-
1 couvrir
couvrir [koevrier]3 beschermen ⇒ beschutten, rugdekking geven, dekken4 verbergen ⇒ verhullen, bemantelen, vergoelijken♦voorbeelden:couvrir un enfant chaudement • een kind warm aankleden, goed inpakkencouvrir un livre • een boek kaftencouvrir une table d' une nappe • een tafellaken op tafel leggenla foule couvre la place • het plein staat vol met mensenles feuilles couvrent le sol • de grond is bezaaid met bladerencouvrir qn. de huées • iemand uitjouwencouvert de taches • onder de vlekken5 les applaudissements ont couvert la fin de son discours • zijn laatste woorden gingen in het applaus verlorenêtre couvert par une assurance • verzekerd zijn, gedekt zijncouvrir par chèque • per cheque betalen→ jeul'émetteur couvre cette région • de zender kan in dit gebied ontvangen worden♦voorbeelden:se couvrir de gloire • zich met roem overladen1. v1) (af-, be-, over-, toe)dekken2) kleden3) kaften [boek]5) beschermen6) verbergen, verhullen7) overstemmen, overschreeuwen8) dekken [kosten, risico's]9) omvatten11) afleggen [afstand]12) uitvoerig berichten (over), verslaan13) dekken [dieren]2. se couvrirv4) betrekken [lucht] -
2 emprisonner
-
3 étreindre
-
4 recouvrir
recouvrir [rəkoevrier]4 omvatten♦voorbeelden:recouvrir un livre • een boek kaftenrecouvrir une maison • een nieuw dak op een huis zettenrecouvrir un oreiller d' une taie • een kussen met een sloop overtrekken♦voorbeelden:2 le ciel s'est recouvert • de hemel is weer bewolkt, betrokkenv2) verbergen3) omvatten -
5 comprendre
comprendre [kõprãdr]1 begrijpen ⇒ beseffen, verstaan, duidelijk inzien2 bevatten ⇒ omvatten, bestaan uit3 meerekenen ⇒ meetellen, inbegrepen doen zijn (bij)♦voorbeelden:comprendre un code • een code kunnen ontcijferencomprendre la plaisanterie • tegen een grapje kunnencomment comprenez-vous le rôle d'un conseiller? • hoe ziet u de rol van een raadsman?voilà comme je comprends des vacances • dat is voor mij de ideale vakantiefaire comprendre qc. à qn. • iemand iets duidelijk makense faire comprendre • zich verstaanbaar maken, zich duidelijk uitdrukkenje n'y comprends rien • ik begrijp er niets vancomprendre qc. à demi-mot • maar een half woord nodig hebbenj'ai compris que 〈+ aantonende wijs〉 • ik heb bemerkt dat, ik heb ingezien datje comprends • ik snap het¶ je comprends! • nou en of!♦voorbeelden:1 cela se comprend (de soi) • dat is te begrijpen, dat spreekt vanzelf1. v1) begrijpen, beseffen2) bestaan uit3) meerekenen2. se comprendrev -
6 contenir
contenir [kõtnier]1 be-, omvatten ⇒ inhouden, behelzen, tellen2 een oppervlakte, inhoud hebben van ⇒ kunnen bevatten3 in bedwang houden ⇒ weerhouden, onderdrukken♦voorbeelden:1 que contient cette lettre? • wat staat er in die brief?armoire contenant du linge • kast met linnengoed1. v1) bevatten, inhouden2) kunnen bevatten, plaats hebben (voor)3) in bedwang houden, onderdrukken2. se contenirv -
7 embrasser
embrasser [ãbraasee]1 omhelzen ⇒ omarmen, kussen2 omvatten ⇒ bevatten, beslaan♦voorbeelden:embrasser qc. du regard • iets overzien1 elkaar kussen, zoenenv( s'embrasser) elkaar kussen -
8 entourer
entourer [ãtoeree]1 omgeven ⇒ omringen, omvatten, omsluiten♦voorbeelden:les soldats entourent la ville • de soldaten omsingelen de stadil m'entourait de ses bras • hij sloeg zijn armen om mij heenentourer qn. de prévenances • iemand met attenties overstelpen♦voorbeelden:vomgeven, omringen -
9 couvrir une période
couvrir une période -
10 englober
-
11 enlacer
enlacer [ãlaasee]
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский