba me je bodla v oči; pren. misel na tiste ljudi ga več ne bode;… … Slovar slovenskega knjižnega jezika