-
1 affaire
affaire [aafer]〈v.〉1 zaak ⇒ aangelegenheid, kwestie2 affaire ⇒ geschiedenis, zaak3 (rechts)zaak ⇒ politiezaak, proces5 (handels)zaak ⇒ bedrijf, onderneming♦voorbeelden:c'est (une) affaire de goût • het is een kwestie van smaakaffaire d'honneur • erezaakc'est l'affaire d'une seconde • het is een kwestie van een seconde〈 schertsend〉 la belle affaire! • is dat alles?, het is me wat!c'est toute une affaire, ce n'est pas une mince affaire, ce n'est pas une affaire petite • dat is geen kleinigheidj'ai là votre affaire • ik heb wat u zoektavoir affaire à qn. • met iemand te maken hebben, te doen krijgenil connaît son affaire • hij weet van wantenc'est ton affaire • dat is jouw zaakce n'est pas une affaire • zo erg is 't (nu ook weer) nietêtre à son affaire • in zijn element zijncela doit faire l'affaire • dat moet voldoende zijnj'en fais mon affaire • ik neem 't op meprendre une affaire en main • een zaak ter hand nemen, aanpakkense tirer d'affaire • zich uit een moeilijke situatie reddentirer qn. d'affaire • uit de problemen helpen3 affaire de moeurs • zedenmisdrijf, zedenschandaalaffaire pénale, criminelle • strafzaakAffaires étrangères • Buitenlandse Zakense retirer des affaires • stil gaan levenêtre dans les affaires • zakenman, -vrouw zijn1. f1) aangelegenheid, kwestie2) rechtszaak, proces3) transactie4) (handels)zaak, onderneming2. affairesf pl1) handel, (geld)zaken, belangen2) spullen3. affairéadjdruk bezig, bedrijvig -
2 question
question [kestjõ]〈v.〉1 vraag2 kwestie ⇒ vraagstuk, probleem♦voorbeelden:1 question à choix multiple • meerkeuzevraag, multiplechoicevraagbelle question!, cette question! • wat een vraag!question spécieuse • strikvraagse poser des questions • zich een en ander afvragenla question de savoir si • de vraag of2 question de confiance! • kwestie van vertrouwen!poser la question de confiance • de vertrouwenskwestie stellence qui est en question • waar het over gaatla personne en question • de bewuste persoon, de persoon in kwestiemettre qc. en question • iets in twijfel trekkentout remettre en question • alles op losse schroeven zettenc'est là toute la question, là est la question • dáár gaat het omil est question de l'envoyer à l'étranger • er is sprake van hem naar het buitenland te sturende quoi est-il question? • waar gaat het over?cela ne fait pas question • dat is buiten kijfpas question! • geen sprake van, daar komt niets van in!f1) vraag2) kwestie3) foltering -
3 cas
cas [kaa]〈m.〉1 geval ⇒ zaak, kwestie♦voorbeelden:cas de guerre • aanleiding tot oorlog, casus bellicas limite • grensgevalle cas échéant • als het geval zich voordoet, in voorkomende gevallencas social • maatschappelijk probleemgevalc'est son cas aussi • dat is met hem ook het gevalc'est le cas ou jamais • nu of nooitc'est (bien) le cas de le dire • zeg dat welfaire cas de • belangrijk vindenfaire grand cas de • veel waarde hechten aanfaire peu de cas de • weinig waarde hechten aanau cas où • ingevaldans tous les cas où • elke keer daten cas de besoin • als 't nodig isen cas de • in geval vanen tout cas • in elk geval〈 informeel〉 en cas • in elk geval, als het zover mocht komenselon le cas • naar omstandigheid¶ cas type • modelgeval, -zaakm1) geval, kwestie2) ziektegeval3) reden4) naamval -
4 ambigu
1 dubbelzinnig ⇒ ambivalent, halfslachtig2 verdacht♦voorbeelden:= ambigüe; adj1) dubbelzinnig, ambivalent2) verdacht -
5 étranger
étranger [eetrãzĵee],étrangère [eetrãzĵer]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 buitenlands ⇒ vreemd, uitheems♦voorbeelden:un étranger, une étrangère • buitenlander, -landse, vreemdeling(e)1. m (f - étrangère)buitenlander/-dse, vreemdeling/-e2. = étrangère; adj1) buitenlands, vreemd3) vreemd (aan) -
6 point
