-
1 peu
peu [peu]〈bijwoord; ook m.〉1 weinig ⇒ niet erg, niet veel, bijna niet, (een) beetje♦voorbeelden:un (tout) petit peu • een (heel) klein beetje; enigszins〈 formeel〉 quelque peu • enigszins, ietsjec'est peu • het stelt niet veel voorpeu s'en plaignent • weinigen klagen eroverpas peu • heel watpeu ou prou • min of meer, enigszinsni peu ni prou • in 't geheel niet(un) tant soit peu • enigszinspeu à peu • langzamerhandà peu (de chose) près • bijna, ongeveeril est de peu mon aîné • hij is iets ouder dan ikil s'en faut de peu • het scheelt maar weinigéviter de peu • op een haar na kunnen vermijdenpeu de (temps) • weinig (tijd)pour un peu … • het scheelde maar weinig of …le peu (que) • het beetje, het weinige (dat)si peu que ce soit • (ook) al is het nog zo weinig¶ je vous demande un peu! • nou vraag ik je!il y a peu • kortgeledenavant peu, dans peu, d' ici peu, sous peu • binnenkort, weldra, spoedigdepuis peu • sinds kortviens voir un peu • kom 's kijkenun peu! 〈 informeel〉, un peu, mon neveu! • nou reken maar!c'est un peu fort! • dat is wel erg sterk!m, adv(de) weinig, een beetje -
2 clairsemé
clairsemé [klersəmee]1 dun gezaaid ⇒ ver uiteenstaand, weinig talrijkadjdun gezaaid, weinig talrijk -
3 compact
compact [kõpaakt]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 compact ⇒ dicht, dicht opeengepakt♦voorbeelden:poudre compacte • poeder in vaste vormadj1) compact, dicht opeengepakt3) gedrongen [gestalte] -
4 court
court1 [koer]〈m.〉♦voorbeelden:1 court couvert • binnen-, indoorbaan————————court2 [koer]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉2 krap ⇒ onvoldoende, weinig♦voorbeelden:prendre le plus court • de kortste weg nemen→ vue2 cent francs c'est un peu court • honderd frank, dat houdt niet over————————court3 [koer]〈 bijwoord〉1 kort ⇒ plotseling, snel♦voorbeelden:tout court • heel kort, kortweg, zonder meerc'est du vol tout court • dat is je reinste diefstalêtre à court d' arguments • met de mond vol tanden staanrester à court de réponse • het antwoord schuldig blijvenprendre de court • overrompelen1. m 2. adj1) kort2) krap3) onvoldoende, weinig3. advkort, plotseling, snel -
5 moins
moins1 [mwã]〈bijwoord; ook m.〉♦voorbeelden:moins il travaille (et) moins il réussira • hoe minder hij werkt, des te minder succes zal hij hebbenrien moins que • allesbehalve, geenszinsj'en veux dix francs, rien de moins • ik wil tien frank, geen cent minderrien de moins que • waarlijk, echt, niets minder danplus ou moins • min of meer, ongeveerni plus ni moins • niets meer en niets minderil n'en est pas moins vrai que • nietteminon se plaindrait à moins • er is alle reden om te klagenil y a moins d' une semaine • nog geen week geledenils ont moins de vingt ans • zij zijn onder de twintigde, en moins • minder, te kort, te weinigde moins en moins • hoe langer hoe minderen moins de • in minder dan, binnenen moins de deux, rien • in een wip, ommezien, oogwenkles moins de vingt ans • de jongeren onder de twintigc'est moins que rien • dit heeft niets te betekenenil est moins que rien • hij is zeer onbeduidendnon moins que • niet minder … dan, even … alsc'est un moins que rien • het is een nul→ plusà tout le moins, pour le moins • op zijn minstau moins • minstens, op zijn minsttout au moins • tenminste, althansdu moins • op zijn minst, althans, tenminste, dat wil zeggenle moins • het minste, het minimum¶ à moins que 〈+ aanvoegende wijs〉, de 〈+ onbepaalde wijs〉 • tenzij, zonder, behalve————————moins2 [mwẽ]〈voorzetsel; ook m.〉♦voorbeelden:sept moins cinq égalent deux • zeven min vijf is tweeil est presque (trois heures) moins cinq • het is bijna vijf voor (drie)il fait moins dix (degrés) • het is tien graden onder nuldix puissances moins sept • tien tot de macht min zevenmettez un moins • zet een minteken1. m1) (het) minste, minimum2) minteken2. adv1) minder, geringer2) minst, geringst3. prépmin, verminderd met -
