-
1 montagne
montagne [mõtaanj]〈v.〉♦voorbeelden:1 sports de montagne • bergbeklimmen, skiënles montagnes Rocheuses • het Rotsgebergte, de Rocky Mountainsfaire battre des montagnes • tweedracht zaaienfaire de la montagne • bergen beklimmense faire une montagne de qc. • als tegen een berg tegen iets opzienhabiter à la montagne • in de bergen wonen(capable de) soulever les montagnes • bergen (kunnende) verzettenune montagne de livres • een berg boekengrand, gros comme une montagne • als een berg zo grootf1) berg2) gebergte -
2 mont
mont [mõ]〈m.〉♦voorbeelden:par monts et par vaux • over berg en dal, overalêtre sans cesse par monts et par vaux • altijd op reis zijnm -
3 aiguille
aiguille [eegŵiej]〈v.〉1 naald♦voorbeelden:talons aiguilles • naaldhakkenaiguille aimantée • magneetnaaldenfiler une aiguille • een draad in een naald stekenaiguille à repriser • stopnaaldaiguille à tricoter • breinaald→ sensf1) naald2) wijzer [klok]3) spits [toren, berg]4) wissel [spoor] -
4 chaîne
chaîne [sĵen]〈v.〉4 zender ⇒ golflengte, kanaal, net♦voorbeelden:chaîne de fabrication, de montage • lopende bandchaîne mécanique • lopende bandrompre sa chaîne • z'n kluisters verbrekenà la chaîne • aan de lopende bandchaîne stéréo • stereo-installatiefaire la chaîne • een rij vormen (om iets door te geven)1. f1) ketting, band2) (berg)keten3) reeks, rij4) golflengte, kanaal, net2. chaînesf plketenen, boeien -
5 arête
arête [aaret]〈v.〉2 rib ⇒ (scherpe) rand, kant3 bergkam♦voorbeelden:f1) (vis)graat2) rib, kant3) (neus-, berg)rug4) baard [plant] -
6 ascension
ascension [aasãsjõ]〈v.〉1 beklimming ⇒ bestijging, (het) (op)stijgen2 succesvolle carrière ⇒ succesvolle ontwikkeling, weg naar de top♦voorbeelden:1. f1) beklimming, bestijging2) succesvolle carrière, promotie2. f -
7 ballon
-
8 bas
bas1 [baa]〈m.〉1 kous♦voorbeelden:bas à varices • steunkous————————bas2 [baa],basse [baas]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., bijwoord〉6 laag(st) ⇒ min(st), gering♦voorbeelden:le bas monde • het ondermaansesoleil bas • laagstaande zonla basse ville • de benedenstadle malade est bien bas • de zieke is heel minnetjess'incliner très bas • heel diep buigenle thermomètre est tombé très bas • de thermometer is flink gezaktmettre une maison à bas • een huis met de grond gelijkmakenà bas le fascisme! • weg met het fascisme!il sauta à bas de son lit • hij sprong uit zijn beden bas • beneden, omlaagla tête en bas • met het hoofd naar benedenil habite en bas • hij woont benedenen bas de la page • onderaan de bladzijded'en bas • van onderpar en bas • van onder (naar boven)être bas sur pattes • korte pootjes hebbenau bas de • onderaandu bas jusqu'en haut • van beneden naar bovenle bas • het laagst gelegen gedeeltele bas du visage • de onderkant van het gezichtle bas d'une montagne • de voet van een bergpar le bas • van onder (naar boven)bas les pattes! • handen thuis!chapeaux bas! • hoeden af!trois étages plus bas • drie verdiepingen lagervoyez plus bas • zie verderau bas mot • op z'n minst, minstensle bas peuple • het lagere volkà bas prix • voor een zacht prijsje, goedkoop1. m 2. bas/basseadj, adv1) laag2) laaggelegen3) gemeen4) verderop6) zacht, niet luid [stem]7) laag(st), min(st), gering -
9 col
col [kol]〈m.〉♦voorbeelden:col bleu • handarbeiderfaux col • losse boordle faux col d'une bière • de manchet van een biertjecol marin • matrozenkraagcol officier • staande kraagcol roulé • rolkraag, colpull à col roulé • coltruicol tenant • vaste boordcol de l'utérus • baarmoederhalsse pousser du col • deftig, opschepperig doenm1) kraag2) hals3) bergpas -
10 conquérir
conquérir [kõkeerier]〈 werkwoord〉♦voorbeelden:conquérir une montagne • een berg bedwingenconquérir qn. à ses idées • iemand voor zijn ideeën winnenvveroveren, winnen -
11 dorsal
-
12 faîte
-
13 hauteur
-
14 montagneux
-
15 monticule
-
16 pile