point1 [pwẽ]♦voorbeelden:(ne) point de … • geen …————————point2 [pwẽ]〈m.〉3 mate ⇒ staat, graad, moment4 punt ⇒ zaak, onderwerp, kwestie6 (brei-, naai)steek♦voorbeelden:points de suspension • gedachtepuntjes, puntje, puntje, puntjemettre le, un point final à qc. • ergens een punt achter zettenun point, c'est tout • punt uit, en daarmee basta→ misepoint de chute • plaats van inslagpoint d'eau • tappuntpoint d'impact • trefpuntpoint d'intersection • snijpunt, kruispunt, knooppunt 〈 van wegen〉point de mire • mikpuntpoint de section • snijpuntpoint de vue •〈zie ‘point de vue’〉les points cardinaux • de windstrekenc'est son point faible • dat is zijn zwakke puntl'affaire est au point mort • de zaak is vastgelopenmettre (le levier) au point mort • de versnelling in zijn vrij zetten3 à ce point (que) • in zodanige mate (dat), zo erg (dat)à tel point que, au point que 〈+ aantonende wijs, soms aanvoegende wijs〉 • zo zeer, zo veel datau point de 〈+ onbepaalde wijs〉 • zo zeer, zo veel datà quel point • hoe erg, hoe zeerau point où en sont les choses • zoals de zaken (ervoor) staanau dernier point, au plus haut point • uiterst, tot het uiterstenous en sommes toujours au même point • we zijn nog altijd even vermal en point • lelijk toegetakeld, in slechte staatêtre mal en point • er slecht aan toe zijn4 point de détail • detailkwestie, onbelangrijk puntpoint d'honneur • erezaakpoint de religion • gewetenszaakpoint critique • heet hangijzer, punt waar het om draaitde point en point • letterlijk, preciesde, en tout point, en tous points • in alle opzichten, op alle puntenun discours en trois points • een redevoering in drie delenpoint par point • punt voor puntsur ce point • wat dit betreftbattre aux points • op punten verslaanrendre des points à qn. • iemand punten voorgeven; 〈 figuurlijk〉sterk staan, in het voordeel zijn ten opzichte van iemandvainqueur aux points • winnaar op punten6 point de couture • stiksel, stiksteekpoint mousse • ribbelsteekpoints de suture • hechtingenpoints de tapisserie • borduurstekenfaire un point à • met een paar steken bij elkaar halen7 point d'attache • thuishaven, standplaatsfaire le point • 〈 van schip〉bestek opmaken, positie bepalen; 〈 figuurlijk〉de balans opmaken, inventariseren8 point de côté • steek, pijn in de zijpoint de côté • steek in de zijau point du jour • bij het krieken van de dagtomber à point • goed van pas komen, goed uitkomenà point • gaar, precies goedà point nommé • stipt op tijd, als geroepenêtre au point • in orde zijn, goed werkenêtre sur le point de • op het punt staan om (te)m1) punt2) stip3) mate, graad4) cijfer5) (brei-, naai)steek6) positie, standplaats7) steek [in de zij]8) (het) aanbreken [dag] -
7 tour
tour [toer]I 〈m.〉1 omloop ⇒ omwenteling 〈bijv. van een wiel〉 ⇒ omdraaiing, slag 〈 van een schroef〉 ⇒ toer 〈 van een motor〉2 omtrek ⇒ omvang, rand4 ommetje ⇒ toertje, trip, uitje6 kunststuk ⇒ kunstgreep, truc, kunstje♦voorbeelden:tour de valse • walsjequarante-cinq tours • single, vijfenveertig toeren plaattrente-trois tours • drieëndertig toeren plaat, langspeelplaatdonner un tour de clé • even afsluitenfermer la porte à double tour • de deur op het nachtslot doenen un tour de main • in een handomdraai2 tour de cou • bontje; sjaaltour de poitrine • borstomvang, -wijdtetour de taille • taille(omvang)tour de ville • rondweg, randwegtour des yeux • oograndfaire un tour d'horizon • een algemeen overzicht gevenle tour du monde • reis om de wereldfaire le tour des invités • met alle gasten een praatje makenfaire faire le tour du propriétaire • 〈 iemand〉 zijn huis laten zien; 〈 gasten〉 rondleiden door zijn landgoedfaire le tour de qc. • rondom iets lopen, ergens de ronde doenfaire le tour d'une question • een kwestie van alle kanten bekijkenil a fait le tour des choses • hij weet hoe het in de wereld toegaat5 tour de garde • dienstrooster, wachtpasser son tour • zijn beurt voorbij laten gaan, passen 〈 kaartspel〉chacun son tour • ieder op zijn beurt〈 figuurlijk〉 à tour de rôle • om beurten, om de beurtc'est à son tour • hij is aan de beurtplus souvent qu'à son tour • vaker dan gepast is, wastour à tour • om beurten, beurtelingstour d'adresse, de passe-passe • handigheid(je), goocheltoeravoir plus d'un tour dans son sac • niet voor één gat te vangen zijn7 tour de cochon • smerige streek, rotgeintjetour pendable • gemene streekcela va vous jouer des tours • dat zou wel eens slecht voor u kunnen aflopenjouer un (mauvais) tour à qn. • iemand erin laten lopenprendre un tour • een wending, keer nementour d'esprit • ziens-, denkwijzetour de main • handigheid, vaardigheidtour de reins • spittour de scrutin • verkiezingsrondetour de table • forumdiscussie, brainstormingà tour de bras • met volle kracht, uit alle macht 〈 ook figuurlijk〉II 〈v.〉1 toren♦voorbeelden:la tour Eiffel • de Eiffeltorentour de guet • uitkijktorentour d'ivoire • ivoren toren————————tour (de phrase)1. m1) omloop2) omwenteling3) toer4) omtrek5) rondreis6) wandeling7) beurt8) truc9) streek, poets10) wending, ontwikkeling11) kronkeling12) draaibank2. f1) toren2) torenflat3) kasteel -