6 inusité
inusité [ienuuzietee]1 ongebruikelijk ⇒ weinig gebruikt, weinig voorkomend -
7 attention
attention [aatãsjõ]〈v.〉1 oplettendheid ⇒ opmerkzaamheid, aandacht♦voorbeelden:attirer l'attention de • de aandacht trekken vanfais attention! • let op!faites bien attention à ma question • denk goed na over mijn vraagfais attention à, de ne pas le réveiller • zorg ervoor hem niet wakker te makenj'appelle votre attention sur ce détail • ik maak u opmerkzaam op dit detailfaire attention que, à ce que 〈+ aanvoegende wijs〉 • ervoor zorgen dat, erop toezien datattention! • let op!1. foplettendheid, aandacht2. attentionsf pl3. interj -
8 avare
avare [aavaar]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m. & v.〉♦voorbeelden:avare de • zeer zuinig metun(e) avare • gierigaard, vrek1. m/fgierigaard, vrek2. adjgierig, vrekkig -
9 bref
bref [bref],brève [brev]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord〉2 beknopt♦voorbeelden:pour être bref • om kort te gaansoyez bref! • maak het kort!enfin bref • kortom, in één woord, om kort te gaan1. = brève; adjkort(af), beknopt2. = brève; adv1) kort2) kort en bondig, beknopt -
10 cas
cas [kaa]〈m.〉1 geval ⇒ zaak, kwestie♦voorbeelden:cas de guerre • aanleiding tot oorlog, casus bellicas limite • grensgevalle cas échéant • als het geval zich voordoet, in voorkomende gevallencas social • maatschappelijk probleemgevalc'est son cas aussi • dat is met hem ook het gevalc'est le cas ou jamais • nu of nooitc'est (bien) le cas de le dire • zeg dat welfaire cas de • belangrijk vindenfaire grand cas de • veel waarde hechten aanfaire peu de cas de • weinig waarde hechten aanau cas où • ingevaldans tous les cas où • elke keer daten cas de besoin • als 't nodig isen cas de • in geval vanen tout cas • in elk geval〈 informeel〉 en cas • in elk geval, als het zover mocht komenselon le cas • naar omstandigheid¶ cas type • modelgeval, -zaakm1) geval, kwestie2) ziektegeval3) reden4) naamval -
11 couvrir
couvrir [koevrier]3 beschermen ⇒ beschutten, rugdekking geven, dekken4 verbergen ⇒ verhullen, bemantelen, vergoelijken♦voorbeelden:couvrir un enfant chaudement • een kind warm aankleden, goed inpakkencouvrir un livre • een boek kaftencouvrir une table d' une nappe • een tafellaken op tafel leggenla foule couvre la place • het plein staat vol met mensenles feuilles couvrent le sol • de grond is bezaaid met bladerencouvrir qn. de huées • iemand uitjouwencouvert de taches • onder de vlekken5 les applaudissements ont couvert la fin de son discours • zijn laatste woorden gingen in het applaus verlorenêtre couvert par une assurance • verzekerd zijn, gedekt zijncouvrir par chèque • per cheque betalen→ jeul'émetteur couvre cette région • de zender kan in dit gebied ontvangen worden♦voorbeelden:se couvrir de gloire • zich met roem overladen1. v1) (af-, be-, over-, toe)dekken2) kleden3) kaften [boek]5) beschermen6) verbergen, verhullen7) overstemmen, overschreeuwen8) dekken [kosten, risico's]9) omvatten11) afleggen [afstand]12) uitvoerig berichten (over), verslaan13) dekken [dieren]2. se couvrirv4) betrekken [lucht] -
12 crâne
crâne1 [kraan]〈m.〉1 schedel♦voorbeelden:2 avoir le crâne étroit • weinig hersens, verstand hebbenbourrer le crâne de qn. • iemand bewerken, aan iemand zijn mening opdringense mettre qc. dans le crâne • zich iets inprenten————————crâne2 [kraan]1 kranig ⇒ flink, kordaat♦voorbeelden:m1) schedel2) hoofd, verstand, geheugen -
13 creux