pile1 [piel]〈v.〉1 stapel ⇒ hoop, berg♦voorbeelden:jouer qc. à pile ou face • over iets tossenpile de Volta • voltazuilpile atomique • kernreactorpile sèche • droge batterij, droog elementpile voltaïque • voltazuil————————pile2 [piel]〈 bijwoord〉♦voorbeelden:il est dix heures pile • het is op de kop af tien uurtomber pile • goed uitkomenf1) stapel, hoop2) keerzijde [munt]3) brugpijler4) batterij5) aframmeling -
17 port
port [por]〈m.〉1 haven ⇒ havenstad, wijkplaats2 (het) dragen ⇒ (het) bij zich hebben, (het) voeren3 vervoer ⇒ vracht, tonnage♦voorbeelden:port de plaisance • jachthavenport de salut • vluchthavenport de transit • transitohavenport franc • vrijhavenarriver à bon port • behouden aankomenfaire tous les ports d'Afrique • alle Afrikaanse havens aandoenavoir un permis de port d'armes • een wapenvergunning hebben4 franc, franco de port • franco, portvrijport payé • port betaald, niet frankerenport parallèle • parallelle poortm1) haven2) havenstad3) bergpas [Pyreneeën]4) (het) dragen5) vracht [schip]6) houding [lichaam]7) poort [computer] -
18 rayonnage
-
19 sauver
sauver [soovee]1 redden ⇒ behouden, ontrukken (aan)♦voorbeelden:sauver la face • z'n gezicht niet verliezensauver un malade • een zieke er weer bovenop halensauver qn. de la misère • iemand uit de ellende halen→ meuble♦voorbeelden:se sauver de prison • uit de gevangenis ontsnappen¶ sauve qui peut! • berg je maar!v1) redden2) verlossen3) saven [computer] -
20 stock
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Berg- — Berg … Deutsch Wörterbuch
Berg — is the word for mountain in various Germanic languages, and may also refer to:In Germany: *Berg (state), a medieval territory in today s North Rhine Westphalia *Berg, Baden Württemberg, a district of Ravensburg, Baden Württemberg *Berg, Upper… … Wikipedia
Berg — Saltar a navegación, búsqueda Berg significa montaña en varias lenguas germánicas, y se puede referir también a: Contenido 1 Personajes 2 Topónimos 2.1 Alemania … Wikipedia Español
BERG (A.) — À l’époque du structuralisme, et plus précisément encore au moment où cette pensée se trouve brutalement appréhendée par le mouvement contestataire qui oppose, à l’art formel, le jeu aléatoire, Alban Berg fait figure de prophète. Ses œuvres… … Encyclopédie Universelle
BERG — En allemand, le mot Berg signifie tout à la fois la montagne et la mine, et l’association n’est pas fortuite. Il s’agit moins de la haute montagne, où l’on reconnaît plutôt des massifs (Gebirge ) et des crêtes qui s’attirent les noms de Spitze ,… … Encyclopédie Universelle
Berg — Berg: Das gemeingerm. Wort mhd. berc, ahd. berg (got. in baírgahei »Gebirgsgegend«), engl. barrow »‹Grab›hügel«, schwed. berg »Hügel, Berg« beruht mit verwandten Wörtern in anderen idg. Sprachen auf idg. *bherg̑os »Berg«, vgl. z. B. armen. berj… … Das Herkunftswörterbuch
Berg — /berg/; for 1 also Ger. /berddk/, n. 1. Alban /ahl bahn , ahl bahn/, 1885 1935, Austrian composer. 2. Patricia Jane (Patty), born 1918, U.S. golfer. * * * Former duchy, Holy Roman Empire. Located on the Rhine River, the area now lies in the… … Universalium
Berg — Sm std. (8. Jh.), mhd. berc, ahd. berg, as. berg Stammwort. Aus g. * berga m. Berg , auch in anord. bjarg n., berg n. Felsen, Felswand , ae. beorg, afr. berch, birg und gt. in der Weiterbildung bairgahei Gebirge ; aus ig. * bhergh Höhe… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Berg — o Bergisch es un territorio de Renania del Norte Westfalia situada en el borde oriental de la Bahía de Colonia, que se fusionó con Bensberg en 1975 y en la actualidad constituye la sede administrativa del distrito Rheinisch Bergisch. Su nombre… … Enciclopedia Universal
-berg — [bɛrk], der; [e]s, e: 1. <Suffixoid> (emotional verstärkend) drückt aus, dass das im Basiswort Genannte [in besorgniserregender Weise] in zu großer Zahl vorhanden ist: Bettenberg; Butterberg. Syn.: ↑ lawine (emotional verstärkend), ↑… … Universal-Lexikon
BERG — BERG, former duchy in Germany. After their expulsion in 1424, Jews from cologne are thought to have settled in Berg. The Jews were temporarily expelled from the duchy in 1461. Early in the 15th century, after the amalgamation of Berg with juelich … Encyclopedia of Judaism