8 c'est l'affaire d'une seconde
c'est l'affaire d'une secondeDictionnaire français-néerlandais > c'est l'affaire d'une seconde
-
9 c'est affaire de goût
c'est (une) affaire de goût -
10 dans cette affaire il y a qc. d' ambigu
dans cette affaire il y a qc. d' ambiguDictionnaire français-néerlandais > dans cette affaire il y a qc. d' ambigu
-
11 documenter
documenter [dokkuumãtee]1 documenteren ⇒ van bewijsstukken, documentatiemateriaal voorzien♦voorbeelden:documenter qn. sur une question • iemand documentatie over een kwestie verschaffen -
12 documenter qn. sur une question
documenter qn. sur une questionDictionnaire français-néerlandais > documenter qn. sur une question
-
13 faire le tour d'une question
faire le tour d'une questionDictionnaire français-néerlandais > faire le tour d'une question
-
14 il est intraitable sur cette question
il est intraitable sur cette questionDictionnaire français-néerlandais > il est intraitable sur cette question
-
15 il est étranger à cette affaire
il est étranger à cette affaireDictionnaire français-néerlandais > il est étranger à cette affaire
-
16 intraitable
intraitable [ẽtrettaabl]1 onvermurwbaar ⇒ stijfkoppig, onverzettelijk, onverslaanbaar♦voorbeelden: -
17 la personne en question
la personne en questionde bewuste persoon, de persoon in kwestie -
18 question de confiance!
question de confiance!kwestie van vertrouwen!
См. также в других словарях:
Regierung Rawlings — bezeichnet die Regierungszeit unter Präsident Jerry John Rawlings während der vierten Republik des westafrikanischen Staates Ghana. Rawlings war zuvor zwischen 1981 und 1992 Vorsitzender der Militärjunta des Provisional National Defence Council.… … Deutsch Wikipedia
kwestia — ż I, DCMs. kwestiatii; lm D. kwestiatii (kwestiatyj) 1. «sprawa wymagająca rozstrzygnięcia, załatwienia; zagadnienie, problem» Kwestia drażliwa, paląca, zawiła, skomplikowana. Kwestia delikatnej natury. Zbadać, wyjaśnić, podjąć jakąś kwestię.… … Słownik języka polskiego
Poncke Princen — Johan Cornelis Princen (November 21, 1925, The Hague – February 22, 2002, Jakarta), better known as Poncke Princen, was a Dutch anti Nazi fighter and colonial soldier. In 1948, he deserted, joined the pro independence guerrillas in the then Dutch … Wikipedia
I.Q. 2000 — Spiel des Wissens Daten zum Spiel Verlag I.Q. 2000 Products, Playtoy Industries, Milton Bradley (1984), University Games (1995), Jumbo (1998, 2000, 2007) Erscheinungsjahr 1984, 1995, 1998, 2000, 2007 Art Brettspiel Mitspieler 2 bis 6 Dauer … Deutsch Wikipedia
Roeland Raes — Roeland H. T. Raes (* 4. September 1934 in Gent, Belgien) ist ein flämischer Jurist, rechtsgerichteter Politiker und Negationist. Leben Raes studierte Rechtswissenschaften an der Universität Gent, wo er zum Doctor juris promivierte. Anschließend… … Deutsch Wikipedia
Spiel des Wissens — Daten zum Spiel Verlag I.Q. 2000 Products, Playtoy Industries, Milton Bradley (1984), University Games (1995), Jumbo (1998, 2000, 2007) Erscheinungsjahr 1984, 1995, 1998, 2000, 2007 Art Brettspiel Mitspieler 2 bis 6 … Deutsch Wikipedia
podnieść — dk XI, podnieśćniosę, podnieśćniesiesz, podnieśćnieś, podnieśćniósł, podnieśćniosła, podnieśćnieśli, podnieśćniesiony, podnieśćniósłszy podnosić ndk VIa, podnieśćnoszę, podnieśćsisz, podnieśćnoś, podnieśćsił, podnieśćnoszony 1. «niosąc umieścić… … Słownik języka polskiego
kwestia — {{/stl 13}}{{stl 8}}rz. ż IIb, lm D. kwestiatii {{/stl 8}}{{stl 20}} {{/stl 20}}{{stl 12}}1. {{/stl 12}}{{stl 7}} zagadnienie, problem, sprawa do rozwiązania : {{/stl 7}}{{stl 10}}Zasadnicza, poważna, zawiła, paląca kwestia. Kwestia opodatkowania … Langenscheidt Polski wyjaśnień
Peter Debye — Infobox Scientist name = Peter Debye image size= 180px birth date = birth date|1884|3|24|mf=y birth place = Maastricht, Netherlands death date = death date and age|1966|11|2|1884|3|24 death place = Ithaca, New York, USA nationality = Netherlands… … Wikipedia
Netherlands New Guinea — Nederlands Nieuw Guinea Dutch colony ← … Wikipedia
Sexual orientation and military service — Homosexuals and bisexuals allowed to serve in the military … Wikipedia