creux1 [kreu]〈m.〉2 holte ⇒ kuiltje, verdieping♦voorbeelden:1 avoir un creux dans l'estomac • honger, een lege maag hebbencreux de la voile • buik van het zeil————————creux2 [kreu]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord〉♦voorbeelden:joues creuses • ingevallen wangen3 tête creuse • leeghoofd, oppervlakkig iemandvoix creuse • holle, diepe stem1. m1) holte, uitholling, inzinking2) kuiltje, verdieping3) dal, dieptepunt [economie, politiek]2. creux/-euseadj -
14 défaut
défaut [deefoo]〈m.〉1 gebrek ⇒ tekort, ontoereikendheid2 gebrek ⇒ fout, onvolkomenheid, zwakke plek3 zwakheid ⇒ fout, verkeerdheid, verzuim, nalatigheid♦voorbeelden:défaut d'organisation • gebrekkige organisatiedéfaut de vitamines • vitaminegebrekfaire défaut • ontbrekenà défaut de • bij gebrek aanpécher par défaut • al te weinig doendéfaut de fabrication • fabricagefoutdéfaut de prononciation • spraakgebreksans défauts • vlekkeloos→ excèsc'est là son moindre défaut • dat is zijn grootste gebrek nog nietêtre en défaut • in gebreke blijven(sur)prendre qn. en défaut • iemand op een tekortkoming betrappenfaire défaut • niet verschijnen, verstek laten gaanm1) gebrek, tekort2) fout, tekortkoming3) verzuim, nalatigheid4) verstek [juridisch] -
15 délicat
délicat [deeliekaa]1 verfijnd ⇒ fijn, subtiel2 zacht ⇒ teer, fijn, licht3 fijngevoelig ⇒ fijnbesnaard, tactvol♦voorbeelden:effleurer délicatement • licht aanrakensanté délicate • zwakke gezondheidfaire le délicat, la délicate • kieskeurig zijnadj1) fijn, subtiel2) zacht, teer3) fijngevoelig4) netelig, hachelijk5) veeleisend, kieskeurig -
16 dire
dire1 [dier]〈m.〉♦voorbeelden:au(x) dire(s) de, selon le(s) dire(s) de • volgens————————dire2 [dier]4 opzeggen ⇒ voordragen, voorlezen♦voorbeelden:que veut dire cette phrase? • wat betekent deze zin?vouloir dire • bedoelenceci dit • na dit te hebben gezegden dire de belles • gekke dingen zeggenson visage me dit qc. • zijn gezicht komt me bekend vooron dit que • het gerucht doet de ronde datc'est moi qui vous le dis • dat verzeker ik uà qui le dites vous? • zeg dat wel!ne rien dire qui vaille • niets goeds voorspellenrien à dire, il n'y a pas à dire • daar valt niets tegen in te brengenc'est tout dire • daarmee is alles gezegdpour tout dire • in één woordtu l'as dit! • gelijk heb je!pour ainsi dire, autant dire • als het wareaussitôt dit que fait, aussitôt dit, aussitôt fait • zo gezegd zo gedaanvous avez beau dire • al je argumenten ten spijtc'est beaucoup dire • dat is overdrevenil ne croit pas si bien dire • hij weet niet hoe waar het isje vous l'avais bien dit • ik had je gewaarschuwdc'est bientôt, vite dit • dat is gemakkelijk gezegddites donc • zeg(cela) soit dit en passant • dit terzijdecela en dit long • dat zegt genoegpour mieux dire • beter nogdire pis que pendre de qn. • erg kwaad spreken over iemandproprement dit • eigenlijkvous m'en direz tant! • zit dat zó!, u kunt me nog meer vertellen!à vrai dire • eigenlijksoit dit entre nous • onder ons gezegdsans mot dire • in stiltecela va sans dire • dat spreekt vanzelfil ne sera pas dit que • ik zal niet dulden datc'est dire si • je ziet hoe(zeer)qui l'eût dit? • wie had dat gedacht?et dire que • en dan te bedenken daton dirait que • het lijkt wel of4 dire la messe • de mis zeggen, lezen1 bij, tot zichzelf zeggen, denken♦voorbeelden:1. mbewering, oordeel2. v1) zeggen2) bevelen3) besluiten4) denken, menen5) voordragen6) weergeven3. se direv1) bij/tot zichzelf zeggen3) zich noemen -
17 élégance
élégance [eeleegãs]〈v.〉1 sierlijkheid ⇒ bevalligheid, gratie4 tact ⇒ fijngevoeligheid, beleefdheid♦voorbeelden:4 avoir l'élégance de • de tact, beleefdheid hebben omprocédés qui manquent d'élégance • weinig fijngevoelige aanpakf1) sierlijkheid2) elegantie3) tact, fijngevoeligheid -
18 empressement
empressement [ãpresmã]〈m.〉1 voorkomendheid ⇒ bereidwilligheid, dienstvaardigheid2 geestdrift ⇒ gretigheid, haast♦voorbeelden:m2) haast, ijver -
19 grand
grand1 [grã]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 groot ⇒ lang, ruim4 belangrijk ⇒ voornaam, groot6 edel♦voorbeelden:une grande heure • ruim een uurhomme grand • lange manil n'y a pas grand monde • er zijn weinig mensense faire grand • groot wordenà grands frais • tegen hoge kostenen grande pompe • met grote staatsiele grand • het groteun grand • volwassene; oudere leerlinggrands amis • dikke vriendengrand blessé • zwaar gewondegrand buveur • stevige drinkergrand froid • strenge kougrand jour • klaarlichte daggrand teint • kleurechtà grands coups • hevigau grand air • in de open luchtproduire au grand jour • aan het licht brengen, publicerenau grand jamais • nooit of te nimmerla Grande Guerre • de Eerste Wereldoorloggrand homme • beroemd, groot manle grand monde • de hogere standenaller grand train • snel gaanun grand • hooggeplaatst persoongrand prix • eerste prijs6 grandes actions • goede, edele dadende grand coeur • edelmoedig————————grand2 [grã]〈 bijwoord〉1 groot♦voorbeelden:voir grand • grootse plannen hebbenen grand • op grote schaal, grootscheeps1. adj1) groot2) lang, ruim3) hoog4) volwassen5) heftig, intensief6) belangrijk, voornaam7) groot-, opper-8) edel2. adv -
20 impuissant
impuissant [ẽpŵiesã]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 machteloos ⇒ onmachtig, hulpeloos2 vruchteloos ⇒ vergeefs, zonder uitwerking♦voorbeelden:adj1) machteloos, hulpeloos2) vruchteloos, vergeefs3) impotent4) onbegaafd
См. также в других словарях:
Weinig — ist der Familienname folgender Personen: Constanze Weinig (* 1971), deutsche Schauspielerin Siehe auch: Michael Weinig AG, Tauberbischofsheim, Hersteller von Maschinen und Systemen in der Massivholzbearbeitung Diese Seite ist e … Deutsch Wikipedia
WEINIG — GERMANY (see also List of Individuals) 5.5.1900 Landau/D 9.1.1970 Leinsweiler/D Fritz Weinig studied at the Karlsruhe Technical University from 1920 and one year later moved to Danzig Technical University, where he graduated as a naval engineer… … Hydraulicians in Europe 1800-2000
Weinig Holzbearbeitungsmaschinen — Michael Weinig AG Unternehmensform Aktiengesellschaft Gründung 1905 … Deutsch Wikipedia
weinig — wei|nig 〈Adj.〉 1. Wein enthaltend 2. wie Wein 3. bezüglich Alkoholgehalts u. Blume bes. charakteristisch (Wein) * * * wei|nig <Adj.>: a) nach Wein schmeckend: eine e Soße, Creme; der Apfel schmeckt w.; b) (von Weinen) in Geschmack u. Duft… … Universal-Lexikon
weinig — wei|nig (weinhaltig; weinartig) … Die deutsche Rechtschreibung
Michael Weinig — AG Unternehmensform Aktiengesellschaft Gründung 1905 … Deutsch Wikipedia
Michael Weinig AG — Rechtsform Aktiengesellschaft Gründung 1905 Sitz … Deutsch Wikipedia
Constanze Weinig — (* 1971) ist eine deutsche Schauspielerin. Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Filmografie (Auszug) 3 Weblinks 4 Einzelnachweise … Deutsch Wikipedia
Ding — 1. Acht Dinge bringen in die Wirthschaft Weh: Theater, Putzsucht, Ball und Thee, Cigarren, Pfeife, Bierglas und Kaffee. 2. Acht Dinge haben von Natur Feindschaft gegeneinander: der Bauer und der Wolf, Katze und Maus, Habicht und Taube, Storch und … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Bosco Eliceo — ist ein italienisches Weinanbaugebiet südlich des Po Deltas in der Emilia Romagna. Das Gebiet liegt in den sandigen Böden ehemaliger Dünen in einem Küstenstreifen der Adria mit den Gemeinden Mesola, Goro, Codigoro, Lagosanto, Comacchio und… … Deutsch Wikipedia
Margaretha Guidone — Margaretha Maggie Guidone (born ca. 1956) is a housewife from Helmond (the Netherlands) living in Kapellen (Belgium) who became famous in Flanders because of her campaign for the environment and against global warming.[1][2] She successfully… … Wikipedia